Nieuws
6
De Nieuwe Werker #4 JULI 2022
LOONNORM
Vakbonden brengen de stem van werknemers naar het parlement De vakbonden brachten de stem van meer dan 87.000 burgers naar het parlement om te pleiten voor een grondige herziening van de loonnormwet.
E
ven ons geheugen opfrissen. In 1996 keurt de regeringDehaene de wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen goed. In de volksmond is de wet beter bekend als de wet van ’96 of de loon(norm)wet. De wet zou om de twee jaar een norm moeten opleggen waarbinnen de loononderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers kunnen plaatsvinden. Het idee erachter is dat de lonen in ons land niet (veel) harder mogen stijgen dan in onze buurlanden. Als dat wel gebeurt, zou dat de concurrentiepositie van bedrijven in gevaar kunnen brengen, zo luidt het.
bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de explosief gestegen brandstofprijzen. Bovendien treedt de index vertraagd in werking, waardoor je in de tussentijd (tussen prijsstijging en indexering) wel je koopkracht in rook ziet opgaan.
PROBLEEM VAN DE LOONNORM De loonmarge wordt sinds de invoering ervan in 1996 berekend op basis van de prognoses voor de loonontwikkeling in de buurlanden (Frankrijk, Duitsland, Nederland) en de prognoses voor de indexering. Tot 2017 gold een indicatieve loonnorm, een leidraad als het ware, die elke beroepssector kon interpreteren al naargelang de specifieke realiteit. In 2017 maakte de regering-Michel hiervan een imperatieve loonnorm. Het werd met andere woorden een harde bovengrens.
In 2017 maakte de regering-Michel van de indicatieve loonnorm een imperatieve loonnorm. Het werd met andere woorden een harde bovengrens. Voor 2021-2022 werd die loonnorm vastgelegd op maximaal 0,4 procent.
PETITIE De vakbonden lanceerden een petitie om het debat over de loonnorm op de parlementaire agenda te plaatsen. De petitie verzamelde bijna 90.000 handtekeningen (25.000 is de vereiste om een hoorzitting in het parlement af te dwingen) en op 29 juni 2022 werden zes vertegenwoordigers van de drie grote Belgische vakbonden ontvangen in een parlementaire commissie sociale zaken. Het debat over de loonnorm is vandaag cruciaal. De inflatie swingt de pan uit – bijna 10 procent in juni – en de lonen volstaan voor velen niet langer om in het levensonderhoud te voorzien. De automatische indexering van lonen en uitkeringen speelt uiteraard een rol als eerste schokdemper, maar kan de stijgende levensduurte niet volledig compenseren. Bij de berekening van de index wordt
Veel bedrijven zagen hun winstmarges aanzienlijk toenemen Thierry Bodson
De vergelijking van de lonen met die van de buurlanden houdt bovendien geen rekening meer met de zogenaamde taxshift, die de loonkosten voor de Belgische ondernemingen verlaagde. Dit alles betekent dat het verhaal van de ‘loonhandicap’ van België ten opzichte van zijn buurlanden onhoudbaar is. Het is slechts een illusie dat ons land aanzienlijk duurder is op vlak van de lonen. Maar ondertussen betalen de werknemers hiervoor wel de prijs in de vorm van de loonnorm.
SUBSIDIES De loonnorm houdt ook geen rekening met loonsubsidies, die in 2020 meer dan 9 miljard euro bedroegen. Deze subsidies – zoals de niet-betaling van bedrijfsvoorheffing voor ploegendienst, nachtarbeid, overwerk – waren nooit hoger dan vandaag in België.