25 minute read

De Schildwacht

Foto: Belgian Air Force

Colofon

De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd. Oplage: 9.000 exemplaren.

Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).

Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart Coördinatie: Concetto Bandinelli & Laurent Schmitz

Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14 Fax: 02 245 73 01

BE32 2100 6234 6602 BIC: GEBABEBB

BE57 0682 3639 9535 BIC: GKCCBEBB

Foto cover: Vincent Bordignon

De Schildwacht

September - Oktober 2022 - nr. 05

Facebook “f” Logo

2 4 6 8 10 12 13 14 16 18

Papegaaien

Nieuw: ‘Toelage Instructor’

Een betere vakbond, ook voor de BDL!

BDL: handleiding

50 jaar EUROMIL

Smakelijk!

Enquête ‘Identiteit’ 2021

‘Recovery Group’ in het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg

Opkomen voor de militairen en het milieu

Vriendschap door sport

CMYK / .ai Facebook “f” Logo CMYK / .ai

Volg ons op Facebook

Nieuw: ‘Toelage Instructor’

De autoriteiten van Defensie en de vakbonden hebben onlangs een akkoord bereikt om militaire 'instructeurs' een toelage toe te kennen. De bewuste toelage heet heel toepasselijk ‘Toelage Instructor' en is bedoeld militairen aan te moedigen om deze voor Defensie uiterst belangrijke functie uit te oefenen. Is dit een eerste stap naar de oprichting van een opleidingskorps samengesteld uit elitemilitairen?

De functie van instructeur bij Defensie is essentieel, vooral omdat we momenteel in een intensieve aanwervingsperiode zitten. Het leger moet deze functie absoluut toewijzen aan pedagogisch gekwalificeerd en goed opgeleid militair personeel. Momenteel worden de plaatsen in de scholen en opleidingsorganismen bezet door een mix van sterk gemotiveerde militairen die vragende partij zijn, maar ook door collega's die 'op factuur' aangeduid zijn. In militair jargon verwijst deze uitdrukking naar de verplichting voor een eenheid om elk jaar een bepaald aantal van zijn mannen en vrouwen ter beschikking van de DG HR te stellen om staf- en opleidingsfuncties in te vullen of versterkingen te leveren. Uiteraard verliest geen enkele korpschef graag zijn beste elementen: onvermijdelijk is dit dus de gedroomde gelegenheid om bepaalde medewerkers ‘te bedanken’ voor bewezen diensten. Sommige 'facturen' zijn ook impliciet gekoppeld aan een (potentiele) promotie. Een soort 'verplichte omweg’ van een paar jaar, die de pas bevorderde militair niet altijd leuk vindt. Na jaren in Spa, Zeebrugge of Florennes betekent terechtkomen in Evere of Saffraanberg een lange verplaatsing, een gedwongen geografisch vrijgezellenleven tijdens de week of zelfs een verhuis, of een verkoop van de woning. Ook in financieel opzicht zijn de posten 'op factuur' niet erg populair, omdat dit personeel niet meer op zending naar het buitenland kan gaan en daardoor heel wat premies gelinkt aan de operationele inzet misloopt.

Bij gebrek aan vrijwilligers en als gevolg van het chronische personeelstekort in het leger stellen wij vast dat de DG HR soms collega's tegen hun zin en ongeacht of zij over het juiste profiel beschikken, aanduidt. Sommigen van hen komen zelfs in de opleidingsorganismen terecht terwijl ze zelf nog kandidaat zijn! Andere jonge, onervaren mensen worden tot 'instructeur' gebombardeerd, hoewel zij nog nooit een operationele functie in een eenheid hebben bekleed en niet over de nodige kwalificaties en vaardigheden beschikken. Vandaag stellen we vast dat een onderluitenant de functie van compagniecommandant van de leerlingen vervult, ook al heeft deze zelf slechts een minimale ervaring opgedaan na hun afstuderen aan de Koninklijke Militaire School. Nochtans vindt de overdracht van vaardigheden in het militaire milieu traditioneel plaats van de ouderen naar de jongeren toe. De op het terrein verworven kennis speelt een essentiële rol in het profiel van een instructeur. Bovendien verleent anciënniteit de instructeur automatisch de zelfverzekerdheid, het charisma en het gezag eigen aan zijn functie. Het is ook veel gemakkelijker om uw leerlingen te inspireren wanneer u over een schat aan operationele ervaring beschikt waarop men kan terugvallen. Het toppunt is dat de 'anciens' met een solide achtergrond en een onberispelijke staat van dienst, die zich vrijwillig aanmelden voor een functie als instructeur, vaak een ongunstig advies krijgen omdat zij in hun eenheid als 'onvervangbaar' beschouwd worden!

