ADVENT
HET KERKBLAD VAN HET KERKGENOOTSCHAP DER ZEVENDE-DAGS ADVENTISTEN
GELIJKENISSEN / ANDERS MAAR GELIJK – GELIJK MAAR ANDERS
/ 2 / 2015
GELIJKENISSEN/AGENDA
AGENDA 2 juli 2015 |
JULI Vonkjes Zomerkamp (België) 1-10 Preverkenners Zomerkamp (België) 1-10 Generale Conferentie (VS) 2-11 AUGUSTUS Summer School 10-13 Kinderwerkersdag (België) 29
SEPTEMBER The One project in Nederland 5-6 Openingskamp 11-13 Sabbatschooltraining (België) 13 Evaluatiecongres 20 Vrouwenweekend 25-27 OKTOBER Koempoelan (Scouts & Pathfinders) 2-4
Tienerclub 3 Penningmeestersdag 4 Kamptraining (Scouts & Pathfinders) 16-18 Seniorendag 17 Geestelijk Congres, Franstalig (België) 17 Plantersweekend 23-25 Geestelijk Congres, Nederlandstalig (België) 24 Surinaamse rally 31
NOVEMBER Jeugdcongres (België) 7-8 Gebedsweek 7-14 Tienerclub 7 Jeugdleidersdag 8 Trainingsweekend Jeugdleiders (België) 20-22 Relatieverrijkingsdag 21 Evangelisatiedag 22 Jeugdrally Almere 28 Sabbatschooldag 29
DORDRECHT, 19 JULI 1572 Inmiddels zijn we eraan gewend geraakt om op 30 april gewoon werkafspraken te maken omdat Koninginnedag niet meer bestaat. Gelukkig is daarvoor Koningsdag op 27 april in de plaats gekomen.
ker uitgebreide informatie over de geschiedenis van stad en land.
COLOFON
op 19 juli 1572, tijdens de Eerste Vrije Statenvergadering van Holland en West-Friesland, afgezanten De koning en zijn familie bij elkaar uit deze twaalf ondertekenden een steden: Alkmaar, Edam, document, samen met verte- Enkhuizen, Dordrecht, genwoordigers van twaalf Gorinchem, Gouda, HaarNederlandse gemeenten. lem, Hoorn, Leiden, Bij de laatste editie van Dit als bevestiging van een Medemblik, Monnickendam Koningsdag opende de Ark belangrijke historische en Oudewater. Zij spraken van Noach de Grande Parade gebeurtenis op dezelfde drie belangrijke vrijhebij ’t Hoofd van Dordrecht. locatie. In het Hof van Neder- den met elkaar af voor hun We kregen als televisiekijland te Dordrecht kwamen inwoners, die op 27 april 2015 dus werden bevesDuurzaamheid is belangrijk voor de tigd: ‘Vrij om te denken wat Adventkerk. Ook Advent werkt mee je denkt; vrij om te geloaan een betere wereld, daarom ven wat je gelooft; vrij om wordt het gedrukt op papier dat het te zijn wie je bent’. Wat een resultaat is van verantwoord bosbe- voorrecht om in een land heer. Onze drukker gebruikt inkten te wonen waar deze vrijheop plantaardige basis en machines den nog steeds gelden – dat draaiend op groene stroom. is niet vanzelfsprekend in deze wereld!
REDACTIE
Hoofdredacteur Tom de Bruin Eindredacteur Lydia Lijkendijk Redactie Bert Brinkman, Enrico Karg en Nelske Verbaas Redactieraad Joanne Balk, Reinder Bruinsma, Rudy Dingjan, Christle Jasinta, Henk Koning, Matthijs Nagtegaal, Jeroen Tuinstra en Nelske Verbaas Correctoren Megen Molé en Nelske Verbaas Vormgeving limelight.design.studio@gmail.com Druk Van de Ridder - VdR Druk en print Oplage 3000 exemplaren Verschijningsfrequentie 4 maal per jaar
De vrijheden, deze waarden, legden de basis voor de latere Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden. Zou het ons lukken om op basis van de Grondwet van het Koninkrijk van God – de Bergrede van Jezus als herinterpretatie van de Thora – deze drie waarden toe te passen in onze gemeenten? Ds. Wim Altink
REDACTIEADRES
Amersfoortseweg 18, 3712 BC Huis ter Heide Tel. Landelijk Kantoor: 030 – 6939375 | E-mail advent@adventist.nl Web www.adventist.nl of www.adventist.be
GIFTEN
Advent wordt gerealiseerd dankzij uw giften. Giften specifiek voor kerkblad Advent/@vent NL95RABO0117287253 t.n.v. Kerkblad Advent Overige giften NL47RABO0117777773 t.n.v. Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten Voor financiële zaken, inclusief donaties en wilsbeschikkingen, neem contact op met I. Schorea: ischorea@adventist.nl
INHOUD/GELIJKENISSEN
juli 2015 |
3
04
10
22
26
MULTICULTUUR
VOOROORDELEN
DISCRIMINATIE
RESPECT
VERDER IN DIT NUMMER 07 STUDENTENCONGRES 08 NIEUWS UIT DE WERELDKERK 14 RUIMTE VOOR LIAH 16 SEVENTH GAY ADVENTISTS [DE FILM] 17 LANDELIJKE ONDERZOEKSDAG
28
ZENDING.NU
18 PS EN DOOPBERICHTEN 20 INTERVIEW MET STEPHEN BIMPEH 32 INZEGENING VAN VROUWEN 34 DE DOMINEE EN DE FILOSOOF 38 DE VRIJWILLIGER [RUUD KIEBOOM]
THEOLOGIE/CULTUUR IN DE KERK
juli 2015 |
4
MULTICULTUUR VERRIJKEND, VERWARREND OF VERDERFELIJK?
In de jaren vijftig van de vorige eeuw groeide ik op in een samenleving die min of meer een monocultuur was. De eenvoudige volkswijk waar ik woonde, was overzichtelijk en kende duidelijke normen en waarden. Andere culturen ontmoeten betekende in de praktijk je eigen land verlaten en op reis gaan. De grens over. Natuurlijk bekeek ik dat vanuit mijn kinderoptiek; later realiseerde ik me dat gastarbeiders uit Spanje, Turkije en Marokko ook toen al een nieuwe kleur hadden gegeven aan ons land. Tekst/ds. Henk Koning
M
ijn eerste contact met iemand uit een andere cultuur was de ontmoeting met een vriend van mijn oudste broer. Tijdens zijn vervangende dienst in Crailo, bij Hilversum, had mijn broer zijn Surinaamse vriend leren kennen. Ik had nooit iemand gezien die donkerder was dan hij. Mijn eerste duurzame kennismaking met iemand uit een andere cultuur en met een andere huidskleur was de komst van mijn destijds aanstaande jongste zwager. Hij was als kind met zijn vader en drie zusjes uit Indonesië gekomen en kwam in die periode in het voormalige kindertehuis Zonheuvel te wonen, in Bosch en Duin. Via hem heb ik ook de Indische keuken ontdekt. Mijn culinaire ervaringen buitenshuis waren tot dat moment beperkt gebleven tot ijsjes, poffertjes en pannenkoeken. Ik ontdekte toen al dat eten voor Aziatsche mensen heel belangrijk is. Het gesprek met iemand uit Azië begint eerder met de vraag: ‘Wat heb je gegeten?’, dan met opmer-
kingen over het weer. Dit inzicht kwam mij goed van pas in mijn eerste gemeente.
INDONESIË: GASTVRIJ, LOYAAL, INDIRECT
In de regio Twente zette ik mijn eerste voetstappen als zelfstandig predikant. In de adventgemeenten van deze streek bevonden zich diverse Indische gezinnen. Ik merkte daar dat de liefde voor Indisch eten gekoppeld was aan een grote mate van gastvrijheid. Het maakte niet uit wanneer je kwam, ook al had je net zelf gegeten, je kon altijd aanschuiven aan een goed gevulde tafel. Deze grote gastvrijheid werkte aanstekelijk. Gastvrijheid speelt ook in de Bijbel een belangrijke rol en is nog steeds in het (Midden-)Oosten een belangrijke deugd. Deze gastvriendelijke houding hield mij wel een spiegel voor ten opzichte van de toenmalige ‘gesloten-koektrommel-aanpak’ zoals die in veel Nederlandse gezinnen voorkwam. Het ‘feestmaal van vette spijzen’, waar de Bijbel over
CULTUUR IN DE KERK/THEOLOGIE
NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA: EXTRAVERT EN UITBUNDIG
In Groningen/Assen, de tweede regio waar ik werkte, leerde ik een aantal geloofsgenoten uit de West kennen. Zij waren hoor- en zichtbaar extravert en uitbundig in hun geloofsexpressie. Kerkdiensten verliepen niet meer in absolute stilte maar werden op bepaalde momenten doorbroken door blijken van instemming, adhesie en waardering. De ‘amens’ zorgden voor mentale support voor de spreker en soms voor gevoelens van ongemak en onrust bij de andere toehoorders. Op een sabbat leerde ik een jonge Arubaan kennen. Tot mijn verbazing zat hij nog steeds in de kerkbank toen de dienst al enige tijd afgelopen was. Op mijn vraag of hij nog op iets of iemand wachtte, antwoordde hij: ‘Is de dienst dan al voorbij? Ik heb de ‘amens’ gemist.’ Na een aangenaam gesprek bleek dat hij in een buitenwijk van de stad woonde, waar ik iemand kende die hem de volgende week mee naar de kerk kon nemen. Maar toen het gemeentelid een week later op de afgesproken plaats
stond, was de jongeman daar nog niet. Het goedwillende gemeentelid maakte hem er een kwartier later attent op dat hij altijd mee kon rijden, maar wel op de afgesproken tijd aanwezig moest zijn. Het heeft even geduurd, maar het samengaan van twee culturen
/SAMENSPRAAK
EN RESPECT ZIJN SLEUTELWOORDEN zorgde er na enige tijd voor dat de lokale adventgemeente verbaal wat expressiever werd in het uiten van de ‘amens’ en andere adhesiebetuigingen en dat de jonge man zijn ‘rubberen horloge’ inruilde voor meer tijdgericht gedrag. Een prachtige vorm van culturele kruisbestuiving als gevolg van respect en open en eerlijke gesprekken.
GHANA: EEN KERK WAAR MUZIEK IN ZIT!
In de jaren negentig was ik als voorzitter van het Landelijk Kantoor nauw betrokken bij de zwangerschap en geboorte van een nieuwe church plant in Amsterdam: de Ghanese adventkerk in Zuidoost. Het was een feest om deze kerkgemeenschap te bezoeken. Al buiten de als kerkgebouw dienstdoende woning waren muziek en zang te horen. Ook in de latere kerk was dat het geval. Diverse koren met prachtige outfits luisterden de vaak lange kerkdiensten op. Elke sabbat werd en wordt de geloofsvreugde verklankt in muziek en zang. Ik heb een paar diensten meegemaakt die passend werden afgesloten met een We’re marching to Zion, waarbij uiteindelijk de gehele gemeente in beweging kwam op weg naar Sion. Mij viel ook de geloofstrouw op in de opbrengst van tienden en gaven en dat terwijl de huurvraag voor het kerkpand extreem hoog was. Een grote toewijding.
5 juli 2015 |
spreekt, werd door de Indische gemeenteleden beter begrepen. Een andere houding die mij opviel, was de grote mate van loyaliteit van Indische leden naar de kerk en hun predikant. Men was niet kritiekloos, maar uitte de kritiek vaak op een heel subtiele en indirecte wijze. Dat was wel eens lastig. Het kwam wel voor dat iemand na een benoemingsperiode voor een taak gekozen was en erin toestemde die functie te gaan uitvoeren en vervolgens niet meer in de kerk kwam. Bij een huisbezoek hoorde ik dan, dat je geen ‘nee’ zegt tegen een predikant. Door weg te blijven uit de kerk was dat dan wel ‘gecommuniceerd’. Deze indirecte communicatie is een uitdaging voor een in het westen opgevoede predikant.
THEOLOGIE/CULTUUR IN DE KERK
juli 2015 |
6
Ik kwam er ook een vaak diepe en oprechte spiritualiteit tegen. Soms was er echt een gevecht tussen goed en kwaad (waarbij een lidmaat leed onder een vorm van demonie). Een enkele keer bleek in een gesprek tijdens de sabbatschool dat het geloof in Gods kracht zo ver ging dat een niet beantwoord gebed werd toegeschreven aan een gebrek aan geloof. Zo’n visie botst gemakkelijk met de meer westerse opvatting dat er ook sprake kan zijn van oorzaak en gevolg en dat God niet alle ongemakken uit het leven van een gelovige wegneemt. In een open discussie werd de bijbelse kant van deze opvatting ook gedeeld.
OPRECHT RESPECT
Wat ik persoonlijk veel lastiger vond, was dat één van ouderlingen mij na de dienst naar een aparte ruimte bracht om daar met een select few een maaltijd te gebruiken. Daarna begeleidde dezelfde ouderling of iemand anders mij naar mijn auto en stond er op mijn koffer te dragen. Ik begreep heel goed dat je dit niet kon weigeren, omdat dit uit een houding van respect voorkomt. Maar het kostte me vanuit de typisch Nederlandse houding van ‘doe-maar-gewoondan-doe-je-gek-genoeg’ erg veel moeite dit te accepteren. Toch laat het ook iets moois zien van iets wat we in Nederland bijna zijn kwijtgeraakt in het kader van de vrije meningsuiting: oprecht respect.
DE BIJBEL EN EEN VOORZICHTIGE CONCLUSIE Er zijn veel meer culturen in Nederland. Er zijn ook grote verschillen tussen de jongerencultuur en de denk- en beleefwereld van senioren. Ook binnen de kerk bestaan er talloze opvattingen over ethiek, muziek, sabbatviering en theologie. In dat opzicht helpt de Bijbel ons maar ten dele. De Bijbel is geen multicultureel boek in de zin dat elke cultuur neutraal is. Recentelijk heb ik de bijbelboeken Ezra/ Nehemia en Ester gelezen. In Ezra/ Nehemia zijn andere volken een bedreiging voor het Joodse volk en worden partners die niet-Jood zijn weggestuurd (Ezra 10; Nehemia 10:31). In Ester is het andersom: daar worden de Joden bedreigd in het gehele rijk van Ahasveros (Ester 3). Als een andere cultuur of ander volk de godsdienst van Israël aantast, wordt die cultuur of dat volk niet alleen als bedreigend maar zelfs als verderfelijk gezien. Soms zijn dus bepaalde aspecten van een cultuur bijbels gezien dan ook onacceptabel. Uiteindelijk bepaalt niet een cultuur de norm, maar de Bijbel. Maar het ligt niet altijd zo scherp: als Paulus kennismaakt met andere culturen, pleit hij voor een houding van Jood zijn met de Jood en Griek met de Griek (1 Korintiërs 9). Ter wille van goede en efficiënte communicatie houd je rekening met de gevoeligheden, opvattingen, taal en het begrippenkader van de ander. Men noemt dat ook wel het incarnatiemodel - net als Jezus mens worden met en voor de mens.
EERLIJKE DIALOOG Veel zaken in dit artikel zijn een kwestie van smaak, opvoeding en gewoontevorming, waarbij je soms opvattingen van de ander kunt waarderen en zelfs overnemen omdat ze beter zijn. In al deze situaties zijn samenspraak en respect sleutelwoorden. Soms kom je dan verrassend dicht bij elkaar, soms neem je opvattingen over, soms blijven de verschillende inzichten gewoon bestaan. Ook dat is niet erg, zolang het gesprek maar plaats blijft vinden. Het hebben van vooroordelen of het elkaar verketteren hebben niets met cultuur van doen, maar zijn eerder bewijs van iemands beperkingen, kleine leefwereld of onkunde. Met wat goede wil, een luisterend oor en een beetje geduld kan een cultuurbarrière het begin zijn van nieuwe inzichten over jezelf en over de ander. Dat heeft mijn Arubaanse vriend mij destijds geleerd. Want ‘vreemd zijn is nooit een keuze op zich, maar altijd een gevolg van hoe anderen tegen jou en je daden aankijken’.1 Al kan het ‘anders zijn’ van de ander verwarrend zijn, uitgaan van het goede in de ander en de bereidheid tot een eerlijke dialoog verrijken elke relatie, ook als die cultuuroverschrijdend is. En uiteindelijk blijft de Schrift de norm.
Ds. Henk Koning is predikant van de adventgemeente Harderwijk en lid van de redactieraad van Advent en @vent.
1 Dr. Sijbelt Noorda in De vreemdeling en de Bijbel (Amsterdam University Press, 2007), blz.14.
VEILIGE KERK/STUDENTENCONGRES
MOEILIJKE VRAGEN
juli 2015 |
7
Sommige vragen hebben gewoon geen kant-en-klare antwoorden. Dat geldt in elk geval voor de vragen die op tafel komen tijdens het studentencongres God Made the Rainbow?! Eén van de sprekers is dr. Mike Pearson. Als professor in Ethiek en Filosofie aan Newbold College, gaf hij jarenlang les over de uitdagingen voor de kerk die samenhangen met de niet-heteroseksuele geaardheid van een grote groep mensen. Precies waar het op dit congres over gaat dus. Tekst/Nelske Verbaas
M
et zestig bezoekers op sabbat is God Made the Rainbow?! in elk geval goed bezocht. Het onderwerp is gekozen vanuit het project Veilige Kerk. Alle departementen besteden aandacht aan de kerk als veilige plek voor alle leden en bezoekers, ongeacht hun seksuele geaardheid en hun achtergrond. Voor het landelijk jongerenwerk is het logisch om dat met studenten te bespreken. ‘Studenten worden in hun dagelijks leven getraind in het omgaan met ingewikkelde onderwerpen waar geen simpele antwoorden op zijn’, zegt dr. Tom de Bruin, departementshoofd Jeugd en Gezinnen en organisator van het studentencongres. Pearson toont zich erg enthousiast over het project Veilige Kerk. ‘Ik ben zoiets binnen de wereldkerk nog niet eerder tegengekomen’, zegt hij. ‘Het gaat natuurlijk niet alleen om homoseksuelen, maar ook bijvoorbeeld om mensen met een handicap of psychische problemen.’ Sommige studenten geven in hun evaluatie aan dat ze liever duidelijke antwoorden en standpunten hadden gehoord. ‘We hadden graag duidelijke antwoorden gegeven’, reageert De Bruin, ‘maar die zijn er niet.’
VRAAGTEKENS De Bruin richt zich in zijn lezing op de Bijbel. Daarbij geeft hij aan welke interpretaties er bestaan. ‘De bijbelteksten lijken heel duidelijk, maar een diepere analyse doet ook wat vraagtekens opdoemen.’ Ook geeft hij informatie over het concept gender, dat meer omvat dan geslachtskenmerken en seksuele geaardheid. Hierover kunt u meer lezen op pagina 22 van deze
VEILIGE KERK
Het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten wil extra aandacht geven aan een veilige kerkomgeving voor jong en oud. Geweld, misbruik en pesten horen allemaal niet thuis in een christelijke gemeenschap. Wij zijn het aan God en onszelf verplicht een veilige omgeving te bieden waar geweld en misbruik, in welke vorm dan ook, worden voorkomen of aangepakt. Vaak weten we niet hoe we moeten handelen als er iets gebeurt. Daarom zijn er vertrouwenspersonen binnen de kerk. U vindt ze op: www.adventist.nl/ veiligekerk/vertrouwenspersonen/
/GEWELD,
MISBRUIK EN PESTEN HOREN NIET THUIS IN EEN CHRISTELIJKE GEMEENSCHAP Advent. Pearson bespreekt in zijn tweede lezing een lijst van 31 aanbevelingen voor het succesvol implementeren van Veilige Kerk. Ondanks het feit dat ze al veel geluisterd hebben, maken veel studenten nog enthousiast notities van tips die ze in hun gemeente kunnen gebruiken.
MENING VORMEN
Uiteindelijk is het aan de studenten om een mening te vormen over het onderwerp. Hoe zij in de toekomst omgaan met mensen binnen de kerk die ‘anders’ zijn, is iets waar ze naar aanleiding van het congres over na kunnen denken. De studenten hadden wel graag iets meer willen discussiëren. Volgend jaar een heel weekend samenkomen, dat lijkt ze wel wat. Dat valt te regelen! Het volgende congres staat gepland van 8 tot 10 april 2016, het onderwerp wordt binnenkort gekozen uit de suggesties van de studenten.
NIEUWS/UIT DE WERELDKERK
juli 2015 |
8
EEN ADVENTIST/ IN HET WITTE HUIS?
O
p 4 september 2014 kondigde dr. Ben Carson officieel aan dat hij gaat proberen president van de Verenigde Staten te worden bij de verkiezingen die volgend jaar in november worden gehouden. In Advent 3 van 2014 heeft u daar in deze rubriek al iets over kunnen lezen.
Carson heeft nationale bekendheid gekregen als neurochirurg en door zijn activiteiten voor kansloze zwarte jongeren. Hij profileert zich als iemand die de christelijke waarden terug wil brengen in de Amerikaanse samenleving. Hij is kandidaat voor de Republikeinen, waar hij behoort tot de uiterste rechterflank, waarin ook de zogenaamde Tea Party zich bevindt.
Carson is een zeer actief lid van de Adventkerk. Het is de eerste keer dat een adventist een poging waagt het hoogste ambt in Amerika te bemachtigen. Algemeen wordt echter aangenomen dat hij weinig kans maakt om het uiteindelijk te mogen opnemen tegen de opponent van de Democraten. Maar ook senator Ted Cruz, een andere politicus die een gooi wil doen naar het Amerikaanse presidentschap, heeft een sterke adventistische connectie. Heidi Cruz, de vrouw van deze Texaanse senator, bracht haar middelbare schoolperiode door op een adventistische middelbare school in Californië. Heidi Cruz heeft een functie bij zakenbank Goldman Sachs. Zij is de dochter van een adventistisch zendelingenechtpaar. Haar broer maakt als orthopedisch chirurg momenteel deel uit van de staf van de adventistische Loma Linda Universiteit.
HONGARIJE/ HERENIGING IN ZICHT
D
e Adventkerk in Hongarije heeft sinds 1975 geleden onder een pijnlijke splitsing. Onenigheid over de relatie van de kerk tot een koepelorganisatie van ‘vrije’ kerken in Hongarije leidde tot een scheuring, waarbij destijds ca. zeshonderd leden werden geroyeerd. Het resultaat was een nieuwe kerk, de KERAK (Christelijke Adventistische Gemeenschap). Meestal werd deze groepering door de ‘officiële’ kerk aangeduid als de Egervári-groep, naar de belangrijkste leider van het eerste uur. In de afgelopen jaren zijn herhaaldelijk pogingen ondernomen om de breuk te helen, maar de gesprekken liepen steeds op niets uit. Wel keerden honderden leden en ook een aantal predikanten in de loop der jaren terug naar de officiële kerk.
De Adventkerk in Hongarije heeft ongeveer 4.700 leden, die bijeenkomen in 104 gemeenten en groepen. De KERAK heeft momenteel nog ruim 1.500 leden. Sinds enige tijd zijn nieuwe gesprekken gevoerd over een hereniging waarbij, naast leiders van het Europese hoofdkantoor van de kerk, ook ds. Ben Schoen nauw betrokken was. Hij is een van de vicepresidenten van het wereldhoofdkantoor van de kerk. Deze gesprekken hebben tot een verheugend resultaat geleid. Op 23 april ondertekenden leiders van de beide Hongaarse adventistische kerken een verklaring. Hierin staat dat zij alles in het werk stellen om op korte termijn tot eenheid te komen. De verwachting is dat de meeste leden van de KERAK nog dit jaar de overstap naar de ‘moederkerk’ zullen maken, tezamen met een twintigtal predikanten. Daarbij wordt ook een aantal gebouwen overgedragen.
UIT DE WERELDKERK/NIEUWS
Tekst/ds. Reinder Bruinsma
N
a de ramp in Nepal is de ellende in de eilandenstaat Vanuatu, in de Stille Oceaan, al bijna vergeten. De aardbeving in Nepal heeft duizenden mensenlevens gekost en een enorme materiële schade veroorzaakt. ADRA is vanaf het eerste moment zeer actief geweest in de hulpverlening aan Nepal (zie www.adra.nl), en ook het adventistische Scheer Memorial ziekenhuis, even buiten Kathmandu, heeft een vloedgolf aan slachtoffers kunnen behandelen; zelf had het ziekenhuis weinig schade. In Nepal wonen slechts negenduizend adventisten en voor zover bekend is daarvan niemand bij de ramp omgekomen.
In Vanuatu daarentegen zijn adventisten tamelijk sterk vertegenwoordigd. De kerk heeft ongeveer 20.000 leden op een bevolking van ruim 270.000 personen. Ook hier zijn geen kerkleden onder de tientallen dodelijke slachtoffers. Maar de materiële schade voor de kerk en voor veel individuele leden is enorm. 53 kerken zijn verwoest. Datzelfde geldt voor enkele basisscholen, terwijl twee middelbare scholen voor een groot deel zijn weggevaagd. Twintig predikanten en ongeveer honderd leraren verloren al hun bezittingen.
Het overgrote deel van de kerkleden leeft van kleinschalige landbouw en het zal enige tijd duren voordat zij weer over hun gebruikelijke (kleine) inkomen kunnen beschikken. De leiding van de kerk in het gebied waartoe Vanuatu behoort rekent niet alleen op voorgezette steun van ADRA, maar ook op die van andere organisaties die kunnen helpen bij de heropbouw van de kerkelijke infrastructuur.
9 juli 2015 |
53 ADVENTKERKEN/ VERWOEST IN VANUATU
INZEGENING/ VAN VROUWELIJKE PREDIKANTEN
R
ondom de inzegening van vrouwelijke predikanten zijn twee mijlpalen het vermelden waard. Tijdens een indrukwekkende dienst in de Azure Hills Seventh-day Adventist Church in Grand Terrace (Californië) werd Trevan Osborn op 13 april ingezegend tot predikant. Hij maakt deel uit van de staf van deze gemeente met ca. tweeduizend leden. Bijzonder aan de dienst was dat de moeder van de nieuwe predikant, ds. Norma Osborn, haar zoon de handen oplegde. Norma Osborn was een van de eerste vrouwen die binnen de Adventkerk tot het ambt van predikant werd toegelaten. Dat gebeurde op 23 september 1995 in de Sligo Seventh-day Adventist Church in Washington, DC.
Een zestal vooraanstaande, nu gepensioneerde, kerkleiders heeft in een videoboodschap de afgevaardigden naar het komende wereldcongres (Generale Conferentie) opgeroepen vóór het inzegenen van vrouwelijke predikanten te stemmen. Onder hen zijn Jan Paulsen, de vorige voorzitter van de wereldkerk (1999-2010), Calvin B. Rock, vicevoorzitter van de wereldkerk van 1985 tot 2002 en Charles Bradford, voorzitter van de kerk in Noord-Amerika van 1979 tot 1990. Meer weten? Kijk op: www.AdventistElders.com.
GELIJKWAARDIGHEID/REFLECTIE
NAAR ZIJN BEELD
Tekst/ds. Tom de Bruin
DISCRIMINATIE
juli 2015 |
10
EN GELIJKWAARDIGHEID
Leonard Zhukovsky / Shutterstock.com
Het is al bijna 25 jaar geleden dat Nelson Mandela vrijgelaten werd uit de gevangenis. Voor veel mensen, wereldwijd, was en is hij een groot voorbeeld. Samen met de toenmalig president van Zuid-Afrika, F. W. de Klerk, won hij de Nobelprijs voor de vrede in 1993. Zijn hele leven lang zette hij zich in voor liefde en mensenrechten.
M
andela’s strijd voor liefde en mensenrechten is bijzonder. Ik woonde in Zuid-Afrika toen hij vrijgelaten werd. Ik herinner me nog de verkiezingen waarbij De Klerk gekozen werd tot president, ik weet nog de hoop die er was dat hij, vanuit de gevestigde orde, verandering teweeg zou brengen. En die verandering was hard nodig.
REFLECTIE/GELIJKWAARDIGHEID GRENZEN
11 juli 2015 |
Want ik groeide op in een land van grenzen. Alles in mijn vroege leven draaide om grenzen. Er waren grenzen die aangaven met wie je mocht spelen en waar je mocht komen. Er waren zelfs grenzen die aangaven welke wc je mocht gebruiken en of je op banken in het park mocht zitten. Ik zat aan de ‘goede’ kant van de grens – voor zover je daarover kunt spreken natuurlijk. Ik ben blank, dus ik mocht naar de wc’s voor blanken, ik mocht op de banken zitten, ik mocht wonen in de mooie wijken. Had ik een andere huidskleur gehad, dan was het leven heel wat minder geweest. Ik groeide op in een land van racisme en discriminatie. Omdat je net iets anders was, omdat je net aan de andere kant zat van een totaal willekeurige grens, hoorde je er niet bij. Vorig jaar was ik in Zuid-Afrika met mijn vrouw en ik zag de vooruitgang. Nu is het daar een stuk beter. Maar mijn vrouw, die niet wist hoe het vroeger was, was erg gechoqueerd over hoe erg het er nog steeds is. Als Nederlanders kijken we naar die toestanden in Zuid-Afrika en we vinden dat met z’n allen onzin. Idioterie. Maar, als we heel eerlijk zijn, is het hier altijd veel beter? Als ik het zo bekijk wordt het in Europa, en zelfs Nederland, met de dag erger. En dan bedoel ik niet alleen de beroemde uitspraken van figuren zoals Wilders. Oranjespelers die op Facebook apen worden genoemd, en ik durf niet eens de woorden op te schrijven die we vuil maken aan islamieten. Zelfs binnen de kerk zie je dit. Racisme en discriminatie komen voor in gemeenten en op landelijke evenementen. Om maar niet eens te praten over de beleidsmatige beperkingen die wel erg veel lijken op discriminatie, die we hebben voor bijvoorbeeld vrouwen en homoseksuelen.
/HET IDEAALBEELD VAN GOD IS DAT CHRISTENEN OPSTAAN OM DE WEERLOZEN TE VERDEDIGEN
Ik kan niet anders zeggen dan dat dit niet is hoe het hoort. Daar staat de westerse maatschappij niet voor, en daar staat het christendom zeker niet voor. Jezus leerde in zijn leven steeds voorbij grenzen kijken. Hij ging om met vrouwen, met wie mannen toen niet in het openbaar mochten praten. Hij at met tollenaars, de landverraders van toen. Hij bekeerde Samaritanen, de buitenlanders met wie de Israëlieten het liefst niets te maken hadden. Hij liet de kinderen naar hem komen, de onzichtbaren die minder status hadden dan slaven. En zelfs de melaatsen en criminelen, het uitschot van de maatschappij, konden bij Jezus terecht. Jezus had tijd voor hen allemaal. Jezus leert ons voorbij grenzen kijken.
Paul de Bruin
NEDERLAND
GODDELIJKE GRENZEN God is uiteraard een god van grenzen. Bepaalde grenzen. Bij de schepping schiep hij grenzen, tussen licht en donker, tussen nat en droog. Door de eerste mensen hebben we een grens tussen goed en fout. Dit zijn grenzen die bij God horen. Maar andere grenzen, daar houdt God juist niet van. Ik zou deze grenzen ‘grenzen tussen mensen’ willen noemen. Op dit moment zijn juist die grenzen tussen mensen een hot topic in de Adventkerk. In binnen- en buitenland wordt druk gesproken over vrouweninzegening, homoseksualiteit, en het recht om te discrimineren. De vraag is of er een grens mag zijn tussen man en vrouw in het vervullen van ambten in de kerk. Mag er een grens zijn tussen hetero- en homoseksuelen in bezoek en lidmaatschap in de kerk? Hebben wij als kerk het recht om te discrimineren op basis van hoe wij de Bijbel op dit moment begrijpen? Dit zijn moeilijke vragen, zonder simpele antwoorden. Toch gaan we antwoorden proberen te zoeken.
VROUWEN IN DE KERK
Al langer dan ik leef worstelt de kerk met het gegeven van vrouwelijke predikanten. Op dit moment zijn vrouwelijke predikanten wereldwijd min of meer geaccepteerd, maar ze hebben een mindere status dan mannen. Mannelijke predikanten kunnen worden ingezegend, hierdoor kunnen zij alle functies vervullen en alle taken uitvoeren die horen bij een ambt in de kerk.
GELIJKWAARDIGHEID/REFLECTIE
juli 2015 |
12
Vrouwelijke predikanten worden niet ingezegend, maar commissioned. Een vrouwelijke predikant kan dan bijna alles wat een mannelijke predikant kan. De schoen wringt het meest bij het feit dat een vrouw nooit voorzitter kan worden van een bestuurlijke eenheid. In 2013 heeft de Nederlandse Adventkerk volkomen gelijkheid ingevoerd tussen mannelijke en vrouwelijke medewerkers, inclusief de predikanten. In de zomer besluit de Generale Conferentie van de wereldkerk over hetzelfde. Wereldwijd wordt een heftige theologische discussie gevoerd over dit onderwerp. Honderden artikelen en boeken zijn verschenen, op aanbeveling van de wereldkerk, geschreven door verschillende landen en regio’s. Ons werelddeel heeft een onderzoeksrapport geproduceerd van 863 pagina’s — uitgebreid, maar veel te dik. Gelukkig is dit rapport nu ook in simpele, en vooral kortere, vorm beschikbaar! Lees de bespreking ervan op pagina 32 van deze Advent.
THEOLOGISCH GEZIEN
Theologisch gezien is de inzegening van vrouwen natuurlijk een ingewikkeld onderwerp. Het feit dat er geen predikanten waren in de Bijbel helpt ook niet, want de discussie moet hierdoor gevoerd worden vanuit teksten die met onze situatie te vergelijken zijn. Het mag duidelijk zijn dat predikanten niet vergelijkbaar zijn met priesters van het Oude Testament, immers Jezus is nu de hogepriester van de gelovigen. Dus moeten we dit onderwerp bespreken aan de hand van het Nieuwe Testament. Er is geen twijfel mogelijk dat vrouwen een rol speelden in het Nieuwe Testament. En het is zeker dat deze rol minder nadrukkelijk is dan die van de mannen. Maar de vraag is en blijft waarom dat zo is. Aan de ene kant kunnen we beargumenteren dat dat Gods bedoeling was. Vrouwen horen geen leiderschapsrol te spelen in de kerk, of tenminste een rol die minder op de voorgrond is dan die van de man. Toch geloof ik niet dat dit de juiste interpretatie is.
SIMPELE GELIJKWAARDIGHEID
Om simpel te beginnen: gelijkwaardigheid in de Bijbel ligt soms heel erg aan de oppervlakte, zoals in Galaten 3. Daar schrijft Paulus: ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus’ (Galaten 3:28). Hier kan weinig onduidelijkheid over zijn, binnen de kerk spelen bepaalde grenzen dus geen rol. Paulus noemt hier drie grenzen: ras of nationaliteit, sociale status en geslacht. Wat Paulus betreft, gebeurt er iets met je zodra je gedoopt bent. Je bent niet langer blank, donker, Nederlander of Surinamer; je bent christen. Je bent niet langer manager of arbeider; je bent christen. Je bent niet langer man of vrouw; je bent christen. Voor discriminatie is geen plaats in de kerk.
INGEWIKKELDE GELIJKWAARDIGHEID De Bijbel is een ingewikkeld boek, dat zowel menselijk als goddelijk is. Aan de ene kant hebben we de Geest van God die de schrijvers inspireert, aan de andere kant hebben we de schrijvers, die toch altijd mensen zullen blijven. Als we goed naar de Bijbel kijken, dan lijkt het alsof God probeert om, ondanks de mensen, een boodschap van gelijkwaardigheid te verkondigen. De cultuur waarin het Oude Testament ontstond, was erg mangericht. Vrouwen speelden amper een rol, en konden zeker geen positie van aanzien vervullen. Toch roept God keer op keer vrouwen. Waarom? Hij noemt Mirjam een van de drie leiders van de Israëlieten (Numeri 12:4–8, Micha 6:4). Hij roept Debora om profeet, rechter en zelfs legeraanvoerder te zijn (Rechters 4:4–23). De mensen van toen hebben dat vast niet kunnen waarderen. De cultuur van het Nieuwe Testament was niet veel anders. Toch kiest Jezus juist vrouwen uit om getuige van zijn opstanding te zijn (Lucas 24:6–7). En juist Marta herkent Jezus als eerste als Zoon van God (Johannes 11:27). Paulus noemt de namen van een heleboel vrouwen, en noemt ze zelfs apostelen (o.a. Romeinen 16:2,7). Het lijkt er heel erg op dat God, ondanks alle culturele haken en ogen, juist vrouwen roept. Het ligt niet altijd aan de oppervlakte! Er zijn natuurlijk genoeg teksten
REFLECTIE/GELIJKWAARDIGHEID
die suggereren dat er ongelijkheid is tussen man en vrouw. Maar een geduldige student van het geloof ziet de goddelijke boodschap tussen de discriminerende, culturele woorden van de mensen. Een boodschap van gelijkwaardigheid. Voor heel veel mensen is dit heel duidelijk, anderen struikelen nog over bepaalde teksten hier en daar. En, hoe kan het ook anders, cultuur blijft een rol spelen in deze discussie.
HOMORECHTEN
Als ik dit schrijf, kijk ik terug op de Internationale Dag tegen Homofobie, Transfobie en Bifobie, die elk jaar gevierd wordt op 17 mei. Het was dit jaar de 25e viering van het feit dat homoseksualiteit door de Wereldgezondheidsorganisatie geschrapt werd uit haar lijst van geestelijke ziektes. Dat was een grote overwinning voor veel mensen die vechten voor de rechten van mensen, wat hun seksuele geaardheid ook moge zijn. Vorig jaar organiseerde de wereldkerk een conferentie over seksualiteiten in Zuid-Afrika. Ds. Jeroen Tuinstra heeft een verslag hiervan geschreven in Advent, zo’n jaar geleden. Ik mocht er ook bij zijn, als afgevaardigde van ons werelddeel. Daar werd ik er weer aan herinnerd welke rol Zuid-Afrika en Mandela ook speelden op het vlak van de homorechten. Het lijkt erop dat de Zuid-Afrikanen, na de ellende die zij hebben meegemaakt in de apartheid, zich er bij het opstellen van de grondwet van wilden verzekeren alle discriminatie te verbieden. In 1993 namen zij een verbod op discriminatie op basis van seksuele geaardheid op in hun grondwet. Ook werd het huwelijk opengesteld voor alle koppels. Een van de eerste toespraken op deze conferentie in Zuid-Afrika, was van de voorzitter van de kerk daar. Hij blikte terug op de rumoerige geschiedenis van Zuid-Afrika en hoe fijn het was nu alle rechten van alle mensen gewaarborgd zijn in het nieuwe Zuid-Afrika. Al gauw ging de discussie verder over hoe ver wij als christenen mochten gaan in onze discriminatie.
HET RECHT OM TE DISCRIMINEREN
Een grote hoeveelheid stemmen in onze kerk verdedigt ons recht om te discrimineren. Het idee is simpel: stel je voor dat je een hotel hebt, heb je dan het recht om een homostel te weigeren? Of een bakkerij, kun je weigeren een huwelijkstaart te bakken op basis van je geloof?
BESCHERM DE WEERLOZEN
Misschien heeft u er nooit zo over nagedacht, maar discriminatie gaat altijd één kant op. Vanuit de mensen met macht, naar de mensen zonder macht. De blanken hadden de macht in Zuid-Afrika en discrimineerden de donkeren. De Europeanen hadden de macht in de wereld van de zestiende tot de negentiende eeuw en discrimineerden de koloniën. De mannen hebben de
/DISCRIMINATIE IS ALTIJD FOUT macht in de kerk en discrimineren de vrouwen. Machtsmisbruik. Het lijkt wel iets menselijks. De mensen die zich het minst kunnen verdedigen zijn juist de mensen die het vaakst omver getrapt worden. De Bijbel is heel duidelijk hierover. We kunnen wel honderd verzen noemen, maar ik noem er maar eentje: ‘Spreek voor hen die weerloos zijn, bescherm het recht van de vertrapten’ (Spreuken 31:8). Het ideaalbeeld van God is dat christenen opstaan om de weerlozen te verdedigen. Christenen die tegen de culturele trends ingaan en zich juist inzetten voor de mensen die zelf geen stem hebben. Wat God betreft moeten we juist zorgen voor de mensen die we normaalgesproken zouden discrimineren. Misschien vinden we dat we het recht moeten hebben om te discrimineren. Misschien vinden we dat. Maar de Bijbel laat zien dat wij juist moeten opstaan voor die mensen; de mensen die het makkelijkst te discrimineren zijn. Uiteindelijk is het heel simpel. God is de schepper van alle mensen. Hij wil dat wij elkaar behandelen naar zíjn beeld.
13 juli 2015 |
Dit is een ingewikkeld onderwerp. Bij veel mensen zegt de onderbuik al gauw: ‘alle discriminatie is fout’. Maar tegelijk is discriminatie wel deel van hoe wij kerk zijn met elkaar. Want hoewel een hotelkamer misschien open moet staan voor een homostel, het doopwater is niet voor hen toegankelijk. En misschien heeft dat stel wél een huwelijkstaart, maar die taart eten ze niet na hun kerkelijk inzegening. Als kerk zijn we gewend om te discrimineren, alleen meestal merken we het niet zo. Nu is, en blijft, de ingewikkelde vraag: wanneer mag discrimineren? Mag het nooit? Kunnen we wel taarten bakken maar niet dopen? Kan het allebei niet? Misschien allebei wel. Misschien is het de Zuidafrikaan in mij, maar wat mij betreft is alle discriminatie fout. Voor mij maakt het niet uit of het gaat om haarkleur, ras, geslacht, seksuele voorkeur, of lievelingskleur. Discriminatie is altijd fout. Daarom is het zo belangrijk wat Paulus zegt. ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.’ Elke keer als wij discrimineren, op welk basis dan ook, gaan we in tegen deze eenheid, deze gelijkheid. Maar het gaat verder dan alleen dat.
DIVERSITEIT/ACCEPTATIE THEMA/RUBRIEK
juli 2015 | juni
14
RUIMTE VOOR
LIAH EEN HANDICAP IN DE KERK
‘Invaliditeit is grotendeels aangeleerd’. Ik weet niet meer wanneer ik dit voor het eerst gehoord of gelezen heb, maar steeds opnieuw merk ik dat deze zin mij intrigeert. En niet alleen omdat onze dochter Liah is geboren met trisomie 21 (downsyndroom) en een hartafwijking; het geeft mij een richting voor hoe ik om mag gaan met anderen. Tekst/Kathleen Altink-Bretschneider
M
ijn man Martin, onze drie kinderen en ik zijn uitgenodigd in een gastgemeente. Martin is predikant en verzorgt de overdenking. Aan mij is de uitdaging om een driejarige, haar vierjarige broer en zijn grote zus van zeven (met down) bezig te houden en tegelijkertijd deel te nemen aan de dienst.
RUIMTE
Het worship-team leidt ons door de dienst. Liah houdt van muziek en wil altijd graag ‘heel dichtbij de muziek’ zijn. Ik ben blij dat ze vandaag gelukkig naast mij zingt, in plaats van naar voren te lopen en een microfoon te pakken. In onze thuisgemeente is Liah zogezegd onderdeel van het worship-team en mag ze vanaf het podium meezingen. Ik kan nauwelijks in woorden vatten hoe dankbaar ik ben voor zoveel liefde en acceptatie. Liahs gevoel voor muziek en voor aanbidding maakt me vaak sprakeloos en onze
gemeente geeft haar graag de ruimte om dat ook uit te mogen leven. Voor haar is het helaas moeilijk te begrijpen dat zij niet in elke gemeente zomaar mee mag of kan doen met de band of het combo. Aan het einde van de dienst ontglipt ze me dan toch en gaat vooraan naast haar vader staan, waar zij gezamenlijk het slotgebed in de gemeente uitspreken en ook beiden met geheven handen de zegen geven aan de aanwezigen. Na de dienst spreken meerdere broeders en zusters ons op Liah aan. Ze hebben haar optreden ervaren als iets bijzonders en zegenrijks en helemaal niet als storend. Dat doet ons goed! Vaak zijn er ook andere reacties: afkeurende blikken die onze richting op komen wanneer Liah eens niet meewerkt en van zich laat horen. Of een te duidelijke aanwijzing om naar de nevenruimte te gaan, in plaats van een helpend handje te bieden.
ONWETENDHEID Mensen in en ook buiten de kerk reageren zeer verschillend op de beperking van onze dochter. Daarbij ervaren wij niet iedere goedbedoelde opmerking als opbouwend. ‘Ach, het zijn zulke lieve kinderen, ze zijn altijd zo vrolijk! De buurvrouw van mijn nichtje heeft ook een downkindje in haar klas …’ In zijn algemeenheid heerst er veel onbegrip over kinderen met downsyndroom en het doet zeer wanneer deze onwetendheid door zogenaamde ‘wijsheden’ wordt toegedekt. We voelen ons rijk gezegend dat het goed gaat met Liah. Ze ontwikkelt zich goed en ze integreert vrijwel moeiteloos in haar omgeving. Het maakt me verdrietig wanneer mijn gesprekspartner me er dan op blijft wijzen dat zij toch ‘anders’ is, dat ze zich niet ‘normaal’ ontwikkelt en kan ontwikkelen. Wat is dan ‘normaal’?
ACCEPTATIE/DIVERSITEIT
In het scheppingsverhaal staat dat de mens geschapen is naar Gods beeld en dat God zeer tevreden was met het resultaat van zijn scheppingswerk (Genesis 1:31). Een ziekte of beperking – al was het alleen maar het dragen van een bril – hoorde daar niet bij. De vraag dringt zich op waarom mensen dan toch met beperkingen worden geboren. Waarom leert de een snel en de ander langzaam? Waarom heeft Liah drie chromosomen 21 en ik maar twee? Toen de leerlingen aan Jezus vroegen wie er nu schuldig was aan de blindheid van de blindgeboren man in Johannes 9, gaf Jezus een opmerkelijk antwoord: ‘Die man heeft niets fout gedaan en zijn ouders ook niet. Door zijn blindheid kan ik aan iedereen laten zien hoe God werkt.’ Ik geloof dat Jezus ons wil laten zien dat het belangrijker is te vertrouwen op de mogelijkheden van God – onafhankelijk van hoe onze levensomstandigheden zijn en hoe onvolkomen deze in onze ogen ook lijken – dan om de waaromvragen te kunnen doorgronden. Hij laat ons zien dat we voldoende hebben aan Gods genade.
ACCEPTATIE
Sinds we Liah in ons leven hebben, is het ons nog duidelijker geworden dat al het goede een geschenk van God is en hoe afhankelijk we van hem zijn. We leven meer bewust. We hebben ‘ja’ gezegd tegen het leven met een beperking en ervaren dagelijks Gods zegeningen. We genieten van de onstuitbare moed, levenskracht en vreugde van onze dochter. Niet alles is gemakkelijk en eenvoudig. Wanneer een oudere zuster ons liefdevol op onze schouder klopt en zegt dat ‘alles goed zal zijn als Jezus terugkomt’, komt deze goedbedoelde troost op ons over als een poging de realiteit te ontvluchten. Acceptatie, inclusiviteit en begrip zijn ook in de kerkgemeente niet vanzelfsprekend.
BUITEN DE COMFORTZONE In ons gezin zijn we vaak van anderen afhankelijk en Gods mogelijkheden ons – wanneer het nodig is – te zegenen met helpende handen lijken oneindig te zijn. Binnen en buiten de gemeente zijn we gezegend met vrienden die Liah nemen zoals ze is. We voelen ons aangenomen en geaccepteerd. Af en toe zelfs zó dat er niet meer wordt gelet op Liahs beperkingen en we onbedoeld buitengesloten worden. Omdat sommige dingen nu eenmaal veel moeilijker zijn voor een kind met downsyndroom en haar familie. Een leven met beperkingen zet je voortdurend buiten je comfortzone. Dat geldt voor ons en voor allen die met ons te maken hebben. Des te meer wanneer we aan de tekst in Lukas 9 denken, waarin staat dat Jezus zijn leerlingen de kracht en de macht gaf om kwade geesten en ziekten weg te jagen of te genezen. Ik geloof in een God die wonderen doet en toch heeft hij toegelaten dat Liah met een beperking is geboren. Waarom? Ik weet het niet. Zijn genade mag voor mij genoeg zijn.
GELIJKWAARDIGHEID Ik verlang naar een kerk waar genezing gelijkwaardigheid inhoudt. Waar invaliditeit niet wordt aangeleerd, maar waar we echt eenheid in verscheidenheid mogen ervaren. Waar een ander systeem van normen en waarden geldt dan the survival of the fittest. Want elk leven is een door God gewild leven.
/WAT IS ‘NORMAAL’? Ik verheug me op aankomende sabbat en op onze kerkfamilie. Daar zijn we thuis, voelen we ons goed, worden we aangenomen en ondersteund. Daar ervaren we de liefde van God en gaan we samen de uitdagingen van het leven aan. Saai is het nooit, zegenrijk des te meer.
Kathleen Altink studeerde sociaalpedagogiek in Friedensau. Zij werkt als zelfstandig grafisch vormgever en is daarnaast actief betrokken bij de gemeente X-preszo.
15 juli 2015 |
NAAR GODS BEELD
RECENSIE/FILM
juli 2015 |
16
SEVENTH- AY ADVENTISTS / -DE FILM DRIE HEEL GEWONE ADVENTISTISCHE FAMILIES …
Seventh-Gay Adventists is een documentaire die het leven volgt van drie homoseksuele adventisten gedurende een paar jaar. De film geeft een beeld van de spanning tussen de kerk waar ze van houden en hun eigen wezen.
GEZICHT
Tekst/ds. Jeroen Tuinstra
D
avid Carlson, een jongen van in de twintig, wordt verliefd en gaat trouwen met Colin Evans. Davids broer en vader zijn adventistische predikanten. Kunnen zij iets bijdragen aan zijn trouwerij zonder hun baan op het spel te zetten? Sherri en Jill Babcock proberen hun twee kinderen zo adventistisch mogelijk op te voeden, maar mag Sherri wel helpen in de kindersabbatschool en mag Jill meer doen dan de tuin van de kerk bijhouden? Marcos Apolonio, voormalig predikant van één van de grootste adventkerken in Brazilië, woont nu samen met zijn vriend Òbed Vazquez in Amerika, waar hij een verblijfsstatus voor hem en zijn zoon probeert te krijgen. Zal hij ooit nog een keer met zijn theologische kennis en pastorale vaardigheden mogen bijdragen aan de kerk?
HEEL GEWONE ADVENTISTEN Drie portretten van drie eigenlijk heel gewone adventistische families. Behalve dan dat de hoofdpersonen hun liefdesleven delen met iemand van hetzelfde geslacht. Het zijn daarom ook drie portretten van de spanning waarmee zij moeten leven. Zullen ze nog wel welkom zijn in hun kerk de volgende sabbat? Betekent een wisseling van predikant ook meteen de wisseling van hun thuisgemeente? Zal hun privéleven het centrum van discussie worden als ze een taak accepteren in de kerk?
