ADVENT
HET KERKBLAD VAN HET KERKGENOOTSCHAP DER ZEVENDE-DAGS ADVENTISTEN
ZINGEVING
/ 5 / 2015
ZINGEVING/AGENDA
AGENDA 2 december 2015 |
LANDELIJK KANTOOR GESLOTEN 25–31 DEC
ADRA-dag 17
(Scouts & Pathfinders) 5–7
Plantersweekend
Kaderdag (Scouts & Pathfinders) 7
22–24
Zaalvoetbaltoernooi (AJV) 23 JANUARI Tienerclub Sabbat van de Unie (België) Meestergids Club (België)
25–28
APRIL Studentendag (België)
2
Tienerclub 13 9 9 10
Kids in Discipleshiptraining 14–17
Sabbat van de godsdienstvrijheid (België)
Landelijke trainingsdag 3 23
MAART Vrouwendag 5
Studentencongres 8–10
Landelijke bijbelquiz (Nederland en België)
30
Tienerclub 12
Kidzrally 16
Congres over statuten
31
Dag voor ouders
Vorming voor gastsprekers (België)
FEBRUARI Leidersweekend
GEVEN & ZINGEVEN De geboorte van Jezus laat zien dat de Vader betrokken is bij deze wereld: ‘Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven’ (Johannes 3:16, BGT).
COLOFON
Duurzaamheid is belangrijk voor de Adventkerk. Ook Advent werkt mee aan een betere wereld, daarom wordt het gedrukt op papier dat het resultaat is van verantwoord bosbeheer. Onze drukker gebruikt inkten op plantaardige basis en machines draaiend op groene stroom.
REDACTIE
Paaskamp Antwerpen
Hoofdredacteur Tom de Bruin Eindredacteur Lydia Lijkendijk Redactie Bert Brinkman, Enrico Karg en Nelske Verbaas Redactieraad Joanne Balk, Reinder Bruinsma, Jeroen de Jager, Henk Koning, Matthijs Nagtegaal, Jeroen Tuinstra en Nelske Verbaas Correctoren Megen Molé en Nelske Verbaas Vormgeving limelight.design.studio@gmail.com Druk Van de Ridder - VdR Druk en print Oplage 3.000 exemplaren Verschijningsfrequentie 4 maal per jaar
Global Youth Day (Nederland en België)
13 19
D
eze houding van geven, van het verlorene zoeken, van redden, is een actieve inzet. Het vraagt veel compassie van Vader en Zoon. Het laat zien wie God is en wat de basis is van zijn karakter. Deze zelfgevende liefde geeft het leven van God zin. Er was en is voor God voldoende reden om verdriet en pijn te ervaren wanneer hij zag en ziet door hoeveel oorlogen, rampen en geweld deze wereld getroffen werd en nog steeds wordt. Terwijl de machtswellust van Romeinse keizers en generaals geen einde leek te kennen, terwijl het volk van God veel van het licht
17
Adventist Academy 29–30 van de Thora onder de korenmaat hield, werd de Messias geboren. God nam een actieve houding aan om te herstellen en heel te maken wat gebroken was. En dat doet hij nog steeds. Dat geeft richting, zin en zelfs blijdschap.
Bezinning op zin, erover lezen in deze Advent, nodigt uit om een actieve houding aan te nemen. Iets voor een ander doen, maakt je zelf gelukkiger en geeft zin aan je leven. Ds. Wim Altink
REDACTIEADRES
Amersfoortseweg 18, 3712 BC Huis ter Heide Telefoon Landelijk Kantoor: 030 – 6939375 E-mail advent@adventist.nl Web www.adventist.nl of www.adventist.be
GIFTEN
Advent wordt gerealiseerd dankzij uw giften. Giften specifiek voor kerkblad Advent/@vent kunt u overmaken op NL95RABO0117287253, ten name van Kerkgenootschap der ZDA. Voor financiële zaken, inclusief donaties en wilsbeschikkingen, kunt u contact opnemen met I. Schorea: ischorea@adventist.nl
INHOUD/ZINGEVING
10
16
20
30
FIJN STERVEN
EEN KERSTVERHAAL IN TWEE DELEN
EEN KERK ZONDER GOD?
ONZE GOD IS DE BESTE
VERDER IN DIT NUMMER 04 VEILIG IN HET LICHT STAAN 06 NIEUWS UIT DE WERELDKERK 08 PLEK IN DE HERBERG 14 INVESTEREN IN JE GELOOF 18 PS EN DOOPBERICHTEN
38
DE VRIJWILLIGER: FRED VAN HEUKELOM
24 PASTOOR AAN DE ZUIDAS 26 VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL 29 ADRA HELPT VLUCHTELINGEN
Foto omslag: Markuso/Shutterstock.com Foto’s achterblad: Markuso & Eugenio Marongiu/Shutterstock.com Foto’s mieren binnenpagina’s: Tsekhmister/Shutterstock.com
34 POLEMIEK/MULLER VERSUS DE BRUIN 36 MYSTERY GUEST
Syda Productions/Shutterstock.com
december 2015 |
3
KERST/MEDITATIE
december 2015 |
4
VEILIG IN HET Kerst is van alle christelijke feesten nog steeds hét feest. Het centrale thema is het verhaal over de geboorte van Jezus, natuurlijk. Een verhaal dat gecompleteerd wordt door een stal, een voederbak en herders die, volgens Lucas 2:10, ‘niet bang hoeven te zijn.’ Tekst/ds. Enrico Karg
H
et is de zinsnede ‘wees niet bang’ die mij in de tekst het meest heeft getroffen. Woorden uitgesproken tegen herders die hevig geschrokken waren, zo wordt ons verteld. Geschrokken toen het licht over hen heen kwam. Die herders waren geen bang uitgevallen types, o nee. Zij verdedigden hun kuddes tegen wilde dieren en rovers. Zij waren wel wat gewend en voor geen kleintje vervaard. En toch zegt het verhaal ons dat de herders vreesden en wel ‘hevig’.
HEVIGE VREES
Wat was het dat zelfs herders die niet bang waren voor roofdieren tot hevige vrees bracht? Misschien de toestand in het land, in die tijd. Dat kan ik mij goed voorstellen. De bureaucratie nam toe, zoals we in de eerste verzen van Lucas lezen. De regering gaf het bevel dat alle burgers zich moesten laten
AD VENTJE
registreren op de plek waar ze vandaan kwamen: ‘Jij hoort daarbij en jij daarbij.’ ‘Jij past in dit hokje en jij in dat hokje.’ In een hokje geplaatst worden is een reden om je zorgen te maken, veel mensen willen dat liever niet. Toch denk ik niet dat de herders hevig schrokken omdat ze in een hokje geplaatst werden. Herders in het Midden-Oosten hadden over het algemeen zo’n slechte reputatie dat geen hok groot genoeg was om het te huisvesten. Rabbijnen in de tijd van Jezus spraken niet bepaald met grote waardering over herders. Zij werden in één adem genoemd met tollenaars, woekeraars, gokkers en marskramers. Zij golden als onbetrouwbaar en konden derhalve niet als getuigen in een rechtszaak worden opgeroepen. Het werd afgeraden producten als wol en melk van herders te kopen, zoals het nu wordt afgeraden imitatie-handtassen te kopen
Illustratie/Aad Berger
van straatverkopers in Madrid, Parijs, Rome of Barcelona.
HERDER & ZN.
