2009-11-MO-5

Page 1

#05 jaargang 6, november 2009

vakblad voor huisartsen - tandartsen - specialisten - fysiotherapeuten en andere onder nemers in de zorg

Opleiding en training VERSTERK JEZELF IN DE PRAKTIJK

En verder:

Interview Melanie Schultz van Achmea

Alles over e-learning

Terug naar de schoolbanken?

Investeren in opleiden

▲ Aftrap RegioSessie Utrecht ▲ Bespaar op training en opleiding ▲ “Verzekeraars doen meer kwaad dan goed” ▲ Gebruik uw kostbare computertijd optimaal



VOORWOORD

Doen waar je goed in bent! Mensen denken al snel ze hun zwakke kanten moeten bijscholen, coachen of op zijn minst bespreken en bijsturen. Het levert een opvallende tegenstelling op tussen medici en hun personeel. Medici doen vaak nascholing in de gebieden die ze leuk vinden en de minder favoriete onderdelen krijgen minder aandacht. Het personeel daarentegen wordt vaak geacht hun zwakke kant bij te schaven. Marc Lammers, topcoach van het dameshockey heeft hier in zijn boek ‘Coachen doe je samen’ een duidelijke mening over. Door de aandacht te verleggen naar de zwakkere backhand van een van zijn spitsen raakte het team ontregeld. De spits werd aangespeeld op haar backhand in een belangrijke wedstrijd, omdat iedereen dat zo gewend was geraakt tijdens de training. Misschien toch een idee om vast te houden als u weer een functioneringsgesprek of ontwikkelingsgesprek voert met uw personeel. Niet te snel over de sterke punten heenlopen en kijken wat er nog getraind moet worden aan de zwakkere punten, maar juist kijken waar de sterkere punten nog verder aangescherpt en kwaliteiten verder ontwikkeld kunnen worden. Zo kan iedereen doen waar hij goed in is en hier zelfs nog beter in worden!

Met vriendelijke groet,

Elsbeth Nijhoff Hoofdredacteur MedischOndernemen

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

3


INHOUDSOPGAVE

8 Werken aan vertrouwen Melanie Schultz van Haegen wil het vertrouwen terugwinnen van zorgaanbieders. “Uiteindelijk willen we beiden hetzelfde: een gezondere en meer vitale patiënt”, vertelt de directeur zorginkoop van Achmea.

12 Investeren DOOR opleiden Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die hun personeel goed opleiden, beter presteren dan bedrijven die dat niet doen. Naarmate personeel beter is opgeleid, nemen productiviteit en winstgevendheid toe. Er zit echter een addertje onder het gras...

24 Fiscale stimuleringsregelingen voor training en opleiding van personeel Hoewel het initiatief tot het aanbieden van een training of opleiding aan uw personeel zelden fiscaal ingegeven zal zijn, is het toch wel prettig als de fiscus meebetaalt. De opleidingskosten zijn natuurlijk aftrekbaar, maar er zijn meer regelingen waar u uw voordeel mee kunt doen.

30 Gebruik uw kostbare computertijd optimaal Een zakelijke computer met internettoegang is zowel praktisch als gevaarlijk, want voor u het weet besteedt u uw kostbare tijd aan privé mail of het bezoeken van nieuwssites. Daarom geven een aantal tips om uw computertijd effectiever te gebruiken.

4

MedischOndernemen


#5 NOVEMBER 2009

7

Disney de baas in uw ziekenhuis

20

26

28

Opinie: de kwade invloed van verzekeraars

FinanciĂŤle grip op het heden

FinanciĂŤle grip op het heden

PM bijlage

16

Terug naar de schoolbanken?

En verder 44 Ergonomie in de

34 RegioSessies: praktijkmanagers nodigen u uit 35 Aftrap RegioSessie Utrecht

3

Voorwoord

6

Uitgelicht

14 Nieuw MO-seminar:

tandartspraktijk 32 Colofon en lezersservice 42 Nascholingsagenda

38 Investeren IN opleiden

Arbeidsrecht in de

45 Ramwerk voor succes

40 Column Maaike Straathof

medische praktijk

46 Column Jaap Peters

MedischOndernemen

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

5


UITGELICHT

VERLOFDAGEN VOOR OUDEREN AFGESCHAFT Ouderenregelingen zoals extra verlofdagen voor 55-plussers worden afgeschaft. Dat zijn de vakbonden en werkgevers overeengekomen. In de jaren tachtig werden verschillende regelingen ingevoerd om ouderen minder te laten werken. Omdat de jeugdwerkloosheid hoog was, werd zo getracht meer ruimte te creĂŤren voor jongeren op de arbeidsmarkt.

extra verlofdagen voor alle werknemers ingevoerd. Werknemers die ouder zijn dan 55 jaar behouden volgens de krant hun rechten en werknemers die iets jonger zijn worden deels gecompenseerd. Maar ouderen die van baan wisselen verspelen hun rechten.

In plaats van de verlofdagen voor ouderen worden nu

Bron: HR Praktijk

GELD MOTIVEERT NIET Beloningen zorgen er niet voor dat medewerker beter presteren. Verschillende onderzoeken toonden dit aan en het is onbegrijpelijk dat werkgevers het toch blijven proberen, stelt de Amerikaanse schrijver Dan Pink. Prestatiebonussen werken volgens de oud-tekstschrijver van Al Gore alleen bij eenvoudig werk. Worden de werkzaamheden complexer - wat geldt voor het werk van steeds meer mensen in rijke landen - dan gaat dat niet meer op. De Amerikaan constateert dat mensen vooral de vrijheid willen om het werk naar eigen inzicht zo goed 6

MedischOndernemen

mogelijk in te vullen. Voorts hebben ze de neiging beter te willen worden en willen ze werken aan iets dat belangrijker is dan zijzelf: een gemeenschappelijk doel. Organisaties die dit snappen presteren het best, belooft Pink. Bron: VK Banen


BEDRIJFSFRUIT BLIJKT SUCCES De campagne Werkfruit van het Groentenfruit Bureau slaat aan. Van de 69.000 bedrijven in Nederland met meer dan tien werknemers, hebben er ruim 9.900 'werkfruit' in huis. Ruim de helft biedt het gratis aan, bij de andere moet het personeel (mee)betalen, zo heeft het Groentenfruit Bureau laten weten. De campagne begon in januari 2008. Het idee is dat werkfruit bijdraagt aan een gezonde leefstijl. Doel is dat het aanbieden van fruit op het werk net zo gewoon wordt als het verstrekken van koffie en thee. Het streven was dat binnen drie jaar 3.000 bedrijven zouden meedoen. Dat zijn er nu al veel meer. Van de bedrijven met tien

tot 250 werknemers doet 14 procent mee en van de grotere bijna 20 procent, zo is gebleken uit onderzoek van het Productschap Tuinbouw. Op jaarbasis worden 112,4 miljoen stuks fruit geleverd, waarvan 42,7 miljoen appels. Bron: Productschap Tuinbouw

BRANDOEFENING SCHIET ER VAAK BIJ IN "Mensen weten niet hoe ze moeten vluchten en lijken moeite te hebben met het inschatten van het gevaar van brand. Het oefenen van een ontruiming is derhalve meer dan noodzakelijk", vindt René Hagen, voorzitter van de Stichting Nationale Brandpreventieweek en lector Brandpreventie. Het voornaamste probleem is, volgens een studie van het Nederlandse instituut voor Fysieke Veiligheid, dat de brandveiligheidsmaatregelen in gebouwen niet voldoende zijn afgestemd op het menselijk gedrag bij brand. "Er moet door organisaties worden geïnvesteerd

in voorlichting aan medewerkers en tijd worden vrij gemaakt om daadwerkelijk te gaan oefenen", zegt Hagen. Bron: Stichting Nationale Brandpreventieweek

Ex libris

ALS DISNEY DE BAAS WAS IN UW ZIEKENHUIS

TIP !

91/2 DINGEN DIE U ANDERS ZOU DOEN Fred Lee was senior vice-president van het Florida Hospital én werkte bij Disney University. Met zijn ideeën bracht hij vele ziekenhuizen in de Verenigde Staten in beweging. Hij werkt met een nieuw paradigma voor patiëntgerichte zorg en het perspectief van patiënten. Veel ziekenhuizen raakten gemotiveerd, geïnspireerd en vonden zijn benadering effectiever dan de gebruikelijke benaderingen. Zij veranderden hun aanpak door het verhaal van Fred Lee. Fred Lee legt in 'Als Disney de baas was in uw ziekenhuis' uit dat patiënten ziekenhuizen vergelijken met

allerhande organisaties. De concurrentie van een ziekenhuis bestaat dus uit veel meer organisaties dan alleen ziekenhuizen. Volgens Lee beoordelen patiënten ziekenhuizen niet zozeer op resultaten en klinische competenties, maar op wat ze ervaren en beleven. De individuele medewerker kan het verschil maken.

Auteur: Fred Lee Prijs: € 15,95 (actieprijs) ISBN-13: 9789035230538 www.managementboek.nl MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

7


INTERVIEW T E K S T: T O I N E D E G R A A F FOTO’S: MARTINE SPRANGERS

Werken aan vertrouwen 8

MedischOndernemen


M E L A N I E S C H U LT Z V A N H A E G E N I S D I R E C T E U R Z O R G I N K O O P Z O R G V A N A C H M E A

Melanie Schultz van Haegen wil het vertrouwen terugwinnen van zorgaanbieders. “Uiteindelijk willen we beiden hetzelfde: een gezondere en meer vitale patiënt”, vertelt de directeur zorginkoop van Achmea. “De tijd waarin zorgverzekeraars en zorgverleners tegenover elkaar stonden, ligt wat mij betreft écht achter ons.”

“Wij willen helemaal niet op de stoel van de zorgverlener zitten”, stelt Melanie Schultz van Haegen gerust. Wat ze wél wil, is ‘meekijken’ met zorgaanbieders. Maar hoe ziet dat eruit? “Ik wil graag met open boeken om tafel. We zijn nu met twee ziekenhuizen een pilot gestart. Doel is de zorg volledig te organiseren rond de klant, via zorgpaden. Wij denken dat daarmee veel efficiencywinst valt te behalen. Je krijgt een meer tevreden klant, een betere medische outcome en uiteindelijk kunnen je zorgkosten omlaag. Wij hebben gezegd: ‘Zullen we dat eens met elkaar gaan doen?’ Dit betekent dat je héél dicht bij elkaar zit. Zij laten ook echt zien: waar zit onze winst en hoe zijn we georganiseerd?” In ruil heeft Achmea een meerjarenafspraak aangeboden voor de inkoop. “Dat is uniek, want met een ziekenhuis onderhandel je elk jaar. Wij denken dat 20 tot 30 procent kan worden bespaard. Die meeropbrengst gaan we samen verdelen, zodat zij weer nieuwe dingen kunnen doen die ten goede komen aan patiënten. Wij krijgen ons deel via prijsverlaging waarmee we de premie in de hand kunnen houden.” De huisarts blijft onafhankelijk Dit voorbeeld geeft meteen aan waar voor Achmea de grens ligt. “Wij willen niet participeren in coöperaties of bijvoorbeeld apotheken opkopen. Dat past niet in onze strategie. Ik wil vertrouwd kunnen worden door de zorgaanbieder, maar ook door mijn eigen verzekerde. Die moet ervan uit kunnen gaan dat ik geen direct financieel perspectief heb om hem ergens heen te sturen. Als ik wél participeer, zegt hij: ‘Ja, dat is leuk maar jij hebt een financieel aandeel in ziekenhuis A, B of C’. Ik wil tegen een verzekerde kunnen zeggen: ‘Ik weet waar de goeie kwaliteit zit en daar zou ik u graag naar willen verwijzen. Mijn enige directe belang is dat uw gezondheid vooruitgaat, want dan gaan uiteindelijk mijn kosten omlaag en dat is weer goed voor uw premie.’ Wij doen dit nu voor negen behandelingen. Als tegenprestatie betalen wij voor verzekerden hun verplicht eigen risico als ze bij ons advies inwinnen.” Schultz van Haegen legt uit hoe dit in zijn werk gaat. “Een verzekerde belt naar zorgbemiddeling en wordt vervolgens door ons bemiddeld naar een van de ziekenhuizen waaraan wij de voorkeur geven.” Dit gaat overigens niet ten koste van de keuzevrijheid. “De patiënt die om een goede reden een andere keuze maakt - bijvoorbeeld omdat zijn familie liever op bezoek gaat in het ziekenhuis om de hoek - krijgt het verplicht eigen

risico tóch kwijtgescholden. Mits hij naar zorgbemiddeling heeft gebeld. We nemen hiermee best een risico, want straks belt iedereen terwijl men zich helemaal niet wil laten doorverwijzen. Ons gaat het er alleen maar om de verzekerde er bewust van te maken dat hij kan kiezen, dat er verschil is in kwaliteit en dat het uitmaakt of je naar het ene ziekenhuis of naar het andere gaat.” Ook de keuzevrijheid van de voorschrijver wil ze niet verstoren. “Dat is de reden waarom wij nooit preferentiebeleid hebben gevoerd zoals andere zorgverzekeraars dat doen.” Tegelijkertijd wil ze niet financieel slechter af zijn dan andere verzekeraars, met een hogere premie als gevolg. “Daarom introduceren wij per 1 januari een nieuw contract voor apothekers, dat een alternatief is voor het preferentiebeleid.”

“Het gaat om de peer pressure, niet om die van de verzekeraar.” Doel van dit Integraal Doelmatigheidscontract Excellente Apothekers (IDEA) is beheersing van de zorgkosten en een hogere kwaliteit van zorg. In ruil voor structureel lagere geneesmiddelenprijzen en extra kwaliteitseisen krijgt een apotheker met dit contract de hoogste receptregelvergoeding. “Bij IDEA gooien we alle medicijnen op één hoop en berekenen dan de gemiddelde pakjesprijs. Daardoor ontstaat voor de apotheker een financiële prikkel om na te gaan of de huisarts zijn richtlijnen volgt en samen te komen tot het beste en voordeligste medicijn. In die pakjesprijs zijn immers de generieke middelen en de duurdere spécialités verwerkt. Hoe meer spécialités eruit zijn, hoe gunstiger het is voor de apotheker. Tegelijk behoudt de huisarts de vrijheid om te zeggen: ‘Mijn patiënt reageert verkeerd op dat generieke middel en moet een spécialité.’ De huisarts blijft onafhankelijk in dit systeem, want híj wordt niet financieel beloond. Als de apotheker het IDEA-beleid niet wil, zullen wij helaas ook tot preferentiebeleid moeten overgaan.” Totaal andere vorm van denken Schultz van Haegen vertelt het allemaal op ontspannen wijze, alsof ze nooit iets anders heeft gedaan dan zorginkoop. De waarheid is dat ze een kleine drie jaar geleden nog ‘niets’ had met de zorgsector. Maar dit is snel veranderd, na haar aanstelling in april 2007. “Als politicus kreeg ik ook steeds te maken met andere terreinen. MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

9


INTERVIEW

“De huisarts blijft onafhankelijk in dit systeem, want híj wordt niet financieel beloond.”

