14 minute read
1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72
Er is geen Belgisch leger meer ...
Het spookbeeld van een oorlog in Europa duikt weer op. In de pers stellen onze politici ons gerust : het Belgische leger is in staat van paraatheid, klaar voor elke eventualiteit! Dit soort verklaringen kan de bevolking voor de gek houden, maar niet de Russen, noch onze militairen die elke dag met een andere realiteit worden geconfronteerd...
Wees gerust, wij zullen geen geheimen onthullen die de 'potentiële vijand' op slechte ideeën kunnen brengen. Inderdaad, er zijn geen spionnen of gesofisticeerde satellieten nodig om de balans op te maken van de Belgische Defensie, u vindt alles op Wikipedia en mil.be! Nu we het over het Belgische leger hebben, is het tijd om een misverstand uit de weg te ruimen: België heeft al dertig jaar geen leger meer. Buiten de media en de politiek verwijst de term 'leger' naar een groepering van militaire middelen bestaande uit ten minste twee 'korpsen', elk met minstens twee 'divisies', die op hun beurt samengesteld zijn uit drie 'brigades'. Reken maar uit: een echt leger moet dus ruim een dozijn brigades hebben. Elke brigade moet ook alle middelen hebben om zelfstandig de strijd aan te gaan: infanterie, pantservoertuigen, artillerie, genie, enz. Maar vandaag kan de Belgische Defensie nauwelijks één echt volledige brigade opstellen! Elk van onze gevechtsbataljons heeft nauwelijks meer dan de helft van het personeel dat normaal volgens internationale normen vereist is. Wat tanks en kanonnen betreft, zoek er niet naar, die hebben we niet! Het magere personeelsbestand is verdeeld in twee hoofdgroepen: jongeren die onlangs voor een beperkte periode in dienst zijn genomen en militairen die bijna met pensioen gaan. Daartussenin verraadt een vacuüm van manschappen en expertise het rampzalige personeelsbeleid van de afgelopen decennia.
Goed, maar tegenover 100.000 Russische strijders telt het leger toch 25.000 militairen, nietwaar?
Ah, maar de subtiliteit zit hem in het woord 'strijder'. Voor elke 'strijder' zijn zeven tot tien militairen nodig ter ondersteuning: om bevoorrading, communicatie, inlichtingen, enz. te verzekeren. Vandaag telt ons land minder dan 4.000 'strijders', waarvan ongeveer een derde daadwerkelijk voor een significante periode zou kunnen worden ingezet. Ah, maar ons leger beschikt over hoogwaardig materiaal en superieure technologie, dat telt toch ook, nietwaar?
Helaas, al hebben onze militairen betrekkelijk moderne lichte wapens en uniformen, missen ze bijna al de rest. De pantservoertuigen beantwoorden niet meer aan de normen van een moderne oorlog, we hebben geen veldartillerie meer die de naam waardig is en onze tanks zijn aan het eind van de Koude Oorlog tot schroot
verwerkt. Hetzelfde geldt voor onze luchtdoelartillerie: onze enige 35 mm kanonnen en luchtafweerraketten zijn naar het museum verbannen. Er slingeren misschien nog een paar oude draagbare raketten rond ergens in een hoekje... Wat onze ballistische raketten betreft, die zijn verdampt met het 'vredesdividend'. De Belgische Defensie heeft ook geen enkele gevechtshelikopter. En gelukkig hebben we maar vier (!) transporthelikopters gekocht en niet twintig zoals we hadden moeten doen, want ze zijn bijna onbruikbaar door het gebrek aan onderhoudscapaciteit bij de fabrikant. Ze kosten meer per vlieguur dan een straaljager!
Ok, maar we compenseren zeker met een hoog niveau van expertise en training, nietwaar?
Onze eenheden behoorden tot de beste strijdkrachten van de NAVO. Maar door attritie en pensioneringen zijn ze nu een aanzienlijk potentieel aan deskundigheid kwijt. Overal heerst een tekort aan wapenmakers, instructeurs, chauffeurs, stafpersoneel... Om nog maar te zwijgen van de onmisbare specialisten in gevechtsondersteuning zoals rijkswachters, artilleurs, genie of medics,… slachtoffers van besparingen of politieke beslissingen.