Het voorstel op tafel

Even ter herinnering, de ‘toelage Instructor’, die met de sociale partners onderhandeld werd, bedraagt 80,00 € (bruto) per maand en is gekoppeld aan de index (nu dus zo’n 154,00 €). Ze zal toegekend worden aan de militairen:

- die een organieke betrekking van Instructor bekleden op de OT (Organieke Tabel). 

Foto: Azoug Malek

 - wiens belangrijkste taak het verstrekken van de opleiding is, en - die de specifieke pedagogische vaardigheden verworven hebben, met name houder zijn van het brevet

‘Instructor’.

Collega's die geen organieke betrekking van Instructor op OT bekleden, maar toch een opdracht als 'Instructor' vervullen, hebben recht op een forfaitaire toelage van € 4,00 bruto per dag (gekoppeld aan de index, dus ongeveer € 7,7) gedurende dewelke zij instructietaken uitvoeren. Voor een volledige maand kan het toegekende bedrag nooit hoger zijn dan de maandelijkse ‘toelage Instructor’, d.w.z. 154 euro, ook al hebben ze meer dan 20 dagen lesgegeven.

Prestigieus en felbegeerd…

Foto: Vincent Bordignon

Wij zullen u later details verstrekken over het behalen van het brevet 'Instructor', welke jobs in aanmerking komen en andere praktische toepassingsmodaliteiten. Dit akkoord is overigens maar een eerste stap en betekent niet dat de ‘toelage Instructor’ morgen al in voege gaat. Het ontwerp van Koninklijk Besluit betreffende deze toelage moet immers nog het administratieve, budgettaire en politieke controleproces doorlopen. Dit zal enkele maanden duren. Toch stellen we een echte politieke wil vast om in dit dossier vooruitgang te boeken, aangezien de minister van Defensie streeft naar een eerste betaling eind januari 2023. In ieder geval zal de militaire vakbond ACMP-CGPM u verder informeren over het vervolg dat het ontwerp krijgt. 

De militaire vakbond ACMP-CGPM juicht de komst van de ‘toelage Instructor’ toe. Ze zal echter alleen het gewenste effect sorteren als ze gepaard gaat met een mentaliteitsverandering inzake de 'facturen' van de eenheden. De functie van instructeur moet weer prestigieus en felbegeerd worden en dit niet alleen vanwege het geld of de geografische nabijheid. De eenheden moeten ervan overtuigd worden hun beste mensen te sturen, om de toekomstige generaties soldaten en kaders optimaal op te leiden. De selectiecriteria moeten dus streng zijn, zodat alleen de kandidaten met het beste profiel voor de rol en de taken van instructeur de aanstelling krijgen. Bovendien moet de ‘toelage Instructor’ vergezeld gaan van andere maatregelen, zoals hulp bij huisvesting en/of compensatie voor lange verplaatsingen, psychosociale ondersteuning, een specifiek insigne of badge, gunstige werktijden, een werkomgeving die past bij een dergelijke functie en, waarom niet, een betere inachtneming van dit loopbaantraject bij de behandeling van dossiers voor bevorderingscommissies. Pas tegen deze prijs zal ons leger beschikken over een opleidingskorps van elitemilitairen, die garant zullen staan voor het hoge niveau dat onze eenheden nodig hebben.

Een betere vakbond, ook voor de BDL!

De militaire vakbond ACMP-CGPM komt ook op voor de belangen van militairen onder het BDL-statuut (Beperkte Duur – Durée Limitée), wiens diensttijd beperkt is tot 8 à 12 jaar. We hebben onze diensten zelfs aangepast om beter te voldoen aan de specifieke behoeften van BDL-militairen.

Het is voortaan onmogelijk om als beroepssoldaat in het leger te gaan, omdat sinds enkele jaren alle vrijwilligers onder het BDL-statuut worden aangeworven. Bij de kandidaat-onderofficieren geschiedt een groot deel van de rekrutering voor een beperkte duur en neemt Defensie zelfs BDL-officieren aan. Dit nieuwe gegeven verandert de populatie van de kazernes radicaal, vooral in de gevechtseenheden. Niet alleen de gemiddelde leeftijd van de militairen neemt af, maar ook de gemiddelde anciënniteit van het personeel. Bovendien beëindigen veel BDL's hun verbintenis voortijdig, aangetrokken door een vast contract (COD) of een gelijkwaardig statuut in de burgerij.