Ik kan me snel inwerken. En netwerken kan ik ook snel, dus dat is het probleem niet. Weet je wat het allermoeilijkste is? Vertrouwen opbouwen.” Dat ze in haar functie te maken heeft met duizelingwekkende getallen, maakt het er niet eenvoudiger op. “Wij hebben nu bijna 3,6 miljoen verzekerden. In 2008 is Agis opgenomen in de Achmea holding en vanaf 2011 zullen de divisies zorg worden samengevoegd. Dan praat je over 4,8 miljoen verzekerden. Dat is eenderde van Nederland.” In een paar jaar tijd heeft ze de wereld zien veranderen. “De rol van de zorgverzekeraar is een heel andere dan drie jaar geleden. Als je het heel zwart-wit bekijkt, zijn wij van een administratief afhandelingskantoor gegaan naar een totaal andere vorm van denken. Voorheen moesten we de rekening voor de klant zo snel mogelijk betalen, waarbij het niet uitmaakte of hij was overleden of niet, om het maar simpel te zeggen. Nu is het onze business case geworden om verzekerden zo gezond en vitaal mogelijk te krijgen. Dat is ons verdienmodel. Je houdt dan een tevreden klant én je brengt tegelijk de zorgkosten omlaag. Het batig saldo ontstaat veel meer door te kijken naar de gezondheid en vitaliteit van die klant, dan naar de prijs voor een product waarover je onderhandelt.” Ze neemt als voorbeeld de huisarts. “Ik kan met hem gaan vechten om het laatste tientje dat hij nog wel omlaag kan voor speciale verrichtingen. Maar dan is de kans dat mijn verzekerde slechtere zorg krijgt veel groter dan wanneer ik tegen die huisarts zeg: ‘Misschien moet je wel wat meer verdienen, maar dan wil ik wel graag een afspraak maken over de wijze waarop je medicijnen voorschrijft en hoe je doorverwijst naar zie10

MedischOndernemen

kenhuizen’. Daarmee kan ik een gezondere klant bewerkstelligen en gaan de zorgkosten omlaag. En dan gaat het om veel grotere bedragen dan dat tientje waar je misschien ruzie over moet maken. Uiteindelijk willen we beiden hetzelfde: een gezondere en meer vitale patiënt. Ik omdat ik denk dat hij dan én bij mij blijft omdat hij tevreden is én goedkoper wordt. De zorgaanbieder wil dit omdat het zijn vak is.” De ontwikkelingen laten zich ook illustreren met de nieuwe visie en strategie van Achmea. “Die hebben wij twee jaar geleden gemaakt en luidt: ‘Wij zijn er voor uw gezondheid en vitaliteit en samen met onze partners verzekeren wij u van duurzame zorg’. Vroeger waren wij helemaal niet voor ‘gezondheid en vitaliteit’. Wij waren er om de rekening te betalen. ‘Samen met onze partners’ was ook niet zo, want we stonden vooral tegenover elkaar. Het was een beetje oorlog tussen de aanbieder en de verzekeraar, en vooral een discussie over prijzen. De afgelopen twee jaar ben ik heel erg bezig geweest om dit om te draaien en vertrouwen op te bouwen. Wij proberen weer met die zorgaanbieder in gesprek te komen. En dan willen wij het niet alleen hebben over de prijs. Ik stel veel liever de vraag: ‘Wat kunnen we nou betekenen voor die klant, samen?’ Dat is veel interessanter.” Moeilijk is het wel, want moeizaam opgebouwd vertrouwen kan razendsnel verdampen. “Wij hebben al onze huisartsen uitgenodigd om een visie op de eerste lijn te maken. Er zitten 1200 huisartsen in ons kerngebied en dan heb ik het over onder andere de regio’s Rotterdam, Zwolle, Zaanstreek/Waterland, Kennemerland, een groot deel van Drenthe en een deel van Amsterdam. Van die huisartsen hebben er 250 meegedaan. Dat is echt héél veel. Er zijn een paar sessies geweest. Daarvoor moesten ze dus uit hun eigen werk stappen. Dat heeft een mooi resultaat opgeleverd. Maar als morgen een van mijn collega’s de rekening niet op tijd betaalt, heb je het zorgvuldig opgebouwde ‘we gaan er samen voor’ binnen een dag weer bedorven.” Kwaliteit betaalt zichzelf terug “In de zorg is kwaliteit goedkoper”, zei Schultz van Haegen toen ze krap een half jaar in functie was. Intussen is het waarheidsgehalte van deze uitlating verder toegenomen. “Wij hebben als eerste verzekeraar wetenschappelijk bewezen dat ketenzorg werkt, met het project DiabeteszorgBeter Zwolle. De kwaliteitsverbetering voor de patiënt betekende voor ons een goede investering.” Ze is ervan overtuigd dat versterking van de eerstelijnszorg bij de behandeling van chronische aandoeningen de kosten met tientallen procenten kan verlagen. Al geeft ze toe dat het bij een ziekte als COPD misschien allemaal niet zo duidelijk ligt als bij diabetes. Ook in de tweedelijn betaalt kwaliteit zichzelf terug, dus legt ze dáár haar focus. “Wij kopen nu bijvoorbeeld


M E L A N I E S C H U LT Z V A N H A E G E N I S D I R E C T E U R Z O R G I N K O O P Z O R G V A N A C H M E A

bij ziekenhuizen voor al onze collectiviteiten op zeven verschillende producten specifiek op kwaliteit in. Hetzelfde geldt voor de kwijtschelding verplicht eigen risico, via zorgbemiddeling. Dat zijn allemaal processen waarbij niet de prijs maar de kwaliteit vooropstaat.” Hierbij zou het helpen als zorgaanbieders wat transparanter durfden te zijn. “Iedereen zegt: ‘Ik wil mijn prestaties niet openbaar maken want ik heb klanten met echt bijzondere vraagstukken, en daarom kan je het niet vergelijken’. Als ik mijn zorginkopers voorstel om ze eens even te benchmarken met de zorginkopers van andere verzekeraars, krijg ik ook te horen: ‘Ja, maar daar zitten allemaal andere aannames in en die cijfers zijn niet vergelijkbaar’. Elk mens vindt dat spannend. Maar uiteindelijk moet je het wél doen. Ziekenhuizen en artsen moeten daar een beetje overheen stappen. Meer transparantie leidt tot een opwaartse kwaliteitsverbetering. Je moet je dan toch dingen gaan afvragen. Hoe komt het nou dat mijn collega veel minder infecties heeft, of veel minder hersteloperaties? Wat doen zij anders dan wij? De volgende keer wil je niet onderaan dat lijstje bungelen, dus zorg je dat je jezelf verbetert. Ik wil liever niet als verzekeraar er de hele tijd bij zitten en zeggen: ‘Jij bent niet goed genoeg, en jij ook niet’. Neen, ik wil dat ze elkaar stimuleren en dat je jezelf rot schaamt als een ander het veel beter doet dan jij. Het gaat om de peer pressure, niet om die van de verzekeraar.” Administratieve last verminderen Op haar beurt probeert Schultz van Haegen zorgverleners niet van hun werk te houden met onnodige administratieve rompslomp. “Toen ik hier begon, zag ik dat bij huisartsen van alles en nog wat werd opgevraagd aan jaarverslagen, die vervolgens bij ons opgestapeld in

de gang stonden. Een van de eerste dingen die ik heb gezegd, was: ‘We vragen voortaan alleen maar dingen op waar we ook wat mee doen’. Het was de gewoonte om van alles te laten aanleveren uit een soort wantrouwen vooraf: als we maar genoeg informatie vragen, dan kunnen we later altijd zeggen dat het niet goed was. Terwijl je moet proberen om het contract aan de voorkant juist zo dun mogelijk te houden - dat lukt nog niet overal, maar daar zijn we nu mee aan het experimenteren. We hebben bijvoorbeeld een paar ziekenhuizen gevraagd: ‘Schrijven jullie nou zélf eens het contract wat wij met jullie zouden moeten afsluiten. Hoe zou dat eruit kunnen zien?’ Op die manier probe-

“Vooraf meer ruimte geven, maar dan achteraf ook strenger controleren.” ren we de administratieve last te verminderen.” Ze wijst erop dat bij Achmea in de afgelopen twee jaar het aantal machtigingen - jarenlang het dieptepunt van georganiseerd wantrouwen - met 90 procent is teruggebracht. “Het belangrijkste argument? Dat je heel vaak toch ‘ja’ zei, maar dat iedereen wel steeds bezig was van alles in te vullen. Ik wil meer vertrouwen geven aan de voorkant. Maar mocht bij controle achteraf blijken dat misbruik is gemaakt, dan kom ik ook écht terugvorderen. Ook al kost dit dan misschien je praktijk. Hiermee bereik ik dat de 95 procent die het gewoon goed doet, niet wordt gestraft voor de 5 procent die zit te sjoemelen. Vooraf meer ruimte geven, maar dan achteraf ook strenger controleren. Dat is veel beter dan andersom.” MO

MELANIE SCHULTZ VAN HAEGEN-MAAS GEESTERANUS (39) studeerde bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na haar doctoraal examen in 1994 was zij achtereenvolgens werkzaam bij de B&A groep BV in Den Haag als senior adviseur en bij de Inspectie der Rijksfinanciën van het ministerie van Financiën als inspecteur. In 1999 werd zij wethouder in Leiden, met in haar portefeuille economische zaken, grondzaken, toerisme, parkeren en communicatie. In 2002 volgde haar benoeming tot staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in het eerste Kabinet-Balkenende, namens de VVD. Ook in Balkenende II en III vervulde zij deze functie. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 verliet ze de politiek. Op 1 april 2007 trad Melanie Schultz van Haegen in dienst bij de divisie zorg van Achmea, als directeur zorginkoop.

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

11


THEMA THEMA THEMA

PERSONEEL

T E K S T: C H A R L O T T E VA N D E N WA L L B A K E , H E E F T H A A R E I G E N C O A C H I N G E N C O N S U LTA N C Y B E D R I J F

Investeren DOOR opleiden Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die hun personeel goed opleiden, beter presteren dan bedrijven die dat niet doen. Naarmate personeel beter is opgeleid, nemen productiviteit en winstgevendheid toe. Opleidingen zijn dus een sleutel tot het succes en de groei van uw praktijk. Er zit echter een addertje onder het gras...

Opleidingen spelen een grote rol bij het gevoel van erkenning van uw teamleden en zijn daarmee onlosmakelijk verbonden met hun motivatie. De grens tussen motivatie en demotivatie is soms echter flinterdun. 12

Veel praktijkhouders denken twee vliegen in een klap te slaan door een medewerker een opleiding aan te bieden. Enerzijds om tegemoet te komen aan eventuele wensen van het teamlid, anderzijds omdat de nieuwe


OPLEIDEN: DE SLEUTEL TOT SUCCES

verworven kennis en vaardigheden een waardevolle aanvulling zijn voor de praktijk. Zo ontstaat een win win situatie voor de praktijk. Dit wordt echter ondermijnd als de medewerker niet of onvoldoende gemotiveerd is. Het is daarom van belang dat u zorgvuldig handelt om mogelijk negatieve effecten van scholing te voorkomen. In de PM bijlage van deze editie van MedischOndernemen (pag. 38) leest u hoe u het resultaat van de opleidingen monitort , borgt en hoe u ervoor zorgt dat gemaakte afspraken worden nageleefd. In dit artikel leert u de stappen die ervoor zorgen dat het geleerde ook daadwerkelijk zijn vruchten afwerpt in de praktijk. STAP 1: geen doel maar middel Het is een dooddoener, maar daardoor niet minder waar: opleiden mag geen doel op zich zijn. Opleiden is hooguit een middel om zowel het niveau van de individuele werknemer als het bedrijfsresultaat te verbeteren. Een middel waarmee een medewerker binnen uw praktijk de kans krijgt om zich verder te ontplooien. Maar wil zij dit ook wel? En is dit voor haar de meest aangewezen stap? Wat zijn er nog meer voor mogelijkheden? STAP 2: reële verwachtingen Sta stil bij de consequenties van het afronden van de opleiding. U creëert een verwachting wanneer een medewerker een cursus mag volgen. Bekijk vooraf of er binnen uw praktijk ook daadwerkelijk (letterlijk en figuurlijk) ruimte is om het geleerde toe te passen. Wanneer dit niet zo is, dan zullen niet alleen de zojuist verworven vaardigheden in een rap tempo vergeten worden, maar het zal ook als een flinke dissatisfactie werken. Dit kunt u voorkomen door goed met elkaar in gesprek te gaan en zorgvuldig vast te leggen. U kunt dit bijvoorbeeld doen in een Persoonlijk Ontwikkelings Plan en borgen met de gesprekscyclus van het Aandachtswiel. Zie voor mee informatie: www.medischondernemen.nl STAP 3: persoonlijke leerdoelen Door persoonlijke leerdoelen te (laten) formuleren wordt er meer resultaat uit de opleiding behaald. Opleidingen richten zich altijd op een gemiddelde doelgroep en een gemiddelde leerbehoefte. Kijk daarom door de mooi geformuleerde algemene doelen van de opleiding heen en motiveer de medewerker om persoonlijke leerdoelen te formuleren. Om nóg meer profijt uit de opleiding te halen is het zaak dat uw medewerker haar persoonlijke doelen deelt met haar docent. Ook als er niet om gevraagd wordt. STAP 4: Verbind de opleiding met de dagelijkse praktijk Veel opleiders vragen naar voorbeelden uit de praktijk. Wie met een eigen praktijkcase werkt, behaalt een

hoger leerrendement omdat het bespreken van persoonlijke cases écht bruikbare oplossingen voor de praktijk oplevert. STAP 5: vertaalslag van het geleerde naar de praktijk Na het afronden van de opleiding is het niet klaar; juist dan spant het er om: kan de medewerker de vertaalslag van het geleerde naar de praktijk maken? Dat valt niet mee in een werkomgeving die het leerproces van de medewerker niet kent en die gewoon 'het oude en bekende' blijft doen. Zorg dat u zelf of een ander teamlid tijd vrijmaakt om hier een helpende hand te bieden. Stap 6: Uw rol Neem ook uw eigen rol als leidinggevende serieus. Uw houding als praktijkhouder is een van de belangrijkste succesfactoren voor een hoog opleidingsrendement! Door concreet voor, tijden en na de opleiding met de medewerker te bespreken hoe ze het geleerde in haar dagelijkse werk gaat integreren, behaalt u winst. Vaardigheid-, kennis en/of persoonlijkheidstrainingen Ook trainingen die op het eerste gezicht niet direct te maken hebben met de benodigde vaardigheden of vergroting van kennis van uw medewerkers kunnen een toegevoegde waarde aan uw praktijk leveren. U kunt hierbij denken aan assertiviteits- en communicatietrainingen. Ook hierbij geldt: de werknemers krijgen de kans zich te ontplooien waardoor zij breder inzetbaar worden en betere prestaties leveren. Conclusie Vrijwel iedere medewerker heeft er behoefte aan zichzelf te ontwikkelen. Door een opleiding of training te volgen neemt het gevoel van eigenwaarde toe. En het werkt motiverend als een werknemer een concreet doel heeft om naartoe te werken als er bepaalde kennis, competenties of vaardigheden nodig zijn voor een andere functie. Dit resulteert in tevreden medewerkers, die hun werk met meer plezier en motivatie verrichten. Redenen om te investeren in de scholing van medewerkers • Vergrootte betrokkenheid heeft positieve weerslag op de sfeer in uw team. • Verloop en verzuim onder uw personeel zal afnemen. Medewerkers krijgen meer oog voor zaken en zullen pro-actiever te werk gaan. • Bevordert de inzetbaarheid van medewerkers in uw praktijk. • Voorkomt dat medewerkers 'vastroesten'. • In uw praktijk kan efficiënter worden gewerkt (waardoor de investering snel wordt terugverdiend). • Uw praktijk wordt aantrekkelijker voor sollicitanten.

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

13


NIEUW MO-seminar: Arbeidsrecht in de medische praktijk

HET PRAKTIJKSEMINAR ARBEIDSRECHT GEEFT U EEN ACTUEEL OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE VRAAGSTUKKEN OP ARBEIDSRECHTELIJK GEBIED. DE ONDERWERPEN WORDT BEHANDELD DOOR PETRA KROON, EEN ERVAREN EN PRAKTIJKGERICHTE TRAINER. DE THEORIE WORDT U DOOR MIDDEL VAN LEERZAME VOORBEELDEN UIT DE PRAKTIJK EN DOOR CASUÏSTIEK HELDER IN BEELD GEBRACHT. DAARNAAST IS ER VOLDOENDE GELEGENHEID OM ONDUIDELIJKHEDEN, KNELPUNTEN EN VRAGEN UIT UW DAGELIJKSE WERK VOOR TE LEGGEN.

