1 minute read
De Sint-Elisabethsvloed en de Watersnoodramp
from 078MGZN - ZOMER 2023
by 078MEDIA
De Sint-Elisabethsvloed van 1421 veranderde het landschap in de omgeving van Dordrecht ingrijpend. Tijdens een stormvloed in de nacht van 18 op 19 november, de naamdag van de heilige Elisabeth, houden de dijken (die slecht waren onderhouden vanwege jarenlang politiek gekonkel) het niet meer. De Grote Waard komt onder water te staan en ruim dertig dorpen verdwijnen door het woeste water. Rondom Dordrecht ontstond een open zee, waardoor het stapelrecht waaraan de stad zijn rijkdom had te danken letterlijk kon worden omzeild. De ramp markeert het einde van de ‘gouden eeuw’ van de stad, waarbij Dordrecht blijvend de koppositie in de Hollandse economie verloor. Ook de vorming van de Biesbosch, met kreken en riet, is een gevolg van de Sint-Elisabethsvloed. Het zal bijna vier eeuwen duren totdat het eiland van Dordrecht weer helemaal ingepolderd is. Ook in de eeuwen die volgden is de strijd met het water voor een eiland als Dordrecht actueel. Zo heftig als tijdens de Watersnoodramp van februari 1953 werd het nooit meer. Toen stroomde het water aan de noordkant de stad in. Nog steeds zijn Dordtenaren beducht voor het water. Ieder jaar worden op de Voorstraat, de laagste zeedijk van Nederland, de vloedschotten getest voor het geval van een nieuwe overstroming.
Advertisement
Sint-Elisabethsvloed: Kopergravure waarin de dijkdoorbraak van de Grote Waard is afgebeeld.
De Stadsbrand van 1457 en de De Buytink-brand
In het huisje van Arjen Dankertszoon aan de Spuistraat breekt in juni 1457 brand uit. Dankertszoon probeert de brand eerst zelf te blussen, maar slaagde daar niet in. Ondertussen is hij veel te laat met het inseinen van hulp. Door de oostenwind slaat de brand snel over naar andere huizen. Uiteindelijk duurt de brand maar liefst vijf dagen. De halve stad lag in de as. Het hele gebied tussen de Visstraat en de Grote Kerk werd verwoest. Er gaan bij de brand zo’n zeshonderd tot zevenhonderd huizen verloren, en zelfs het houtwerk van de Grote Kerk verschroeit. Stadsbranden kwamen in de middeleeuwen vaker voor, en door de dichte bebouwing en vanwege het feit dat alle huizen van hout waren verspreidde een brand zich snel. Arjen Dankertszoon vlucht de stad uit en wordt bij verstek veroordeeld vanwege zijn schuld aan de brand. Ook na 1457 komen stadsbranden nog regelmatig voor, zo wordt in 1568 de Nieuwkerk door vuur verwoest. Ook recent komen nog ingrijpende branden voor. De brand bij meubelwinkel Buytink op de Voorstraat in maart 1982 wordt al tijdens het blussen ‘de brand van de eeuw’ genoemd. Vermoedelijk door een gaslek staat het winkelpand snel in lichterlaaie. Zeven panden in de omgeving worden verwoest. De rookpluimen waren in de wijde omgeving te zien.