De Nieuwe Werker 5 - 2021

Page 8

Nieuw s

8

N° 5

Terugblik 1921

“De Achturendag is veroverd” Acht uur werken, acht uur slapen en acht uur ontspanning. Dat was het idee achter één van de meest opmerkelijke (r)evoluties in collectieve arbeidsduurvermindering. Dit jaar honderd jaar geleden werd de achturige werkdag in het leven geroepen.

De periode na de Eerste Wereldoorlog was duidelijk een periode van sociale vooruitgang, net als de naoorlogse periode van eind jaren 40 en de jaren 50 dat later zou blijken. De puinhopen van vernietigende oorlog zijn vruchtbare grond voor sociale strijd.

Geen nieuwe eis De eis voor de achturige werkdag was niet nieuw. Zo schrijft historicus Jaak Brepoels voor Denktank Minerva: “Op 1 mei 1890 vierde de Tweede Inter-

nationale de eerste internationale Dag van de Arbeid met grote demonstraties voor de achturige werkdag. De 8-8-8 was een tot de verbeelding sprekend objectief: acht uren werken, acht uren ontspanning en acht uren rusten. Maar bovendien hanteerde de socialistische beweging argumenten die in de jaren twintig steeds meer belang zouden krijgen. De achturendag zou de werkloosheid verminderen, meer mensen aan het werk zetten, de productiviteit doen stijgen en de salarissen verhogen, en zo de koopkracht doen toenemen.” Naar goede gewoonte lagen het patronaat en conservatieve politieke krachten hardnekkig dwars. Sociale vooruitgang is volgens hen steevast de voorbode van de totale economische ondergang. De “concurrentiepositie zou te zeer in het gedrang komen”, zo heet dat vandaag. Dat was niet anders tijdens de strijd voor de achturendag, noch in de strijd om kinderarbeid te verbieden (1889) of in de aanloop naar de invoering van de betaalde vakantie (1936).

Mijnen en metaal Na de Eerste Wereldoorlog was de achturendag nog maar moeilijk tegen te houden. Brepoels schrijft: “Er was het leed van de oorlog, dat eenzijdig gedragen was door soldaten van gewone afkomst, er was de revolutiedreiging waarop in heel Europa die oorlog uitliep én er was de groeiende macht van de socialistische beweging.”

‘De Belgische Vakbeweging’, een vroege voorloper van De Nieuwe Werker, in juni 1921

008_AAV1QU_20210524_DNWHP_00.indd 8

In het boek “Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn?” van Jaak Brepoels lezen we dat de arbeidsinspectie in 1919 maar liefst 733 stakingen telde. “De belangrijkste eisen waren: een loonsverhoging van 100 procent, de achturige werkdag, een minimumloon en de syndicale erkenning.” De mijnindustrie en de metaalsector waren cruciaal om na de vernietigende oorlog de heropbouw terug mogelijk te maken. In deze sectoren werd de achturendag en de 48-urige werkweek eerst afgedwongen. In 1921 waren de andere economische sectoren aan de beurt.

19/05/21 09:49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.