Waar waren de herders dan wel bang voor, als het niet voor de hokjesgeest was? Misschien wel om het laatste beetje vermogen kwijt te raken dat zij bezaten. Het beroep van herder was zwaar. Ruw hand- en veldwerk, niet voor de fijngevoelige vingers van de eliteklasse. Over het algemeen stond de herder in dienst van een rijke man die grote kudden en veel grond bezat. Wie echter niet zo vermogend was zal dikwijls zelf, bijgestaan door zijn zoons, het werk van herder hebben verricht. Wakend over een bescheiden familie-erfgoed: een beetje grond en een kleine kudde. Wanneer de tekst het heeft over ‘herders’ (meervoud), dan is het heel goed mogelijk dat dit een vader- en zoononderneming was, waar hard werk ervoor moest zorgen dat er nog enigszins brood op tafel kwam. Wie zou er in dat soort hachelijke omstandigheden niet schrikken van het licht dat aan gaat, en je berooft van het laatste stukje brood dat je hebt? Wie zou niet schrikken van een brief van een officiële instantie met daarin het woord ‘faillisse-
MEDITATIE/KERST
Stockimo/Shutterstock.com
Hij zal een koninkrijk oprichten waar je met al je gebreken welkom bent en je je niet voor je tekortkomingen hoeft te schamen. Dat koninkrijk tref je aan bij de gemeenschappen die hem als koning geaccepteerd hebben. Over 2000 jaar zullen deze gemeenschappen ‘kerken’ genoemd worden. Ook daar zullen velen meer dan welkom zijn die angst hebben om hun tekortkomingen bloot te geven. Je hoeft je niet te schamen, niet in het donker te blijven. Jullie hoeven niet te vrezen, beste herders van de kudde. Gods zoon is geboren!’
/GOD LAAT ZIJN
MENSEN NOOIT IN HET DONKER ZITTEN
mentsaanvraag’? Wie wil er nou beroofd worden van zijn vermogen? Van zijn mogelijkheid tot zorgen voor brood op de plank? Ik denk niet dat de herders hevig schrokken van de angst om alles kwijt te raken. Zij verbleven in open velden en zagen potentiële rovers van ver af aankomen. Bovendien zou niemand het in zijn hoofd halen om een herder te beroven van zijn kudde. Schapen zet je niet zo gemakkelijk op de bank!
PLOTSELING LICHT
Waren zij dan geschrokken vanwege het licht dat opeens ging schijnen? Als je in het donker tot rust wilt komen, zit je misschien niet te wachten op zo’n ‘verrassing’. Maar herders rusten niet ’s nachts, zij zijn voorbereid op verrassingen. Roofdieren sluipen immers vooral in de nacht op de kudde af. De herders schrokken niet omdat het licht aanging, maar van het effect daarvan – waardoor zij ineens in de schijnwerpers stonden. Licht kan je blij maken, maar licht kan je ook bang maken. Want er
IN ZIJN LICHT STAAN
zijn veel dingen in het leven die we liever verborgen houden en niet aan het daglicht willen prijsgeven. Zoals een besef van falen. Schuld, waar je geen raad mee weet. Minderwaardigheidsgevoelens. Jaloezie. Voor de herders scheen op die bewuste kerstdag opeens het licht, helderder dan de zon. En daar stonden ze: te kijk en belicht, in al hun armzalige menselijkheid.
VREES NIET
Vanuit de Griekse tekst gelezen, lijkt het ‘in het licht komen’ eerder op het geplaatst worden in een andere werkelijkheid. De herders werden letterlijk omstraald; hun angst voor het licht werd omgebogen door de woorden ‘vrees niet’ uit Lucas 2. De herders hoefden zich niet meer te schamen voor dat wat hen in een wurggreep hield. Wat de engel nog meer zei, wordt ons niet verteld. Toch stel ik mij voor dat het iets van de volgende strekking moet zijn geweest: ‘Vrees niet, want in de stad van David is de Messias geboren. Hij zal voor vrede zorgen.
De engel motiveerde zijn woorden ‘vrees niet’ met het bericht van het kind dat is geboren. Dat was meer dan een hartelijke aanmoediging, meer dan een vriendelijk klopje op de schouder. De geboorte van het kind houdt de belofte in dat God zijn mensen nooit in het donker zal laten zitten. Dit kind is de redder die een nieuw begin mogelijk maakt. Verborgen gebreken, angsten en zonden mogen aan het licht komen. Ze hebben niet het laatste woord, ze hoeven niet het laatste hoofdstuk van u en mij te zijn. Door het pasgeboren kindje Jezus werden de herders als het ware zelf een kudde, waarvan God in de persoon van Christus de ware herder is geworden. Als een kaars in de nacht bracht zijn licht op hun levenspad – en brandt vandaag nog op dat van ons. Zodat wij op onze beurt zelf een licht kunnen zijn, in een wereld vol angst en pijn. Ook voor ons klinkt het ‘vrees niet’. Wij mogen gerust in zijn licht staan en blijven.
Ds. Enrico Karg is predikant van de gemeenten Amersfoort, Lelystad en Almere, coach van de church plant SAmen en lid van de redactie van Advent.
december 2015 |
LICHT STAAN
5
NIEUWS/UIT DE WERELDKERK
december 2015 |
6
PREDIKANTEN/ LEVEREN GELOOFSBRIEVEN IN
VROUWELIJKE KERKLEIDER/ OP CUBA
G
ilma Carboneli (44) is benoemd tot leider van de Guantanamo Central Adventist Church in de stad Guantanamo in Cuba. Met duizend leden is het een van de grootste adventgemeenten in dit land.
Carboneli is al ongeveer vijf jaar predikant in de Guantanamo-regio. Zij heeft de leiding over twee districten, met twee ingezegende predikanten en drie kerkelijke employees. Tijdens haar ambtstermijn werden vanuit haar huidige gemeente vier andere kerken en twee groepen georganiseerd. Volgens ds. Israel Leito, de voorzitter van de Inter-Amerikaanse Divisie waartoe ook Cuba behoort, is de groei van de kerk in deze streek van Cuba voor een belangrijk deel te danken aan Carboneli. De Adventkerk in Cuba groeit gestaag. Er zijn nu ruim 32.000 leden op een bevolking van 11,2 miljoen.
N
a de Generale Conferentie van afgelopen zomer in Texas is de discussie over het inzegenen van vrouwelijke predikanten niet verstomd. Zowel de Noorse als de Deense Adventkerk besloten dat zij voortaan niemand meer zullen inzegenen; alle predikanten (m/v) hebben voortaan dezelfde rang, namelijk die van Pastor.
Het Nederlandse Landelijk Kantoor staat nog steeds achter het besluit van de afgevaardigden van het uniecongres van 2012 om ook vrouwelijke predikanten in te zegenen. Intussen vindt ook het Italiaanse Landelijk Kantoor het onverteerbaar dat vrouwelijke predikanten een andere status hebben dan hun mannelijke collega’s. Zeer onlangs heeft een van de conferenties in de VS (de Washington Conference in het uiterste noordwesten van het land) besloten om op een andere manier creatief om te gaan met de kerkelijke regelgeving. Daar heeft men de bevoegdheden van de commissioned ministers opgerekt, zodat zij nu vrijwel dezelfde status hebben als ordained ministers, de ingezegend predikanten. Een opmerkelijke ontwikkeling is ook dat op veel plaatsen, met name in de VS, predikanten besluiten hun geloofsbrief als ingezegend predikant in te leveren. Daarvoor in de plaats vragen zij dan een geloofsbrief als commissioned minister ‒ zoals ook hun vrouwelijke collega’s hebben. Ook een aantal van de theologieprofessoren van Andrews University heeft deze stap gezet.
Ds. Gilma Carboneli en ds. Israel Leito (foto archief Israel Leito).
Tekst/ds. Reinder Bruinsma
UIT DE WERELDKERK/NIEUWS
Het document wil mensen niet veroordelen vanwege hun geaardheid, maar duidelijk maken wat de Bijbel zegt over het praktiseren van homoseksualiteit. Het wil richtlijnen geven die kerkleden kunnen helpen in hun contacten met homo’s en lesbiennes binnen en buiten hun gemeente. Volgens het document moeten homoseksuelen in onthouding leven. Als zij dat doen, en verder de nodige kwaliteiten hebben, kunnen zij ambten bekleden in de kerk en leiding geven. Het gehele document is te vinden op: https://www.andrews.edu/sem/statements/ seminary-statement-on-homosexualityedited-10-8-15-jm-final.pdf
Leszek Kobusinski/Shutterstock.com
december 2015 |
D
e staf van de theologische faculteit van de adventistische Andrews University heeft een document gepubliceerd dat uiteenzet wat, volgens hen, de bijbelse visie is op homoseksualiteit. Het ideaal dat God voor de mens had was een blijvende relatie tussen één man en één vrouw. Homoseksualiteit is geen onderdeel van Gods oorspronkelijke plan. Maar de homoseksuele geaardheid is een veel voorkomende realiteit die niet kan worden ontkend. De theologen van Andrews University maken een duidelijk onderscheid tussen het hebben van een homoseksuele geaardheid en het praktiseren ervan.
