ADVENT
HET KERKBLAD VAN HET KERKGENOOTSCHAP DER ZEVENDE-DAGS ADVENTISTEN
VLUCHTELINGEN
/ 1 / 2016
VLUCHTELINGEN/AGENDA
ONTWRICHTEND
maart 2016 |
2
Deze Advent heeft als thema ‘vluchtelingen'. Door de grote hoeveelheid vluchtelingen die Europa overspoelt, kunnen we spreken over ‘ontwrichting’. De gevolgen van de burgeroorlog in Syrië zijn opeens terechtgekomen in Oranje, in Steenbergen en ook voor onze deur.
AGENDA APRIL Nederland Landelijke trainingsdag 3 Studentencongres 8-10 Kidzrally 16 Volleybaltoernooi 17 Adventist Academy 29 april-1 mei APRIL België Studentendag 2 Vorming voor gastsprekers 1 17 MEI Nederland Camporee 4-8 Vrouwenweekend 20-22 Tienerkamp 27-29
MEI België Meestergids Club 8 Familiekamp 3-16 Vonkjeskamp 21 Vorming voor gastsprekers 2 22 JUNI Nederland Buitengewoon congres 5 Dutch-Caribbeanrally 11 Trainingsdag voor sprekers 12 Plantersweekend 17-19 Jeugdcongres 18 Gezinnenkamp 24-26 Open dag 26
COLOFON
Duurzaamheid is belangrijk voor de Adventkerk. Ook Advent werkt mee aan een betere wereld, daarom wordt het gedrukt op papier dat het resultaat is van verantwoord bosbeheer. Onze drukker gebruikt inkten op plantaardige basis en machines draaiend op groene stroom.
REDACTIE
Hoofdredacteur Tom de Bruin Eindredacteur Lydia Lijkendijk Redactie Bert Brinkman, Enrico Karg en Nelske Verbaas Redactieraad Joanne Balk, Reinder Bruinsma, Jeroen de Jager, Henk Koning, Matthijs Nagtegaal, Jeroen Tuinstra en Nelske Verbaas Correctoren Megen Molé en Nelske Verbaas Vormgeving limelight.design.studio@gmail.com Druk Van de Ridder - VdR Druk en print Oplage 3.000 exemplaren Verschijningsfrequentie 4 maal per jaar
U
vindt in deze Advent een artikel over een topoverleg binnen onze kerk in Europa over vluchtelingen. Voor de landen waar de vluchtelingen zich willen vestigen, waaronder Nederland, breekt, na opvang, de tweede fase aan: integratie binnen onze samenleving. Het onderwerp staat hoog op de politieke agenda, maar wat is ons antwoord als christenen? En ik citeer nu Angela Merkel in de eerste plaats als christen: ‘Jezus liet zien dat iedereen waardigheid bezit, ook als de vromen hun dat ontzeggen. Dit houd ik me regelmatig voor ogen en dat loont.’ Of laten we ons inspireren door Moeder Teresa: ‘Iedere persoon is Christus voor mij en omdat er maar één Jezus is, is iedere persoon die ik ontmoet op dat moment de enige persoon in de wereld voor mij.’
Naast de vluchtelingenproblematiek is er een tweede ontwikkeling die dit jaar merkbaar zal zijn: het klimaatverschijnsel El Niño. Hierdoor lijkt het erop dat we in Nederland een nat voorjaar zullen krijgen. Dat is niet het ergste, wel erg is de verdroging van eens vruchtbare streken in de wereld. De komst van talloze vluchtelingen en de verandering van ons klimaat zijn slechts twee voorbeelden van ontwrichting in deze tijd. Hoeveel ontwrichting kan de aarde nog aan? We zullen alles doen wat we kunnen om deze planeet leefbaar te houden ‒ en als er geen houden meer aan is kunnen we ‘lekker slapen’ (de laatste woorden van mijn vader voor hij stierf, op 6 januari) met vooruitzicht op Gods nieuwe wereld. Ds. Wim Altink
REDACTIEADRES
Amersfoortseweg 18, 3712 BC Huis ter Heide Telefoon Landelijk Kantoor: 030 – 6939375 E-mail advent@adventist.nl Web www.adventist.nl of www.adventist.be
GIFTEN
Advent wordt gerealiseerd dankzij uw giften. Giften specifiek voor kerkblad Advent/@vent kunt u overmaken op NL95RABO0117287253, ten name van Kerkgenootschap der ZDA. Voor financiële zaken, inclusief donaties en wilsbeschikkingen, kunt u contact opnemen met I. Schorea: ischorea@adventist.nl
INHOUD/VLUCHTELINGEN
maart 2016 |
3
04
08
20
28
DE DOOD OVERWONNEN
OP DE VLUCHT
IK WAS EEN VREEMDELING
WIJ ZIJN ALLEMAAL VLUCHTELINGEN
VERDER IN DIT NUMMER 06 NIEUWS UIT DE WERELDKERK 10 DE VRIJWILLIGER: MARIJKE MOLLET 12 VLUCHTELINGENTOP IN ZAGREB 14 VAN HET BESTUUR: RENTMEESTERSCHAP 18 MYSTERY GUEST BEZOEKT VOORBURG
36
WETEN WAT JE GELOOFT
24 VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL 31 INGEZONDEN BRIEVEN 32 PS EN DOOPBERICHTEN 38 WINTERBLUES
Foto omslag: nito/Shutterstock.com Foto achterblad: Eugenio Marongiu/Shutterstock.com
40 AD VENTJE/HOOFDREDACTIONEEL
PASEN/OVERDENKING
maart 2016 |
4
Jezus leeft met zijn vrienden mee. Dat geldt voornamelijk wanneer zij geconfronteerd worden met de pijn van het ultieme verlies. Het overlijden van een geliefde berooft ons niet alleen van de warmte van gezelschap. De dood is ook een aanval op ons toekomstperspectief en op onze innerlijke vrede. Het is juist wanneer wij geconfronteerd worden met onze eigen sterfelijkheid dat Jezus zal optreden. Hij is zelf de confrontatie met de dood aangegaan om de overwinning voor zijn vrienden te verzekeren. Tekst/Glen Berkel
J
ezus kwam de dood vaker tegen voordat een aanslag werd gepleegd op zijn eigen leven. En elke keer was zijn empathie zichtbaar. Ook toen de zussen van Lazarus hun broer verloren. Lazarus’ overlijden was waarschijnlijk het meest diepe verlies dat zij ooit hadden ervaren. En de impact zou verregaande gevolgen hebben. Beide zussen waren,
voor zover we weten, ongehuwd. Zij waren daardoor hoogstwaarschijnlijk economisch afhankelijk van hun broer. Zij zouden anders komen te staan in de maatschappij nu de enige mannelijke figuur in hun familie er niet meer was. Maar daarbovenop sloeg het verlies van Lazarus in als een bom op de geloofsbeleving van Martha en Maria. Het kan je geloof en
DE DOOD
vertrouwen in God bemoeilijken als je geconfronteerd wordt met het overlijden van een leeftijdsgenoot; vooral als het een broer, zus of goede vriend(in) is en helemaal als het plotseling is. Het gegeven dat de familie- of vriendenkring voortaan onvolledig zal zijn, is hard en meedogenloos, pijnlijk en onvermijdelijk.
VERDRIET EN VREUGDE
Jezus snapte dit en leefde met de zussen mee toen hij tegen Martha zei: ‘Ik geef de doden het leven terug.’ Ditzelfde besef moet hij ook gehad hebben toen hij zei: ‘Ik ben zelf het leven’ (Johannes 11:25). Ook bij zijn ontmoeting met Maria, die hij in haar emotie omhelsde, greep haar verdriet hem aan: Jezus huilde (Johannes 11: 33‒35). Jezus beweerde dat hij hun broer kon bevrijden, en dat ze opnieuw met hem verenigd zouden zijn. Een letterlijke terugdraaiing van het ultieme vonnis, wat hij volgens de Bijbel vervolgens deed. Lazarus stapte uit zijn gevangenis van de dood, het stenen graf. De rouwende zussen werden bevrijd van hun verdriet. Jezus deelde eerst hun verdriet, en daarna ook hun vreugde.
spiber.de/Shutterstock.com
MEER DAN MEELEVEN
Wat Jezus groter maakt dan welke andere geestelijke leider of godheid ook, is dat hij niet uitsluitend mééleeft met de misère van verlies. Hij heeft zelf ook dezelfde eenzaamheid gevoeld die de dood teweegbrengt. Eenzaamheid die op alle niveaus doordringt; eenzaamheid die afsnijdt van het leven in alle opzichten. Jezus was afgesneden van het Joodse rechtssysteem dat werd gemanipuleerd om zijn onschuld in schuld te veranderen. Afgesneden van de
OVERWONNEN
OVERDENKING/PASEN
VERDRIET WANNEER WIJ ROUWEN, EN IN DE WANHOOP WANNEER WIJ STERVEN
staat waarin hij leefde, doordat hij voor Romeinse leiders gesleurd werd die de onrust wilden indammen, in plaats van zijn bestaan waarborgen. Zijn discipelen lieten hem in de steek toen zijn doodvonnis werd uitgesproken, terwijl hij voor hen tot het uiterste zou gaan.
GOLGOTHA
Jezus werd gedwongen om naar Golgotha te gaan, de schedelplaats, na moordende zweepslagen en diverse momenten van diepe vernedering. Het was een plek die nooit geassocieerd zou mogen worden met de Schepper. Golgotha was een plek van afzondering, duisternis, verderf en ongemakkelijke stilte. Hij stond er alleen voor toen hij uiteindelijk de eerste woorden van Psalm 22 aan het kruis citeerde. De menigte had aan die woorden genoeg, zij kenden zelf de rest van die tekst. De woorden van de psalmist zijn diepgaand. In enkele verzen komen de volgende gedachten naar voren: Vers 1 en 2: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. Mijn God roep ik overdag, en u antwoordt niet, ’s nachts, en ik vind geen rust.’ Vers 7‒9: ‘… ik lijk meer op een worm dan op een man; de massa bespot mij en het volk kijkt verachtelijk op mij neer. Ieder die mij ziet, smaalt over mij. Zij grijnzen verachtelijk en zeggen hoofdschuddend: ‘Breng het toch bij de Here, laat hij u verlossen. Hij zal u vast wel redden, hij houdt immers van u?’
Vers 17‒19: ‘Er staan honden om mij heen; misdadigers omringen mij. Zij doorsteken mijn handen en voeten. Ik kan mijn beenderen tellen; zij vermaken zich door naar mij te komen kijken. Zij verdelen mijn kleren onder elkaar en loten wie mijn mantel mag hebben.’
DONKER DAL
Het was vernederend, eenzaam, pijnlijk. Voor zichzelf hoefde Jezus niet aan het kruis te blijven. Maar hij bleef tot aan de dood trouw aan zijn belofte. Zodoende weet hij hoe het is om eenzaamheid, uitzichtloosheid en wanhoop mee te maken. En dat verklaart zijn medeleven met Lazarus en ieder die ooit heeft geworsteld met zijn eigen sterfelijkheid. Niemand begrijpt beter dan Jezus wat het betekent om alleen door dat donkere dal te gaan. Hij ging door dát dal. Niet voor zichzelf, maar voor ons allemaal.
VERENIGD MET ONS
Jezus is verenigd met ons in het verdriet wanneer wij rouwen, en in de wanhoop wanneer wij sterven. Zijn aanwezigheid is niet zonder doel. Hij staat voor gemeenschap, licht, groei, en leven. Dankzij zijn trouw aan zijn Vader en liefde voor zijn vrienden ging hij zonder protest naar zijn dood. Daar worstelde hij met zijn eigen sterfelijkheid op het meest donkere moment van zijn bestaan. En, net als in het verhaal van Jakob die met de engel worstelde in Genesis 32, kwam Jezus op de derde dag tevoorschijn als de ware Israël, oftewel: ‘Triomfator met God’, ‘Die heerst met God’. De strijd was duizendmaal groter en belangrijker dan de strijd van aartsvader Jakob, maar de kern van de overwinning komt op hetzelfde neer: door God overwonnen! Jezus haalt
alle twijfel weg met betrekking tot zijn status en autoriteit over het dodenrijk. In Openbaring 1:18 zegt hij: ‘Ik ben de levende. Ik ben dood geweest, maar nu leef ik voor altijd en eeuwig; ik heb de dood en het dodenrijk overwonnen.’
BEVRIJDING ALS CADEAU
Dankzij deze kennis konden Martha en Maria, en kunnen u en ik, uitkijken naar dat moment dat wij verenigd zullen zijn met onze verloren geliefden. En hoeven wij, zelfs met betrekking tot onze eigen dood, ‘geen verdriet te hebben, zoals de mensen die zonder hoop leven’. ‘Want omdat wij geloven dat Jezus na zijn dood weer levend is geworden, geloven wij ook dat God de gestorven christenen met Christus zal laten terugkomen’ (1 Tessalonicenzen 4:13). Dus kwam Jezus uit zijn graf tevoorschijn als overwinnaar, heerser over het leven en de dood, met bevrijding als cadeau voor allen die geloven in de liefde van zijn Vader. Hij leeft met ons mee, zodat wij uiteindelijk met hem eeuwig zullen leven. En voor eeuwig halleluja roepen voor onze Koning die voortdurend met zijn volk meeleeft.
Glen Berkel is een finance professional met ervaring in procesoptimalisatie. Hij bezoekt de adventgemeenten in Den Haag en Leiden.
5 maart 2016 |
/JEZUS IS VERENIGD MET ONS IN HET
News.adventist.org
NIEUWS/UIT DE WERELDKERK
maart 2016 |
6
‘HEILIG LAND’-THEMAPARK/ OP DE BAHAMAS
S
amen met Philip Davis, de vicepremier van de Bahamas, en andere politieke en kerkelijke leiders, opende de adventistische predikant ds. Jeremiah Duncombe op 11 januari het themapark Holy Land Experience. Het park, met een oppervlakte van ongeveer tien hectare, is te vinden op Andros, een van de eilanden van deze Caribische eilandenstaat. Als het park helemaal ontwikkeld is, zullen er 49 bijbelse taferelen te vinden zijn. Bezoekers kunnen zich nu al een goed beeld vormen van onder andere de Jordaan, het meer van Galilea, de bovenzaal in Jeruzalem, de muur van Samaria en het graf van Jezus.
Davis prees in zijn openingswoord dit belangrijke initiatief van ds. Duncombe. Hij wees op het unieke karakter van dit themapark dat enig is in zijn soort in het gehele Caribische gebied. ‘Het is’, zo zei hij, ‘niet in de eerste plaats een museum, maar biedt een inspirerende geestelijke ervaring voor de gehele bevolking.’ De Bahama’s heeft ongeveer 400.000 inwoners. De Adventkerk, waartoe ds. Duncombe behoort, heeft ruim 22.500 leden.
Vicepremier Philips Davis opent officieel de eerste fase van de Bahamas Holy Land Experience. Thebahamasweekly.com
VROEGERE VOORZITTER WERELDKERK/OVERLEDEN
O
p 24 december 2015 overleed ds. Robert F. Folkenberg op 74-jarige leeftijd in zijn woning in Florida (VS). Folkenberg was de voorzitter van de adventistische wereldkerk van 1990 tot 1999.
Na een loopbaan in de kerk in MiddenAmerika, werd hij voorzitter van een klein regionaal hoofdkantoor in de Verenigde Staten (1985-1990), waarna een ongebruikelijke ‘sprong’ volgde naar de belangrijkste post in de kerk: voorzitter van de Generale Conferentie, het wereldwijde hoofdkantoor. Hij zag zich in 1999 gedwongen om ontslag te nemen, waarna hij werd opgevolgd door dr. Jan Paulsen.
Folkenberg was een uniek soort kerkleider. Hij had een brede belangstelling en was een ervaren piloot. Hij was conservatief in zijn theologie, maar bijzonder vooruitstrevend in zijn gebruik en promotie van de nieuwste technologie. Het Global Mission-initiatief kreeg vanaf het begin van zijn leiderschapsperiode zijn onverdeelde steun. Ook na zijn aftreden als voorzitter van de kerk bleef Folkenberg actief in allerlei zendingsprojecten, vooral in de derde wereld.
ADVENTISTISCHE VLUCHTELINGEN IN VS 7.527 van de 720.000 vluchtelingen die sinds 2003 in de Verenigde Staten asiel hebben gekregen, zijn zevendedagsadventist. Dat rapporteert Christianity Today, een vooraanstaand christelijk nieuws- en opinieblad.