Dit heeft ernstige operationele gevolgen. Vroeger waren de meeste vrijwilligers 'anciens', met tien of meer jaren ervaring op het terrein. Zij hadden vele brevetten, hadden getraind van Noorwegen tot Afrika, waren vertrouwd met verschillende jobs in de eenheid en konden zodoende gemakkelijk een collega vervangen of een beginner begeleiden. ls de chauffeur nu afwezig of de radio niet beschikbaar, dan kan de sectie haar werk niet meer verrichten. Er is ook een bepaalde knowhow die je pas na vele jaren praktijk kan verwerven. Wanneer de ‘oude rot’ die een diesel bij -30° weet te starten, wordt vervangen door een jonge BDL, wordt het peloton kwetsbaarder. En als de laatste 'snorremans' vertrekt, is een waardevolle bagage voorgoed verloren.

De ACMP-CGPM ziet ook het landschap van haar leden veranderen. Net als bij Defensie gaan veel van onze oudere leden met pensioen en worden vervangen door

Foto: Vincent Bordignon BDL'ers. De gemiddelde leeftijd van onze actieve leden neemt af, wat extra werk betekent. Militairen hebben hun vakbond inderdaad vaker nodig aan het begin van hun loopbaan, vooral tijdens hun opleiding. De militaire vakbond ACMPCGPM heeft daarom een actieplan ontwikkeld om haar diensten uit te breiden.

Meer personeel

De eerste maatregel ligt voor de hand: als er meer leden en meer dossiers zijn, is er meer personeel nodig. Terwijl onze gebouwen in Zaventem vijf jaar geleden nog meer dan ruim voldoende waren, is vandaag elk kantoor bezet. Nieuwe medewerkers en vaste afgevaardigden hebben het team versterkt, vooral voor de behandeling van individuele dossiers. De ACMP-CGPM investeert voortdurend in nieuw talent.

Specifieke hulp voor jongeren

Jongeren hebben specifieke behoeften. Om hen beter te helpen, begeleiden onze deskundigen hen bij heroriëntatie, uitstel, deliberatie, enz. Indien nodig staan zij aan de zijde van de kandidaten voor een commissie of een compagniecommandant in geval van een 

 tuchtzaak. ACMP-leden staan er nooit alleen voor. En bij een zware klap kunnen zij rekenen op een uiterst doeltreffende juridische bijstand.

Loopbaanbegeleiding op maat

De BDL'ers worden geconfronteerd met de beperkingen van hun precair statuut. Zij zullen Defensie na acht tot twaalf jaar moeten verlaten, tenzij zij gebruik maken van één van de interne of externe trajecten om 'beroeps' te worden. Die zijn complex en wijzigen geregeld. De ACMP-CGPM biedt deskundige begeleiding om haar leden te helpen de juiste keuzes te maken om te raken waar ze dat willen.

Service dichtbij

Jonge BDL'ers hebben vaak niet de tijd of de mogelijkheid om naar het hoofdkantoor in Zaventem te gaan om onze deskundigen te ontmoeten. Daarom investeert de ACMP in twee vestigingen in de buurt van de grootste garnizoenen, in Leopoldburg en Marcheen-Famenne. Inmiddels heeft de noordelijke vestiging haar deuren geopend voor de Nederlandstaligen en gaat het zuidelijke project voor de Franstaligen verder.

Verhoogde koopkracht

Onze bijdrage ligt zo dicht mogelijk bij het wettelijke minimum. Om onze diensten aantrekkelijker te maken voor jonge BDL's onderhandelen we voortdurend over de gunstigste kortingen op het Edenred-platform en de beste rechtstreekse voordelen: voor een huwelijk, een geboorte, enz. De militaire vakbond is tevens de enige die een gratis verzekering ‘overlijden door ongeval’ van 7.500 euro aanbiedt. De ACMP is ook in dit opzicht de meest performante vakbond.