7
ADVENTIST PRESIDENT/VAN FIJI
J
ioji K. ‘George’ Konrote is begin november officieel bevestigd als president van de eilandstaat Fiji. Konrote heeft een lange staat van dienst. Hij had een militaire loopbaan voordat hij een ministerpost in de nationale regering bekleedde. Hij heeft zijn land ook gediend als ambassadeur in Australië en Singapore.
De nieuwe president is een trouwe en actieve adventist. Hij is ouderling van de lokale gemeente waarvan hij lid is.
Volgens de kerkelijke administratie is ongeveer 3 procent van de bevolking van Fiji (ca. 900.000 personen) adventist. De regeringsstatistieken zijn veel hoger, omdat daarin ook ongedoopte gezinsleden worden meegeteld.
Adventist Review
ANDREWS UNIVERSITY/ PUBLICEERT DOCUMENT OVER HOMOSEKSUALITEIT
GOED NIEUWS/VOOR CHOCOHOLICS
V
oor liefhebbers van donkere chocolade is er goed nieuws. Al lang dacht men dat deze lekkernij gezondheidsvoordelen had. Recent onderzoek van de adventistische Loma Linda Universiteit wijst er inderdaad op dat donkere chocola goed is voor ons geheugen en onze intelligentie. Dr. Lee Berk, een van de leiders van dit onderzoeksproject, wijst er wel op dat deze uitkomsten nog heel voorlopig zijn en dat veel verder onderzoek nodig is.
Eerdere studies hadden al laten zien dat donkere chocola krachtige antioxidanten bevat en stoffen die ontstekingen tegengaan. Ook is al bekend dat pure chocola een positieve invloed heeft op de conditie van hart en bloedvaten.
KERK VAN DE TOEKOMST/DE HERBERG
december 2015 |
8
AAN DE RAND VAN DE KERK
PLEK IN DE ERBERG Sinds 2006 komt de gespreksgroep de Herberg eens per maand bij elkaar. Doel van de bijeenkomsten is van gedachten te wisselen over vragen die te maken hebben met godsdienst, levensbeschouwing, zingeving en ethiek. Hoewel de meeste deelnemers op een of andere manier verbonden zijn met de Adventkerk, is het uitdrukkelijk geen kerkelijke bijeenkomst. Tekst/Bert Brinkman
D
e groep begon met een bezinningsweekend met een beperkt aantal gelijkgestemden. Daar ontstond het idee om regelmatig bijeenkomsten te houden die voor een grotere groep toegankelijk zouden zijn. De naam Herberg werd gekozen als symbool voor het feit dat de groep een plek wilde bieden waar het veilig is, waar voedsel en rust gevonden worden en waarvandaan men weer verder trekt.
VAN GEDACHTEN WISSELEN In de huidige tijd zijn er steeds meer gelovigen die spanning ervaren tussen wat de kerk leert en wat de eigen kennis en ervaring zeggen. Geloof en (bijbel)wetenschap gaan niet meer vanzelfsprekend samen. Dat leidt vaak tot een persoonlijk dilemma. Enerzijds is er de verbondenheid met de geloofsgemeenschap, anderzijds de kritische vragen die men aan die gemeenschap zou willen stellen.
Degene die dit overkomt, wil over deze ervaringen en inzichten praten. De sabbatschool en de kerkdiensten worden niet ervaren als plekken waar dat kan. De sabbatschool is immers sterk ingekaderd door het lesboekje en een bevestiging van bestaande standpunten. Lang niet overal bestaat de bereidheid om toe te geven dat verschillende interpretaties mogelijk zijn. Dit kan leiden tot teleurstelling en ten slotte zelfs tot kerkverlating en dat is een eenzaam en pijnlijk proces. Toch zijn er ook genoeg die wel actief verbonden willen blijven met de kerk omdat ze hun geestelijk thuis niet willen missen. Dan moet gezocht worden naar vormen om de twijfel te erkennen, andere mogelijkheden om het geloof te ervaren en toch verbonden te blijven met de kerk. Daarvoor is het noodzakelijk om met anderen van gedachten te wisselen en ervaringen te delen. Daar is ook een klimaat van begrip en respect voor nodig. In de Herberg wordt die spanning onderkend en wordt tegemoet gekomen aan de behoefte daar in alle openheid, vrijheid en veiligheid over te spreken.
VEILIGE OMGEVING
In de maandelijkse bijeenkomsten wordt over een groot aantal onderwerpen gesproken die te maken hebben met de belangrijke existentiĂŤle vragen van het leven. Veelal houdt een spreker vanuit zijn of haar expertise een inleiding. Dit kan zowel vanuit een bijbelse achtergrond zijn, als vanuit andere gebieden die te maken hebben met levensbeschouwing en zingeving. Soms bespreekt een van de deelnemers zelf een onderwerp na zich daarin verdiept te hebben. Interessante
/DE HERBERG BIEDT Roman Mikhailiuk/Shutterstock.com
EEN KLIMAAT VAN BEGRIP EN RESPECT
DE HERBERG/KERK VAN DE TOEKOMST
WAARDEVOLLE BIJEENKOMSTEN
INVESTEREN IN JE GELOOF
In de afgelopen tijd heeft de Herberg bewezen in een behoefte te voorzien. Er is een vaste kring van deelnemers die deze bijeenkomsten als zeer waardevol ervaren. Die waarde zit vooral in het gevoel serieus genomen te worden in je twijfel, en de zoektocht naar andere vormen van geloofsbeleving. Voor velen biedt het de steun om te blijven functio-
neren in de eigen kerk. Sommigen vinden aansluiting in andere geloofsgemeenschappen, weer anderen beschouwen zichzelf als buitenkerkelijk. Een greep uit de onderwerpen van het afgelopen seizoen: godsdienst en psychologie, een studie van het Taoisme, discussies naar aanleiding van hoofdstukken uit het boek God is niet te vangen en kan een mens zonder religie? Als afsluiting van een bijeenkomst in de Herberg vindt een gezamenlijke maaltijd plaats waarvoor iedereen iets meeneemt. Hoewel er geen formele relatie is met de kerkelijke organisatie, maken we gebruik van de welwillendheid van de gemeente Amersfoort en kunnen we het gebouw gebruiken waar zij kerken. Aan het eind van een seizoen vindt een bijeenkomst met een wat feestelijker karakter plaats bij een van de deelnemers thuis.
MEEPRATEN? We hebben het gevoel dat er nog veel meer gelovigen in de Adventkerk zijn die worstelen met de thematiek die de Herberg behandelt en die daar graag over zouden willen praten. Er is nog genoeg ruimte voor uitbreiding van de groep. Als dit verhaal u aanspreekt en u een bezoek overweegt, kunt u zich opgeven bij Gert Lijkendijk via lijkendijk.g@ hetnet.nl of Bert Brinkman via eb.brink@ziggo.nl. U krijgt dan bericht over de data en de onderwerpen.
Bert Brinkman is gepensioneerd cardioloog. Hij is lid van de gemeente Amersfoort en redactielid van Advent en @vent.
DEPARTEMENT
PERSOONLIJKE ONTWIKKELING LANDELIJKE TRAININGSDAG 3 APRIL 2016 Deze ontmoetingsdag is bedoeld voor alle secretarissen, penningmeesters, ouderlingen, diakenen, jeugdleiders, sabbatschool- en gespreksleiders en sprekers.
Datum: Locatie: Tijd: Meer info:
3 april Oosterlicht College Vianen 10.00 – 17.00 uur www.adventist.nl
De trainingsdag is een spirituele dag vol workshops en (rondetafel)gesprekken om jou in je taak of functie te versterken. Laat je raken in de kern van je geloof en
geef je op!
9 december 2015 |
boeken vormen nogal eens het uitgangspunt van de studiebijeenkomsten. Na de inleiding volgt een zeer indringende discussie. De belangrijkste kenmerken van deze gesprekken zijn de openhartigheid en het feit dat er geen veroordeling is van welke mening dan ook. Iedereen is vrij om zijn opvattingen te uiten in een veilige omgeving.
ZINGEVING/STERVEN
Jeff Wasserman/Shutterstock.com
december 2015 |
10
FIJN STERVEN OVER EUTHANASIE
Het komt niet vaak voor dat een lokale adventgemeenschap moet omgaan met avant-gardistische, ‘buitenkerkelijke’ onderwerpen zoals euthanasie. Het komt niet vaak voor, ook al groeit het aantal plaatsen waar een bepaalde vorm van euthanasie is toegestaan. Denk aan België, Luxemburg, Colombia, Zwitserland, Japan, Estland, Albanië, delen van de Verenigde Staten en, over een paar weken, delen van Canada. Tekst/dr. Hans Guiterrez
M
aar het eerste land dat euthanasie legaliseerde, was natuurlijk Nederland. De Euthanasiewet trad in werking op 1 april 2002. Deze wet kwam uit de koker van D66’er en toenmalig minister van Volksgezondheid, Els Borst. In de afgelopen jaren steeg het totale aantal euthanasiegevallen aanhoudend, met 13% in 2009, 19% in 2010, 18% in 2011, 13% in 2012, en 15% in 2013. De aanvragen voor euthanasie namen toe van 1626 in 2003 tot 4829 in 2013. Dat is een verdriedubbeling
gericht is – wat typerend is voor gesloten religieuze gemeenschappen en vaak omschreven wordt als de enige ware mogelijkheid – is zowel kortzichtig als onproductief. Elke betekenisvolle en relevante religieuze ervaring vindt plaats in een context. Dat wil zeggen dat die ervaring geplaatst is in de sociale en culturele omgeving, en ook voor die omgeving zorg heeft. Betekent dit dat wij als adventisten alles moeten aanvaarden en externe culturele paradigma’s gewoon moeten overnemen? Natuurlijk niet. Onze trouw aan het evangelie betekent dat we kritisch op onze eigen cultuur moeten blijven. Maar er is een groot verschil tussen ‘alleen maar kritisch’ zijn en ‘ook kritisch’ zijn. ‘Ook kritisch’ zijn, in het geval van de Nederlandse adventgemeenschap, betekent dat wij twee nieuwe trends in de gaten moeten houden. De eerste is de stijgende hoeveelheid onvrijwillige euthanasiegevallen, voornamelijk bij mensen met een geestelijke handicap. De tweede is de introductie van euthanasie voor kinderen onder de twaalf. Eduard Verhagen introduceerde dit Groningen Protocol, en hoewel het geen deel is van de Euthanasiewet, is het wel een van de richtlijnen van de Nederlandse vereniging voor Kindergeneeskunde.
2. EEN MEDISCHE UITDAGING in tien jaar. Deze trend is duidelijk en niet te negeren. Dit feit zet ons, Nederlandse – en Europese – adventisten, voor vijf uitdagingen die we moeten aangaan.
1. EEN RELIGIEUZE UITDAGING
Elke adventgemeenschap, in ons geval de Nederlandse Adventkerk, is geroepen om onophoudelijk betrokken te blijven bij haar eigen, unieke sociaal-culturele milieu. Dat betekent: soms aanpassen, soms kritisch blijven. Een geloof dat alleen naar binnen
Euthanasie is geen bijzaak. Het is niet, zoals we vaak denken, een onderwerp dat maar in een paar landen besproken wordt. Het is een groot wereldwijd thema, omdat het een nieuw beeld inhoudt van leven, dood en lijden dat ons allemaal aangaat. Ik durf wel te zeggen dat er in alle landen, ook in die zonder euthanasiewetgeving, mensen zijn die dagelijks omgaan met vergelijkbare juridische en medische levenseindezaken, zoals wilsverklaringen, palliatieve zorg of over-medicatie.
STERVEN/ZINGEVING
3. EEN CULTURELE UITDAGING
Euthanasie is het beëindigen van het leven van een ernstig ziek persoon om hem niet onnodig te laten lijden. Het wordt uitgevoerd omdat de stervende erom vraagt (al komt euthanasie soms ook voor als de stervende niet in staat is dit verzoek te doen). Ik wil even niet ingaan op juridische en medische nuances, maar er kritisch naar kijken. Daarbij kies ik een cultureel perspectief, waarbij het lichaam gezien wordt als een ‘bestuurbaar lichaam’ terwijl het individu een ‘soevereine zelf’ is. Beide ideeën komen sterk naar voren bij euthanasie. Euthanasie neemt de mystiek weg van de dood en het lichaam – zij worden enkel ‘dingen’ waar we mee kunnen doen wat we willen. Maar euthanasie is ook het toppunt van zelfbeschikking. Wij besluiten zelf over onze eigen dood. Deze dubbele betekenis van euthanasie is terug te voeren op een van de stichters van het westerse moderne denken, Descartes.
Bij Descartes ontdekken we, aan de ene kant, een sterk gereduceerd begrip van het lichaam. Dit ligt ten grondslag aan de westerse geneeskunde en ethiek. Het lichaam is gereduceerd tot één van zijn karakteristieken: zijn (af)metingen. Op die manier is er geen mystiek meer, het lichaam wordt gewoon vlees. Een machine, weliswaar ingewikkeld, maar een die geheel van buiten bestuurbaar is. Aan de andere kant, samenhangend met deze onderschatting van het lichaam, ontdekken we bij Descartes overschatting van het zelf. Het rationele individu kan een complete ervaring bouwen door zijn autonomie en zelfbeschikking. Zo vormt het idee van de soevereine zelf die zijn eigen dood mag kiezen, eigenlijk de basis van de totale westerse, mensgerichte cultuur.
/DE AANVRAGEN
VOOR EUTHANASIE NAMEN TOE VAN 1626 IN 2003 TOT 4829 IN 2013 4. EEN SOCIAAL POLITIEKE UITDAGING Typerend voor de westerse individualistische maatschappij is de onomkeerbare hang naar vrijheid en zelfbeschikking. Dit is een oneindig proces. Kijk maar naar de geschiedenis van de mensenrechten. In het begin, in de negentiende eeuw, kregen een nieuw bewustzijn en gevoeligheid voor de waardigheid en autonomie van alle mensen een plek in de politieke wereld. Mensen bevestigden hun eigen recht om actieve burgers te zijn door het opeisen van stem- en spreekrecht in de publieke arena. Niemand mocht hun leiders kiezen, behalve zijzelf. Deze politieke - en burgerrechten noemen we de eerste generatie mensenrechten.
Na een tijdje bleek dat politieke rechten onvoldoende antwoord gaven op de wensen en behoeften van alle mensen en gemeenschappen. Mensen zijn concrete personen die moeten kunnen werken en wonen, die onderwijs en medische zorg nodig hebben. Dus de rechten werden uitgebreid met sociale rechten, economische rechten en culturele rechten: mensenrechten van de tweede generatie. Maar de strijd voor vrijheid ging door. Een nieuwe vorm van onderdrukking werd ontdekt. Gemeenschappen merkten op dat zij van elkaar afhankelijk waren en bij elkaar hoorden. Ze zagen dat het schenden van mensenrechten niet alleen binnen een land of een gemeenschap voorkwam. De naties van deze wereld hebben ook een gemeenschappelijk leven en een gemeenschappelijk lot, want we leven allen op dezelfde aarde. Zo werd de derde generatie mensenrechten benoemd: de solidariteitsrechten. Deze omvatten onder andere het recht op vrede, het recht op solidariteit tussen arme en rijke landen, het recht op een schoon milieu en het recht op duurzame ontwikkeling. Naast deze drie generaties ontstaat nu een vierde generatie. Mensen worden geroepen om te vechten voor de vrijheid in hun eigen lichaam. Alle bio-ethische vraagstukken (wilsverklaring, euthanasie, kunstmatige voortplanting) zijn deel van deze nieuwe vrijheidsstrijd. Een strijd in een gebied dat wel érg dichtbij is: ons eigen lichaam. Geen grote macht – politiek, maatschappelijk of religieus – kan voor ons bepalen hoe wij met ons lichaam moeten omgaan. De bio-ethiek is de plek waar wij strijden voor vrijheid en zelfbeschikking, de plek waar wij de vierde generatie mensenrechten bevechten en verdedigen. Euthanasie is maar een deel van deze strijd.