Tekst/ds. Reinder Bruinsma
VERBOD OP COLPORTAGE/ AANGEVOCHTEN
H TWEE JAAR WERKKAMP/ VOOR KAZACHSE ADVENTIST
Y
klas Kabduakasov, een adventist uit Kazachstan, werd in november 2015 door een rechtbank in dat land veroordeeld tot zeven jaar huisarrest. In hoger beroep werd zijn straf veranderd in twee jaar dwangarbeid. Kabduakasov had een ruimte gehuurd waar hij aan een viertal studenten bijbelonderricht gaf. De Kazachse geheime dienst plaatste er verborgen camera’s en concludeerde dat er sprake was van het aanzetten tot godsdienstige haat.
Helaas is er in Kazachstan geregeld sprake van ernstige inbreuk op het grondrecht van godsdienstvrijheid. Daarmee gaan de autoriteiten in tegen internationale verdragen die ook Kazachstan heeft ondertekend. De leiders van de Adventkerk in deze regio van de wereld doen, evenals leiders van diverse organisaties voor godsdienstvrijheid, wat zij kunnen om Yklas Kabduakasov weer vrij te krijgen.
et hoofdkantoor van de Adventkerk in de staten Arkansas en Louisiana in de VS en twee kerkleden hebben een rechtszaak aangespannen tegen de bestuurders van het Amerikaanse stadje White Hall in Arkansas. Daar is een plaatselijke verordening uitgevaardigd die vrije colportage met godsdienstige boeken en tijdschriften verbiedt. Wie wil evangeliseren met boeken, moet een bedrag van 50 dollar betalen en een lange vragenlijst beantwoorden voor het verkrijgen van een vergunning. Volgens adventistische kerkleiders is het belangrijk deze kwestie kordaat aan te pakken, want navolging van een dergelijke verordening elders zou een stevige belemmering vormen voor de huis- aan-huisevangelisatie.
VROUWELIJKE PREDIKANTEN/ IN PAPOEA-NIEUW-GUINEA
T
ot voor kort bestond het predikantencorps van de Adventkerk in Papoea-NieuwGuinea uitsluitend uit mannen. Daarin is in de afgelopen paar jaren verandering gekomen. Geleidelijk aan kregen ook vrouwen pastorale posities. In december 2015 werd dr. Agnes Kola als eerste vrouw in dit deel van de wereld als volwaardig predikant erkend. Dat gebeurde door middel van een zogenaamde commissioning. Dit geeft een vrouw het recht om bijna alle taken van haar mannelijke collega’s te vervullen. Dr. Agnes Kola werd tevens gekozen in een staffunctie in het landelijk bestuurlijk apparaat.
De Adventkerk in Papoea-Nieuw-Guinea groeit snel. Het officiële ledental is nu 243.000. In dit land met ongeveer 7 miljoen inwoners betekent dit dat, als nog niet gedoopte gezinsleden worden meegeteld, ongeveer één op de tien personen adventist is. De Adventkerk is de op drie na grootste geloofsgemeenschap in het land.
7 maart 2016 |
Missioneurasia.org
UIT DE WERELDKERK/NIEUWS
VLUCHTELINGEN/MEDITATIE
IK WAS EEN VREEMDELING … Michal Szymanski/Shutterstock.com
maart 2016 |
8
In 1984 vertrok ik met mijn gezin naar Kameroen in West-Afrika. Het is nu ruim dertig jaar geleden, maar ik weet nog goed hoe het voelde toen we in alle vroegte arriveerden op het vliegveld van de hoofdstad Yaoundé. We waren vreemdelingen in een onbekend land. Alles was anders. Het was december, vlak voor Kerst. Maar in onze nieuwe woonplaats was het drukkend warm. Het rook anders. Het straatbeeld was vreemd en het verkeer chaotisch. Het soort Frans dat men in Kameroen spreekt, bleef nog maandenlang een grote uitdaging. Mijn nieuwe baan vergde een enorme omschakeling. Kortom: ik was een vreemdeling. Tekst/ds. Reinder Bruinsma
O
p het moment dat ik dit artikel schrijf, wordt Europa overstroomd door vreemdelingen. Ik heb het gevoel dat ik uit eigen ervaring een klein beetje begrijp wat het is om een vreemdeling te zijn. Maar mijn vreemdelingschap was natuurlijk heel wat minder dramatisch dan dat van mensen die met een klein rubberbootje de Middellandse Zee zijn overgestoken en er weken
over hebben gedaan om uiteindelijk in Ter Apel te belanden.
OPLOPENDE SPANNING
Nederland moet aan tienduizenden vreemdelingen uit Syrië en andere brandhaarden onderdak bieden. Over hoe dat moet, en vooral ook waar dat moet, lopen de meningen sterk uiteen. De spanning loopt op als mensen horen dat in hun woonplaats ‒ of zelfs in de buurt waar zij
/WIJ ZIJN GEEN
VREEMDELINGEN, MAAR BURGERS wonen ‒ een asielzoekerscentrum komt. Veel landgenoten vinden het nogal eng om zoveel vreemdelingen in hun omgeving te hebben. De opvang die de asielzoekers krijgen moet vooral niet te luxe zijn, want dan gaan die mensen straks nooit meer weg! Gelukkig zijn er ook heel veel mensen die de stroom nieuwkomers hartelijk begroeten. Zij beseffen dat deze vreemdelingen, misschien op een kleine minderheid na, gevlucht zijn voor ellende en terreur. In veel gevallen hadden ze geen keuze. En dan moet een welvarend gebied als het onze klaarstaan om te doen wat een beschaafde natie behoort te doen.
MEDITATIE/VLUCHTELINGEN
Voor christenen die de bijbelse waarden hoog achten, kent de vluchtelingenproblematiek een heel speciale dimensie. Ze ontdekken al in het Oude Testament dat God zich interesseert voor vreemdelingen. En dat hij zijn volk Israël duidelijk liet weten dat ze goed voor vreemdelingen moesten zorgen. In een van de bekendste tekstgedeelten, de Tien Geboden, worden de vreemdelingen nadrukkelijk genoemd. Het is opmerkelijk hoe het sabbatsgebod ook op de vreemdelingen wordt betrokken: ‘De zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de Here, uw God. Dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters … en ook voor de vreemdelingen die bij u in de stad wonen’ (Exodus 20:19). De Israëlieten wisten hoe het was om als vreemdeling te moeten leven. Dat moest een aansporing zijn om, nu zij bevrijd waren, als ervaringsdeskundigen met vreemdelingen om te gaan: ‘Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte’ (Exodus 22:20). Vreemdelingen werden ook uitgenodigd om mee te doen met belangrijke feesten, zoals het Pinksterfeest en het Loofhuttenfeest (Deuteronomium 16:10-14).
Maar nergens in de Bijbel worden we er als volgelingen van Christus zo duidelijk op gewezen dat we oog moeten hebben voor vreemdelingen als in Matteüs 25. Daar lezen we hoe Jezus bij het laatste oordeel niet vraagt naar onze leerstellige zuiverheid, maar ons confronteert met de vraag hoe we zijn omgegaan met mensen in de marge. Jezus prijst allerlei mensen omdat ze hem in de gevangenis hebben bezocht, of omdat ze hem te eten hebben gegeven en onderdak hebben verschaft toen hij als vreemdeling onder hen woonde. Als het antwoord dan is: ‘Wij hebben u helemaal niet in dergelijke omstandigheden aangetroffen’, antwoordt Jezus: ‘Ja, maar in feite hebben jullie dat wel, want als je je het lot hebt aangetrokken van een vreemdeling, dan is dat alsof je het voor mij hebt gedaan.’ Dat wil dus zeggen dat we in elke vluchteling en vreemdeling zijn gezicht moeten herkennen. En als straks Christus tegen mij zegt: ‘Ik was een vreemdeling, maar je hebt me genegeerd’, dan kan ik niet zeggen: ‘Heer, ik heb u nooit als vluchteling ontmoet.’ Want dan zegt Jezus: ‘Zeker wel! Ik woonde in dat azc bij jou in de buurt, maar je liep met een grote boog heen om de vreemdelingen die daar woonden!’
Dit artikel verscheen in december 2015 in het magazine Contact, een driemaandelijkse uitgave voor (oud-)ESDA-cursisten. Over het algemeen zijn dat mensen die de Adventkerk en haar boodschap nog niet kennen. Het blad is een manier om contact met hen te onderhouden en het is een evangelisatiemiddel. In de afgelopen tien jaar werden 42 ESDA-cursisten gedoopt en lid van de Adventkerk. Joanne Balk, op het Landelijk Kantoor verantwoordelijk voor ESDA, zegt: ‘Het is fantastisch om de persoonlijke verhalen te horen van mensen die bezig zijn met hun zoektocht naar God en hen daarin een poosje te begeleiden.’ Wilt u Contact ook ontvangen, voor uzelf of om weg te geven? Stuur Joanne Balk dan een mailtje (jbalk@adventist.nl) of bel 030 69 31509.
9
Lukasz Z/Shutterstock.com
GEEN VREEMDELINGEN MEER Maar er valt nog iets belangrijks aan toe te voegen. Als gelovigen zijn we in feite vreemdelingen geworden in deze wereld. We horen hier niet meer thuis. Maar terwijl we hier nog zijn, begint het rijk van God al gestalte te krijgen en mogen we zeker zijn van onze ‘status’. Paulus zegt het zo: ‘Zo bent u dan geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen en huisgenoten van God’ (Efeziërs 2:19). De vluchtelingen zijn geen vreemdelingen. Zij zijn burgers, net als wij. CONTACT JAARGANG 65 DEC 2015 NR 4
Driemaandelijks magazine van de stichting ESDA 02 Redactioneel Out of the box 03 Meditatie Vervreemd 04 Relaties Het is een vreemdeling zeker … 06 Gezondheid Gezond leven in Thailand 08 Gastschrijver Een andere kijk op vluchtelingen: Vreemd of toch niet? 10 Verdieping Ik was een vreemdeling … 12 Interview Altijd op zoek naar vreemde vogels 14 Bijbels gezien Vreemdelingen uit het Oosten 16 Voedsel voor de geest God is bij ons 17 Dialoog Vreemd maar waar 18 Groen! Van trend tot norm 19 Tenslotte Vreemd bloed
CONTACT
OMGAAN MET MENSEN IN DE MARGE
december 2015 |
GOD HEEFT IETS MET VREEMDELINGEN
FIJNE FEESTDAGEN EN EEN GEZEGEND NIEUWJAAR!
DE VRIJWILLIGER/MARIJKE MOLLET
VRIJWILLIGER MARIJKE MOLLET:
‘ADRA HEEFT MIJN HART’
Foto: Marleen de Man
maart 2016 |
10
Marijke Mollet–Belder is administratief medewerkster. Zij herstelt van een ernstige ziekte en heeft momenteel geen betaalde baan. Maar werken op vrijwillige basis doet zij des te harder. Zij zet zich in voor de kerk en voor een aantal goede doelen. ‘Ik vind het heel leuk om met en voor mensen te werken.’ Tekst/Lydia Lijkendijk
T
wee middagen in de week onderneemt Marijke Mollet‒ Belder (58) activiteiten met demente mensen. Ze collecteert veel voor verschillende doelen en zet zich in voor de kerk in haar gemeente Gorinchem. Daar doet ze de kinderklas, ze helpt bij de nazorg van Health Expo, is ADRA-coördinator van de gemeente en maakt deel uit van het bestuur. ‘Veel? Dat
/‘OMZIEN NAAR
ANDEREN IS EEN BIJBELSE OPDRACHT’
vind ik zelf wel meevallen’, zegt zij. ‘Ik kan het werk meestal zelf indelen. Mijn uren bij de demente mensen liggen vast, maar voor de rest kan ik zelf bepalen wanneer ik in een bepaalde week met een collectebus loop of de kindersabbatschool voorbereid.’
WAAROM DOE JE DIT VRIJWILLIGERSWERK? ‘Ik vind het heel leuk om met
mensen bezig te zijn en iets voor hen te doen. Collecteren is mooi werk. Ik ga langs de deuren, maak contact met mensen en hoor hun verhalen. Als je als collectant bij
mensen aanbelt, weet je niet wat de situatie daar thuis is. Of ze blij zijn, of misschien net iemand verloren hebben. Mensen kletsen gemakkelijk tegen me aan over van alles en nog wat, is mijn ervaring. Het is gemakkelijk om hun leed te verzachten als dat nodig is. Meestal krijg ik positieve reacties en de mensen hier in de omgeving zijn vrijgevig; misschien is dat in de grote stad anders. Voor mij is het vanzelfsprekend om vrijwilligerswerk te doen. Ik vind het wel heel bijzonder dat onze hele kerk op vrijwilligers draait. Als we dat niet zouden doen, zou de kerk niet kunnen bestaan. Dan hadden we geen sabbatschool, geen eredienst, geen muziek. Vrijwilligerswerk doen, omzien naar anderen, is een bijbelse opdracht. Jezus zette zich ook in voor zijn medemensen. Bovendien: het versterkt je in je geloof.’
MARIJKE MOLLET/DE VRIJWILLIGER WAT DOE JE ZOAL VOOR ADRA? ‘Het werk dat ik doe voor ADRA
WAT KOST HET JE OM VOOR DE KERK EN VOOR ANDERE GOEDE DOELEN TE WERKEN? ‘Het kost tijd en energie en soms ook wel eens wat nachtrust als ik er in mijn hoofd erg mee bezig ben. Maar dat vind ik niet erg. Ik krijg ’s nachts ook wel lumineuze ideeën om alles voor elkaar te krijgen.’
LEVERT HET OOK WAT OP? ‘Contact met mensen, dat levert
het op. Daardoor kan ik op een eenvoudige manier mijn geloof uitdragen. Bij de kerstdozenactie van ADRA betrek ik de hele buurt. Er zijn mensen in de straat die het hele jaar door spulletjes verzamelen. Een oudere dame van in de tachtig is het jaar rond aan het breien voor ADRA. Dat vind ik
ww Sh u w.Billi tter onP stoc hoto k.co s.co m m/
heel bijzonder. Vrijwilligerswerk doen kost energie, maar het geeft ook energie. Mijn gezondheid laat op dit moment te wensen over, maar mijn betrokkenheid houdt niet op. Gelukkig ben ik goed in delegeren. Ik krijg veel steun van mijn man Eddy en mijn zus Rianne. Zij nemen mij dingen uit handen die ik niet kan. Ik schaam me er ook niet voor om hulp te vragen. En ik doe het natuurlijk
‘DAT BEDOEL IK NOU!’ Na het interview stuurde Marijke Mollet een mailtje: ‘Na ons gesprek ging ik Bibi de hond uitlaten en kwam ik buurvrouw Anja tegen. We maakten een praatje. “O ja, Marijke”, zei ze, “ik heb een grote tas onder mijn bed. Ik ga elke week een tandenborstel en een tube tandpasta kopen, dan heb je volgend jaar genoeg voor vijftig ADRA-kerstdozen.” Wauw, ik huppelde bijna verder. Dit bedoelde ik: de mensen zijn zo betrokken!’
maart 2016 |
11
WAT BETEKENT DE KERK VOOR JOU? ‘Op mijn zeventiende heb ik er
bewust voor gekozen om zevendedagsadventist te worden. Ik vind de Adventkerk een fijne kerk om bij te mogen horen. Ik ga graag naar de diensten en naar de sabbatschool, ik ervaar dat mijn geloof daar versterkt wordt. Ook het contact met de broeders en de zusters in de kerk vind ik waardevol. Ik zou absoluut niet zonder mijn geloof kunnen. Tijdens mijn ziekte ben ik ook gedragen door gebed, dat was een heel bijzondere ervaring. Ik ben geen moment bang geweest.’
IS ER NOG TOEKOMST VOOR DE VRIJWILLIGER, OF STERFT DIE LANGZAAM UIT? ‘Als mensen zeggen dat ze “geen
tijd” hebben, bedoelen ze vaak: “geen zin”. Iedereen heeft 24 uur in een dag en je kunt ook zin maken. Maar ik begrijp wel dat mensen overvolle agenda’s hebben, en dat moet je ook respecteren. Mijn eigen ervaring is juist dat je door vrijwilligerswerk te doen even uit je dagelijkse sleur stapt. Dat brengt zegen en dat kan ik van harte aanbevelen.’
Marijke Mollet: ‘Bij de kerstdozenactie van ADRA betrek ik de hele buurt.’
Foto’s: Marleen de Man
spreekt me het meeste aan, ADRA heeft mijn hart. Ik ben er trots op dat de kerk een eigen hulporganisatie heeft die zich zo wereldwijd inzet om mensen in nood snel te helpen op een heel directe manier en zonder hoog van de toren de blazen in televisieprogramma’s of wat dan ook. Bij ons in de gemeente organiseer ik drie maal per jaar een collecteweek. Daarnaast coördineer ik de kerstdozenactie. Dat betekent in een korte periode veel werk. Ook gaan we soms naar rommelmarkten met tweedehandsspullen. Dat levert geld op voor ADRA, en ik doe het ook graag.’
allemaal niet alleen. Het afgelopen jaar hadden we achttien collectanten, vooral gemeenteleden maar ook mensen van buiten de kerk.’
