1 minute read

2. DOELBINDING

Next Article
Verwerker

Verwerker

biometrische authenticatie teneinde toegang te verschaffen tot de lokalen van een kerncentrale. Het door de werknemers (verhoudingsgewijs een relatief kleine groep betrokkenen) ervaren nadeel weegt niet op tegen het voordeel dat wordt genoten door de hele bevolking (de beveiliging van cruciale infrastructuur).

Dit alles betekent concreet dat de Belgische wetgever, gelet op artikel 9.2.g) AVG, de modaliteiten van de verwerking van biometrische gegevens expliciet bij wet moet regelen in zover zij een dergelijk gebruik van biometrische gegevens wil (blijven) toestaan. Daartoe staat het aan de betrokken sectoren, organisaties of beroepsinstanties vrij om de wetgever op de hoogte te stellen van hun intenties en om desgevallend aan te tonen dat een dergelijke verwerking proportioneel en noodzakelijk is in het kader van de beoogde doelstellingen, de wezenlijke inhoud van het recht op bescherming van persoonsgegevens wordt geëerbiedigd en er passende en specifieke maatregelen worden getroffen ter bescherming van de grondrechten en fundamentele belangen van de betrokkene. Het Kenniscentrum benadrukt dat wetgevende initiatieven in dit kader, overeenkomstig artikel 23 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, steeds ter advies moeten worden voorgelegd. Daarbij zal er worden nagegaan of de wettelijke bepaling in overeenstemming is met de AVG, en meer bepaald of de beoogde verwerking inderdaad noodzakelijk is voor redenen van zwaarwegend algemeen belang.

Advertisement

2. Doelbinding30

Het principe van doelbinding is neergelegd in artikel 5.1, b) AVG en bepaalt dat persoonsgegevens voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden moeten worden verzameld en dat ze vervolgens niet verder op een met een van die doeleinden onverenigbare wijze mogen worden verwerkt.

Twee bouwstenen dienen te worden onderscheiden: (1) het specifiëren van (een) welbepaald(e), uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd(e) doeleinde(n) voor de beoogde verwerking en (2) een element van compatibiliteit hetwelk inhoudt dat verdere verwerking enkel toegestaan is voor zover zulks niet onverenigbaar is met het (de) doeleinde(n) waarvoor de gegevens oorspronkelijk werden verzameld. Aangezien het gekozen doeleinde in belangrijke mate mee zal bepalen op welke rechtsgrond voor de verwerking er zal moeten worden gesteund, spreekt het voor zich dat het doeleinde bepaald moet zijn vóór de verwerking kan aanvangen.31

30 Voor een uitgebreide uiteenzetting ter zake zie: Groep 29, ‘Opinion 03/2013 on purpose limitation’, te raadplegen via: https://ec.europa.eu/justice/article-29/documentation/opinion-recommendation/files/2013/wp203_en.pdf (enkel beschikbaar in het Engels). 31 Zulks blijkt onder meer uit de verplichting van de ‘geïnformeerde’ toestemming (zie supra) en zie ook art. 6.1, a) AVG.

28

This article is from: