MARTEN DJANGO XL LUIDSPREKERS MET
tested
Wat hebben een Stradivarius viool, een Steinway concertvleugel en een Gibson Les Paul met elkaar gemeen? Het zijn alle drie vooral originele en zeer goed doordachte muziekinstrumenten. Creaties die helemaal in lijn liggen met de ontwerpengedachten van hun bevlogen bedenkers. Wanneer ik kennis maak met de producten van deze test in de vorm van de uit Zweden afkomstige Marten Django XL luidsprekers en Amerikaanse Jeff Rowland Corus voor- en Model 625 stereo eindversterker, ervaar ik eenzelfde soort indruk en beleving. Over deze componenten is dermate goed nagedacht en ze zijn zo prachtig geconstrueerd, dat het kwaliteitsniveau er zelfs van tien meter afstand al vanaf spat!
De Marten Django XL is het eerste model van de nieuwe instapserie van deze fameuze high-end luidsprekerfabrikant en dat is iets wat bij mijn allereerste indruk, absoluut nergens aan te zien is. Met zijn afmetingen van 27 cm breed, 125 cm hoog en 50 cm diep en een gewicht van 47 kilo, draagt deze weergever het predicaat ‘XL’ zeer terecht. Gelukkig is het model wel voorzien van ronde hoeken en van een erg goede afwerking in de kleuren piano zwart en chique zilvergrijs. Door het relatief slanke profiel en de flinke hoogte, heeft Marten er goed aan gedaan om er standaard een tweetal dikke geanodiseerd aluminium steunpoten met grote verstelbare kegels bij te leveren. Hierdoor blijken de luidsprekers niet alleen behoorlijk goed met twee man hanteerbaar, maar kunnen ze verder ook rotsvast worden opgesteld. De steunpoten en kegels hebben trouwens nog de belangrijke functie om de aan de onderzijde geplaatste basreflex opening, voldoende vrij te houden. Naast de indrukwekkende kast, beschikt de Django ook over een imposante luidsprekerbezetting. In technische zin is het een 3weg systeem, maar in dit geval dan wel voorzien van maar liefst vijf eenheden. Helemaal bovenin vind ik een 2,54 cm keramische hoge tonen eenheid, met pal daaronder een 15,24 cm exemplaar uit hetzelfde materiaal vervaardigd, welke het mid-
52
Zintuigelijke verwennerij
tested
JEFF ROWLAND CORUS VOOR- EN MODEL 625 STEREO EINDVERSTERKER
dengebied voor zijn rekening moet nemen. Beiden zijn afkomstig uit de fameuze Duitse Accuton stal en vertegenwoordigen de laatste ontwerpdenkbeelden en materiaalgebruik. Het leeuwendeel van de voorzijde wordt echter in beslag genomen door een drietal 20,32 cm grootte basluidsprekers. Gewichtige jongens die zijn voorzien van een aluminium conus en een precisie gegoten chassis. Niet bepaald onverwacht gezien de afmetingen en luidsprekerbezetting, is de opgave van het ruime frequentiebereik wat loopt van 26 tot 30.000 Hz binnen 3 dB. Het rendement is met 89 dB gemiddeld te noemen en de weergevers hebben hun minimum impedantie bij 4 Ohm en een gemiddelde van 6 Ohm. De interne bekabeling is van Jorma Design en aan de achterzijde ontwaar ik naast een paar high-end aansluitingen uit de premiumlijn van WBT, ook een handige draairegelaar. Hiermee kan + of - drie dB’s bij 60 Hz worden bijgestuurd. Kortom, de Marten Django XL laat een buitengewoon goede eerste indruk achter. Jeff Rowland Corus
Binnen het uit drie modellen tellende voorversterkerprogramma van de Amerikaanse Jeff Rowland Design Group, is de hier geteste Corus het middelste model. Op foto’s komt het apparaat al heel mooi over. Maar niets bereidt mij voor wanneer ik werkelijk oog in oog sta met deze echte schoonheid, of beter gezegd schoonheden. Want buiten de voorversterker zelf, bestaat het pakket ook nog uit een losse voeding, een sensoreenheid voor de afstandsbediening en de afstandsbediening zelf. En waar doorgaans in zo’n samenstelling de voorversterker het best is afgewerkt en de rest toch wel één of meerdere stappen minder, is dat bij deze Corus totaal niet het geval. Tot in het kleinste detail zijn zowel het hoofdapparaat als alle onderdelen volgens dezelfde extreem hoge kwaliteitsstandaard
vervaardigd. Zo hoog zelfs, dat ik deze producten tot de best geconstrueerde beschouw die ik ooit heb mogen aanschouwen. Want waar vind je een ander merk dat letterlijk iedere(!) behuizing afzonderlijk uit een massief blok aluminium (6061T6 gradatie) CNC vervaardigd. En ze ook nog eens met een laser laat slijpen totdat de oppervlakken werkelijk aanvoelen als zijde! Een extreem kostbare maar wel betoverend mooie afwerking is het eindresultaat. Naast de werkelijk perfecte afwerking, materiaalgebruik en ergonomie, is deze relatief compacte high-end voorversterker (9,9 cm hoog, 39,4 cm breed en 31,1 cm diep) ook nog eens muisstil. Geen trafo brom, ruis of ander ongerief verstoort de idylle. Ook qua bediening blijkt het bij de Corus om een buitengewoon geraffineerd en compleet product te gaan. Naast de zes ingangen (vier gebalanceerd en twee single ended), staan er ook een paar opname uitgangen beschikbaar. Een dubbel paar (voorversterker) uitgangen (zowel gebalanceerd en single ended), completeert tenslotte de rijke uitrusting. Opmerkelijk is dat zowel de voeding als zelfs de sensor van de afstandsbediening, niet in de voorversterker zelf verwerkt zitten. De verklaring van Jeff Rowland is wel een logische. Hij gelooft namelijk dat het scheiden van de afstandsbediening en lichtnetvoeding van de voorversterker, ervoor zorgt dat RFI/EMI interferentie minder vat op de delicate low level audiosignalen kan krijgen. Oftewel een betere geluidskwaliteit. Maar dat de schoonheid hier niet oppervlakkig is bewijst ook de rest van het concept. Want naast de oer solide behuizing, zijn onderhuids alle in- en uitgangen volledig geïsoleerd en transformator (Lundahl) gekoppeld uitgevoerd. Alle printplaten zijn verder 4-laags uitgevoerd en vervaardigd van keramisch materiaal. Terwijl de geschakelde voeding normaliter gebruikt in de luchtvaartindustrie, beschikt over een passieve stroom correctie. Hierdoor is het apparaat
53
NEXT
tested
verregaand ongevoelig geworden voor de invloeden van verschillende netstroomkabels. Inwendig is door de zo compact mogelijk uitgevoerde circuit topologie van de Corus, de signaalweg het kortste van alle Jeff Rowland voorversterkers ooit ontstaan. Qua bediening is bij deze voorversterker zowat alles instel- en regelbaar wat u maar zou kunnen wensen en dus zeer compleet. Zo is de volumeregelaar voorzien van een 100 dB bereik en een onderverdeling in stappen van 0,5 dB bij langzaam draaien en stappen van 1,5 dB bij sneller draaien. Het wit/groene display kan tenslotte in drie stappen worden gedimd of zelfs compleet worden uitgeschakeld. In die stand licht het display alleen even op (instelbaar op 5 of 15 seconden) bij het aanraken van een bepaalde knop of het oproepen van een functie. Jeff Rowland Model 625
54
Net als de Corus voorversterker, is ook de Model 625 stereo eindversterker het middelste model uit het Jeff Rowland programma. Ook hier weer die oogverblindend mooie vormgeving en een extreem hoog uitvoerings- en afwerkingsniveau. Maar waar de Corus een meer sierlijke uitstraling heeft, vind ik de Model 625 (14,6 cm hoog, 39,4 cm breed en 41,3 cm diep) vooral stoer overkomen. Zelf heb ik altijd een zwak voor producten die visueel symmetrisch zijn opgebouwd en met deze eindversterker kan ik dan ook mijn lol helemaal op. Dat de Corus behuizing op het front en onder paneel na uit één stuk is gefreesd, valt pas op als je hem goed van alle kanten bekijkt. Dit soort producten zijn werkelijk een hommage aan de 5-assige CNC freesmachine en hun veelvoud aan mogelijkheden. Naast de prachtig gesculpteerde koelribben die bij het tillen en installeren veel houvast blijken te bieden, is ook over de achterzijde wederom goed nagedacht. Buiten de centraal geplaatste IEC netstekkerentree die enkel een 20 ampère connector kan bevatten en een paar gebalanceerde ingangen, zijn een dubbel paar Cardas enkel voor spades bedoelde luidsprekeraansluitingen gemonteerd. Buiten het feit dat deze zeer goed klembare aansluitingen tot mijn persoonlijke favorieten behoren, is er steeds één exemplaar horizontaal en één exemplaar verticaal geplaatst. Heel doordacht, vooral omdat er op deze manier altijd een ideale positie bestaat om de soms stugge luidsprekerkabels zonder kunst en vliegwerk en voor een optimale geleiding aan te sluiten. Zoals verwacht is ook deze Model 625 onderhuids strak en overzichtelijk opgebouwd met als hart wederom een geschakelde voeding. Hierdoor is het gewicht ondanks zijn 1500 Watt vermogen en de extreem solide en massieve opbouw van de behuizing zelf, ‘slechts’ 24,5 kilo. Iets wat de hanteerbaarheid zeer ten goede komt. Het uitgangsvermogen is met 300 Watt aan 8 Ohm en 550 Watt aan 4 Ohm, mooi ruim bemeten en het wer-
kingsprincipe van deze eindversterker is klasse A/B zonder tegenkoppeling. Aangezien de versterker na relatief korte tijd al behoorlijk warm wordt, vermoed ik dat hij tot zo’n 10 Watt in pure klasse A werkt. Net als de Corus voorversterker is ook de Model 625 geheel gebalanceerd opgebouwd. Iets wat volgens Jeff Rowland, ruis en vervorming onder dynamische signaal condities flink reduceert. Luisteren Django XL inspeelperiode
In overleg met importeur Hans van Put wordt er een paar piano zwarte Marten Django XL luidsprekers, gloednieuw aangeleverd. Dit heeft als belangrijke consequentie dat de tijdspanne waarin het product getest moet worden, veel langer zal zijn en hij zijn demomodellen langer kwijt is. Het grote voordeel voor u als lezer is echter, dat er een hele mooie inzage ontstaat hoe het product reageert van nieuw tot ingespeeld. Al bij de aflevering blijkt dat de Django’s buiten zwaar, vooral ook heel goed verpakt en bijzonder compleet worden aangeleverd. Het Zweedse Marten neemt dus ook zijn ‘instapklanten’ zeer serieus. Nadat de weergevers voor een eerste indruk op hun voorlopig toebedeelde plaatsen zijn neergezet, verbaas ik mij positief over de hoge afwerkingsgraad, de kostbare luidsprekereenheden en de toch wel erg forse kast. En dat allemaal voor ‘slechts’ € 9.990,- per paar? Natuurlijk is dat heel veel geld, maar vergelijk ik het met wat doorgaans voor dit bedrag wordt aangeboden, dan mag het toch bijna als bijzonder voordelig worden gezien. Om meteen te bepalen hoe moeilijk of gemakkelijk de XL’s zijn aan te sturen, breng ik de referentie Unison Research Performance single ended buizenversterker in stelling. De Performance is tot op heden klankmatig één van de allerbeste all-round versterkers die ik ken. Maar ondanks de extreem krachtige voeding, blijft het natuurlijk wel een single ended buizen ontwerp met slechts 2 x 40 Watt. Dus qua stroomafgifte is het zeker geen Krell of aanverwante wattbolide en is hij ongeschikt