Onmiddellijke en snelle hulp

Je weg vinden in het doolhof van regelgeving of HRM is niet eenvoudig, zeker niet aan het begin van je loopbaan. Ter ondersteuning van onze leden reageert onze operationele permanentie bliksemsnel op verzoeken per telefoon of e-mail: srt@acmp-cgpm.be

Opleidingen voor onze lokale afgevaardigden

Onze afgevaardigden in de eenheden krijgen een degelijke basisopleiding en hebben de mogelijkheid aanvullende cursussen te volgen in domeinen als geldelijke rechten of welzijn op het werk. Op die manier kunnen zij onze leden direct ter plaatse optimaal ondersteunen.

Duidelijke collectieve eisen

De militaire vakbond eist een grondige aanpassing van het BDL-statuut, zodat elke militair die dat wenst zijn militaire loopbaan op eenvoudig verzoek van zijnentwege verder kan zetten.

Foto: Vincent Bordignon

In een tijd waarin Defensie een tekort aan talent heeft, is het ongehoord dat een jong iemand die perfect geschikt is voor de functie als een stuk vuil eruit vliegt omdat zijn BDL-periode afloopt. Zowel voor het personeel als voor het leger moet deze dwaling stoppen!

Waarom is de ACMP-CGPM de beste vakbond?

De traditionele vakbonden moeten rekening houden met de politieke richtlijnen van hun centrale en de behoeften van hun burgersectoren: spoorwegpersoneel, politie, enz. De ACMP heeft geen hoger beslissingsorgaan. Het is vrij van elke politieke band en kan zijn middelen voor 100% investeren ten behoeve van zijn leden en zich voor 100% inzetten voor wat er binnen het leger leeft. Onze leden kunnen er zeker van zijn dat hun lidgeld nooit zal worden gebruikt om een stakingsfonds te financieren of een ideologie te promoten. Daarom biedt alleen de militaire vakbond zo'n efficiënte en uitgebreide ondersteuning aan al onze collega's, en in het bijzonder de BDL'ers. 

BDL: handleiding

Het statuut ‘Beperkte duur’ (BDL) is onvoldoende bekend onder de BDL-militairen zelf! We stellen vast dat sommigen onder hen niet eens weten dat ze Defensie na hun diensttijd zullen moeten verlaten. Anderen hebben geen idee dat ze recht hebben op een reklasseringspremie. Even ter herinnering…

Duur van de diensttijd

De BDL’er neemt voor acht jaar dienst. Deze verbintenis kan met vier keer één jaar worden verlengd, tot een maximum van twaalf jaar. Een belangrijk detail is dat Defensie de diensttijd enkel verlengt als de militair geschikt is voor zijn functie (met A of B als geschiktheidscategorie en niet onderworpen is geweest aan een statutaire maatregel zoals een tijdelijke ambtsontheffing wegens tuchtmaatregel). Die vier jaar extra moeten derhalve niet als een absolute zekerheid worden beschouwd.

Na afloop van de 8 à 12 jaar gaat de BDL-militair er onverbiddelijk uit!

En dat automatisch, ongeacht of hij goed werkt en of uitstekende evaluaties heeft ontvangen.

Reklasseringspremie

Als hij Defensie verlaat, ontvangt de BDL-militair een reklasseringspremie. Na 7 jaar dienst, bijvoorbeeld, komt dit neer op een bedrag van ± 23.400 € netto!

De som hangt af van de totale duur van de als BDL-militair gepresteerde dienst. Hij moet er ten minste 60 maanden (vijf jaar) actieve dienst hebben op zitten. In dat geval krijgt de ex-BDL een bedrag dat overeenkomt met zes maal zijn laatste wedde wanneer hij naar het burgerleven terugkeert. Als hij minstens 11 jaar in actieve dienst blijft, ontvangt hij 14 maal de laatste wedde. Dat bedrag is belast op basis van de gemiddelde aanslag van het voorbije fiscale jaar. Die premie leidt dus niet tot een belastingverhoging op de normale inkomsten van het lopende jaar.

De BDL is niet verplicht 8 jaar te blijven.

De BDL-militair begint zijn eindeloopbaanperiode (ELP) de eerste dag van de 61ste maand van zijn actieve dienst. Vanaf dat moment heeft hij recht op een reklasseringspremie. Hij kan eerder weg (zijn dienstnemingsakte verbreken), maar dan heeft hij geen recht op een reklasseringspremie. Veel BDL’ers wachten het moment waarop ze hun reklasseringspremie kunnen ontvangen niet af en verlaten Defensie van zodra ze een goeie betrekking in de burgerij vinden, vaak een contract van onbepaalde duur (COD) of een gelijkwaardig statuut.