VLUCHTELINGEN/EUROPESE TOP
maart 2016 |
12
EUROPESE ADVENTKERK ORGANISEERT VLUCHTELINGENTOP Europa heeft al maandenlang te kampen met een aanhoudende vluchtelingenstroom. Ook de Adventkerk ontgaat dit niet. Tijdens een conferentie in Zagreb van 17 – 19 januari 2016 vond een topoverleg plaats over dit onderwerp. Aan deze top namen de Europese voorzitters deel, plus de directeuren van alle Europese ADRA-vestigingen. Ds. Wim Altink, voorzitter van de Nederlandse Adventkerk, en ADRA Nederland-directeur Geert Hendriks waren erbij. Tekst/Geert Hendriks & ds. Wim Altink
O
nder de ongeveer zestig aanwezigen waren ook de leiders van ADRA International en de kerkelijke leiders van de twee Europese regiokantoren van de Adventkerk (TED & EUD). Gezamenlijk spraken de aanwezigen over een oplossing voor de vluchtelingencrisis.
COMPASSIE
Van alle Amerikanen vindt 81% dat het nu niet de tijd is om compassie te tonen. In zijn openingswijding liet ds. Chad Stuart, predikant van de gemeente Spencerville in de VS, echter zien dat compassie altijd op zijn plaats is. De Bijbel roept ons op om aandacht te geven aan de vreemdeling, en het kwade door het goede te overwinnen (Romeinen 12:8; Mattheüs 25:42-46). En de profeet Elisa nam een risico door de vijandige legers van Syrië voedsel en water te geven (2 Koningen 2:6) en toch deed hij dat juist.
Lesbos. Ook gaven mensen van de UNHCR, het hoge VN-commissariaat voor de vluchtelingen, een presentatie. De opdracht van de UNHCR, ingesteld in 1950, is de juridische bescherming van vluchtelingen en het vinden van duurzame oplossingen voor hun bestaanszekerheid. De UNHCR zet zich in voor onder andere oorlogsvluchtelingen en binnenlandse ontheemden en coördineert en stimuleert de materiële hulp van overheden en non-gouvernementele instellingen zoals het Rode Kruis.
TRAGEDIE Sinds de oprichting van de UNHCR zijn er nog nooit zoveel vluchtelingen geweest. In 2015 waren 60 miljoen mensen op de vlucht zowel in hun eigen land als daarbuiten. 86% van de vluchtelingen komt uit ontwikkelingslanden. In 2015 zijn iets meer dan een miljoen vluchtelingen Europa binnengekomen. Vierduizend hiervan hebben de reis met de dood moeten bekopen. Waar de vluchtelingenstroom in 2014 en begin 2015 voornamelijk via Italië liep (153.000 mensen), is de route nu bijna volledig verlegd via de Balkan. Het sluiten van de Hongaarse grens heeft grote gevolgen gehad voor de route en de stroom vluchtelingen. Vooral in de eerste dagen waren de toestanden chaotisch en zeer moeilijk te hanteren. Mensen waren soms zo wanhopig dat ze hun vlucht voortzetten zelfs als ze ziek waren
VERENIGDE NATIES
AdventistHelp.org, een initiatief van de organisatie van adventistische zakenmensen ASI in nauwe samenwerking met de twee Europese regiokantoren van de kerk, deed verslag van medische hulp die verstrekt is op het Griekse eiland Kerkleiders en ADRA-directeuren tijdens de vluchtelingen-top in Zagreb.
EUROPESE TOP/VLUCHTELINGEN
HULP VAN ADRA
De ADRA-organisaties uit de Europese landen, van Griekenland tot Noorwegen, hebben laten zien wat zij het afgelopen jaar hebben kunnen betekenen voor de eindeloze stroom mannen, vrouwen en kinderen. In bijna alle Balkanlanden ‒ Griekenland, Macedonië, Bulgarije, Slovenië, Kroatië en Servië ‒ ligt de nadruk op het helpen van de vluchtelingen door vrijwilligers. De ADRA-kantoren bestaan meestal maar uit een of enkele professionals. Toch worden in een aantal landen twee en soms zelfs drie shifts per dag uitgevoerd om voedsel, water, kleding en hygiënepakketten uit te delen. Ook zorgen hulpverleners ervoor dat mobiele telefoons worden opgeladen of dat mensen zich kunnen douchen. Vertalers staan klaar bij diverse informatievoorzieningen om de mensen in het Arabisch, Urdu, Engels of soms een andere taal te woord te staan. Extra aandacht is er voor de mensen die
speciale hulp nodig hebben. En natuurlijk is er een warm contact, een omhelzing, een luisterend oor en een helpende hand als dat nodig is. Net het steuntje dat sommigen nodig hebben om de lange reis naar een van de drie meest gewenste bestemmingslanden (Duitsland, Nederland en Zweden) vol te kunnen houden.
INTEGRATIE
In verschillende werkgroepen was er tijdens de top aandacht voor diverse thema’s. Wij bezochten de werkgroepen over integratie van migranten die willen blijven en over communicatie en fondsenwerving. In beide groepen werd het belang benadrukt om samen met elkaar in de kerk en de plaatselijke gemeente het gesprek aan te gaan over wat we wel en niet willen doen in de Europese vluchtelingenproblematiek. Het is essentieel om landelijk een taskforce in het leven te roepen waarin het Landelijk Kantoor samenwerkt met ADRA Nederland. Ook is het van belang vluchtelingen die zich in Nederland settelen, te helpen met de integratie in onze samenleving. Zodat zij de taal leren, een baan vinden en de weg vinden in de maatschappij. Wellicht kan het netwerk van Adra-contactpersonen hiervoor worden ingezet.
En uiteraard is het belangrijk dat leiders binnen de kerk en ADRA hierbij het goede voorbeeld geven.
COMMUNICATIE
De communicatiewerkgroep zoomde in op drie aspecten: (1) de boodschap naar onze leden, (2) de boodschap naar de samenleving en (3) de boodschap naar de vluchtelingen. Hoewel er sprake is van drie verschillende doelgroepen, was de conclusie dat de boodschap hetzelfde moet zijn, namelijk van onvoorwaardelijke liefde. Vervolgens kwam de vraag aan de orde hoe we deze boodschap communiceren. Hoe gaan we om met de leden die vinden dat de wederkomst van Christus zo nabij is, dat er geen tijd is om aandacht te geven aan de vluchtelingen, geen tijd voor compassie? In veel landen, ook in Nederland, is de Adventkerk een gemeenschap van migranten. Het past dus in onze traditie om aandacht te geven aan migranten.
CONCLUSIES EN PLANNEN
Op de Europese vluchtelingentop zijn conclusies getrokken en actieplannen gemaakt. Verantwoordelijken zijn aangewezen en deadlines bepaald om te verzekeren dat deze tweedaagse het startpunt is voor actie. ADRA en de Adventkerk gaan hulp bieden, waar dit kan en gepast is. Ook in Nederland vatten we de koe bij de horens. In ons land is al veel geregeld door de overheid, het COA, het Rode Kruis en Vluchtelingenwerk. En toch is het niet voldoende. ADRA-medewerkers en de Adventkerk hebben een commissie gevormd waarin we samen bepalen wat we kunnen doen voor de vluchtelingen in Nederland. Op die manier willen we de liefde van Christus weerspiegelen in onze daden. Het is tijd voor compassie!
Geert Hendriks is directeur van ADRA Nederland. Ds. Wim Altink is voorzitter van de Nederlandse Adventkerk. Jonathan Duffy, voorzitter van ADRA International, inventariseert de acties.
13 maart 2016 |
en een dokter nodig hadden. Deze stroom vluchtelingen is een tragedie. Zolang de politiek niet de wil heeft om de onderliggende conflicten op te lossen, zal de stroom blijven doorgaan. Gewoon, omdat mensen geen hoop meer hebben op een toekomst in hun eigen land of regio.
RENTMEESTERSCHAP/VAN HET BESTUUR
RENTMEESTERS
VAN HET PROFETISCH WOORD In het afgelopen jaar hebben we in onze kerk in Nederland de nadruk gelegd op rentmeesterschap. We hebben vooral de zegen benadrukt die gepaard gaat met het afdragen van tienden. In dit artikel willen we de term ‘rentmeesterschap’ wat breder uitrollen. Rentmeesterschap heeft immers niet alleen met het geven van tienden te maken, maar met het volledige pallet van christen-zijn. Tekst/ds. Bert Nab & ds. Wim Altink
Angela Waye/Shutterstock.com
maart 2016 |
14
E
rika Puni, van 2005 tot 2015 leider van het departement Rentmeesterschap van de wereldkerk, zegt het volgende: ‘Rentmeesterschap is een holistisch gegeven, te beginnen bij het verslag van de schepping in het boek Genesis, waar God zich aandient als de Schepper en de eerste mensen uitnodigt om zijn management te continueren. Op die basis ga ik ervan uit dat wij
rentmeesters zijn van het totale leven in plaats van rentmeesters die zich beperken tot alleen financiële zaken.’ Of zoals Danijela Schubert, leider van het departement Rentmeesterschap van de kerk in Australië en omstreken, het zegt: ‘Rentmeester-zijn betekent dat ik al mijn beslissingen en daden zie in het licht van hoe God deze zou zien. Alles wat ik doe of zeg,
reflecteert wie ik ben in mijn relatie tot Jezus. Hoe ik mijn afval weggooi, wat ik koop, hoe ik verkoop of geef, hoe ik voor mijn lichaam zorg, hoe ik mijn tijd gebruik, wat ik aan anderen en mijzelf vertel. Rentmeester-zijn betekent een verantwoordelijk persoon zijn, oog hebben voor het welzijn van allen – jezelf, anderen en de natuur.’
VAN HET BESTUUR/RENTMEESTERSCHAP
Rentmeesterschap heeft ook te maken met duurzaamheid. In de kerk werken we graag aan duurzame relaties. Relaties zijn ongelooflijk belangrijk. Mensen zijn relationele wezens en hoewel sommigen onder ons soms beter gedijen wanneer zij op zichzelf zijn, hebben de meesten van ons het nodig om andere mensen om zich heen te hebben. Zo ontstaan werkrelaties, vriendschapsrelaties, liefdesrelaties … In alle gevallen is het belangrijk dat relaties onderhouden worden, want als we de aandacht laten versloffen, zal op den duur de relatie verdwijnen. De kerk investeert in partnerrelaties omdat het als belangrijk gezien wordt dat mensen elkaar blijven steunen. Wanneer in een relatie kinderen verwelkomd mogen worden, wordt het des te belangrijker om de aandacht fris en betrokken te houden. Alleen op die manier kan een relatie gedijen.
IN GESPREK Het voeren van een goede en regelmatige dialoog is een duurzaamheidsaspect dat zeer belangrijk is in het kweken en onderhouden van onderling begrip. Die dialoog kan gevoerd worden in de werksfeer, maar ook privé. Zo is het ook belangrijk dat gelovigen onderling en van verschillende religies met elkaar in gesprek blijven. Op die manier ontdekken we kanten aan elkaar die we eerder niet gezien of vermoed hadden. De dialoog is daarmee een wapen tegen radicalisering en extremisme.
ZORG VOOR ELKAAR
De wereld kent vele zorgen op allerlei gebied. Een zorg die tegenwoordig schrijnend dichtbij komt, is de mens op de vlucht voor andere mensen. Hele gezinnen wagen hun leven om aan levensgevaarlijke omstandigheden te ontsnappen. Hoe tegenstrijdig willen we het hebben? Dit zou niet moeten voorkomen in een wereld waar ieder mens belangrijk is, maar toch gebeurt het. Duurzaamheid betekent zorg hebben voor elkaar in het besef dat ieder leven waardevol is.
Een ander aspect van duurzaamheid is de ecologie, aandacht voor de aarde waarop en waarover wij als rentmeesters zijn aangesteld. Hoe gaan we om met ons afval, ons energieverbruik, de machines die we aanschaffen? In welk soort auto rijden we? Het is zeer interessant, maar ook verontrustend, dat juist veel christenen in het verleden grotendeels voorbij gegaan zijn aan de effecten die onze leefstijl op het milieu heeft. Steeds werd er geredeneerd dat de aarde slechts een tijdelijke verblijfplaats is totdat God alles nieuw maakt. Maar op die manier wordt voorbijgegaan aan de opdracht die God aan onze eerste voorouders gaf, namelijk: ‘Zorg goed voor de aarde.’ Het is onze christelijke plicht om, waar wij kunnen, rekening te houden met het milieu en ons leven zo in te richten dat het het minst belastend is voor de omgeving waarin we leven.
Jazzmany/Shutterstock.com
ECOLOGIE
PROFETISCH WOORD Relaties, het milieu, de dialoog, zorg voor de medemens, het interreligieuze gesprek en het streven naar vrijheid van godsdienst blijven belangrijke waarden in het kader van rentmeesterschap en wij mogen daar als christenen ons aandeel in leveren. Een aspect van rentmeesterschap dat wij niet over het hoofd mogen zien, is het profetisch woord: ‘Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar toegenomen. U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden, als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart’ (2 Petrus 1:19).
/RENTMEESTERSCHAP
ZOU CENTRAAL MOETEN STAAN IN ONS LEVEN Hoe gaan we om met het profetisch woord? Laten we het als een lamp in een donkere ruimte schijnen? Petrus heeft het hier over de profetische aankondigingen dat de Messias zou komen en dat deze
15 maart 2016 |
DUURZAME RELATIES
RENTMEESTERSCHAP/VAN HET BESTUUR
maart 2016 |
16
voorspellingen zijn uitgekomen in de komst van Jezus. De vraag die wij ons dienen te stellen is: Is er een soort verlegenheid ontstaan als het gaat om het profetisch woord?
RIJKE TRADITIE
Er is aan ons, zevendedagsadventisten, een rijke traditie toevertrouwd. Hoe zijn wij rentmeesters van die schat die wij mogen beheren? We hoeven natuurlijk de woorden van onze voorouders uit de negentiende eeuw niet letterlijk te herhalen, maar we mogen ons wel afvragen hoe wij de ontdekkingen van de adventpioniers kunnen vertalen naar de tijd waarin wij nu leven. De grote profetische lijnen in de boeken van Daniël en Openbaring laten op een indrukwekkende en unieke wijze zien hoe de wereldgeschiedenis zijn climax vindt in de terugkeer van Christus. Ondanks aanvallen van het kwade en plagen die over de wereld worden uitgestort, is het een positieve boodschap. God maakt een nieuwe start. De toekomst met God zal goed zijn en al het verkeerde en ellendige dat we nu ervaren of op de nieuwszenders zien, zal dan achter ons liggen. In Gods wereld is geen ruimte voor onheil. Het kwade is overwonnen en het goede blijft over.
VRIJHEID OM TE KIEZEN
Bovendien wordt kenbaar gemaakt dat ‘aanbidding’ uitermate centraal staat; aanbidding van het Lam (Jezus) of het beest. Aanbidding van het Lam is gebaseerd op vrijwilligheid en liefde, terwijl aanbidding van het beest samenvalt met dwang en macht. Dit kwartaal bespreken we in de sabbatschool de bijbelse voorbeelden van het concept van de ‘grote strijd tussen Christus en Satan’. Daarbij is de rode draad: vrijheid om te kiezen. God geeft ieder mens de ruimte om te kiezen wie hij of zij wil aanbidden. God wil niet dat mensen op basis van dwang voor hem kiezen.
Als rentmeesters van het profetisch woord is het van belang om de vrijheid van godsdienst te blijven promoten. Dat is een groot goed. Onlangs bezochten wij een interreligieuze bijeenkomst in Utrecht. Na een christelijke dienst in de Domkerk, liepen vertegenwoordigers van de diverse religies als pelgrims door de binnenstad om uit te komen bij Tivoli/ Vredenburg waar, in aanwezigheid van prinses Beatrix, het programma gezamenlijk werd vervolgd. Mensen met verschillende achtergronden brachten ‘in vrijheid verbonden’ hun visie op respect, aanbidding, omgaan met elkaar en onze wereld. Hoewel niet elk onderdeel passend zou zijn binnen onze eigen traditie, was het wel uitermate boeiend en waardevol om te zien hoeveel respect er onderling werd betoond en hoe belangrijk het is om met elkaar in gesprek te blijven. Alleen op die manier kan de ander ervaren waarom er bepaalde keuzes gemaakt worden in het leven. Want laten we eerlijk zijn: wanneer wij onszelf slechts afzonderen van anderen omdat hun gedachtegoed anders is dan het onze, hoe willen we dan ooit in staat zijn om onze visie op het Woord van God over te brengen? Respect willen ontvangen, betekent ook respect tonen.