11 december 2015 |
Door de medische en technologische stand van zaken, is het verband weg tussen leven en dood. In het verleden, in alle culturen, was er een logisch gevolg tussen ziekte en dood. Deze symmetrie bestaat niet meer. Doordat we de tijd en de psychologische ruimte tussen beide hebben vergroot, heeft de wetenschap onze relatie met de dood veranderd. Paradoxaal genoeg stellen we de dood uit (palliatieve zorg of over-medicatie) terwijl we er ook op anticiperen (euthanasie). Dit nieuwe, vrij simpele feit, herdefinieert de vroeger aanstootgevende ‘wens om te sterven’, naar een nieuw concept: euthanasie. Het is niet meer ethisch onverantwoord of existentieel vreemd. De wens om te sterven is nu een legitiem, persoonlijk, nobel en uitermate menselijk verzoek.
THEMA/RUBRIEK
december 2015 |
12
5. EEN PASTORALE EN DIACONALE UITDAGING Pastorale en diaconale zorg zou nooit een vooringenomen, geheime agenda moeten hebben. Wat voorgevormd is, is dat iemands leven en ervaring centraal staan, en dat de zorg draait om de noden die deze mens heeft. En hoewel het waar is dat niemand geholpen kan worden zonder een goede strategie, is het ook waar dat die strategie vaak een doel op zich wordt. Hierdoor wordt de mens die zorg nodig heeft vaak vergeten. Dit gevaar is bijzonder aanwezig in onze cultuur waar orde, planning, efficiëntie en resultaten de boventoon voeren. We leven met een paradoxale situatie: mensen die geboren zijn om te leven, vragen om te sterven. Pastoraat en diaconaat die gebaseerd zijn op regels zijn in deze situatie gedoemd om te falen. Euthanasie, en het meer universele en dringende vraagstuk over de dood, geeft ons een mooie mogelijkheid om onze pastorale en theologische prioriteiten te herzien. We hebben een radicale verandering nodig in hoe we zorg geven aan stervenden. In zijn meest basale vorm moet deze verandering gaan van principegericht naar mensgericht. Het pastoraat moet zich minder bezighouden met doelen, resultaten, regels en gehoorzaamheid, en zich juist meer richten op de onduidelijkheden, paradoxen en complexiteit. Zorg voor stervenden moet zich richten op de angsten, aarzelingen en wensen, zeker in dit afsluitende hoofdstuk van het leven. Deze verandering, in de verschillende niveaus van pastorale en diaconale zorg, kan als volgt worden samengevat:
Een andere theologie: Niet meer allesomvattend, maar genadig en blijmoedig getuigen van vertrouwen ten opzichte van de dood.
Een ander kerkbeeld: Geen mensen voor de kerk, maar de kerk voor de mensen die dramatische keuzes moeten maken. Een andere ethiek: Niet voorschrijvend, maar perspectief-verbredend, ethiek die zich bezighoudt met het openen van vensters van hoop. Een andere dienstbaarheid: Niet controlerend, maar begeleidend en vertrouwend, dienstbaarheid die zich niet bezighoudt met leiden maar met het volgen van de mens, met de uitdagingen van diens leven.
BLIJVEN ZOEKEN
Kan dit andere begrip van pastorale en diaconale zorg, zoals het omschreven is in de bovenstaande vier punten, de uitdagingen van de dood en euthanasie oplossen? Zeker niet. Maar het helpt ons wel om onze dienstbaarheid anders in te richten, zodat we meer letten op de mens zelf, dan op de dingen die we doen. We weten dat alle andere religieuze, medische, culturele, sociale en politieke vragen rond euthanasie blijven bestaan, en daarom moeten we blijven zoeken, ons informeren en anderen dienen. Altijd voor ogen houdend dat de spanning die we ervaren niet opgelost kan worden, want het is onlosmakelijk verbonden met het leven. Kunnen we vandaag de dag, in onze zorg voor onze naaste, de twee grondslagen van euthanasie verlaten, namelijk dat het lichaam gezien wordt als een ‘bestuurbaar lichaam’ terwijl het individu een ‘soevereine zelf’ is? Ik denk het niet. De westerse maatschappij is gebouwd op deze ideeën. Sterker nog, adventistische ethiek en het adventistische mensbeeld werken samen met deze twee principes. Ze zijn een grondslag van het adventisme, ook al krijgen ze daar een iets andere uitdrukking en worden ze op een ander niveau geplaatst.
CONCLUSIE Tegenstanders van euthanasie zijn eigenlijk gewoon tegenstanders van de allerlaatste schakel in een algemeen geaccepteerde, massaal gedeelde culturele ketting van uitgangspunten. Dat is waarom voor veel mensen het accepteren van euthanasie niet iets vreemds is. Tegelijkertijd blijft onze trouw aan het evangelie ons tegenhouden om euthanasie te zien als de enige en beste oplossing. Het geloof dwingt ons om de toepassing van euthanasie kritisch te blijven onderzoeken.
Dr. Hanz Gutierrez is een theoloog, filosoof en arts uit Peru. Hij is predikant geweest in Italië, Mexico en Duitsland. Hij is nu werkzaam als decaan en hoogleraar Theology op het Italiaans Adventistisch Seminarie in Florence.
sfam_photo/Shutterstock.com
RUBRIEK/THEMA
juni 2015 |
13
/MENSEN DIE
GEBOREN ZIJN OM TE LEVEN, VRAGEN OM TE STERVEN
ZINGEVING/VAN HET BESTUUR
december 2015 |
14
2016: INVESTEREN Veel adventisten willen investeren in zaken waarin zij geloven. Dat ontdekte ik het afgelopen jaar tijdens mijn rondgang langs de gemeenten, waarbij ik opnieuw aandacht vroeg voor Rentmeesterschap. Onze leden raken enthousiast van projecten die ertoe doen en van activiteiten die een verschil maken. Daarbij past ons motto voor 2016: Investeren in je geloof. Tekst/ds. Wim Altink
I
n 2016 wilde ik een Dag van het Rentmeesterschap plannen. Collega’s op het Landelijk Kantoor stimuleerden mijn enthousiasme en kwamen met aanvullende ideeën. Samen willen we graag veel mensen bereiken met een thema dat weerspiegelt wat ons als Adventkerk bezighoudt. Rentmeesterschap ligt aan de basis, maar het gaat verder dan dat. Zo werd een motto voor 2016 geboren: Investeren in je geloof. Op 3 april organiseren we over dit thema een bijzondere trainingsdag voor secretarissen, penningmeesters, ouderlingen, jeugdleiders, sabbatschoolgespreksleiders, diakenen, sprekers en leraren.
ZOEKEN NAAR ZINGEVING
Natuurlijk is het niet voldoende om één dag per jaar te reserveren voor het bespreken van een belangrijk thema. De stafmedewerkers van het Landelijk Kantoor zijn ervan overtuigd dat investeren in je geloof een proces is dat inhoud geeft aan het zoeken naar zingeving. Dat is iets waar we niet slechts één dag over willen spreken, maar waar we het hele jaar mee bezig zijn. En zelfs dat zal niet voldoende zijn, het is een proces dat een heel leven omvat. Maar we zullen ergens moeten beginnen, dus waarom niet meteen in 2016?