Hoe toch in het leger blijven?

Volgens een document van Defensie: ‘De verhoging [...] van de reklasseringspremie moet de BDL-militairen ertoe aanzetten zo lang mogelijk onder de wapens te blijven om zowel de opleiding die zij hebben genoten als de vakkennis die zij tijdens hun diensttijd hebben opgebouwd, optimaal te rentabiliseren.’ Nochtans worden de BDL'ers die het einde van hun diensttijd hebben bereikt, gewoon gedwongen op te stappen omdat hun ticket als militair niet meer geldig is, hoewel Defensie een nijpend 

Photo : Vincent Bordignon

 tekort heeft aan gekwalificeerd personeel! Er zijn mogelijkheden om over te gaan naar het beroepskader en zo in het leger te blijven, maar voorlopig zijn er niet veel uitverkorenen onder de BDL'ers.

Grosso modo zijn er twee trajecten mogelijk: ofwel overstappen naar een hogere categorie (bv. van vrijwilliger naar onderofficier) om te ‘herstarten’ met een diensttijd van 8 jaar, eventueel verlengt met 4 jaar, ofwel een aanvraag indienen voor een overgang of promotie op diploma naar het beroepskader. Als een BDL-soldaat het tot onderofficier wil schoppen moet hij een extra opleiding volgen waarin hij moet slagen. Om te solliciteren moet hij ook aan de voorwaarden voldoen, met name qua studieniveau. Het is eenvoudiger om beroepsmilitair te worden, maar Defensie opent heel weinig plaatsen voor de categorie van vrijwilligers en zij die een kans maken zijn in de minderheid. In beide gevallen geeft het leger geen enkele garantie dat de BDL kan overstappen naar het beroepskader. Door deze onzekerheid rekenen veel jongeren er niet op en hangen ze het uniform aan de haak zo gauw ze een baan in de burgerij vinden. Ook al zouden ze liever in het leger blijven.

Reklassering in de burgerij

De BDL-militair heeft recht op opleidingsverlof en opleidingskrediet. Bovendien heeft hij recht op een persoonlijk programma voor loopbaanbegeleiding. Dit omvat loopbaanbegeleiding, loopbaanoriëntatie, een opleidingsplan, enz. Ze leren bijvoorbeeld hoe ze een curriculum vitae (CV) of een sollicitatiebrief moeten schrijven, of hoe ze zich moeten voorbereiden op sollicitatiegesprekken. Afhankelijk van de door de betrokkene verstrekte informatie moet het bevoegde overheidsorgaan of het bureau voor beroepsomschakeling, de tijdens in dienst van Defensie verworven vaardigheden en gevolgde opleidingen kunnen valideren en de jobs kunnen uitlichten waarop de betrokkene zou kunnen solliciteren. Zo nodig kan de BDL’er aanvullende cursussen volgen om erkenning te krijgen voor bepaalde door Defensie verstrekte opleidingen.

Deelname aan deze fase is facultatief, maar warm aanbevolen, omdat ze de militair een gepersonaliseerde voorbereiding op zijn integratie op de arbeidsmarkt biedt. De BDL’er kan echter afzien van deze begeleiding en verzoeken om rechtstreeks oriëntatieverlof te krijgen om zelfstandig op zoek te gaan naar een andere job.

Standpunt van de ACMP

Ervaren BDL'ers aan de deur zetten die perfect in staat zijn het militaire beroep te blijven uitoefenen, is een vorm van verspilling van potentieel en personeel die Defensie hard nodig heeft. Daarom eisen wij het recht voor elke BDL om te kunnen kiezen: vertrekken met de premie, overgaan naar het beroepskader (interne werving) of op eigen verzoek onder de wapens blijven.

Photo : Belgian Air Force

Als Defensie een BDL-militair niet langer wil, bestaan er voldoende methode’s om hem voor het einde van zijn dienstneming af te danken. Er is dus geen reden om een BDL-militair die al 8 tot 12 jaar op bevredigende wijze heeft gediend, af te danken.

Het programma voor beroepsomschakeling op maat (aangeboden door een outplacementbureau), dat wordt aangeboden na ten minste zeven jaar actieve dienst, garandeert niet dat de ex-BDL daadwerkelijk ook een baan vindt.