De makers van de documentaire, Daneen Akers en Stephen Eyer, proberen een kijkje te geven in het leven van deze families. Niet om een theologisch debat te starten, maar om een gezicht te geven aan de mensen over wie we vaak debatteren – zonder met hen zelf in gesprek te gaan. En dat is ze gelukt; de film laat een beeld zien van diepgelovige mensen en ruimt veel vooroordelen uit de weg over de zogenaamde gay lifestyle. De documentaire laat tevens, vaak op een pijnlijke manier, zien hoe onze kerk deze mensen in de kou laat staan of onnodige stress bij hen veroorzaakt.
MENSELIJK DEBAT
Waar u ook staat in het debat rondom homoseksualiteit, deze documentaire is niet te missen. Het is een must see. De film probeert u nergens van te overtuigen, maar probeert het debat minder theoretisch en meer menselijk te maken. De makers van de film vatten het zo samen: ‘Als je je hart kunt openen voor de verhalen van deze mensen, dan leef je verder met een verbreed wereldbeeld over hoe het is om geconfronteerd te worden met de dillema’s waarmee zij te maken hebben.’ Seventh-Gay Adventists is te bestellen via www.amazon.com.
Jeroen Tuinstra is voorzitter van de Belgisch-Luxemburgse Federatie van de Adventkerk.
ONDERZOEK/OPROEP
LAAT UW
STEM HOREN!
zijn een slechte basis voor nieuw te ontwikkelen beleid. Daarom is een goede voorbereiding noodzakelijk’, zegt Den Hollander. Daarnaast staat of valt het onderzoek natuurlijk met deelname van de leden. De commissie wil deelname aan de enquête dan ook van harte bij u aanbevelen. Den Hollander: ‘U helpt ons enorm door deel te nemen aan het onderzoek. Maar wat belangrijker is: u helpt onze kerk ermee zodat we beter voorbereid zijn op de toekomst.’
DOE MEE!
Wat leeft er onder adventisten in Nederland? Wat vinden leden belangrijk en waar moet het Landelijk Kantoor zich de komende jaren op richten? Om de juiste keuzes te maken is het belangrijk om te weten voor welke onderwerpen adventisten in Nederland warm lopen. Wat willen zij van de kerk en wat liever niet? Onderzoek zorgt voor antwoorden op deze vragen. Tekst/André Staal en Matthijs Nagtegaal
‘M
eten is weten’ is een aloude wijsheid. Als we onderzoek doen, weten we waar we aan toe zijn. Dat geldt voor het Centraal Bureau voor de Statistiek, onze nationale ‘meetlat’, maar het geldt ook voor de Adventkerk. Als we willen weten wat onze leden belangrijk vinden, moeten we dat meten.
TRENDS OMZETTEN IN BELEID Vijf jaar geleden heeft de Nederlandse Adventkerk voor het eerst een grootschalig onderzoek gedaan naar de betrokkenheid van adventisten bij de kerk in Nederland. Op basis van dit onderzoek heeft het Landelijk Kantoor een aantal acties ondernomen en zijn projecten gestart, waaronder de revitalisatie van gemeenten. Om te weten of de ingezette richting vruchten afwerpt, is nieuw onderzoek nodig. Daarom orga-
niseert de kerk in het najaar van 2015 opnieuw een grootschalig onderzoek. Het doel ervan is het effect in kaart te brengen van diverse ontwikkelingen binnen de Adventkerk. Daarnaast zullen de resultaten vergeleken worden met het onderzoek van vijf jaar geleden om trends op te sporen. Op basis van de resultaten kan het Landelijk Kantoor haar beleid beter afstemmen op ontwikkelingen in het land en gemeenten ondersteuning bieden waar die het meest gewenst is.
3 oktober is uitgeroepen tot landelijke onderzoeksdag. In alle gemeenten vullen de aanwezige leden op die sabbat de vragenlijsten in. ‘Door er samen wat tijd voor uit te trekken, voorkomen we dat mensen het onderzoek per ongeluk vergeten in te vullen en krijgen we een maximaal resultaat’, zegt Den Hollander. ‘Het onderzoek is echt te belangrijk om te vergeten, want elke mening telt.’
André Staal is docent aan de opleiding Bedrijfskundig Officemanagement van de Hogeschool Rotterdam. Hij is lid van de gemeente Utrecht en lid van de onderzoekscommissie. Matthijs Nagtegaal is Productmanager Betalen bij de ING. Hij is lid van Uniek Utrecht, van de redactieraad van Advent en @vent en lid van de onderzoekscommissie.
HELP DE KERK VERDER
De commissie die zich bezighoudt met het onderzoek staat onder leiding van ds. Jurriën den Hollander. De voorbereidingen van het onderzoek zijn in volle gang. ‘Een juiste en eenduidige vraagstelling is belangrijk om ervoor te zorgen dat we ook iets aan de uitkomsten hebben. Antwoorden die voor meer uitleg vatbaar zijn,
/MEEDOEN IS
BELANGRIJK, UW MENING TELT!
17 juli 2015 |
TWEEDE LANDELIJKE ONDERZOEK ADVENTKERK
PS/OVERLIJDENSBERICHTEN
juli 2015 |
18
PS ELISABETH (BEP) KATER - BOSKELJON 11 okt 1920 – 12 feb 2015 Bep wordt in Rotterdam geboren. Als 16-jarige kiest ze voor de doop. Ook haar moeder is adventist en haar oudere broer Ben gaat theologie studeren in Duitsland. Kort na het bombardement op Rotterdam van 1940 verhuizen Bep en haar ouders naar Oost-Souburg, in Zeeland. Daar ontmoet zij Pieter Kater, die in de marinestad Vlissingen gestationeerd is. Niet lang na de oorlog trouwen zij en gaan ze in Goes wonen.
Zowel in Goes als later in de gemeente Vlissingen vervulde Bep talloze taken in de kindersabbatschool, diaconie, het secretariaat en kerkbestuur. Haar omgeving leerde haar kennen als een bescheiden, eenvoudige, gastvrije en zeer zorgzame moeder, oma, buurvrouw en geloofsgenoot. Na het overlijden van haar man, in 1998, verhuisde zij naar woonzorgcentrum Vredenoord. Daar woonde ze bijna 17 jaar. Bep klaagde nooit, ondanks haar blindheid, en bleef uitzien naar de Heer. Tijdens de afscheidsdienst blikten dochter Carla en kleindochters Marjolijn en Nicolette dankbaar terug op wie hun moeder en oma voor hen was.
ANNA ALEIDA (ANNY) FREDERIK - SPANNENBERG 1938 – 19 feb 2015 Anny Frederik was haar hele leven een toegewijd zevendedagsadventist. Zij zette zich altijd intensief in voor haar geloofsgemeenschap, én voor anderen. Na haar studie Frans werkte zij als hoofd van het meisjesinternaat dat aan Oud Zandbergen verbonden was. Oud Zandbergen was destijds een instituut voor middelbaar onderwijs en een theologisch seminarie van de Adventkerk. Ook doceerde zij daar een aantal jaren Frans. Later zette zij zich jarenlang bijna fulltime in als vrijwilliger voor ADRA Nederland, met name voor het Eijkelenboom Kinderfonds. Ook assisteerde Anny bij de organisatie van seniorenreizen voor kerkleden en was jarenlang de secretaris van de seniorenwerkgroep van de kerk. Naast haar activiteiten in het bestuur van de adventgemeente Huis ter Heide was zij enige tijd lid van de raad van bestuur van woonzorgcentrum Vredenoord. Haar gezondheidstoestand liet al enige tijd te wensen over, maar het einde kwam toch nog onverwacht snel. Haar man Robert overleed zeven jaar geleden. Anny laat twee zoons en schoondochters achter, en twee kleinkinderen.
JOHANNA KRAMER - SCHUURMAN 22 aug 1924 – 26 feb 2015 Johanna’s leven begon zorgeloos; zij had een mooie jeugd. Op school had Johanna het erg naar haar zin en ze speelde graag en veel. In november 1959 werd ze samen met haar man Lubbert gedoopt. Ze was lid van de adventgemeente in Zwolle.
Haar latere leven werd gekenmerkt door hard werken en vaak ook door zorgen en verdriet. Gelukkig waren er ook veel mooie dingen. Lepeltjes verzamelen, rommelmarkten afstruinen, borduren, vliegtuigen kijken en veel meer. Daarom past psalm 23 zo goed bij haar: het mooie en het minder mooie verenigd. Tijdens de afscheidsdienst stonden Johanna’s twaalf kinderen en hun partners, klein- en achterkleinkinderen stil bij haar leven. Johanna rust nu bij haar man en haar dochtertje Wilhelmina, dat slechts vijf maanden oud werd.
PIERRE VAN VOLLENHOVEN
7 sept 1930 – 8 mrt 2015 Pierre werd geboren in Rotterdam. Als 12-jarige jongen begon hij als organist in de gemeente en tot het einde van zijn leven, gedurende ruim zeventig jaar, begeleidde hij talloze diensten en was dirigent van het koor Friends of the Lord.
DOOP/BERICHTEN
Pierre had een groot hart voor mensen. Hij cijferde zichzelf weg in dienst van God en zijn naaste, maar wel met een goede dosis humor. Zijn aanstekelijke lach zal zeker niet vergeten worden. Pierre haalde kracht en vertrouwen uit de wetenschap dat God er altijd is en altijd hetzelfde zal zijn. Hij is ingeslapen in het vertrouwen dat God er ook zal zijn om hem te roepen wanneer hij weer wakker wordt.
HILDA (LIEKE) VERFAILLIE
Op 18 maart werden twee trouwe leden van de adventgemeente in Antwerpen slachtoffer van de aanslag in het Bardomuseum in Tunis: Gabriël (Gaby) en Hilda Verfaillie. Hilda kreeg een kogel in haar hoofd en was op slag dood. Gaby werd driemaal getroffen, maar overleefde de aanslag. Lieke was een vriendelijke, toegewijde gelovige en actief lid van de
MARGITTE SCHILLER (50)
JEANETTE CORDECIA (NETTA) VAN ’T OOSTENDE - KLEIN 17 nov 1932 – 12 apr 2015 Netta stierf aan de gevolgen van een spierziekte, na een veelbewogen leven. Ze werd geboren in Surabaya, voormalig Nederlands-Indië. Haar moeder stierf tijdens de bevalling en haar vader, militair van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, stierf vroeg aan de gevolgen van tuberculose. Als zevenjarige ging Netta daarom naar een kindertehuis.
Het gezin van Gaby en Lieke was warm en hecht. Lieke laat haar man, dochters Nathalie en Jessica, haar moeder en haar kleinzoon Kobe achter.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat zij gevangen in een Japans interneringskamp, dat zij na het einde van de oorlog getraumatiseerd en uitgeput verliet. Samen met haar man Charly, met wie zij vijftig jaar getrouwd is geweest, kwam zij in Nederland wonen. Daar bezochten zij de diensten van de adventgemeente in Leiden; later verhuisden ze naar Den Haag.
JAN WILLEM GASSENAAR
12 dec 1923 – 20 mrt 2015 Jan Willem was bijna 25 jaar lid van de gemeente Nijmegen. Tot op hoge leeftijd was hij als spreker actief in de kerk. Hij was daarvoor zendingsleider, jeugdleider en ouderling in Apeldoorn. Ook kenden veel mensen hem als beheerder van het winkeltje in Walterbosch.
Samen met hun zoon Roy en dochters Inge en Margie vormden Netta en Charly een hecht en gelukkig gezien. Op 46-jarige leeftijd, in 2001, kwam er een abrupt einde aan Roys leven door een verkeersongeval. Een jaar later overleed Charly. Na het verlies van haar zoon en man voelde Netta zich gesteund door haar dochters en haar familie.
Jan Willem leefde aan de hand van de Bijbel. Eén van de gedeelten die hem erg aansprak was Johannes 7:1-14. De wens die hij aan iedereen mee wilde geven: geloof in Jezus en draag het geloof met je mee. Jan Willem had een goed gevoel voor humor. Dat werd in de afscheidsdienst benadrukt door zijn kinderen en kleinkinderen, die warme herinneringen aan hem ophaalden.
GEDOOPT AGLAYA COTIN (32)
FRANCISCA ALY VAN DER SLOOT-HAAS (62)
21 februari / Groningen
RICHEMAR KOFFIE (36) ARHEN SYMOR (11)
RONNY KROEZE (59)
(Opgenomen op de belijdenis van hun geloof)
JOEY SCHMITZ (36)
GÖRGÉ PARKER (18) DANNY KOK (30)
20 september 2014 / Utrecht
YENTL FREE (20) FLORETTE LAVIA (32)
BART FREE (59) CLEMENTINE FREE (57)
14 maart / Amsterdam-Zuid
14 maart / Alivio Delft 21 maart / Lelystad
28 maart / Leeuwarden 4 april / Almelo
4 april / Het Middelpunt
19 juli 2015 |
Pierre en zijn vrouw Joke stonden altijd klaar voor het werk van de kerk. Hij was meer dan veertig jaar in dienst van de Adventkerk, als penningmeester van de toenmalige Noord-Nederlandse Conferentie en later als penningmeester van de landelijke kerk. Ook was hij directeur van woonzorgcentrum Vredenoord in Huis ter Heide.
gemeente Antwerpen. Zij zette zich in voor de kindersabbatschool, maar ook jongvolwassenen die het moeilijk hadden konden altijd bij haar terecht. Zij had een diep, sterk en oprecht geloofsleven. Jarenlang was er een bijbelkring bij het gezin thuis. Gastvrijheid, dienstbaarheid en barmhartigheid stonden hoog in het vaandel.
INTERVIEW/BRUGGENBOUWER
juli 2015 |
20
STEPHEN BIMPEH:
‘IK WIL EEN
BRUGFU
Nederland is een multicultureel land, waar vele nationaliteiten en geloven samenleven. Ook de Adventkerk in ons land is veelkleurig; mensen met vele talen en achtergronden maken er deel van uit. De Ghanees Stephen Bimpeh is sinds 2013 predikant in Nederland. Hij kijkt met andere ogen naar de Nederlandse kerk. In zijn werk wil hij bruggen bouwen naar Nederlandse gemeenten. Tekst/ds. Enrico Karg
D
s. Stephen Oduro Bimpeh is predikant van de gemeenten Amsterdam Ghana, Amsterdam Zuidoost en Huizen. Hij komt oorspronkelijk uit Ghana en is sinds 1 oktober 2013 in dienst van de Nederlandse Adventkerk. Hij geeft antwoord op vragen van de redactie.
HOE BEVALT HET IN NEDERLAND? WAT VALT U OP?
‘Nederland is een erg mooi land. Ik houd van het landschap en de natuur. De infrastructuur is hier goed geregeld. De veiligheid op de weg is belangrijk en dat merk je. De mensen zijn over het algemeen aardig en behulpzaam. Ik houd ook van het weer in Nederland, het is veel beter dan in Engeland waar ik voor mijn verhuizing naar Nederland heb gewoond.’
WAT ZIJN UW EERSTE INDRUKKEN?
‘Wat mij tegenvalt is de wijze waarop men zich af en toe uit. Soms te direct, bijna onbeleefd. Bij binnenkomst in een winkel of kantoor is het personeel lang niet altijd klantvriendelijk. In Engeland ervoer ik dit bijvoorbeeld heel anders. De klantvriendelijkheid daar is heel goed. In Nederland wordt ontzettend veel belasting geïnd. Ook zijn er veel vaste lasten, je geeft veel geld uit om te kunnen leven. Soms moet je ook lang wachten voordat zaken worden opgelost, bijvoorbeeld wanneer je op de ANWB wacht na pech met de auto.’
HOE IS DAT IN DE KERK? WAT ZIJN UW BEVINDINGEN TOT NU TOE? WAT IS POSITIEF, WAT MOET ANDERS OF BETER? ‘Tot nu toe ben ik, naast mijn eigen gemeenten, alleen in de gemeente Almere geweest. Het is dus lastig voor mij om me een goed beeld van de kerk in Nederland te kunnen vormen. Mijn indruk is dat de leden warme mensen zijn, geestelijk georiënteerd en Bijbels gefundeerd. Wat beter kan, is de gezonde balans tussen sociale - en geestelijk opbouwende activiteiten. Ik heb het idee dat Nederlanders binnen de kerk vooral gericht zijn op het sociale aspect, terwijl wij ook geestelijk opbouwend bezig moeten zijn. Ik maak mij ook zorgen over de verdeeldheid in de geloofsbeleving. Enerzijds is er een groep vrijzinnige gelovigen en anderzijds een groep die erg behoudend is. Over de kloof tussen deze groepen gelovigen maak ik mij zorgen. Deze twee groepen komen samen in dezelfde gemeente. De ene groep wil graag dat de standpunten van de kerk flink worden benadrukt in een preek, terwijl een andere groep een andere behoefte heeft. Dat is lastig.’
HOE HET IS OM IN EEN HEEL ANDERE CULTUUR TE KERKEN? ‘De houding van mensen in de kerk in Ghana is anders dan hier. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop er gesproken wordt tegen een predikant.