SABBATSCHOOL In 2016 werken we diverse boeiende plannen uit. Zo werkt ds. Jurriën den Hollander al geruime tijd met zijn team aan de revitalisering van de sabbatschool. Naast de traditionele sabbatschoolles, zijn ook de Benini-methode en de jongerenles geïntroduceerd. Het verkleinen van de sabbatschoolgroepen helpt om de les op een persoonlijker manier te bespreken. Het is de bedoeling dat de sabbatschool toegankelijk is voor iedere bezoeker ervan, zonder vrees voor kerkelijk jargon of aanvallen op andersdenkenden. Het Benini-concept is uitstekend geschikt om mensen op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met de kerk. In samenwerking met het ESDA-instituut voor schriftelijke cursussen willen we ons met dit concept richten op de ESDA-cursisten. In kleine groepen kunnen zij zich veilig voelen, ontvangen ze aandacht en kunnen zij en wij getuigen van onze ervaringen in het geloof. Op die manier richt de sabbatschool zich vanaf nu nog nadrukkelijker ook naar buiten en is daarmee uitstekend in lijn met de koers van de wereldkerk, namelijk missiegericht zijn.
ESDA
Het team van ESDA houdt zich daarnaast bezig met een aantal andere zaken. Joanne Balk laat weten dat zij aan het einde van 2015 de vernieuwde cursus Gezondheid op de website hoopt te hebben. Het is een online
/INVESTEER
IN JE GELOOF!
wk1003mike/Shutterstock.com
cursus die in 2016 breed gepromoot wordt. Gezondheid is een belangrijk aandachtspunt in de maatschappij, via deze cursus kunnen wij daaraan als kerkelijk instituut een belangrijke bijdrage leveren. Verder werkt ESDA momenteel aan een verdiepende bijbelcursus op basis van het boek Het rijk van God van Richard Rice. In 2016 bestaat ESDA zeventig jaar in Nederland. We overwegen de mogelijkheid om op de Open dag van 26 juni aandacht te besteden aan dit heuglijke feit.
KINDEREN, TIENERS, GEZINNEN, VROUWEN
Het team van Kinder-, Tiener-, Gezins- en Vrouwenpastoraat, onder leiding van Madelon Comvalius, gaat een interessant en druk jaar tegemoet. Het team organiseert trainingsdagen voor bijvoorbeeld Kids in Discipleship
VAN HET BESTUUR/ZINGEVING
ADRA
Geert Hendriks, directeur van ADRA Nederland, richt zich in 2016 op het 25-jarig bestaan van de organisatie in ons land. Uiteraard laat dit feestelijke gebeuren niet toe dat de aandacht voor de mens in nood verslapt. Het blijft noodzakelijk om op directe en indirecte wijze hulp te bieden aan mensen die in armoede leven of van honger dreigen om te komen en aan hen die van huis en haard verdreven worden door de lokale omstandigheden, om maar enkele aandachtsvelden te noemen. ADRA blijft zich ook in haar jubileumjaar onverminderd inzetten om een verschil te maken in de wereld.
RENTMEESTERSCHAP
en de kindersabbatschool. Daarbij worden mensen getraind om andere gezinnen en kinderen toe te rusten om te investeren in hun geloof. Voor tieners is vriendschap erg belangrijk, daarom komen ze graag naar de tienerclub. Het tienerclubteam zorgt ervoor dat zij ook kunnen investeren in hun geloof. Iedere bijeenkomst worden er interactieve bijbelstudies aangeboden die op maat gemaakt zijn voor zowel de jongere tieners als de oudere. Tevens is er bij iedere bijeenkomst een motiverende sabbatsluiting. Daarnaast zijn er vrouwenweekenden, relatiedagen en dagen voor singles die jaarlijks of tweejaarlijks op de agenda staan. Bij al die bijeenkomsten streven we ernaar een vernieuwende stimulans te geven aan het geloofsleven van de deelnemers.
JONGEREN Op het jongerendepartement, onder leiding van ds. Tom de Bruin, neemt CORe een belangrijke plaats in, in 2016. De Church of Refuge, zoals het voluit heet, omarmt het jongerenwerk in de lokale gemeente en zorgt ervoor dat de hele gemeente beter wordt van de inzet van jongeren. Dit wordt bereikt doordat jongeren en ouderen met elkaar leren samenwerken. Dit project is een geweldige investering en stimulans voor iedereen binnen de kerk. Tijdens een bijeenkomst met de predikanten die onlangs gehouden werd, bracht Corjan Matsinger van Young & Holy naar voren dat de vier P’s belangrijk zijn in het werken met jongeren: personal (persoonlijk), practical (praktisch), purpose (doel) en pronto (meteen). Werken met jongeren verdient onze onvermin-
Ik wil dit artikel eindigen waar we begonnen zijn: bij Rentmeesterschap. Letterlijk betekent het een investering wanneer we onze tienden toevertrouwen aan het werk van God. Het geeft echter enorm veel voldoening om te ervaren hoe het teruggeven van tien procent van ons inkomen aan de Heer, hoe gering dat bedrag ook kan zijn, zegent en vermenigvuldigt. Het tiendensysteem is van belang voor allen die ermee te maken hebben en erbij betrokken zijn. De naam van God wordt ermee geĂŤerbiedigd, de kerk van de Heer kan haar missie ermee uitvoeren en de gevers van tienden mogen zich verheugen in de rijke zegen van God. Ik wil u uitnodigen mee te doen in 2016. Investeer in uw geloof en ontdek dat dit een rijke oogst op zal leveren! Het jaar 2016 is de aanzet voor verdere verdieping en zingeving door uzelf te wijden aan kwalitatief sterk christelijk dienen. Doe mee!
15 december 2015 |
IN JE GELOOF
derde aandacht en daar is men op het jongerendepartement volkomen van doordrongen.
ZINGEVING/KERK ZONDER GOD
december 2015 |
16
LEREN VAN EEN KERK ZONDER GOD? OP BEZOEK BIJ THE SUNDAY ASSEMBLY IN UTRECHT
Wie graag naar een kerkdienst wil gaan, maar geen zin heeft in religie en een boodschap over God, kan terecht bij The Sunday Assembly. Maar wat beweegt mensen om naar een kerk te gaan zonder religie en zonder God? En kunnen wij hier als kerkgenootschap iets van leren? Tekst/Matthijs Nagtegaal en Nelske Verbaas
D
e Utrechtse tak van The Sunday Assembly komt elke laatste zondag van de maand in het centrum van Utrecht samen. We arriveren 25 oktober ruim voor aanvang van de dienst en ontmoeten David, Elizabeth en Wouter, die een afvalwandeling hebben georganiseerd. Het motto van deze community is namelijk ‘live better, help often, wonder more’. In het kader van regelmatig helpen maken we, gewapend met vuilniszakken, handschoenen en een grijpstok, een rondje door het centrum van Utrecht om afval te verzamelen.
RADICAAL INCLUSIEF
De afvalwandeling trekt ’s ochtends weinig belangstellenden: met zijn vijven gaan we op pad. Elizabeths opmerking dat zij wel gelovig is en voor het Leger des Heils werkt, komt als een verrassing. Is dit geen atheïstenkerk? Elizabeth haast zich om te zeggen dat dat beeld niet klopt: ‘Een atheïstenkerk sluit mensen buiten, want er is dan geen plek voor gelovigen. Wij willen iedereen een plek bieden, gelovig of ongelovig. We zijn een seculiere gemeenschap, maar we typeren onszelf als radicaal inclusief.’ Elizabeth is vanaf het eerste uur betrokken bij de organisatie, die inmiddels veertien maanden draait. Ze zegt de ‘echte kerkdienst’ niet te missen, maar dit wordt gecompenseerd door de weekopening op haar werk bij het Leger des Heils. Waarom besloot Elizabeth, als gelovige, mee te doen met de organisatie van een seculiere kerk? Simpel: ze had moeite om een leuke kerk met jonge mensen te vinden en haar vrienden wilden graag een Assembly opzetten. Juist het samenzijn met vrienden en de open sfeer maken dat zij zich hier zo thuis voelt.
ZINGEVING Terwijl onze vuilniszakken steeds voller raken, mengt David zich in het gesprek. Hij zegt niet gelovig te zijn, hoewel hij uit een katholiek nest komt. De meeste gezinnen in zijn geboortedorp, vertelt hij, gaan vooral uit traditie naar de kerk. Echt geloven doet men niet, denkt hij. Hij waardeert het samenzijn en de gezelligheid van de Assembly. Daarnaast is hij ook op zoek naar zingeving, en ook die vindt hij hier. De zingeving is misschien niet van religieuze aard, maar er wordt wel dieper over het leven nagedacht.