BEGROTING 2016
BLIJVEN COMMUNICEREN Als rentmeesters van het profetisch woord willen we – net als Johannes de Doper – aankondigers zijn van het komende koninkrijk. We willen niet dat mensen verrast worden door de komst van Christus. Als rentmeesters van het profetisch woord willen we anderen bekendmaken met de manier waarop Jezus laat zien wie God is. Voor zevendedagsadventisten is bijvoorbeeld de sabbat van wezenlijk belang. Wij hebben een bepaalde visie op de sabbat die door het overgrote deel van de christelijke en andersreligieuze wereld niet wordt gedeeld. Het is belangrijk om te blijven communiceren waarom wij vinden dat de sabbat ook vandaag nog relevant is. Dat kan alleen bij een voortgaande dialoog.
HELDER LICHT
Als rentmeesters van het profetisch woord, een taak die wij van God ontvangen hebben, willen we onszelf en anderen alert maken op de trucs van Satan om mensen van God weg te halen. Betekent dit dat we ons afscheiden van de wereld? Dat we ons terugtrekken in onszelf? Nee, het betekent dat we het licht helder laten schijnen. Dat we omgaan met veel verschillende mensen, zoals Jezus dat deed. We willen het profetisch licht delen met anderen.
De conceptbegroting voor 2016 is ultimo 2015 goedgekeurd door het Algemeen Kerkbestuur. Voor het eerst in jaren presenteren wij een sluitende begroting (exclusief afschrijvingen). Dit betekent dat wij verwachten niet verder in te teren op de reserves. Dit heeft enerzijds te maken met de voorzichtige inschatting dat de tienden over 2015 1,75% hoger zijn dan in 2014 en dat deze trend zich zal voortzetten in 2016. Anderzijds hebben we kritisch gekeken naar de evenementen en activiteiten die vanuit het Landelijk Kantoor worden georganiseerd. Hierin zijn keuzes gemaakt, wat vooralsnog betekent dat sommige activiteiten ‘on hold’ zijn gezet. Wel is ruimte gevonden weer diverse evenementen te organiseren in 2016. De belangrijkste uitdaging zal zijn meer inkomsten te genereren. U kunt de begroting raadplegen via www.adventist.nl.
VAN HET BESTUUR/RENTMEESTERSCHAP
‘Wij zijn allen geschapen naar het beeld van God en in hem vinden we onze identiteit. Als Gods speciale afgevaardigden op deze aarde, is ons de verantwoordelijkheid van ‘beheren’ (Genesis 1:26) toevertrouwd op een manier die God als eigenaar van alles zal behagen. Satan heeft zich erop gericht om datgene wat God gemaakt heeft te vernietigen. Echter, als rentmeesters hun taak ten opzichte van de Schepper accepteren en in zijn zending participeren, worden zij opnieuw geschapen in zijn gelijkenis’ (Paulo Benini ‒ Bern, Zwitserland).
17
Ook in 2016 willen wij op een holistische manier ons steentje bijdragen. Rentmeesterschap omvat heel veel zaken en zou centraal moeten staan in ons leven. Van onze financiën tot onze tijd, van gezond leven tot aandacht voor de aarde, van hulp bieden aan de mensen om ons heen tot op pad gaan als zendingswerker, het past allemaal binnen het thema rentmeesterschap. De Heer vraagt ons om met hem samen te werken in de aanloop naar zijn komst. Dat willen we ook dit jaar opnieuw uitdragen en in praktijk brengen.
maart 2016 |
RENTMEESTERSCHAP CENTRAAL
/GODS WOORD
MOET GEHOORD WORDEN DOOR ALLE MENSEN EN NIET ALLEEN DOOR DEGENEN DIE HET MET ONS EENS ZIJN
Ds. Bert Nab en ds. Wim Altink zijn respectievelijk secretaris en voorzitter van de Nederlandse Adventkerk.
Arevik/Shutterstock.com
Dit betekent dat we ons des te meer inzetten voor contact ook met andere christenen, bijvoorbeeld via de Raad van Kerken waar wij associé-lid van zijn. Waarom doen we dat? Omdat we samen christen zijn, broeders en zusters in Christus. Omdat we het profetisch geluid willen laten horen waarvan wij denken dat dit belangrijk is in de aanloop naar de terugkeer van Jezus. Omdat we godsdienstvrijheid willen ondersteunen. Omdat we geloven dat Gods Woord gehoord moet worden door alle mensen en niet alleen door degenen die het met ons eens zijn.
MYSTERY GUEST/VOORBURG INTERNATIONAL
maart 2016 |
18
EEN WARM WELKOM BIJ VOORBURG INTERNATIONAL me helemaal terug in mijn jeugd: een zangdienst aan het begin van elke bijeenkomst! Iets wat we nu nauwelijks meer kennen. En zingen doen ze, bij Voorburg International. Veel meer dan in de kerken waar ik meestal kom. Het klinkt allemaal mooi en uitbundig. Vooral als de zaal voller wordt en een aantal strijkinstrumenten de piano aanvullen.
FORMEEL
Regelmatig bezoekt de mystery guest van Advent op sabbatmorgen een willekeurige gemeente in Nederland en beschrijft de opgedane ervaringen. In deze artikelenreeks maken wij een dwarsdoorsnede van de verschillende soorten gemeenten. Van het traditionele kerkgebeuren en de diversiteit van allerlei multiculturele gemeenten en church plants tot wat er verder allemaal aan groepen is.
Op deze sabbat met de eerste natte sneeuw is mijn bestemming de internationale Adventkerk in Voorburg: Voorburg International SDA church. Het zou om een gemeente gaan die is gevormd door leden die zich meer thuis voelen in de traditionele sfeer van het adventisme. Ik ga eens kijken of dat klopt. Tekst/ Mystery Guest
H
et is de enige kerk in de straat waar ik door de TomTom gebracht ben. Het adres klopt, maar aan de buitenkant kan ik niets zien wat doet vermoeden dat daar adventisten bij elkaar komen. Binnen is het leeg. Ik aarzel, kijk achter deuren, hoor wel wat geluid van kinderen en ga dan voorzichtig twee trappen op. Zal het hier zijn? De eerste persoon die ik tegenkom wenst me een gezegende sabbat, dus ik zit
goed. Ik voel me gelijk welkom en op mijn gemak.
NOSTALGIE
De sobere zaal is dan nog vrij leeg. Als het tijd is voor de sabbatschool begint men met het zingen van enkele liederen. En dan nog wel uit de SDA Church Hymnal. Wat een nostalgie. Bij een mystery guestbezoek elders kon ik niets meezingen, dat wordt nu ruimschoots goed gemaakt. Ik voel
Bidden doen ze ook veel vaker. Meestal geknield, lastig met mijn wat strammer wordende ledematen. De opening van de sabbatschool verloopt erg formeel: de leiding komt op, knielt voor een stil gebed. En dan dezelfde items als overal. De les, in vier grote klassen, is meer een aaneenschakeling van monologen dan een echte discussie. Jammer! Als een spreker iets zegt waar men het mee eens is, wordt instemming betuigd met een duidelijk ‘amen’. Bijzonder is dat aan het eind van de les van elke groep iemand komt vertellen wat er in zijn of haar kring besproken is.
VOORBURG INTERNATIONAL/MYSTERY GUEST WARM EN WELKOM
TRADITIONELE PREEK
De eredienst verloopt grotendeels zoals elders. Wel meer zingen en langer bidden. Het kinderverhaal komt rechtstreeks uit de Bijbel, de kinderen sluiten dat gedeelte zelf af met een gebed. De preek is lang en inhoudelijk erg traditioneel. Heel veel bijbelteksten, daardoor weinig ruimte om diep op een tekst in te gaan. Een nadeel voor een gewone bezoeker: de hele dienst is in het Engels. En het is wel nodig iets te weten van de adventistische gewoonten en gebruiken om te kunnen volgen wat er allemaal gebeurt. Ook hoor ik de hele morgen geen enkele verwijzing naar wat ons allen bezig heeft gehouden die week: de vluchtelingen en de terreuraanslagen.
VERDER IN DE MIDDAG
Na de dienst gaat men samen eten en dan is er een middagprogramma. Maar mijn opdracht voor deze rubriek geldt slechts de ochtenden. Als ik, een uur later dan gewoonlijk, weer de regen in stap, heb ik ondanks het conservatieve imago van deze gemeente een warm gevoel.
/VEEL ZINGEN, LANG BIDDEN
maart 2016 |
19
n e k e r p S m te n o irere p s n i Landelijke sprekersdag, 12 juni Kom naar de sprekersdag en laat je inspireren door gastspreker ds. Ian Sweeney, winnaar van de London Times Preacher of the Year Contest. Als geen ander weet deze topspreker een boodschap te brengen die verschil maakt. Luister en leer!
Voor wie Alle mensen die spreken binnen de Adventkerk, of dat zouden willen.
Deze trainingsdag is een must
Wanneer
voor iedere spreker die zichzelf serieus neemt. Zorg dat je erbij bent!
Waar
Landgoed Oud Zandbergen, Huis ter Heide.
12 juni, 10.30-16.00 uur (inloop vanaf 10.00 uur). Neem zelf een broodje mee, wij zorgen voor soep.
Opgave via Kalin Li: kli@adventist.nl
Ryan Jorgensen - Jorgo/Shutterstock.com
Tijdens de tussendienst word ik, als nieuwe bezoeker, gevraagd op te staan en te vertellen wie ik ben en waar ik vandaan kom. Vervolgens wordt me een welkom toegezongen, krijg ik van iedereen in mijn omgeving een hand en krijg ik twee adventboeken overhandigd. Een welkom zoals ik nog nooit elders ervaren heb. Dit geeft trouwens goed het gevoel weer dat ik de hele morgen heb: Voorburg International is een warme groep, waar je welkom bent.
VLUCHTELINGEN/VERDIEPING
maart 2016 |
20
Ik kom uit een familie van vluchtelingen. Mijn vader ontvluchtte het koude Nederland voor de belofte van een beter bestaan in ZuidAfrika. Mijn oma’s familielijn gaat terug tot de Hugenoten, die lang geleden naar Nederland vluchtten. Mijn moeders familieleden zijn echte Afrikaners. In de 17e eeuw vluchtten ze uit Nederland naar Kaapstad, en later naar het binnenland toen de Britten hen wilden uitmoorden. Ikzelf ben een economische vluchteling, naar Nederland gevlucht op mijn twaalfde. Tekst/ds. Tom de Bruin
N
ou overdrijf ik een beetje over mezelf. Ik had natuurlijk een Nederlands paspoort vanaf mijn geboorte. Wij vertrokken niet met gevaar voor eigen leven uit Zuid-Afrika, maar konden toch niemand vertellen dat we weggingen. Mijn vrienden dachten dat ik gewoon op vakantie ging naar Nederland. En we werden op het vliegveld bijna tegengehouden. Want zomaar vertrekken naar een ander land, dat kon niet. Wat ik heb meegemaakt, is van een compleet andere orde dan wat de miljoenen vluchtelingen dagelijks meemaken. Als ik terugkijk, zie ik welke impact het op mij had: het inpakken, vertrekken, niemand iets vertellen en het opbouwen van een nieuw leven in een vreemd land met een vreemde taal en vreemde gebruiken. Als deze beschaafde vluchtverhuizing zo’n invloed had, hoe moet het wel niet zijn voor die duizenden die elke dag alles achterlaten? Ik kan het me niet voorstellen, ik denk dat dat geldt voor iedereen die het niet zelf heeft meegemaakt.
SCHOENEN
Het is heel lastig om te weten hoe je moet reageren op gebeurtenissen die je je niet voor kunt stellen. Mijn voorganger, ds. Hans Ponte, zegt altijd dat je een mijl in iemand anders schoenen moet lopen – maar hoe doe je dat als die ander niet eens schoenen heeft? Hoe kunnen wij meevoelen met mensen die iets meemaken wat je je gewoon niet kunt voorstellen? Dit gebrek aan medelijden blijkt uit de verschrikkelijke reacties van mensen die je in de krant en op internet leest:
vluchtelingen zijn inbrekers, vluchtelingen vormen een leger dat ons land binnentrekt, vluchtelingen komen alleen voor de bijstand, vluchtelingen zijn moordenaars en verkrachters. Asielzoekerscentra en woningen van vluchtelingen worden bestormd: racistische leuzen op de muren, varkenskoppen op de hekken.
VRAAGTEKENS
Vaak wordt gedacht dat deze uitlatingen alleen afkomstig zijn van een populistische minderheid. Maar wat te denken van het beleid van overheden? In Zwitserland en Denemarken willen de regeringen vluchtelingen alle dingen van waarde – hun geld en juwelen – afnemen. In delen van het Verenigd Koninkrijk moeten asielzoekers te allen tijde een rode armband dragen. Vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog zijn gauw gemaakt. Deze reacties komen natuurlijk niet uit het niets. Vluchtelingen brengen kosten voor de regering met zich mee, dat wekt angst als je al economische zorgen hebt. Vluchtelingen komen uit andere landen en culturen, dat brengt verandering ‒ zeker in monoculturele gemeenschappen. In sommige gevallen gebeuren er verschrikkelijke dingen waar ook vluchtelingen bij betrokken zijn. Uiteindelijk is dit onderwerp een hele uitdaging. Zelfs als je helemaal vóór het helpen van vluchtelingen bent, blijven er sociologische issues. Hoe gaan wij om met intolerantie van vluchtelingen tegenover bijvoorbeeld vrouwen en homo’s die ook meevluchten?
NEDERLANDERS BEZITTEN NEDERLAND Een kernuitgangspunt bij het hele vluchtelingendebat is dat een groep mensen de baas is over een gebied. In ons geval bestaat er iets als ‘de Nederlanders’ en zij zijn de baas van een deel van de aarde dat ‘Nederland’ heet. Mensen die om een of andere reden niet tot de groep ’Nederlanders’ horen, mogen zich alleen vestigen in dat gebied als ze toestemming hebben. De ‘Nederlanders’ hebben zich de taak toegeëigend om bepaalde
VERDIEPING BIJ DE VERDIEPING/VLUCHTELINGEN
OP DE
VLUCHT
zaken te waarborgen in hun ‘Nederland’: democratie, vrijheid, veiligheid, sociale gelijkheid en tolerantie. Mensen die van buiten ‘Nederland’ komen kunnen deze zaken tegenwerken, en dat is gevaarlijk voor het gebied en haar inwoners. Daarom moet er opgepast worden dat de toestroom van vluchtelingen de kernwaarden van ‘Nederland’ niet onderuit haalt. Dit uitgangspunt, dat een groep mensen de baas is in een deel van de wereld, is een kernuitgangspunt van de democratie. Het is de
basis waar bijna deze hele wereld op draait. Maar als christenen, als critici van deze wereld, zouden we daar toch wat vraagtekens bij kunnen zetten.
REIZIGERS
In 2017 organiseren alle landelijke jeugdpredikanten van Europa een jeugdcongres. In Valencia komen zo’n vierduizend jongeren bijeen voor een week van aanbidding en dienstbaarheid. Zo’n week organiseren kost veel tijd, dus in september begonnen we met de
planningen. Allereerst hadden we een thema nodig. Na een dag vergaderen, brainstormen, bidden en nog meer vergaderen waren we eruit: reizigers. Misschien klinkt dat niet meteen als het meest inspirerende thema, maar als je er wat langer over nadenkt, dan zie je veel diepgang. Als christenen weten we dat wij op reis zijn op deze aarde. Dat wij te gast zijn en verantwoordelijk zijn voor deze wereld. De wereld zelf is van God, en hij heeft deze gegeven aan alle mensen, aan al zijn
Nicolas Economou/Shutterstock.com
maart 2016 |
21
VLUCHTELINGEN/VERDIEPING
kinderen. Wij weten dus eigenlijk dat elk ander persoon – waar die ook vandaan komt – een reiziger is net als wij! En elke reiziger zou eigenlijk precies dezelfde rechten moeten hebben.
maart 2016 |
22
GODS AARDE
Ververidis Vasilis/Shutterstock.com
Wat blijft er dan over van onze democratie? Van de aardse machten en krachten? Heel simpel, net zoals we zingen uit de AJV Jeugdliedbundel: ‘’t Werk van God is niet te keren/ omdat Hij erover waakt,/ en de Geest doorbreekt de grenzen/ die door mensen zijn gemaakt.’ Nederlanders geloven misschien wel in Nederland, maar de Geest overstijgt dat. Wij vinden
misschien wel dat wij de baas zijn in eigen land, maar God herinnert ons eraan dat heel de aarde zijn land is. Voor christenen is het eenvoudig: de aarde is van God en wij zijn vereerd dat wij er, met z’n allen, op kunnen wonen. Je zou dan heel goed de vraag kunnen stellen: Wie zijn wij dan om te bepalen waar iemand wel of niet mag wonen?