/‘IK WIL MIJ
INZETTEN VOOR MEER SAMENWERKING TUSSEN DE GEMEENTEN’
Ook de vrouw van de predikant wordt anders aangesproken. Mijn vrouw werd bijvoorbeeld Sofo Maamae genoemd, wat betekent: ‘moeder van de kerk’. Uit deze aanspreektitel kun je al merken dat de vrouw van de predikant een prominentere rol speelt dan
BRUGGENBOUWER/INTERVIEW
De rol van de predikant is in de Ghanese kerken ook anders dan in westerse kerken. Op zich heb ik daar weinig moeite mee, want het is niet juist om andere culturen te beoordelen vanuit je eigen cultuur. Ik probeer mij dan ook zoveel mogelijk aan te passen waar ik kan. Ik vind het erg belangrijk om andersdenkenden te proberen te begrijpen. We zouden daar met elkaar meer ons best voor kunnen doen.’
IN UW WERK STAAT U TUSSEN TWEE CULTUREN IN. HOE IS DAT?
‘Mocht ik iets tegenkomen in een gemeente waar ik niet achter kan staan, dan benader ik mensen persoonlijk om erover te praten. Ik denk dan aan zaken als: samenwonen, het dragen van sieraden of het drinken van alcohol. Ik probeer dan samen met de persoon in kwestie de Bijbel te bestuderen en te praten over het standpunt van de kerk. Ik zou niet graag op het podium iemand willen kleineren of bekritiseren van wie ik denk dat hij of zij anders denkt dan ik. Op deze wijze probeer ik in een andere cultuur te functioneren.’
WAT WILT U BEREIKEN IN UW WERK?
in Nederland. Als mijn vrouw een advies aan de gemeente geeft, wordt er met een eerbiedige houding en vol aandacht naar haar geluisterd. Haar advies wordt normaal gesproken dan ook opgevolgd.
‘Ik zou graag willen integreren in Nederland. Ik wil de taal leren en de Nederlandse cultuur leren begrijpen om te helpen waar ik kan. Verder zou ik mij willen inzetten op twee vlakken: ik zou allereerst het Landelijk Kantoor willen assisteren bij de realisatie van meer migrantengemeenten, vanwege mijn achtergrond als migrant. Daarnaast wil ik mij inzetten voor meer samenwerking tussen de verschillende gemeenten. Ik denk dat zowel
de migrantengemeenten als de Nederlandse gemeenten veel van elkaar kunnen leren op verschillende vlakken. Hierin wil ik graag een brugfunctie vervullen.’
WAT IS UW DROOM VOOR DE KERK IN NEDERLAND?
‘Ik hoop op meer gemeenten en groei, meer predikanten, meer dopen en veel meer zendingswerk en zendingsactiviteiten. En een paar extra migranten-predikanten om het werk onder migranten te begeleiden.’
DE MULTICULTURELE KERK IN CIJFERS De Nederlandse Adventkerk telt 55 gemeenten en 18 church plants. Binnen de Adventkerk kennen we tientallen nationaliteiten. Nederlands is de voertaal in de meeste gemeenten. Daarnaast zijn er gemeenten en (studie)groepen met samenkomsten in het Engels, Spaans, Portugees, Twi (de Ghanese voertaal), Papiaments, Indonesisch, Russisch en Kinyarwanda (de Rwandese en Congolese voertaal). In ‘Echad’ wordt regelmatig het bijbels Hebreeuws gehoord in zang en prediking, en een keer per jaar komen leden van Surinaamse komaf samen tijdens de Surinaamse Rally waarbij veel Surinaamse gospelliederen worden gezongen.
juli 2015 |
UNCTIE VERVULLEN’
21
ACHTERGROND/GENDERBREAD PERSON
juli 2015 |
22
WIE PAST ER IN HET HOKJE?
FIGUREN EN Tekst/van de redactie
VOOROO
Wat is het eerste dat u te binnenschiet als u aan ‘mens’ denkt? Stelt u zich eens voor dat u in één plaatje moet weergeven wat een mens is. Lukt dat?
D
it probleem hadden de ontwerpers van het Pioneer-programma in het begin van de jaren 70. Zij hadden onbemande ruimteschepen ontworpen, de Pioneer 10 en 11, die ver buiten ons zonnestelsel konden komen. In de hoop ooit intelligent leven tegen te komen. In die ruimteschepen moest een bericht zijn voor die buitenaardse wezens. Lastig, lastig, want een aardse taal was niet bruikbaar. En getallen ook niet, want cijfers zijn ook een soort taal. Dus besloten ze hun boodschap uit te beelden: onze locatie in het heelal, het zonnestelsel, atomen en mensen. Om het mensbeeld over te brengen, kozen ze voor twee naakte mensen, een man en een vrouw. De man zwaait vriendelijk. Dit Pioneer-figuurtje, zie figuur 1, moest de hele mensheid communiceren aan alle intelligente wezens overal. De vraag is natuurlijk of dat een succes zou worden. Want als we eerlijk zijn, representeert dat plaatje de mensheid helemaal niet. Het is veel te simplistisch. Het laat alle variëteit, variatie en diepgang weg. Uiteraard deden die wetenschappers hun best met dit plaatje, maar het komt niet in de buurt van de werkelijkheid.
Detail van Pioneer-figuurtjes
Figuur 2
ADAM EN EVA
Figuur 1
Christenen doet het plaatje waarschijnlijk erg denken aan Adam en Eva. Dat zal ook wel in het achterhoofd van de wetenschappers hebben gezeten, die immers in een christelijk omgeving zijn opgevoed. Elke christen kan zijn ogen dichtdoen en terugdenken aan die stereotype plaatjes uit de kinderbijbel. In bijna alle gevallen ging het om een blanke Adam en Eva, die geschapen zijn naar Gods beeld. Maar als wij die plaatjes vergelijken met de realiteit van de mensheid, dan zien we dezelfde afwijking als bij de Pioneer-figuur-
GENDERBREAD PERSON/ACHTERGROND
Door de eeuwen heen zijn mensen erg goed geweest in het verzinnen van figuren die representatief zouden moeten zijn. Europese wetenschappers maakten, zelfs minder dan honderd jaar geleden, plaatjes van mensen. Racistische, discriminerende plaatjes. Vergelijkingen van de botstructuren van apen, Afrikanen, en blanken, zie figuur 2. Met, uiteraard, conclusies over de rol en waarde van andere mensen die gebaseerd waren op die figuren. Dit maakt duidelijk hoe voorzichtig we moeten zijn met hoe we denken over anderen. Met welke figuren er in onze hoofden zitten. Want die figuren leiden tot ideeën, meningen en oordelen. Kijk naar de Pioneer-figuren en de meningen of waardeoordelen erachter. Niet eentje, maar heel veel. Mannen zijn langer dan vrouwen. Mensen hebben tien vingers. Vrouwen hebben lang haar. Mensen hebben steil haar. Mannen zwaaien, vrouwen niet. Van dat laatste hebben we allemaal door dat het onzin is, maar de figuur wekt wel de suggestie. En al die andere suggesties worden ook gewekt. Erger nog is de culturele laag onder de Pioneer-figuren. Het is duidelijk dat deze Pioneer-mensen van Europese komaf zijn. Hun lichaamstaal laat zien dat mannen zelfvertrouwen hebben en de communicatie aangaan. Vrouwen zijn ondergeschikt en afwachtend. Deze suggesties zijn cultuurbepaald. Ook de manier waarop we denken over sekse, geslacht en seksuele voorkeur is cultuurbepaald en doet vaak denken aan de Pioneer-figuren. Om de realiteit iets beter weer te geven, is de Genderbread Person bedacht (zie kader). Deze figuur probeert ons ervan bewust te maken hoe sterk het plaatje in ons hoofd is, en hoe anders de werkelijkheid eruitziet.
ELK MENS IS UNIEK
Van Nott & Gliddon – Types of Manking (1856) tjes. Ze representeren de mensheid niet. Toch zien we Adam en Eva, theologisch gezien, vaak wél in dat licht. In de kerk vormen Adam en Eva vaak de wortels van ons leven. Ze zijn de basis voor sabbatsrust. Ze zijn de basis voor seksualiteit, sekserollen en het huwelijk. Maar de vraag blijft welke delen van Adam en Eva representatief zijn voor alle mensen, en welke delen niet. Veel menselijke variëteit ontwikkelde zich pas na de schepping: haarkleur, oogkleur, huidskleur, kleedgedrag, culturele rollen en noem maar op.
Elk individu is anders. Het is misschien makkelijk om te denken aan ‘anderen’ en aan te geven hoe ze anders zijn dan ‘wij’. Maar welbeschouwd is iedereen anders dan een ander. Categorieën passen niet bij mensen, want elk mens is uniek. Niemand wil in een categorie, in een hokje, gestopt worden. We vinden allemaal dat wij het recht hebben om begrepen te worden en geliefd te zijn en dat mensen ons waarderen om wie we echt zijn. Laten we eerlijk zijn: we passen geen van allen in een standaardfiguurtje. Dat is geen probleem, want God ‘kent ons en doorgrondt ons’ (Psalm 139:1). Hoe mensen ook over ons denken, gelukkig kunnen we altijd bij God terecht. Maar hoe gaan wij om met de ander? Als christenen hebben we het beste voor met mensen. Wij dragen de liefde van God uit naar elke taal, elk volk en elke natie. Als we dat doen, moeten we erg oppassen met hoe we over mensen denken, en in welke categorieën we ze stoppen. Vaak is de realiteit niet wat we denken, en we kwetsen mensen, volken en naties door onze onwetendheid.
23 juli 2015 |
ORDELEN
WETENSCHAP
ACHTERGROND/GENDERBREAD PERSON
GENDERBREAD PERSON
juli 2015 |
24
H
oe we denken over geslacht en seksuele voorkeur is cultuurbepaald: mannen vallen op vrouwen, vrouwen vallen op mannen. Mannen die op mannen vallen bestaan wel, maar die lijken wel erg op vrouwen. Als je mannelijke geslachtsorganen hebt, dan ben je van binnen een man. Je bent óf een man óf een vrouw. Dit soort ideeën zitten in de hoofden van veel mensen; het zijn wijdverbreide Pioneer-figuren. Om de werkelijkheid wat beter te representeren, hebben wetenschappers de Genderbread Person bedacht. Deze geeft de realiteit van geslacht en seksuele voorkeur iets beter weer. Het idee erachter, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, is dat mensen weer te geven zijn in vier op zichzelf staande schalen als het gaat om sekse en seksuele voorkeur: identiteit, expressie, biologische sekse, en geaardheid. Iedereen heeft een positie op deze schalen, maar vaak niet aan het uiteinde. Genderidentiteit bepaalt hoe mensen zich van binnen voelen. Het is het geslacht van je hersenen, zeg maar. Dus voel je je man of vrouw, of een beetje van allebei, of Ieder denkt dat hij weet wat gender is, maar toch blijkt het altijd net iets complexer. Het is niet binair. Niet of/of. Soms zelfs en/en. Een beetje dit, een beetje dat. Een hele koek kortom, en daarom de moeite waard om er je tanden eens in te zetten: wie ben jij?
geen van beide. Al deze varianten zijn medisch mogelijk, en zijn gebaseerd op biologische verschillen. Genderexpressie is het geslacht dat je uitdraagt. Gedraag je je erg mannelijk of erg vrouwelijk, of misschien een beetje van allebei. Dit is niet perse afhankelijk van je identiteit of je biologische geslacht. Biologische sekse is het geslacht van je lichaam. Dit gaat verder dan alleen het hebben van een bepaald geslachtsorgaan, maar ook om je dna. Mannen hebben meestal een x- en een y-chromosoom, vrouwen twee x’jes. Maar er zijn ook veel andere mogelijkheden, zoals xxy, xyy of xxxy. Seksuele geaardheid is op wie je valt. Val je op mannen of vrouwen? Misschien wel op allebei, of op niemand; ook dat kan. Al met al heel ingewikkeld, met al die mogelijke combinaties. Toch komt zelfs dit uitgebreide model, deze wetenschappelijke figuur, niet in de buurt van de realiteit. De schepping is oneindig rijk in variatie. Binnen het enorme palet aan mogelijkheden is elk individu een schepsel van God en verdient ons respect en onze acceptatie.
HOOGEVEEN/MYSTERY GUEST
OP BEZOEK IN
juli 2015 |
25
HOOGEVEEN Regelmatig bezoekt de mystery guest van Advent op sabbatmorgen een willekeurige gemeenten in Nederland en beschrijft de opgedane ervaringen. In deze artikelenreeks maken wij een dwarsdoorsnede van de verschillende soorten gemeenten. Van het traditionele kerkgebeuren en de diversiteit van allerlei multiculturele gemeenten en church plants tot wat er verder allemaal aan groepen is.
De redactie van Advent vroeg mij een tijdje geleden om een aantal gemeenten te bezoeken op sabbatmorgen en daar een verslag van te doen. Mijn eerste reactie was: dan wil ik zeker ook naar Hoogeveen. Waarom Hoogeveen? De opdracht was om allerlei soorten bijeenkomsten te beschrijven, variërend van traditioneel tot aan de meest recente nieuwe vormen van church plants. Bij ‘traditioneel’ denk ik direct aan Hoogeveen. Maar er is ook nog een ander gevoel: van verbondenheid met deze streek. Tekst/Mystery Guest
O
nderweg, de afstand is zo groot dat ik tijd genoeg heb om na te denken, vraag ik me af of mijn idee wel klopt en wat de ochtend me zal brengen. Het is een typisch Nederlandse lentedag. Heftige regenbuien worden afgewisseld met heldere zonneschijn. Mooie muziek in de auto en ik ben benieuwd naar wat ik zal meemaken.
HERKENNING
Bij het naderen van de bestemming komt de herkenning van sommige plekken uit een ver verleden. Dan sta ik in een smalle straat toch nog onverwacht voor de kerk. Bescheiden, geen hoogbouw, ingeklemd tussen gewone woonhuizen. Bij de ingang staan twee heren die me welkom heten. De een is, naar later blijkt, degene die de hele ochtend het programma leidt. De ander, net als ik, een toevallige bezoeker. Er ontstaat direct een levendig gesprek.
STEMMIGE KERKZAAL
We gaan naar de kleine, stemmige kerkzaal. Als iedereen binnen is
voor de sabbatschool zijn we met zijn zessen, inleider en organist meegeteld. Het inleidend ritueel is hetzelfde als overal: lied, gebed, zendingsbericht en collecte. Tijdens de lesbehandeling, ja nog steeds door dezelfde broeder, komt iedereen wat meer los. Natuurlijk vormt het lesboekje Dialoog de basis voor het gesprek. Het wordt me wel duidelijk gemaakt dat alleen een traditionele benadering van de stof gewenst is.
NA DE PAUZE
In de pauze komen er wat meer mensen binnen. Er is duidelijk ook een kindersabbatschool geweest. Toch blijft de groep klein, ik schat ongeveer vijftien personen. De eredienst verloopt ook volgens het vaste bekende patroon voor wie geworteld is in de Adventkerk. We zingen alleen uit het Liedboek van de Adventkerk. Geen jeugd- of opwekkingsliederen. Het geeft een vertrouwd gevoel weer eens te zingen uit een bundel zonder flitsende projecties van tekst en plaatjes.
/OOK HIER REIKT
MEN NAAR BUITEN BETROKKENHEID Er is een kinderverhaal met grote betrokkenheid van de kinderen. Een van hen spreekt zelfs een gebed uit. Verder zijn de kinderen tijdens de dienst voorbeeldig stil. Dat is elders wel eens anders. Maar behalve deze kinderen, duidelijk uit twee jonge gezinnen, zie ik geen jeugd. Waar zijn zij? Toevallig gaat de preek over een echt adventistisch onderwerp: rentmeesterschap. Tijdens de hele dienst komt een gevoel van bewondering bij me op. Met zo weinig mensen toch het gebeuren van de sabbatochtend vormgeven en dat ook volhouden. Men moet er wel erg aan gehecht zijn en zeer toegewijd.
NAAR BUITEN
In de gesprekken na de dienst hoor ik dat er normaal wel wat meer mensen zijn, maar toch blijft het een kleine groep. Ook hier reikt men naar buiten, eens per maand is er een bijbelstudie, waarbij ook mensen uit andere kerken komen. Dan zit de zaal vol. Op weg naar de rest van mijn bezigheden van de dag en later naar huis zijn de woorden die bij me opkomen: klein, traditioneel, maar ook ongelofelijk toegewijd, hartelijk en vriendelijk. Het was goed weer in Hoogeveen te zijn.
VAN HET BESTUUR/WEDERZIJDS RESPECT
juli 2015 |
26
RESPECT GAAT TWEE KANTEN OP Het zal u niet ontgaan zijn dat het huidige bestuur van de Adventkerk veel nadruk legt op optimisme, dienstbaarheid en levenskwaliteit. In een optimistische kerk is het van belang dat mensen zich thuis voelen, dat er respect is voor elkaar en dat we dienstbaar zijn aan elkaar. In een kerk met zo’n zesduizend leden en nog eens enkele duizenden sympathisanten hoeven we niet vreemd op te kijken dat we het niet altijd met elkaar eens zijn. We hoeven er ook niet allemaal dezelfde leefwijze op na te houden. Maar respect, dat is wél nodig.