Vooruitzichten

Het debat en de discussies over het BDL-statuut zullen weer losbarsten. Internationale spanningen dwingen ons land om eindelijk te investeren in het leger. Om de nieuwe vliegtuigen in de lucht te houden, schepen te bemannen en pantservoertuigen te besturen zal Defensie ergens personeel moeten vinden. Defensie kan de handhaving van een zo precaire statuut als de BDL voor het gros van de militairen niet langer rechtvaardigen. De militaire vakbond ACMP-CGPM zal er dus voor strijden dat Defensie eindelijk een duurzaam statuut invoert ter vervanging van het BDLstatuut. Dat zal al onze collega's en het leger zelf ten goede komen. 

50 jaar EUROMIL

Op 13 september 1972 werd EUROMIL opgericht in Bergisch Gladbach in het toenmalige West-Duitsland, door professionele militaire verenigingen uit België, Denemarken, Italië, Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland. Op 13 september laatstleden kwamen huidige en voormalige leden van EUROMIL opnieuw samen in Bergisch Gladbach om het 50-jarig bestaan te vieren. De militaire vakbond ACMP-CGPM was er ook bij.

EUROMIL is de koepelorganisatie van 33 militaire vakbonden en associaties uit 21 Europese landen, van Roemenië in het Oosten tot Ierland in het Westen en van Zweden in het Noorden tot Cyprus in het Zuiden. Het is het voornaamste Europese forum voor samenwerking tussen militaire vakbonden en associaties.

EUROMIL zet zich in voor het promoten en verbeteren op Europees niveau van de basisrechten en -vrijheden van de militairen en verdedigt hun sociale en professionele belangen. Het verbreden en verdiepen van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van de militairen vormt één van de speerpunten van haar werkzaamheden. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de regeling van de arbeidstijd, het recht op verdediging en de veiligheid en bescherming op de werkvloer.

De organisatie fungeert eveneens als forum voor de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen haar leden. In het kader van het dossier over de weddeverhoging bijvoorbeeld, heeft de ACMP-CGPM waardevolle informatie ontvangen van andere leden van EUROMIL. Deze werd gebruikt tijdens de onderhandelingen met de overheid en heeft mee bijgedragen aan het succesvolle eindresultaat. Daarnaast vertegenwoordigt EUROMIL haar leden ook tegenover supranationale instellingen zoals de EU en NAVO, lobbyt ze op deze niveaus voor de belangen van het militair personeel en steunt ze actief haar ledenorganisaties in principiële en belangrijke dossiers tegenover de respectieve nationale autoriteiten, zoals onder meer het recht op vereniging of inzake het disciplinair statuut.

Tijdens de herdenkingsplechtigheid en academische zitting in Bergisch Gladbach onderstreepten alle sprekers het belang en de blijvende relevantie van EUROMIL. Zowel de vertegenwoordiger van het Duitse leger, luitenant-generaal Schelleis, als de voorzitter van onze Duitse zustervereniging, het Deutsche Bunderwehrverband, benadrukten dat de militaire syndicaten en associaties via EUROMIL een stem hebben in Brussel. Dit laat onder meer toe om bij de EU de sociale dimensie van het militaire beroep te bepleiten. Een andere spreker, de heer Bernhard Gertz, was 18 jaar lang vice-voorzitter van EUROMIL en nadien waarnemend voorzitter in 2005-2006. Hij ontving uit handen van de huidige voorzitter van EUROMIL, de heer Emmanuel Jacob, een erelidmaatschap voor zijn toewijding en krachtige optreden gedurende zijn tijd in EUROMIL. De heer Gertz verklaarde ook dat EUROMIL in de loop van 50 jaar veel van zijn doelstellingen bereikt heeft, maar dat er nog werk aan de winkel is. Volgens hem is het vandaag belangrijk te werken aan een gemeenschappelijke militaire cultuur in Europa die het gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid vooruithelpt. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de EU gemeenschappelijke oefeningen houdt voor haar soldaten, die eerst Europees en daarna nationaal dienen te zijn. Maar dit is nog het eenvoudigste luik. Europa heeft vandaag vooral een gemeenschappelijke militaire sprong voorwaarts nodig om haar belangen en deze van haar lidstaten adequaat te kunnen beschermen. Iets wat met de oorlog in Oekraïne enkel maar duidelijker geworden is. Hierbij zijn nieuwe, maar ook 

 gemeenschappelijke militaire capaciteiten onontbeerlijk. Vanzelfsprekend vergen deze ook multinationale eenheden, gezamenlijke opleidingen en trainingen en een maximale afstemming van de nationale regelingen inzake de arbeidscondities. Ook op dit vlak dient EUROMIL een rol te spelen.