PETRA KROON, uw trainer Mr. Drs. Petra Kroon is gespecialiseerd in arbeidsrecht. Zij heeft haar eigen juridische praktijk ‘BabelFish Legal’ waarin zij met alle facetten van het arbeidsrecht te maken heeft. Daardoor kan zij een perfecte verbinding maken tussen wat er in de praktijk leeft en de juridische consequenties. In ‘gewoon’ Nederlands kan zij u helpen dit dan weer in uw praktijk uit te voeren. ONDERWERPEN DIE AAN BOD KOMEN:

• • • •

de arbeidsovereenkomst opbouw persooneelsdossier verlofregelingen ontslag en einde dienstverband

Ga voor het complete programma en inschrijvingen naar: www.medischondernemen.nl/nascholing/of stuur een e-mail naar info@medischondernemen.nl

DATUM: DOELGROEP:

LOCATIE: TIJDEN: INSCHRIJFGELD:

14

MedischOndernemen

dinsdag 17 november 2009 iedereen die verantwoordelijk is voor het personeel binnen de medische praktijk

Regardz La Vie Utrecht 9.30-16.30 uur € 295,- voor leden PraktijkManagers Netwerk € 345,- voor Abonnees MedischOndernemen € 425,- normale prijs

, snel in u f j i r h en Sc le stoel e k n e nog baar! k i h c s e b



THEMA THEMA THEMA T E K S T: K O O S J E D E B E E R

Terug naar de schoolbanken? Voor eerstelijns zorgverleners, maar ook voor medici in de tweede lijn is het vaak niet de eerste prioriteit: het managen van de praktijk of het besturen van een maatschap. Door het tijdsbeslag en de onzekerheid over de meerwaarde van nascholing, is de drempel om daadwerkelijk een training op managementgebied te volgen hoog. En dat is zonde, want een kritische blik op het eigen functioneren leidt tot meer werkplezier en minder werkdruk. 16

MedischOndernemen


MET SCHOLING MEER WERKPLEZIER

Misverstanden kunnen uitgroeien tot ergernissen en niet uitgesproken ergernissen kunnen leiden tot een onhoudbare werksituatie. Na verloop van tijd ontstaan de eerste barsten in de samenwerking en in het ergste geval leidt het tot een tijdelijke of definitieve breuk tussen collega’s of tussen praktijkeigenaar en medewerkers. “Vaak ontstaan misverstanden omdat eerstelijns medewerkers er vanuit gaan dat ze allemaal hetzelfde werken, omdat ze dezelfde opleiding hebben gevolgd”, meent Leonie Welling, na een carrière van 25 jaar als eerstelijns verloskundige tegenwoordig verbonden als docent aan de Verloskunde Academie Rotterdam. “Training en scholing zijn belangrijk, al is het maar om de missie en visie binnen de praktijk expliciet te maken.” Duidelijke afspraken Doordat missie en visie niet worden gedeeld met collega’s gaat iedereen ongemerkt toch uit van andere uitgangspunten. Samen tot één beleid komen is dan lastig, volgens Welling. “Binnen mijn eigen vakgebied, de verloskunde, is het bijvoorbeeld belangrijk dat eerste en vervolgcontroles rond dezelfde tijd in de zwangerschap gebeuren. Vanaf 36 weken ziet een vrouw wekelijks een verloskundige. Mag zij, wanneer ze woensdag is geweest, de vrijdag daarop terugkomen? Of houden we vast aan de woensdag? Dit soort zaken moeten wel uitgekristalliseerd zijn. Subtiele interpretatieverschillen kunnen spanningen geven, of – en dat is beter – het inzicht opleveren dat in een goede samenwerking uitgangspunten moeten worden geformuleerd.” Ook omdat elke zorgverlener in eerste instantie is opgeleid in zijn of haar vakgebied en minder in managementvaardigheden, kan een goede training belangrijke toegevoegde waarde hebben voor de praktijkvoering. Welling: “Mijn scholing bij NSPOH heeft mij in mijn praktijk aangezet om afspraken scherp te krijgen en de praktijkvoering veel efficiënter en doelmatiger op te zetten. Daar hebben we allemaal van geprofiteerd, want het heeft uiteindelijk werkdruk verlagend gewerkt en daardoor het werkplezier verhoogd.” Als voorbeelden noemt Welling het praktijkoverleg dat beter is gestroomlijnd en de verbeteringsslag die is gemaakt in de begroting en het financiële beleid. “Veel eerstelijners beheren hun praktijk ad hoc. Zijn de stoelen in de wachtkamer stuk? Dan worden die vervangen. Tijdens mijn opleiding heb ik geleerd een begroting op praktijkniveau op te stellen waarin keuzes worden gemaakt. Wanneer we in jaar A de stoelen vervangen, is er op dat moment even geen geld meer voor de kapstok. Dat moet wachten tot jaar B.” Niets nieuws geleerd “Grootste knelpunt als het om managementthema’s gaat, vind ik het personeelsbeleid”, zegt huisarts Bijlsma, praktijkeigenaar van een solopraktijk met rond

de 2.400 patiënten. “Als apotheekhoudend huisarts heb ik zowel een doktersassistente als apothekersassistente in dienst die tijdens vakanties voor elkaar in moeten kunnen vallen.” Op zichzelf uitdagend werk, maar Bijlsma merkt dat het lastig is om goede mensen te vinden. “De salarissen voor doktersassistentes in ziekenhuizen zijn relatief hoger. Onze CAO loopt wat achter. Ik overweeg nu een schaal hoger te gaan betalen. Aan de andere kant moet ik ook rekening houden met de zittende assistente. Zij moet zich als trouwe kracht niet achtergesteld voelen.” Bijlsma heeft zelf verschillende managementtrainingen gevolgd. “Eigenlijk hoorde ik daar te vaak bekende zaken over vergadertechnieken, financieel beleid en time management. Voor jongere artsen is dit heel nuttig, maar ik heb niet veel nieuws geleerd en zal in mijn praktijkvoering dan ook niet veel veranderen. Wellicht dat ik de notulen van het praktijkoverleg vervang door alleen actiepunten.” Salariëring in een ongunstige markt daarentegen is een thema waar Bijlsma graag

"Zonder een vastomlijnd plan werkt een arts gemiddeld zeven tot tien jaar langer om zijn financiële doelen te bereiken."

een training ‘on the job’ over zou krijgen. “Daar hangt veel mee samen. Hoe ga je om met het salaris van twee assistentes die ongeveer elkaars leeftijd hebben, maar van wie één meer leidinggevende capaciteiten heeft, terwijl de andere langer in dienst is? Hoe moet het salarisbeleid in verhouding staan met het takenpakket en scholing? Wat moet ik een assistente antwoorden die nadat zij een training voor diabeteszorg heeft gevolgd, aangeeft meer te willen verdienen? Dat zijn de vragen waar ik mee worstel.” “Een training is pas goed als de deelnemer het geleerde direct kan toepassen in de eigen praktijk. Er moet aansluiting zijn tussen de inhoud van de training en de praktijk van de deelnemer. Dus geen mooie verhalen, maar concrete casuïstiek bespreken en met elkaar oplossingen bedenken”, zegt Jan Landman van Vreelandgroep Organisatie adviseurs dat is gespecialiseerd in de gezondheidszorg. “Dat kan gecombineerd worden met praktijkoefeningen als rollenspelen en onderhandelen. Om twee voorbeelden te noemen.” Ook ligt soms een weinig zakelijke houding ten grondslag aan het zelf doen van de verloskundige, heeft MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

17


THEMA THEMA THEMA

Welling gemerkt. “Dan doen ze bijvoorbeeld de boekhouding zelf omdat ze niet willen dat de assistente de salarissen kent. Juist binnen de verloskunde is het belangrijk dit soort taken wel te delegeren, want in tegenstelling tot bijvoorbeeld huisartsen, kunnen verloskundigen zorginhoudelijk weinig overdragen. Een managementtraining waarin het belang van het overdragen van taken door een objectieve derde wordt toegelicht, kan deze groep zeker helpen de praktijkvoering efficiënter in te richten.”

Veel eerstelijners beheren hun praktijk ad hoc Grotere maatschappen In de tweede lijn, binnen de maatschap van specialisten, is het meestal niet het personeelsmanagement of de praktische praktijkvoering waarop de samenwerking stuk loopt. In dit samenswerkingsverband van vrijgevestigde specialisten is de afspraak over het inkomen vrij eenvoudig: De verdiensten die de maatschap opbrengt worden, na aftrek van de kosten, verdeeld onder de maatschapsleden. Omdat de maatschap gebruik maakt van de faciliteiten binnen de zorginstelling, spelen ook problemen die zijn gerelateerd aan werkgeversschap minder. Niettemin kennen maatschappen wel andere uitdagingen die op managementgebied kunnen uitgroeien tot knelpunten, benadrukt Jan Landman van Vreelandgroep Organisatie adviseurs. Knelpunten die ook het gevolg zijn van ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Maatschappen zijn gemiddeld groter geworden. Was 25 jaar geleden een maatschap niet groter dan vier tot zes specialisten, vandaag de dag zijn er in grote ziekenhuizen maatschappen van 15 tot 20 specialisten. Landman: “Specialisten lopen tegen de werkelijkheid aan dat een grote maatschap lastiger te besturen is dan een kleine. Daarbij staan zij onder de toenemende druk van ziekenhuisbesturen die willen dat de zorg zo efficiënt mogelijk wordt georganiseerd.

TIPS

18

MedischOndernemen

ACCREDITATIE ALS LEERSCHOOL Naast het volgen van trainingen, kan ook het volgen van een accreditatietraject de kwaliteit en de organisatie van de praktijkvoering verbeteren. Een groeiend aantal huisartsen meldt zich aan voor accreditatie, verloskundigen zijn er minder mee bezig, merkt Leonie Welling die naast haar werk als docent en trainer ook accreditaties uitvoert voor de NPA, een onafhankelijk accreditatie-instituut voor huisartsen en verloskundigen.“Toch zullen zij zich er ook in moeten verdiepen”, verwacht Welling, “al is het alleen maar omdat verzekeraars dit zullen eisen. De inspectie voor de gezondheidzorg controleert vaak achteraf. Door het volgen van een accreditatietraject werk je preventief aan de verbetering van de zorgkwaliteit en praktijkvoering.” Het accreditatietraject van NPA duurt drie jaar en de hele praktijk wordt erbij betrokken. Welling: “Daardoor is het ook een goed instrument om samen tot een eenheid te komen en de praktijk te profileren.” In het accreditatietraject merkt Welling dat vooral de vraag ‘wat regel je wel en wat niet?’ leeft bij huisartsen en verloskundigen. “Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is het belangrijk om prioriteiten te stellen. Ik zie soms de neiging bij zorgverleners om zich te richten op het uiterlijk. Een mooie wachtkamer is leuk, maar als de zorg niet optimaal is, niet de eerste prioriteit. Ik denk dat bijscholing ook een rol kan spelen bij het leren stellen van prioriteiten.”

OK tijd moet goed worden benut, veiligheid wordt steeds belangrijker en patiënten mogen niet langer opgenomen worden dan medisch gezien strikt noodzakelijk is.” Samenwerking tussen gelijken Het meest karakteristiek voor het samenwerkingsverband binnen de maatschap is dat hiërarchie in formele

1 Volg alleen trainingen waar u daadwerkelijk iets van leert. Bedenk van tevoren over welke onderwerpen u meer wilt leren en zoek daar een training bij. 2 Bedenk van tevoren in hoeverre de training toegespitst moet zijn op uw praktijk. Wilt u liever algemene vaardigheden leren of is het in uw geval nuttiger om echte praktijkcases met anderen onder leiding van een trainer te bespreken? 3 Onderschat de moeilijkheidsgraad van het besturen van een (grote) maatschap of praktijk niet. 4 Een training kost enige investering in tijd. Maar die verdient u dubbel en dwars terug door de tijdwinst die u boekt door een betere maatschaporganisatie of praktijkvoering.


MET SCHOLING MEER WERKPLEZIER

Een trainig is pas goed als de deelnemer het geleerde direct kan toepassen in de eigen praktijk

zin ontbreekt. Voorzitters worden vaak voor een bepaalde tijd door de maatschapleden gekozen en het is geen uitzondering dat deze functie eerder als een last dan een eer wordt gezien. Ook omdat het in deze onderneming van gelijken moeilijk kan zijn om collega’s aan te spreken op slecht functioneren of het zich niet houden aan de afspraken. Landman: “Ik zie het geregeld dat de maatschap als team niet goed functioneert. Vaak liggen daar kleine dingen of ergernissen aan ten grondslag die steeds groter worden. Op een gegeven moment lopen mensen er dan voor weg. Een goede training kan deze vicieuze cirkel doorbreken.” Niettemin merkt Landman dat medici terughoudend aankijken tegen het volgen van niet-vakinhoudelijke

cursussen. “Wij zijn nu een managementtraining gestart waar tien specialisten zich voor hebben ingeschreven. Bij de werving hebben wij gemerkt dat specialisten in eerste instantie wel geïnteresseerd zijn, maar een drempel over moeten om daadwerkelijk mee te doen. Het kost tijd en mensen twijfelen over de meerwaarde. De motivatie van de deelnemers is verschillend. Een aantal is door collega’s gevraagd om voorzitter te worden en zij willen zich oriënteren op deze verantwoordelijkheid. Ik heb ook een cursist die een aantal jaar geleden al bestuurlijke taken op zich heeft genomen en zich nu afvraagt: ‘had ik dat ook anders en misschien beter kunnen doen?’.” Iedereen scholen binnen de maatschap is niet haalbaar en niet nodig vindt Landman. “Het zou al heel goed zijn wanneer maatschapvoorzitters zich bezinnen op hun taak. In de meeste maatschappen is dit een roulerende verantwoordelijkheid, dus in een ideale wereld komt iedereen aan de beurt.” Huisarts Bijlsma heet in werkelijkheid anders

advertentie

Kiezen is niet moeilijk. Professionals kiezen voor kwaliteit en zekerheid. Kies daarom voor JDS WIND professionele dentale software en geniet van rust in uw administratie.

3 maand e GRATIS n op proe f! ■ inclusief agenda module ■ boekhouding staandaard aanwezig ■ snel te leren / zeer gebruiksvriendelijk ■ uitstekende service en helpdesk ■ inclusief installatie en instructie Ampèrestraat 35-37 - 1446 TR Purmerend T (0299) 42 81 20 - www.jds-dental.nl - info@jds-dental.nl

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

19


PRAKTIJKVOERING T E K S T: K E V I N K O S T E R M A N

Richtlijnen die nu ook werkelijk richting geven De vooren nade len van E-learnin e-learnin g biedt g d uidelijke aan. Een voordele kort ove n, maar rzicht: er kleve n ook n adelen De voord elen - Flexib el leren: het lesm - Lage ateriaal kosten e is altijd n groot beschikb - Geen a a nbod. aar. reis- en verblijfk - Cursu o st e n . ssen kun nen per minuut daarom worden vraagt. aangepa - Consi st, als de stentie: actualite de aang - Het le it eboden ren van le e rs to f is voor uit huis alle geb eenvoud of de p ruikers g raktijk m iger. elijk. aakt he t tussen door lere De nade n len: - Geen mogelijk heid tot - Er is discussie vaak ge s en ond en moge erling o - Het lijkheid verleg. leren en tot het st lezen o e ll en van v p een b ervaren. ragen. eeldsche Cursusse n kunne rm word - Zelf le n meest t als verm ren verg al wel u t zelfdis oeiend itgeprin - Mense cipline e t w n leren so orden. n cognit ieve vaa ms niet leermate bewust rdighed riaal af, en werk en. zonder d en allee - Veel n het ele at er ee mensen n leerpro ktronisch leren he ces optr e t liefste eedt. via perso onlijke co ntacten.

n van ning? het vormgeve Wat is e-lear naam voor el am rz ICT. ve de ijkheden van E-learning is n de mogel va lp hu bijbe t met ponent, in he leersituaties tronische com ek el kt de ui ar t na wordt gebr De 'e' verwijs gie. E-learning lo no ch te et tern ijs. zonder de in en het onderw tesopleidingen ijf dr be op het hoog en binn arning waren le end ze ro jn n inge middels zi De verwacht orm, maar in en pe hy is et r rn aa inte ordelen m punt van de biedt veel vo rm vo ijs rw ek de el e on ingenieuzere getemperd. D nter. Steeds iĂŤ fic ef le en te r elle en mobiele niet altijd sn s het e-book al n le de id lpm impuls. tronische hu er een flinke learning echt en ve ge s foon

Accreditatie om Opleiders kunnen een verzoek sus gcur accreditatie van hun e-learnin r vake ds indienen en deze worden stee de G KNM toegekend. Zo merkt de huisarts Postgrade-cursus KNO voor de bijvoorbeeld aan voor 2 uur.