De training zelf is ook gebrekkig. De tijd van de grote manoeuvres aan de overkant van de Rijn, waaraan alle componenten deelnamen met luchtsteun, gevechtsgenie, artilleriebarrages, veldhospitaal en steuntroepen, is lang vervlogen. Weinigen van onze infanteristen hebben die periode meegemaakt. Vandaag vertrouwt België op zijn bondgenoten om zijn eenheden te verdedigen op een slagveld van 'hoge intensiteit'. Maar het is net als bij de elektriciteitsproductie in Europa: iedereen sluit zijn centrales en rekent op de buurlanden om zijn elektriciteit aan te kopen. Het resultaat is voorspelbaar...
Ja, maar de Marine en de Luchtcomponent dan?
O ja, de A400M transportvliegtuigen die we niet naar Kaboel durfden te sturen wegens gebrek aan raketafweer? Of het handjevol F-16's dat na veertig jaar nog over is? In 1989 beschikte België over 260 moderne gevechtsvliegtuigen. Minder dan vijftig daarvan zijn nog bruikbaar. Op zee vlot het niet veel beter, want we kunnen nauwelijks een volledige bemanning vinden om met een van onze twee tweedehandse fregatten te varen.
Heeft u nog meer slecht nieuws?
Wilt u het hebben over het outsourcen aan de privésector van kritieke domeinen als militaire informatica,
Foto: Wikipedia
Het enige land in Europa dat bommenwerpers heeft is Rusland…
bevoorrading, telecommunicatie of het militair hospitaal? Over de verdwenen voorraden munitie, rantsoenen en brandstof? Of over het gebrek aan middelen om hindernissen te overwinnen en te vechten in een nucleaire, chemische of bacteriologische omgeving? Weet u dat in Rusland het gebruik van chemische wapens, antipersoneelsmijnen en clusterbommen niet verboden is? Dat cybercriminaliteit en psychologische oorlogsvoering al jaren deel uitmaken van het offensieve arsenaal? Dat het enige land in Europa dat bommenwerpers heeft, Rusland is? Inderdaad, we kunnen beter geen slapende honden wakker maken.
Stop, u maakt me nog aan het huilen ! Er is toch wel iets dat ons leger beter doet dan de andere, toch?
Hmm, wacht eens even… Juist, ja: we staan aan de top qua generaals. Het aantal generaals in België overtreft ruimschoots het aantal gevechtscompagnieën. ☺
Hallelujah !
Foto: Wikipedia
De oude T-80 waarmee de meerderheid van de Russische pantserdivisies nog uitgerust zijn is gelijkwaardig aan onze Leopard. Punt is dat we al heel lang geen tanks meer hebben…
Versterking op het vaste secretariaat
De militaire vakbond verwelkomt twee nieuwe afgevaardigden op zijn hoofdzetel in Zaventem. Met het oog op een nog betere steun aan haar leden, kan de ACMPCGPM nu rekenen op deze collega's die gespecialiseerd zijn in individuele dossiers en welzijn.
Jonathan Drasutis ging in 2013 naar de Koninklijke School voor Onderofficieren, waar hij werd opgeleid tot onderofficier alle wapens. Hij maakte van zijn eerste keuze zijn beroep door administratief onderofficier te worden. ‘Zodra ik in Saffraanberg aankwam, ben ik ook lid geworden van de ACMP-CGPM, omdat ik er meteen van overtuigd was dat militairen moet worden verdedigd en geadviseerd door militaire specialisten’, legt hij uit.
Na een omweg via Aarlen en Peutie, kiest hij voor het Bataljon 12/13de Linie Prins Léopold. Jonathan wordt onderofficier Financiën bij het Administratief Steunelement (ASE) 048 , waar hij de toelagen en vergoedingen van het personeel controleert. Hij is verantwoordelijk voor de berekening en de conformiteit van de marsbevelen, maar ook voor de administratieve opvolging en het beheer van de individuele dossiers van de 'Lignards'. Al snel bekleedt hij, eerst plaatsvervangend, en later effectief, de functie van intern controle-officier van de horecafaciliteiten in het militaire kwartier van Spa. ‘Vanaf mijn aankomst, heb ik mijn kennis altijd ten dienste van het personeel gesteld. Het was niet altijd gemakkelijk om als administrateur een plaats te veroveren in een operationele eenheid, maar door hard te werken en een referentie te worden, heb ik mij vooral een reputatie van vertrouwenspersoon voor het personeel en de hiërarchie van het bataljon verworven’, zegt Jonathan. Tweemaal werkt hij als ASE-chef van het Kamp Marmal in Afghanistan, waar hij instaat voor het administratief en financieel beheer van het Belgisch personeel. Jonathan gaat ook naar Mali, in de functie van paymaster voor de Minusma, waar hij met trots niet alleen zijn bataljon vertegenwoordigt, maar ook Defensie.