DUIZENDEN VLUCHTELINGEN IN DE BIJBEL
De Bijbel heeft duidelijke meningen over vluchtelingen, niet zonder goede redenen. Er zijn duizenden vluchtelingen in de Bijbel. Tel maar mee. Adam en Eva vluchten uit
Eden, Kaïn vlucht na zijn moordpartij. Noach vlucht voor de vloed, Abraham en zijn gezin vluchten naar en van Egypte. Abrahams gezin vlucht sowieso erg veel: neef Lot vlucht uit Sodom, zoon Ismaël vlucht de woestijn in, zoon Isaac vlucht naar het land van de Filistijnen, kleinzoon Jacob vlucht voor zijn broer Esau en later van zijn oom Laban. En dan Mozes die vlucht uit Egypte, een keer zonder zijn volk, een keer met heel zijn volk. Duizenden vluchtelingen, en dat was nog maar de eerste van de zesenzestig boeken van de Bijbel. Op het eerste gezicht is het dan ook geen raadsel waarom God de Israëlieten zoveel wetten geeft over vluchtelingen. Als de kinderen van God al in het eerste boek van de Bijbel zoveel vluchten, dan lijkt het logisch dat hij tegen de Israëlieten zegt: ‘Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de Heer, jullie God’ (Leviticus 19:33–34). Toch intrigeert het mij dat God dit gebod geeft. Want juist de Israëlieten weten wat het is om te vluchten voor hun leven en te moeten wonen in een vreemd land. Juist de Israëlieten weten hoe het is om een tweederangsburger te zijn. Juist de Israëlieten weten hoe het voelt als vluchteling en vreemdeling. Je zou verwachten dat de Israëlieten dit gebod niet nodig hadden.
/MISSCHIEN
BLIJKEN VLUCHTELINGEN ENGELEN …
VERDIEPING/VLUCHTELINGEN PROBLEMEN DIE VLUCHTELINGEN MEENEMEN
JEZELF OF DE ANDER?
Het kan vreemd overkomen dat God het noodzakelijk vindt de Israëlieten te vertellen dat ze goed om moeten gaan met vluchtelingen. Het lijkt wel alsof het iets menselijks is, om eerder aan jezelf te denken dan aan de ander. Het lijkt wel alsof de Israëlieten, nu zij geen vreemdelingen meer zijn, nu zij een soort van eigen land hebben, allang vergeten zijn hoe het is om een vreemdeling in een vreemd land te zijn. Het lijkt wel alsof de Israëlieten nu net zo slecht omgaan met vreemdelingen in hun land, als de Egyptenaren met hen omgingen.
23 juni 2015 |
Het is opmerkelijk dat de Bijbel, terwijl deze vaak ingaat op vluchtelingen, toch amper spreekt over de uitdagingen daarvan. De zorgen die een heel aantal Europeanen hebben over de toestroom van vluchtelingen, die zouden de Israëlieten toch ook moeten hebben gehad? Het enige wat de Bijbel zegt over vreemdelingen in het land, is dat zij, net als alle burgers, zich moeten houden aan de wetten. De Bijbel gaat niet in op de zorgen die we zouden moeten hebben voor het andere geloof dat meevlucht, de andere normen en waarden, de additionele economische druk, of de kosten van huisvesting. Sterker nog, de Israëlieten krijgen heel wat regels mee, om te verzekeren dat vluchtelingen niet hoeven verhongeren (zoals Leviticus 19:9–10). De Bijbel heeft geen oog voor de lasten die vluchtelingen het volk zouden kunnen bezorgen. De Bijbel spreekt alleen over hoe wij om moeten gaan met andere kinderen van God, uit een ander deel van zijn wereld. En, helaas, hoewel je zou verwachten dat de Israëlieten, ex-vluchtelingen immers, weten hoe ze om moeten gaan met vluchtelingen, vindt God het toch noodzakelijk hen eraan te herinneren dat ze moeten zorgen voor vluchtelingen.
Jazzmany/Shutterstock.com
Het is dan ook niet vreemd dat Jezus, die predikt dat wij de ander moeten behandelen zoals we zelf behandeld willen worden, zich ook zorgen maakt om de vluchtelingen. Hij is natuurlijk ook vluchteling en vreemdeling. Als God in het lichaam van de mens, als baby zonder een plaats om te liggen, maar ook als kind gevlucht voor Herodes. Jezus weet wat het is om een vreemdeling te zijn.
ENGELEN
Het leven en de woorden van Jezus over naastenliefde inspireren ook de schrijver van Hebreeën. In misschien wel de mooiste tekst over vreemdelingen, vluchtelingen en gastvrijheid schrijft hij: ‘Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvan-
/JEZUS WEET WAT
HET IS OM EEN VREEMDELING TE ZIJN gen’ (Hebreeën 13:1–2). Hebreeën verwijst naar de oerverhalen van een tweetal vluchtelingen zelf: Abraham en Lot. Abraham die mannen ontving en hoorde dat hij een kind zou krijgen. De mannen bleken engelen. Lot die mannen ontving en hoorde dat hij zelf moest gaan vluchten. Ook deze mannen bleken engelen. Allebei waren ze gastvrij, niet omdat ze wisten wie ze ontvingen, maar omdat zij gastvrije mensen waren. Voor ons is dat misschien wel de meest inspirerende gedachte. Laten we vluchtelingen goed ontvangen. Want wie weet, misschien blijken ook zij engelen.
VLUCHTELINGEN/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL
maart 2016 |
24
Is de Bijbel relevant voor onze tijd? Die vraag stel ik mezelf iedere keer als ik met het lesboekje Dialoog bezig ben. Wat zegt de Bijbel over de wereld waarin ik leef en wat kan ik daarover vertellen aan anderen? Kunnen wij als adventisten een verschil maken in 2016 door wat we zeggen en wat we doen? In het tweede kwartaal van dit jaar gaat het lesboekje over het boek Matteüs. Laten we eens kijken of het bestuderen van Matteüs ons kan helpen met een eigentijds onderwerp als het vluchtelingenprobleem.
© leoadri / 123RF
vallefrias/Shutterstock.com
Gemei nsam für Flüchtlinge
Anleitung für ehrenamtliche Projektarbeit mit politisch Verfolgten und Kriegsflüchtlingen
Tekst/ds. Jurriën den Hollander
E
en van de meest relevante onderwerpen dit jaar is wel de vluchtelingenproblematiek. Miljoenen mensen zoeken bescherming in Europa. Jarenlang was het vluchtelingenprobleem een ver-van-ons-bed-verhaal. Nu worden we er direct mee geconfronteerd want de vluchtelingen staan letterlijk in onze achtertuin.
MEER DAN RUIMHARTIG GEVEN Hebben adventisten iets te zeggen over vluchtelingen? Dat hebben wij zeker. Een paar voorbeelden. Op
sabbat 20 juni 2015 werd er een vluchtelingendag georganiseerd door de kerk in Noord-Amerika. Inmiddels zijn er bijeenkomsten met ADRA binnen de Europese Adventkerk, zie daarvoor het artikel op pagina 12. De Adventkerk in Duitsland heeft in oktober 2015 het boekje Gemeisam für Flüchtlinge (Samen voor vluchtelingen) uitgegeven (zie www.thh-friedensau.de). Op adventist.org, de site van het wereldkantoor, is informatie te vinden over humanitair werk. Twee tekstgedeelten,
Deuteronomium 15:1‒11 en 2 Korintiërs 8:8‒15, promoten het ruimhartig geven aan mensen die dat nodig hebben. Dat is natuurlijk heel mooi, maar omgaan met vluchtelingen is toch meer dan alleen ruimhartig geven. Welk inzicht geeft het boek Matteüs ons over dit onderwerp?
HET WOORD ‘VLUCHTELING’
Ieder woord dat je gebruikt, roept bepaalde beelden op. Dat geldt ook voor het woord ‘vluchteling’. Ik zie de plaatjes van mensen aan
VLUCHTELINGEN/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL
In zijn eerste preek, die we de bergrede noemen, spreekt Jezus erover hoe mensen met elkaar zouden moeten omgaan (Matteüs 5‒7). Hij legt daarmee de wet en de profeten uit (Matteüs 5:17). Hij legt uit dat het houden van Gods wet niet een kwestie van het houden van de regeltjes is, maar meer een kwestie van het hebben van interne waarden. De wet ‘pleeg geen moord’ heeft een onderliggende waarde die zegt: ‘heb volledig respect voor het leven en de eigenheid van de ander.’ En als een mens die waarde begrijpt en verder denkt dan de wet, dan laat hij zijn boosheid niet de vrije loop en labelt hij anderen niet met kwetsende woorden (Matteüs 5:22). En als iemand zelfs maar denkt dat iemand anders een probleem met hem heeft, dan moet hij gaan uitzoeken hoe het zit en
EEN GROTER PERSPECTIEF
In de eerste twaalf verzen van hoofdstuk 5 laat hij zien wat dat grotere perspectief is. Hij spreekt over het hebben van een identiteit. Hij praat over twee groepen mensen, (a) diegenen die een liefdevolle houding hebben naar anderen (de nederige, zachtmoedige, barmhartige, zuivere mensen en de vredestichters), en (b) diegenen die lijden in deze wereld (de treurende mensen, zij die hongeren naar gerechtigheid en zij die vervolgd en uitgescholden worden) (Matteüs 5:1‒12). Al deze mensen krijgen een belofte, zowel zij die aan de ‘goede’ kant van de lijn staan waar liefde heerst, als zij die aan de ‘verkeerde’ kant van de lijn staan waar de klappen vallen.
DE TAAK VAN DE MESSIAS
Hiermee doorbreekt Jezus het effect van labelen. Troost voor de treurenden wil zeggen dat er
iemand is die zich het lot van het individu aantrekt. Voor troost is er geen computerprogramma, geen troost-app. Troost heeft te maken met intensief contact tussen twee wezens. Dit geldt ook voor hen die hongeren naar gerechtigheid, hun zaak zal worden opgelost; zij die vervolgd en uitgescholden worden, krijgen een ereplaats in de hemel.
25
/MATTEÜS PLAATST
ALLES WAT ER GEBEURT IN DEZE WERELD IN PERSPECTIEF In al deze gevallen is de hoopvolle boodschap dat er iemand zal zijn die zich om je bekommert. De door de omstandigheden ontmenselijkte mens krijgt zijn volle bestaansrecht terug van God met zelfs een ereplaats in de hemel. De ontmenselijkte mens zijn bestaansrecht teruggeven is de taak van de Messias. Matteüs heeft zijn verhaal over Jezus geschreven om de lezers ervan te overtuigen dat Jezus van Nazaret dé Messias was die iedereen verwachtte en daarmee de vervulling was van de
Volodymyr BorodinShutterstock.com
EEN ANDER MENSBEELD
de relatie met die andere persoon herstellen (Matteüs 5:23‒25). Hiermee laat Jezus zien dat interne waarden essentieel zijn voor een gezonde samenleving. Maar Jezus laat ook zien dat er een groter verband is.
maart 2016 |
de grens, vermoeid en verregend, hongerig en met wanhopige blikken. Terwijl het woord ‘vluchteling’ een heel normaal woord was, heeft het de afgelopen tijd een andere betekenis gekregen. Het woord is geen neutraal woord meer. Het roept beelden op van grenscontroles, angst, politiek debat, weerstand, nationale identiteit en religieus conflict ‒ om er maar een paar te noemen. Bij het woord ‘vluchteling’ denkt de lezer niet in eerste instantie meer aan een medemens, een individu. Iemand die waarschijnlijk ooit een gewoon leven leidde, naar zijn of haar werk ging, in het weekend plezier had met vrienden, misschien ook op godsdienstig vlak actief was. Het woord ‘vluchteling’ stigmatiseert, is een label geworden. Zonder het te beseffen labelen we een mens als een paria die een gevaar vormt voor onze maatschappij. Het gebruik van het woord ‘vluchteling’ ontmenselijkt de persoon. Het zorgt ervoor dat iemand kwetsbaar wordt, want vluchtelingen mogen we fouilleren, ondervragen, opsluiten of weigeren.
VLUCHTELINGEN/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL
profetieën in het Oude Testament (Matteüs 2:6). Want als de Messias zou komen, zou de wereld veranderen en zouden mensen anders met elkaar omgaan (Jesaja 61:1). Maar om die Messias te kunnen zijn, moest Jezus van Nazaret zelf een ontmenselijkte mens worden. Hij moest zelf de paria worden die door de maatschappij zou worden geslagen, mishandeld, uitgescholden en vervolgd.
VLUCHTELINGEN MENSWAARDIG BEHANDELEN
Heeft Matteüs iets te zeggen voor vluchtelingen vandaag? Ik denk het wel. Allereerst over de houding van ‘gewone burgers’ tegenover vluchtelingen. Vluchtelingen zijn mensen met een identiteit en met een verhaal. Op grond van wat Jezus heeft gezegd in Matteüs zouden gelovigen de lokale en landelijke overheid moeten oproepen vluchtelingen menswaardig te behandelen. Maar meer nog dan tot de overheden, zouden we ons moeten richten tot onze medeburgers met de woorden: ‘Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen’ en: ‘Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt, want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden’ (Matteüs 7:1‒2, 12). We kunnen vaststellen dat het thema vluchten of migreren niet vreemd is aan het boek Matteüs. Echter, nergens in de evangeliën krijgt het thema vluchteling zo’n lading die het vandaag de dag heeft.
MATTEÜS OVER JEZUS
Matteüs heeft nog iets te zeggen over de Messias, Jezus van Nazaret. Langzaam ontvouwt zich bij Matteüs het beeld dat Jezus een zeer bijzonder persoon is. Matteüs vertelt het niet direct zoals Marcus 1:1, of met een prachtig verhaal zoals Lukas 1 en 2. Bij Matteüs moet de lezer zich gaan afvragen wat er aan de hand is. Hij geeft alleen maar aanwijzingen zoals de
bijzondere leiding door een engel (Matteüs 1:20; 2:13) en een stem uit de hemel als Jezus is gedoopt (Matteüs 3:17). We horen van een strijd en overwinning op een machtige tegenstander in Matteüs 4:1‒11. Pas in Matteüs 16:16 krijgt Petrus het in de gaten: Jezus is de Messias, de Zoon van God.
HET LAATSTE ANTWOORD
Als Jezus de laatste woorden uitspreekt aan het kruis en sterft, begrijpt ook de centurio wie Jezus is: ‘hij was werkelijk Gods zoon’ (Matteüs 27:54). Pas als hij is opgestaan en zijn leerlingen ontmoet op de berg in Galilea, zegt Jezus: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde’ (Matteüs 28:18). Eindelijk is duidelijk wie hij is. Hij heeft de macht over deze wereld. Hiermee plaats Matteüs alles wat er gebeurt in deze wereld in perspectief. Hij is in dezelfde ontmenselijkte situatie gekomen als waarin veel vluchtelingen zich vandaag bevinden. Maar daardoor liet hij opnieuw hoop ontstaan voor ieder mens die op de vlucht is in deze wereld. Hij
/DE ONTMENSE-
LIJKTE MENS ZIJN BESTAANSRECHT TERUGGEVEN IS DE TAAK VAN DE MESSIAS heeft de anonimiteit doorbroken en mensen weer een gezicht gegeven. Iedereen heeft weer een naam gekregen en troost en hoop ontvangen. Door de Messias, Jezus van Nazaret, is er reden voor hoop en voor een glimlach. Want alles wat je hier meemaakt is niet het einde. Alles wat je hier meemaakt is niet het laatste antwoord. Het laatste antwoord ligt in de woorden van Jezus als hij zegt: ‘mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde’ (Matteüs 28:18).
Ds. Jurriën den Hollander is op het Landelijk Kantoor van de Adventkerk verantwoordelijk voor het departement Persoonlijke Ontwikkeling. Hieronder vallen sabbatschool, ministerial association, revitalisatie en onderzoek.
paintings/Shutterstock.com
maart 2016 |
26
BLOG/CHRISTLE JASINTA
In mijn eerste blog heb ik veel feitjes met u gedeeld, zoals de vakken die ik toen volgde en de grootte van de Newbold campus. En ik heb beloofd meer te vertellen over mijn stageplek in de kerk. Tekst/ Christle Jasinta
H
et tweede semester is nu alweer een maandje bezig en er gebeuren weer veel nieuwe dingen. Tijdens mijn stage ondersteun ik de huidige jeugdleiders van de Newbold-kerk met de jeugdactiviteiten. Op vrijdagavond hebben we bijbelstudie of discussieavond, zaterdagavond is het jeugdhonk open voor gezelligheid en leuke gesprekken. Meestal willen de jongeren dan pizza’s eten en films kijken. Om de week sporten we in de gymzaal en een keer in de maand eten we samen na de dienst.
over de Bijbel en het dagelijks leven als christen. We behandelen nu samen het Dialoog-boekje of kiezen in de groep een thema dat op dit moment relevant is voor de studenten.
OVEREENKOMSTEN
Ik heb op een heel leuke manier een les geleerd aan het begin van dit semester. We waren met een groep studenten op onze terugreis naar huis vanuit Oxford en
MEISJESHUIS
Ik ben uitgekozen als ‘halmaatje’ in het meisjeshuis. Dit betekent dat de andere meiden bij mij aan mogen komen kloppen met vragen en klachten, zodat we er samen voor kunnen zorgen dat het wonen in een huis met 36 dames leuk is en blijft.
DIEPGANG
Verder zijn we dit semester begonnen met sabbatschool en het openen van de sabbat door en voor studenten. We merken dat studenten naast de wekelijkse campusactiviteiten meer diepgang zoeken. Ze hebben veel vragen
Roman Seliutin/Shutterstock.com
KOM LANGS!
Mocht u zelf eens willen zien hoe het eraan toe gaat op Newbold, dan kan dat. Kijk voor meer informatie op newbold.ac.uk En misschien tot gauw!
Christle Jasinta studeert theologie op Newbold College. Zij blogt over haar belevenissen en geeft de lezer een kijkje in het leven van een theologiestudent. Vragen en reacties zijn welkom via c.jasinta@gmail.com.
27 maart 2016 |
LETTEN OP OVEREENKOMSTEN, NIET OP VERSCHILLEN
merkten al gauw dat er geen leuke liedjes waren op de radio. Dus begonnen we zelf te zingen. We zaten met z’n achten in de bus. Er waren drie Britse studenten bij, iemand uit Kroatië, een ander uit Brazilie, een meisje uit Colombia en een jongen uit IJsland. We kenden allemaal dezelfde liedjes uit onze kerk! We kenden ze niet allemaal in dezelfde taal, maar dat maakte op dat moment niks uit, want de melodie kwam overeen. Het gaf een heerlijk saamhorig gevoel en het leek alsof we elkaar al veel en veel langer kenden dan een paar uurtjes. Sinds die avond probeer ik meer te kijken naar wat ik gemeen heb met de mensen om me heen dan te letten op onze verschillen.
INTERVIEW/GEVLUCHT
maart 2016 |
28
RICHARD OCHENG:
‘WIJ ZIJN ALLEMA
Vluchtelingen. Je kunt geen krant openslaan en geen actualiteitenrubriek bekijken of het gaat over het v-woord. Honderdduizenden mensen bereikten tot nu toe onze landsgrenzen na lange en barre tochten om bij ons te worden ondergebracht in de noodopvang. Richard Ocheng was zelf ooit een vluchteling. ‘We praten steeds over vluchtelingenproblematiek, maar vluchtelingen zijn geen problemen. Het zijn mensen.’ Tekst/Lydia Lijkendijk
B
egin jaren negentig werkte de Soedanees Richard Ocheng als leraar op een middelbare school in Cairo en hield hij zich bezig met jeugdactiviteiten in de Adventkerk in Egypte. Tijdens de Generale Conferentie in Utrecht, in 1995, mocht hij de jeugd van de kerk in Cairo vertegenwoordigen. Terwijl hij in Nederland was, ontstond er een diplomatieke ruzie tussen Soedan en Egypte. Hij mocht bij terugkomst uit Nederland Egypte niet meer in. ‘Er was een poging gedaan het bewind van de Egyptische president Moebarak omver te werpen, met steun van Soedan. Egypte wilde niets meer te maken hebben met Soedanezen’, weet Ocheng nog.
TERUG NAAR NEDERLAND
Hij werd in de gevangenis gestopt, zonder eten, zonder de mogelijkheid om zelf te bepalen wanneer hij naar de wc ging. ‘Ik was boos op God. Ik ging naar Nederland om zijn werk te doen en hij deed niets om mij te beschermen. De volgende ochtend zag ik dat iedereen op de grond had geslapen. Maar ik had lekker geslapen in de slaapzak die ik speciaal geleend had voor Utrecht, waar we in een sportzaal sliepen. Dat was een beetje een eyeopener voor me. Ik had nog nooit van mijn leven een slaapzak gehad, maar God wist vermoedelijk dat ik er een nodig had. Vanaf toen begon ik met alle mensen over God te praten en bijbelstudies te doen. Ik had mijn
gitaar bij me en we zongen. Dat was heel bijzonder. Op een nacht had ik een droom. Ik hoorde Gods stem zeggen dat mijn redding morgen zou komen. Daarvan was ik zo overtuigd dat ik mijn koffer pakte, klaar om te gaan.’ De volgende ochtend werd Ocheng geroepen. ‘Ze wilden me uitzetten naar Soedan, maar mijn leven liep daar gevaar. Ze vroegen me veel geld om me niet naar Soedan terug te sturen. Ik gaf hun alles wat ik had maar dat vonden ze niet genoeg; ze zouden me toch terugsturen en ze zetten me later die dag op een vliegtuig. Pas in de lucht kreeg ik door dat ik naar Nederland ging.’
ASIEL AANVRAGEN
Op Schiphol kwam Ocheng terecht in het detentiecentrum. ‘Ook daar zat ik vast, maar er was eten, drinken, een matras, een wc, een douche. Ook daar speelde ik gitaar en praatte ik over God. Omdat de bewakers mij vroegen mensen die net binnenkwamen in het detentiecentrum gerust te stellen, voelde ik me zoals Jozef in de gevangenis.’ De dreiging om uitgezet te worden naar Soedan was ook nu nog aanwezig. Ocheng maakte bezwaar tegen terugkeer, tekende een grote stapel papieren en begon aan een rondgang langs diverse asielzoekerscentra. ‘Het was niet mijn plan om hier asiel aan te vragen’, zegt hij, ‘maar zo liep het, want ik kon niet terug.’
/ ‘IK VERGEET NOOIT HOE HET WAS OM VLUCHTELING TE ZIJN’
GEVLUCHT/INTERVIEW
WIE IS RICHARD OCHENG?
Richard Ocheng (53) werd geboren in Oeganda. Hij vluchtte in 1977 naar Kenia voor het regime van Idi Amin. Hij kwam terug naar Oeganda toen het veilig was, maar vluchtte in 1988 naar Zuid-Soedan voor UPDF, het regeringsleger van Oeganda. Hij verkreeg de Soedanese nationaliteit. In Noord-Soedan, waar hij later woonde, werd hij opgepakt vanwege zijn geloof; hij was de plaatsvervangende voorganger van de adventgemeente in Khartoem. Hij vluchtte naar Egypte en kwam van daaruit op een bijzondere manier in Nederland terecht. Ocheng en zijn vrouw Esther Ocheng-Grünbauer wonen in Amersfoort en hebben samen drie dochters van 12, 10 en 3 jaar oud. Ocheng behaalde een propedeuse in theologie (hbo) en kreeg toen de kans te werken als tolk bij het Internationaal Strafhof in Den Haag, dat personen vervolgt die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Hij spreekt eens per maand in de Soedanese kerk in Houten (www. sudanesegospelmission.org).
VERBLIJFSVERGUNNING Drie jaar na aankomst in Nederland kreeg Ocheng een tijdelijke verblijfsvergunning, die later werd omgezet in een permanente verblijfsvergunning. Al die tijd mocht hij niet werken of studeren. ‘Ik kan nu dus heel goed tafeltennissen, tafelvoetballen en fietsen’, zegt Ocheng droog. ‘Maar ik heb ook veel gelezen in de Bijbel, volgde Nederlandse les en bezocht de
maart 2016 |
AAL VLUCHTELINGEN’
29
INTERVIEW/GEVLUCHT
maart 2016 |
30
kerkdiensten van de Adventkerk, eerst in Den Haag, later in Breda, daarna in Oost-Souburg. Ook heb ik geklust in het azc, schilderen vooral. Het is vreselijk als je geen plannen kunt maken en morgen uitgezet kunt worden. Ik moest elke week stempelen bij de vreemdelingenpolitie. Je kunt niet weg, niet een tijdje bij mensen op bezoek, je hebt geen geld. Van de 20 gulden die we per week kregen, moesten we alles kopen: eten, kleding, noem maar op. We kookten gezamenlijk om de kosten te delen.’
ESTHER
Toen hij in het azc in Cadzand (Zeeland) zat, ontmoette hij zijn latere vrouw Esther tijdens een pinksterwake, georganiseerd door de Samen op Weg-gemeente waar haar ouders naartoe gingen. ‘Een gesprek met en over asielzoekers maakte onderdeel uit van het programma’, vertelt zij. ‘Ik studeerde toen dramatherapie en ben later met studie- en kerkgenoten activiteiten gaan organiseren voor de asielzoekers. Je kon met weinig veel betekenen. Bij die activiteiten kwam ik Richard weer tegen. Wij hadden van het begin af aan een speciale vriendschap, een echte klik.’ Van de Adventkerk had zij nog nooit gehoord. ‘Maar ik zag vooral
/ ‘IN HET BUITEN-
LAND VOEL IK ME INEENS EEN NEDERLANDER’ veel overeenkomsten met wat ik kende. Ik zag vriendelijke, hartelijke mensen die openstonden voor anderen. Ik zag dat de Adventkerk Richards familie in Nederland was. En voor mij was het logisch om met Richard mee naar zijn kerk te gaan, naar zijn familie. Langzamerhand ben ik zelf van de sabbat gaan houden, van de diepere wijsheid erachter, en ben ik vijf jaar geleden gedoopt.’
ALLES ACHTERLATEN
Wie moet vluchten, laat alles achter, weet Richard Ocheng: ‘Familie, vrienden, spullen, foto’s, een huis, een baan, een studie, een toekomst. Ik heb zoveel ervaring met oorlog en vluchten, dat ik besef dat bezit waardeloos is. Alles is tijdelijk. Het enige wat belangrijk is, is je leven.’ Zijn vrouw: ‘Ondanks alles wat hij heeft meegemaakt, is hij niet bitter geworden. Hij is een blijmoedig mens.’ ‘Ik heb een vrouw, kinderen en voel me hier veilig. Daar ben ik dankbaar voor’, zegt
VERSCHILLEN IN DE KERK
Van het begin af aan heeft Richard Ocheng adventgemeenten bezocht in de buurt van de azc’s waar hij zat. Te beginnen in Den Haag. ‘Daar waren meer mensen uit West-Afrika. De sabbatschool was in het Engels en we zaten de hele dag in de kerk. In onze cultuur duurt de sabbat de hele dag, die is gevuld met allerlei activiteiten. Je eet samen, deelt verhalen en gaat eropuit om te evangeliseren. Dat mis ik hier. Wat ik ook mis, is de betrokkenheid bij elkaar. Als in Afrika iemand niet in de kerk komt, dan denken we dat er iets aan de hand is. Kerkleden gaan na de dienst bij zo iemand op bezoek. Hier bemoei je je er niet mee als iemand niet komt. Want die heeft misschien geen zin, of is aan het uitslapen. Hier kun je ook wel bij mensen langs, maar alleen op afspraak, niet zomaar spontaan. Verder is de cultuur in Soedan masculien. Dat blijkt uit de stem die zij tijdens de Generale Conferentie hebben uitgebracht tegen vrouwen in het ambt.’
Ocheng. ‘Ook vergeet ik nooit hoe God mij geleid en geholpen heeft in heel moeilijke situaties, hoe ik zijn aanwezigheid ervaren heb.’
NEDERLANDSE CULTUUR
Hoewel hij al twintig jaar in Nederland woont, blijven cultuurverschillen wel merkbaar. ‘Nederlanders zijn niet altijd even beleefd. Ook met de taal houd ik altijd moeite. Ik voel me daardoor minder thuis dan ik zou willen. Toch: als ik in het buitenland ben en ik hoor iemand Nederlands spreken, dan voel ik me ineens een Nederlander.’ Lachend: ‘Vooral toen een Nederlander mij in Oeganda, in het Engels maar met een zwaar Nederlands accent, de weg naar het postkantoor vroeg en ik hem in het Nederlands de weg kon wijzen. Van een afstand zie ik de waarde van de Nederlandse cultuur.’
VLUCHTELINGENCRISIS
Ocheng identificeert zich met de vluchtelingen die hij nu in de media ziet. ‘Ik vergeet nooit hoe het was om vluchteling te zijn en wil hen helpen zoals ik zelf geholpen ben. We praten steeds over vluchtelingenproblematiek, maar vluchtelingen zijn geen problemen. Het zijn mensen die net zoveel waard zijn als Nederlanders. Dat mensen terughoudend zijn vanwege de mogelijke link met terroristen, begrijp ik. Maar anders dan dat: wij zijn allemaal vluchtelingen, we zijn allemaal reizigers. En je weet nooit hoe de rollen zich om kunnen draaien. In mijn stam hebben we de uitdrukking: ‘Ook een stamhoofd kan soms een naald nodig hebben.’ Naar mijn mening moeten we vluchtelingen niet als negatief zien, niet als een probleem.’ Zijn vrouw grapt: ‘Je moet alleen wel oppassen als je ze gaat helpen. Voor je het weet ben je met een vluchteling getrouwd!’
INGEZONDEN STUKKEN/UW REACTIES
HONDERD WOORDEN Advent is van en voor adventisten. Voor uw mening, in maximaal 100 woorden, ruimen we in elk nummer een plekje in. Op deze pagina kunt u zien wat er onder sommigen van u leeft. Ook uw mening geven? Wij zien uw inzending graag tegemoet!
Met echte vluchtelingen heb ik geen problemen. Wens ze een beter leven toe, vooral als ze uit oorlogsgebied komen. Dan zou ik ook graag ergens naartoe willen waar het veilig is. Ik vind het wel eens behoorlijk schrikbarend hoe de mensen van tegenwoordig reageren op de vluchtelingenstroom. Kan me voorstellen dat het niet op prijs gesteld wordt als je ‘gelukszoeker’ bent, maar niet alle vluchtelingen zijn gelukszoekers. Er wordt heel snel een oordeel geveld, zonder de achtergrond te kennen. De Bijbel zegt dat je mensen gastvrij moet verwelkomen en niet moet oordelen. Laten we proberen dat na te streven, laten we christen zijn! In de hoop dat er geen misbruik wordt gemaakt van die goedheid ...’
Ingrid Altink (Emmen) – reactie op thema ‘Vluchtelingen’, via Facebook
IDEEËN GEZOCHT! Loopt u al jaren rond met een origineel plan om mensen te bereiken? Hebt u een geweldig idee waardoor wij als kerk in de nood van onze medemensen kunnen voorzien? Advent zoekt originele ideeën voor evangelisatie, outreach, en sociale hulpverlening. Eind juni komt de volgende Advent uit met het thema ‘Kom uit de kerk’. Stuur ons uw ideeën over dit onderwerp – of een reactie op een artikel in deze Advent – in maximaal 100 woorden. U kunt mailen naar advent@adventist.nl of schrijven naar Amersfoortseweg 18, 3712 BC Huis ter Heide. Ook kunt u reageren via Facebook (fb.com/ zevendedagsadvenisten)en Twitter (@adventist_nl).
Dit onderwerp [euthanasie red.] is recent weer op televisie verschenen en kan wellicht ook als aanvulling dienen om een geïnformeerde mening over dit onderwerp te vormen.’ (www.npo.nl/2doc-levenseindekliniek)
Machlon Comvalius (Arnhem) – reactie op ‘Fijn sterven’, via de website
In de 10 geboden staat gij zult niet doden. Euthanasie is simpelweg moord en een christen onwaardig.’
Le Blanc (België) – reactie op ‘Fijn sterven’, via de website
Geweldige kans om te evangeliseren! Hier moeten wij als adventisten gebruik van maken. Wijs vooral moslims op overeenkomsten: wij eten ook geen varkensvlees (dat staat namelijk ook in de Bijbel), en drinken ook geen alcohol. We zouden als Adventkerk ook folders en boeken moeten hebben in talen als Arabisch, Turks en Perzisch. In Duitsland zijn er adventisten die evangeliseren onder vluchtelingen, ik heb zelf een oudere dame ontmoet die vluchtelingen helpt met o.a. taallessen. In haar gemeente organiseert ze met een andere zuster speciale bijeenkomsten voor vluchtelingen, en er zijn er zelfs al een paar gedoopt! Dit zouden we in Nederland ook moeten doen!’
Wouter Stap (Voorburg International) – reactie op thema ‘Vluchtelingen’, via e-mail
Stof tot nadenken Accepteert de kerk dat zij een actieve rol moet spelen voor de mensen in onze buurt? De onderdrukten, de daklozen, de vluchtelingen? Willen wij onze gemeenten dé veilige plek voor vluchtelingen maken in de buurt?’