TAALGROEPEN
Tekst/ds. Bert Nab
I
n deze beleidsperiode werken we met elkaar aan een kerk die trouw wil zijn aan het Woord van God en die tevens ruimte biedt voor diverse inzichten op basis van de Bijbel. Zo is in de periode na het vorige congres reeds het besluit gevallen om vrouwelijke predikanten in te zegenen. We wachten nu af of de wereldkerk dezelfde ruimte hiervoor zal creëren als het Nederlandse congres al gedaan heeft. Tevens werd op het congres van 2012 besloten dat de kerk voor iedereen een veilige plek moet bieden. Dat betekent dat er in onze kerk geen mensen onheus bejegend of misbruikt mogen worden. Het betekent ook dat mensen met een seksuele geaardheid anders dan de heteroseksuele een plek moeten kunnen vinden binnen de kerk. Dat ze er mogen zijn en mee mogen doen, net als ieder ander. Zeggen we daarmee dat we het altijd eens moeten zijn met hoe zij leven? Nee, totaal niet. Ieder lid houdt het recht op een eigen mening. Er is alleen gezegd dat de kerk voor iedereen een open deur dient te hebben. Daarom wordt er regelmatig gediscussieerd over dit onderwerp en zorgen we voor kennis erover, conform de wens van de meerderheid van de afgevaardigden.
en voortschrijdend inzicht. Zo kunnen we niet langer meewerken aan het in stand houden van een achtergestelde positie van vrouwen. En weten we nu door wetenschappelijk onderzoek dat homoseksualiteit geen keuze is maar de manier waarop iemand gevormd is. Daar kunnen en willen we onze ogen niet voor sluiten. Maar ook sluiten we onze ogen niet voor tradities en aloude geloofswaarheden. Wat waardevol is, verdient het om omarmd te blijven. Daarvoor zijn alle leden nodig mét hun inbreng, want met elkaar houden we de balans in de kerk, met ruimte voor iedereen.
IN BALANS Sommige leden denken dat de kerk uitsluitend nieuwe ideeën omarmt en de oude tradities loslaat. Vroeger stonden we internationaal bekend als het land van de koffiedrinkers, nu zijn we het land waar vrouwen en homoseksuelen samen de dienst uitmaken. Maar deze zienswijze is volstrekt niet correct. Binnen de kerk dient zeker ruimte te zijn en te blijven voor nieuwe ontwikkelingen
Ruimte bieden we als kerk ook door het faciliteren van diverse taalgroepen. Nederland kent inmiddels veel geloofsgenoten uit andere landen die in ons land wonen en naar de kerk gaan. Waar grotere groepen ontstaan, zien we dat deze mensen elkaar opzoeken en diensten organiseren in hun eigen taal. Het Papiaments als voertaal kennen we al langer, evenals het Twi (de Ghanese voertaal), het Maleis en het Engels. Recenter zijn er ook
WEDERZIJDS RESPECT/VAN HET BESTUUR
/LATEN WE ELKAAR DE RUIMTE GEVEN
BUITENGEWOON CONGRES Op 31 januari 2016 vindt een buitengewoon congres plaats, over één agendapunt:
STATUTEN EN REGLEMENTEN
Het is van belang om de statuten en reglementen op orde te hebben, daarom organiseren we dit congres opnieuw. Eerder moesten we het congres vroegtijdig sluiten vanwege een te lage opkomst. Uiteraard hopen en bidden we dat het deze keer wel doorgang zal kunnen vinden. Het is van belang dat afgevaardigden die in de loop van het jaar worden aangemeld, ook daadwerkelijk komen. Correspondentie over dit congres starten we meteen na de zomervakantie op. Dit buitengewone congres in januari 2016 dient overigens niet verward te worden met het tussentijdse evaluatiecongres dat op 20 september plaatsvindt in de grote tent op ons terrein in Huis ter Heide.
studie zijn, houdt hij contact met hen en bezoekt hen in ieder geval twee keer per jaar op Newbold College. Op die manier monitort hij meteen hoe de zaken ervoor staan, of de student plezier heeft in de studie en of de resultaten naar wens zijn. Indien nodig, kunnen we tijdig bijsturen.
OUDEREN
Jongeren zijn belangrijk voor het voortbestaan van de kerk. Onze kerk gelooft echter niet alleen in jongeren met het oog op de
toekomst, maar we hebben ook aandacht voor oudere leden die hun inzet hebben getoond en vaak nog tonen. Daarnaast is de wijsheid van onze ouderen ook voor de kerk van vandaag onontbeerlijk. Binnenkort ontvangen we de emeritus predikanten feestelijk op het Landelijk Kantoor. Het is traditie geworden dat gepensioneerde predikanten en hun partners eenmaal per jaar in het zonnetje gezet worden. En dat is terecht, we zouden niet zonder hen kunnen.
TOT SLOT
We hebben een veelzijdige kerk, die bloeit door diversiteit. Iedereen mag er zijn en iedereen is nodig. Laten we elkaar ruimte geven en die ruimte en de ermee samenhangende vrijheid ook koesteren. Vrijheid is een groot goed. In ons land, in ons denken, in de kerk. Maar vrijheid kan niet bestaan zonder naar elkaar te luisteren en zonder respect voor elkaar. En dat geldt over en weer: respect werkt twee kanten op.
Ds. Bert Nab is Algemeen Secretaris van de Adventkerk.
27 juli 2015 |
Portugees- en Spaanssprekende groepen ontstaan en het is niet denkbeeldig dat hier in de toekomst meer taalkundig georganiseerde groepen aan worden toegevoegd. We spreken al enige tijd over het aanstellen van een predikant binnen de Portugeessprekende groepen en het lijkt erop dat er een doorbraak ophanden is. Daarnaast vinden er gesprekken plaats met sollicitanten uit het buitenland die de opengevallen plaats na het vertrek van ds. Hans Ponte in kunnen vullen. Van iedere predikant uit het buitenland die binnen de Nederlandse Adventkerk wordt aangesteld, verwachten wij overigens wel dat deze binnen afzienbare tijd ook de Nederlandse taal machtig is. We gaan namelijk uit van het principe dat iemand die binnen ons werkveld opereert, in alle gemeenten inzetbaar moet zijn. Daarom passen we ook strenge selectiecriteria toe. Iedere predikant dient in het bezit te zijn van een master in theologie. En ds. Jurriën den Hollander werkt er hard aan om ook studenten van eigen bodem te werven. Wanneer dezen eenmaal aan de
VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL/ACHTERGROND
juli 2015 |
28
Tekst/ds. Rudy Dingjan
Het postmodernisme was een maatschappelijke stroming die onder andere het begrip ‘waarheid’ in twijfel trok. Van ideologische richtingen als het communisme of marxisme moesten postmodernisten doorgaans niets hebben, evenmin als van levensbeschouwing en religie. Hun kinderen, de post-postmoderne mensen, wijzen geloof niet af, maar interesseren zich er eenvoudigweg niet voor. Hoe kan een evangeliserende kerk deze mensen toch bereiken?
/MENSEN DIE WE
NU BEREIKEN, HEBBEN GEEN INTERESSE IN HET PROFETISCHE SPOORBOEKJE
ACHTERGROND/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL
HOUDBAAR?
Het adventisme is ontstaan in de glorietijd van het modernisme. Het is vanzelfsprekend dat adventistische evangelisten hun boodschap op zo’n wijze verwoordden, dat die toegankelijk was voor hun moderne omgeving. Met succes werd de Waarheid met logica, jaartallen en bewijzen gepresenteerd. Het uitkomen van de profetieën was meestal hét doorslaggevende argument om het adventisme te omarmen. Meestal kwamen bekeerlingen vanuit een andere kerkgemeenschap en af en toe hadden zij een onkerkelijke achtergrond. Voor beiden werkte dezelfde aanpak.
1 Tom de Bruin, That’s So Meta: The PostPostmodern Church, http://www.academia. edu/11010018/Thats_So_Meta_The_PostPostmodern_Church
Het adventisme is altijd een zendingsbeweging geweest. De meeste adventistische boeken werden gedrukt om door niet-adventisten gelezen te worden. Omdat dit zoveel literatuur betrof, kon de manier waarop de eerste adventistische evangelisten hun geloof verwoordden om hún modern opererende generatie te bereiken, er gemakkelijk toe leiden dat we hun formulering als het wezen van de adventboodschap zijn gaan beschouwen. Juist daarin schuilt een groot gevaar. We creëren dan voor het adventisme een uiterste houdbaarheidsdatum of een beperkt verspreidingsgebied. Dan zou de adventboodschap alleen kunnen aanslaan zolang of waar een maatschappij of bevolkingsgroep overeenkomsten vertoont met het leven van de eerste helft van de twintigste eeuw in de Verenigde Staten en West-Europa.
KERN
Het is onze opdracht, als zendelingen in de eenentwintigste eeuw, om de kern van het adventisme opnieuw te formuleren. Vervolgens moeten we die presenteren in termen en op manieren die een bijbelse basis hebben, maar ook voor ónze generatie toegankelijk zijn. De kern van de adventboodschap moet uiteraard gestoeld zijn op de kern van de bijbelse boodschap. De belangrijkste tekst in het Oude Testament verwoordt die zo: ‘Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één!’ (Deuteronomium 6:4, NBG). Het woord ‘één’ duidt niet zozeer een kwantiteit aan, als wel een kwaliteit. Het staat voor verbondenheid, verzoening en vereniging. Zoals in het Nieuwe Testament Johannes in zijn eerste brief stelt dat God liefde is (4:8). Die liefde is niet abstract, maar uit zich in het verlossingsplan: ‘Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoe-
ning te brengen voor onze zonden’ (4:10). Johannes vat in diezelfde brief ook het getuigenis van Jezus samen: ‘Dit is wat wij hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis’ (1:5). Samenvattend concludeer ik dat de essentie van de bijbelse boodschap de volgende is: God is iemand die verlangt naar een herstelde relatie met zijn afgeweken schepselen en deze relatie ook tot stand brengt.
HUNKERING
De adventpioniers verwoordden dit op een wijze die bij hun tijdgeest aansloot: zij benadrukten de wederkomstverwachting door details te leveren over hoe en wanneer Jezus zou terugkeren. Ik wil daar niets aan afdoen. Ik ben daarmee opgegroeid en heb deze formulering omarmd en doe dat nog steeds. Maar we hebben de pech dat de huidige generatie, ook veel jongeren in onze geledingen, deze invalshoek niet langer interessant vinden. En je zou terecht de vraag kunnen stellen of die informatie werkelijk mensen met God verbindt en hen geschikt maakt voor zijn koninkrijk. Door wat ik in Nederland en België zie gebeuren, merk ik dat de mensen die we nu bereiken niet zozeer interesse hebben in vragen als ‘wanneer’ en ‘hoe’ Jezus zal terugkeren en wat het profetische spoorboekje verder nog aangeeft. Zij willen vooral weten ‘wie’ er zal terugkeren. Is hij wel de moeite waard om de eeuwigheid mee te delen? En is het überhaupt wel de moeite waard om eeuwig te leven?
PASSIE VOOR GOD
We hebben Jezus vaak afgeschilderd als de ideale ‘bruidegom’, want hij zal zijn ‘bruid’ bij zijn komst eeuwig leven geven. Zou het kunnen dat we daarmee het allerbelangrijkste aspect van de relatie tussen bruid en bruidegom links hebben laten liggen? Dat we als koppelaars, in navolging van
29 juli 2015 |
T
om de Bruin heeft bij een van de samenkomsten van The One Project treffend de hopeloze positie geschilderd van de huidige postchristelijke Europese samenleving.1 Die bestaat niet meer uit postmoderne mensen, maar uit post-postmoderne. Zij zijn opgegroeid in een maatschappij die volledig overhoop is gehaald door het postmodernisme. Het gevolg is dat zij vrijwel alleen nog maar in tegenspraken kunnen denken. Postmoderne mensen werden nog achterdochtig, wanneer logica werd ingezet om een waarheid te bewijzen. Deze generatie herkent die logica niet eens meer en voelt geen behoefte om logisch te redeneren. Daar bovenop komt dat zij nooit afscheid hebben genomen van het christelijke geloof, de kerk en/of de Bijbel. Dat hebben hun ouders en grootouders al voor hen gedaan. Die hadden er nog wat mee, al waren het antigevoelens. West-Europeanen van nu staan vaak helemaal los van het christendom. Zij zouden niet weten of er een verschil is met andere wereldreligies zoals het boeddhisme. Het interesseert hen niet.
VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL/ACHTERGROND
juli 2015 |
30
veel van onze medechristenen, de bruidegom niet hebben aangeprezen omwille van zijn karakter, maar vanwege zijn rijkdom? Is dat eigenlijk niet goedkoop? In feite liefdeloos? Ik stel voor dat we dichter naar de bijbelse bewoording terugkeren. Dat de adventbeweging, zonder haar inzichten los te laten, minder nadrukkelijk naar buiten treedt met details die in het verleden voor de buitenwacht interessant waren. En dat we de nadruk gaan leggen op wie God en Jezus zijn: één, liefde en licht. De adventbeweging heeft voor zo’n presentatie van Gods karakter trouwens heel goede papieren in huis! Ik verwijs u in dit verband naar mijn artikel Trots op mijn God in Advent 4 van 2014. We benadrukken de kwaliteiten van de bruidegom. We zien het ontstaan van een bruid, die naar de bruidegom hunkert. Niet alleen omdat zij bij de wederkomst eeuwig leven ontvangt, dus om wat hij te bieden heeft. Maar vooral omdat zij hem dan ontmoet en hem mag zien zoals hij is: ze verlangt naar hemzelf (1 Johannes 3:2). Hier is sprake van passie voor God. Zo bedoelde de Heer het al toen hij aan Israël zijn één-zijn verkondigd had: ‘Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten’ (Deuteronomium 4:5).
VERANDERING
De eerste engel van de drie-engelenboodschap roept: ‘Heb ontzag voor God en geef hem eer, want nu is de tijd gekomen dat hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft’ (Openbaring 14:7). God liefhebben met alles wat je hebt en bent, hem aanbidden, gaat verder dan informatie aanvaarden. Wie aan die oproep gehoor geeft, zal veranderen. Want je gaat lijken op wie je aanbidt, wie of wat dat ook is. De schrijver van 2 Koningen zegt over Israël: ‘Ze liepen achter nietige goden aan en werden zo
zelf nietswaardig’ (17:15). In Jeremia 2:5 wordt dit herhaald. Paulus stelt daar tegenover: ‘Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd’ (2 Korintiërs 3:18). Dus niet alleen wekt de verkondiging van Gods karakter een verlangen naar Jezus’ terugkeer op en maakt dit mensen zo tot werkelijk letterlijke adventisten. Het bewerkt ook een veranderingsproces, dat mensen geschikt maakt voor zijn koninkrijk. Een ‘heiligmaking’ die niet krampachtig wordt nagestreefd, maar eentje die zich automatisch afspeelt als gevolg van een oprechte waardering van Gods aard.
INKEER
Het Rome waarin het christendom van de eerste eeuw wortel schoot, leek in veel opzichten op onze westerse maatschappij. ‘Brood en spelen’, de bevrediging van alle vormen van genotzucht, was ook de Romeinen niet vreemd. Sprekend over God schrijft Paulus aan de gemeente daar: ‘Veracht u dan zijn onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid, en weet u niet dat zijn goedheid u tot inkeer wil brengen?’ (Romeinen 2:4). Dus niet alleen verandering en passie zijn het gevolg van een verkondiging die Gods karakter benadrukt. Ook de bereidheid om daar überhaupt belangstelling voor te hebben, ernaar te willen luisteren, is het gevolg van een prediking die Gods karakter centraal stelt. Maar hoe pak je dat aan?
wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad’ (Johannes 17:21-23). Is het niet frappant dat Jezus voor de kerk bidt dat God in haar dezelfde kwaliteit legt als die hemzelf kenmerkt? Eén zijn. Het Nieuwe Testament maakt zeer duidelijk dat de eerste gemeente Jezus’ gebed serieus heeft genomen: ‘Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en één geest’ (Efeziërs 4:3,4). ‘U bent allen één in Christus Jezus’ (Galaten 6:10). ‘Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed’ (Handelingen 2:41,42).
HET LICHT ZIJN VAN DE GEMEENTE
Jezus wenst voor de gemeente ook nog een andere kwaliteit van God
HET ÉÉN ZIJN VAN DE GEMEENTE In Johannes 17 bidt Jezus het zogenaamde hogepriesterlijke gebed. Hij draagt zijn discipelen aan zijn Vader op. Vanaf vers 20 bidt hij voor degenen die door hun werk tot geloof zullen komen, dus ook voor ons: ‘Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de
/JULLIE ZIJN
HET LICHT IN DE WERELD
ACHTERGROND/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL
bestaat uit haar eenheid. Wie daarmee in aanraking komt, krijgt een openbaring van Gods karakter gepresenteerd. Dit kun je niet in je eentje doen. Hier heb je de christelijke gemeenschap voor nodig.
KORENMAAT
Jezus waarschuwde tevergeefs voor het gevaar van de korenmaat. Als het licht van de gemeente uit haar eenheid bestaat, dan is de christelijke wereld er fantastisch in geslaagd om dat onder allerlei korenmaten, die zij kerkgebouwen noemt, te verstoppen. Want degenen die je die gemeenschap wilt laten ervaren, merken daar buiten de kerkgebouwen helemaal niets van. Meestal zorgen we er zelfs voor dat niemand van buiten kan zien wat er binnen gebeurt. Dat bereiken we door matglas, vitrage of hoge ramen te gebruiken. Een van de eerste dingen die zendelingen die Jezus’ wensen serieus willen nemen dan ook zullen doen, is zorgen voor licht buiten de kerk. Niet door eenlingen erop uit te sturen om hun enkelvoudig licht in de wereld te laten schijnen. Jezus wenst de synergie van samenheid.
STAPPENPLAN Het volgende citaat van Ellen G. White gaan we dan niet in de eerste plaats als enkelingen toepassen, maar als gemeenten of groepen uit de gemeenten: ‘Alleen de methode van Christus zal werkelijk succes brengen om mensen te bereiken. De Heiland begaf zich onder de mensen als iemand die het beste met hen voorhad. Hij toonde hun zijn medeleven, kwam tegemoet aan hun noden en won hun vertrouwen. Dan vroeg Hij hen: ‘Volg Mij.’ (Ministry of Healing, p. 143.) Stap 1 betekent dat de gemeente zich buiten de korenmaat laat zien. Zij moet werkelijk contact leggen met de buitenwereld. Dat kan vele vormen aannemen. Een picknick, een maatschappelijke activiteit, een feest of sport. De gemeente stelt zich (stap 2) als groep op als het beste zoekend voor degene die zij ontmoet. Dat doet zij door met de mensen mee te leven (stap 3) en bewust te zoeken naar manieren om hen van dienst te zijn (stap 4). We ervaren dat het heel zinvol is om anderen bij dit dienen te betrekken. Juist zij die mee dienen, proeven en ervaren de gemeenschapszin, het licht. Veel meer nog dan degenen die geholpen worden, ontwikkelen zij een vertrouwensband met de gemeente of een groep daarvan (stap 5). Zij voelen zich erbij horen en leren God kennen door het functioneren van de geloofsgemeenschap. Ik heb vaak meegemaakt hoe intense groepservaringen met de gemeente het kantelpunt betekenden voor ongelovigen. Zij ervaren God daardoor voor het eerst in hun leven als waarachtig. De oproep ‘Volg mij’ is daarna vaak niet meer nodig. Ze volgen al.
Ds. Rudy Dingjan leidt het departement Gemeentegroei en Gezondheid van de Adventkerk in Nederland en België.
31 juli 2015 |
als hij zegt: ‘Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’ (Matteüs 5:14-16). Merk op dat Jezus bij ‘het licht zijn’ niet over enkelingen spreekt, maar over de gemeente: ‘jullie’. Deze goddelijke kwaliteiten in de gemeente, zowel het één zijn als het licht zijn, zijn geen doel in zichzelf, maar hebben een evangeliserend oogmerk: ‘opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden’; dan ‘zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad’ (Johannes 17:20, 23). En opdat ze ‘eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’ (Matteüs 5:16). Na het avondmaal had Jezus al gezegd: ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’ (Johannes 13:35). Hét licht van de gemeente
INZEGENING VAN VROUWEN/BOEKBESPREKING
juli 2015 |
32
GEEN ONDERSCHEID TUSSEN MANNEN EN VROUWEN Dr. Tom de Bruin, de auteur van het boek Ministry, Mission and Ordination, heeft de Adventkerk een grote dienst bewezen. Hij vat helder samen wat de consensus is van de leiders van de Europese kerk over de inzegening van vrouwelijke predikanten. Mannen en vrouwen mogen dezelfde ambten bekleden. Tekst/ds. Reinder Bruinsma
O
p verzoek van het wereldhoofdkantoor van de kerk werd wereldwijd bijbels onderzoek gedaan naar het thema ‘inzegening’ in het algemeen en die van vrouwelijke predikanten in het bijzonder. In alle werelddelen werden commissies opgericht om dit onderwerp te bestuderen. De toenmalige Europese voorzitter, dr. Bertil Wiklander, nam het voortouw door een uitermate gedetailleerde studie voor te leggen aan de commissie in Europa. Deze lijvige studie verwoordde hoe kerkleiders in dit deel van de wereld over deze thematiek denken. Het was de Europese bijdrage aan de internationale discussie.
HANDZAAM EN LEESBAAR
BIJBELSE PAPIEREN
/HET INZEGENINGS-
GEEN ONDERSCHEID VERDEDIGBAAR
Het probleem van een dergelijke monumentale en nogal technische studie is dat er maar weinigen zijn die deze van A tot Z gaan lezen. Vandaar dat het Europese hoofdkantoor dr. Tom de Bruin vroeg een samenvatting te schrijven. Dat heeft hij gedaan in de vorm van een handzaam en gemakkelijk leesbaar boekje van ca. 130 bladzijden. Hoewel de inhoud van dit boekje gebaseerd is op het werk van de Europese onderzoekscommissie, staat met recht de naam van De Bruin op de cover want het is een heel creatief eigen werkstuk waaraan geen recht zou worden gedaan als je het simpelweg een samenvatting van het genoemde rapport zou noemen.
MODEL HEEFT WORTELS IN DE KATHOLIEKE SACRAMENTSLEER
Allereerst komt het onderwerp van de inzegening als zodanig aan de orde. Heeft de inzegeningspraktijk die we in de Adventkerk (en in andere christelijke kerken) aantreffen wel zulke sterke bijbelse papieren? Bij een analyse van de relevante teksten in het Oude en het Nieuwe Testament blijkt dat het daarin meestal niet gaat om situaties die met de inzegening (Engels: ordination) van predikanten en andere ambtsdragers vergeleken kunnen worden. Het inzegeningsmodel dat de Adventkerk kent, is vooral gebaseerd op ontwikkelingen in na-bijbelse tijden, en heeft in bepaalde opzichten meer wortels in de katholieke sacramentsleer dan in de tekst van de Bijbel.
Het tweede hoofdthema van het boek is de kwestie of vrouwen dezelfde positie mogen hebben in de kerk als mannen. Mogen mannen en vrouwen
BOEKBESPREKING/INZEGENING VAN VROUWEN
UIT DE IMPASSE
Aan het einde van het boek volgen enkele aanbevelingen die kunnen helpen om de ernstige impasse die de discussie over het inzegenen van vrouwen heeft veroorzaakt, te doorbreken. De Bruin pleit voor een meer bijbelse benadering van het vraagstuk, waardoor het begrip ‘inzegening’ een bredere interpretatie krijgt en niet zo specifiek wordt gekoppeld aan enkele ambten, en dat het inzegeningritueel wordt afgezwakt. In ieder geval zou de nadruk veel meer moeten liggen op het vragen om een zegen voor het vervullen van een specifieke taak dan op een soort sacrale handeling die een beperkte groep mensen bepaalde kerkelijke bevoegdheden geeft.
BESTELLEN
Het boekje is tegen de tijd dat u dit leest in het Engels verschenen bij Stanborough Press in Engeland. Voor bestellingen, zie www.adventist.nl en klik op ‘winkel’ of kom naar de stand van Stanborough Press op de Open dag op 21 juni. Of een Nederlandse vertaling gaat verschijnen, is op dit moment nog niet bekend.
Ds. Reinder Bruinsma is emeritus predikant van de Adventkerk. Hij is lid van de redactieraad van Advent en @vent.
GUISÈLE BERKEL,
33 juli 2015 |
dezelfde ambten bekleden? Zou wat het ‘inzegenen’ van personen betreft elk onderscheid naar geslacht moeten worden afgeschaft? Het antwoord op beide vragen is – ook na grondig naar de teksten te hebben gekeken die op het eerste gezicht schijnen te suggereren dat de man ‘het hoofd’ is van de vrouw en dus meer gezag heeft – een volmondig: ‘Ja.’ In de Bijbel zien we een weerspiegeling van de sociale en culturele omstandigheden van de tijd van de schrijvers. Maar de fundamentele boodschap is dat er, zeker in het kader van de zendingstaak van de kerk en gezien de nadruk op het priesterschap van alle gelovigen, geen onderscheid mag worden gemaakt tussen de bevoegdheden van mannen en vrouwen.
INGEZEGEND
PREDIKANT Ds. Guisèle Berkel-Larmonie is predikant van de gemeenten Leiden en Den Haag. In september 2013 werd zij ingezegend. Daarmee werd haar functie gelijkgesteld aan die van haar collega-predikanten.
‘H
et voelt op zich niet anders om ingezegend te zijn, maar er is nu een grotere verantwoordelijkheid gekoppeld aan mijn functie’, antwoordt Guisèle Berkel op de vraag hoe zij het beleeft om volwaardig predikant te zijn. ‘Volgens mij komen bezieling en begiftiging bij het aanvaarden van een roeping door de heilige Geest en niet perse door de inzegening. Maar ik ben wel heel bewust een bijzonder convenant aangegaan met God en met de wereld. Dat is mijn getuigschrift. De inzegening getuigt van senioriteit in onze geloofsgemeenschap en daarbuiten. Dit is zonder meer een vereiste voor dit ambt.’
TOT AAN HET WATER Het komt haar werk ten goede dat ze is ingezegend, zegt Berkel. ‘In Den Haag waren er mensen die zich wel bij de kerk thuis voelden, maar zich nog niet hadden laten dopen. Ik vond het fijn dat ik mijn contact met hen dusdanig had opgebouwd dat ik de doop bespreekbaar kon maken. De timing viel samen met mijn inzegening, waardoor ik het hele traject met hen kon gaan, tot aan het water toe. Anders had ik het stokje over moeten dragen aan een collega, waar deze doopkandidaten geen band mee hadden opgebouwd. Een vergelijkbare dynamiek geldt ook voor huwelijken. Inmiddels heb ik in Den Haag dertien mensen en in Leiden twee mensen gedoopt.’
UITSTRALING Ingezegend zijn zorgt ook voor duidelijkheid naar buiten toe. ‘Inzegening heeft niet alleen impact binnen de kerk. Juist andersgelovigen, zoals ik er veel in mijn familie heb, hebben waardering voor de erkenning en autoriteit van een ingezegende predikant. Toen ik het huwelijk sloot van mijn nicht, zijn honderden mensen daar getuige van geweest die de adventboodschap nog niet kenden. Ik had toen een geweldige ingang om ook voor hen iets te mogen betekenen.’ RUIMTE EN RESPECT Ook al worden vrouwen in Nederland ingezegend, niet iedereen is daar een voorstander van. Berkel is zich hiervan bewust. ‘Sommigen vinden dat we hadden moeten wachten tot het officieel ‘mocht’ van de wereldkerk. En een enkele keer, ja, dan doet wel eens iemand een poging mij te ondermijnen omdat hij of zij er niet van overtuigd is dat een vrouw dit ambt zou moeten bekleden. Dit gebeurt niet altijd op een manier die de discussie bevordert. Daar kan ik zowel professioneel als persoonlijk last van hebben; vooral als men onjuist geïnformeerd is over de kernvragen rondom vrouweninzegening en de bediening van Ellen White. Dat is voor niemand bevorderlijk. Maar ik ervaar wel ruimte en respect wanneer men ziet hoe ik met de meest ingewikkelde pastorale zaken omga. De meeste mensen onderschrijven mijn roeping en zijn blij met mijn werk. God heeft me niet voor niets geroepen, dat weet ik zeker.’
POLEMIEK/ALTINK VERSUS MULLER
juli 2015 |
34
DE DOMINEE V VOEDSEL VOOR DE GEEST
Wat weegt zwaarder: de vrijheid van godsdienst of de vrijheid van meningsuiting? Heb je het recht om altijd alles te zeggen wat je wilt? Ook als je daarmee anderen beledigt, of de godsdienst beschimpt die zij aanhangen? In hoek 1: DE
DOMINEE
Ds. Wim Altink Hoogte: 1.83 m Gewicht: 87 kg Voorzitter van de Adventkerk.
M
ijn geschiedenisleraar op de middelbare school heeft het voor altijd op mijn ‘harde schijf’ gezet: AGOVV. Deze afkorting, die in de eerste plaats te maken heeft met een Apeldoornse voetbalclub, staat voor de vrijheid van Godsdienst, Onderwijs, Vereniging en Vergadering. Mijn leraar zette de ‘A’ om in een ‘D’, van ‘drukpers’. Hoe ver strekt bijvoorbeeld de vrijheid van godsdienst? Mag een moslima altijd en overal een hoofddoek dragen? Mogen de kerkklokken altijd en overal klinken, ook als de meerderheid van een wijk daar niet meer op zit te wachten? We beginnen in deze discussie gelijk bij de uitersten en daar waar grondvrijheden met elkaar botsen. Vooropgesteld: het is een enorme zegen dat we deze grondvrijheden hebben in ons land! Stelt u zich eens voor dat u in een land zou leven zonder vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting. Mijn insteek is daarom: laten we de vrijheid van godsdienst hand in hand laten lopen met de vrijheid van meningsuiting. Dat betekent dat we deze vrijheden niet alleen gaan zien als rechten, maar ook als plichten! We hebben terdege
rekening te houden met elkaar. Als sabbatvierders hebben we gelukkig de vrijheid om op zaterdag samen te komen voor onze godsdienstoefening. Als het zo zou zijn dat muziek of zang tijdens bijeenkomsten op een zaterdagmiddag bijvoorbeeld tot overlast bij buren in de wijk leidt, dan is het gepast om het aantal decibellen wat terug te schroeven. Eenzelfde insteek mag van de moskee of synagoge verwacht worden, mocht er op enigerlei wijze sprake zijn van overlast. Tegelijkertijd werkt het ook de andere kant op: de vrijheid van meningsuiting hoeft niet te allen tijde gebruikt te worden. Ja, we mogen alles zeggen, ook over iemands geloof en laten we daarbij ruimte houden voor humor. Maar is het zinnig om een ander daarbij te kwetsen? Ik denk hierbij aan een wijsheid uit het Nieuwe Testament: ‘Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig’ (1 Korintiërs 6:12a).
We zullen nooit in staat zijn om via regels het grensgebied tussen de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting vast te leggen. Wat we wel kunnen doen, is de weg op gaan om de grondrechten in onderling overleg te versterken vanuit het concept van wederzijds respect. Het AGOVV van de Apeldoornse voetbalclub betekent overigens: Alleen Gezamenlijk Oefenen Voert Verder. Geen gek motto bij onze discussie!
/DE VRIJHEID VAN
MENINGSUITING HOEFT NIET TE ALLEN TIJDE GEBRUIKT TE WORDEN
DE FILOSOOF In hoek 2: DE
FILOSOOF
Daniël Muller Hoogte: 1.84m Gewicht: 77 kg Afgestudeerd in Engelse taal en cultuur en studeert momenteel Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij bezoekt de adventgemeente in Groningen.
M
ijn filosofiedocent op de middelbare school was een enthousiast beoefenaar van het ambt van de advocaat van de duivel. Hij beleefde er een hels genot aan om diabolische vraagstukken aan ons voor te schotelen als rauwkost voor de geest. Zo ook deze: Is een tolerante samenleving er één die enkel tolerante uitspraken tolereert? Of is een tolerante samenleving een samenleving die alle uitspraken tolereert? Los van de vraag naar de gemiddelde vervelingstolerantie van de aanwezige leerlingen voor dergelijke vragen, is het niet eenduidig vast te stellen wat nu precies tolerantie is.
/DE MOGELIJKHEID
OM BELEDIGD TE WORDEN IS DE PRIJS VAN DE VRIJHEID
In een liberaal-democratische samenleving kan echter niemand het recht hebben om niet beledigd te worden. Hoewel moedwillig kwetsende opmerkingen wellicht zelden zinnig zijn is mijns inziens de mogelijkheid om dergelijke kwetsende opmerkingen te maken dat wel. Vrijheid van meningsuiting is namelijk een voorwaarde voor een rechtmatige overheid. Wetten en beleid zijn enkel geldig wanneer ze worden opgesteld middels een democratisch proces. En een proces is niet democratisch als de overheid iemand heeft weerhouden om zijn of haar opvattingen te uiten over wat die wetten of dat beleid zouden moeten zijn.
Dit principe is van bijzonder belang in relatie tot minderheidsgroepen die streven naar sociale rechtvaardigheid. Als minderheidsgroepen beschermd willen worden tegen onderdrukking door voor wetten te pleiten tegen bijvoorbeeld raciale discriminatie of seksisme op de werkvloer, dan moeten ze tegelijkertijd gewillig zijn om allerlei moedwillige beledigingen te verdragen van mensen die tegen dergelijke wetten zijn. Enkel een gemeenschap die zulke beledigingen toestaat in het publieke debat kan op rechtmatige democratische wijze wetten uitvaardigen. Hiermee valt ook in te zien dat het niet mogelijk is om een uitzondering te maken voor religieuze beledigingen als we de godsdienstvrijheid willen garanderen in een liberaaldemocratische samenleving. De mogelijkheid om beledigd te worden is de prijs van de vrijheid, evenals de menselijke vrijheid in theologisch perspectief de mogelijkheid van kwade handelingen impliceert. Staande in een traditie van fervente voorvechters van religieuze vrijheid ben ik daarom juist als adventist van mening dat het verdragen van zelfs moedwillig kwetsende uitlatingen een voorwaarde is voor de vrijheid die ten grondslag ligt aan een democratische samenleving. Rauwe kost kan wat dat betreft soms smakeloos, maar vaak wel gezond zijn.