voor echt moeilijke lasten. Al bij de eerste tonen weet ik dat hier een goed huwelijk is geboren, want ondanks zijn vele eenheden en de forse kastinhoud, speelt de Marten/Unison combinatie enorm gemakkelijk en zelfverzekerd. Het laag diep en sonoor, fraaie klankkleuren, veel vloeiend gepresenteerde detaillering, mooie ademende ambiance. En aanvullend ook een fraaie onderhuidse gloed een hoge graad aan verfijning. Hans van Put verklaart ter informatie dat Marten zijn (keramische) eenheden altijd al van te voren inspeelt en dat werpt hier meteen zijn vruchten af. Voor u als consument betekent dit dat er een hele periode aan vervelende hardheid achterwege blijft. Want eenmaal ingespeeld zijn dit soort door sommige bekritiseerde eenheden, juist heel natuurlijk, realistisch, en zacht en muzikaal van klank. Maar na een halve week spelen slaat plotseling het inspeelspook toch
Luisteren Django XL ingespeeld
Nu de weergevers voldoende zijn ingespeeld, is ook de flexibiliteit een stuk beter geworden. Nog steeds reageert de Django XL bovengemiddeld gevoelig op de aangesloten keten. Maar dat kan ook opgepakt worden als voordeel, want mede hierdoor kunnen veel mensen en in eerste instantie ook winkels, deze fraaie weergevers helemaal naar hun hand zetten. Met Playing With Fire (RR-127) heeft Keith Johnson weer een meesterlijke prestatie afgeleverd. Niet alleen is het weer een opname die volledig eer doet aan het prestigieuze jazz/klassieke Reference Recordings label. Maar is het vooral de ongehinderde ruimte die wordt geboden aan de fantasiewereld van de in 1958 in het Amerikaanse Monroe, Lousiana geboren componist Frank Ticheli, die op mij de nodige indruk maakt. Qua muziekbeleving kan de cd grofweg in twee gedeelten worden onderverdeeld. Een symfonisch deel en het deel ‘Playing with fire’. In die laatste drie nummers speelt ook de Jim Cullum Jazz Band mee en ontstaat het zeldzame samenspel van Dixieland en een klassiek symfonieorkest. Een combinatie die inderdaad garant staat voor muzikaal vuurwerk. En bij het eerste nummer van dit gedeelte, ‘A la Bauduc’, worden de snaren van de contrabas zelfs met drumstokjes bespeeld! Bij dit soort grootschalige werken, geven de Django’s meteen hun visitekaartje af. Want niet alleen worden de zaal en muzikan-
ten op bijna ware grootte voor het voetlicht gebracht. Ook de instrumenttimbres, het uitsterven van klankblokken in de fraaie zaalakoestiek en de subtiele muzikale wendingen in combinatie met een hoge graad aan homogeniteit en verfijning, laten een hoge mate aan realisme horen. De luidsprekers liggen daarbij al snel prettig in het gehoor. Iets wat deels ook te maken heeft met de ietwat afwijkende dynamische presentatie. Enerzijds is het een groot en gemakkelijk aanstuurbaar luidsprekersysteem, waardoor er al snel een bovengemiddelde mate aan natuurlijk gemak ontstaat. Anderzijds is de Django wel behoudend op het gebied van microdynamiek. Dus grote dynamieksprongen worden (ook bij later gebruikte extreem krachtige eindversterkers) in hun kracht, extensie en enthousiasme, wat teruggebracht. Fijnzinnige macrodynamische contrasten, worden daarentegen juist weer heel goed voor het voetlicht gebracht. Zeker met een echt hoogwaardige versterker is de Django helemaal in zijn element. Het beeld staat dan mooi achter de luidsprekers, hoewel de maximale diepte en breedte wel wat beperkt zijn. Zo is het dieptebeeld maximaal maar enkele meters diep en wordt het breedtebeeld nooit buiten de buitenste hoeken van de luidsprekerbehuizing geprojecteerd. Toch