Bert Smit (ADRA-VK)
Bron: www.ted-adventist.org/news/the-migrant-crisismopping-up-while-the-tap-is-still-running
31 maart 2016 |
WAT ADVENTISTEN BEZIGHOUDT
PS/OVERLIJDENSBERICHTEN
maart 2016 |
32
PS JAN HOOGEVEEN
9 jul 1938 – 12 okt 2015 Jan werd geboren in Oudewater als oudste in een gereformeerd gezin. Na de middelbare school ging hij werken in verschillende functies in de havens van Maassluis en Blankenham. Daarna werkte hij jaren in Woerden, als werkleider in een sociale werkplaats. Jan was eigenzinnig. Hij had gevoel voor humor, was gevat en goed met woorden. Hij voelde zich aangetrokken tot mensen die niet echt meetellen in de samenleving. Jan trouwde in 1961 met Riek. Zij kregen drie kinderen. In 1975 woonden Jan en Riek in de Schouwburg van Gouda een serie archeologie- en bijbellezingen bij van ds. Henk de Raad. Zij praatten thuis veel over geloof en kerkelijke opvattingen, zeker nadat Riek in dat jaar besloot lid te worden van de Adventkerk. Jan was aanwezig bij haar doop, maar had er wel moeite mee. Ondanks zijn aanvankelijke weerstand liet hij zich in 1976 ook dopen. Jan veranderde door zijn doop, maar hij werd geen heilige of modelgelovige. In het geloof zocht hij altijd weer naar argumenten.
Al jaren liet Jans gezondheid zeer te wensen over. Rond Pasen 2015 kwam hij op Vredenoord, als een kwetsbaar mens. Hij belandde in een innerlijke geloofsstrijd en zocht verzoening. Het verhaal van de verloren zoon sprak hem daarom extra aan. De God die als rennende vader zijn zoon tegemoet snelt, wilde hij wel ontmoeten. In die hoop overleed hij.
PRINA DE HAMER – VAN BELZEN 17 nov 1933 – 15 nov 2015 Prina groeide op in Arnemuiden. Haar moeder werd zevendedagsadventist en Prina ging daarin mee. Op 10 april 1960 kozen zij en haar man, Laurens de Hamer, samen voor de doop. Laurens was ouderling, en Prina ondersteunde hem. Ze ontving bezoekers na de kerkdienst en deed actief mee met acties voor Sympatia. André, Prina’s jongste zoon, omschreef zijn moeder op de afscheidsdienst als mild, ruimdenkend en openstaand voor anderen. Prina en wijlen haar zus Jannetje Caljouw beleefden een geloofsopleving door de preken van ds. A.E. Dingjan. Hij wees erop dat God geen straffende God is, maar een God van liefde en dat de wederkomst een dag is om naar uit te
zien. Daar getuigde Prina van in haar gesprekken met anderen. Dat deed zij bij haar werk als schoonmaakster en in de boomgaard als fruitplukster, maar ook in gesprekken met bekenden van binnen en buiten Arnemuiden. Prina was overtuigd adventist. Prina had last van hoofdpijn, die door de jaren heen steeds erger werd. Een tumor en uitzaaiingen werden pas laat ontdekt. Tijdens haar ziektes ontving Prina veel steun van de kerk en een liefdevolle verzorging van haar man. Zij overleed in de volle zekerheid van het geloof, met een sterk verlangen naar de opstanding.
CORNELIA MARIA (CORRY) KEURENTJES – ERADUS
22 jun 1935 – 23 nov 2014 Corry werd geboren in Delft, in een gezin met vier dochters. Op vijfjarige leeftijd moest zij haar moeder al missen. Het was geen makkelijke tijd, ook omdat zij voor haar gezondheid langere tijd werd opgenomen in een sanatorium. Op haar 17e ging Corry met toestemming van haar vader werken bij een herenboer in Rijswijk. Zij werd in dat gezin opgenomen als een eigen dochter.
OVERLIJDENSBERICHTEN/PS
Door haar verslechterende gezondheid verhuisden zij en haar man naar Vredenoord. Na een langdurige ziekte nam zij afscheid van iedereen die haar dierbaar was, in het geloof elkaar weer te zullen ontmoeten.
EDUARD (EDWARD) HOK GWAN TAN
5 nov 1934 – 29 dec 2015 Edward werd geboren in Surabaya, als tweede in een gezin met twaalf kinderen. Zijn ouders behoorden tot de eerste adventisten in Indonesië en Edward groeide op in de Adventkerk.
Hij werkte in Malang als docent Engels en vormde daar een gezin. Hij en zijn familie emigreerden in 1964 naar Nederland. Daar ging Edward aan de slag als bankmedewerker bij de Amerikaanse Bank. Na zijn pensionering gaf hij les in Indonesisch bij de Volksuniversiteit. Edward was lid van de gemeenten Amsterdam-Zuid, Huizen en als laatste van de gemeente Lelystad. In Huizen was hij penningmeester, in Lelystad begeleidde hij de samenzang tijdens de sabbatschool. De kerk was voor Edward een ankerpunt in zijn leven. Edward laat zijn vrouw, twee zonen en vier kleinkinderen achter. Bij de afscheidsdienst waren veel belangstellenden. Kleindochter Anna zong een lied.
MAX MARIANUS TAURAN
23 mei 1932 – 8 jan 2016 Max werd geboren in een adventistisch gezien en zette zich altijd in voor de kerk in zijn geboorteplaats, Kamarian (Molukken). Hij was een actief en bevlogen mens.
Max was vader van tien kinderen en een zorgzaam echtgenoot. Hij was een harde werker en maatschappelijk zeer betrokken. Via zijn activiteiten wilde hij Gods liefde laten zien en doorgeven. In de gemeente Assen was hij, voor zover zijn gezondheid het de laatste jaren toeliet, meestal aanwezig bij de diensten en de bijeenkomsten van de huisgroep. Op sabbatavond 8 januari sliep Max rustig in. Het was een mooie avond waarop hij met al zijn kinderen en kleinkinderen nog de sabbat heeft geopend. Een kostbare herinnering. Bij de troostdienst en
INGEZONDEN GEDICHT Vreemdeling, vluchteling, als Jezus Jezus: vriend en lotgenoot, helper, dienaar, reisgenoot. Hij nodigt uit, vraagt, zonder ooit te eisen, met hem mee te reizen. Op pad vol medemenselijkheid die uit gevangenschap leidt. Begrip, aandacht, veiligheid, onderdak verlenend. Ziektes helend, wonden verbindend, honger en dorst lenigend. Wie op pad zijn, ontheemd, naakt, hongerig, dorstig, geradbraakt, kreunend, steunend, zuchtend, noodgedwongen terreur ontvluchtend, vragen in Gods naam met hen mee op weg te gaan.’ Angela Walraven (Nijmegen)
wake waren honderden belangstellenden aanwezig. Ook bij de begrafenisdienst, die geleid werd door zoon Rob Tauran, waren veel aanwezigen.
COR ALTINK
3 aug 1929 – 6 jan 2016 Cor Altink was een bijzonder vriendelijk mens. Hij had altijd een glimlach op zijn gezicht, stond positief in het leven en zocht het beste in mensen. Hij was ten diepste overtuigd van wat Jezus voor ons heeft gedaan en zocht altijd naar creatieve manieren om dat goede nieuws met zijn medemensen te delen. Cor was een goede verkoper, niet alleen in zijn dagelijks werk, maar ook voor de Heer. Vijf jaar lang was Cor penningmeester van het Landelijk Kantoor van de Nederlandse Adventkerk. Hij was een zeer actief lid van de gemeente Apeldoorn en heeft daar veel verschillende functies gehad: penningmeester, ouderling, sabbatschool, jeugd, ADRA, de fietsclub en nog veel meer.
De laatste twee jaar had Cor hartklachten, maar hing dat niet aan de grote klok. Op 6 januari werd hij vroeg in de ochtend wakker, voelde zich niet lekker en verloor zijn krachten. ‘We gaan nog maar even lekker slapen’, zei hij tegen zijn vrouw. Hij werd niet meer wakker. Cor is ingeslapen in de volle verwachting van de wederkomst. Hij zag uit naar het nieuwe koninkrijk van vrede en gerechtigheid dat God zelf zal oprichten. Hij laat zijn vrouw Riek achter, drie zoons, schoondochters en kleinkinderen.
BROER KLOOSTERMAN
27 jul 1943 – 14 jan 2015 Broer Kloostermans leven was een getuigenis van het geloof dat hem inspireerde. Hij was standvastig in zijn geloof. Hij hield er niet van om op de voorgrond te staan, maar was liever actief achter de schermen. Hij zette zich veel in voor de kerk, onder andere als hoofd diaconie.
33 maart 2016 |
Op een camping, tijdens een vakantie in Limburg, leerde zij haar man kennen, met wie ze 58 jaar getrouwd is geweest. Corry was nauw betrokken bij de gemeente Enschede; zij is één van de oprichters van de kindersabbatschool en maakte een start met het opzetten van het jeugdwerk en de padvinderij. Ook was Corry betrokken bij het opzetten van een evangelische boekhandel. Zij zette zich met hart en ziel in voor Gods werk. Haar geloof was haar leven.
PS/OVERLIJDENSBERICHTEN
In de lange tijd dat hij lid was van adventgemeente Apeldoorn, groeide hij in zijn geloof en leerde Jezus vanuit zijn genade en liefde beter kennen. Voor Broer was het geloof geen last, maar juist iets waardoor je kunt genieten van de vreugde van het leven.
Begin 2014 kreeg Broer het slechte nieuws dat hij ernstig ziek was; het tij was al niet meer te keren. De laatste maanden was Broer aan bed gekluisterd. Ondanks zijn ernstige ziekte was het nooit een opgave om bij hem op bezoek te gaan. De familie Kloosterman is een hechte familie, en Broer was een trotse opa. Zijn familie had een belangrijke plaats in zijn leven en ondersteunde hem tijdens zijn ziekte.
HENDRIK (HENK) WEITGRAVEN
24 jul 1930 – 24 dec 2015 Henk werd in april 1962 gedoopt. Om de sabbat te kunnen vieren, ging de groentewinkel weg en kwam hij uiteindelijk te werken in de keuken van Vredenoord. Daar werkte hij zich op tot chef en leermeester. Veel mensen zullen hem zich uit deze periode herinneren vanwege zijn gevoel voor humor. Henk was een familiemens met een diepe loyaliteit aan zijn vrouw, Hannie, hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkind. Tot ver na zijn pensioen was Henk actief in diverse ambten in de gemeente Huis ter Heide, onder andere als ouderling.
De korte en persoonlijke afscheidsdienst was druk bezocht. Naast een terugblik op het leven van Henk was er ruimte voor muziek en een vooruitblik naar een weerzien wanneer de hemel en aarde nieuw zullen zijn.
GEDOOPT
6 november / Harderwijk
PETRA VAN ROEKEL – VAN TOL (44) 21 november / Meppel
KEVIN BOYD BIJKERSMA (18) 5 december / Haarlem
BART MOLEMAN (45)
5 december / Apeldoorn
ROOS VAN DOORNIK (18)
19 december / Leeuwarden
SEBASTIAAN VAN DER WALL (23) TJEERD TERPSTRA (58) JO BANNING (83) (op belijdenis van geloof)
MARIA ANTOINETTA (MARIE) KIP - DE ROO
29 sept 1927 – 4 jan 2016 Tot ver in haar gepensioneerde leven werkte Marie in de thuiszorg, waar ze veel betekende voor de mensen bij wie ze thuis kwam. Ze was trouw in de dingen die ze deed. Tot op hoge leeftijd hielp zij in de kindersabbatschool in Rotterdam-Noord. Haar relatie met God betekende meer voor haar dan het instituut kerk. De laatste jaren van haar leven waren niet makkelijk. Na een val in haar woning belandde ze in het ziekenhuis en ging haar geheugen achteruit. Haar gezondheid werd steeds slechter. Gelukkig bleef verder lijden haar bespaard.
Tijdens de afscheidsdienst hield zoon Jan een memoriam over zijn moeder, waarin hij vertelde dat zij niet altijd een makkelijk leven had, maar erg gelukkig kon zijn met haar tuin en dieren. De dienst werd geleid door haar schoonzoon, Piet Gude.
Connor Evans/Shutterstock.com
maart 2016 |
34
23 januari / Tempu pa Dios
ERCHENEL MAKAAI (47) CAROLIN MAKAAI-GUMBS (44) ETLIEN WINKLAAR (66) SHANUVKA CONQUET (33) GIANI STEENMIJN (12)
IN MEMORIAM/DR. OOSTERWAL/DS. VAN DER PLOEG
Op 9 november 2015 overleed de Nederlandse zendingswetenschapper dr. Gottfried Oosterwal in Michigan (USA). Enkele dagen daarvoor was hij door een hartaanval getroffen en raakte hij in een coma waaruit hij niet meer is ontwaakt. Tekst/ds. Reinder Bruinsma
D
r. Gottfried Oosterwal werd op 8 februari 1930 in Rotterdam geboren in een adventistisch gezin. Hij studeerde theologie, geschiedenis en antropologie in Utrecht en promoveerde in 1956 op 26-jarige leeftijd. Hoewel hij slechts een relatief klein deel van zijn leven in Nederland woonde, bleef hij in veel opzichten een echte Nederlander. Hij wordt herinnerd als een van de markante zendelingen die de Nederlandse kerk heeft voortgebracht.
ZENDINGSWETENSCHAPPEN
Oosterwal begon zijn loopbaan in de Adventkerk al tijdens zijn studie, als docent en preceptor aan het Theologisch Seminarie Oud Zandbergen dat toen inmiddels enkele jaren bestond. In 1957 trouwde hij met Emilie Tilstra met wie hij drie kinderen kreeg. Kort daarna vertrokken zij als zendelingen naar PapoeaNieuw-Guinea. Van 1963 tot 1968 doceerde hij aan het adventistische opleidingsinstituut in de Filippijnen. Vanaf 1968 tot aan het einde van zijn kerkelijke loopbaan woonden en werkten Oosterwal en zijn vrouw aan Andrews University in Michigan. Hij doceerde daar zendingswetenschappen en richtte in opdracht van de kerk een instituut op voor de training van nieuwe zendelingen.
BOEKEN
Oosterwal was een van de belangrijkste zendingswetenschappers van onze kerk. Vooral zijn boek Mission Possible uit 1972 was baanbrekend. Het gaf in belangrijke mate richting aan de ontwikkeling van nieuwe zendingsstrategieën. Een eerder verschenen boek verhaalt op boeiende wijze van zijn eigen werk als zendeling: Papoea’s, mensen zoals wij: de kultuur van een natuurvolk. Zijn laatste boek verscheen in 2009: The Lord’s prayer through Primitive Eyes.
IN MEMORIUM DS. CEES VAN DER PLOEG Op 4 januari 2016 overleed ds. Cees van der Ploeg. Ongeveer drie jaar geleden kreeg hij te horen dat hij kanker had en dat hij in zijn levensverwachting eerder moest rekenen in maanden dan in jaren. Hij onderging diverse soorten, vaak zware, behandelingen. Hem werden toch nog enkele relatief goede jaren gegund, samen met zijn vrouw Bep, hun kinderen en kleinkinderen.
C
ornelis Engelbertus van der Ploeg werd in 1937 geboren. Na zijn opleiding vond hij een administratieve baan. Maar, nadat hij adventist was geworden, besloot hij zich aan te melden bij het Theologisch Seminarie Oud Zandbergen. Hij voltooide er zijn studie theologie en studeerde later ook nog aan de Theologische Universiteit in Kampen. Vanaf 1965 tot en met 1999 was hij werkzaam als predikant in de Adventkerk.
KERKELIJKE LOOPBAAN
Tijdens zijn kerkelijke loopbaan diende Van der Ploeg een aantal gemeentes, met name in de regio Zwolle/ Kampen, Twente en Zeeland. Gedurende vijftien jaar werkte hij, al dan niet voltijds, als stafmedewerker voor communicatie op het Landelijk Kantoor. Ook was hij in het midden van de jaren tachtig enkele jaren penningmeester van de Adventkerk. Na zijn emeritaat werkte hij nog een aantal jaren als geestelijk verzorger van Woonzorgcentrum Vredenoord.
GOEDE PASTOR
Van der Ploeg was een scherp denker, die soms met bepaalde ideeën zijn tijd enigszins vooruit was. Maar hij was vooral een goede pastor, die naast de mensen wist te staan. Hij preekte graag en goed; ook tijdens zijn ziekte bleef hij regelmatig preken. Niet voor niets gaf hij aan dat achter zijn naam op de rouwbrief de afkorting V.D.M. moest staan: Verbi Divini Minister. Deze Latijnse term betekent ‘dienaar van het woord van God’. Dat was hij inderdaad met hart en ziel.