35 juli 2015 |
VS
ALTINK VERSUS MULLER/POLEMIEK
DIVERSITEIT/MENSENRECHTEN
juli 2015 |
36
ELK KIND HEEFT RECHT OP
ONDERWIJS Het tweede millenniumdoel van de Verenigde Naties is dat alle kinderen recht hebben op onderwijs. De doelstelling voor 2015 was dat alle kinderen in alle landen basisonderwijs volgen. Op dit moment gaat een op de vijf kinderen in ontwikkelingslanden echter nog niet naar school. Vaak worden zij thuisgehouden om mee te helpen in het huishouden of een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen. Tekst/Judith Hillaert
I
n Sub-Saharisch Afrika is het percentage schoolgaande kinderen het laagst: 71 procent. Dat betekent dat 38 miljoen kinderen in deze regio niet naar school gaan. Sinds het begin van deze eeuw, en sinds het formuleren van de millenniumdoelen, stijgt de instroom echter wel sterk. In Zuid-Azië gaan 18 miljoen kinderen niet naar school. Vooral kinderen uit de armste huishoudens blijven thuis.
UNIVERSELE BASISEDUCATIE Het bereiken van universele basiseducatie houdt meer in dan het vergroten van de instroom in het onderwijs. Ook de kwaliteit van de lessen is van belang, evenals het voltooien van de basisschool. Het aantal kinderen in ontwikkelingslanden dat de basisschool afmaakt, steeg van 79 procent in 1999 naar 85 procent in 2006. In veel ontwikkelingslanden staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk, door de snel voller wordende klassen. ADRA Nederland helpt mee om meer kinderen naar school te krijgen. Het Eijkelenboom Kinderfonds biedt de mogelijkheid om een kind naar school te laten gaan. Hiervoor betaalt een donateur € 10 per maand. Maar ADRA bouwt ook scholen, zorgt voor schoolspullen en breidt scholen uit. ADRA huis-aan-huiscollecte Een van de collecteprojecten van ADRA Nederland is het uitbreiden van de Adventist Star International Primary and Nursery School in Nigeria. De school ligt in Akure, in de staat Ondo in het zuidwesten van Nigeria. De kleuter- en basisschool bestaat al sinds 2004 en is dringend aan extra lokalen toe, want het aantal leerlingen is door de jaren heen flink toegenomen. De school is begonnen met 25 leerlingen en drie klaslokalen in 2004; inmiddels telt de school 145 leerlingen. Hierdoor zitten de klassen
overvol en staan kinderen op wachtlijsten. Door de jaren heen had de school geen mogelijkheid om het aantal leslokalen uit te breiden. De kinderen zitten soms met met z’n drieën aan een tafeltje. Uitbreiding brengt het aantal leslokalen in evenwicht met het aantal leerlingen.
/ADRA HELPT MEE
OM MEER KINDEREN NAAR SCHOOL TE KRIJGEN
MAAK HET VERSCHIL Meedoen aan de ADRA huis-aan-huiscollecte kost u maar een avondje, eventueel in uw eigen wijk. U maakt hiermee het verschil in de toekomst van een aantal kinderen in Nigeria. Geen tijd, maar wilt u wel iets geven? Dat kan via www.adra.nl of door overmaking van een donatie op NL57 RABO 0378 3857 47 ten name van ADRA Nederland, Huis ter Heide onder vermelding van ‘School Nigeria’. Alvast hartelijk bedankt! Via www.adra.nl of www.facebook. com/ADRANederland blijft u op de hoogte.
Judith Hillaert is communicatiemedewerker van ADRA Nederland.
THE ONE PROJECT/UITNODIGING
THE ONE PROJECT
Het geloof is net een auto. Niet omdat het geloof je van A naar B brengt en emmers vol geld kost, maar omdat het regelmatig onderhoud en zorg nodig heeft. Tekst/ds. Tom de Bruin
A
ls je zoveel rijdt als ik, moet je om de paar dagen tanken. Om de zoveel tijd moet je weer eens naar de bandenspanning kijken of – zeker als je auto wat ouder is – de olie bijvullen. Wat minder vaak is er die meestal zo dure apk of grote beurt: olie verversen, nieuwe banden en voor de gewone mens onbekende onderdelen die vervangen moeten worden. Al deze kleine en grote onderhoudsingrepen zijn noodzakelijk om de auto in goede staat te houden. Hoe zit het dan met het geloof? Bijtanken doen we elke dag: bidden, bijbel lezen, sabbatsschoollessen maken. Klein onderhoud elke sabbat in de kerk. Maar hoe regelen wij het groot onderhoud?
LEEGLOPEN
De dagelijkse tankbeurt, geen probleem. Het klein onderhoud elk weekend, no problemo. Maar ik miste die grote beurten waar diep gegraven wordt om mijn geloof vanuit de fundering weer te versterken. Zonder die beurten, loopt het geloof leeg. De grote beurt vond ik, en duizenden met mij, in the One project. Een tweedaags evenement van preken, bezinning, gesprek en gebed. Dé mogelijkheid om vanuit het allerdiepste van je zijn, je leven en je geloof, alles weer te richten op Jezus Christus.
DOEL
Vaak krijg ik vragen over wat het doel is van the One project. Dat is heel simpel: de oppermacht van Jezus vieren door de Adventkerk. Wij komen samen als adventisten, om ons te realiseren hoe oppermachtig onze Heer Jezus Christus is en ons op hem te richten. Samengekomen vieren we deze macht, en dat onze Redder ons persoonlijk wil kennen. Het doel van the One project is dus eigenlijk het doel van het geloof: de almacht vieren van onze Schepper, Redder en Heer, vanaf nu tot in eeuwigheid. En die glimp van de eeuwigheid, dat is de kracht van the One project.
5-6 September 2015 Huis ter Heide
In mijn eigen geloofsleven merkte ik dat ik een beetje leegliep.
HET GELOOF /
IN NEDERLAND
Miracles of Healing
In september organiseert de Nederlandse Adventkerk weer the One project in Nederland. Elf sprekers uit binnen- en buitenland staan stil bij de genezingswonderen van Jezus. Sprekers vanuit Amerika en Europa, predikanten van grote en kleine kerken, predikanten aan onze universiteiten of
IS EEN GLIMP VAN DE EEUWIGHEID
met een bestuursfunctie, mannen en vrouwen. Heel divers, maar twee dingen hebben ze gemeen: ze houden ontzettend veel van Jezus en ze kunnen deze liefde heel goed verwoorden in steengoede preken. De kracht van the One project is dat het niet blijft bij deze preken. Na elke overdenking is er ruim tijd om aan ronde tafels na te reflecteren; discussie met elkaar aan te gaan en natuurlijk vragen te stellen aan de spreker. Zo blijft deze grote beurt voor het geloof niet abstract en ver van je bed. Je past het meteen toe in jouw leven, jouw geloof en jouw diensten voor de Heer.
UITNODIGING
Elke gelovige die ik tegenkom nodig ik uit om bij the One project te komen. Helaas kom ik niet alle gelovigen tegen, maar gelukkig wel een heleboel tegelijk door dit artikel. Bij dezen bent u, persoonlijk door mij, uitgenodigd om uw geloof een grote beurt te geven. Geef u op via adventist.nl/the-one-project-2015 en kom op 5 en 6 september de heerschappij van Jezus met mij vieren! Kijk op de site voor meer informatie of mail naar advent@adventist.nl.
YOUTUBE
Preken van vorig jaar terugkijken? Kijk op youtube.com/ zevendedagsadventisten
juli 2015 |
GROTE BEURT VOOR
37
DE VRIJWILLIGER/RUUD KIEBOOM
juli 2015 |
38
‘VERWONDER JE OVER DE DIVERSITEIT VAN DE SCHEPPING’ De acceptatie en integratie van leden met een andere dan heteroUIT DE KAST seksuele geaardheid binnen adventgemeenten is niet vanzelfsprekend. Kieboom is lid van de adventOok in Nederland is er veel verborgen leed, weet Ruud Kieboom. Hij zet gemeente in Den Haag. Samen zich, als bestuurslid en Europa-coördinator van belangenorganisatie met zijn partner Kees Meiling Kinship, in voor ‘regenboogmensen’, die de diversiteit van de schepping bezoekt hij de samenkomsten van in beeld brengen. church plant ARK, waar zij zich Tekst/Lydia Lijkendijk
R
uud Kieboom (rechts op de foto) werkt bij de Raad van State, waar hij IT-beheerder is. Hij onderhoudt in zijn dagelijks werk het systeem waarin medewerkers beroepsschriften beheren. Naast zijn werk is hij bestuurslid van Seventh-day Adventist Kinship International. Deze wereldwijde organisatie streeft naar emancipatie binnen de Adventkerk van leden met een andere dan heteroseksuele geaardheid, zoals lesbiënnes, homo-, bi- en interseksuelen en transgenders (LHBTI’ers).
IN GESPREK
‘Kinship is opgericht in de zeventiger jaren, door adventisten en ex-adventisten die op wilden komen voor regenboogmensen, mensen met een andere seksuele geaardheid’, vertelt Kieboom. ‘Vooral in Amerika was en is de cultuur erg rigide tegenover deze mensen. Het kantoor van de wereldkerk was in het begin bereidwillig om met Kinship te praten, maar tegenwoordig wil de kerk als instituut nauwelijks iets van Kinship weten. Dat komt door een geschil over de naam, waar ‘Seventh-day Adventist’ in zit.’ Op individuele basis zijn predikanten, functionarissen en landelijke hoofdkantoren wél in gesprek met
Kinship. Dat geldt ook voor Nederland. ‘De kerk in Nederland staat positief tegenover Kinship. Een kerkbestuur kan niet altijd actievoeren, maar ik kan dat wel en ik krijg ook veel steun en ruimte om dat te doen. Ik sta al jarenlang op de landelijke Open dag van de kerk met een Kinship-stand, mensen herkennen me inmiddels. Ik vond dat in het begin wel spannend, maar ik krijg veel positieve feedback. Ik heb er ook vaker over geschreven in Advent. Wie meer wil weten over Kinship, weet mij wel te vinden. Ik heb geen antwoorden paraat, maar kan mensen wel helpen antwoorden te vinden.’
het meeste thuis voelen. ‘Vanaf mijn 18e ga ik naar de Adventkerk, ik heb er veel vrienden’, zegt Kieboom. ‘De kerk als familie is belangrijk voor mij, en het is ook belangrijk dat ik ertoe doe voor de kerkleden. Dat zij, ook als ze het niet eens zijn met mijn beslissing om uit te komen voor mijn geaardheid, wel respect voor mij hebben.’ Acceptatie van homo’s en andersseksuelen is iets wat Kieboom aan het hart gaat. Zelf kwam hij in 1987 ‘uit de kast’. ‘Ik heb er lang mee geworsteld en er veel voor gebeden om ervan af te komen. Maar dat hielp natuurlijk niet’, zegt hij. In 2000 kwam hij in aanraking met Kinship en sindsdien beijvert hij zich ervoor Kinship-leden uit Europa jaarlijks bij elkaar te brengen. Dit jaar vindt deze bijeenkomst plaats in Florence, Italië, van 27 tot 31 augustus. Tussen de 18 en 25 leden maken naar verwachting hun opwachting. ‘Kinship streeft ernaar dat andersseksuele mensen geaccepteerd worden en niet alleen gedoogd. In veel landen is de kerk erg nauw verweven met het dagelijks leven. Mensen gaan niet alleen naar de kerk, maar ook naar een school van de kerk, hun hele familie is in de kerk. Dat verliezen zij als ze uitkomen voor hun geaardheid. Uit wanhoop plegen sommigen zelfs zelfmoord.’
RUUD KIEBOOM/DE VRIJWILLIGER
GESCHAPEN ZOALS JE BENT’ ADVENTISTISCHE BRIL
VERBORGEN LEED Het aantal andersseksuelen ligt naar schatting tussen de 10 en 20% van de bevolking. In de Nederlandse Adventkerk zou het in dat geval gaan om honderden mensen. Die zijn niet allemaal zichtbaar en ook zijn zij niet allemaal aangesloten bij Kinship. ‘Er is veel verborgen leed’, zegt Kieboom. ‘Door ongenuanceerde uitspraken van anderen, bijvoorbeeld. Vaak zijn mensen bang om ervoor uit te komen, leven ze als heteroseksueel en zijn ze gewoon getrouwd. Ze zijn bang om hun functie in de kerk te verliezen. Juist omdat mensen bang zijn om ervoor uit te komen, is Kinship nodig. Net als voorlichting over wat andersseksualiteit precies is. Pedofilie is heel iets anders dan homoseksualiteit, bijvoorbeeld. Daarmee kun je de angst weghalen om kinderen toe te vertrouwen aan een jeugdleider die openlijk homoseksueel is.’
HARDE LIJN
De Bijbel is in sommige teksten rigide over homo’s, erkent Kieboom. Een standpunt dat ‘hardliners’ in de kerk graag overnemen. ‘Wat de Bijbel over vrouwen of slaven zegt, is ook niet mis en daar denken we nu ook anders over. De Bijbel is meer dan
deze teksten’, zegt hij. ‘Het gaat ook om medemenselijkheid, om liefde voor elkaar. Kijk niet alleen naar de regels, maar kijk naar wat ertoe doet in het geloof. Het is niet goed dat de mens alleen is, ontzeg dat geluk niet aan homo- of andersseksuelen die – wetenschappelijk bewezen – anders in elkaar zitten en die elkaar of anderen geen kwaad doen met hun levenswijze.’ Hoewel nog lang niet alle leden positief staan tegenover openlijke homoseksualiteit, voelen Kieboom en zijn partner zich wel geaccepteerd in de Adventkerk. En ook daarbuiten. ‘Op mijn werk of mijn zangkoor doet het er zelfs volstrekt niet toe’, zegt Kieboom.
Seventh-day Adventist Kinship International is een diverse, wereldwijde organisatie van (ex-)zevendedagsadventisten die zich niet meer thuis of geaccepteerd voelen in de Adventkerk vanwege hun seksuele geaardheid of geslachtsidentiteit, vanwege hun steun aan familie of vrienden uit die groep, of vanwege hun overtuiging over gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid.
Mocht er binnen de kerk toch iemand problemen hebben met Kiebooms homoseksualiteit, dan raakt hem dat persoonlijk niet, geeft hij aan. Want: homoseksualiteit is een gegeven waar je niet voor of tegen kunt zijn. ‘Maar ik vind het wel vervelend voor die persoon zelf dat hij of zij geen kennis heeft van of begrip heeft voor het onderwerp. Ik zou zeggen: laat je aannames varen, zet je adventistische bril eens af en verwonder je over de diversiteit van de schepping.’ Dat de Nederlandse Adventkerk diversiteit hoog in het vaandel heeft staan, vindt Kieboom belangrijk. ‘Ik heb altijd aan de bel getrokken over dit onderwerp. Bij elk bestuur heb ik begrip gevonden en ik ben er trots op dat erover gesproken wordt door predikanten en leden. Het is heel goed dat het verhaal van andersseksuelen op een positieve manier benoemd wordt, dat is bemoedigend. Want wat je ook bent, of je in de kast zit of uit de kast bent, God heeft je geschapen zoals je bent. Hij heeft je lief en veroordeelt je niet.’
OVER KINSHIP SDA Kinship (verwantschap) streeft naar acceptatie en integratie van lesbische, homo- en biseksuele, transgender en interseksuele (LHBTI) gemeenteleden. Meer informatie over Kinship is te verkrijgen via kinshipnederland@ sdakinship.org (Nederlands) of www.sdakinship.org (Engels).
39 juli 2015 |
/‘GOD HEEFT JE
Breinbreker/ Fred de Weger
Vul het onderste diagram in volgens de omschrijvingen. Vul daarna het bovenste diagram in; gelijke cijfers zijn gelijke letters. Bij goede invulling leest u een citaat uit de Bijbel. A Oma en opa B Deze priester voerde Judese
ballingen uit Babylon terug naar Jeruzalem C Van dit metaal werden soldaatjes gegoten D Dit is Jezus van zijn gemeente E Feniks F Zo worden andersseksuelen wel genoemd G Batterij H Mensen die hier toe behoren hebben niet per se gelijk I Vaccineren
J Afwijzen; niet willen doen K Dit zijn geen meteorologen, wel kwetsbaren
L Vrouwelijke richter/rechter M Hij ziet wat wij niet zien N Vervulling van de wet O Van . . . en verre P Je hebt goede en slechte en je kunt er dik van worden
Q Als je dit bent, dan ben je er niet meer R Hij trad op na Mozes en voor de
rechters (richteren)
S Je . . . en je droogje T Steeds weer
DOE MEE EN WIN! Stuur uw oplossing naar de redactie van Advent: Amersfoortseweg 18, 3712 BC Huis ter Heide, of mail naar advent@adventist.nl. De winnaar krijgt een boek cadeau. De winnaar van de vorige puzzel is Aukje van Veen uit Hollandscheveld.
SUMMER SCHOOL 10–13 augustus 2015
Voor meer info. of aanmelden bel Kalin Li (030) 693 9375 of:
AD VENTJE
www.adventist.nl Illustratie/Aad Berger