20

MedischOndernemen


ALLES OVER E-LEARNING

Voortdurend ontwikkelen en actualiseren werkgroepen van de wetenschappelijke verenigingen evidence-based richtlijnen hoe specialisten moeten handelen in de zorg. Die richtlijnen dienen als ondersteuning bij de klinische besluitvorming, maar worden ze ook gebruikt? Een groot probleem voor de richtlijncommissies is dat ze vaak niet weten wat er met de richtlijn gebeurt nadat ze zijn geschreven. Klink Eind 2008 stuurde minister Klink een brief aan de Tweede Kamer met als onderwerp ‘Regie op Richtlijnen’. In de brief benadrukte hij dat richtlijnen een belangrijk hulpmiddel zijn voor medici ‘bij het uitoefenen van hun rol om te komen tot een veilige, cliëntgerichte en doelmatige zorg’. Helaas moest hij ook constateren dat de ontwikkelde richtlijnen vaak ‘onvoldoende hun weg vinden naar de dagelijkse praktijk.’ Het Utrechtse bedrijf E-WISE pakte dit probleem op en vond een oplossing om de implementatie van de richtlijnen te verbeteren. Door hun jarenlange ervaring met het maken van online nascholingen en een intensieve samenwerking met het merendeel van de wetenschappelijke verenigingen - ontwikkeling van websites en applicaties - ontstond het Richtlijn Educatie Programma. REP-online is een educatieprogramma op internet waarin de richtlijntekst overzichtelijk wordt aangeboden en afgesloten met een kennistoets, waardoor de specialist actief met de richtlijn bezig is. Om de vragen van deze toets te kunnen beantwoorden moet een gebruiker de tekst kennen en dus kunnen gebruiken. Voordelen zijn groot De richtlijncommissies die al met het educatieprogramma te maken kregen zijn enthousiast. De specialist kan gratis nascholen, weet zeker dat de geboden informatie objectief is en kan accreditatiepunten verdienen met informatie die hij sowieso moet kennen. De verenigingen en richtlijncommissies zijn op hun beurt weer content dat hun leden actief bezig zijn met de richtlijnen en de aanbevelingen zo eerder hun weg vinden naar de dagelijkse praktijk. Hoe werkt het? Verenigingen geven de opdracht voor de ontwikkeling van een educatieprogramma. Eén of meerdere leden van de richtlijncommissie overleggen vervolgens met de redactie van E-WISE wat de essentie is van de richtlijn. De redactie maakt daarop de vragen, die inhoudelijk gecontroleerd worden door de werkgroep. De vragen vormen samen met casuïstiek het toetsgedeelte van het educatieprogramma. Doordat het educatieprogramma online te volgen is, kan de gebruiker waar en wanneer hij dat maar wil nascholen. Wat kost het? Uiteraard zijn er kosten verbonden aan de ontwikkeling en publicatie. De meewerkende wetenschappelijke

verenigingen gebruiken diverse financieringsmiddelen, waaronder de kwaliteitsgelden, om dit te financieren. Hierdoor zijn er voor de gebruiker geen kosten meer verbonden aan het gebruik van een educatieprogramma. Met REP-online hebben de eerste wetenschappelijke verenigingen - onder andere de NIV, NOV, NVA en de NVN - een instrument in handen te hebben waarmee specialisten gestimuleerd worden om hun richtlijnen ook daadwerkelijk te gebruiken. Ongelofelijk veel richtlijnen De Nederlandsche Internisten Vereeniging - NIV - wil dit jaar drie Richtlijn Educatie Programma’s uitbrengen. Directeur Bas Oude Elberink is enthousiast over REPOnline. "Voor internisten zijn er ongelofelijk veel richtlijnen en je kunt je afvragen of een internist ze nog wel allemaal kan en wil volgen. De insteek van het educatieprogramma maakt richtlijnen levendiger. Het gaat mij eigenlijk ook helemaal niet om de ‘toets’ die het programma bevat, maar meer om het op een creatieve manier omgaan met de richtlijn." De werkgroepen krijgen door de interactieve toetsing de bevestiging dat er echt iets gebeurt met hun richtlijnen. Bas Oude Elberink: "Eerst maakten we altijd boekjes, waarvan je geen idee had wat ermee gebeurde. Wanneer een richtlijn via internet gemakkelijk te raadplegen is en er een educatieprogramma aan vastzit wordt een richtlijn proactief gebruikt."

Wat is REP-online? Nascholingsprogramma REP-online - Richtlijn Educatie Programma - vertaalt de kennis van een evidence-based richtlijn naar de praktijk. De nascho- lingen in REP-Online zijn geaccrediteerd en gefinancierd door de betrokken wetenschappelijke verenigingen. Ze zijn kosteloos beschikbaar voor hun leden. Er zijn nascholingsprogramma's beschikbaar voor: • Internisten - NIV • Orthopeden - NOV • Anesthesiologen - NVA • Neurologen - NVN • Oogartsen - NOG Kijk voor meer informatie op: www.rep-online.nl.

Op MedischOndernemen.nl vindt u een overzicht van e-learning aanbieders per beroepsgroep. MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

21


PERSONEEL

7 redenen waarom opleiden niet het gewenste resultaten oplevert EN WAT U DAARAAN KUNT DOEN

De Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow zei ooit: "Als uw enige gereedschap een hamer is, ziet elk probleem er als een spijker uit." Opleiden vergroot uw bewustzijn, kennis, vaardigheden en ervaring, maar niet alle aandachtspunten zijn spijkers en opleiden is dus niet uw enige gereedschap. In dit artikel leest u de zeven meest voorkomende redenen waarom een opleiding niet voldoet aan uw doelstellingen - zelfs al is het het juiste instrument - en krijgt u handvatten om hier iets aan te doen.

REDEN 1: Wie is verantwoordelijk? Terug op de werkplek worden mensen zelden verantwoordelijk gehouden voor het gebruik van wat ze op de cursus of in de workshop hebben geleerd. Er zullen dus altijd mensen zijn die een opleiding als iets vrijblijvends beschouwen. Hoe waarschijnlijk is het dan dat de prestaties echt veranderen? Met onderstaande stappen concretiseert u de verantwoordelijkheid . • Geef een duidelijke boodschap af voor deelname aan de opleiding. Wat verwacht u van de deelnemer bij terugkeer? • Maak zowel vóór als na de training tijd vrij voor een kort gesprek. • Laat de deelnemers weten dat er na de opleiding een actieplan van ze wordt verwacht en toon interesse in de uitkomst. • Vraag deelnemers hoe u ze kunt helpen bij het bereiken van nieuwe doelen. REDEN 2: Het snoepje van de dag Soms hebben opleidingen weinig raakvlak met de strategische doelstellingen van de organisatie. Vergelijk het met de nieuwste dieet-hype. Mensen horen over een nieuw dieet, worden enthousiast, kopen een boek met recepten en merken na afloop dat de ingrediënten nauwelijks verkrijgbaar zijn. Met opleidingen gebeurt vaak hetzelfde. Er is meestal niets mis met de opleiding, maar vaak wordt deze - nog - niet ondersteund in de organisatie en krijgen werknemers niet de tijd om met het geleerde te werken. Dit kost de onderneming tijd en geld en leidt tot verwarring bij de werknemers. Een bijkomend risico is cynisme en het verspelen van geloofwaardigheid. Wat kunt u hieraan doen? • Kies voor opleiden op basis van strategische doelstel-

• • • •

lingen en werkelijke lacunes. Blijf trouw aan de prioriteiten als deze eenmaal zijn vastgesteld. Zet alles in het werk om de opleiding echt te laten renderen. Zorg voor voldoende tijd en ondersteuning om het geleerde in de praktijk te brengen. Formuleer vooraf heldere, realistische en meetbare resultaten. Bedenk een plan om de cursist te ontlasten tijdens zijn nieuwe werkzaamheden. Hieruit spreekt het belang dat u hecht aan de training en neemt druk weg bij de medewerker, zodat deze zich in alle rust verder kan bekwamen.

REDEN 3: Goede voornemens en oude gewoontes Een goed uitgewerkte training met gemotiveerde leerlingen geeft cursisten een helder beeld hoe ze het geleerde op de werkvloer willen toepassen. Maar hoe goed bedoeld deze plannen ook zijn, vaak zijn ze net zo effectief als de goede voornemens op oudejaarsavond. Oude gewoontes zijn nou eenmaal moeilijk te doorbreken. En dit is helemaal het geval als de ondersteuning voor de nieuwe vaardigheden en het nieuwe gedrag op de werkplek ontbreekt. Wat kunt u hieraan doen? Naast de suggesties bij reden 2 kunt u denken aan: • Geef - indien mogelijk - het hele team op hetzelfde moment training in nieuwe informatie en vaardigheden. • Kies een opleider die zoveel mogelijk werkt met concrete praktijksituaties, zodat de vertaalslag voor iedereen snel te maken is. De overige 4 redenen leest u op de website: www.medischondernemen.nl


COLUMN

REMON HENDRIKSEN

Vakantie voorbij

MICHEL VAN BUREN senior consultant BLMC

Wachten is zo ongeveer wel het naarste wat mij kan overkomen. Ik ben namelijk een doener. De wachtkamer is dan ook bij uitstek een plek waar ik nogal met mezelf geconfronteerd word. Mijn ervaring is dat wachttijd altijd langer duurt dan verwacht. Best lastig om die wachttijd te gebruiken voor iets zinnigs, zoals een moment-voorjezelf bijvoorbeeld. Als ik om me heen kijk in een wachtkamer, zie ik twee categorieën mensen. De ene groep kijkt weg en ontkent zijn bestaan. De andere groep praat vooral over het weer. De geladenheid van een dreigend oordeel van de tandarts (gaatje!) of een akelige aandoening (huisarts) hangt in de lucht. De basisemotie die hieraan ten grondslag ligt, is voor een ieder herkenbaar: angst. Best lastig voor artsen om elke keer daarmee te moeten dealen. In mijn werk heb ik daar ook mee te maken. Ik leid veranderprocessen namelijk. Mensen willen liever niet veranderen. Het gedrag van mensen die horen dat hun werk verandert, is gek genoeg voorspelbaar. Wat ik waarneem, valt uiteen in drie grondhoudingen: vechten (dit kan zowel positief als negatief zijn), vluchten (andere baan zoeken) of verlammen. Het laatste komt het vaakst voor. In een presentatie die ik kortgeleden gaf voor hoger kader van drie defensieonderdelen, liet ik een fragment zien uit Kijken in de ziel, die prachtige serie van de RVU over toppsychiaters die geïnterviewd werden over hun vak en zichzelf. Zij bevestigen dat angst hoog op de trap staat van belemmerde factoren voor een gezond leven. Vanuit praktijkervaringen en eigen onderzoek onder onze klanten, durven we te zeggen dat gedrag, essentieel onderdeel van omgaan met een veranderproces, voorspelbaar en beïnvloedbaar is. De essentie is dat we best een ‘technische’ verandering kunnen implementeren (bijvoorbeeld door een innovatieve inrichting van de balie waardoor

patiënten sneller en efficiënter geholpen kunnen worden), maar dat we vergeten dat de mens ook mee moet in die andere werkwijze. De mens staat dan ook altijd centraal in onze aanpak. Dit betekent onder andere: draagvlak creëren door tweezijdige communicatie. Niet achteraf, maar meteen aan het begin van het verandertraject. Betrokkenheid is het sleutelwoord. En trouwens: als je merkt dat het werk eigenlijk veel leuker wordt door die veranderingen - meer tijd voor zorg verlenen – dan kan de arts, assistente of praktijkondersteuner het ook daadwerkelijk ervaren als een positieve verandering. Hoe bestrijden we nou die angst in de wachtkamer? Een lekkere kop koffie zou mij wel helpen. Logisch ook dat ik hierop kom, aangezien facility management ons vak is. Wellicht biedt dit ook een spontane mogelijkheid tot een netwerkgesprek bij de koffiemachine. Tja, waarom ook niet. We zitten al in allerlei virtuele sociale netwerken zoals Hyves (mijn zoon) of het zakelijke vlak LinkedIn. Zo’n wachtkamer biedt ook ruimte voor een goed gesprek. Als het maar niet te gezellig wordt. Komt de assistente me roepen voor mijn afspraak, zeg ik: “Even wachten, ik ben nog in gesprek”. Zou wat zijn. Dan zijn we in ieder geval ‘de angst voorbij’.

KIJK VOOR MEER BLMC-COLUMNS OP WWW.MEDISCHONDERNEMEN.NL/BLMC

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

23


THEMA THEMA THEMA

FISCAAL

T E K S T: N I E L S W I L D E R I N G , AV I V O S C V A C C O U N TA N T S E N B E L A S T I N G A D V I S E U R S

Fiscale stimuleringsregelingen VOOR TRAINING EN OPLEIDING VAN PERSONEEL Voor ondernemers is het de laatste jaren steeds belangrijker geworden om hun personeel goed te trainen en op te leiden. Enerzijds levert dit meer tevredenheid op bij het personeel, maar anderzijds – niet geheel onbelangrijk – zorgt een beter opgeleide medewerker voor een hogere kwaliteit van uw product. Hoewel het initiatief tot het aanbieden van een training of opleiding aan uw personeel zelden fiscaal ingegeven zal zijn, is het toch wel prettig als de fiscus meebetaalt. Los van het feit dat de opleidingskosten natuurlijk aftrekbaar zijn van uw winst zijn er ook enkele aanvullende regelingen waar u uw voordeel mee kunt doen. Afdrachtvermindering onderwijs Ten eerste bestaat er een regeling via de Wet vermindering afdracht van loonbelasting. Via deze wet zijn tal van mogelijkheden geformuleerd die een besparing op de maandelijks af te dragen loonheffing kunnen realiseren. De hoogte van uw voordeel kan oplopen tot ca. € 3.000 per jaar per medewerker. Voor wie geldt de regeling? De vermindering ‘Onderwijs’ is ondermeer van toepassing op degene die: ◆ een beroepsbegeleidende leerweg volgt, op grond 24

MedischOndernemen

van een leerwerkovereenkomst tussen u, de werknemer en de onderwijsinstelling; denk bijvoorbeeld aan een beginnende tandartsassistente; ◆ arbeid verricht in het kader van een initiële opleiding in het HBO, op grond van een onderwijsarbeidsovereenkomst tussen u, de werknemer en de Hogeschool; ◆ een leerwerktraject volgt in het derde of vierde leerjaar van de Basis Beroepsgerichte Leerweg van het VMBO; ◆ gedurende ten minste twee maanden een stage volgt in het kader van een beroepsopleiding in de


B E S PA A R O P T R A I N I N G E N O P L E I D I N G

beroepsopleidende leerweg op MBO-niveau 1 of 2. Deze stage moet plaatsvinden op grond van een leerwerkovereenkomst tussen u, de onderwijsinstelling en de stagiair; ◆ een voormalige werkloze is, die aangewezen scholing volgt die erop gericht is hem op startkwalificatienieau te brengen. Het voert te ver om in dit artikel alle onderdelen uit te werken, maar houdt u de mogelijkheden in uw achterhoofd. Economische crisis biedt kans Voor het jaar 2010 is het nog het vermelden waard dat de regeling – gezien de huidige economische crisis – wordt uitgebreid. Er komt een aanvullende premie van € 500 per jaar per persoon voor medewerkers die in 2010 een opleiding gaan volgen die: ◆ relevant is voor de huidige functie of toekomstige functie van de medewerker binnen uw praktijk of onderneming; ◆ die gericht is op het verkrijgen van een hoger opleidingsniveau; ◆ voor 50% of meer door de werkgever wordt betaald; ◆ en waarvoor niet al op grond van een andere regeling een afdrachtskorting wordt verkregen. Mochten uw praktijkassistentes bijvoorbeeld een aanvullende opleiding willen gaan doen dan zou deze regeling van toepassing kunnen zijn. Het is dan wel van

belang dat er pas in 2010 wordt gestart. Vooralsnog geldt deze regeling alleen in 2010. Verstrekken van een kostenvergoeding Los van het verkrijgen van een afdrachtvermindering voor de loonheffing heeft u natuurlijk de mogelijkheid de kosten van cursussen, congressen en seminars etc belastingvrij te vergoeden voor uw personeel. De vrije vergoeding blijft niet alleen beperkt tot de cursus- en inschrijvingskosten maar geldt ook voor reis- en verblijfkosten. Basisregel blijft dat de te volgen cursus in het kader van het dienstverband moet zijn. Als een werknemer uit interesse een cursus wil volgen dan zijn die kosten niet zonder meer te vergoeden en/of aftrekbaar. Aftrekbare kosten in de inkomstenbelasting Mocht u als praktijkhouder niet genegen zijn voor een bepaalde opleiding een vergoeding te geven dan kan het geen kwaad uw medewerkers te wijzen op de mogelijkheid van de studiekosten-aftrek in de inkomstenbelasting. Indien een medewerker in één jaar meer dan € 500 uitgeeft aan een opleiding dan is het meerdere voor hem of haar aftrekbaar van het belastbaar inkomen. De aftrek kan worden opgevoerd in de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. Uit het vorenstaande blijkt dat er tal van mogelijkheden zijn om de training en opleiding van uw personeel fiscaal wat aantrekkelijker te maken. Profiteer ervan!