heb ik hier in dit geval niet zo’n moeite mee, omdat wat zich binnen de luidsprekers afspeelt, zo natuurlijk, vloeiend en op een natuurlijk wijze overkomt. Heel opvallend is daarbij de prachtige weergave van de oudere popmuziek. Dus zeg tot maximaal jaren ‘90 en verder terug. Met andere woorden de periode dat popmuziek nog niet stelselmatig door enkel op winstjagende platenbazen om zeep werd gebracht. En artiest en producer nog voor hun muzikale boodschap alle ruimte kregen. Juist bij deze soort muziek blijft bij de Django de muzikale integriteit werkelijk prachtig overeind. Opnamefouten verdwijnen naar de achtergrond (maar details worden niet verdoezeld en blijven natuurlijk aanwezig) en zodoende kan de muziek daadwerkelijk gevoeld en beleefd worden. Het is eerlijk om te vermelden dat afhankelijk van de versterker, een deel van die mooie bezieling en emotie in meer of mindere mate naar voren komt en er al dan niet een wat meer zakelijke presentatie wordt geëtaleerd. Goed luisteren bij uw dealer is dus een echte must. De Django is dus tot heel veel muzikaal plezier in staat en erg positief vind ik dat hij verder vrij gemakkelijk een bepaalde richting op is te sturen. Dat deze luidsprekers groot zijn is een feit en mogelijk een van de weinige concessies aan de relatief vriendelijke prijs, is dat het laag en middenlaag niet zo goed gedefinieerd zijn als de rest van het
tested
genadeloos toe. De klankbalans raakt ernstig verstoord en de Unison doet wanhopige pogingen om alle frequenties nog voldoende strak in het gareel te houden. Tevergeefs zal al snel blijken. Als vervolgens ook andere als ‘strak’ en krachtig bekend staande transistorbolides (de Jeff Rowland versterkers werden pas in een later stadium van de test afgeleverd) de handdoek in de ring moeten gooien, is het vechten tegen de bierkaai. Wat is er nu aan de hand? Terwijl het hoog en deels ook het middengebied nog steeds goed weten te presteren, zijn het vooral de woofers en het filter die roet in het eten gooien. Het diepe laag schittert nu door afwezigheid, terwijl het laag en middenlaag juist een hele vette ‘oempf’ hebben gekregen. Iedere aanzet van contrabas, basedrum en linkerhand van de piano, klinkt in deze fase erg ongedefinieerd. Gelukkig duurt deze periode maar enkele dagen, om na drie weken van bijna continu spelen, uiteindelijk weer terug te keren naar het zo mooie beginniveau. Daarna gaat het nog maar langzaam om vervolgens nog enkele weken later op het maximaal haalbare uit te komen.
55
NEXT
tested
spectrum. Met een juiste versterkerkeuze kan dit aspect verregaand worden geminimaliseerd. Maar wie een liefde heeft voor enthousiast bespeelde contrabassen, lage mannenstemmen, linkerhand van de concertvleugel, basklarinet en meer gelijksoortige instrumenten, zal regelmatig een wat aangezette ‘oempf’ kunnen constateren. Na het inspelen is dit behoorlijk op de achtergrond geraakt, maar het blijft een van de weinige minder sterke aspecten van deze Django XL. Als laatste zijn de luidsprekers in een meer normale huiskamer van 35m2 met zachte wanden geplaatst. Hoewel ze visueel nu een stuk meer aanwezig zijn, blijkt de plaatsing door de naar beneden gerichte baspoort inderdaad niet bepaald kritisch te zijn. Zelfs op 60 cm afstand gaat het nog prima, maar nog dichterbij de achterwand zou ik ze toch niet plaatsen. Beide weergevers kunnen overigens wel ver uit elkaar worden geplaatst zonder dat er een gat in het midden ontstaat. Houd echter wel een ruime afstand tot de zijwanden aan, om ook het middenlaag voldoende onder controle te kunnen houden. Luisteren Corus en Model 625