KOPIËREN VAN DE KERK
Na de wandeling leiden David, Elizabeth en Wouter ons de zaal in en gaan snel aan de slag met de laatste voorbereidingen voor de dienst. De locatie is een eetcafé; in een zijvleugel van de ruimte is een podium gemaakt. Tijdens de wandeling vertelde David dat er 70 tot 80 bezoekers per bijeenkomst zijn. Het aantal stoeltjes voor het podium haalt het niet bij dat aantal. In de loop naar de zaal toe is een tafel geposteerd waar bezoekers hun zelfgemaakte taart neer kunnen zetten, die na afloop van de dienst met elkaar opgegeten wordt. David biedt ons koffie aan en stelt ons meteen voor aan zijn vriendin Sabrina. Zij is opgegroeid in een gezin van Jehovah’s Getuigen. Sabrina verzorgt de communicatie en vertelt ons enthousiast over de opzet van de dienst. De invulling daarvan vertoont verrassend veel overeenkomsten met die van een ‘normale’ kerk. Sabrina onderschrijft dit: ‘We kopiëren dingen van de kerk waarvan wij denken dat ze goed werken, maar dan op onze eigen manier.’
HIGH FIVES
Langzaam druppelen er steeds meer bezoekers binnen. Het publiek bestaat vrijwel uitsluitend uit blanke twintigers en dertigers. Nieuwe mensen zijn vaak uit het netwerk van vrienden afkomstig. Ook blijkt er flink wat verloop in het bezoek: elke dienst komt ongeveer een kwart van de bezoekers voor het eerst. En dat terwijl het gemiddelde bezoekersaantal vrij stabiel is.
KERK ZONDER GOD/ZINGEVING
MUGGENZIFTEN
Na het zingen wordt het thema van de maand ingeleid: muggenziften. Zowaar met een bijbelcitaat, want ‘muggenziften’ komt uit Matteüs 23:24: ‘Blinde leiders zijn jullie, die uit hun drank de muggen ziften, maar een kameel wegslikken.’ We worden aangespoord om het grote niet te veel te verwaarlozen door alleen op het kleine te letten. De presentatrice haalt ook Seneca nog even aan (‘Klagen heeft alleen zin wanneer het je ook daadwerkelijk verder brengt’). De ‘schriftlezing’ komt uit een boek van de man die werkt aan een Twentse bijbelvertaling: Herman Finkers. De Assembly heeft geen predikant. Elke keer wordt een spreker uitgenodigd die veel verstand heeft van een onderwerp dat aansluit bij het thema. Vandaag is dat medisch-entomoloog Bart Knols, die alles van muggen weet. Hij heeft zelfs een Ig Nobelprijs gewonnen met zijn ontdekking dat muggen de geur van Limburgse stinkkaas heerlijk vinden. Vol vuur legt hij uit hoe muggen met geuren gevangen kunnen worden.
OVER THE SUNDAY ASSEMBLY
The Sunday Assembly is opgezet door de Britse komieken Sanderson Jones en Pippa Evans. Zij wilden iets doen wat alle goede dingen van de kerk had, maar dan zónder religie, mét popsongs. Na hun eerste Assembly in 2013, verspreidde het nieuws van een kerk zonder God zich als een lopend vuurtje en schoten nieuwe initiatieven wereldwijd als paddenstoelen uit de grond. In Nederland kun je behalve in Utrecht ook terecht in Amsterdam, Rotterdam, Den Bosch en Amersfoort. The Sunday Assembly Utrecht komt elke laatste zondag van de maand van 11.00 tot 12.00 uur bij elkaar in The Venue, Varkensmarkt 16. Na afloop is er koffie met zelfgemaakte taart. Of surf naar www.utrecht.sundayassembly.com.
/ KUNNEN WIJ ALS ADVENTKERK OOK NIET WAT MEER RADICAAL INCLUSIEF ZIJN?
Aangezien de mug het dodelijkste dier op aarde is, vanwege de verspreiding van malaria, verricht hij letterlijk levensreddend onderzoek.
COLLECTE
Na de presentatie is het weer tijd voor muziek, gevolgd door bezinning met twee minuten stilte en een persoonlijk verhaal. Tijdens het slotlied is er een collecte. Ook deze kerk moet haar kosten dekken. In plaats van een collectezak, gaat er een hoed rond. De rechterhand niet laten zien wat de linkerhand geeft is in dit geval wat lastig.
LEREN VAN EEN KERK ZONDER GOD
We hebben natuurlijk een aantal kritische vragen bij dit concept. Is dit een blijvend initiatief? Wat als al die twintigers en dertigers kinderen krijgen? Komt er dan een kinderprogramma? De frequentie van de diensten is met eens per maand vrij laag en het verloop in bezoekers is vrij hoog. Kortom, hoe bestendig is de gemeenschap? Maar wie daar doorheen kijkt, ziet veel zaken waar wij als kerk van kunnen leren. De sfeer is heel positief en gezellig. De leden van de organisatie stralen een aanstekelijk plezier uit. De beweging biedt de mogelijkheid om maandelijks positieve energie te tanken. Een basisvoorwaarde om naar welke kerk dan ook te gaan, denken wij. Tot slot zien we dat een jonge, blanke, veelal seculier opgegroeide generatie op zoek is naar zingeving. Niemand die we spreken tijdens ons bezoek wijst het christelijk geloof af, maar bezoekers willen de wereld graag vanuit een bredere context beschouwen. Het christendom is dan één manier van levensbeschouwing. Wie deze groep wil bereiken, zal als kerk vormen moeten vinden om ruimte te geven ook andere levensbeschouwingen te onderzoeken. Als kerk vinden we dat uiteraard erg spannend. Niettemin verlaten wij de bijeenkomst met de vraag: wanneer wij interessant willen blijven voor een jonge, zoekende, maar seculier opgevoede generatie, kunnen wij als Adventkerk misschien niet ook wat meer radicaal inclusief zijn?
Matthijs Nagtegaal is Productmanager Betalen bij ING. Hij is lid van Uniek Utrecht en maakt deel uit van de redactieraad van Advent. Nelske Verbaas is redacteur bij de Adventkerk. Zij is lid van Uniek Utrecht en maakt deel uit van de redactie van Advent en van de redactieraad.
17 december 2015 |
De dienst start met een ouderwets kerkritueel: schud elkaar de hand. Het handen schudden is daarbij vervangen door het geven van high fives. Terwijl wij nog druk high-fiven, betreedt de (uitstekende) band het podium, want ook hier wordt gezongen. De liederen zijn allemaal bekende popsongs met een positieve boodschap. Als eerste wordt Sun is Shining ingezet, van Axwell Ʌ Ingrosso. Daarna volgen You Can Go Your Own Way en Don’t Stop Thinking About Tomorrow van Fleetwood Mac. Er wordt met groot enthousiasme meegezongen en zelfs meegedanst. Gniffelend zeggen we tegen elkaar dat er in onze gemeenten bijna nooit zo hard en massaal wordt gezongen.
PS/OVERLIJDENSBERICHTEN
december 2015 |
18
PS JAN MOORMAN
7 mei 1932 – 21 juL 2015 Jan werd geboren in Zwartsluis, als zoon van een visser. De hele familie zat in de visserij. Dat zag je later terug in Jans beroep: hij was eigenaar van een viswinkel en toko in Steenwijk. Jan werd vader van vier zonen en één dochter. Heel Steenwijk wist dat Jan de sabbat vierde. Bij elk visje dat hij verpakte, stopte hij een briefje dat hij de zondag voor sabbat verruilde. Jan droeg in de kerk regelmatig bij op culinair gebied. Hij maakte veel rijsttafels voor de kerk, bakte graag en maakte heerlijke slaatjes. Ook muzikaal droeg hij zijn steentje bij. Jan had veel liefde voor muziek en zijn klarinet was een passie. Hij zocht vaak muziekstukken uit en speelde mee op de klarinet. Altijd was hij actief en betrokken, totdat er een hersentumor werd geconstateerd. Twee maanden na de diagnose overleed hij in de nabijheid van zijn kinderen en kleinkinderen.