Naast zijn werk in de eenheid, werd Jonathan lokaal afgevaardigde. ‘Toen ik mijn afgevaardigde in de eenheid, Fabrice Franck, vroeg welke stappen ik moest ondernemen om afgevaardigde te worden, reikte hij me onmiddellijk de noodzakelijke tools aan die ik nodig had om mijn aanvankelijke roeping, die nu mijn job geworden is, te vervullen’.
Jonathan wil de ervaring, maturiteit en het grotere overzicht die hij verworven heeft tijdens zijn drie operationele missies en tijdens zijn dagelijks werk, aanwenden om ACMP-leden te ondersteunen bij hun dagelijkse kwesties of hen bij te staan.
Hij trad in functie na een selectieprocedure te hebben doorlopen. Jonathan kon naast zijn zin voor synthese en zijn kennis op het gebied van reglementering, ook zijn gemak om informatie te vinden uitspelen om snel een kwaliteitsvol antwoord te leveren; iets wat één van de troeven is van de ACMP-CGPM.
Hij benadrukt ook zijn toewijding aan de militaire vakbond en zijn wens om een betrouwbare medewerker te zijn van een organisatie als de onze.
Over een paar weken wordt Jonathan 31 jaar. Deze jeugdigheid draagt ook bij tot een jongere visie van de ACMP-CGPM in de toekomst. Onze nieuwe vaste afgevaardigde zal zijn achtergrond kunnen verrijken, de nodige ervaring kunnen opdoen en de vereiste veelzijdigheid kunnen ontwikkelen op alle gebieden die onze leden aanbelangen.
Behalve militair is Jonathan ook vader van twee jonge zonen en woont hij in de streek van Luik. Hoewel hij fan is van uitstapjes in de natuur en tijd met z’n gezin, is hij altijd beschikbaar om advies en informatie te geven.
Geert Igo is onze nieuwe vaste afgevaardigde voor de Cel Welzijn. Samen met zijn vriendin Lise en kinderen Lennert (11) en Anna (9) woont Geert te Wilsele nabij Leuven.
In 2002 begon hij zijn loopbaan als soldaat bij de 1ste Jagers te Paard (1JP) te Leopoldsburg. Onze legendarische lokale afgevaardigde Peter Gils van destijds heeft hem toen op ‘gedecideerde’ wijze ingeschreven als nieuw lid bij de militaire vakbond ACMP-CGPM. ‘Het was nog in de tijd dat je als jonge snaak niet te veel vragen hoefde te stellen over het waarom of waarvoor. Als een oudere collega je zei dat je in het belang van de militairen en in jouw eigen belang moest lid worden van een vakbond, deed je dat gewoon. Of toch op zijn minst als Peter aan het woord was…’ ‘Het was een heel avontuur als nieuwe soldaat, gelukkig heb ik de mooie tijden op CVRT nog een beetje mogen meemaken. Een ervaring om nooit te vergeten’, vervolgt Geert.
In 2011 muteerde Geert naar de kazerne te Heverlee toen 1JP werd getransformeerd naar het Bn Istar. Als inmiddels gevormde mekanieker Pandur had hij zijn handen meer dan vol...
De interne conflicten die ontstonden door de samenvoeging van verschillende eenheden in een nieuw Bataljon heeft ervoor gezorgd dat Geert zich kandidaat stelde om eveneens lokale afgevaardigde te worden.
‘Er ging een heel nieuwe wereld voor me open’. Vooral alles wat te maken had met Preventie en Bescherming op het Werk wekte zijn interesse. ‘Nadat ik de cursus assistent preventie niveau 3 te Doornik met succes had doorlopen, heb ik mezelf als lokale afgevaardigde volledig toegelegd op deze boeiende materie.’
In 2018 besloot Geert een trapje hogerop te klimmen en begon hij aan zijn sociale promotie om onderofficier te worden. Nadien werd hij dienstchef van het lasatelier en het atelier elektrogeengroepen binnen het Bn Istar. Twee werkplaatsen waar op het vlak van preventie op het werk meerdere uitdagingen aanwezig waren.
‘Sinds 2020 heeft de militaire vakbond ACMP-CGPM mij de kans gegeven om mijn opleiding preventieadviseur niveau 2 te volgen’. Geert heeft inmiddels deze vorming met succes beëindigd. ‘Toen ik vernam dat Armand Riem zijn pensioen aan het voorbereiden is, heb ik dan ook geen seconde getwijfeld om me kandidaat te stellen om over afzienbare tijd in zijn voetsporen te treden’.
Renten verbonden aan de Nationale Orden
In januari 2022 heeft een nota van de Federale Pensioendienst een reeks vragen opgeroepen in verband met de Nationale Orden. Een woordje uitleg en verduidelijking dringt zich dus op.
Ieder lid van het actief kader (dus niet de militairen van het reservekader) beneden de rang van officier, dat wegens anciënniteit tot Ridder in één van de Nationale Orden wordt benoemd, verwerft het recht op een onvervreemdbare en onaantastbare jaarlijkse rente, waarvan het belastingvrije bedrag actueel vastgesteld is op: - 12,39 € voor de Orde van Leopold II (min. 30 jaar effectieve dienst); - 18,59 € voor de Kroonorde (min. 35 jaar effectieve dienst); - 24,79 € voor de Leopoldsorde (min. 40 jaar effectieve dienst of gepensioneerd vanaf 56 jaar)
In de praktijk worden deze renten alleen uitgekeerd aan onderofficieren van het actieve kader: dus niet aan vrijwilligers, niet aan officieren en niet aan leden van het reservekader (met uitzondering van militairen van het actief kader die later tot de reserve zijn toegetreden, zoals bijvoorbeeld militairen die vrijwillige encadreringsprestaties (VEP) verrichten). Merk op dat indien de begunstigde militair promoveert tot de rang van officier, hij of zij de rente niet langer krijgt. Deze renten zijn cumuleerbaar en compatibel met elkaar en met een pensioen. Daarom ontvangen bepaalde gepensioneerde militairen die in de drie ordes benoemd zijn, een jaarlijkse rente van 55,77 euro. Die wordt maandelijks met het pensioen uitbetaald, d.w.z. 4,65 euro.
Indexering
Deze bedragen zijn niet onderworpen aan de inhouding voor de begrafenisvergoeding van 0,5%, noch de individuele bijdrage voor sociale zekerheid van 3,55%, noch de inhouding van 2% voor het Globale Plan, noch aan de bedrijfsvoorheffing. Als deze rente verschijnt in de tabel die de FOD Pensioenen verstuurt bij de herziening van de maandelijkse uitkeringen, moet ze worden beschouwd als een bedrag dat gewoon bij het nettobedrag van het pensioen wordt opgeteld. Deze rente is niet onderhevig aan indexering. Zo zijn de bedragen die op 1 juli 1929 werden herzien en vastgesteld op respectievelijk 500 frank, 750 frank en 1.000 frank, nooit aangepast. De enige bewerking die deze pensioenen ondergingen was de omrekening in euro's (gedeeld door 40,3399).
Korte historiek
In de 19de eeuw werden ook de Nationale Orden in het leven geroepen: de Leopoldsorde in 1832, de Kroonorde in 1897 en de Orde van Leopold II in 1900. Deze drie Nationale Orden omvatten de rangen van Ridder, Officier, Commandeur en Grootofficier. Er zijn ook nog Palmen en Medailles. Pas op 22 mei 1912 verwierven de decoraties van de Orde van Leopold II het statuut van militaire eretekens en werd de hierbij horende rente toegekend aan militairen beneden de rang van officier in het bezit van een ridderlijke rang. Toen was er sprake van een rente die 'pensioen' genoemd werd.
Speciaal geval
Normaal gezien zijn de eretekens van de Belgische Nationale Orden louter eervolle onderscheidingen. Alleen bepaalde militairen hebben recht op de toekenning van een rente, zoals hierboven uiteengezet. Opgelet, een eventueel vergoedingspensioen dat op de documenten van de Federale Pensioendienst naast de rente staat, wordt ook maandelijks uitgekeerd en evenmin belast, maar wel geïndexeerd, terwijl dat voor de rente niet het geval is.
ELISEA – 17/06/2021
In het gezin van Raphael TRONCONI (Maaseik)
SOLYNE – 22/08/2021
In het gezin van Benoît DE VOOGHT (Eigenbrakel)
CHARLES – 08/10/2021
In het gezin van Pierre DELHASSE (Seraing)
BJÖRN – 21/10/2021
In het gezin van Dorian SADLER (Namen)
MATTIA – 25/10/2021
In het gezin van Olivier NOTTE (Namen)
MATTEO – 26/10/2021
In het gezin van Claude MINUZ (Dinant)
ETHAN – 03/01/2022
In het gezin van Jonathan DRASUTIS (Luik)
VICTOR – 05/01/2022 In het gezin van Maxime VERSPECHT (Oudergem)
LOUIS – 08/01/2022
In het gezin van Simon MAFFIOLI (Dinant)
JANE – 10/01/2022
In het gezin van Jérémie FOULON (Dinant)
NIKOLAS – 12/01/2022
In het gezin van Joris DE VOLDER (Brugge)
ZOÉ – 16/01/2022
In het gezin van Geoffrey MEURISSE (Eigenbrakel)
08/06/2019
DE VOOGHT Benoît en JOSSART Kimberley (Walhain)
13/07/2020
DE BEULE Wesley en JACOBS Edit (Pelt) (Wettelijke samenwoning)
09/08/2021
VANHALLE Mark en SANDER Snežana (Middelkerke)
30/08/2021
VAN ROMPAEY Ronny en LAUREYSSENS Saskia (Zoersel)
18/09/2021
DEJONCHEERE Sébastien en DEFRENNE Mélissa (Marche-en-Famenne)
02/10/2021
DURIEUX Stephan en FASTRÉ Christine (Kortessem)
19/11/2021
HASSANI Soufyen en SCOTTINI Mara (Genk)
03/01/2022
DE VOLDER Joris en XINTAVELONIS Eliane (Brugge)
08/01/2022
KOEGMANS Jacky en DAELE Véronique (Spa)
15/01/2022
BRACKE Karel en DHAENENS Sofie (Wetteren)
DERIJCKE HUGO
1938 - 03/11/2021 (Maaseik)
HAUTMAN ADOLF
1919 - 27/11/2021 (Brecht)
CORRIER WILLY
1936 - 02/12/2021 (Antwerpen)
VERMEULEN DANIEL
1948 - 14/12/2021 (Nieuwpoort)
HOUBEN ROMAIN
1935 - 30/12/21 (Euskirchen – Duitsland)
Indexcijfer van de consumptieprijzen
- November: 115,63 punten - December: 115,74 punten - Januari: 118,32 punten Gezondheidsindexcijfer
- November: 115,20 punten - December: 115,60 punten - Januari: 118,21 punten
De afgevlakte gezondheidsindex stond in januari 113,42 punten. Opgelet: volgens de prognoses van Statbel wordt de spilindex die op 113,76 punten staat, overschreden in februari 2022. Daarom zullen de pensioenen en de salarissen in respectievelijk maart 2022 en april 2022 opnieuw met 2% worden geïndexeerd.
Merk op dat de spilindex reeds in december 2021 was overschreden. En als de inflatie in hetzelfde tempo blijft doorgaan, is het goed mogelijk dat deze voor het eind van dit jaar opnieuw wordt overschreden.
Als militair staan we steeds paraat voor anderen. Maar voor ons? Wie staat er altijd klaar voor ons?
ACMP-CGPM, de enige échte militaire vakbond: apolitiek, ongebonden en zuiver militair.
Foto: Vincent Bordignon
Word lid! Scan de QR-code of surf naar www.acmp-cgpm.be