56
Na de Django XL is het de beurt aan het Jeff Rowland duo en worden ze in een eerste kennismakingsronde aangesloten op de referentie Master Contemporary C luidsprekers. Zelfs nog volledig koud is het tijdens de eerste klanken al meteen duidelijk dat hier een bijzondere versterkercombinatie staat te spelen. Zo bijzonder dat ik zelfs even denk dat er een werkelijk topklasse buizenversterker staat te spelen! In mijn beleving is dat bijna het grootste compliment wat ik een solid state versterkercombinatie kan maken. De weergave is verder vanaf dit allereerste moment, zijdezacht, heel verfijnd, voorzien van een prachtige ambiance, een zeer hoog oplossend vermogen en bezit een onderhuidse kracht, grandeur en elasticiteit, die je eigenlijk alleen maar tegenkomt bij volledig klasse A (eind)versterkers met een over gedimensioneerde voeding. Maar waar dat soort klasse A ontwerpen toch soms een beetje naar donkerte kunnen tenderen, is daar bij de Model 625 eindversterker helemaal niets van te merken. Een ander aspect wat indruk maakt is de super stille en trefzekere werking. Alles functioneert met een enorme vanzelfsprekendheid die zelfs of misschien wel juist, in de high-end sector toch vrij zeldzaam is. Omdat ik voor het eerst sinds vele jaren weer eens een mooie platenspeler onderhanden heb, bespreek ik dit keer eens wat mooi vinyl. En wat hebben vervolgens Joe Jackson’s Body and Soul (A&M AMLX 65000), Basie Jam (Analogue Productions APJ 022) en Frankie Goes To Hollywood met Two Tribes (12” Zang Tuum Tumb 601 325-213) met elkaar gemeen? Dat het allemaal ontzettend gepassioneerd gespeelde muziek is die bovendien voortreffelijk is opgenomen. Hoewel zeer divers valt er aan ieder van bovengenoemde albums veel plezier te beleven. En ook dat aspect brengt de Jeff Rowland combinatie met verve over. Saillant detail voor de analoog liefhebber is dat het album Body and Soul in 1984 tijdens de beginperiode van het digitale tijdperk is uitgebracht. Op de hoes prijken dan ook trots de woorden ‘digitally recorded and mastered’! Voor lp fanatici waarschijnlijk meteen een reden om met een wijde boog
Conclusie
Twee erg goede merken die beiden vooral een natuurlijke klanksignatuur nastreven, in één complete test ondergebracht.
tested
om dit prachtige album heen te lopen, maar dat zou wel erg zonde zijn. In Body and Soul presenteren Joe en zijn medemuzikanten namelijk op het hoogtepunt van hun kunnen. Groots, puntig, natuurlijk en integer. Al bij ‘Cha cha loco’ zit ik al snel in de vijfde versnelling. Bij ‘Not here, not now’, kan ik dan weer even uitblazen. Om bij het super energieke ‘You can’t get what you want’, weer helemaal uit mijn dak te gaan. Het in 1973 opgenomen Basie Jam kan zowel muzikaal als muzikale presentatie, bijna niet anders zijn. Waar Body and Soul gebruik maakt van een mooie grote opnamestudio met veel ambiance, heerst bij Basie Jam een hele directe en intieme sfeer. De studio is duidelijk veel kleiner en gedempter en je hebt het gevoel in een ruimte te zitten met de muzikanten om je heen. De dynamiek is enorm en laat de grenzen horen waar een goede lp weergave toe in staat is. Het swingt verder de pan uit en het voelbare contact met de muzikanten is zeer groot. Frankie Goes To Hollywood zoekt met zijn controversiële muziek dan weer heel andere grenzen op. Two Tribes gaat over het hoogtepunt van de koude oorlog met de bijbehorende wapenwedloop. De videoclip met de twee grote aartsvijanden Amerika en Rusland