Tot slot benadrukte Emmanuel Jacob dat de strijd voor de rechten van het militair personeel, voor de verbetering van het sociaal statuut en voor hun maatschappelijke erkenning, nog niet gestreden is. De verdere Europese defensieintegratie op basis van het Strategisch Kompas, zal immers nieuwe uitdagingen stellen op het vlak van gelijke rechten en voorzieningen voor militairen bij hun tewerkstelling in gelijke omstandigheden, bijvoorbeeld bij een gezamenlijke inzet in het buitenland.

De versterking van de Europese legers naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne zal ook nieuwe kansen bieden om de sociale rechten te verbeteren en de werkomgeving veiliger en duurzamer te maken. Hetzelfde geldt voor het aanpakken van de gevolgen van de klimaatopwarming en inzake de militaire bijdragen aan de binnenlandse veiligheid van de EUlidstaten.

In het domein van ‘veiligheid & defensie’ heeft EUROMIL de afgelopen jaren bijdragen geleverd aan de Europese instellingen op het vlak van de grotere harmonisatie en standaardisatie van de Europese legers, de opleiding en training in het domein van de cyberverdediging en de rol van krijgsmachten in de bestrijding van gezondheidscrisissen. De inspanningen in deze domeinen zullen ongetwijfeld opgedreven dienen te worden de komende periode.

In het algemeen spraken de sprekers hun dank uit voor het harde werk van EUROMIL gedurende de afgelopen 50 jaar, terwijl zij benadrukten dat politici moeten luisteren naar de mensen die onze vrijheid verdedigen. Het werk is nog lang niet voorbij, de uitdagingen blijven dezelfde als in 1972 en EUROMIL zal blijven vechten. De militaire vakbond ACMP-CGPM zal als trouw lid EUROMIL blijven steunen in zijn inspanningen omdat de Belgische militairen er ook de vruchten van plukken. 

Smakelijk!

De firma Edenred heeft het contract voor de verdeling van de maaltijdcheques binnengehaald. In November, krijgen de militairen hun kaart. Even de praktische voorwaarden herhalen.

Sommige collega's keken meer uit naar de maaltijdcheques dan naar de salarisverhoging. De Edenred-kaart bovenhalen aan de kassa is een soort statussymbool geworden... Maar vergeet niet dat dit 'geschenk' niet in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het pensioen, de toelage voor intensieve dienst,... Bovendien wordt het bedrag niet geïndexeerd. Na verloop van tijd wordt de kloof tussen de waarde van de cheques en het stuk salaris dat men liever in de plaats had gehad groter... De maaltijdcheques worden door Defensie betaald voor een waarde van € 6, maar vertegenwoordigen een netto voordeel van slechts € 4,91 voor de militair. Voor elke cheque wordt namelijk 1,09 euro op het salaris ingehouden. De kniesoren zullen zeggen dat € 6 te krap is voor een kebab-andalouse met een frietje en een cola. Wellicht, maar vroeger moesten ze alles uit eigen zak betalen...

In theorie zijn de cheques voor gebruiksklare voeding: maaltijden, fruit, kaas en gekookt voedsel. Alcohol, sigaretten en niet bereide producten, zoals pasta, zijn verboden. De wet sluit ook gebak uit. De fijnproevers onder ons kunnen echter gerust zijn: de interpretatie van de teksten is vrij soepel en in de praktijk accepteren winkeliers cheques voor alle levensmiddelen.

Voor wie?

De cheques worden toegekend voor elke kalenderdag waarop de militair (met inbegrip van reservisten) een dienst verricht, ongeacht de duur daarvan, mits hij of zij geen gratis eten krijgt ('intensieve dienst', 'operationele inzet', enz.). Militairen in de deelstand 'in vorming' hebben hier evenmin recht op. Kandidaten in afwachtingsstage, in stage of in hun evaluatieperiode daarentegen wel.

