Nieuw s
8
Nr 8 • September 2021
Internationaal syndicalisme
Zonder wortels kan een boom niet groeien De Nieuwe Werker sprak met Jean Oulatar, één van Afrika’s syndicale pioniers.
A
anleiding is de fototentoonstelling van Johanna de Tessières (“Syndicalisme(s) : histoires africaines ?”), die wordt opgeluisterd met getuigenissen van Afrikaanse vakbondsleiders. Het project stond al in begin 2019 in de startblokken, met de steun van ISVI, het Internationaal Syndicaal Vormingsinstituut van het ABVV. Maar zoals tegenwoordig eerder regel dan uitzondering lijkt: het ging in de koelkast om coronaredenen. Nu, begin oktober 2021, gaat de tentoonstelling open voor het publiek: ideaal moment voor een gesprek. “Elke ouderling die sterft, is een bibliotheek die in vlammen opgaat.” Zo gaat een Afrikaans gezegde. Jean Oulatar, bijna 80, is zo’n bibliotheek. We zijn uitgenodigd bij Jean thuis voor een interview. Doorheen zijn woonkamer aanschouwen we tientallen objecten afkomstig van het Afrikaanse continent: maskers, beeldhouwwerken, dierenvellen… We installeren ons aan de tuintafel. “Da’s aangenamer, toch?” We zijn helemaal akkoord. Hij schenkt ons een koffie en vraagt ons of zijn echtgenote mag meevolgen. “Zij was een vurige syndicaliste”, zegt hij trots. Samen komen ze ons weer vervoegen. Zij in rolstoel, hij met grijzende haren. Hij helpt haar haar gemak te vinden, met de aandoenlijke tederheid van een koppel op leeftijd. Maar wie is nu deze bibliotheek Jean Oulatar?
Project Nairobi Hij werd geboren in Tsjaad, waar hij in 1976 zijn vakbondscarrière begon bij de ‘Confédération internationale des Syndicats Libres’. In 2004 smelten de CSL en CMT (‘Confédération Mondiale du Travail’) samen tot het IVV, het Internationaal Vakverbond. Hij was er
actief tot in 2010. Daarnaast speelde hij sinds 1989 een voortrekkersrol bij PANAF, een vormingsprogramma voor werknemers (m/v) bij Afrikaanse syndicale organisaties gesteund door het ABVV en vakbonden uit Zweden en Brazilië. “Mijn werk daar heeft geduurd tot 2019. Mijn huidige bezigheden zijn de zorgen voor mijn vrouw en mijn familie”, zegt hij met de discrete glimlach in haar richting. PANAF werd in 1988 gelanceerd onder de naam ‘Project Nairobi’ en werd uitgerold in meer dan twintig Afrikaanse landen. Doelstelling? “Eenheid, vorming, opleiding. Zonder eenheid is er geen solidariteit. Door middel van vorming wilden we de syndicale bewegingen opbouwen tot krachtige organisaties.” Het programma bestaat vandaag, meer dan dertig jaar later, nog steeds.
‘Palaverboom’ Studiekringen, dat was de unieke inslag van PANAF. Groepen van negen à twaalf werknemers komen op de werkplek bijeen om na te denken over maatschappelijke problemen en om op zoek te gaan naar oplossingen. Een begeleider of begeleidster organiseert de gesprekken op democratische wijze opdat iedereen zijn zeg kan doen, zonder zelf een dominante rol op te nemen. “Een beetje zoals Jezus Christus en de twaalf apostelen”, lacht Jean. “Deze methode vindt haar oorsprong in de Afrikaanse cultuur. Een traditionele opvoedingsmethode in de dorpen bestaat erin kinderen en adolescenten samen te brengen, waarbij de ouderen hun ervaring en kennis doorgeven een de jongsten van de groep. Er is ook zoiets als de ‘arbre à palabre’, letterlijk de ‘palaverboom’, waarrond dorpsgeschillen op democratische wijze worden opgelost, door te praten.”