Als u als praktijkhouder voor uzelf kosten voor training, opleiding etc maakt dan zijn deze volledig aftrekbaar van uw winst voor zover deze kosten zijn te relateren aan uw praktijk. De kosten van reizen en verblijf zijn dan ook volledig aftrekbaar. Hier tegenover staat de aftrekbeperking van 26,5% (2009) voor zover het gaat om congressen, seminars en excursies. Het onderscheid is af en toe moeilijk te maken, maar als het vakinhoudelijke verbetering op kan leveren zullen de kosten volledig aftrekbaar moeten zijn

Laat de fiscus uw hobby betalen In deze dure tijden is het extra verstandig om goed te kijken waar de fiscus kan bijdragen aan de prettige kanten van het leven. Al te handig is ook niet verstandig, want voor het sponsoren van activiteiten zijn wel regels die gehanteerd worden. Misschien is het zelfs mogelijk uw hobby een zakelijk tintje te geven. De rekening schuift u dan door naar de fiscus. Fiscaal aftrekbaar sponsoren van hobby’s Als u de Belastingdienst wilt laten meebetalen, zult u moeten bekijken of aan uw hobby een of andere vorm van sponsoring te koppelen is. In de medische wereld wordt het nog niet vaak gebruikt, maar u kunt altijd reclame maken voor uw praktijk. Dit is dan aftrekbaar van de winst. Op die manier kunt u sporten waarin uw kinderen deelnemen aardig ondersteunen. Geniet, maar sponsor met mate! Zakelijk gezien moet het wel nuttig zijn. De inspecteur

mag niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten, maar als er geen enkele verband zit tussen kosten en mogelijke opbrengsten, dan kan de fiscus daar uiteraard wel moeilijk over gaan doen. Met mate sponsoren kan toch met redelijke bedragen. Sponsort u bijvoorbeeld de golfclub met € 5.000,-, dan heeft u van de fiscus weinig te duchten. Zelfs niet als uw zoon of dochter in het clubteam speelt. Het sponsoren van uw prive vliegtuig ligt uiteraard veel gevoeliger. Ook lastig wordt het als er een direct persoonlijk motief is, zoals het direct sponsoren van uzelf of uw familie. Ook het persoonlijk voordeel wordt met extra argus ogen bekeken. Zodra het sponsoren van een stoel in het concertgebouw u als muziekliefhebber gratis kaartjes oplevert moet u al oppassen dat de fiscus de verkregen tegenprestatie niet in mindering brengt.

NotaBene MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

25


FINANCIEEL T E K S T: G E E R T R E Y N E R S , P R I VAT E B A N K E R R A B O B A N K A M S T E R D A M E-MAIL: G.J.M.REYNERS@AMSTERDAM.RABOBANK.NL

Meer rust in uw persoonlijke financiën In dit artikel beschrijven we hoe u meer rust kunt inbouwen in uw persoonlijke financiën. Als u zich concentreert op zaken binnen uw cirkel van invloed, krijgt u meer grip op het heden. Niemand leeft in het verleden of in de toekomst. 26

MedischOndernemen


FINANCIËLE GRIP OP HET HEDEN

Het bloed wordt dunner… De wereld van de medisch specialist is sterk veranderd. Daar waar de specialist vroeger een gerespecteerde hoeksteen binnen de samenleving was, lijkt hij nu speelbal te zijn van de politiek. Zowel het speelveld als de spelregels zijn onderweg al meerdere malen aangepast. Goodwill is een uitstervende pensioenvoorziening; de prijs voor een consult is vervangen door een urenbriefje en bij elke discussie over de ziektekostenpremie ligt de hoogte van uw inkomen op straat en mag iedereen daar zijn zegje over doen. Kortom de (inkomens-)positie van de specialist is voortdurend aan verandering onderhevig. AOW-wijziging een zegen? De carrière van een medisch specialist is relatief kort. Na een intensieve periode van studeren en opleiding begint pas het echte werk. De kans dat u de geijkte 40 dienstjaren haalt is daardoor klein. Misschien is de verschuiving van de AOW-gerechtigde leeftijd naar 67 wel een zegen! Maar toch, u hoeft niet alles lijdzaam te ondergaan. In dit artikel geen pleidooi voor de hoogte van uw inkomen, wel een aantal vingerwijzingen om dit inkomen goed aan te wenden. Niets is zeker… De financiële wereld zoals wij die kenden is niet meer. De internetbubbel kwam en ging met de eeuwwisseling en de oliecrisis is vervangen door een hybride auto. Sinds september 2008 beseffen we ons weer wat risico nemen is. Dit besef hadden we 8 jaar lang collectief verstopt onder de noemer ‘vertrouwen’. Deze peiler van vertrouwen is omgevallen. Zelfs Nederlandse banken kunnen failliet gaan door Laakbaar, goedgekeurd, gedrag. Ook de bankier lijkt zijn hoeksteenpositie te hebben ingeruild voor die van spijtbetuiger. Allemaal mooi die woorden, maar waar leidt dit stuk dan toe? Moeten we allemaal weer extra grote sokken kopen, of de tweedehands Polifer-brandkast volstoppen met goud? Nee. De oplossing ligt in het anders omgaan met uw financiën. Beter inzicht in uw inkomsten, uitgaven en het bijpassende risico geeft meer rust en zekerheid.

komst“. In de financiële sector is risico de afwijking van het gemiddelde; ook wel standaarddeviatie. Al jaren nemen wij aan dat twee maal de standaarddeviatie onze financiële risico’s voldoende afdekt. Helaas. Deze 95% zekerheid is niet voldoende gebleken. Wat kunnen we van andere bedrijven leren? De Coffee Company gebruikt al jaren al standaard 5 maal de standaarddeviatie; dat geeft 99,99% zekerheid. Daar is de kans minimaal dat een consument klaagt dat er maar 499 in plaats van 500 gram koffie is geleverd. Klachtafhandeling is duurder dan het fijner afstellen van de machines. De financiële sector zou tijdens een koffiepauze eens wat vaker mogen stilstaan bij deze risicobenadering… Uw financiële plan Uw financieel plan is uw sleutel tot meer rust en zekerheid. Het geeft u overzicht en u wordt regisseur van uw uitgaven. Het is gebaseerd op uw persoonlijke situatie, wensen en verwachtingen. Het uitgangspunt van een gedegen financieel plan is inzicht in uw huidige inkomsten en uitgaven. Weet u bijvoorbeeld wat u per maand netto nodig heeft? Wat zijn uw bruto inkomsten, wat geeft u uit aan belastingen, woonlasten, vaste lasten en wat spaart u per maand? Het verschil tussen uw inkomsten en uitgaven is uw gewenste netto besteedbar inkomen. Dit is de basis van uw financieel plan. Vervolgens gaat u praten over wijzigingen in uw inkomsten en uitgaven. De investering in de studie van uw kinderen, het wegvallen van woonlasten door aflossingen, de wens om minder te gaan werken et cetera. Deze factoren beïnvloeden uw werkelijke netto besteedbaar inkomen. Uw gewenste netto besteebaar inkomen verandert uiteraard niet! Het is belangrijk om uit te gaan van zekerheden. Elke aanname geeft een grotere onzekerheid voor wat betreft de uitkomst. Houd rekening met inflatie, vermijd al te grote loonstijgingen en laat het vermogen eerst buiten beschouwing. MO

Wat is risico? Risico is de kans van het optreden van een gebeurtenis maal de impact die de gebeurtenis heeft. Een grote kans hoeft dus nog geen groot risico te betekenen. Als de kans van een gebeurtenis tamelijk groot is, maar het nadelige effect ervan heel klein, dan is het risico niet al te groot. Bij beleggen is de factor risico recent écht zichtbaar geworden. U hoeft er niet van te schrikken, dat risico was er al die tijd al. Het sluimerde onder het oppervlak van ongebreidelde hebzucht en vertrouwen. Elke uitspraak over het geprognosticeerde rendement gaat gepaard met de disclaimer: “in het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toeMO - jaargang 6 - november 2009 - #05

27


OPINIE T E K S T: J E S S I C A T E R W I E L

Opinie: Verzekeraars doen meer kwaad dan goed REAGEREN? ➔ GA NAAR WWW.MEDISCHONDERNEMEN.NL/OPINIE Voor een gezonde zorgverlening is het nodig dat de verzekeraar teruggaat naar de rol die bij een verzekeraar hoort: het vergoeden van de benodigde zorg en het herstel van de autonomie van de verzekerde en de zorgverlener. Dat bepleit eerstelijnspsychologe Jessica Terwiel. Sinds de eerstelijnspsychologische zorg op 1 januari 2008 onder de nieuwe zorgverzekeringswet in het basispakket is opgenomen, worden wij elp-zorgverleners geconfronteerd met een grote verandering in de aard van het contact met de zorgverzekeraar. Voorheen waren zorgverzekeraars vooral verzekeraars, dat wil zeggen dat zij vergoedingen uitbetaalden voor zorg die verzekerd is. Tegenwoordig zijn zij dankzij de nieuwe zorgverzekeringswet iets heel anders, maar wat? Zorgverzekeraars hebben een 'zorgplicht' zonder dat zij zorgverlener zijn, zij 'kopen zorg in' en doen 'veilingen van zorgbehoefte', zij 'onderhandelen' door eenzijdig een contract op te stellen en af te wachten wie er tekent, zij proberen inzage te krijgen in patiëntendossiers, en de helpdesks vertellen verzekerden grote onzin over restitutie omdat de verzekeraar wil dat verzekerden voor naturazorg kiezen. De verzekeraars informeren verzekerden over bovenstaande activiteiten met klinkende leuzen als "Wij zijn er voor uw gezondheid", hetgeen tamelijk absurd en grensoverschrijdend is aangezien zij niet geschoold zijn in enige vorm van gezondheidszorg en ook geen zorg 28

MedischOndernemen

verlenen. De feiten zijn heel simpel: verzekeraars zijn zich ronduit aan het bemoeien, en wel daar waar zij meer kwaad dan goed doen. In de eerstelijnspsychologische zorg merken we dat bijvoorbeeld aan de manier waarop gecontracteerd wordt. Het 'onderhandelen' met onze beroepsgroep bestaat uit het presenteren van een door de verzekeraar opgesteld contract met de begeleidende mededeling "nee wijzigen kan niet, maar u bent dan ook niet verplicht om dit te ondertekenen". In dat contract worden wij op meer of minder desastreuze manier betutteld. Schaamteloos verwijzen naar ‘n verlopen gedrags-code Laat ik als voorbeeld het Achmea-contract nemen. Daar moeten wij tekenen voor het veel te lage tarief dat de verzekeraar heeft vastgesteld, moeten we 'verzekerden' met een specialistische zorgbehoefte binnen twee sessies terug-en doorverwijzen, wordt ons een maximale wachtlijst van 6 weken voorgeschreven, worden wij contractueel verplicht om bij eenzijdig beëindigen van de zorgrelatie door de psycholoog daarover een brief met onderbouwing te sturen naar de 'verzekerde' zelf,


N I E T D E M E N S T E LT M A A R D E H A N D E L

diens huisarts en de verzekeraar, moeten wij ook nog 'de toegankelijkheid van de praktijk het gehele jaar waarborgen' en waarneming regelen, en mogen wij wanneer onze praktijkruimte geschilderd wordt pas na toestemming van de verzekeraar tijdelijk uitwijken naar de groepspraktijk verderop. Verder wil de verzekeraar controle en inzage in behandelgegevens zonder aan te tonen waarvoor dat nodig is, en verwijst zij daarbij schaamteloos naar de gedragscode die verlopen is. En dan is er het trieste feit dat voor het zogeheten efficiënte, maar eigenlijk tijdvretende, digiaal factureren een aanvullend contract van zeven pagina's nodig is. Autonomie van de behandelaar ernstig ingeperkt De autonomie van de behandelaar wordt met een dergelijk contract ernstig ingeperkt. De behandelaar die dit contract tekent mag een cliënt dus niet viermaal zien om deze te motiveren voor een verwijzing naar de tweede lijn; hij mag niet dermate excellent zijn dat mensen graag op zijn wachtlijst staan en daardoor een wachtlijst langer dan zes weken laten ontstaan. Die psycholoog is kennelijk verplicht om bij de ontdekking dat de cliënt een affaire had met zijn eigen vrouw, hierover een onderbouwde brief naar de verzekeraar en de huisarts te sturen, en om voor die mensen die speciaal met hem en met niemand anders hun geheimen wilden delen een waarnemer te regelen in de herfstvakantie. Daarnaast is het onmogelijk voor de psycholoog om de cliënt te garanderen dat niemand toegang krijgt tot het behandeldossier, want de verzekeraar kan, schermend met een ongeldige gedragscode, op onvoorspelbare momenten inzage eisen. Verzekeraars betitelen deze praktijken als 'stimuleren van de kwaliteit' en 'optimale marktwerking', maar dat kwaliteit in de zorg kan worden opgelegd door middel van het contractueel opstapelen van allerlei eisen tegen een lage betaling is een onzinnige gedachte. Van geen enkel proces kan de kwaliteit verbeterd worden door er voor weinig geld torenhoge eisen aan te stellen. Dat geldt overal, van landbouw tot onderwijs en van eierproductie tot gezondheidszorg. Kwaliteit bereik je alleen door te investeren: tijd, aandacht, en ook geld. De zorgverleners worden nu onder het mom van 'prijskwaliteitverhouding' geperst in een keurslijf van een laag tarief en stapels oneigenlijke voorwaarden en inperkingen van de professionele autonomie, waardoor er geen zorg op maat meer mogelijk is. De enige manier voor ons om nog zelfstandig een behandelrelatie met de cliënt aan te gaan, en om zelfstandig te kunnen bepalen hoe wij optimaal praktijk voeren, is door te kiezen voor werken op restitutiebasis. De verzekeraar weet dat ook, en maakt dat opzettelijk duur... voor de verzekerde. Zelfs met een restitu-

tiepolis is de verzekerde regelmatig meer eigen bijdrage kwijt aan een niet-gecontracteerde psycholoog dan aan een gecontracteerde psycholoog, want verzekeraars streven ernaar het 'veld' zoveel mogelijk onder hun controle te brengen. Autonomie en keuzevrijheid worden in het huidige stelsel eenvoudigweg heel duur, en misschien op termijn onmogelijk, zoals in de oprukkende de ketenzorg. 'Verhandelbare product zorg' staat centraal De makke van dit 'markt'-stelsel is dat niet de zorgbehoefte van de cliënt voorop staat, maar het 'verhandelbare product zorg'. De gedachte dat je zorg kunt kopen en verkopen, dat je het zelfs kunt veilen en dat je voor weinig geld goede kwaliteit kunt binnenhalen, gaat volledig voorbij het feit dat de zorg alleen maar kan bestaan, en moet bestaan, omdat er een cliënt/patiënt/ verzekerde is die een behoefte heeft aan die zorg. Door de verhandelbaarheid van de zorg centraal te stellen en niet de cliënt met zijn/haar behoefte, trekken de verzekeraars hun verhouding tot de verzekerde en de zorgverlener uit zijn verband. De verzekerden zijn geen klanten meer zoals in de zegswijze 'de Klant is Koning', zij zijn dankzij hun zorgbehoefte een soort van substraat geworden waarop een bloeiende 'zorgmarkt' of 'zorgverleningindustrie' gebouwd en gemanaged kan worden, net zoals de behoefte van groeiende gewassen een substraat vormt voor een bloeiende markt in meststoffen en verdelgingsmiddelen. De mens, de menselijke behoefte en de menselijke maat zijn in dit geheel ver te zoeken: niet de mens telt maar de handel. Dat is de essentie van het woord 'markt'. En dat is waarom in de praktijk van de gezondheidszorg aan de twee belangrijkste partijen, namelijk de zorgvrager en de zorgverlener, door de marktwerking datgene wordt ontnomen waarom het allemaal draait: de mogelijkheid om met zijn tweeën een samenwerking op te zetten die tot een optimaal resultaat leidt voor de zorgvrager. De huidige industriële benadering van de zorg maakt dit in toenemende mate onmogelijk. Voor een gezonde zorgverlening is het nodig dat de verzekeraar teruggaat naar de rol die bij een verzekeraar hoort: het vergoeden van de benodigde zorg, en dat de autonomie van de verzekerde en de zorgverlener in ere worden hersteld, zodat zij samen op de enige kwalitatief goede, namelijk ambachtelijke wijze, de best mogelijke zorg kunnen realiseren. Jessica Terwiel is eerstelijnspsychologe en oprichter van 'Contractvrij', een groep van psychologen in de eerste lijn die hechten aan het werken op restitutiebasis. Bij deze groeiende groep zijn inmiddels ruim 330 eerstelijnspsychologische zorgverleners aangesloten. Email: hetconsult@xs4all.nl MO

REAGEREN? ➔ GA NAAR WWW.MEDISCHONDERNEMEN.NL/OPINIE MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

29


A U T O M AT I S E R I N G T E K S T: R U T G E R S T E E N B E R G E N

Gebruik uw kostbare computertijd optimaal Een zakelijke computer met internettoegang is zowel praktisch als gevaarlijk, want voor u het weet besteedt u uw kostbare tijd aan privé mail, het bezoeken van nieuwssites of het controleren van de laatste beurskoersen. Dit lijkt misschien onschuldig, maar uw productiviteit leidt er flink onder en het kost veel tijd om de benodigde concentratie te hervinden. Daarom in deze MedischOndernemen een aantal tips om uw computertijd effectiever te gebruiken. TIP 1: Voorkom Outlook-stress Een pieptoon of een knipperend envelopje in de taakbalk, uw e-mail programma drukt ongemerkt een grote stempel op uw dagelijkse werkzaamheden. De makkelijkste manier om efficiënter te werken is het afsluiten van het e-mailprogramma dat u gebruikt. Controleer de e-mail in plaats daarvan op vaste tijden, bijvoorbeeld 's ochtends bij binnenkomst, ‘s middags voor de lunch en aan het eind van de dag voor u de praktijk verlaat. Ruim hier tijd voor in en onderneem meteen actie, zodat de nog te versturen mailtjes niet in uw hoofd blij30

MedischOndernemen

ven rondspoken. Dit geeft een hoop rust. TIP 2: Schakel de automatische e-mail controle uit Is het noodzakelijk dat uw e-mailprogramma de hele dag aanstaat dan kun u de controlefrequentie wijzigen. Standaard controleert Outlook elke vijf minuten de mailserver en ontvangt u veel e-mail dan wordt u daar steeds in beeld en geluid op geattendeerd. Onder Extra -> Opties -> tabblad E-mail instellingen -> de knop Verzenden en ontvangen wijzigt u de tijdsduur. Wat een goede frequentie is bepaalt u zelf, maar


eens per uur is al best vaak. Bovendien kunt u altijd handmatig de e-mail controleren met de knop Vezenden/ontvangen (Ctrl + M). TIP 3: Structureer uw werk Het is niet het leukste werk, maar het loont om af en toe tijd in te ruimen voor het opschonen van uw computer. • Verwijder alle ongebruikte icoontjes van het Bureaublad zodat u de gebruikte sneller vindt. • Stop Word- en Excel-documenten in de juiste map met een logische naam - en verwijder bestanden die u niet gebruikt. Bent u niet zeker of u bestanden niet meer gebruikt dan kunt u ze altijd archiveren in een speciaal back-up mapje. • Kijk eens naar de wijze waarop u documenten opslaat. Laat u een documentnaam bijvoorbeeld voorafgaan door de datum dan vindt u ze makkelijk chronologisch terug. • Gebruik duidelijke onderwerpregels voor uw e-mails zodat de context meteen helder is. • TIP: Selecteert u in Outlook de onderwerpregel van een e-mail dan kunt u een nieuwe, relevante naam opgeven. TIP 4: Sneller werken met sneltoetsen U tikt een tekst in Word en wilt dit onderstrepen, dus grijpt u naar de muis. U typt weer verder en wilt iets nazoeken op internet, en hop daar gaat de muis weer. Herkenbaar? Probeer dan eens te werken met sneltoetsen. Een overzicht van Apple sneltoetsen vindt u op: support.apple.com/kb/HT1343 Dit zijn Windows-sneltoetsen die iedereen zou moeten kennen: Alt + Tab: Hou Alt ingedrukt en blader met de knop TAB - herhaaldelijk indrukken - door de geopende vensters. Laat de toetsen los als het juiste venster is omkaderd. Windowstoets + D: Ga direct naar het bureaublad. Druk nogmaals de toetsencombinatie in om naar het oorspronkelijke venster terug te keren. Windowstoets + L: Vergrendel uw computer. Windowstoets of Ctrl + Esc: Open het menu Start (navigeren kan met de pijltjestoetsen, programma’s opent u met Enter) Windowstoets + E: Open Windows Verkenner. Met de pijltjestoetsen bladert u door de verschillende mappen. Ctrl + W: Sluit de op dat moment geopende pagina af. Wijzigingen slaat u op met j of n (ja of nee) TIP 5: Selecteer menu’s met de knop Alt (Windows) In Windows selecteert u menu-items met de knop Alt en de pijltjestoetsen, of met Alt en de onderstreepte letter. Zo opent u in Word met Alt B het menu Bestand

en met Alt + V het menu Venster. Op deze manier voert u snel veelgebruikte handelingen uit, zoals: • Open Word • Ga naar bestand openen met Ctrl + O • Blader naar een Word-bestand op uw harde schijf met Tab (of Shift + Tab) en de pijltjestoetsen, open mappen met Enter en open een Word-bestand met Enter • Selecteer een woord met Shift + Alt + pijltjestoets naar links of rechts • Selecteer een zin met Shift + pijltjestoets naar beneden • Lijn de geselecteerde zin uit: links (Ctrl + L), rechts (Ctrl + R) of gecentreerd (Ctrl + E) • Is de menubalk Opmaak actief dan kunt u ook hier opties selecteren via het toetsenbord. • Selecteer de hoofdmenubalk met Alt, spring met Ctrl + Tab naar de submenubalk Opmaak. • Navigeer met de pijltjestoetsen naar de gele Markeerstift • Markeer de nog steeds geselecteerde zin met Enter NB: Een serie van sneltoetsen is ook mogelijk. Zo voegt u in Word 2003 snel een plaatje in met: Alt + I -> F -> U -> Shift tab (u zit nu in mijn afbeeldingen) -> selecteer het juiste plaatje met de pijltjestoetsen en voer in met Enter. In Internet Explorer opent u een bladwijzer via Alt + F (van favorieten) -> selecteer de bladwijzer met de pijltjestoetsen en open de site met Enter. Het werken met sneltoetsen vergt de nodige oefening, maar werkt op termijn prettiger en sneller omdat u niet hoeft te schakelen tussen toetsenbord en muis. Wilt u zich hier verder in bekwamen dan is het boekje Sneller met het toetsenbord van Tilbert Schulte (website: www.keyboardcontrol.nl) een aanrader. TIP 5: Sneller werken met scripts (Windows) De laatste tip is er een voor doorgewinterde computeraars. Met het gratis programmaatje AutoHotKey voor Windows automatiseert u allerhande computerhandelingen. Tikt u bijvoorbeeld vaak dezelfde e-mail dan kunt u de tekst aan een sneltoets toewijzen. Drukt u nu in een lege mail in Outlook de sneltoets in (bijvoorbeeld Windowstoets + 1) dan ziet u de standaardmail razendsnel en letter voor letter op het scherm verschijnen. Ideaal, en u kunt zo meerdere standaard e-mails opstellen en toewijzen aan sneltoetsen. Nog een voorbeeld: wijst u uw handtekening en bedrijfsnaam toe aan de sneltoetsen mvg dan is het typen van deze drie letters voldoende voor invoering van de handtekening. U bent dus niet gebonden aan de automatische handtekening van Outlook, maar kunt hem ook gebruiken in Word, Gmail, op een forum etc. AutoHotKey is vrij lastig te configureren, maar op MedischOndernemen.nl leggen we het stap voor stap uit en vindt u een voorbeeldscript. Zeker het proberen waard dus. MO MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

31


LEZERSSERVICE

MedischOndernemen is een vaktijdschrift dat de vrije beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg ondersteunt bij het organiseren van hun praktijk. Artikelen in het tijdschrift geven antwoord op een vraag, zijn praktisch en aktueel. MO geeft u achtergrondinformatie, stappenplannen en handige tips. Als zorgverlener met een eigen praktijk blijft u zo op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen en trends in de praktijkvoering. MedischOndernemen organiseert eveneens congressen en cursussen over diverse onderwerpen uit het tijdschrift.

COLOFON

MedischOndernemen Jaargang 6, nummer 5, november 2009

een uitgave van MedischOndernemen b.v. Faradaystraat 4a 8013 PH Zwolle T (038) 460 63 84 F (038) 460 63 18 info@medischondernemen.nl

UW MENING TELT! TEVREDEN? SUGGESTIES?

www.medischondernemen.nl

hoofdredactie Elsbeth Nijhoff

art direction A5DESIGN

Uiteindelijk telt alleen of u tevreden bent over het magazine, de nascholingsactiviteiten en de website. Daarom nodigen we u van harte uit om uw mening, wensen, ideeën aan ons door te geven. Stuur een e-mail naar redactie@medischondernemen.nl.

fotografie Martine Sprangers

drukker Thieme MediaCenter Rotterdam

OPROEP DEELNEMERS ADVIESRAAD

aan dit nummer werkten mee Koosje de Beer, Jessica Terwiel, Geert Reijners, Kevin Kosterman,

De redactie van MedischOndernemen komt graag in contact met medici met een eigen praktijk of met medici die in een samenwerkingsverband werken. Graag horen we van u wat u bezighoudt. Met welke (ondernemers)vragen wordt u bijvoorbeeld geconfronteerd? Wat zijn uw struikelblokken, waarin heeft u zich bekwaamd en waarin moet u nog groeien? Vier keer per jaar willen we met u over deze onderwerpen van gedachten wisselen, zodat we de inhoud van het blad nog beter kunnen afstemmen op de wensen van de lezers. Bent u geïnteresseerd, laat het ons weten per e-mail en wij nemen contact met u op. Het e-mailadres is: redactie@medischondernemen.nl.

WILT U MEDISCHONDERNEMEN BLIJVEN ONTVANGEN? Om er zeker van te zijn dat u ook de volgende uitgaven van MedischOndernemen ontvangt, kunt u zich opgeven als abonnee van MedischOndernemen. Als nieuwe abonnee ontvangt u het eerste nummer gratis. Het abonnement (€ 60 per jaar) zal het daaropvolgende nummer ingaan. U kunt zich opgeven via www.medischondernemen.nl, een mail sturen naar info@medischondernemen.nl of bellen naar (038) 460 63 84.

Roger Levin, Jaap Peters, Rutger Steenbergen, Maaike Straathof, Charlotte van den Wall Bake, Toine de Graaf enNiels Wildering.

MedischOndernemen verschijnt zes maal per jaar oplage: 17.500

advertentieverkoop Acquire Media B.V. Harald Jansen en Gerjan Raidt T (038) 460 63 84 info@acquiremedia.nl

abonnementen Bent u een vrije beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, meldt u dan aan voor een abonnement tegen het tarief van € 60 per jaar. Vermeld uw beroep en afstudeerjaar. Wanneer u zich opgeeft als abonnee ontvangt u het eerste nummer gratis. Het abonnement zal het daaropvolgende nummer ingaan. Bent u geen medicus, dan betaalt u € 90 voor een jaarabonnement. Opgeven kan via www.medischondernemen.nl, bovengenoemd (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer.

reageren op artikelen in deze uitgave? Stuur een e-mail naar redactie@medischondernemen.nl.

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

32

MedischOndernemen


BIJLAGE

jaargang 2, november 2009

#05

Bijlage speciaal voor de PraktijkManager

Regiosessies

Investeren in opleiden

Column Maaike Straathof


BIJLAGE

REGIOSESSIES

Vijf regiosessies staan definitief op de kaart Overijssel: Utrecht:

volgende sessie: 19 januari 2010 in Enschede

volgende sessie: 14 januari 2010 in Amersfoort

Zuid Holland:

Gelderland:

1e sessie: 5 november in Alphen a/d Rijn

datum 1e sessie volgt in november

Noord Brabant: 1e sessie: 12 november in Boxmeer

De tweemaandelijkse (ontbijt)sessies vinden plaats in een van de deelnemende praktijken. Zo kun je dus een kijkje nemen in de praktijken van je collega’s en tijdens het ontbijt van gedachten wisselen over een vooraf bepaald onderwerp. Deelname is gratis voor leden van het PM-netwerk. Je betaalt alleen een kleine bijdrage voor het ontbijt. 5 Regio’s zijn gestart! Heb je je al ingeschreven voor de RegioSessie in bovengenoemde regio’s? Dan ontvang je vanzelf bericht. Wil je je opgeven, stuur dan een e-mail naar info@praktijkmanagersnetwerk.nl Staat jouw regio al op de kaart? Wil je ook aan een RegioSessie bij jou in de regio deelnemen, maar staat deze nog niet op de kaart? Neem dan contact met ons op en geef je op voor desbetreffende regio. Zodra wij voldoende collega’s bij elkaar hebben, kunnen we beginnen! Stuur een e-mail naar info@praktijkmanagersnetwerk.nl

34

MedischOndernemen

Noteer alvast in je agenda:

1 JUNI 2010 3E LANDELIJKE DAG VAN DE PRAKTIJKMANAGER Inmiddels zijn we bezig met de voorbereidingen voor volgend jaar! Iedereen hartelijk dank voor je reactie op de peiling die wij onlangs hebben gehouden, op zoek naar de meest geschikte datum in juni 2010! 94% van de leden van het PraktijkManagers Netwerk koos voor 1 juni als dè Dag van de PraktijkManager 2010.


R E G I O S E S S I E U T R E C H T VA N S TA R T TEKST EN FOTO’S: ELSBETH NIJHOFF

Aftrap RegioSessie Utrecht Donderdag 15 oktober, 7.30 uur, Amersfoort. Buiten is het nog donker. De praktijkmanagers die met de auto zijn gekomen, moesten krabben. De anderen hebben gefietst in de vrieskou. We zijn te gast bij Caroline Cuppens, praktijkmanager van tandartspraktijk T.X. de Jong Tandzorg in Amersfoort, voor de aftrap van de RegioSessies van de regio Utrecht Wanneer bijna iedereen er is en zijn plek aan de gezellig gedekte ontbijttafel heeft gevonden, gaat de eerste OntbijtSessie van de Regio Utrecht officieel van start. Er heerst een ontspannen en open sfeer. Later op de ochtend blijkt hoe nuttig de bijeenkomst is. Tijdens het voorstelrondje vertelt iedereen iets over zichzelf, haar praktijk en het aantal jaren dat men er werkt. Een

omschrijving van het ‘standaard ontbijt’ thuis roept meteen herkenning op. Hoe ouder de kinderen, hoe rustiger het ontbijt, is de conclusie. Het is een gevarieerd gezelschap van tien praktijkmanagers uit Amersfoort, Bunschoten, Bussum, Eemnes, Maarn en Woudenberg: van praktijkmanager-in-spé tot ervaren interim-praktijkmanager, van tandheelkundepraktijk MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

35


BIJLAGE

REGIOSESSIES

tot werving & selectie bureau voor praktijkmanagers en van gericht opgeleide praktijkmanager tot praktijkmanager met jarenlange ervaring in het ziekenhuis. Uit de voegen gegroeid Na een eerste ronde cappuccino, thee en verse broodjes mogen we eindelijk zien wat er achter de glazen schuifdeur achterin de keuken schuil gaat. De praktijk bevindt zich aan huis en beschikt van oorsprong over twee behandelkamers. Inmiddels is de praktijk uit zijn voegen gegroeid. In afwachting van goedkeuring van de gemeente voor de bouw van een nieuwe praktijk in een nieuw te bouwen gezondheidscentrum - is er een tijdelijke oplossing gevonden voor de groei. Onder het huis is een kelder gegraven en hier bevinden zich -

36

MedischOndernemen

geheel volgens de arbonormen - het tandtechnisch lab en de derde behandelkamer. De praktijk werkt in shifts, waardoor patiënten tussen 7.15 uur en 21.15 uur terecht kunnen. In totaal werken er zestien personen, waaronder vier tandartsen, twee tandtechnici, drie balie-medewerkers, twee preventie assistenten en vijf assistenten. Caroline werkt nog maar een paar uur per week in de praktijk van haar man die tandarts is. Verder is zij druk bezig met het bieden van ondersteunende diensten via haar eigen bedrijf ‘Caroline Cuppens praktijkmanager in de zorg’. Toekomstplannen Regio Utrecht We komen weer via de keuken in het woonhuis en vervolgen het heerlijke ontbijt, met verse koffie en een


R E G I O S E S S I E U T R E C H T VA N S TA R T

fruitsalade. Volgend programmapunt is een inventarisatie hoe de RegioSessies in de toekomst ingevuld gaan worden. We besluiten om iedere twee maanden een ontbijtsessie te organiseren, telkens bij iemand anders in de praktijk. Er zijn veel onderwerpen die interessant zijn om met elkaar over van gedachten te wisselen, zoals het werken in shifts. Wat mag? Hoe breng je dat naar het personeel? Hoe verwerk je dat in het contract? Een volgend onderwerp is communicatie. Hoe ga je om met veranderingen in de praktijk? Welke rol neem je daarbij in? Hoe open stel je je op naar je medewerkers? Hoe toegankelijk ben je voor ze? Kunnen ze je dag en nacht bellen of heb je een duidelijke grens getrokken? “Soms voel ik me wel een sociaal werker, maar dat kan ook aan mezelf liggen,” zegt een van de praktijkmanagers. Misschien wil je de grens wel trekken maar heb je het alleen nog niet gedaan of weet je nog niet hoe? De praktijkmanager blijkt vaak de bemiddelaar te zijn tussen personeel en de medicus. Dit kan tot lastige situaties lijden, waar je je een weg in moet vinden. Los van onderwerpen voor volgende sessies wordt het idee geopperd om assistenten uit te wisselen tussen praktijken onderling. Niet adhoc bij ziekte, maar bijvoorbeeld tijdens vakantie of nascholing van de tandarts, waarbij vooraf bekend is dat de assistenten beschikbaar zijn. Mocht er een praktijk zijn die omhoog zit, dan is het het proberen waard om elkaar als regiogenoten te benaderen. Sommige assistenten zullen het juist leuk vinden om een kijkje elders te nemen. Dit kan bijvoorbeeld al vooraf tijdens het functioneringsgesprek of in het POP-gesprek aan de orde komen. Irritatierondje Als ander onderwerp voor een toekomstige sessie worden de communicatielijnen onderling genoemd. Wat kun je tegenkomen en wat kun je gebruiken? Hoe voor-

OOK MEEDENKEN EN -DOEN?

kom je onzin verhalen, voor zover deze te voorkomen zijn? Voorbeelden die al worden toegepast zijn een actueel prikbord, een twee-wekelijkse nieuwsbrief, een maandelijks overleg en een halfjaarlijks teamuitje. Een opvallend ander praktijkvoorbeeld is het ‘irritatierondje’ dat binnen één van de aanwezige praktijken iedere maandag tijdens de lunch gehouden wordt. “ Dit werkt echt.” Van handdoekjes in het toilet tot onverantwoordelijke situaties op gebied van veiligheid. Alles wordt besproken. “Zeg je niks, dan heb je daarna ook geen reden meer tot klagen!” Om problemen en ergernissen te voorkomen wordt ook als voorbeeld de praktijkmanager genoemd die iedere week een andere assistent uit lunchen neemt. Dit blijkt preventief te werken en komt de werksfeer in de praktijk zeer ten goede! Als laatste onderwerp voor een toekomstige sessie wordt taakdelegatie genoemd. Een interessant maar gewaagd onderwerp, waarbij het voor de praktijkmanager belangrijk is om te weten hoe je hiermee om moet gaan. Gezien de wet- en regelgeving op dit gebied is het raadzaam om dit onderwerp ter zijner tijd zeer zorgvuldig voor te bereiden, onder begeleiding van een jurist op dit gebied. 2010 De eerste RegioSessie in Amersfoort loopt ten einde en er worden spijkers met koppen geslagen. Voor volgend jaar worden er vier data geprikt, wordt bepaald waar de sessies plaatsvinden en wie welke onderwerpen toelicht. Het was oorspronkelijk mijn bedoeling dat ik er alleen bij de aftrap bij zou zijn, maar als het aan mij ligt schuif ik tot juni aan. Trouwens: er is ruimte voor meer praktijkmanagers uit de Regio Utrecht! Caroline, dank je wel voor je gastvrijheid.

Wil je ook deel uit maken van de RegioSessie Utrecht? Inmiddels zijn de regio’s Overijssel, Zuid Holland en ook al gestart en volgt Noord Brabant binnenkort! Sluit je aan of help mee om de overige regio’s in Nederland op de kaart te zetten en geef je op via info@medischondernemen.nl Kijk voor een compleet overzicht van alle op stapel staande RegioSessies op www.praktijkmanagersnetwerk.nl MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

37


THEMA THEMA THEMA

PERSONEEL

C H A R L O T T E VA N D E N WA L L B A K E , H E E F T H A A R E I G E N C O A C H I N G E N C O N S U LTA N C Y B E D R I J F

Investeren IN opleiden Wanneer een medewerker in uw praktijk een opleiding gaat volgen, is het verstandig om goede afspraken te maken. In dit artikel leest u hoe u ervoor zorgt dat gemaakte afspraken worden nageleefd en het geleerde ook daadwerkelijk zijn vruchten afwerpt binnen de praktijk. 38

MedischOndernemen


O P L E I D I N G S O V E R E E N K O M S T V O O R K O M T M I S V E R S TA N D E N

Op pagina 12 van deze editie van MedischOndernemen leest u in ‘Investeren DOOR opleiden’ dat opleidingen zonder twijfel een positieve weerslag op de praktijk hebben. Deze vlieger gaat echter alleen op als er goede afspraken gemaakt worden met de medewerker. Praktische afspraken met betrekking tot tijd en kosten verdienen aandacht. Daarnaast is het belangrijk om goed te overleggen over de consequenties van het voltooien van een opleiding. Om misverstanden te voorkomen doet u er verstandig aan de gemaakte afspraken vast te leggen in een opleidingsovereenkomst. Checklist opleidingsovereenkomst ✔ Is de medewerker toe aan deze opleiding? ✔ Voegt de opleiding iets toe voor de praktijk? ✔ Zijn er afspraken gemaakt over de consequenties van het voltooien van de opleiding? (en wat gebeurt er als ze niet slaagt?) ✔ Is de opleiding opgenomen in het Persoonlijk Ontwikkel Plan, zodat u een langdurig resultaat beter kunt monitoren en borgen? ✔ Is er ruimte gedurende de opleiding voor de medewerker om in de praktijk aan de slag te gaan met opgedane kennis? ✔ Zijn er evaluatiegesprekken (ten aanzien van de opleiding) met de medewerker ingepland? ✔ Is er een opleidingsovereenkomst opgesteld? Doelstelling Om de toevoegde waarde van de gevolgde opleiding te kunnen evalueren, is het van belang samen de doelstelling op voorhand duidelijk vast te leggen. Wat wil de medewerker leren en hoe denkt ze dit te kunnen toepassen? Wat heeft ze hier voor nodig en welke rol speelt u hierin? Evalueren Tijdens de opleiding is het belangrijk dat u afspraken maakt over het verloop van de opleiding. Zo kunt u afspreken dat ze na iedere cursusdag een kort verslag schrijft. Een ander idee is dat de medewerker tijdens een teamoverleg iets vertelt over de door haar opgedane kennis. Zo zet zij het voor zichzelf nog even op een rijtje en als handige bijkomstigheid kunnen andere teamleden hun kennis opfrissen of vergroten. U kunt de opleiding het beste op twee momenten met de medewerker evalueren: direct na afronding en nogmaals als de medewerker enige tijd heeft gehad het geleerde in praktijk te brengen. Vaak wordt pas dan duidelijk hoeveel effect de opleiding heeft gehad en wat er in de toekomst eventueel anders kan. U kunt deze evaluatiemomenten op voorhand in de overeenkomst vastleggen. Wanneer u de evaluaties ten aanzien van de opleiding serieus oppakt en ook vastlegt in het Persoonlijk Ontwikkel Plan (zie www.medischondernemen.nl) dan zijn de resultaten van de opleiding voor de medewerker en voor de praktijk maximaal.

Onder werktijd of in eigen tijd? Werkgever en werknemer moeten tot een akkoord komen over de tijd waarin de opleiding plaatsvindt: tijdens of buiten werktijd. Medewerkers staan over het algemeen niet te springen om vrije tijd in te leveren om een vakopleiding te volgen. Verlies bovendien niet uit het oog dat de combinatie van werken en leren vaak veel van de medewerker eist. Studiekosten In medische praktijken betaalt de werkgever op zijn minst een deel van de kosten van een vakopleiding. Over het algemeen komen echter de volledige kosten voor rekening van de praktijk. Het is belangrijk om hierover vooraf duidelijke afspraken te maken en deze vast te leggen in een opleidingsovereenkomst. Opleidingsovereenkomst • Terugbetalingsregeling De consequenties van het studiekostenbeding moeten bekend zijn bij de werknemer. Vaak wordt er afgesproken dat, wanneer een medewerker ontslag neemt, deze (een deel van) de studiekosten aan de werkgever terugbetaalt. Het is raadzaam om een heldere terugbetalingsregeling te formuleren. De terugbetalingsverplichting van de werknemer moet naar verhouding verminderen tijdens de aangegeven periode. Zorg voor een onbetwistbare overeenkomst waaruit ook duidelijk wordt wat er bijvoorbeeld gebeurt bij ontslag door werkgever. • Tijd Bovendien moet ook in de overeenkomst vermeld staan binnen welke periode de werkgever wordt geacht baat te hebben bij de opleiding van de medewerker. U kunt een sanctie verbinden aan het niet en/of niet succesvol afronden van de opleiding. Als dit het geval is, heeft de praktijk immers geen profijt van de investering. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het terugbetalen van (een deel van) de kosten. Dit is echter uiteraard alleen mogelijk als u dit vooraf schriftelijk heeft vastgelegd in de opleidingsovereenkomst. MO Uit de praktijk “Tot niet zo lang geleden begreep ik niet waarom het niet zo lekker liep in onze praktijk. Eigenlijk iedereen die een opleiding wilde volgen mocht dit doen en de praktijk betaalde. Ik ken alle meiden goed en dacht dat ze, door hun vakinhoudelijke groei, nog beter zouden functioneren. Het tegendeel bleek echter waar. Ik snapte niet wat er mis ging. Totdat ik ging sparren met een externe consultant. Toen zag ik in dat er verwachtingen werden gecreëerd over functiegroei. Omdat wij hier volstrekt niet bij stil hadden gestaan werd het team minder gemotiveerd. Na een aantal goede gesprekken hebben we een nieuwe taakverdeling opgesteld en het loopt nu op rolletjes!” MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

39


M A A I K E S T R A AT H O F

COLUMN

Catweazle

MAAIKE STRAATHOF

Héél lang geleden, volgde ik de avonturen van Catweazle op tv. Catweazle was een 11e-eeuwse, excentrieke, incapabele, ietwat stinkende maar vooral ook aandoenlijke tovenaar. Op de vlucht voor de Normandiërs belandt hij door een mislukte toverspreuk in het Engeland van de tweede helft van de jaren zestig. Hij is enorm gefascineerd door stromend water uit een kraan, de telefoon maar vooral door elektriciteitsknopjes waardoor lampen gaan branden.

Het is allemaal mogelijk en het scheelt zoveel tijd …………………. als het werkt! Af en toe voel ik me net als catweazle en ben ik mateloos gefascineerd door alle mogelijkheden die mij en de praktijk worden geboden. We startten tien jaar geleden met een eigen website die ons veel nieuwe patiënten bracht. Niet lang daarna boden we patiënten de mogelijkheid afspraken te maken via de webagenda, we sturen oproep- en herinneringsmail. We scannen alle brieven en correspondentie in de betreffende patiëntendossiers en declareren doen we nu met een druk op de knop. Het is allemaal mogelijk en het scheelt zoveel tijd…………………. als het werkt! De handelingen zijn weliswaar eenvoudig maar het systeem erachter is zeer complex. Er was een tijd dat ik mijn hand niet omdraaide voor een update van de softwareleverancier en dat ik me prima kon redden als de

röntgenfoto’s bij een verkeerde patiënt waren opgeslagen. Ik kon zelfs collega’s en geïnteresseerden op eenvoudige wijze uitleggen waar en hoe kleine haperingen in het systeem konden worden verholpen. Voor de zekerheid beschreven we al die ingrepen als notities in Outlook zodat iedereen op elk moment zwarte beeldschermen, fatal errors, hangende declaraties of ontbrekende netwerkverbindingen zelf kon oplossen. En nu opeens heb ik het gevoel dat ik achter loop. Ik merk dat de software van het dental pakket wéér is geüpdate en bij elke nieuwe stekker in de praktijk krijg je minimaal drie gebruiksaanwijzingen. De notitievelletjes in Outlook voldoen niet meer en er ontstaat een heus handboek om de techniek te blijven beheersen. Het onderhoud van alle bits en bytes kost me tegenwoordig behoorlijk wat tijd en energie. Tijd om onder ogen te zien dat het niet alleen mijn taak is om alle voorkomende problemen met hard- en software op te lossen. Tenslotte bestaan er ook onderhoudsabonnementen en servicecontracten. Misschien kan ik mijn tijd beter besteden door net als catweazle rond te kijken en me te verdiepen in al die nieuwe ontwikkelingen die we in de praktijk wellicht goed kunnen gebruiken: virtueel netwerken via Hyves of Linkedin, de praktijk laten zien op internet, e-consulten zoals bij de huisarts, twitteren over het werken bij de tandarts, filmpjes op Youtube of … of misschien begin ik wel een PM blog!

MAAIKE STRAATHOF is ruim 10 jaar praktijkmanager. Ze werkt voor Tandartsenpraktijk de Bont in Enschede en heeft haar eigen coaching- en adviesbureau &P.

40

MedischOndernemen



NASCHOLINGSAGENDA

Planstructuur; werken op meerdere stoelen - Edin Agendaplanning is een zeer belangrijke bouwsteen voor een goedlopende praktijkorganisatie. In deze interactieve workshop worden verschillende mogelijkheden aangeboden op basis waarvan uw planstructuur kan worden opgebouwd en/of verder worden ontwikkeld.

datum voor wie? plaats duur kosten

9 en 30 november planverantwoordelijken, praktijkmanagers, behandelaren Maarn 2 middagen € 495,-

CONGRESAGENDA EN CURSUSPROGRAMMA

Werken met een praktijkhandboek - Edin Een praktijkhandboek is een boek waarin u de belangrijkste procedures en werkinstructies van de praktijk vastlegt en bundelt. In dit programma wordt uitgelegd wat het werken met een praktijkhandboek op kan leveren, maar ook hoe het vooral niet gebruikt moet worden.

datum

16 november

voor wie?

taakverantwoordelijke assistente, praktijkmanagers, behandelaren Maarn 1 dag € 495,-

plaats duur kosten

17

VOOR IEDEREEN DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR HET PERSONEEL BINNEN DE MEDISCHE PRAKTIJK

Arbeidsrecht in de Medische NOV Praktijk UTRECHT

kijk voor meer informatie op pagina

14

Beoordelings- & Functioneringsgesprekken - VVAA Veel leidinggevenden vinden beoordelings- en functioneringsgesprekken lastig, vanwege het formele karakter ervan. Leer functionerings- en beoordelingsgesprekken dusdanig te hanteren dat het de kwaliteit van de onderlinge samenwerking ten goede komt.

datum

19 november en 10 december

voor wie?

huisartsen, verpleeghuisartsen, sociaal geriaters, artsen, medisch specialisten, fysiotherapeuten Utrecht 1 dag en 1 avond leden € 450,-; niet-leden, € 525,ja, zie www.vvaa.nl/opleidingen

plaats duur kosten geaccrediteerd

De 10 sleutels tot effectieve communicatie – Catan Effectieve communicatie is één van de belangrijkste sleutels van succesvolle tandartspraktijken. In deze training verkrijgt u kennis waarmee u situaties sneller herkent en beter aanpakt hetgeen resulteert in meer werkplezier en verdere professionalisering van uw vak en de praktijk.

datum

20 november 2009

voor wie?

preventie- en stoelassistenten, mondhygiënisten, praktijkmanagers en receptionisten Ugchelen 1 dag €595,ja, KRT en Q-keurmerk

plaats duur kosten geaccrediteerd

De doorbraak voor Leiderschap – Catan De essenties van leiderschap, leiding- en richtinggeven en effectief communiceren zijn enkele onderwerpen die centraal staan in deze zeer effectieve cursus voor (medische) professionals en leidinggevenden. Bij reeds ruim 400 deelnemers werd onmiskenbaar succes geboekt.

42

MedischOndernemen

datum

25 - 28 november 2009

voor wie?

(medisch) professionals en leidinggevenden Ugchelen 3,5 dagen €2950,ja, KRT en Q-keurmerk

plaats duur kosten geaccrediteerd


Tijdbesparend vergaderen - VVAA datum voor wie? plaats duur kosten geaccrediteerd:

27 november zorgprofessionals Utrecht 1 dag leden € 340,-; niet-leden, € 385,ja, zie www.vvaa.nl/opleidingen

Communiceren in een team - Postgrade Steeds meer huisartsenpraktijken worden samengevoegd in een HOED of gezondheidscentrum. Dit betekent grotere teams met meer diverse persoonlijkheden. Deze cursus leert u belangrijke communicatietechnieken waarmee u nog zorgvuldiger communiceert.

datum

1 december

voor wie?

doktersassistent, praktijkverpleegkundige, praktijkondersteuner Zwolle 1 avond € 70,-

plaats duur kosten

Omgaan met lastig gedrag en agressie – Postgrade De tolerantiegrens daalt. Agressie en geweld worden meer regel dan uitzondering. Ook artsen, verplegend personeel en apothekers blijven hiervan niet gevrijwaard. Agressie kan worden aangepakt. Leer hoe u uw gedrag het beste kunt inzetten om agressie in te dammen.

datum

2 december

voor wie?

huisarts, verpleeghuisarts, specialist, openbare apotheker, ziekenhuis apotheker Zeist 1 dag € 200,ja, zie www.postgrade.nl

plaats duur kosten geaccrediteerd:

Masterclass Tandheelkunde 2010 - Catan In deze masterclass ondersteunen we de praktijkeigenaar bij de vragen die leven in elke praktijk: hoe behaal ik optimaal rendement in de breedste zin van het woord, hoe zorg ik dat mijn praktijkorganisatie past bij het beeld dat ik daarvan heb en hoe sluit ik aan bij de ontwikkelingen in de sector en de markt?

datum

januari - december 2010

voor wie?

praktijkeigenaren in de tandheelkunde Ugchelen doorlooptijd 1 jaar (studiedagen en begeleiding in de praktijk) € 000,ja, KRT en Q-Keurmerk

plaats duur kosten geaccrediteerd:

CONGRESAGENDA EN CURSUSPROGRAMMA

Opvallend is de geringe aandacht voor mogelijke verbeteringen in de besluitvorming. Er zijn andere manieren om tot glasheldere besluiten te komen zonder de geijkte vergadering. Of om deze efficiënter te laten verlopen. U leert ze in deze cursus.

Kijk voor het actuele en complete overzicht op www.medischondernemen.nl

M E E R I N F O R M AT I E E N A A N M E L D I N G :

Catan, School of Excellence T (0180) 41 38 09 www.catan.biz

Edin T (0343) 44 99 70 www.edin.nl

MedischOndernemen T (038) 460 63 84 www.medischondernemen.nl

Postgrade T (030) 693 83 43 www.postgrade.nl

VVAA opleidingen T (030) 247 43 28 www.vvaa.nl

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

43


PRAKTIJKVOERING T E K S T: J A C Q U E L I N E B O S , B E D R I J F S O E F E N T H E R A P E U T M E N S E N D I E C K E N E R G O N O M I S C H A D V I S E U R

Vergroot uw werkplezier door een gezonde werkwijze Als zelfstandig ondernemer kunt u zich geen uitval door ziekte veroorloven. Daarom presenteert MedischOndernemen op zijn website een reeks ergonomische maatregelen per beroepsgroep. De serie start met de tandarts en andere medische beroepen worden de komende maanden behandeld. De ergonomische maatregelen komen uit de door BosBedrijfsOefen- therapie (BBO) ontwikkelde trainingen ‘Gezond bewegen op het werk’.

Ergonomisch werken betekent gezond en efficiënt werken waardoor - weer - meer werkplezier ontstaat. Investeren in een ergonomische werkwijze zal in beginsel tijd en energie vergen, maar wat levert het op? Zoals een enthousiaste tandarts die recent getraind is liet weten: “Ik verlaat de praktijk nu dagelijks zonder klachten en vind mijn werk weer leuk!” De volledige serie ‘Vergroot uw werkplezier door een gezonde werkwijze’ vindt u op: www.medischondernemen.nl/bosbedrijfsoefentherapie Fysieke problemen bij tandartsen - deel 1 Beter nu tijd vrijmaken voor een gezonde werkwijze dan later voor ziekte. Vrijwel elke tandarts is hiervan op de hoogte maar heeft moeite de werkwijze zelfstandig te verbeteren. In deel 1 van de serie staan we stil bij de plaatsing van de patiënt.

Werkhouding van de tandarts en assistent - deel 2 Vrijwel elke tandarts weet dat het aannemen van een gezonde werkhouding belangrijk is. Maar op het moment dat hij in de mond van de patiënt kijkt, is dit snel vergeten. Immers, goed zicht in de mond bepaalt zijn werkhouding. Het werken vanuit een gezonde werkhouding vergt daarom training en bewustwording van de eigen houding. De belangrijkste aspecten van de werkhouding worden op de site toegelicht. De tandartsstoel - deel 3 De werkstoel van de tandarts bevordert zelden een goede werkhouding. Veel stoelen geven geen ondersteuning waar dit nodig is. Zonder deze noodzakelijke ondersteuning is het een hele opgave om het werk vanuit een gezonde houding uit te voeren. Maar hoe stelt u de stoel goed af en hoe voorkomt u een verhoogde schouderbelasting? Lees het op de website.

44

MedischOndernemen


P RIA NKT TE IRJVKIVEO WE R I N G T E K S T: R O G E R P. L E V I N , D D S ( V S )

Raamwerk voor succes Een ding moet u nooit vergeten: elke minuut die u besteedt aan het runnen van uw praktijk besteedt u niet aan het uitoefenen van tandheelkunde, het verhogen van productiviteit of winst en verwezenlijking van het uiteindelijke doel: financiële onafhankelijkheid. De uitdaging waar de meeste artsen voor staan is groei van de praktijk met behoud van een hoog niveau van zorg.

De Levin Group heeft vastgesteld dat artsen die op weg zijn naar het bereiken van Total Practice Succes ™ verschillende systemen hebben ingevoerd om de productiviteit en winstgevendheid te maximaliseren in een veel minder stressvolle omgeving. Als de high performance systemen worden gecombineerd met teamtraining en sterk leiderschap neemt de winst toe, de stress en overhead af en verbetert de communicatie. Een praktijk groeit ... en bloeit. Hoewel er verschillende manieren zijn om uw praktijk op te bouwen, blijkt uit onderzoek dat de inzet van externe adviseurs het beste resultaat oplevert. Industriegespecialiseerde advies – door educatieve workshops en één-op-één contact – helpt uw praktijk voorwaarts. Als u het praktijksucces dat u nastreeft overdenkt, neem dan de volgende punten - als raamwerk - in ogenschouw: Creëer en onderhoud systemen Een van de effectiefste manieren om succes te garanderen en de praktijk te bouwen waar u altijd van droomde is het gebruik van gedocumenteerde systemen. Van het efficiënter inzetten van uw tijd tot vergroting van het aantal patiëntverwijzingen, systemen zorgen voor snelle, aanzienlijke verbeteringen in uw praktijk op verschillende niveaus. Zoek voortdurend naar manieren om de kwaliteit te verbeteren U wilt niet op een punt komen waarop u simpelweg stopt met groeien. Verbeter de klantenservice, de samenwerking en verantwoordelijkheden tussen de teamleden en verfijn uw patiëntverwijzingsproces.

Deze maatregelen zorgen voor een consistente groei. Vergroot uw winst Zonder winst, is er geen praktijk. Voer daarom doeltreffende systemen in die de efficiëntie en productiviteit bevorderen. Besteed tijd aan betere uitleg en snellere acceptatie van behandelingen en zorg ervoor dat betalingen op tijd worden ontvangen. Streef naar een omgeving met weinig stress Constant veel stress is gevaarlijk voor elke praktijk. Een laag-stress kantoor stimuleert artsen en teams, verbetert de klantenservice en verhoogt uiteindelijk de productiviteit van de praktijk. Handhaaf een hoog niveau van professionaliteit Heb en houd plezier in wat u doet, of u net begint of u de vruchten plukt van een zeer succesvolle praktijk en uw exit-strategie plant. Positioneer uzelf voor financiële onafhankelijkheid Verzeker u van de juiste keuzes voor financiële onafhankelijkheid. Zonder een duidelijk en vastomlijnd plan werkt een arts gemiddeld zeven tot tien jaar langer om zijn financiële doelen te bereiken. In de toekomst worden medische praktijken geconfronteerd met ingrijpende veranderingen, nieuwe manieren van denken, nieuwe diensten en toenemende concurrentie. Praktijken met uitstekende systemen en een goede klantenservice zullen bloeien, in plaats van stil te staan. Het verschil in uw succes hangt af van effectieve en efficiënte business-systemen. Gelukkig heeft u hier zelf alle invloed op. De tijd om te beginnen is nu! MO

MO - jaargang 6 - november 2009 - #05

45


COLUMN

JAAP PETERS

Aandachtstraining

JAAP PETERS Op mijn 50-ste ben ik gestopt met voetballen. Ik ging liever Zwammerdam Dames 1 coachen. Met mijn ervaring moet je dan toch van meerwaarde kunnen zijn. Maar na een paar maanden begon mijn vrouw al te suggereren dat het tijd werd voor een gezonder leven. Ze bedoelde: ga eens naar de sportschool. Ik beweerde nog dat zware adviseurs goed in de markt liggen, maar er was geen ontkomen aan. Samen met mijn tennismaat Rik haalden we wekelijks een rood hoofd in een kleine gezellige sportschool met dicht geplakte ramen in het naburige stadscentrum. Maar ook in deze branche is de vooruitgang niet te stuiten. Inmiddels zitten we in zo’n glazen stulp met drie etages aan de rand van een sportcomplex. Vanaf ‘de lopende band’ kan ik nu naar buiten kijken door een geweldig groot raam. De buitenwereld ziet ons trouwens nu ook zwoege. Je ziet ze denken: ‘ga toch met je vrouw wandelen’. Vlak voor de verhuizing van de sportschool werden de tarieven verlaagd. We waren op zijn zachts gezegd verbaasd. Na drie maanden in het nieuwe pand kwam de aap uit de mouw. Ze gingen werken met zones, journeys en garantplannen. ‘Een gestructureerd fitnessplan, persoonlijke begeleiding en regelmatig metingen maken je gestelde doelen bereikbaar._Het Garant Plan geeft je duidelijke gestructureerde richtlijnen om je doelstelling te behalen’, schreeuwt de brochure ons toe. De sportschool begint van een gezellig lolletje op echt werken te lijken. Jammer, jammer, jammer. Volkomen doelloos geboren, maar ik word gedwongen alsmaar doelen te stellen door mijn omgeving. Nu ook al op de sportschool. Maar toen begon het. Zonder concepten en doelen hadden we, in het oude pand, iedere twee maanden een nieuw trainingsschema en nu nog maar twee keer per jaar. Tenzij ................ we overstappen naar het duurdere ‘fit’ garant plan. Dan

krijgen we wel weer zes keer per jaar echte aandacht van de instructrice (v/m). Het lijkt simpel, maar dit grijpt diep in op een mensenleven. In het oude kleinere gelijkvloerse gebouw liepen de instructeurs de hele tijd om ons heen. Bij dit grotere fraaie pand zien we ze sowieso steeds minder en als we ze zien staan ze de apparaten schoon te maken. ‘We mogen geen aandacht meer aan jullie besteden, tenzij jullie upgraden tot een fit garant plan voor 50-plussers, dus gaan we de apparaten maar schoonmaken uit verveling’. Jammer, jammer, jammer, .... Weer een leuk baantje uitgekleed; ontevreden medewerkers en ontevreden klanten. Wie bedenkt toch steeds al

Weer een leuk baantje uitgekleed; ontevreden medewerkers en ontevreden klanten. Wie bedenkt toch steeds al die concepten en in wiens belang? die concepten en in wiens belang? Waarom moet alles in een concept: alsof onze instructeurs niet meer zelf kunnen nadenken. Het lijkt wel een soort behandelplan. Onze inschatting? Over een jaar werken er alleen nog maar schoonmakers die ons gedag zeggen met: ‘Gaat het nog een beetje, heren?’ Zou er nog ergens in Nederland een concept vrije sportschool zijn waar we persoonlijke aandacht krijgen tijdens de training? Ik weet nog wel een leuk concept trouwens: aandacht & training.

JAAP PETERS is organisatieactivist en werkt bij ‘DeLimes organisatieontwikkeling’. Hij is auteur van het boek Intensieve Menshouderij en uitgever van het kwartaal-magazine Slow Management.

46

MedischOndernemen




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.