Als u 24 uur van wacht bent, hebt u recht op twee cheques: één voor de dag waarop u start en één voor de volgende dag, omdat u op die dag van middernacht tot de aflossing 's morgens gewerkt hebt. De cheque is verworven van zodra de dag begint, ook al heb je maar één minuut na middernacht gewerkt. U hebt zelfs recht op een cheque als u telewerkt of thuiswerkt. En, als u halve dagen werkt, krijgt u één cheque per halve dag, want Defensie heeft gekozen voor de eenvoud: er wordt geen minimumdiensttijd geëist. Voor ACMP-CGPM vormt deze keuze echter een probleem voor collega's die in de 'core business' van Defensie werken volgens een specifiek uurrooster. Bv. een vliegtuigtechnicus die een driedaagse werkweek draait, krijgt twee cheques minder dan de meeste andere militairen die volgens een dienstrooster van 5 dagen per week werken.

Op tijd voor Kerst

De toewijzing van de cheques wordt automatisch geregeld via HRM (laten we hopen dat het werkt!). De regeling wordt de volgende maand of op een latere datum geregulariseerd op basis van de ingevoerde gegevens of de regularisaties aangebracht aan de feitelijke administratieve situatie van de betrokken militair. Defensie zal daarom vóór eind december de eerste cheques op de kaart laden. De militaire vakbond ACMP-CGPM wenst u alvast een rijkelijke kerstmaaltijd! 

Enquête ‘Identiteit’ 2021

Meer dan 5.000 medewerkers bij Defensie hebben in 2021 gereageerd op de enquête 'Identiteit', wat neerkomt op één op de zes werknemers. Vandaag zijn de resultaten gepubliceerd en daaruit komen verschillende trends naar voren.

Meer dan de helft van de ondervraagden heeft een positief beeld van Defensie als organisatie, een stijging van 17% ten opzichte van de enquête van 2017. De personeelsleden hebben nu een beeld van Defensie dat vergelijkbaar is met dat van hun collega's bij de politie. De taken waar het personeel het meest belang aan hecht zijn verdediging van het territorium, ontmijning, hulp aan slachtoffers van natuurrampen en interventies in België.

Verantwoordingsplicht

De belangrijkste verwachtingen van de overgrote meerderheid van de werknemers van het departement betreffen de inhoud van hun dagelijkse job, de werkzekerheid, de werksfeer, het teamwerk en de loopbaanmogelijkheden. Het belang dat de militairen aan werkzekerheid hechten is een belangrijk signaal voor de autoriteiten, op een moment dat driekwart van de nieuwe rekruten wordt aangeworven onder het precaire BDL-statuut. Als we nieuwe collega's willen aantrekken en behouden, is het duidelijk dat we zullen moeten terugkeren naar een duurzamer aanbod, met solide garanties op lange termijn. Militair en burgerpersoneel van Defensie zijn over het algemeen tevreden over hun werkgever. Tot de meest gevraagde verbeteringen behoren weinig verrassende punten, zoals een goed evenwicht tussen werk en privéleven. Het personeel vindt echter ook dat het leiderschap van de verantwoordelijken te wensen overlaat, hetgeen sterk overeenkomt met het gevoel van de militaire vakbond, zoals uiteengezet in het voorwoord van de vorige Schildwacht. De verantwoordingsplicht van de leiders moet verstrengen, want straffeloosheid ondermijnt leiderschap en leidt tot middelmatigheid. Wij stellen opgelucht vast dat het aantal mensen dat het leger aan vrienden en familie zou aanbevelen in alle vier de componenten toeneemt. Dit is essentieel omdat historisch gezien de militairen zelf altijd een belangrijke rol gespeeld hebben bij de rekrutering, door vrienden en familie aan te moedigen dienst te nemen.

Hernieuwd vertrouwen

Deze resultaten zijn bemoedigend, maar spruiten voort uit een bijzon-

Foto: Ritchie Sedeyn

dere context. Enerzijds zijn de militairen gespaard gebleven van de professionele gevolgen van de pandemie, zoals faillissementen of technische werkloosheid. Anderzijds moet men rekening houden met de euforie rond de herwaardering van het militair beroep en de in 2021 aangekondigde investeringen qua materieel. Dit nieuwe vertrouwen blijft dus broos. De autoriteiten mogen niet op hun lauweren rusten door de eisen van werknemers en sociale partners te negeren. Het defensiepersoneel heeft zich uitdrukkelijk uitgesproken voor duurzaamheid inzake tewerkstelling en betere loopbaanmogelijkheden. Maar het klaagt ook over het gebrek aan leiderschap bij hen die het voor het zeggen hebben, een zorgwekkend verschijnsel binnen de strijdkrachten. De militaire vakbond ACMP-CGPM verwacht concrete vooruitgang op deze punten. 

This article is from: