Buiten Spelen
#1 #2 #3 #4
maart juni september december
2011 2011 2011 2011
ONAFHANKELIJK INFORMATIEplatform voor iedereen die professioneel bij spelen betrokken is
Red Bull generatie wil hedendaagse skatevoorzieningen
4 Heel veel speelgeld gaat naar ondergronden 4 Stichting Veilig Spelen: einde aan interpretatieverschillen inspecteurs 4 Speelbranche wint duurzaamheidsgevecht 4 ‘BuitenSpelen op locatie’ adviseert bij overlast hangjongeren
01 11
VOORWOORD EN COLOFON
Colofon BuitenSpelen informeert over beleid op het gebied van spelen en over ontwerp, aanleg en beheer van speelgelegenheden in de breedste zin van het woord. Het biedt een boeiende mix van nieuws, achtergronden, interviews, praktijkcases, innovatienieuws en columns. Lezers leren van elkaar, krijgen handvatten voor hun dagelijks werk én worden geïnspireerd tot visieontwikkeling op buiten spelen in de toekomst. Hoofdredacteur Ronald Buitenhuis Eindredacteur Geesje Rietveld Uitgever Geert Dijkstra Oplage en bereik BuitenSpelen verschijnt in een oplage van gemiddeld 3.000 exemplaren en wordt gelezen door verantwoordelijke functionarissen bij ondermeer speeltuinverenigingen, lokale overheden, recreatiebedrijven, kinderopvangcentra en toeleveranciers. Suggesties Heeft u suggesties voor redactionele bijdragen of andere adviezen voor BuitenSpelen? Stuur dan een mail naar redactie@acquirepublishing.nl en we nemen direct contact met u op om een en ander te bespreken. Adverteren Het brede bereik binnen alle relevante marktsegmenten én de focus op het thema spelen, onderscheiden BuitenSpelen en maken het tot hét platform voor toeleveranciers van speeloplossingen, ontwerpen adviesbureaus en andere marktpartijen. Wilt u de Mediakit BuitenSpelen 2011 ontvangen of een advies op maat, neem dan contact op met Harald Jansen of Michiel Noordzij via 038-4606384 of info@acquiremedia.nl. Abonneren BuitenSpelen verschijnt in 2011 vier keer. Een abonnement kost ? 49,50 (exclusief btw, inclusief verzendkosten). Een (proef)abonnement aanvragen kan via abonnementen@acquirepublishing.nl of bel 038-4606384. Fotografie FotoPuur, www.fotopuur.nl, tenzij anders vermeld. Vormgeving Uil grafische vormgeving, Zwolle Druk Ten Brink Meppel BuitenSpelen is een uitgave van: Acquire Publishing bv Faradaystraat 4a 8013 PH Zwolle T (038) 4606384 F (038) 4606318 info@acquirepublishing.nl Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
maart 11 - 1
De TomTom van spelen
H
eeft u de site www.platformbuitenspelen.nl al bezocht? Net nieuw, dus misschien nog geen tijd voor gehad of nog niet opgevallen. Toch de moeite waard om eens te bezoeken. Er staat nu al veel informatie op, en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen. BuitenSpelen heeft namelijk ambities. We willen de site zijn in Nederland, waar inrichters van de buitenruimte die met spelen bezig zijn, informatie en vooral inspiratie kunnen vinden. Er staat nieuws op, projecten worden uitgelicht en in de loop der tijd moet er naast nice to know ook heel veel need to know informatie op komen. Daarbij is gekozen voor organische groei. Momenteel worden gesprekken gevoerd met allerlei partijen om deze te interesseren voor een relatie met de site. Om vooraf die partijen op één lijn te krijgen is erg lastig, dus hopen we dat geïnteresseerden langzaam aansluiten door kennis te delen via platformbuitenspelen.nl. Dat kan op allerlei manieren. Actief, maar bijvoorbeeld ook met links die doorsluizen naar andere plekken waar informatie over spelen staat. BuitenSpelen heeft namelijk de ambitie een portal te zijn waar van alles gebeurt op het gebied van spelen, maar ook om wegwijzer te zijn naar plekken waar nog veel meer informatie te vinden is. Een mens kan niet alles. Uiteindelijke missie is, om dé plek te zijn waar iemand die iets over spelen wil weten, als eerste aan denkt. Als een TomTom; het vertrekpunt van een mooie reis. Uitgever Acquire Publishing heeft ook de intentie om congressen en kenniscafés te gaan organiseren. Die laatste zijn kleine bijeenkomsten waar mensen met praktijkvragen terechtkunnen bij specialisten uit de markt. En zo staan er meer initiatieven op stapel om de ambities vorm te geven. Het blad blijft. Met wat minder focus op nieuws, dat is op de site te vinden, maar veel meer als inspiratiebron. De Donald Duck waar je als kind elke donderdag op af rende omdat je het wilde zien en lezen. Soms zullen artikelen uit het blad op de site terug te vinden zijn. Zoals deze keer het artikel van ABOS over investeringen in speeltuinen. Waar geven partijen nu eigenlijk geld aan uit? ABOS heeft data van vele gemeenten opgeteld en komt met verrassende constateringen. Cijfers die we op de site zullen zetten. En het feuilleton van Bouwgein belichten we voorlopig ook nog in het blad, maar de vorige afleveringen kunt u dan weer op de site terugvinden. We hebben niet de illusie dat de ambities van vandaag op morgen te realiseren zijn. Het moet een organisch proces zijn waarbij meerdere partijen aansluiten omdat ze de meerwaarde zien van een plek waar alles samenkomt. Een droom? Een illusie? Ach, kinderen hebben vaak ook dromen en illusies. Zeker in hun spel. En heel vaak komen dromen uit. De TomTom wijst de weg.
Buiten Spelen Ronald Buitenhuis BuitenSpelen Buit@home.nl
BuitenSpelen
3
INHOUD
Voorwoord Heeft u de site www.platformbuitenspelen.nl al bezocht? De moeite waard om eens te bezoeken. Er staat nu al veel informatie op, en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen. BuitenSpelen heeft namelijk ambities. We willen de site zijn in Nederland, waar informatie en inspiratie over spelen te vinden is. Als een TomTom; uw reisleider voor een mooie speeltrip.
3
Speelplein Laatste nieuwtjes uit speeltuinland.
6 8
Op locatie In de rubriek BuitenSpelen op Locatie gaat de redactie met behulp van experts ter plaatse op zoek naar praktische antwoorden op vragen die worden ingediend via het Platform BuitenSpelen. Dit keer: praktische adviezen om overlast van oudere jeugd op openbare schoolpleinen te voorkomen.
Wachterliedplantsoen Bij herinrichting van dit Amsterdamse park is het thema samenkomst en ontmoeting consequent doorgevoerd in planvorming en ontwerp.
12
Duurzaam De speeltuinbranche kan voor even weer rustig ademhalen. Leek de overheid medio 2008 nog op ramkoers om alle koperverbindingen in houten speeltoestellen te verbieden, nu zijn alle verordeningen on hold gezet en lijkt zelfs definitief afstel niet ver weg. ‘Waarom zou je gaan blussen als er geen brand is.’
14
COLUMN SPEL: Speeltuin Kitskenberg in Limburg doet mee aan de Stimuleringscampagne Samen Spelen, om bestaande speeltoestellen toegankelijker te maken voor kinderen met een beperking.
21
Alblasserdam In het centrum van de wijk Kinderdijk is een nieuw Multifunctioneel Centrum (MFC)
18
gebouwd met onder meer een basisschool en peuterspeelzaal. De ontwerpers van de hele buitenruimte stonden voor de uitdaging om alle eisen te integreren in één speelplein. Zonder compromissen een onmogelijke opgave.
Inspiratie In vogelvlucht langs een aantal innovaties en projecten ter inspiratie. Gielen Universitair docent ontwerpen voor kinderen Mathieu Gielen van de Technische Universiteit Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen, sluit niet uit dat kinderen over een jaar of wat met ‘I-phone Layer achtige toepassing’ in de buitenruimte hun eigen speelbeleving creëren. Inspraak van kinderen is belangrijk, maar: ‘Vraag kinderen nooit naar hun favoriete speeltuin. Dat is een dodelijke vraag.’
Inspecties Herkenbaar? Uw speeltoestel in de gemeente of op de speeltuinvereniging wordt door de ene inspecteur afgekeurd en bij een second opinion door de ander goedgekeurd. Met de oprichting van Stichting Veilig Spelen moet een einde komen aan de interpretatieverschillen van inspecteurs.
22 26 30
Skaten Skaten behoort inmiddels tot de top vijf sporten van Nederland maar wordt nog vaak behandeld als een zesderangs amateursport. Speel- en sportambtenaren kunnen nog volstrekt niet denken in de nieuwe lifestyle van heel veel jongeren en jonge volwassenen. Een gemiste kans. De opmars van de Red Bull generatie met eigen wensen.
34
Bouwgein Oudgedienden hielden het –moe van het sleurwerk- bij Bouwgein voor gezien en er zat weinig
38
schot in de zaak. Heeft het bestuur nog laatste krachten weten aan te spreken om Bouwgein er toch bovenop te krijgen? ‘We gaan nog één keer gas geven.’
Wat speelt er? In deze vaste rubriek van BuitenSpelen komen actuele en prangende vragen aan bod. Waar is onduidelijkheid over? Wat moet de markt weten qua ontwikkelingen?
40
Bestedingen Spelen is een gemeente -afhankelijk van de afschrijvingstermijn- vijf euro per jaar per bewo-
42
ner waard. Dat blijkt uit onderzoek van ABOS. Het inspectiebedrijf deed ook onderzoek naar waar de meeste geldstromen voor spelen heen gaan. Opmerkelijke uitkomsten met ondergronden als grote winnaar.
Oude glorie Jaren fungeerde de ijsbaan in Deventer als pleisterplaats voor grote internationale toernooien. Maar roem is vergankelijk. De ijsbaan is weg en het terrein ligt er troosteloos bij. Nu komt er voor een paar jaar een tijdelijke (speel)voorziening. ‘De contouren van de oude baan zijn vanuit nostalgisch perspectief weer zichtbaar in het ontwerp.’ En: ‘Deventer komt speelbelofte na met ‘reizend speelcircus’.
44
COLUMN Froukje Hajer vraagt zich af wanneer ouders hun kinderen écht zelfstandig laten fietsen, en geeft als
46
boodschap mee: kinderen zijn niet gek, ze vinden hun weg wel.
maart 11 - 1
BuitenSpelen
5
SPEELPLEIN NEN publiceert normen speeltoestellen
Peuterexcursie natuurspeelplaats Deventer
De Voedsel en Warenautoriteit constateerde in 2009 technische tekortkomingen bij 44 procent van het aantal gecontroleerde speeltuinen. Omdat het glashelder moet zijn aan welke eisen een speeltoestel moet voldoen heeft het NEN een Nederlandse vertaling van de normen voor speeltoestellen uitgegeven.
Kinderdagverblijf Dikke Maatjes in Apeldoorn wil haar tegelplein omvormen tot een natuurlijke speelplek. De leiding twijfelde echter over de veiligheid. Daarom organiseerde Springzaad in december 2010 een excursie: samen met de leidsters en de peuters naar De Takkenbende, een natuurlijke speelplaats in Deventer.
Er zijn in Nederland weinig specifieke en concrete wettelijke eisen waaraan een speeltoestel moet voldoen. De Normcommissie ‘Speeltoestellen’ van NEN, die bestaat uit fabrikanten, ontwerpers, testinstituten en de Voedsel en Warenautoriteit, heeft daarom experts afgevaardigd die op Europees niveau vrijwillige normen hebben gemaakt. Hierin staat waar een goed en veilig speeltoestel aan moet voldoen. Speeltoestellen die een gedwongen beweging van het lichaam veroorzaken zoals schommels, glijbanen en draaitoestellen of een valhoogte hebben van meer dan 60 cm moeten bijvoorbeeld voorzien zijn van een schokabsorberende ondergrond. Ook mag een speeltoestel geen uitstekende spijkers of staaldraden hebben of onderdelen met scherpe randen of punten. Op het speeltoestel moet door de fabrikant ook duidelijk leesbaar het nummer van de norm zijn vermeld: “EN 1176”. Ook het onderhoud komt aan de orde; er moet jaarlijks een hoofdinspectie plaatsvinden. Speeltoestellen die voldoen aan alle eisen van de normen worden geacht veilig te zijn volgens het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS).
Nienke Nijhoff van NME centrum Het Natuurhuis in Apeldoorn helpt het kinderdagverblijf Dikke Maatjes bij het realiseren van de natuurlijke speelplek. Wencke Habermann gaat het ontwerp maken voor de speelplek. Wencke en ontwerpster van natuurspeelplaats de Takkenbende Anneke Rodenburg, organiseerden voor zowel de pedagogisch medewerksters als de peuters een excursie naar De Takkenbende. Alle pedagogisch medewerkers van Kinderopvang OOK volgen het komende half jaar een cursus natuurlijk buitenspelen van het Natuurhuis. Dikke Maatjes is bovendien pilot voor het aanpassen van de buitenruimtes. De organisatie liet de pedagogisch medewerksters maquettes maken en faciliteerden de excursie naar de Takkenbende. De Takkenbende is een natuurspeelplek voor kinderen tot 8 jaar bij NME centrum De Ulebelt. Deze natuurspeelplek is ontworpen door Anneke Rodenburg en aangelegd door Johan Geerdink. Tijdens de excursie deden zich geen gevaarlijke situaties voor. De leiding is dan ook overtuigd en enthousiast over een natuurlijke speelplek op het plein.
Meest bekeken op www.platformbu Subsidie Jantje Beton
Oranje Fonds geeft speeltuin Jolijt €7.500
Inspectieresultaten veiligheid speeltoestellen 2009
Jantje Beton is gestart met een eenmalige regeling om meer avontuurlijke buitenspeelplekken voor het onderwijs te realiseren. Tot 15 januari 2011 konden scholen een projectidee indienen waarmee zij kans maakten op deze financiële bijdrage.
Speeltuin Jolijt in Epe krijgt €7.500 van het Oranje Fonds voor de aanschaf van nieuwe speeltoestellen en de verdere inrichting van het nieuwe terrein achter de Nieuwe Wisselse School. Met het geld hoopt men een groot deel van de plannen voor na de verhuizing te realiseren.
De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit heeft de inspectiegegevens gepubliceerd over de veiligheid en het beheer van speeltoestellen op campings, schoolpleinen en speeltuinverenigingen in 2009. Beheerders blijken onvoldoende op de hoogte van de veiligheidseisen en verantwoordelijkheden.
6
BuitenSpelen
SPEELPLEIN Speelplaatsen volgens Unicef/WNF-concepten
Enkele speelplaatsen in de gemeente Noordwijkerhout worden door Boer Speeltoestellen duurzaam ingericht volgens concepten van Unicef en het Wereld Natuurfonds. Per speelplek wordt tien procent van de aanschafwaarde afgedragen aan het goede doel. De speelplaatsen worden duurzaam ingericht en met verwijzingen naar Unicef en het Wereld Natuurfonds. Normaal moet bij dergelijke bedragen een meervoudig onderhandse aanbesteding plaatsvinden. Maar omdat Boer het alleenrecht op dit concept heeft, kan dat nu niet. De gemeente ziet af van de meervoudige aanbesteding, omdat het concept een meerwaarde geeft aan de millennium doelstellingen van de gemeente. Bovendien schenkt het bedrijf tien procent van de aanschafkosten van de Unicef speelplekken aan de kinderstichting en tien procent van de WNF speelplekken aan het Wereld Natuurfonds. Het college betaalt een deel van de kosten uit de pot Millenium. Zowel Wooncorporatie Stek als Woonstichting Warmunda hebben toegezegd een bijdrage te leveren aan deze projecten. Belangstellenden kunnen de definitieve ontwerpen inzien op het gemeentekantoor of bekijken op de gemeentewebsite. Omwonenden van speelplaatsen worden bij de start van de werkzaamheden door de aannemer ge誰nformeerd.
TNO: informele speelruimte telt mee Informele speelruimte is belangrijk voor het behalen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Schoolkinderen brengen hier zelfs meer tijd door dan op formele speelplekken. TNO onderzocht het beweeggedrag in samenhang met de inrichting van openbare ruimte. Informele speelruimte voor kinderen, zoals pleinen en speeltuinen in een woonwijk, is belangrijk voor het behalen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Kinderen brengen bijna twee uur per dag buiten door, waarvan de helft van de tijd gespeeld wordt op pleinen en stoepen, ook wel informele speelruimte genoemd. In een echte speeltuin, de formele speelruimte, wordt minder tijd doorgebracht maar kinderen bewegen er intensiever. TNO spant zich in voor de ontwikkeling van gezonde wijken. In het kader hiervan onderzocht het instituut in tien stadswijken hoe het beweeggedrag van kinderen in de basisschoolleeftijd samenhangt met de inrichting van de wijk. Met gebruik van GPS en versnellingsmeters onder 100 kinderen werd ook duidelijk op welke locaties zij bewegen. Het rapport hierover verscheen op 31 december 2010. Tussen de voordeur en de schoolbanken is volgens projectleider Sanne de Vries nog veel beweegwinst te halen. Bijvoorbeeld door activiteiten te organiseren op (school) pleinen en speeltuinen of door boomstammetjes of interactieve oplichtende stoeptegels te plaatsen die uitdagen tot beweging. Kijk op www.platformbuitenspelen.nl/tno om het rapport te downloaden.
platformbuitenspelen.nl Interactieve speeltuin Kampen vernield
Buitenspelen vermindert kans bijziendheid
Gratis e-zine Als aanvulling op het magazine, publiceert BuitenSpelen relevante nieuwsberichten, uitgebreide projectbeschrijvingen en informatieve productbeschrijvingen op haar website www.platformbui-
Een hypermoderne speeltuin met interactieve speeltoestellen in Kampen heeft het in de aanloop naar oud en nieuw zwaar te verduren gehad; drie van de toestellen zijn flink toegetakeld.
maart 11 - 1
Door buiten te spelen lopen kinderen veel minder risico om bijziend te worden. Twee of drie uur per dag in daglicht doorbrengen, brengt het risico al met de helft terug. Het speelt geen rol of kinderen sporten, picknicken of buiten lezen: het zonlicht is van belang.
tenspelen.nl. Tevens kunt u zich hier aanmelden voor de gratis BuitenSpelen e-mailnieuwsbrief.
BuitenSpelen
7
BUITENSPELEN OP LOCATIE
Hoe geef je jongeren de ruimte op een openb
BuitenSpelen op Locatie In de rubriek BuitenSpelen op Locatie gaat de redactie met behulp van experts ter plaatse op zoek naar praktische antwoorden op vragen die worden ingediend via het Platform BuitenSpelen.
De gemeente Lochem is bezig een nieuw speelruimtebeleid op te stellen. Zoals het er nu naar uitziet, wil de gemeente de schoolpleinen rondom de naast elkaar gelegen katholieke basisschool St. Joseph en openbare basisschool De Toermalijn, buiten schooltijd openbaar maken voor jeugd tot 18 jaar. Directeuren Ingrid Steenbruggen (Toermalijn) en John Hegeman (St. Joseph) staan niet direct negatief tegenover het voorstel, maar vrezen de overlast die de jeugd zou kunnen veroorzaken. BuitenSpelen vroeg Eelco Koppelaar, speelruimtespecialist en –ontwerper bij OBB Ingenieursbureau, een aantal praktische adviezen te geven, die overlast van oudere jeugd op openbare schoolpleinen kunnen helpen voorkomen. 8
BuitenSpelen
‘Kunstgras
H
et schoolplein van De Toermalijn en St. Joseph is momenteel ingericht voor kinderen tot twaalf jaar. Een aantal jaren geleden ondervonden de scholen nog veel overlast van buurtjongeren. Hegeman: “Graffiti op de muren, rotzooi op het plein, een vernielde schommel en ballen door de ramen. Of op het dak zodat de jongens die de bal gingen halen de dakbedekking stukliepen waardoor er lekkage ontstond.” De laatste tijd is de overlast sterk verminderd. Er is een hekwerk om het terrein geplaatst dat na schooltijd afgesloten kan worden. “Nu kunnen wij en omwonende bewoners jeugd die er niet hoort te zijn, wegsturen. Als ons plein een populaire openbare speel- en hangplek wordt, hoe kunnen we dan voorkomen dat we ’s ochtends eerst de peuken en bierflesjes op moeten rapen voordat de kinderen veilig buiten kunnen spelen?”, vraagt Steenbergen zich af. Beide directeuren willen benadrukken dat ze snappen dat de oudere jeugd in Lochem ook een plek moet hebben in de buurt. “Wij willen zeker kijken naar de kansen die dit schoolplein te bieden heeft als openbare ruimte”, verklaart Hegeman, “maar wel met een realistische kijk op potentiële pro-
blemen.” Het plein blijft een schoolplein, waar jongeren na schooltijd eventueel ook gebruik van kunnen en mogen maken.
Hufterproof speeltoestellen en materialen Eenmaal op het schoolplein richt ontwerper Koppelaar eerst zijn aandacht op de losse elementen. De speeltoestellen bijvoorbeeld. De vier kleine blauwe voetbaldoeltjes die op twee plekken op het plein staan, zijn zeer geschikt. “Stalen toestellen zijn nu eenmaal minder gevoelig voor vernielingen”, meldt Koppelaar. “Hoe vervelend het ook is dat je er rekening mee moet houden, Je moet de jeugd niet een uitdaging bieden door toestellen te
BUITENSPELEN OP LOCATIE
enbaar schoolplein?
en scooters gaan niet samen’ plaatsen die gemakkelijk stuk te maken zijn.” Vanuit dezelfde visie krijgen ook de stalen klimkoepel, de robuuste schommel en de tafeltennistafels een hufterproofbeoordeling. “Speel- en sporttoestellen op schoolpleinen moeten sowieso al voldoen aan de Warenwet Attractie- en speeltoestellen (WAS) en ook houten toestellen worden steeds duurzamer en robuuster waardoor ze steeds minder te vrezen hebben van vernielzuchtige jeugd.” Het houten klimrek dat al decennia op het kleuterterrein voor de St. Josephschool staat, toont wel aan dat staal niet de enige oplossing is. Koppelaar zet echter wel zijn vraagtekens bij de platen waarmee sommige vakken in het speeltoestel bij de Toemalijn zijn opgevuld. “Dergelijke gladde, lege oppervlakken kunnen uitnodigen tot bekladding.” Dat het plaatmateriaal in het toestel, en ook de witte achterkant van het hoge bord met aan de voorkant de namen van beide scholen, nog schoon zijn toont volgens de ontwerper al direct aan dat er momenteel weinig overlast is van jeugd die er rondhangt. “Als je toch dergelijke oppervlakken op je terrein hebt, kan het heel slim en leuk zijn om daar mooie schilderingen op te maken, met de leerlingen of door een graffitikunstenaar. Graffitispuitende jongeren zullen minder gauw over andermans graffitiwerk heen spuiten.” Wat betreft ondergrondmaterialen heeft Koppelaar ook wel een aantal tips. Over het toepassen van kunstgras bijvoorbeeld. “Kunstgras en scooters gaan niet samen. Wij zien regelmatig het resultaat van jongens die het leuk vinden om hun achterwiel op de ondergrond te zetten, flink gas te geven en zo het kunstgras te verbranden. Daar kan je rekening mee houden bij de keuze van een ondergrond op een openbaar schoolplein. Rubberen tegels kan je laten smelten. Echt gras en zand zijn juist vrij risicoloos.” Maar zo benadrukken zowel Koppelaar als de directeuren van de scholen, de nadruk bij de keuze van een ondergrond moet in eerste instantie altijd liggen bij de primaire functie, namelijk de veiligheid van de kinderen. Uiteraard is onder bepaalde toestellen een valondermaart 11 - 1
grond vereist. Zaak is om de balans te vinden tussen materialen die onaantrekkelijk zijn voor jongeren om te vernielen, en materialen die nodig zijn voor de kinderen. Het is ook mogelijk om de toegankelijkheid zo te organiseren dat het na schooltijd lastig is om met fietsen en scooters op het schoolplein te komen. Het is belangrijk om potentiële problemen vooraf te zien. Dan kan je deze met (her) inrichting voorkomen.
Voorkomen van grote groepen en overlast Bepaalde elementen trekken oudere jongeren aan. Sportfaciliteiten, zit- en hangmogelijkheden buiten toeziend oog van volwassen. Door hiermee rekening te houden kan je binnen de grenzen van het schoolplein sturen waar de jeugd wel of niet verblijft. De houten banken in het middengedeelte van het plein in Lochem staan daar prima. Ze kijken uit op het verharde veldje met twee voetbaldoeltjes. Een prima plek om na schooltijd een balletje te trappen met je vrienden of bij te kletsen op de bankjes. Er staan er drie, op een redelijke afstand van elkaar. “Met zitelementen kan je jongeren op een vriendelijke manier uitnodigen om gebruik te maken van die specifieke ruimte. Teveel zitfaciliteiten kunnen echter leiden tot een grotere groep waardoor er eerder overlast ontstaat. Bied alleen kleine groepjes een zitgelegenheid, en plaats er prullenbakken bij. Jongerenwerkers en wijkagenten uit de buurt kunnen er op aansturen dat die ook daadwerkelijk gebruikt worden.” Overkappingen en naar binnen draaiende hoeken in bebouwing zijn populaire plekken om te hangen. Ze geven beschutting tegen kou en regen en zorgen er vaak voor dat de jongeren uit het zicht blijven van omwonenden. Koppelaar: “De overkappingen die je veel boven de entree van scholen ziet, zijn in dit opzicht een ideale plek voor de jongeren; droog, beschut en soms zelfs met wat licht. Alleen wil men meestal geen hangjongeren voor de ingang. Je kunt als alternatief elders op het plein een overkapping plaatsen, bijvoor-
beeld in de vorm van een open fietsenstalling bij de ingang van het plein.
Fout
Goed
Een schoolvoorbeeld van een ongewenste hangplek is de grote stenen fietsenstalling aan de achterkant van de St. Josephschool. De typische jaren ’80 stalling is opgebouwd uit baksteen, overdekt en zo in een hoekvorm geplaatst dat tussen de stalling en het schoolgebouw een soort binnenhofje ontstaat. “Ideaal om in te hangen, niemand die je ziet”, stelt Koppelaar, die wordt bijgevallen door de graffiti op de muur en de ervaringen van directeur Hegeman. Slopen is de enige optie. De fietsenstalling aan de andere kant van het schoolplein laat zien hoe het beter kan. De lange, smalle overkapping met daaronder in het midden de fietsenrekken, biedt wellicht tijdelijk een schuilplek in geval van regen, maar biedt weinig comfort om er langer te verblijven dan nodig. Voor een binnenhoek zonder deur of looppad heeft de ontwerper een simpele, maar doeltreffende tip. “Plaats wat leuke struiken of andere stevige beplanting langs de muren. Dat ontmoedigt hanggedrag en het staat ook nog eens leuk.” BuitenSpelen
9
BUITENSPELEN OP LOCATIE
Ontmoedig hanggedrag met groen langs dit soort muren.
Indeling en herstructurering
niet altijd voorkomen dat een afzwaaiende
Zonder het schoolplein een volledige herinrichting te laten ondergaan, kan er middels een heldere herindeling al veel worden bereikt. Koppelaar: “Daar waar oudere jongeren zijn, zullen kleine kinderen niet willen spelen. En vice versa. Daarom is het belangrijk om de verschillende doelgroepen aparte ruimtes toe te wijzen door middel van een heldere inrichtingstructuur. Zo heeft de onderbouw van de St. Josephschool een buitenruimte speciaal voor de kleuters met schommels, klimrekken en een zandbak. De ruimte bevindt zich in een open hoek, vol in het zicht van omwonenden en er zijn geen aparte zitgelegenheden. Directeur Hegeman hoeft zich over dit stuk van het plein weinig zorgen te maken: het biedt geen van de elementen die de jeugd aantrekkelijk zal vinden. Sterker nog, aangrenzend bevindt zich het reeds omschreven trapveldje, dat veel aantrekkelijker en geschikter is voor de jongeren. Koppelaar heeft nog wel twee adviezen om de indeling nog beter te laten functioneren. “Je zou een groene haag met een doorgang kunnen plaatsen tussen de twee terreintjes, om de scheiding nog wat helderder te maken. Belangrijk is ook dat de voetbaldoeltjes niet zoals nu op één lijn, maar tegenover elkaar worden geplaatst. Nu kan je niet een leuk partijtje voetballen.” Parallel aan het hekwerk, ter hoogte van het trapveldje, zijn in een lange rij de fietsenrekken geplaatst. Dat is helaas geen handige plek. “Het risico op omgevallen fietsen, kapotte achterlichten en slagen in de wielen is nu erg groot. Zowel de jongere kinderen als de oudere jeugd kunnen
bal een fiets beschadigt.” De directe omgeving van een voet- of basketbalveldje moet vrij zijn van kwetsbare objecten, óf plaatselijk afgeschermd met afvanghekken. In dit specifieke geval kan de groenstrook die nu tussen het hek en de fietsen ligt, verplaatst worden richting het trapveldje en beplant met een middelhoge haag. Dit vormt tegelijk een praktische en mooie barrière. Om het hele schoolplein de ultieme indeling te geven voor (openbaar) gebruik, geeft Koppelaar het advies om de olifantenbasket die nu midden op het plein, vlak naast het trapje, staat, te verplaatsen richting het terrein van De Toermalijn. De zitkeien die nu op subtiele wijze de scheidslijn tussen de twee schoolpleinen aangeeft, zouden zo kunnen worden gepositioneerd dat deze een afbakening vormen tussen het daardoor iets groter geworden voetbalveldje en dat gedeelte van het terrein waar een fietspaadje is aangelegd en waar een houten speelkasteel is neergezet. Dit zijn speelaanleidingen voor iets jongere kinderen, die door deze herindeling helder worden gescheiden van het voetbalveldje waar de bovenbouw, en na schooltijd de oudere jeugd, gebruik van maakt.
10
BuitenSpelen
Participatie en doordacht beleid Alleen een goed, gemeentelijk speelruimtebeleid kan voorkomen dat het schoolplein, ondanks al deze aanpassingen, toch een hangplek wordt voor grote groepen jongeren die veel overlast veroorzaken. Het is van groot belang de jongeren bij het maken van een speelbeleid te
betrekken. “Laat jongeren hun wensen kenbaar maken en kijk waar deze veilig, en zonder overlast kunnen worden ingecalculeerd”, adviseert Koppelaar. “Wanneer jongeren voelen dat er naar ze geluisterd wordt, zullen ze ook eerder de kaders respecteren waarbinnen zij gebruik mogen maken van speelpleinen.” De kans is groot dat het kleine trapveldje van De Toermelijn en de St. Josephschool alsnog de hotspot wordt van de oudere jeugd, als er in de buurt van het schoolplein nergens anders een grotere hangplek met sportgelegenheid wordt gecreëerd. In Lochem is er wel een groter voetbalveld, bij het jongerencentrum op de markt bij de moskee. Het veld is drukbezocht, dus de behoefte is er, alleen klagen omwonenden over de geluidsoverlast. Een zogenoemde no-problemplek is idealiter een plek waar grotere groepen jongeren kunnen verblijven en sporten op een iets meer afgelegen locatie, zodat de overlast wordt beperkt.
Fietsrekken plaatsen naast een voetbalveldje is vragen om problemen. “Maar ongeacht de inrichting van ons plein en de vorm van het algeheel speelbeleid, als dit plan voor een openbaar schoolplein vervolg krijgt komt de kwestie van verantwoordelijkheid in het geding. Wie is er na schooltijd verantwoordelijk?”, vraagt Hegeman terecht. De schooldirecteuren hebben inzake deze kwestie bij het gemeentebestuur aangestuurd op een vereniging die alle openbare speel- en hangruimte na schooltijd beheert en verantwoordelijk is voor controle, toezicht en groot onderhoud. Want hoe goed de bedoelingen ook zijn, de jeugd laat zich nooit helemaal sturen. “En het schoolplein is in eerste instantie voor onze kinderen. Dat moet wel duidelijk zijn, voor iedereen.”
BUITENSPELEN OP LOCATIE
OBB Ingenieursbureau begeleidt de vormgeving van het nieuwe speelruimtebeleid van de gemeente Lochem aan de hand van demografisch en geografisch onderzoek naar de gewenste speelruimte per leeftijdsgroep en locatie. Uit dit eigen onderzoek naar succesvolle openbare jongeren ontmoetingsplekken zijn, behalve de gewone sportplekken, vier verschillende categorieën naar voren gekomen: • Kiss and Greet (bijvoorbeeld straathoeken, vereisen geen speciale inrichting en vormen al 50% van de plekken), • What’s Up (bestaande uit enkele ontmoetingsaanleidingen), • Stay Around (grotere gelegenheden) • No Problem (groot en ver van woonwijken). OBB streeft naar één ontmoetingsplek per 15 jongeren, onderscheiden naar de vier categorieën. Met een dergelijke goede structuur is het volgens OBB niet nodig dat jongeren op verkeerde tijdstippen op ongewenste plekken rondhangen.
Heeft u ook een prangende vraag? Heeft u moeite met het opstellen van een speelbeleidsplan, het maken van een keuze voor het juiste speeltoestel of weet u niet hoe u uw speeltuin veilig kunt inrichten of onderhouden? Stel uw vraag aan de redactie via redactie@acquirepublishing.nl. Wij gaan voor u op zoek naar de antwoorden in BuitenSpelen op Locatie of brengen u in contact met een expert.
maart 11 - 1
BuitenSpelen
11
PROJECT KORT
Herinrichting speeltuin Wachterliedplantsoen Amsterdam:
Twee vulkanen domin schommel, een roompot en een aantal veerwippen. De eerder georganiseerde kinderinspraak leverde 36 verrassende ontwerpen op, waarbij vooral een fascinatie voor driedimensionale objecten als bergen, huisjes, klimtoestellen en bruggen naar voren kwam. Ontwerper Sybolt Meindertsma heeft zich laten inspireren door de objecten en een aantal als speelelementen aan de speeltuin toegevoegd. Om een verhaallijn te genereren voor de positionering van de objecten heeft hij eigenhandig een ‘Wachterlied’ geschreven: een romantisch verhaal over de nachtelijke samenkomst van twee geliefden die door het aanbreken van de dag vroegtijdig wordt afgebroken. De morgen breekt aan en de nachtwachter, die op de hoogte is van de geheime samenkomst, blaast op zijn hoorn of zingt een lied om de minnaar erop attent te maken dat het de hoogste tijd is om zijn liefje te verlaten.
Twee vulkanen
Bij de herinrichting van het Wachterliedplantsoen in Amsterdam is het thema samenkomst en ontmoeting consequent doorgevoerd in planvorming en ontwerp, inspelend op het Middeleeuwse Wachterlied; een romantisch verhaal over de nachtelijke samenkomst van twee geliefden. Onderdeel van het nieuwe plantsoen is de speeltuin, waarin twee vulkanen domineren in het speellandschap. Tekst: Roel van Gerwen (landschapsarchitect) en Sybolt Meindertsma (architect speeltuin en speelelementen park) m.u.v. interview IJreka.
H
et Wachterliedplantsoen is gelegen tussen het Erasmuspark en de Bos en Lommerweg in Stadsdeel Bos en Lommer. Het plantsoen huisvest een aantal functies: Speeltuinvereniging Bos en Lommer met een clubhuis en speeltuin, een kinderboerderij, de Augustanakerk en een sporthal. De slechte staat van onderhoud van de kinderboerderij vormde de directe aanleiding voor een opknapbeurt. Op advies van het Dagelijks Bestuur is gekozen voor herinrichting van het gehele Wachterliedplantsoen en nieuwbouw van de kinder-
12
BuitenSpelen
boerderij en het Verenigingsgebouw. Buurtbewoners en gebruikers hebben een zeer actieve rol in het beheer en eerder in de totstandkoming door wensen te uiten, zelf inrichtingsvarianten te ontwerpen en kritisch deel te nemen in de planvorming. Dit resulteerde in een plan waar de buurt honderd procent achter staat. Bij de inventarisatie van de bestaande speeltoestellen bleek een aantal nog goed herbruikbaar, zoals een zandbak, ontworpen door Aldo van Eijk, een zeshoek-
In de speeltuin vormen twee vulkanen dominante objecten in het speellandschap met conventionele, nieuwe en hergebruikte speeltoestellen en zelfontworpen objecten. De ene vulkaan is hol en herbergt zowel van binnen (huisje spelen) als buiten (glijden, klimmen) spelaanleidingen. De andere vulkaan is massief en voor de ene helft in de speeltuin geplaatst en voor de andere helft in de dierenweide, zodat aan de ene zijde de kinderen omhoog klauteren en aan de andere de geiten. Aan deze zijde kunnen de geiten op plateaus geknuffeld worden. Op de vulkaan zijn een glijbaan, klimtouwen en stenensporen. Op een klein vulkaantje is een waterspel met pomp, goten en kliederplateau. De speeltuin en de kinderboerderij zijn onlosmake-
PROJECT KORT
ineren speellandschap lijk met elkaar verbonden. Beide functies zijn binnen één ruimte gelegen. In samenspraak met de beheerders van despeeltuin en de kinderboerderij is een plan gemaakt voor een kinderboerderij, dat zowel vriendelijker is in het gebruik als esthetischer dan de vorige bebouwing. Tevens is een relatie gezocht tussen de speeltuin en de rest van het plantsoen. Een paar fluisterschalen verbinden door middel van geluid een berging in de vorm van een vulkaan met een ‘vulkaan van gras’, die in een reliëfrijk graslandschap buiten de speeltuin is gelegen. In het gras ligt een ‘lavastroom’ van stapstenen en er staat een abstract palenwoud van houten stammen. De speeltuin zelf heeft een rubberen vloer in twee kleuren van 1560 vierkante meter. Eén gedeelte is ingericht met speeltoestellen en een dieper gelegen trapveldje. Het andere is ingericht met alleen de zandbak, twee vulkanen en toestellen voor de jongste kinderen. Hierdoor ontstaat tussen de speeltoestellen en de kinderboerderij een op de zon georiënteerd pleintje, met houten banken waar ouders kunnen genieten van de zon terwijl ze jongere kinderen in de gaten kunnen houden. De grote vulkaan vormt een markering tussen speelaanleidingen voor jongere (1-5 jaar) en oudere (6-10 jaar) kinderen.
Unieke speelomgeving Bas Slijkhuis van IJreka: “We hebben voor ons gevoel een unieke speelomgeving neergezet waarbij een bijzonder object het uitgangspunt was. Samen met Meindertsma hebben we al vaker gekeken naar het idee de holle vulkaan met spelaanleidingen te realiseren, maar de uitdaging was om het betaalbaar te maken. Hiervoor zijn we in nieuwe materialen gaan denken. Dit resulteerde in een stalen basisframe dat taps naar boven toe loopt. We hebben veel met rubber gewerkt en dit op een andere manier toegepast door er klim- en glijdelementen mee te maken. Aan een zijde van de vulkaan is een brede glijbaan aangelegd. Het doel hiervan is helder en nodigt de kinderen uit tot spelen, waardoor ze sneller de andere elementen van de vulkaan gaan ontdekken. Er zijn bewust verschillende elementen die geen duidelijke functie hebben. Kinderen geven hier maart 11 - 1
hun eigen interpretatie aan en dat is mooi om te zien. Ze bepalen zelf hun grenzen en wat ze kunnen.” Slijkhuis vertelt dat een ander bijzonder element van de glijbaan de vrije val in het begin is en het ‘flauwe’ einde van de baan. “Oudere kinderen wagen de gok helemaal bovenaan, terwijl de kleintjes zich goed vermaken aan het einde van de klim- glijdmat.” Binnenin de vulkaan hangt een rubberen mat, waardoor de krater fungeert als verblijfspunt. Ook kunnen de kinderen van hieruit naar buiten kijken, wat het speelelement nog meer versterkt. “Een andere uitdaging in dit project was, naast het realiseren van een bijzonder object, dat het hufterproof
moet zijn. Opdrachtgevers willen nu eenmaal value for money en niet een product dat een paar jaar later al aan vervanging toe is. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar bij maatwerkprojecten is er niet zoiets als een prototype; het moet in een keer goed.” IJreka heeft de samenwerking met Meindertsma als waardevol ervaren: “Hij heeft in het hele proces sterk vastgehouden aan zijn visie. Dat was soms even doorbijten, maar als je nu ziet hoe de objecten met elkaar communiceren, heb ik veel bewondering voor zijn helikopterview.” www.syboltmeindertsma.nl www.ijreka.nl BuitenSpelen
13
DUURZAAM
Discussie over houtverduurzaming met koper en/of chroom voorlopig verstomd
‘Waarom zou je gaan blussen
niet verkeerd, ook wij zijn voor duurzaamheid, maar deze regels zijn mistig.’ Een soortgelijke milieudiscussies als met hout speelde rond metalen toestellen al ging het daar meer over welke metalen gerecycled mochten worden en welke niet.
En nu
De speeltuinbranche kan voor even weer rustig ademhalen. Leek de overheid medio 2008 nog op ramkoers om alle koperverbindingen in houten speeltoestellen te verbieden, nu zijn alle verordeningen on hold gezet en lijkt zelfs definitief afstel niet ver weg.
W
at voorafging. SenterNovem stelde in 2008 in opdracht van het Ministerie van VROM criteria voor duurzaam inkopen op. In totaal is dat voor tachtig productgroepen gebeurd, onder meer ook voor de productgroep Straatmeubilair. Speeltoestellen zijn in Nederland ook onder deze categorie geschoven. In de richtlijnen van 2008 stond onder meer dat hout in Nederland niet langer verduurzaamd mocht worden met een koperverbinding. Zowel koper-chroom verbindingen als koper met organische componenten zouden verboden worden. De speeltuinsector, vertegenwoordigd in de Branchevereniging Spelen, sprak in 2008 al haar verbazing uit over deze richtlijnen. Koper is feitelijk de enige serieuze methode om naaldhout te verduurzamen. In Europa is het gebruik van koper als natuurlijk materaal ook niet verboden. Maar Nederland wilde als braafste jongetje van de klas toch een verbod.
14
BuitenSpelen
Branchevereniging Spelen wees er in 2009 al op dat als je naaldhout niet op een juiste manier verduurzaamt, het binnen een paar jaar wegrot. En snelle vervanging leidt uiteindelijk tot meer milieubelastingen, meer kap, meer transport etc. Het staat ook dwars op de eis van de overheid om speeltoestellen minimaal tien jaar mee te laten gaat. Dat kan alleen met grondig onderhoud en dan nog is het vraag of op een andere manier geïmpregneerd hout wel zo lang mee kan. Risico zou bestaan dat er weer meer teruggegrepen zou worden op tropisch hardhout als alternatief, en daar zit ook niemand op te wachten. De voorzitter van Verduurzaamd hout Nederland zei destijds in BuitenSpelen: ‘De grondslag voor de maatregel ontbreekt geheel. Het is – zeker Europees gezien- nergens op gestoeld. Europese toxicologen hebben zelfs gezegd dat het document niet deugd, en toch gaat Nederland door. Begrijp me
Branchevereniging Spelen startte in 2008 al gespreken met toen nog VROM. Insteek: als er geen goede alternatieven zijn voor verduurzaming en als in Europees perspectief koper gewoon mag, dan is het toch raar dat je als Nederland buitenbeentje wilt zijn. Ook VNO NCW en MKB Nederland bemoeiden zich met het dossier. Dat een kabinetswisseling grote effecten kan hebben op beleid, bleek vervolgens. Inmiddels zit er een nieuwe regering en Rutte I blijkt ontvankelijk voor de argumentatie van VNO-NCW/MKB Nederland
DUURZAAM
als er geen brand is’
die is gericht op de systematiek van de Criteriadocumenten binnen Duurzaam Inkopen in de brede zin. Kristian Tienstra, hij ondersteunt Branchevereniging Spelen in dit dossier, heeft zich vanuit die rol nadrukkelijk met het dossier beziggehouden en zegt over de laatste stand van zaken: ‘Staatssecretaris Atsma heeft begin februari alle criteriadocumenten rondom duurzaam inkopen on hold gezet. Dus niet alleen voor spelen, inkoop breed. Belangrijk signaal van de minister is geweest, dat we moeten aansluiten bij wat er in Europa gebeurt. Nederland moet in de pas lopen en geen eigen positie innemen. Dat geldt dus ook voor koperverbindingen in houten speeltoestellen en straatmeubilair.’ Los van de Europese component in dit verhaal, is er de laatste tijd ook twijfel over de gesuggereerde nadelige milieueffecten van verduurzaming
maart 11 - 1
met koper en of chroom. Naar die effecten wordt momenteel onderzoek gedaan en op korte termijn wordt een antwoord op dat onderzoek van het RIVM verwacht. Het is nog lang geen uitgemaakte zaak dat koper als verduurzaming zo milieubelastend is als gesuggereerd. Tienstra: ‘En als er geen brand is, is het natuurlijk onzinnig om te gaan blussen.’
Rust Tot voor kort waren partijen in de markt, noodgedwongen, op zoek naar alternatieven voor koperverbindingen. Om zo in de toekomst op realistische wijze aan de Nederlandse overheidseisen te kunnen voldoen. Zodat koper dus niet nodig was, maar gelijktijdig houten speeltoestellen wel een lange levensduur hadden. De branche zal blijven zoeken, maar nu is het even wachten op de resultaten van het RIVM. Tienstra: ‘Mocht het onderzoek uitwijzen dat koperverbindingen niet extra belastend zijn voor het milieu, dan moet je je afvragen of je wel door moet zoeken in het kader van uitsluitingen. Begrijp me niet verkeerd. De branche is zich zeer bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. We gaan soms zelfs verder dan de
overheid voorschrijft. Als branche willen we bijvoorbeeld eigenlijk alleen werken met duurzaam hout. We vinden het ook goed dat als je milieuvriendelijke alternatieven biedt, je in gunningscriteria een hogere waardering krijgt. Maar het moet allemaal wel werkelijk duurzamer zijn, en dat waren de inmiddels oude criteria niet altijd.’ Tienstra is blij met de rust die nu wordt gecreëerd. ‘Ja, de ophef is verdwenen. Dat was het eigenlijk al omdat de criteria als sinds de zomer 2010 niet van toepassing zijn verklaard op speeltoestellen door het Ministerie.’ Willem van Veenendaal van de Branchevereniging spelen is gepast trots. ‘Ik denk dat we ons belang als branchevereniging hebben laten zien. Vaak ben je onzichtbaar, maar in dit soort dossiers zie je dat als je goede wegen bewandelt, je dankzij een fatsoenlijke dialoog en met data onderbouwd, prima met de overheid zaken kunt doen.’ Rust tot de zomer in elk geval. Dan zal meer duidelijk zijn over de ‘nieuwe werkwijze binnen Duurzaam Inkopen’, ook zijn dan de milieueffecten van koperverbindingen in houten toestellen bekend. Kijken of de veenbrand dan weer oplaait of definitief is geblust. BuitenSpelen
15
ADVERTORIAL
Van pannakooi tot straatsport doel en Speedsoccer Court
Erma Play speelt in op Er is steeds meer aandacht voor sportief spelen op straat. Het kale en simpele trapveldje van vroeger is nu een plek voor straatsport. Erma Play, engineer, producent en leverancier van straatsportproducten en leverancier van speeltoestellen, speelt in op deze ontwikkeling en heeft alles in huis om deze sportieve speelplekken in te richten. Afhankelijk van de locatie en andere wensen kan de afweging worden gemaakt tussen simpel en gedegen staalconstructies of een kleurrijk concept voor alle leeftijden, met doelen, pannakooien, Speedsoccer Courts en speeltoestellen.
“
Wij engineren, produceren en leveren voor bijna alle buitensporten”, aldus Erwin Schorn van ERMA Play, onderdeel van ERMA International. “Het grootste voordeel is dat we in eigen beheer complete producten leveren. Alle straatsportproducten zijn duurzaam; ze gaan minimaal tien tot vijftien jaar mee en zijn relatief goed betaalbaar.” In overleg met de klant kan een product op maat worden ontworpen. “We hebben bijvoorbeeld diverse pannakooien in het assortiment, maar een afwijkend ontwerp is ook geen probleem”, aldus Schorn. Het assortiment voor de openbare ruimte bestaat uit straatsportdoelen, pannakooien, multifunctionele sportkooien, straatsport basketbalpalen, straatsport tennis, speeltoestellen, ontmoetingsplekken voor jongeren die tevens als tribune kunnen dienen en Speedsoccer Courts. Daarbij is ERMA Play ISO-gecertificeerd en alle producten voldoen aan de geldende NEN-normen. In 2010 is de leverbetrouwbaarheid van ERMA gemeten op 99 procent, door de afgesproken leverdata met de klant naast de daadwerkelijke afleverdata te leggen. De montage wordt bij ERMA uitgevoerd door ervaren VCA-gecertificeerde medewerkers. Schorn: “Mijns inziens is een mooie visie en een uitgebreid producten- en dienstenpakket een goede basis voor een lange relatie. Maar waar het uit eindelijk om gaat in deze markt is of je aan de verwachting van de klant kan voldoen of zelfs kunt overtreffen.”
ERMA Speedsoccer Court Schorn: “Speedsoccer is vrij nieuw in Nederland. Wij hebben in eigen huis een Speedsoccer Court ontwikkeld die als 16
BuitenSpelen
eerste in Wierden is geplaatst. Het is daar erg enthousiast ontvangen en wordt dan ook voor veel verschillende doeleinden gebruikt: ’s winters is het continue bezet door voetbalclubs, maar ook bedrijven houden er competities en kinderen spelen er recreatief een potje voetbal of vieren er hun verjaardagsfeestjes.” Het duurzame en exclusieve indoor voetbalveld is 30 bij 15 meter en geschikt voor vijf tegen vijf voetbalwedstrijden. Het unieke aan dit product is dat het veld compact is en dat de bal altijd in het spel blijft door de één meter hoge boarding, voorzien van netten tot aan het plafond. Dit zorgt voor individuele acties, snel voetbal en intensief spel. Wisselen gebeurt door een geïntegreerde De Speedsoccer Court in Wierden
deur in het doel die zelfsluitend is; de deur is tevens de toegang tot het veld. Op het veld is natuurlijk ook de mogelijkheid tot andere activiteiten, zoals Tae Bo, Zumba en andere fitness sporten.
Multifunctioneel sporten Met de multifunctionele pannakooi Granada bracht ERMA een product op de markt waarin zowel gevoetbald als gebasketbald kan worden. “De kooi is modulair op te bouwen en kan in grootte variëren”, aldus Schorn. “Ook is de ondergrond naar eigen keuze in te vullen, en is de kooi geluidsarm en weer- en vandalismebestendig. Verder kenmerkt de kooi zich door de stoere vormgeving, wat de Granada snel tot het middelpunt maakt waar diverse sportactiviteiten plaatsvinden, met naast voetbal en basketbal ook volleybal en panna knock-out.” De kooi is zo opgebouwd dat de klant zelf de afmetingen en kleuren van het materiaal kan bepalen. De geplaatste kooi in Saasveld was een van de eerste uit het assortiment van ERMA Play. “We hebben het product nu bijna een jaar in het assortiment”, licht Schorn toe. “Nu we zien hoeveel vraag er is naar deze sportvoorziening, zullen we deze lijn zeker doortrekken.”
ADVERTORIAL
sportief spelen op straat Bari Straatsport doel Hetzelfde geldt voor de in eigen huis ontwikkelde straatsport doelen, die pas sinds drie maanden op de markt zijn. “We hebben onder meer in Hengelo tientallen doelen mogen plaatsen”, vertelt Schorn. “Ondanks dat het product sinds korte tijd verkrijgbaar is, halen we er nu al rendement uit.” Het doel is verkrijgbaar in verschillende gradaties; de brons, zilver of goud uitvoering. Brons staat voor een doel met vierkante hoeken, de zilver uitvoering heeft afgeronde hoeken met één as en de gouden uitvoering is voorzien van drie assen en tevens afgeronde hoeken: de meest duurzame variant. De ronde afwerking maakt het doel veilig en vermindert de kans op letsel bij stoten. Het doel daagt door zijn robuuste uiterlijk uit tot intensief gebruik en kan hierdoor een centrale functie in de wijk vervullen. ERMA International Almelo T: +31 546 49 38 95 www.ermainternational.com
Nieuw product: Multiplay Court ERMA Play heeft samen met een externe partner een nieuw product op de markt gebracht: de MultiplayCourt, een compleet ingericht multifuntioneel sport- en speelveld. De MultiplayCourt is een maatschappelijk verantwoord concept; geheel opgebouwd uit duurzame materialen met als functie actief bewegen en sporten stimuleren. Het veld is verkrijgbaar in de basislijnen brons, zilver en goud. Voor ieder idee is een basisidee ontworpen, deze is naar eigen wens verder aan te kleden. Het veld biedt ruimte voor diverse sporten en spellen zoals voetbal, panna knock-out, volleybal, basketbal, badminton en hardlopen. Uniek is de speciale ondergrond en afwatering waardoor het ’s winters te gebruiken is als schaatsbaan.
De multifunctionele pannakooi Granada
- Sport en beweging worden gestimu- leerd; - Omdat het veld transparant is, is goed toezicht mogelijk; - Door de inrichting en belijning is het veld multifunctioneel te gebruiken; - Het veld is onderhoudsvriendelijk en duurzaam;
- Zowel in de zomer als ’s winters te ge- bruiken door de speciale ondergrond en afwatering.
De voordelen: - De MultiplayCourt vervult een sociaal maatschappelijke functie; - Het gebruik van gerecycled regeneraat boarding zorgt voor geluidsdemping;
maart 11 - 1
BuitenSpelen
17
PROJECT KORT
Openbare speelruimte wijkcentrum stelt ontwerpers voor een uitdaging
Kleurrijk spelen, In het centrum van de wijk Kinderdijk is een nieuw Multifunctioneel Centrum (MFC) gebouwd met onder meer een basisschool en peuterspeelzaal. De instellingen huren hun buitenruimte, die moet voldoen aan bepaalde wettelijk eisen, van de gemeente Alblasserdam die op haar beurt eist dat de speelpleinen ook openbaar zijn voor de kinderen uit de buurt. De ontwerpers van de hele buitenruimte, Lex Koelewijn en Jacco Stuij, stonden voor de uitdaging om alle eisen te integreren in één speelplein. Zonder compromissen een onmogelijke opgave. Met name hun eigen visie moest eraan geloven.
I
n het centrum van de wijk Kinderdijk, nabij het winkelcentrum en de Ichthuskerk, tussen hoofd- en buurtontsluitingswegen Rijn- en Maastraat, is een nieuw MFC opgetrokken dat nu de Voorzieningendriehoek Scheldeplein wordt genoemd. De gemeente werkte de plannen voor de buitenruimte samen uit met woningcorporatie Westwaart Wonen (nu Woonkracht 10, red.) die de bebouwing financierde. Tijdens de planfase voorzag de stedenbouwkundige van de gemeente een groene ruimte in de vorm van een trechter die de bezoekers vanuit het winkelcentrum over rollatorvriendelijke paden door het binnengebied van de Voorzieningendriehoek zou leiden. Maar, zoals bij meer projecten, ging eerst de architect van de ontwikkelaar aan de slag met het ontwerpen met de woningen, flats en andere gebouwen op basis van het vastgestelde Programma van Eisen, met daarin naast de eisen van de stedebouwkundige ook die vanuit de verkeerskundige met betrekking tot de benodigde infrastructuur en parkeerruimte. Lex Koelewijn, Beleidsmedewerker Groen en Ontwerper Buitenruimte: “Omdat de prioriteit uitging naar bebouwing en parkeren, was van de oppervlakte die oorspronkelijk was
18
BuitenSpelen
bestemd als groene buitenruimte en speelruimte, aardig wat afgesnoept. Hierdoor zijn onder andere de schooltuinen komen te vervallen. Eeuwig zonde. En de speelruimte voor de school en de speelzaal meet exact het verplichte aantal vierkante meter. Geen meter meer.” In combinatie met de verschillende gebruikers, vormde het beperkte aantal vierkante meters een nog grotere uitdaging voor Lex Koelewijn en Jacco Stuij van Realisatie Buitenruimte die het ontwerp uitwerkte.
Kleurrijk voetballen, klimmen en vallen De belangrijkste eis van de gemeente was dat alle buitenruimte, ook de ruimte die de school en de kinderopvang huren, openbaar zou zijn en te gebruiken door de kinderen uit de buurt. Maar uiteraard moest het speelplein ook voldoen aan de eisen die de instellingen stellen aan deze buitenruimtes. Koelewijn: “De school had aangegeven behoefte te hebben aan 90 fietsparkeerplaatsen en het speelplein moest minstens 600 m2 zijn. Ook het pleintje van het kinderdagverblijf moest een minimale oppervlakte hebben, waarvan een deel verhard en een deel kunstgras.” Koelewijn
ontwierp uiteindelijk twee verschillende pleintjes voor beide instellingen, aaneengesloten door een blauwe valondergrond met op de grens een gedeelde ronde zandbak. In het verlengde van de hoek van het schoolgebouw ligt als een nonchalant gevallen, uitvergrote verfdruppel een blauwe valondergrond van gietrubber (Kompan). Hierop zijn een Blockx-klimtoestel en een klim-glijcombinatie geplaatst. Aangesloten, langs de zijkant van de school, vormen twee lage blauwmetalen voetbaldoeltjes op het verharde deel van het plein een pannaveldje. Ter hoogte van het veldje zijn langs de randen van het plein schanskorven geplaatst, gevuld met stenen. Ze zijn bedoeld als zitplaats voor toeschouwers van het balspel maar vooral als obstakels die moeten voorkomen dat ballen en rennende kinderen zomaar op de weg belanden. Aan de andere kant van de blauwe vlek zijn knalgele fietsnietjes met geïntegreerde verlichting, geplaatst in een halve cirkel. Tussen de fietsparkeerplaatsen en het speelplein wordt dit voorjaar een boogvormige haag geplant. Bij de hoek van de school, met zijn drie spots gericht op het trapveldje, de toestellen en de zandbak, prijkt een unieke
PROJECT KORT
maar voor wie?
lichtmast. Stuij: :”Toen de gemeente had besloten dat er op een plein een verlichtingspunt moest komen, heb ik me bij het uitwerken van het ontwerp laten inspireren door de blauwe vlek. In samenwerking met Light International ontstond het idee voor een mast in de vorm van een penseel.” Vanaf de top op 9 meter hoogte tot de betonnen fundatieplaat onder het maaiveld, loopt een buis van 300 mm doorsnede. Dit maakte het mogelijk om de kwast niet loodrecht maar in een speelse hoek op het maaiveld te plaatsen, als ware het een echt penseel waarmee zojuist van hogere hand de blauwe vlek op het plein is geschilderd. De penseelharen onderaan, gemaakt van allemaal afzonderlijke
maart 11 - 1
stangetjes van 10 mm doorsnede, werden zo worden gemaakt dat ‘voelgrage’ kindervingertjes niet klem kunnen komen te zitten.
Hekken om een openbaar speelplein De blauwe valondergrond loopt op de grens met de kinderopvang vloeiend over in de ronde zandbank. Die vloeiende lijn wordt alleen onderbroken door een felgroen hekwerk van 1.20 meter hoog wat in een cirkel om de zandbak is geplaatst. De aangrenzende, deels verharde en deels met groen kunstgras bedekte speelruimte, is door hetzelfde groene hek afgeschermd van de rest van
alle buitenruimte. “Vanwege het accent op openbaarheid stond dit hek niet in het oorspronkelijke ontwerp”, vertelt Koelewijn. “Maar tijdens de eerste presentatie van aan de bewoners en gebruikers van het MFC, kwam naar voren dat een dergelijk hek een wettelijke verplichting is voor kinderopvang. Begrijpelijk, maar het doet wel afbreuk aan het openbare karakter van het speelplein.” Sinds het plein door de basisschool in gebruik is genomen komen er ook klachten van ouders die de lage schanskorven niet voldoende vinden om hun kinderen te beletten de straat op te rennen. Ze willen een hoog hek om het schoolplein. Voorlopig zien de ontwerpers dat echter niet gebeuren omdat de school hiertoe niet wettelijk verplicht is en een hoog hek de openbare bestemming van het plein compleet zou ondermijnen. Het hekwerk is niet het enige punt van discussie in het ontwerp van de openbare ruimte in de Voorzieningendriehoek Scheldeplein. Ook het aantal fietsparkeerplaatsen ging ten koste van de visie van de ontwerpers. Stuij: “In eerste instantie had de school aangegeven ongeveer 90 fietsen kwijt te moeten kunnen. Dat bleken er later zeker 120 te zijn. Nu staan her en der rondom het speelplein fietsenstallingen. En niet alleen de gele fietsnietjes, want die pasten niet in die getale in het budget, maar ook gewone modellen. Dat is zonde van de constante beeldkwaliteit, maar in dit geval onvermijdelijk.” Ondanks een moeizaam traject waarin de verschillende wensen en doelgroepen soms onverenigbaar leken, zijn de ontwerpers trots op het voorlopige resultaat. Wat betreft het plein in de Voorzieningendriehoek zijn Koelewijn en Stuij content met wat ze, ondanks alle beperkingen en voorwaarden, hebben kunnen creëren. In het voorjaar, wanneer de beplanting gaat bloeien, zullen de bewoners van Kinderdijk gebruik kunnen maken van een mooi en praktisch, groen plein mét een kleurrijke speelruimte voor de kleintjes.
BuitenSpelen
19
COLUMN SPEL
Speeltuin Kitskensberg grote trekpleister in Limburg De Limburgse speeltuin Kitskensberg gaat in 2011 deelnemen aan de Stimuleringscampagne Samen Spelen van de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind. Uitgangspunt is om bestaande speeltoestellen toegankelijker te maken voor personen met een beperking, zodat het samen spelen tussen kinderen met en zonder beperking wordt gestimuleerd.
A
l meer dan 60 jaar opent Speeltuin Kitskensberg de poorten voor het spelende kind. Deze vijf hectare grote speeltuin biedt veel speelwaarde door zijn heuvelachtige en bosrijke indeling. De speeltuin heeft een bezoekersaantal van gemiddeld 65.000 personen per jaar, afkomstig uit Roermond en omstreken, waaronder ook vele gezinnen uit Duitsland. De speeltuin bevindt zich in een idyllische kinderlijke omgeving, waardoor de kleine bezoeker zich al snel in een sprookje waant als ridder, piraat of prinses. De speeltuin heeft vijf vaste medewerkers en beschikt over zeven vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten in deze speeltuin. Vele scholen vinden jaarlijks hun weg naar deze speeltuin om hun schoolreisjes te laten plaatsvinden. Niet alleen jonge kinderen, maar ook ouderen vinden er volop ontspanning, door bijvoorbeeld een wandeling te maken door de speeltuin en het naastgelegen bos of even uit te rusten op het terras. In 2011 gaat de speeltuin deelnemen aan de Stimuleringscampagne Samen Spelen van NSGK (Nederlandse
maart 11 - 1
Stichting voor het Gehandicapte Kind). Het uitgangspunt is om bestaande speeltoestellen toegankelijker te maken voor personen met een beperking, zodat het samen spelen tussen kinderen met en zonder beperking gestimuleerd wordt. Speeltuin Kitskensberg gaat met de tijd mee. Zo is afgelopen jaar de speeltuin uitgebreid met een interactief klimtoestel, de Spider. Op en in dit toestel kunnen kinderen samen, terwijl ze aan het klimmen zijn, via een computer, leuke spelletjes doen. Dit jaar wordt er hard gewerkt aan een 1.600 meter lange skelterbaan die per step en skelter kan worden bereden. Ook is er een nieuw piratenschip wat op de klippen is gelopen en een speelkasteel waarop geklommen en geklauterd kan worden. Daarnaast beschikt de speeltuin over een mini golfbaan, een uitgebreid doolhof, een groot fort de Nautilus en traditionele speelelementen zoals klimtorens, draaimo-
lens en schommels. Op de warme dagen in het jaar kan de bezoeker de schaduw opzoeken onder de hoge bomen op het terrein en kunnen kinderen genieten van de zogenaamde speel- en spartelvijver. Vanuit een groot terras met kantine heeft men een uitkijk over de hele speeltuin. Ook Speeltuin Kitskensberg is net als vele andere speeltuinverenigingen en -stichtingen lid van Speeltuinwerk Limburg (SpeL). Speeltuinwerk Limburg is een door de provincie Limburg erkende organisatie van maatschappelijk belang die zich inzet voor speelruimte. Meer informatie over Speeltuinwerk Limburg kunt u vinden op www.speeltuinwerklimburg.nl.
BuitenSpelen
21
INSPIRATIEPAGINA’S In elk nummer van BuitenSpelen vindt u naast achtergrondartikelen, visies en projectbeschrijvingen ook een overzicht van recent gerealiseerde projecten en geïntroduceerde producten. Ter inspiratie voor grote en kleine projecten waar u zelf bij betrokken bent.
Jasmijn GardenGrass kunstgras Kunstgras als ondergrond voorkomt niet dat kinderen vallen of zich blesseren maar verzacht het vallen aanzienlijk. GardenGrass kunstgras is gemaakt van kwalitatief hoogwaardige TenCate vezels met een hoge “aaibaarheidsfactor” en getest op valveiligheid. In combinatie met de Safety Shockpad, een valdempende onderlaag, levert dit een hoge HIC-waarde die GardenGrass officieel geschikt maakt als ondergrond op speelplekken met valhoogtes tot 2,90 meter. Bovendien is met kunstgras oneindig te combineren in kleuren en vormen. Het flexibele materiaal biedt mogelijkheden om een ruimte te ontwerpen die past in de omgeving of bij het pand en waarin kinderen zich naar hartenlust kunnen uitleven. Inlichtingen: Kühlkamp Buitenspelen Losser T: 053-53 627 67 www.kuhlkampbuitenspelen.nl
Nijha introduceert met de Jasmijn een zeer lage speelstructuur met verrassende speelelementen voor kinderen van 1 tot 4 jaar. De Jasmijn sluit aan op de belevingswereld van deze leeftijdsgroep. De jonge kinderen ontdekken zelf de speelstructuur. De kinderen kunnen op verschillende manieren op de bordessen komen. Het klimnet is net hoog genoeg voor hen om het spannend te maken. De draaibare verrekijker, de spiegel (van onbreekbaar materiaal) en windmolen prikkelen de fantasie van de kinderen. De hangbrug van touw daagt hen uit in het balanceren. In de fantasie van de kinderen kan deze structuur natuurlijk van alles zijn. De speelstructuur is ondermeer geschikt voor de kinderopvang en peuterspeelzalen. Ook voor speelplekken in wijken waar veel jonge kinderen wonen komt de Jasmijn goed tot z’n recht. Inlichtingen: Nijha b.v. Lochem T: 0573-288555 www.nijha.nl
Twinkel Tegels Twinkel Tegels zijn interactieve lichttegels ontwikkeld door Colibri Interactive Innovations in samenwerking met TNO. Ze lijken op gewone stoeptegels maar door de toepassing van vier druksensoren en lichtvlakken kunnen de tegels alle kleuren van de regenboog aannemen. Bij de Twinkel Tegels worden diverse spelaanleidingen geleverd waarbij de kinderen hun eigen spel kunnen bedenken. Bij de Freinetschool in Delft zijn onlangs de eerste Twinkel Tegels onthuld door wethouder Guldemond. KOMPAN Nederland bracht het product op 1 januari 2011 op de markt. Inlichtingen: KOMPAN BV Zaltbommel T: 0418-681468 www.kompan.com
22
BuitenSpelen
INSPIRATIEPAGINA’S
Miur Speeltoestelmodules Urbania presenteert exclusief in de Benelux geheel nieuwe ontwerpen van speeltoestellen/kunstobjecten uit Spanje die toepasbaar zijn als speeltoestel in verschillende varianten zoals een klimtoestel, glijbaan of enkele of meervoudige schommel. Het concept kan ook worden toegepast als kunstobject in vijvers of in parken en bij gebouwen. Het assortiment zal zich de komende periode snel verder uitbreiden. De Miur Speeltoestelmodules bestaan uit een neutrale polyester persoonsbody en zijn vervaardigd van rotation moulded PE en zijn TUV en EU (7611-1 en 2) goedgekeurd voor veilige toepassing in geheel Europa. Inlichtingen: Urbania Products bv Lochem T: 0573-254422 www.urbaniaproducts.nl
Speelconcepten voor educatie duurzame energie Ovaal speelconcepten levert in samenwerking met ontwerpbureau FIX innovatieve, educatieve speelconcepten op het gebied van duurzame energie. De concepten hebben als doel jong en oud bewust te maken van mens (kracht) en energie en zodoende gedragsverandering in te zetten. Bij dit speeltoestel kunnen kinderen de kop van de zonnebloem handmatig draaien. In het hart van de bloem is een rond zonnepaneel geplaatst. Door de zonnebloem op de zon te richten, gaat de bloemenkrans draaien. Harder als de bloem goed op de zon gericht staat, zachter als de bloem van de zon af gedraaid wordt of bij schaduw door bijvoorbeeld handoplegging op het zonnepaneel. De zonnebloem is optioneel verkrijgbaar inclusief hoogwaardige beschermingsplaat voor plaatsing in de openbare ruimte. Inlichtingen: Ovaal Speelconcepten Holten T: 0548-363067 www.ovaalspeelconcepten.nl
Bochtenbaan voor senioren De bochtenbaan is geschikt voor manuele vaardigheden. Door het op en neer schuiven van een gecombineerde greep in een daartoe voorziene baan, worden tegelijkertijd armen, schouders en handgewrichten bewogen. De figuren zijn herkenbaar en het spel dient tevens als therapie. Het doel van seniorentoestellen, die speciaal zijn aangepast aan de behoeften van ouderen, is het stimuleren van de mobiliteit en het plezier aan bewegen. Het lichte oefenprogramma benadrukt de stabiliteit en de flexibiliteit bij het lopen, staan en grijpen en het bewegen van de armen. Door het speelse effect zijn de toestellen echter interessant voor jong en oud. Wel is een instructiebord aan te bevelen op plaatsen zonder begeleiding. Inlichtingen: Spereco Holland BV Weert T: 0495-540205 www.spereco.nl
maart 11 - 1
BuitenSpelen
23
ADVERTORIAL
Voor Ovaal speelconcepten is spelen meer dan klimmen en klauteren:
“De buitenruimte is een plek
“Spelen is meer dan klimmen en klauteren en kinderen spelen zelfs meer in de ruimte eromheen dan op de toestellen zelf. De buitenruimte is een plek om avonturen te beleven en vriendjes te ontmoeten, maar ook een plek om rustig anderen te observeren en jezelf te ontwikkelen”, zo luidt de visie van Ovaal speelconcepten, ontwerpbureau en leverancier van totaalconcepten die ontstaan vanuit de kennis omtrent veiligheidseisen, pedagogiek, ecologie en ‘groene’ spelactiviteiten.
D
ankzij de eigen landschapsontwerpafdeling wordt zoveel mogelijk speelwaarde uit het speelterrein gehaald; de ontwerpen bevatten niet alleen toestellen, maar ook beplantingstips en adviezen voor natuurlijke speelaanleidingen. Ook heeft Ovaal speelconcepten een geschoold en
24
BuitenSpelen
vakbekwaam montageteam dat in heel Nederland de projecten uitvoert. Hierbij wordt gewerkt met het meest geavanceerde materieel om de toestellen goed te verankeren en het terrein zo efficiënt en veilig mogelijk in te richten.
Ovaal speelconcepten werkt bovendien samen met innovatieve partners om het totaalconcept nog beter te kunnen onderstrepen. Zo ging Ovaal speelconcepten de uitdaging aan met Beweeg Wijs, een organisatie die bij scholen en kinderopvangcentra helpt een kleurrijk vrijetijdsaanbod samen te stellen. Gerton van Aalderink, medeoprichter van Ovaal: “Onlangs heeft onze landschapsontwerper Vicky Perez Raatgerink een inrichtingsvoorstel ingediend voor een speelplek bij Het Hoge in Vorden. Het ontwerp moest voornamelijk avontuurlijk worden met een natuurlijke uitstraling. Onze partner Beweeg Wijs zal, na goedkeuring van het ontwerp, voor de verschillende functies op het plein speelkaarten ontwikkelen, bijvoorbeeld
ADVERTORIAL
om avonturen te beleven” voor een speelcircuit van Robiniahout. Hier is bijvoorbeeld een activiteit te organiseren waarbij de kinderen binnen hun eigen mogelijkheden zonder de grond te raken over het circuit gaan.” Bij Beweeg Wijs worden bovenbouwleerlingen opgeleid tot juniorspeelcoach. Daarbij zorgt Beweeg Wijs voor een professioneel speelbegeleider op het plein: stagiaires of afgestudeerde beweegcoaches van het CIOS. De ervaring leert dat kinderen met zo’n speelcoach veel beter spelen en bewegen. De activiteiten op zo’n fraai ingericht plein kunnen zowel voor- en na schooltijd als tijdens het speelkwartier gespeeld worden. De oudere kinderen breng je hier verantwoordelijkheidsgevoel bij, terwijl de kleintjes goede begeleiding krijgen. De school investeert met de methode van Beweeg Wijs in het speelgedrag van de kinderen en gaat professioneel aan de slag met haar speel- en beweegbeleid.
Ontwerp schoolplein Vorden Het ontwerp, zoals in de afbeelding is te zien, is opgedeeld in vier zones. Perez Raatgerink legt uit: “Zone één is voor de kleintjes van nul tot vier. Door er een muurtje omheen te plaatsen zorg je ervoor dat de kinderen daar veilig kunnen spelen. Hier staat bijvoorbeeld een schildpaddrum (spelen met klanken), een regenwaterschaal en een speelhuisje; het is vooral ingericht om de kinderen zintuiglijk te laten spelen.” Zone twee is voor de kinderen van de onderbouw, die voornamelijk lekker willen klimmen en klauteren. “Hier waren al vijf monumentale bomen aanwezig waar in het ontwerp rekening mee is gehouden. Onder de bomen zijn voornamelijk natuurlijke speelaanleidingen gecreëerd om de bomen op geen enkele wijze te beschadigen”, legt Perez Raatgerink uit. “Op de plekken naast de bomen en hun boomkroonprojectie zijn speeltoestellen geplaatst en hoogteverschillen gemaakt, waaronder een heuvelglijbaan met startbordes, een klimcircuit en bokspringpalen.” Zone drie is voor de midden- en bovenbouw, met elementen om lekker te hangen, zoals boomstammen en zitkeien. In deze zone is tevens een wamaart 11 - 1
terelement ingericht met zandstrand om het een zo natuurlijk mogelijke uitstraling te geven. “In zone vier kan ook klassikaal buiten les worden gegeven in de geplande buitenklas, of op het gebied van natuuren milieueducatie bij het composthuisje, de moestuin, dierenverblijven en bij de plantenbak met een wortelraam. Verder is deze zone leeg, zodat het ook als speelveld kan worden gebruikt.”
Milieueducatie en duurzaamheid Zo zie je dat educatie steeds meer naar buiten wordt verlegd, waarbij duurzaamheid een belangrijke rol kan spelen. “Om hier nog meer in te kunnen voorzien zijn we een samenwerkingsverband aangegaan met ontwerpbureau FIX, ontwerper van speelvoorzieningen die werken op duurzame energie. Kinderen maken zo op een speelse manier kennis met de werking van zonne-energie, windenergie of worden in staat gesteld zelf energie op te wekken, bijvoorbeeld met de energiefietsen.
zitten, zal logischerwijs de waterpartij minder water spuiten.” Misschien lijken de concepten van Ovaal speelconcepten op het eerste gezicht kostbaar, maar doordat er vooral gebruik wordt gemaakt van kleinere speelaanleidingen, al dan niet in combinatie met bespeelbaar groen, blijven deze juist ook betaalbaar. “Bovendien profiteert de klant van de kennis die we in huis hebben”, aldus Van Aalderink. “Zo profileren we ons bijvoorbeeld als Robiniahout kennispartner, wat onlangs heeft geresulteerd in een whitepaper waarin we praktijkadviezen geven voor optimale toepassing en onderhoud van robiniahout.” De whitepaper is na inloggen gratis te downloaden op www.platformbuitenspelen.nl. Tevens is veel informatie te vinden op de Linked In groep Natuurlijk Spelen, die in het leven is geroepen door Ovaal speelconcepten.
De Solarbank. Hiermee kunnen we de link leggen tussen duurzaam en milieu-educatief spelen”, aldus Gerton van Aalderink. “Dit heeft bijvoorbeeld geresulteerd in de Solarbanken; parkbanken met geïntegreerde zonnepanelen in het zitvlak. In Sneek zijn inmiddels twee Solarbanken geplaatst, waarbij de panelen de nabijgelegen vijf meter hoge waterval aansturen. Als je op de bank gaat
Inlichtingen Ovaal speelconcepten Ondernemersweg 2a 7451 PK Holten T: 0548-363067 info@ovaalspeelconcepten.nl www.ovaalspeelconcepten.nl www.beweegwijs.nl
BuitenSpelen
25
ELEKTRONICA
Contextmapping bij kinderinspraak:
‘Vraag kinderen speeltuin, dat is een dodelijke
Mathieu Gielen, universitair docent ontwerpen voor kinderen van de Technische Universiteit Delft, faculteit Industrieel Ontwerpen, sluit niet uit dat kinderen over een jaar of wat met ‘I-phone Layer achtige toepassing’ in de buitenruimte hun eigen speelbeleving creëren. Elektronica zal hoe dan ook een belangrijke rol binnen spelen gaan krijgen. “Je moet een kind niet tot ontwerper bombarderen.”
D
e Sona (geluidsboog) en Sutu (digitale voetbalmuur) van Yalp zijn voorbeelden van ontwerpen die ontsproten zijn aan de creatieve geesten van de Universiteit Delft. Heel veel ontwerpen halen de finish ook niet, maar het is aannemelijk dat in de toekomst Delft toch aan de basis zal staan van innovaties in de speeltuin of buitenruimte. Techniek is daarbij een gereedschap in Delft, maar de basis is het duurzame welzijn van mensen bevorderen door adequaat ontworpen producten. Onder het motto: ‘designing sustainable products that people love to use’. Als Technische Universiteit is elektronica natuurlijk wel een belangrijke basis en Gielen is ervan overtuigd dat in de toekomst spelen en elektronica hand in hand zullen gaan. En in steeds complexere varianten. “Als er nu iets met elektronica verschijnt, zijn het vaak toestellen met een voorbe-
26
BuitenSpelen
dachte speelwijze. Het is sterk beperkt wat je ermee kunt. Met zo’n Sona zijn al wel nieuwe spellen te maken en te implementeren, maar in een volgende stap zul je gaan zien dat kinderen zelf hun spelen aan toestellen gaan koppelen. Dan maken ze hun eigen regels die ze thuis hebben geprogrammeerd of bedenken in een virtuele wereld hun eigen spel. Ken je die Layer-toepassing voor de I-phone? Waar als het ware een laag over een plattegrond is gelegd met informatie over bijvoorbeeld huizenprijzen of bedrijven? Zo kun je je voorstellen dat kinderen ook hun eigen speelwereld gaan creëren. Dan is een rode vlek op de telefoon bijvoorbeeld een spook. Of een paaltje de vijand. De fabrikant hoeft niet altijd meer leidend te zijn. Je zult een vermenging zien van publiek eigendom (bijvoorbeeld de stad met haar inrichting) en het persoonlijk eigendom
(bijvoorbeeld de telefoon). Die twee gaan met elkaar interacteren. Net als die digitale voetbalmuur. Kinderen voetbalden vroeger ook tegen een muur, maar hun gaming ervaring maakt het volstrekt logisch dat
ELEKTRONICA
nooit naar hun favoriete vraag’ ook scores worden bijgehouden. Het kind weet niet beter dan dat dat kan.” Het zijn misschien voor nu nog wat extreme vergezichten, maar dat spelen wezenlijk gaat veranderen, daarvan is Gielen vanuit zijn professie als universitair docent wel overtuigd. Steeds vaker komen studenten met ontwerpen die dicht tegen uitvoering aanzitten. ‘Ik vind alleen wel dat het geen pure technology push moet zijn. Ontwikkelingen moeten vanuit het kind komen. Je gaat bouwen vanaf het kind.”
Begin bij het kind Begin bij het kind; het is de rode draad in het denken van Gielen. Al een tijdje is hij bezig met onderzoek naar ontwikkelmethodes om de belevingswereld van kinderen in kaart te brengen. Hij noemt het contextmapping. Gielen vindt het prima dat kinderen steeds vaker betrokken worden in inspraakrondes, maar hij heeft nog wel eens twijfel of dat altijd op de goede manier gebeurt. Te vaak wordt er gevraagd aan kinderen hoe ‘hun’ ideale speeltuin eruit ziet. Voor Gielen een dodelijke vraag omdat je kinderen dan feitelijk al programmeert. Ze gaan kiezen wat ze ooit hebben gezien en opgeslagen en dan worden de catalogi van de speeltoestellenleveranciers vaak leidend. Dan komen ze met een nog langere glijbaan en een nog uitgebreider doolhof. Gielen: “Probleem van de vraag is
maart 11 - 1
dat je niet aan het onbewuste van de kind komt. De meeste interviews met kinderen over inrichtingen leiden tot oppervlakkige kennis van wat een kind wil. Door bijvoorbeeld contextmapping toe te passen, kom je veel dichter bij de verlangens, de echte dromen, van kinderen. Dat kan bijvoorbeeld door rollenspelen, het maken van collages of maquettes zonder dat nu direct te vertalen in concrete speelaanleidingen. Je moet associaties toelaten, waarmee je later, als volwassen begeleider, keuzes gaat maken. Je moet een kind niet tot ontwerper bombarderen.” Het liefst ziet hij dat speelplekken zo geconstrueerd worden dat kinderen uitgedaagd worden om ‘de controle te verliezen’. Dat ze helemaal los gaan; binnen de regels van veiligheid natuurlijk. Gielen: “Als ik een pleidooi zou moeten houden voor design in speeltoestellen en speellocaties, dan zeg ik: probeer dicht te komen bij de diepliggende beleving van het kind. En richt op basis daarvan plekken in. En gebruik waar passend elektronica om de beleving van
thuis in de buitenruimte te kopiëren.” Maar zijn die kinderverlangens niet universeel? Gelden die –grosso modo- niet altijd en overal? Deels wel laat Gielen weten, maar deels ook niet. “Wijken, niveau van opleiding, culturen, veiligheid.. Er zijn altijd verschillen. Hier in Delft op de universiteit zullen we altijd voor de massaproducten ontwikkelen, maar per plek zul je moeten ijken.”
BuitenSpelen
27
ELEKTRONICA
Kind terugbrengen in OR We zullen iets moeten met het kind, zowel in de openbare ruimte als thuis. Zoveel is wel duidelijk. We moeten meer bewegen. In Delft doen ze op alle mogelijke manieren onderzoek hoe dit te bereiken is. Zo toont Gielen een digitale knuffel die begint te protesteren als er te lang geen aandacht aan hem of haar is besteed. Een kind dat dan al een uur voor de pc of tv zit, moet eerst ‘voeden’ of knuffelen. Een beetje zoals de enkele jaren geleden geïntroduceerde tamagotchi. Gielen: “Het idee erachter is dat er in de ruimte vanzelf prikkels zijn als een kind opstaat en iets anders gaat doen dan gamen of MSN-en, en zo in beweging blijft.” Delft is naast de binnenruimte met name ook actief in de buitenruimte. Gielen constateert dat we kinderen in gettoachtige plekken hebben weggestopt om te kunnen spelen. Het is een uitdaging voor hem en de universiteit
28
BuitenSpelen
om kinderen weer onderdeel uit te laten maken van de openbare ruimte. Gielen: “We accepteren kinderen niet meer als volwaardige gebruikers van de openbare ruimte. Hier zijn we bezig om onder ander met behulp van elektronica de kind weer in die ruimte te krijgen.”
Europees project De komende jaren wordt daar in projectvorm zelfs een extra impuls aan gegeven. De Europese Unie heeft innovatiesubsidies beschikbaar gesteld om te kijken of kinderen in Noordwest-Europa meer tot bewegen kunnen worden aangezet. Vier steden waar ook een universiteit zit: Delft, Kortrijk, Eindhoven en Sheffield, doen er aan mee. In Eindhoven hebben ze enige tijd geleden bijvoorbeeld al gekozen voor het inrichten van een fieldlab waar sport heel dominant is. In Delft gaan ze onder meer kijken naar wat kan in een dicht-
bebouwde binnenstad. Gielen c.s. gaan in Delft in de eerste fase vooral kijken naar wat mensen motiveert om te gaan bewegen. De methode van contextmapping zal hier centraal staan. In de fase erna zullen studenten zich op basis van die gegevens gaan storten op industrial design wat betreft speeltoepassingen. In Sheffield zal bijvoorbeeld met sensoren worden onderzocht wat de intensiteit van spelen voor een effect heeft op de gezondheid van kinderen. Gielen: “Die kengetallen moeten onder meer laten zien wat gezondheid voor effect heeft op economie. Wat kost het en wat levert het op?” Wat hoopt Gielen dat het Europees project gaat opleveren? “Ik denk dan niet alleen in producten. Ik hoop dat als je naar echte motivaties kijkt bij kinderen en die vertaalt naar het inrichten van de omgeving, dat dit een positief effect heeft op bewegen en gezondheid.”
Elektronica als basisbehoefte We hebben het hier vooral over formeel spelen en dan in combinatie met elektronica. De andere trend van dit moment is natuurlijk spelen. Ziet Gielen hier ook toekomst in? “De wereld gaat niet één kant op. Natuurlijk is er plek voor de basics als natuurlijk spelen. Het is zelfs belangrijk. Uit onderzoek is gebleken dat ervaringen uit de natuur leiden tot gedragsverandering bij kinderen. Het beklijft als ze nadenken over een dode boom of wat de gevolgen zijn als je ergens een tak afbreekt.” Gielen haalt een stapel voorbeelden uit de kast van design dat het uiteindelijk niet tot uitvoering heeft geschopt. Zoals Hit the monster; een waterspeeltoestel dat reageert op geluid en als doel heeft zo snel te vluchten dat iemand anders wordt natgespoten. Delft maalt er niet om dat het nog niet ergens staat. De universiteit is er vooral om te leren. Toch is de aanname dat in de toekomst meer toestellen uit Delft hun weg naar producenten zullen vinden. Kinderen zullen steeds vaker, intrinsiek, elektronica als basisbehoefte gaan vragen.
INSPECTIE
Inspecteurs A
Herkenbaar? Uw speeltoestel in de gemeente of op de speeltuinvereniging wordt door de ene inspecteur afgekeurd en bij een second opinion door de ander goedgekeurd. De een past de wet toe, de ander een risicoanalyse. Met de oprichting van Stichting Veilig Spelen moet een einde komen aan de interpretatieverschillen van inspecteurs. Willem van Veenendaal van Spelen noemt het ‘een doorbraak’. Jeroen Bos van het Keurmerkinstituut vindt het een opstap naar een vorm als VCA-certificatie. Tekst: Ronald Buitenhuis
30
BuitenSpelen
l sinds de invoering van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen in 1997 is er kritiek op de wijze van inspecteren van speeltoestellen. Vanaf dat jaar schoten inspectiebureaus als paddenstoelen uit de grond, vele stortten ook weer in, maar toch een aanzienlijk aantal overleefden en inspecteert heden ten dage nog. Maar lang niet altijd uniform. De aanwezigheid van veel inspectiebureaus hoeft in principe geen probleem te zijn. Het zorgt voor een gezonde concurrentie. Alleen is het aantal interpretaties van de norm- en regelgeving rond om de veiligheid van speeltoestellen bijna net zo groot als het aantal bureaus. Jeroen Bos, directeur bij het Keurmerkinstituut: ‘Het hebben van verschillende meningen over veiligheid maakt het voor de beheerder, maar ook voor de fabrikant niet makkelijker. Verkeerde adviezen zorgen voor onnodige kosten voor het aanpassen van speeltoestellen. Het speeltoestel moet tijdelijk verzegeld of verwijderd worden, vervolgens moet het worden aangepast en daarna soms herplaatst.’ Vaak volgt daarna een discussie met de fabrikant van het toestel of met inspecteurs die het toestel eerder hebben beoordeeld maar geen onveiligheden hebben kunnen ontdekken. Zo kan het voorkomen dat een keurende instantie een obstakelvrije valzone van twee centimeter korter dan de norm voorschrijft, goedkeurt. De inspecteur die jaarlijks zijn ronde doet, vindt vervolgens de situatie “onveilig” en schrijft het verleggen van een trottoirband en vergroting van de zone met twee centimeter kunstgras voor. Bos: ‘Of neem de case dat een inspecteur de toggletest (verstrikkingstest met touwtje) op verkeerde plaatsen in een toestel uitvoert terwijl het toestel net gecertificeerd en splinternieuw is geplaatst. In dit concrete geval stond de gemeente op zijn achterste benen, heeft de fabrikant het toestel voor niets moeten herbeoordelen en werd de certificerende instantie opgetrommeld om aan te tonen dat de koordjestest niet door het hele toestel moet worden uitgevoerd. Het was allemaal overbodig geweest als we uniform waren geweest in onze beoordelingen en aanpak.’
INSPECTIE
s speeltoestellen geregistreerd Al stevige belangstelling voor register terwijl startschot nog gegeven moet worden Stichting Veilig Spelen Het Keurmerkinstituut liep al jaren met het plan rond een registratiesysteem voor inspecteurs op te zetten en vond een partner in de Branchevereniging Spelen die soortgelijke ideeën had. De twee hebben de krachten gebundeld en zijn bezig met de oprichting van de Stichting Veilig Spelen. Deze stichting heeft tot doel de kwaliteit van speeltoestelinspecterend Nederland te verhogen en hoog te houden. En misschien nog belangrijker: er voor te zorgen dat alle partijen hetzelfde denken over de veiligheid van speeltoestellen. Willem van Veenendaal, voorzitter Spelen: ‘Ik vind het een echte doorbraak. We worstelen al jaren met dit dilemma. Neuzen staan straks dezelfde kant op. Hier gaat de gebruiker veel plezier aan beleven.’ Vanuit Spelen is door de werkgroep bestaande uit Gert-Jan Smit, Herwin Kloosterman, Ronald van der Velde, Johan Planterink, Marcel van Moorsel en Frans Everaets intensief gewerkt aan de oprichting van de stichting. Gert-Jan Smit, ABOS: ‘Deze nieuwe aanpak gaat er vooral voor zorgen dat we kwaliteit gaan leveren en duidelijkheid verschaffen naar de beheerders van de toestellen.’ Toch de vraag aan Bos. Eigenlijk zou zo’n stichting toch niet hoeven. Er zijn immers Europese normen. Die dicteren toch wat goed en niet goed is? Bos: ‘Ja, maar van de normen mag worden afgeweken. Bovendien is het interpreteren van deze normen lastig. Dat blijkt wel uit het feit dat NEN een bijblad gaat uitbrengen waarin een en ander uit de norm zal worden verduidelijkt.’
Examens Inspecteurs kunnen zich bij de nieuwe stichting opgeven voor inspecteur categorie I of II. Deze twee categorieën zijn gemaakt om onderscheid te maken tussen de inspecteur in het veld die zich met inspecties alleen bezighoudt en de inspecteur die ook kennis heeft van de wet- en regelgeving. Daarnaast zal deze “voorman” meer kennis moeten hebben van het opstellen van risicoanalyses en andere methoden om de veiligheid te beoordelen. De deelnemers zullen worden geëxamimaart 11 - 1
BuitenSpelen
31
INSPECTIE neerd waarna zij, bij goed gevolg, in de categorieën I of II geregistreerd worden op de site van de stichting (www.stichtingveiligspelen.nl). De site is nog “under construction”, maar verwacht wordt dat deze rond april in de lucht is. Registratie houdt in dat de inspecteur voldoende deskundig is om inspecties te kunnen uitvoeren. Zo weet de opdrachtgever die hem of haar inhuurt welk vlees hij in de kuip heeft. De inspecteurs worden tweejaarlijks opnieuw geëxamineerd waarna, wederom bij goed gevolg, de registratie wordt verlengd. De stichting voorziet de inspecteurs middels een maandelijkse nieuwsbrief van informatie waaronder updates over normen, wetgeving, beurzen etc. Bos: ‘Ik vind het goede aan het systeem dat niet alleen inspecteurs van commerciële bureaus eraan mee kunnen doen, ook gemeentelijke inspecteurs kunnen zich opgeven en aantonen voldoende deskundig te zijn om inspecties uit te kunnen voeren.’ Op de site van de stichting zal te zijner tijd een forum worden geopend waar inspecteurs de mening van anderen kunnen vragen. Ook zal een interpretatielijst beschikbaar komen die men bij inspecties kan gebruiken. In de toekomst zal tevens nagedacht kunnen worden over het opstellen van een eisenpakket voor inspectierapportages en het plaatsen van voorbeeld examenvragen op de site. Momenteel is er al een databank van examenvragen. Een groep deskundigen afkomstig uit het werkveld zal de vragen en het examencurriculum tegen het licht houden. Deze groep van deskundigen bestaat uit vertegenwoordigers van onder andere beheerders (gemeentes), fabrikanten, inspecteurs, overheid en anderen. Deze groep is dynamisch en kan om een aantal jaar van samenstelling veranderen. De Stichting Veilig Spelen zal zich sterk maken voor de inzet van geregistreerde inspecteurs. Dit zal worden gedaan door het
aanschrijven van beheerders, de vertegenwoordiging op beurzen en middels andere promotionele activiteiten.
VCA-certificatie Vraag is natuurlijk of je met de stichting ook definitief van de meningsverschillen af bent. Gert-Jan Smit: ‘Niet altijd, maar er zal al veel meer een uniforme lijn zijn. We hebben bijvoorbeeld een raad van deskundigen waarin veel expertise zit en waaruit zeker een solide basis zal voortvloeien. En als het spaak loopt kun je nog gaan nadenken over volgsystemen of klachtenregistratie voor partijen die vaak iets op onduidelijke gronden afkeuren. ’ Tot slot Jeroen Bos: ‘Mijn ideaalbeeld van de stichting is een Nederland met speeltoestellen die vooral voor de kinderen leuk en veilig zijn om te bespelen. Speeltoestellen die regelmatig door deskundige personen worden beoordeeld waarna geen discussie bestaat over de kwaliteit en de inhoud van de rapporten. Inspectiebedrijven die alles weten van de hoed en de rand en informatie en inzichten uitwisselen. Het zou mooi zijn als de registratie van inspecteurs uit zou groeien tot wat de VCA-certificatie nu is. Dit vrijwillige keurmerk is uitgegroeid tot een onmisbaar certificaat in de verschillende sectoren waar veiligheid een grote rol speelt (bouw, havens etc.). Beheerders van speeltoestellen die een deskundige inspecteur zoeken
(advertentie)
32
BuitenSpelen
hoeven in de toekomst slechts in te loggen op de site en contact op te nemen met één of meerdere inspecteurs. De aandacht verschuift in feite van het inspectiebureau naar de inspecteur zelf. Haalt een inspecteur zijn tweejarige examen niet, en blijkt hij ook in de herkansing onvoldoende deskundig, dan verdwijnt de registratie automatisch van de site.’ Inmiddels is het aantal belangstellende voor de stichting al opgelopen tot bijna zeventig. Bos: ‘En dit aantal groeit nog wekelijks. En dat terwijl het officiële startschot nog gegeven moet worden.’ Voor meer informatie: info@stichtingveiligspelen.nl
ADV
SKATEN
Skaten een onderbelichte tijdsbesteding, maar:
Opmars van de Red
Vergeet die metalen mini-ramp met graffity en vooral hangjongeren; de inmiddels roestende halfpipe die ook nog eens veel geluidsoverlast veroorzaakt. Skaten doe je tegenwoordig in een heus skatepark, liefst midden in de stad, gemaakt met beleid en gemaakt in ‘urban design’. ‘Skaten behoort inmiddels tot de top vijf sporten van Nederland maar wordt nog vaak behandeld als een zesderangs amateursport’, weet Henny Nijenhuis van 2Move. ‘Speel- en sportambtenaren kunnen nog volstrekt niet denken in de nieuwe lifestyle van heel veel jongeren en jonge volwassenen. Een gemiste kans.’
V
raag een gemiddelde passant in de wijk of een ambtenaar naar hoe hij of zij over skaten denkt, en de kans is groot dat je volgend antwoord krijgt. ‘Een ongeorganiseerde bende van jongeren, met de broek op half zes, dikke kettingen, vage cult-uitingen en veel graffity. Niet zelden lastig, de buurt terroriserend.’ Henny Nijenhuis en collega Jeroen Oude Lenferink van 2Move moeten nog steeds opboksen tegen een heel raar vooroordeel. ‘Skaten is qua beoefenaars in Nederland groter dan golf. En van golfers heb je er
34
BuitenSpelen
toch al een slordige 300.000, van skaters naar schatting een half miljoen of meer.’ Nijenhuis kan zich dan ook opwinden over de geringe aandacht die Nederlandse gemeenteambtenaren hebben voor skaten. ‘Ik snap het wel. Skaten is nog jong en pakweg tien jaar geleden kregen de speelambtenaren de opdacht ook “iets met skaten” te doen. Dat werd dan aangevlogen als een bestelling van de zoveelste wipkip of schommel. Ambtenaren zijn vaak ook ouder en kunnen zich slecht inleven in de jeugd van nu. Ook richten ze zich alleen
op jeugd, maar vergeten de 18+ groep. Dan neem je snel beslissingen op verkeerde aannames of vooroordelen.’ En dus staan er nu her en der in de Nederlandse woonwijken mini-ramps van metaal weg te kwijnen. De roestige halfpipes vol graffity zijn alleen nog maar horizonvervuilend en doen niet zelden dienst als jongeren ontmoetingsplek. Voor het doel waar ze ooit voor bedoeld waren, skaten, is nog maar weinig oog. De buurt is de constructies liever kwijt dan rijk. Maar leg dat dus niet uit als dat skaten dood en begraven
SKATEN
Bull generatie is aanstaande zou zijn. Nijenhuis: ‘Skaten staat pas aan het begin. De omslag zal de komende jaren zichtbaar worden.’
Red Bull Want de Red Bull-generatie is taking over. TV-zenders als MTV en Europsport zijn daarbij belangrijke kanalen. Extreme sports op Eurosport zijn extreem populair en recentelijk was er een opstopping in ZuidLimburg bij een downhill schaatsspektakel. Nijenhuis: ‘Een merk als Red Bull weet dat heel goed te vermarkten. Deze jeugd is een doelgroep waar je heel goed rekening mee moet gaan houden.’ En het eerder geschetste beeld van deze skaters is volgens Nijenhuis ook niet correct. ‘Ik heb deze groep acht tot twintigjarigen inmiddels leren kennen als een hele tolerante zelfbewuste generatie. Het is onvoorstelbaar bijvoorbeeld hoeveel websites door de jeugd worden gefabriceerd. Daarop staan dan waar de beste skateplekken zijn in een buurt, wanneer ze elkaar ontmoeten, maar ook compleet eigen ontwerpen voor een ideale skateplek. Het beeld van overlast veroorzakende jeugd, komt vooral door de in het verleden verkeerd aangelegde skateplekken. Kleine, niet functionele toestellen. Als je een skateplek aanlegt, dan moet je een heus skatepark aanleggen. Dat is anno 2011 pure architectuur en past binnen de ideeën van urban design. Pak je het zo aan, dan is het één groot belevingscentrum waar de jeugd kan bewegen. Dan is het een sport geworden en draagt het bij aan een maatschappelijke wens: iedereen in beweging krijgen.’
Hardenberg De gemeente Hardenberg heeft het bijvoorbeeld begrepen. Maar ook Leidschendam, Steenwijk en Middelburg. Nijenhuis: ‘Grappig is om te zien dat er in Hardenberg een heel jong college zit. Die mensen zien de behoefte van jongeren. Ja, ik denk inderdaad dat er door de bank genomen in het lokale bestuur te veel oude mensen zitten die geen feeling hebben met de jeugd van nu.’ De skateparks die nu her en der verrijzen, ogen als onderdeel van de openbare ruimte. De halfpipes zijn verdwenen en nu zijn het vooral onderdelen maart 11 - 1
die passen in de omgeving. Een halve kom, trap en betonnen plateau zouden zomaar onderdeel van een inrichting kunnen zijn, maar zijn dus ontworpen voor skaters. Nijenhuis: ‘Je ziet nu nog dat gemeenten vaak kiezen voor een skateplek of skatepark buiten de stad. Eigenlijk moet je het lef hebben om het juist middenin de stad te doen. De gemeente Apeldoorn heeft dat bijvoorbeeld aangedurfd toen ze een nieuw stationsplein ontwierpen. Zo creëer je een levendige omgeving waar jongeren bewegen in plaats van rondhangen. Het
is vooral de perceptie rondom skaten die ons nog dwarszit. Dat verandert langzaam, maar er is nog wel veel lobbywerk nodig.’ Om te beginnen bij het ambtelijk apparaat. Ambtenaren snappen vaak nog niet dat skaten (dat omhelst boards, inline skates en BMX-fietsen) iets anders is dan bijvoorbeeld voetbal. Oude Lenferink: ‘Voetbal is een georganiseerde sport dat je bij een vereniging doet. Skaten is voor ongebonden jongeren die buiten een vereniging om heel goed weten wat ze willen. Je moet ook geen trapveldje of Cruyff-court BuitenSpelen
35
SKATEN
naast een skatepark neerleggen. Dat levert onherroepelijk gedonder op. Ambtenaren moeten leren dat skaters anders zijn en dus andere wensen hebben. Skaters zijn bijvoorbeeld bereid om grote afstanden af te leggen als ze ergens een plek hebben waar veel uitdaging is. Kijk naar de baan in Zutphen. Die is zo populair dat er inmiddels de vraag naar verlichting in de avonduren ligt.’ Als bewijs dat de gemiddelde ambtenaar in Nederland nog onwetend is rondom skaten, noemt Nijenhuis het aantal gemeenten met een skate-beleidsplan. ‘Ik denk dat er vier of vijf gemeenten zijn in Nederland met zo’n plan. Terwijl meer dan vijfenzeventig procent van de gemeenten wel een speel- of sportbeleidsplan hebben. Dat zegt veel.’
Wetten Elders in deze uitgaven van BuitenSpelen staat een artikel met een overzicht van uitgaven aan speelvoorzieningen. Skaten scoort op die lijst bijzonder hoog. Er wordt evenveel geïnvesteerd in skaten als in klim36
BuitenSpelen
toestellen en meer dan in glijbanen, wippen of schommels. Nijenhuis: ‘En toch; you ain’t seen nothing yet. Ik weet zeker dat skaten de komende jaren gaat exploderen. Natuurlijk hoop ik dat als leverancier, maar daarom zeg ik het niet. Als je doodgewoon naar trends kijkt, zie je die behoefte. Kijk naar de rage van de wave-boarden afgelopen zomer, ook onder meisjes. Het wave-board veroverde de straten en is een opstap naar skaten.’ Nijenhuis geeft toe dat er in het verleden te weinig doordacht naar de inrichting van skateplekken is gegeken. Wat zijn de wetten van nu dan? Hoe richt je een urban-designed skatepark in? Nijenhuis: ‘Vind eerst een plek waar het kan en waar de buurt het accepteert. Wijs de buurt erop dat er tegenwoordig betonnen varianten zijn die nauwelijks lawaai maken. Kijk ook naar wat de potentie qua jeugd van de buurt is. Zijn er genoeg jongeren -ook in de toekomst- om een skatepark te rechtvaardigen. Bouw liever één groot park dan zes kleintjes. Als je dan toch iets lokaals wilt
doen, leg dan oefenbanen aan waar kinderen zich de eerste beginselen aan kunnen leren. Het handigste is verder om combibanen te bouwen waar zoveel boarders, in-line skaters als BMX-ers terechtkunnen. Zorg ook voor voldoende vuilnisbakken. De skatejeugd neemt zelf hun lunch mee en moet het afval kwijt kunnen. Grasveldje in de buurt is ook geen overbodige luxe. Van skaten word je immers moe en is plek nodig om uit te rusten. En met gebruik van betoncoating is ongewenste graffity ook geen probleem. Je schildert het zo over. Maar accepteer graffity vooral ook als kunst van een nieuwe generatie. Skaten kan een bindende factor zijn in de wijk. Niet toevallig kom ik steeds meer woningbouwstichtingen tegen die willen investeren in skaten. Het verhoogt het gevoel van saamhorigheid in een wijk. En de kans is zelfs groot dat ook de overlast afneemt. Schoolpleinen zou je ook als skateplek kunnen inrichten.’
Ga nu naar
www.platformbuitenspelen.nl Op www.platformbuitenspelen.nl leest u vanaf nu relevant nieuws, bekijkt u allerhande speelproducten en laat u zich inspireren door verslagen in woord en beeld van gerealiseerde projecten door heel Nederland. Neem direct contact op met de betrokken partijen via het online leveranciersregister of genereer bruikbare leads met uw eigen bedrijfsvermelding. Behalve met de dagelijks geupdate website, kunt u zich in 2011 iedere twee weken gemakkelijk op de hoogte laten brengen van de ontwikkelingen op het gebied van spelen door u in te schrijven voor de BuitenSpelen emailnieuwsbrief. En heeft u net een prachtig project afgerond of een innovatief product ontwikkeld? Meldt uw projecten of producten dan nu aan via de website en zie ze terug in het magazine, op de website of in de nieuwsbrief van het eerste multimediale platform voor buiten spelen.
www.platformbuitenspelen.nl Het informatieplatform voor iedereen die professioneel bij spelen betrokken is.
FEUILLETON
Bel voor de laatste ronde Bouwgein geeft nog één keer gas In de vorige aflevering van het feuilleton rondom bouwspeelplaats Bouwgein in Nieuwegein, was voorzitter Martin Koot (en met hem de rest van Bouwgein), in een diepe mineurstemming. Oudgedienden hielden het –moe van het sleurwerk- voorgezien en er zat weinig schot in de zaak. Heeft het bestuur nog laatste krachten weten aan te spreken om Bouwgein er toch bovenop te krijgen?
Vijf voor Bouwgein
W
at vooraf ging…. Bouwgein is een speelplek in Nieuwegein Noord. Vanouds een ankerplaats voor kinderen uit de buurt. Met veel pijn en moeite werd in twintig jaar tijd een speelplaats met BSO en kinderopvang gebouwd. Uiterst succesvol tot in januari 2010 brand het hoofdgebouw verwoestte….. We zijn inmiddels een jaar verder. De brand heeft diepe littekens achtergelaten. Zeker in de winter biedt Bouwgein een troosteloze aanblik. Toch is voorzitter Martin Koot een stuk opgewekter dan de vorige keer, eind 2010. ‘Er is beweging. We proberen de impasse te doorbreken.’ Koot geeft eerlijk toe moedeloze momenten te hebben gehad. Altijd maar weer aankijken tegen dat gat van twee ton. ‘Ja, de moed zakte me wel eens in de schoenen. Het is volstrekt helder dat het economisch zware tijden zijn en geldschieters staan niet te trappelen.’ Dat hij er nu weer heil in ziet, komt door de gemeente Nieuwegein die openlijk steun heeft betuigd aan Bouwgein. De gemeente heeft uitgesproken zich in te willen zetten voor een zogenaamde ‘sponsorconferentie’. Koot: ‘De gemeente moet natuurlijk uitkijken dat ze zich niet alleen hard maken voor ons. Dan staan er zo nog twintig verenigingen op de stoep. Wat ze nu doen, is een evenement ondersteunen waarop wij sponsoren kunnen uitnodigen. Zie het als een soort aanbevelingsbrief vanuit de gemeente.’
38
BuitenSpelen
De gedachte is om potentiële sponsoren een interessante, enerverende en informatieve avond aan te bieden, waarop duidelijk wordt gemaakt wat de rol is van Bouwgein in de maatschappij en dat geld nodig is om alle bouwplannen te kunnen verwezenlijken. Wie naar de conferentie komt, wordt geacht minimaal 5.000 euro sponsorgeld te doneren. Koot: ‘We rekenen een beetje op twintig sponsoren, maar nodigen er dertig uit. Daarmee zouden we een ton binnenhalen. Dan komen we nog een ton te kort, maar dan kunnen we wel verder. Het moet een avond worden met een verhaal, maar ook met vermaak. We hebben inmiddels landelijk bekende artiesten benaderd die iets met Nieuwegein hebben en die hun medewerking in principe al hebben toegezegd. De eerste vingers om te mogen komen zijn inmiddels de lucht ingegaan.’ 21 maart is als grote dag in de agenda omcirkeld. Een ondernemer in Nieuwegein heeft inmiddels zijn kookstudio ter beschikking gesteld voor het event en topkoks zullen een vijfgangendiner verzorgen. Koot: ‘Het zal echt gaan om verleiden. Grote en middelgrote ondernemers uit de regio hopen we duidelijk te gaan maken wat de toegevoegde waarde van Bouwgein is. Ik denk dat het voor die ondernemingen interessant is om
te komen, omdat ze daarmee ook credits opbouwen richting gemeente en werken aan het uitbouwen van hun netwerk. Je kunt je bedrijf op zo’n event als een betrokken organisatie neerzetten. Dat kan in de toekomst wat opleveren. En als er speeltoestellenleveranciers zijn die zich in de kijker willen spelen bij de gemeente….. dit is hun kans! Ik merk aan mezelf dat het spannend is. Er heerst opeens weer een enorme positieve vibe in de club.’
Kleine vijfjes Stel dat die ton op 21 maart binnen wordt gehaald, dan nog is Bouwgein er niet. Nog altijd is er dan een gat van een ton. Maar de sponsordag heeft nieuwe energie opgeleverd. Het Vijf voor Bouwgein plan voor grote sponsoren heeft een kleine variant gekregen voor kleine sponsoren. Koot: ‘In deze publiekscampagne vragen we burgers vijf, vijftig of vijfhonderd euro te doneren. Tussen maart en juni hopen we Nieuwegein op deze manier gek te maken!’ Op de vraag als dit allemaal niet gaat lukken, volgt een kleine stilte. Koot: ‘Daar denk ik eigenlijk niet over na. Maar we moeten realistisch zijn. Als deze sponsorconferentie mislukt, moeten we misschien wel concluderen dat er geen toekomst is voor Bouwgein. Maar ik heb goede hoop. De Rabobank komt bijvoorbeeld 21 maart
FEUILLETON vertellen waarom zij in een eerder stadium 50.000 euro hebben geschonken. In een netwerk van ondernemers, moet ons verhaal toch te verkopen zijn.’
Zorg In de vorige aflevering van het feuilleton uitte Koot ook nog de zorg dat er metaalmoeheid aan het optreden was. Medewerkers, vrijwilligers die er echt geen gat meer in zagen. Koot: ‘De brand is inmiddels een jaar geleden. En ja, er moet echt iets gebeuren willen we met z’n allen de moed erin houden. Anderzijds, er is weer een behoorlijke toeloop van vrijwilligers. Ook scholieren die een maatschappelijke stage moeten lopen, komen hier graag. En kinderen komen nog steeds massaal spelen. We hebben ook een semipermanente legertent met verwarming neergezet. Ik zie het allemaal als positieve signalen richting toekomst. Nee, dit mag toch niet doodbloeden…..’ 21 maart staat met een grote rode cirkel in de agenda van Koot aangetekend. De bel voor de laatste ronde heeft geklonken. Bouwgein is nog verre van knock out, maar het moet niet nog een keer acht tellen rust krijgen.
maart 11 - 1
BuitenSpelen
39
WAT SPEELT ER
Wat speelt er? In deze vaste rubriek in BuitenSpelen komen actuele, prangende vragen aan bod. Waar is onduidelijkheid over? Wat moet de markt weten qua ontwikkelingen? Vragen uit de markt, beantwoord door de markt.
vraag? De VWA kwam weer met alarmerende berichten over veiligheid en speeltoestellen. Is het echt zo slecht gesteld en hebben we zo weinig geleerd de laatste jaren?
antwoord De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit heeft de inspectiegegevens gepubliceerd over de veiligheid en het beheer van speeltoestellen op campings, schoolpleinen en speeltuinverenigingen in 2009. Beheerders blijken onvoldoende op de hoogte van de veiligheidseisen en verantwoordelijkheden. Speeltoestellen vertoonden daardoor regelmatig tekortkomingen. Uit eerder onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) blijkt dat beter beheer het aantal tekortkomingen en ongevallen met speeltoestellen kan terugdringen. Daarom biedt de VWA beheerders van speeltoestellen komend voorjaar een folder aan met tips voor goed beheer en informatie over verantwoordelijkheden. Daarnaast wordt het webdossier speeltoestellen geactualiseerd en uitgebreid. De inspectiebevindingen in 2009 zijn vergelijkbaar met de bevindingen uit 2008. De lichte stijging in het voldoen aan de beheersverplichtingen, is wellicht gestimuleerd door communicatie van de brancheverenigingen. Bij 44% van de geïnspecteerde speeltuinen zijn één of meer technische tekortkomingen geconstateerd. (In 2009 was dit 48%). Gezien het grote aantal speeltoestellen per locatie, is het aantal locaties met één of meer technische tekortkomingen relatief gezien niet hoog. Slechts bij één locatie zijn ongecertificeerde toestellen van na 1997 aangetroffen. (Toestellen van vóór 1997 hoeven niet te zijn gekeurd, aangezien vanaf die datum de wet in werking trad). Na de inspecties van 2008 is geconstateerd dat naar eigen zeggen de beheersverplichtingen goed worden ingevuld, maar dat dit niet altijd in de logboeken is terug te vinden. Nog steeds geldt dat de registratie van het beheer voor verbetering vatbaar is. Meer informatie op de site van de VWA.
vraag? Hoe staat het met de vertaling van de Europese normen in het Nederlands?
vraag? Was TNO niet bezig met een onderzoek naar bewegen in de buitenruimte?
antwoord
antwoord
Op 3 januari 2011 zijn de in het Nederlands vertaalde Europese normen voor speeltoestellen (EN 1176 en EN 1177) gepubliceerd. De normdelen 1 tot en met 7, 10, 11 en 1177 zijn los te bestellen via www.nen.nl. De Nederlandse normcommissie is nog bezig het bijblad op te stellen. Naar verwachting zal dit over enkele maanden uitkomen. ‘Ik heb recentelijk twee inspecteurs op mijn speeltuin gehad, die beiden een andere veiligheidsconclusie trokken. Is dat normaal?’ Interpretatieverschillen zijn er inderdaad, en dat is vervelend. Mede daarom is er een stichting in oprichting die inspecteurs gaat registreren zodat er uniforme inspectie is (zie ook uitgebreid verhaal elders in deze BuitenSpelen). De stichting is een initiatief van de Branchevereniging Spelen en het Keurmerkinstituut. De Stichting Veilig Spelen zal examens afnemen en deelnemers de daarop volgende jaren blijven volgen. De kosten voor examinering en registratie worden in de loop van dit jaar bekend. Zij die zich nog niet als belangstellende hebben opgegeven kunnen dat alsnog doen via spelen@keurmerk.nl.
Inderdaad, en dat onderzoek is afgerond. TNO heeft in tien stadswijken onderzocht hoe het beweeggedrag van kinderen in de basisschoolleeftijd samenhangt met de inrichting van de wijk. Een interessante conclusie is dat kinderen meer bewegen in wijken met minder kruispunten en/of minder hard rijdende auto’s/motoren. De onderzoekers bevelen daarom aan snelheidsbeperkende maatregelen door te voeren, opdat kinderen veilig naar de verschillende bestemmingen in de wijk kunnen lopen of fietsen. Het rapport is te vinden op www.tno.nl/gezondewijk.
40
BuitenSpelen
WAT SPEELT ER
vraag? Hoe staat het met de duurzaamheidsdiscussie? Twee jaar gelden werd gesuggereerd dat in hout geen koper en chroom verbindingen meer gebruikt mochten worden.
antwoord Het lijkt erop dat die discussie verstomd is (zie ook elders in dit blad, hier nog een korte samenvatting). Leek de overheid medio 2008 nog op ramkoers om alle koper-verbindingen in houten speeltoestellen te verbieden, nu zijn alle verordeningen op hold gezet en lijkt zelfs definitief afstel niet ver weg. SenterNovem stelde in 2008 in opdracht van het Ministerie van VROM criteria voor duurzaam inkopen op. In de richtlijnen van 2008 stond onder meer dat hout in Nederland niet langer verduurzaamd mocht worden met een koperverbinding. Zowel koper-chroom verbindingen als koper met organische componenten zouden verboden worden. In Europa is het gebruik van koper als natuurlijk materaal niet verboden. Maar Nederland wilde als braafste jongetje van de klas toch een verbod. Branchevereniging Spelen wees er in 2009 al op dat als je naaldhout niet op een juiste manier verduurzaamt, het binnen een paar jaar wegrot. En snelle vervanging leidt uiteindelijk tot meer milieubelastingen, meer kap, meer transport etc. De criteria zijn nu onder een nieuw
kabinet heroverwogen. Minister Atsma heeft begin februari alle criteriadocumenten rondom duurzaam inkopen op hold gezet. Dus niet alleen voor spelen, inkoop breed. Belangrijk signaal van de minister is geweest, dat we moeten aansluiten bij wat er in Europa gebeurt. Nederland moet in de pas lopen en geen eigen positie innemen. Dat geldt dus ook voor koperverbindingen in houten speeltoestellen en straatmeubilair. Los van de Europese component in dit verhaal, is er de laatste tijd ook twijfel over de gesuggereerde nadelige milieueffecten van verduurzaming met koper en of chroom. Naar die effecten wordt momenteel onderzoek gedaan en rond maart wordt een antwoord op dat onderzoek van het RIVM verwacht. Het is nog lang geen uitgemaakte zaak dat koper als verduurzaming zo milieubelastend is als gesuggereerd. En als er geen brand is, is het natuurlijk onzinnig om te gaan blussen. (Bron: Branchevereniging Spelen)
Kan ik zelf een vraag stellen? Zeker! U kunt al uw vragen mailen naar redactie@acquirepublishing.nl. U krijgt dan zo snel mogelijk antwoord van een van onze redacteuren of een externe deskundige. En een selectie van vragen wordt dan in een van de volgende nummers van BuitenSpelen gepubliceerd. (advertentie)
maart 11 - 1
BuitenSpelen
41
BUDGET
Uit onderzoek van het inspectiebureau ABOS blijkt:
Eenderde uitgaven speeltuin b Enig idee hoeveel euro per jaar gemeenten bereid zijn te investeren om spelen voor kinderen mogelijk te maken? Het antwoord komt uit een onderzoek dat inspectiebedrijf ABOS in 2009 en 2010 heeft uitgevoerd. Spelen is een gemeente -afhankelijk van de afschrijvingstermijn- vijf euro per jaar per bewoner waard. Veel of weinig? Dat is aan uw eigen beoordeling. ‘Gemeenten geven meer uit aan parkeren’, concludeert Gert-Jan Smit van ABOS alvast. En ook: ‘Met goed onderhoud kan verantwoord worden bezuinigd.’
A
BOS heeft in 2009 en 2010 in 58 gemeenten in Nederland inspecties uitgevoerd. In totaal is zo pakweg vijftien procent van Nederland in kaart gebracht; ofwel ruim 2,3 miljoen Nederlanders. Een representatieve doelgroep in ieder geval om conclusies op te baseren. Als service inventariseert ABOS naast de veiligheids- en onderhoudsaspecten, ook de plaatsingsjaren, de aanschafwaarde van de elemen-
ten, alsmede de geschatte levensduur. Door deze service kunnen beheerders van speeltoestellen op een eenvoudige wijze overzicht krijgen over de te verwachten investeringen en onderhoudskosten voor de komende jaren. En het geeft ABOS dus inzicht in hoeveel we over hebben voor spelen. Er zijn diverse conclusies uit de data te trekken. Allereerst hoeveel we per hoofd van de bevolking investeren in spelen. In totaal investeren de onderzochte overhe-
den in speellocaties een slordige 112 miljoen euro. Dat zijn dus de totale investeringen van toestellen en speelplekken zoals die momenteel aanwezig zijn. Deel dat op een onderzochte populatie van 2,3 miljoen mensen en je komt op gemiddeld vijftig euro per hoofd van de bevolking uit. Dat zijn dus niet alleen kinderen, ook volwassenen. Let wel: deze toestellen hebben een gemiddelde levensduur van een jaar of tien (of zelfs meer). ABOS heeft ook gekeken wat de investering in een kind dan per jaar is. Dan kom je op een heel ander bedrag. Gemiddeld is spelen ons dan een euro of vijf per hoofd van de gemeentelijke bevolking waard. Is de afschrijving per toestel nog wat langer, ga je zelfs naar bedragen van drie euro. Neem nu gemakshalve dat de helft van de populatie kind is of binnen de doelgroep valt, en verder dan tien euro per kind kom je niet. Hoewel directeur Gert-Jan Smit van ABOS cijfers liever voor zichzelf laat spreken en aan anderen laat om conclusies te trekken, zegt hij wel: ‘Cijfers wijzen uit dat gemeenten bijvoorbeeld veel meer uitgeven aan parkeren. Ik denk dat die verhouding dan wel scheef is.’
Ondergronden Heel opvallend is verder dat een groot deel van de investeringen opgaat aan ondergronden. In totaal 35 procent. Niet alleen in bedragen zijn ondergronden koploper, ook in aantallen. Smit: ‘Ja, heel opmerkelijk. Persoonlijk denk ik dat op bepaalde 42
BuitenSpelen
BUDGET
bestemd voor ondergronden goed onderhoud aanmerkelijk bezuinigen op haar investeringen. Als voorbeeld zie je in de tabellen dat door goed onderhoud de levensduur van 10 naar 15 jaar gebracht kan worden. Dit levert een besparing op van € 1,60 per inwoner ofwel 31 procent. Daar kun je veel leuke dingen mee doen.’
plekken andere, goedkopere ondergronden mogelijk zijn, en dat beslisser zich te vaak laten leiden door of optische wensen of ouders die niet willen dat kinderen vies worden en dan niet voor zand of gras kiezen. Ik denk dat je soms keuzes moet durven maken. Waarom niet een toestel meer en een iets minder mooie ondergrond.’
Welke conclusie trekt Gert Jan Smit van ABOS tot slot nog uit de cijfers? ‘In het kader van de bezuinigingen bij de Nederlandse overheid, kan een gemeente door
Verder zien we in de cijfers dat gemeenten met 60.000 tot 100.000 inwoners, per inwoner het hoogste bedrag investeren. Ofwel, hoe groter de stad, hoe meer aandacht voor spelen. Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners hebben per 10.000 inwoners ook de meeste speellocaties. Gemeenten met 30 tot 60.000 inwoners hebben de meeste speel- en sporttoestellen per 10.000 inwoners. Combinatietoestellen zijn ook in trek. Kennelijk vinden gemeenten het handig om combitoestellen neer te zetten om zo een zo groot mogelijke doelgroep van dienst te kunnen zijn. Heel opmerkelijk is ook dat de veren speelelementen (de wipkip) in de top tien van investeringen staat. De wipkip is vaak onderdeel van spot, als excuustruus om vooral iets te doen in de openbare ruimte, maar kennelijk is-ie ook niet uit het straatbeeld weg te denken. Skaten neemt met een investering van meer dan vier miljoen euro ook een zeer hoge positie op de ranglijst in.
maart 11 - 1
BuitenSpelen
43
OUDE GLORIE
Nostalgie herleeft op oude ijsbaan
Deventer komt speelbelofte na Jaren fungeerde de ijsbaan in Deventer als pleisterplaats voor grote internationale toernooien. De klapschaats bestond nog niet, een overdekte schaatshal evenmin. Hilbert van der Duim gleed er nog uit over een vogelpoepje. Roem is vergankelijk. De baan is weg en het terrein ligt er troosteloos bij. Jammer, concludeerden een aantal partijen. Nu komt er voor een paar jaar een tijdelijke (speel)voorziening. ‘De contouren van de oude baan zijn vanuit nostalgisch perspectief weer zichtbaar in het ontwerp.’
S
tien Kaiser werd de eerste Nederlandse vrouwelijke wereldkampioen schaatsen op de ijsbaan in Deventer. In 1969 werd Kees Verkerk derde op het WK op de baan aan de ‘Rembrandtkade’ en in 1973 won Piet Kleine brons. Goud op een EK was weggelegd voor Ard Schenk in 1966 en de Noor Sjöbrend was de laatste kampioen op het Deventer ijs. De vermaarde ijsbaan kreeg een moderne variant in de nieuwbouwwijk Colmschate. Het terrein van de oude ijsbaan ligt er inmiddels al een flink aantal jaren troosteloos bij. Allereerst moest de grond gesaneerd worden, daarna kwamen allerlei nieuwbouwplannen die stierven in schoonheid. Nu gebeurt er niets met de grond en zijn alle plannen op de lange baan geschoven. In de vorige uitgave van BuitenSpelen schreven we al dat de gemeente de plek heeft opgenomen in nieuwe speelplannen. Toen viel te lezen: Overijssel heeft zich bij de gemeente Deventer gemeld om te par-
44
BuitenSpelen
ticiperen in speelvisieplannen. De provincie wil meedoen in wat in de visie genoemd wordt: invullen van tijdelijke speelplekken. Neem het terrein van de oude ijsbaan. Dat kan met relatief weinig middelen omgetoverd worden tot een tijdelijke speelplek, in afwachting van de definitieve bestemming. Zo kun je op diverse plekken, op diverse momenten speel- en beweegplekken realiseren. Inmiddels is de uitvoering van de plannen nabij. Het terrein van circa 2,2 hectare wordt ingericht als ‘experimentele ruimte’ voor jong en oud. Er komen moestuinen, mogelijk een aardehuis, en er is ook ruimte voor spelen. Trekker van het plan is Cambio. Cambio is het buurtbeheerbedrijf van en voor Deventer. Cambio werkt in de wijken aan het vergroten van leefbaarheid. Ook partijen als Scouting, jongerenwerk en anderen met een leuk initiatief moeten hier straks terecht kunnen. Je kan daarnaast denken aan een huttenbouwweek of
andere kleinschalige activiteiten, de open ruimte is hier namelijk uitermate geschikt voor. Bijzondere aan de constructie is, dat vooraf volstrekt helder is dat het terrein niet tot in de eeuwigheid voor deze doelen bestemd is. Met dat perspectief van tijdelijkheid wordt bij de inrichting nadrukkelijk rekening gehouden. Neem spelen. Wilmar Vlaskamp van adviesbureau OBB: ‘Er zijn dus geen verwachtingen naar wie dan ook. Het is echt een tijdelijk terrein. We gaan dan ook geen vaste speeltoestellen plaatsen en alles wat er komt, denk aan bomen en meubilair, moet verplaatsbaar zijn naar eventuele andere braakliggende terreinen. In de gemeente zijn voldoende
OUDE GLORIE
a met ‘reizend speelcircus’ braakliggende plekken waar niets gebeurt. Ruimte voor spel, groen en activiteiten kan zo dus een beetje een reizend circus binnen de gemeente zijn. De gemeente maakt gebruik van het feit dat terreinen tijdelijk braak liggen. De bedoeling is om saaie braakliggende terreinen vrolijk en aantrekkelijk te maken. An sich een simpel idee, maar je ziet het toch op heel weinig plekken in het land gebeuren. Dan is het toch vooral toevallig dat kinderen er spelen met zand en aanwezig groen.’ In totaal is er zo’n € 100.000 voor vier jaar beschikbaar in Deventer. Vlaskamp: ‘Dat is niet genoeg, maar dankzij de onbaatzuchtige inzet van allerlei partijen is het toch in te richten.’ Een van de partijen die naast de initiatiefnemers bijdraagt aan de inrichting is bijvoorbeeld Stichting IJssellandschap en de Bolwerksmolen. Zij zorgen ondermeer voor houtsnippers om trajecten/paden/ondergronden aan te leggen. Zo komt de vorm van de oude ijsbaan in een pad van een paar meter breed terug in het ontwerp. Ook worden boomstammen geleverd door DEVOBO, gespecialiseerd in advies en uitvoering in de groene ruimte. Deze stammen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden als natuurlijke speelelementen. Alles in de inrichting heeft groen als uitgangspunt en is door meerdere partijen toegankelijk en bruikbaar. Op het midden terrein van het visuele ovaal kan dan bijvoorbeeld
maart 11 - 1
Scouting uit de voeten voor het bouwen van objecten, of kan dus in de zomer een huttenbouwweek worden georganiseerd. Niet alleen de vorm van de oude ijsbaan is terug te vinden in het ontwerp, ook het oude elektriciteitshuisje dat er nog altijd staat als icoon uit een ver verleden, speelt een prominente rol. Het wordt een trap richting uitkijkpunt over de IJssel met daaromheen een terras waar het in de zomer heerlijk vertoeven is. Een aarden wal figureert eveneens als speelaanleiding op een terrein waar dus schommels, wippen en tokkelbanen zullen ontbreken. Vlaskamp: ‘Het wordt echt een groen natuurlijk spelen-terrein dat voor een breed publiek inzetbaar moet zijn. Zo’n aardewal wordt bijvoorbeeld weer ingezet voor podiumelementen bij uitvoeringen.’ Moet zo’n terrein voldoen aan de WAS? Vlaskamp: ‘We zullen sommige boomstammen tot een speelelement maken. Dat soort elementen wordt dus gekeurd. In grote lijnen zal het echter vooral gaan om natuurlijk spelen en een simpele risicoanalyse.’
Transition Town Bijzondere rol in de plannen krijgt de stichting Transition Town. Deze stichting is landelijk actief. Transition Towns zijn lokale gemeenschappen (grote en kleine steden, dorpen, wijken, eilanden) die zelf aan de slag gaan om hun manier van wonen,
werken en leven minder olie-afhankelijk te maken en meer duurzaam. In het concept van de oude Deventer ijsbaan denkt Transition Town onder meer aan het planten van fruitbomen en het planten van plantgoed ten behoeve van eetbare geveltuinen, moestuinen voor/door buurtbewoners en derden. TT gaat hiertoe onder ander hernieuwde gesprekken aan met de Voedselbank. Ook komt er dus mogelijk een aardehuis met autobanden als basismateriaal en wordt er een bijen- en vlindertuin in samenwerking met stichting B-Cause aangelegd. Vlaskamp: ‘Voorop staat dat het terrein en de functies/activiteiten op elkaar afgestemd worden, zodat het geheel een samenhangend terrein vormt. Deze aanpak maakt het mogelijk om inrichtingselementen te onderscheiden waarbij de verantwoordelijkheid voor ontwerp, aanleg , uitvoering en doorontwikkeling bij één projectgroepslid komt te liggen. Een overkoepelende visie op de onderdelen is vastgelegd in het inrichtingsplan. Door de inrichting en het aanbod van (mogelijke) activiteiten, zal het experimententerrein een bovenwijks karakter kennen.’ Een voorbeeld voor andere gemeenten? Vlaskamp: ‘Dat denk ik zeker. In elke gemeente is er wel braakliggend terrein. Zelden wordt dat nuttig ingevuld. Een gemiste kans.’ Vergelijk het met Hilbert van der Duim. Het vogelpoepje was ook een gemiste kans op de titel.
BuitenSpelen
45
COLUMN
Ik wil zelluf! Froukje Hajer is sinds kort Adviseur jeugdbeleid en kinderrechten rond ‘Kind, spel en ruimte’. In haar column laat ze zich inspireren door wat ze dagelijks op straat tegenkomt. Dit keer doet ze dat op de fiets. “Kinderen zijn niet gek, ze vinden hun weg wel. Maar we moeten wel zorgen voor goede routes. Dat is wat we moeten doen en.. loslaten natuurlijk!”
H
ier komen we aan, vader met zoon Jeroen, 6 jaar, trots op zijn nieuwe fiets maar gehaast, het is al bijna schooltijd. Wat waren de kinderen weer traag vanochtend, straalt de vader uit met zijn lichaamstaal. Hup, opschieten anders komen we te laat! Vaak zie je vlak voor schooltijd gehaaste ouders met hun kind, met auto’s naar school, maar ook op de fiets. Hand in de nek, beetje duwen, want anders kost het teveel tijd. “Pap, ik kan het zelluf!” Ojee, daar gaat mijn mobiel. Had ik mijn oortje maar ingedaan… nog meer multitasking. “Pap, wat zeg je”, … “stil nou, je ziet toch dat ik bel…” “Hoezo, we fietsen toch naar school nu?”, zie je Jeroen denken. Daar komt een gevaarlijke oversteek. Vader kijkt alvast of er wat aankomt: “ja toe, maar rij maar door”. Hoezo zelfstandig worden en leren meekijken of het kan? “Ja goed zo, ga de weg maar volgen….” “Hoezo”, denkt Jeroen, “wat is dat, de weg
46
BuitenSpelen
volgen: moet ik rechtdoor of met de bocht mee?” Voorin de bakfiets met mamma Loes was het voor Jeroen een stuk rustiger. Wel jammer dat Loes zich de benen uit het lijf moet trappen met een kind van 6 en 4 voorin… want tja, geen versnellingen… Maar als je 6 bent, ben je eigenlijk wel te groot voor een bakfiets. Al eens op Marktplaats gekeken hoeveel bakfietsen daar te koop staan? Kennelijk toch niet echt handig. Dan maar weer lekker een kind voorop en achterop, met versnelling en fijn kletsen onderweg, mobiel uit en aanpassen aan het tempo van de kinderen en aandacht voor de omgeving. En als ze groter worden: veel zelf fietsen, eerst een blokje om, rond de huizen in de buurt; en daarna steeds verder weg. Stapje voor stapje leren ze de omgeving kennen, en de weg van A naar B. Zelfstandige mobiliteit, een mooi woord. De aanleg van veilige oversteekplaatsen, stoplichten en snelheidsbeperkingen in
woonwijken is één kant van de zaak, en noodzaak natuurlijk! Maar ouders bepalen toch uiteindelijk of een kind kan deelnemen aan het verkeer, of beter in het busje van de BSO vervoerd kunnen worden. Wanneer mag zoonlief écht zelluf naar zijn vriendje fietsen, de sportclub of muziekles? Of gaat ie gewoon opeens als twaalfjarige zelfstandig naar de middelbare school aan het andere eind van de stad? Gaan we ze dan volgen met een chip of een webcam? Of mogen ze onderweg hun eigen avonturen beleven? Kinderen zijn niet gek, ze vinden hun weg wel. Zorgen voor goede routes, dat is wat we moeten doen, en loslaten dus! Froukje Hajer Adviseur jeugdbeleid en kinderrechten rond ‘Kind, spel en ruimte’