in de vorm van Ronald Reagan en Konstantin Chernenko geplaatst in een boksring, deed in 1984 veel stof opwaaien. En ook de klankmatige handtekening van sterproducer Trevor Horn is overduidelijk. Van het oorspronkelijk in 1982 voor een BBC John Peel sessie opgenomen Two Tribes, maakt hij namelijk uiteindelijk een heerlijk bombastisch aandoend, maar zeker ook audiofiele pareltje wat geschiedenis heeft geschreven. Met ieder van deze drie voorbeelden gaat de Jeff Rowland combinatie eigenlijk gelijkwaardig om. Ruimtelijk en natuurlijk bij het eerst genoemde album, intiem, klankkleurrijk en dynamisch bij de tweede en bombastisch, vet en avontuurlijk bij de derde. Qua 3D ambianceweergave is deze Amerikaanse combinatie erg goed, maar uiteindelijk nog net niet zo overtuigend als waar een topklasse buizenversterker toe in staat is. De presentatie is daarbij qua ruimtelijke dimensies geen beperkende factor. En feitelijk zijn het vooral de gebruikte luidsprekers, bron en gedraaide software die de afmetingen van het stereobeeld bepalen. Qua tonale balans is de combinatie Corus en Model 625 mooi egaal en evenwichtig en er is wel sprake van natuurlijk aandoende tonale rijkdom - vooral in het laag en middenlaag heeft de versterker een aanstekelijke gloed, zonder ooit in vaagheid of toegevoegde kleuring te verzanden. Als laatste is tenslotte ook de combinatie Marten Django XL en Jeff Rowland Corus en Model 625 uitgeprobeerd. Dit gaat zoals verwacht, gezien de evenwichtigheid van beide merken, bijzonder goed. Wel neemt dan de gevoeligheid voor de juiste kabels en overige randapparatuur nog verder toe. Bij een passende match ontstaat er een weergave, die een fraaie compatibiliteit met veel verschillende muzieksoorten en stijlen weet te presenteren. Iets wat tenslotte uit kan monden in ware zintuigelijke verwennerij.
MARTEN DJANGO XL FILTERCOMPONENTEN
Toch zijn er ondanks de overlappende kwaliteiten zeker ook de nodige wezenlijke verschillen waar te nemen. Zo is de Marten Django XL de instapper in de muzikale wereld van het Zweedse Marten, terwijl de Jeff Rowland Corus en Model 625 aanzienlijk hoger in het eigen JR programma gesitueerd zijn. Hoofdkenmerken bij de Django XL vind ik de mooie natuurlijke klankbalans met een aanstekelijke homogeniteit, in samenwerking met een vloeiend gepresenteerd oplossend vermogen en een bijna op ware grootte geprojecteerde afbeeldingsmaatstaf. De Jeff Rowland Corus en Model 625 zijn aanzienlijk kostbaarder, maar leggen wel het muzikale parcours foutloos af. Feitelijk is hun weergave een mooie symbiose tussen een topklasse buizenversterker (puurheid, verfijning, lucht en ruimtelijkheid) en een topklasse klasse A solid state ontwerp (onderhuidse kracht, klankrijkdom en autoriteit). Er is door de fabrikant veel moeite getroost om van beide kampen de beste eigenschappen te gebruiken. En er mag gezegd worden dat hier inderdaad sprake kan zijn van een (zeldzame!) geslaagde implementatie! En nee, het is geen puur buizengeluid, maar ook weer geen typische solid state weergave. Feitelijk is het hierdoor een van die mooie versterkercombinaties waarbij de techniek grotendeels op de achtergrond verdwijnt om de muziek ruim baan te geven. Voeg daarbij de naadloze technische invulling, het prachtige materiaalgebruik en de perfecte afwerking en een prachtig nieuw merk voor de Nederlandse markt heeft het aanbod verrijkt.
57
Tekst: Werner Ero Fotografie: Marten en Jeff Rowland Design Group
HVP AUDIO TEL: +31 (0)70-3989296 E-MAIL: HVP.AUDIO@TELFORT.NL WWW.HVPAUDIO.COM END