MOOIE PLEK
Op maandag 11 januari werd Cees van der Ploeg begraven op de natuurbegraafplaats Den en Rust in Bilthoven. Die plek had hij zelf zorgvuldig uitgezocht, toen hij eenmaal wist dat zijn leven ten einde liep. ‘Het moet een mooie plek zijn,’ zei hij met zijn bijzondere humor, ‘want ik moet er een hele tijd liggen.’ Hij wist zich in de hand van God, die hem straks weer tot leven zal roepen.
35 maart 2016 |
DR. GOTTFRIED OOSTERWAL OVERLEDEN
maart 2016 |
36
Jan Peeters/Shutterstock.com
GELOOFSPUNTEN/DEEL 1
WETEN WAT JE GELOOFT
Adventisten hebben 28 geloofspunten afgesproken waar ze samen voor staan. Sommige geloofspunten komen regelmatig aan de orde in de kerk, andere wat minder. Advent bespreekt elke keer een paar geloofspunten. Zodat ze ons weer helder voor de geest staan. En zodat we weten wat we geloven. Dit keer: de preambule en geloofspunt 1. Tekst/ds. Tom de Bruin
PREAMBULE
Zevendedagsadventisten aanvaarden de Bijbel als hun enige geloofsbelijdenis. Zij zien bepaalde fundamentele geloofspunten onderwezen in de heilige Schrift. Deze geloofspunten geven weer hoe de kerk de Bijbel begrijpt. Een herziening van deze punten mag verwacht worden tijdens een wereldcongres, wanneer de kerk door de heilige Geest tot een beter begrip van de Bijbel wordt geleid of betere woorden vindt om uitdrukking te geven aan het onderwijs van Gods heilige Woord.
H
alverwege de negentiende eeuw kwamen gelovigen in verschillende kerken erachter dat de geloofspunten in die kerken niet overeenkwamen met de Bijbel. Mede hierdoor ontstond de Adventkerk. Deze gelovigen gingen op zoek naar wat de Bijbel echt leerde, en uit die zoektocht is de Adventkerk ontstaan. Hierdoor is deze zoektocht als het ware deel van ons dna geworden, evenals een gezond wantrouwen tegenover geloofspunten. Immers, de geloofspunten van oude kerken bleken onjuist en dat was voor die kerken onbespreekbaar.
GELOOFSPUNTEN OP PAPIER
Adventisten hebben lang gezegd dat zij de geloofspunten nooit op papier zouden willen zetten. Eén van onze pioniers, John Lough-
borough, vat goed samen hoe adventisten tegen geloofspunten (een credo) aankeken: ‘De eerste stap van geloofsafval is het samenstellen van een credo, dat bepaalt wat we moeten geloven. De tweede is het credo bestempelen tot een eis voor lidmaatschap. De derde is om leden te onderzoeken op grond van dit credo. De vierde stap is om de mensen die het credo niet aanhangen ketters te noemen. En de vijfde is om deze mensen te vervolgen.’ Geloofspunten werden gezien als een potentieel gevaar, zeker als ze zouden moeten bepalen wat leden geloven. Het duurde tot 1872 voordat de Adventkerk zich wilde branden aan het opstellen van geloofspunten. Maar deze geloofspunten waren anders dan die van andere kerken. Bovenaan, in een preambule, stond: ‘Adventisten hebben geen credo, behalve de Bijbel.’ De 25 geloofsprincipes uit 1872 waren dus geen credo, maar ‘een samenvatting van de grootste kenmerken van het adventisme, waarover er unanimiteit bestaat.’ Oftewel, deze geloofsprincipes waren een samenvatting van het geloof, waar elke adventist het mee eens was.
WAT ADVENTISTEN GELOVEN Door de jaren veranderde de bewoording van de preambule, maar deze staat vandaag de dag nog steeds bovenaan de
geloofspunten. De eis dat de geloofspunten unaniem aanvaard zijn, is door de jaren zeer verwaterd. Op de laatste Generale Conferentie is besloten dat een gewone meerderheid genoeg is om de geloofspunten aan te passen, en dus dat het vragen van een tweederde meerderheid onnodig is. Desondanks houden de geloofspunten dezelfde rol als in 1872. Zij beschrijven wat adventisten in het algemeen geloven, maar schrijven niet voor wat adventisten moeten geloven. Dat zou immers ingaan tegen alles waarvoor de adventpioniers stonden.
DE BIJBEL
De heilige Schrift, het Oude en Nieuwe Testament, is het geschreven woord van God. De geïnspireerde schrijvers spraken en schreven terwijl de heilige Geest hen aanraakte. God heeft de mensheid alle kennis om gered te worden gegeven in zijn woord. De heilige Schrift is de laatste, gezaghebbende en onfeilbare openbaring van Gods wil. Hij is doorslaggevend ten aanzien van het geloof en is het betrouwbare verslag van Gods daden in de geschiedenis. (Psalmen 119:105; Spreuken 30:5,6; Jesaja 8:20; Johannes 17:17; 1 Tessalonicenzen 2:13; 2 Timoteüs 3:16,17; Hebreeën 4:12; 2 Petrus 1:20,21.)
DEEL 1/GELOOFSPUNTEN
joyb0218/Shutterstock.com
maart 2016 |
37
De geloofspunten beginnen op logische wijze: de eerste gaat over de Bijbel. De Bijbel is het fundament waar al het andere op staat en waar alle geloofspunten uit gedestilleerd zijn. De Bijbel wordt het geschreven woord van God genoemd, dit woord leert ons over Gods mensgeworden Woord: Jezus. De Bijbel is geschreven door mensen, zowel mannen als vrouwen, die door God bewogen waren: ze konden haast niet anders dan schrijven en spreken. Dit deden ze in hun eigen menselijke woorden, met alle menselijkheden die daarbij horen. Het nut van de Bijbel is ook duidelijk: het bevat alle kennis die nodig is om gered te worden. God liet de Bijbel ontstaan zodat wij mensen konden weten hoe Gods reddingsplan in elkaar zit.
BESTAANSGROND
Natuurlijk staat er meer in de Bijbel dan het reddingsplan, maar dit
/DE GELOOFSPUNTEN
BESCHRIJVEN WAT ADVENTISTEN GELOVEN, MAAR SCHRIJVEN HET NIET VOOR is wel de reden waarom de Bijbel bestaat, het is de bestaansgrond. Hier vanuit worden de andere rollen van de Bijbel duidelijk. De Bijbel geeft duidelijk aan wat Gods wil is, bepaalt wat het geloof inhoudt en geeft een betrouwbaar verslag van Gods daden. Soms schrijven adventisten en andere gelovigen meer dingen toe aan de Bijbel, bijvoorbeeld betrouwbaarheid van menselijke daden. Echter, in de ogen van velen vloeit dat niet voort uit het bestaansnut van de Bijbel. Ze zeggen dat we dan dingen beweren over de Bijbel, die de Bijbel niet over zichzelf beweert. Dat zou oneerlijk zijn.
DE TAAL VAN DE BIJBEL Het eerste geloofspunt zegt nergens expliciet welke Bijbel we gebruiken, maar het spreekt vanzelf dat dat de protestantse Bijbel is die we bijna allemaal op de plank hebben. Die met 66 boeken in totaal. Wat er ook niet staat, is in welke taal we de Bijbel lezen, maar eigenlijk gaan alle adventisten er vanuit dat de Bijbel in de brontalen (Grieks, Hebreeuws, Aramees) de meeste autoriteit heeft. Deze talen staan namelijk dichter bij de originele woorden van de auteurs. Alle vertalingen zijn daaraan ondergeschikt, en zijn alleen bedoeld om het lezen te vergemakkelijken. Immers, niet iedereen kan Grieks of Hebreeuws lezen! Uit de Bijbel vloeien nog 27 geloofspunten voort. De volgende punten bespreken we in de komende Advent. Ondertussen kunt u ze altijd nog even nalezen op adventist.nl/28-geloofspunten.
MEDITATIE/DE WINTER VOORBIJ
maart 2016 |
38
WINTERBLUES Het wilde dit jaar niet echt winteren. Althans, niet in het deel van Nederland waar ik woon. Want in de andere helft van het land hebben ze wél op hun blote voeten in de eerste sneeuw rondgelopen, op de straat geschaatst en vervolgens de diepvrieskist aangesproken op de wintervoorraad. Want er was een binnenblijfadvies. En dat is lastig boodschappen doen natuurlijk.
LICHTTHERAPIE
Tekst/Joanne Balk
I
n mijn deel van het land wilden sommigen ook wel zo’n uitgaansverbod, om op straat te kunnen schaatsen of snowboarden. Maar nee. Aan ons was dat niet gegeven. Nou ja, één weekje hebben we ook iets van vage sneeuw gezien.
SEIZOENEN
In Nederland zijn we gewend geraakt aan de seizoenen. En elk seizoen heeft ook wel wat. Ook al heeft iedereen zo zijn voorkeur voor één bepaald seizoen. Persoonlijk houd ik van de herfst. Maar het wazige groen in het vroege voorjaar staat met stip op de tweede plaats bij mij. De seizoenen zoals wij die in Nederland kennen, met lente, zomer, herfst en winter, worden vaak vergeleken met de perioden in een mensenleven. Voor mij klopt het dan wel dat ik in de herfst ben aangeland. Dan zou ik nu dus in ‘mijn’ seizoen moeten zitten. Alleen werkt het niet zo. Bij mij niet tenminste. Want ik wil nog van alles. Maar, zoals mijn vernederlandste Duitse oma vroeger altijd zei: ‘Die krachten nemen ab.’ Dat ik geen twintig meer ben, kom ik al wel regelmatig tegen, zullen we maar zeggen.
WINTERDIP
Toch heeft ook elk seizoen iets moois. Een eigen charme. Zelfs de winter, ondanks dat die vaak geassocieerd wordt met de winterdip vanwege de donkere dagen, weinig zonlicht en voorlopig geen vooruit-
leven positiever te benaderen en je problemen in perspectief te plaatsen. Zorg ook dat je je ergens op kunt verheugen. Een fijn boek om te lezen. Of een uitstapje met een vriend of vriendin.
zicht op warm weer. Interessant is dat, als je ‘winterdip’ googelt, je hele lijsten tegenkomt van de klachten die zo’n dip met zich meebrengt. De symptomen hebben een uitermate vervelende impact op ons psychische en lichamelijke welbevinden. Vooral vermoeidheid en een verminderd energieniveau voeren hoogtij, naast veel behoefte aan slaap. De dieren die een winterslaap houden, hebben die klacht ten minste weggestreept van hun lijstje. Maar ook somberheid en toegenomen eetlust (vooral koolhydraten en chocolade) komen voor, die weer leiden tot gewichtstoename. En dat maakt ons natuurlijk weer somber. En zo draaien we fijn in een kringetje rond totdat het lente wordt. Want het kenmerkende van een winterdip is dat de klachten in het voorjaar weer verdwijnen. Het zou mooi zijn als al die extra kilo’s dan ook weer als sneeuw voor de zon van ons heen zouden vlieden. Maar helaas is dat een utopie.
TEL UW ZEGENINGEN
Toch schijn je wel iets te kunnen doen aan die winterdip. De buitenlucht in en veel bewegen schijnt goed te helpen. Alleen moet je je er dan nog wel even toe zetten om te gaan sporten, terwijl je je daar eigenlijk te moe voor voelt. Extra vitaminen helpen ook en elke dag drie dingen opschrijven waar je dankbaar voor bent. Tel uw zegeningen. En elke dag een paar minuten mediteren helpt je om je
Toen ik die remedies zo doorlas, zette mij dat wel aan het denken. Want lichttherapie is binnen ieders bereik: bij onze Lichtgever. Net als wat in de commerciële hoek ‘mediteren’ wordt genoemd. Ik vertaal dat naar gebed en het overdenken van een bijbeltekst. Wat mij ook trof, was het tellen van je zegeningen. De dingen waar je dankbaar voor bent. Ik roep wel eens gekscherend: tel je zegeningen, alle drie. Het slaat natuurlijk nergens op dat ik het aantal drie erbij noem. Althans, dat dacht ik altijd. Maar nu blijkt dat het wel degelijk zo is. Dat het je een gelukkiger mens maakt als je drie dingen per dag kunt noemen waar je dankbaar voor bent.
ALLES WORDT NIEUW
En dan nog iets: in het voorjaar gaat alles vanzelf weer over. Als alles nieuw wordt. Ook dat is een mooie metafoor. Want uiteindelijk zal alles nieuw worden. Op de vernieuwde aarde die wij graag willen beërven. Dan is het gedaan met de winterdip, de vermoeidheid die het leven met zich meebrengt. Met de laatste verzuchtingen van de aarde, die in zwaar (winter) weer verkeert. Dan is het voor altijd licht, omdat het Licht zelf ons permanent omringt. Dat doet hij nu ook al trouwens. Daarom moeten we hem ook opzoeken. Via ons dagelijks stilstaan bij wat we wél hebben en wat we wél kunnen. Door het tellen van onze zegeningen en door ons over te geven aan de bron van ons bestaan.
Tom Tom/Shutterstock.com
DE WINTER VOORBIJ/MEDITATIE
maart 2016 |
39
VOORJAAR
/TEL UW
ZEGENINGEN, ALLE DRIE
Wanneer u deze Advent leest, is het inmiddels voorjaar. Dan is de winterdip alweer vergeten. Gelukkig maar. Zo snel gaat het, dat we in staat zijn om ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Ook al is dat voor de één wat lastiger dan voor de ander. Maar hoe we ook reageren en wie we ook zijn: net zoals het nu lente geworden is, zal uiteindelijk alles nieuw worden.
Joanne Balk-Geerlings is verantwoordelijk voor het ESDA-Instituut en het Servicecentrum. Ook is zij associate voor het departement Publicaties.
G
efeliciteerd. U heeft Advent in handen. Een blad waar tientallen mensen hard aan werken. Persoonlijk ben ik er trots op mijn bijdrage eraan te mogen leveren. Het is een kwaliteitsblad vol opinies, kritische blikken, inspiratie en uitdaging. En vooral: een blad van adventisten voor adventisten en vrienden van adventisten. Het is gebleken dat een flink aantal adventisten Advent niet ontvangt, maar dat wél graag zou willen. Hoe dat is gekomen, is een ingewikkeld verhaal, maar dat verhaal willen wij verleden tijd maken. Daarom sturen wij Advent deze keer naar alle adressen van adventisten die wij hebben.
Misschien ontvangt u daarom Advent voor het eerst, dan hoop ik dat u geniet van dit blad. Misschien ontvangt u Advent al jaren, dan hoop ik nog steeds hetzelfde! Een aantal adventisten stelt het blad niet op prijs: de artikelen zijn té uitdagend, zij lezen eigenlijk geen bladen, of ze lezen het blad liever op het internet. Misschien ontvangt u Advent liever niet; dat vinden wij jammer. Liever horen
AD VENTJE
wij uw mening over de inhoud (zie pagina 31) dan dat u aangeeft het blad niet te willen ontvangen. Maar mocht u Advent écht niet willen ontvangen, dan kunt u dat doorgeven via advent@adventist.nl.
Er zijn ook adventisten van wie wij geen adres hebben, misschien kent u zo iemand. Deze adressen ontvangen wij heel graag, dan krijgen ook zij voortaan Advent. Kent u een adventist die Advent niet ontvangt, mail zijn of haar adres dan naar advent@adventist.nl. Nieuw dit jaar is de mogelijkheid om Advent cadeau te doen aan een kennis of een vriend(in). Wij vragen een kleine bijdrage in de kosten, en sturen dan Advent elk kwartaal naar dat adres. Zo kunt u een deel van uw geloof delen met mensen om u heen. Het registreren van zo’n gastabonnee is heel makkelijk: zie de antwoordkaart binnenin het blad. De papieren Advent is maar de helft van het blad, want er is ook een digitaal zusje: @vent. Deze verschijnt in de maanden dat Advent niet uitkomt, en wordt
Illustratie/Aad Berger
Het eerstvolgende nummer van Advent gaat over evangelisatie. Wij horen graag uw gedachten hierover. per e-mail verstuurd. Abonneren is heel makkelijk: mail naar advent@adventist.nl of schrijf u in op adventist.nl. Uiteindelijk wil de redactie van Advent maar één ding: zoveel mogelijk gelovigen inspireren en uitdagen in het geloof. Hiervoor willen we zoveel mogelijk mensen bereiken, en zoveel mogelijk exemplaren van Advent verspreiden. Wij hopen dat u dit nummer met veel plezier leest en er veel inspiratie uit put.
Ds. Tom de Bruin/hoofdredacteur