MARCEL RAMSOENDER
2 feb 1980 – 29 mei 2015 Op 29 mei overleed Marcel Ramsoender door een ongeval. Hij laat een dochtertje van 9 jaar achter. Marcel werd geboren in Suriname, maar woonde het grootste gedeelte van zijn leven in Spijkenisse. Hij was de middelste in een gezin van drie kinderen. Hij was de rust zelve, en genoot van alles om zich heen. Musiceren was zijn passie. Zijn liefde voor muziek leidde tot de formatie van een praisegroep in de gemeente Spijkenisse. Thuis had hij, bij wijze van spreken, een hele studio met muziekinstrumenten staan.
Ongeveer tweehonderd vrienden, familieleden, collega’s en leden van adventkerken uit de regio waren aanwezig bij de begrafenis. De afscheidsdienst werd geleid door Colvin Overdiep, onderling van Spijkenisse en vriend van de familie. Hij kende Marcel al sinds zijn peutertijd. André Smalheer, muziekmaatje en beste vriend, bracht een special ten gehore. Marcel laat een lege plek achter in de gemeente Spijkenisse. Hij wordt zeer gemist.
DICK TAP – HOOITES
30 jan 1930 ‒ 30 apr 2015 Dick werd geboren in Amsterdam. Zij had geen gemakkelijke jeugd; als 5-jarige moest zij het al zonder haar moeder doen. In 1953 trouwde ze met Piet Tap. Hun huwelijk was hecht en liefdevol en zij kregen vier kinderen. Kinderen en kleinkinderen waren altijd een grote bron van blijdschap. Piet en Dick werkten samen in hun zaak tot ze in 1995 met pensioen gingen. In de kerk was Dick actief; jarenlang verzorgde ze de lectuur. Ze had veel verdriet van het plotselinge overlijden van Piet in 2008. Ook de ziekte en het overlijden van kleinzoon Chris deed haar veel verdriet. Maar ze kreeg toch weer wat zin in het leven. De gezelligheid van haar vriendinnenclubje hielp daarbij enorm. De vriendinnen kwamen ook vaak op sabbatmiddag langs toen Dick niet meer elke week naar de kerk kon gaan en de dienst van Apeldoorn op haar tablet volgde. Op 30 december 2014 kreeg Dick te horen dat ze ernstig ziek was. Zij zat niet bij de pakken neer. Toen de operatie niet het gewenste resultaat had vond ze het jammer, maar ze had er ook vrede mee. Ze was niet bang om te sterven, ze vond kracht, rust en troost in haar geloof.
OVERLIJDENSBERICHTEN/PS
22 okt 1919 – 5 okt 2015 Vera werd geboren in Surakarta, Nederlands-Indië. Zij trouwde met Frans Emanuel (Miel) de Graaff. Ook zijn wieg stond in voormalig Nederlands-Indië. Samen kregen zij twee zonen en een dochter. Vera was haar hele leven creatief en had veel hobby’s. Taarten bakken, koken, naaien, handwerken, schilderen en pottenbakken deed zij graag. Ook hield ze ervan om dierenfilms te kijken. Maar vooral voor het lezen van de Bijbel maakte zij tijd vrij.
Het gezin woonde negen jaar in Nederlands-Nieuw-Guinea, maar verhuisde in 1962 definitief naar Nederland. Vera werd lid van de adventgemeente Utrecht. Ze deed veel voor de dorcas. Na het overlijden van Miel in 1976 verhuisde Vera naar Veenendaal, dichtbij haar dochter met haar gezin. Vanaf 2012 woonde zij in een verzorgingshuis in Schiedam. Daar was zij ook lid van de gemeente. Vera’s geloof was rotsvast en zij leefde in het volste vertrouwen dat God zijn kinderen leidt.
TOOS OOSTERHOF – TELGENKAMP
8 sept 1947 ‒ 4 jul 2015 Toos werd geboren in Hengelo. Na haar huwelijk met Wiebe vertrok ze begin jaren 70 naar Nieuw-Zeeland. Daar werden hun twee zonen geboren en leerden Toos en Wiebe de adventboodschap kennen. In 1977 keerden ze terug naar Nederland en werden lid van de gemeente Hengelo en later van de gemeente Almelo.
Toos was actief als gespreksleider in de sabbatschool, hoofddiacones en vanwege haar punctuele instelling was zij jarenlang penningmeester van de gemeente. Haar gezondheid was erg kwetsbaar door diverse chronische ziekten. De laatste maanden
van haar leven heeft ze in het ziekenhuis doorgebracht, totdat de artsen aangaven niets meer voor haar te kunnen betekenen. Met haar vaste geloof in Jezus is ze in het bijzijn van haar man en oudste zoon overleden.
ELISABETH PAULINE (ELINE) DE RUITER
28 mrt 1963 – 15 sept 2015 Eline werd geboren in Rotterdam als jongste dochter van ds. C.P. de Ruiter en T. de Ruiter – van den Boogaard. Eline werd al jong gedoopt. Ze was lid van de gemeenten Delft, Rotterdam en Amsterdam. In Amsterdam-Zuid was zij enkele jaren secretaris.
Toen Eline 18 werd, ging ze Frans studeren aan de adventistische universiteit Frankrijk, in Collonges. Daar ontmoette zij haar man José do Polme. Na hun tijd in Frankrijk studeerden zij beiden aan de kunstacademies van Den Haag en Rotterdam. Zij trouwden in hun studietijd. Eline was een talentvol illustratrice en ontwerper. Samen met José had zij een succesvol bureau voor grafische vormgeving en mode & interieurfotografie. Hun bedrijf zetten zij op in Amsterdam en Portugal, waar zij jarenlang woonden. Eline hielp José bij het verzorgen van zijn ouders. Toen een agressieve vorm van borstkanker
bij haar werd ontdekt, keerde het echtpaar direct terug naar Nederland.
Ondanks alle pijn en narigheid bleef Eline altijd vrolijk en optimistisch. Zij was een warm en inspirerend mens en laat prachtige herinneringen na, die gekoesterd zullen worden.
GRIETJE TALEN – VELDMAN
29 mei 1926 ‒ 21 jul 2015 Grietje werd geboren in Vriezenveensewijk. Ze groeide op in een Hervormd gezin. Ze was een periode betrokken bij een pinkstergemeente en vervolgens bij een baptistenkerk, maar werd in 1974 samen met haar man lid van de net opgerichte adventgemeente in Almelo. Zij was een trouwe bezoekster van de diensten. Na een leven van hard werken genoot ze van haar groenten- en siertuin en haar kippen. Iedereen werd altijd gastvrij ontvangen in Grietjes huis. Met haar kinderen, kleinkind en twee achterkleinkinderen had ze veel contact. Haar kinderen zorgden ervoor dat ‘oma Grietje’ altijd de kerkdiensten in Almelo kon bezoeken.
De laatste jaren was haar gezondheid broos. In juli was haar energie op en is zij rustig ingeslapen in de zekerheid van de wederkomst van Christus.
GEDOOPT 12 september / Speranza
3 oktober / Rotterdam Noord
19 september / Apeldoorn
QUINCY HOOPLOT (13) DEONDRA HOOPLOT (14) CHOFNI KNOL (19) ISMIRELDA KNOL (21) NATASCHA TOLUD (43) MORESH SEWNANDAN (40)
3 oktober / Enschede
YVETTE NYIRAMASENGESHO (16) ERICA LUTZ (20) SOPHIA LUIGJES (62)
RUUD SWART (57)
NIELS SONNEVELD (23) TABITHA SONNEVELD (21) RUTGER KOFFEMAN (23)
LÍBA JACHYMOVÁ (32) ROSE MARIE LUCASIUS (60)
17 oktober / Amersfoort
19 december 2015 |
VERA DE GRAAFF – BOS
ZINGEVING/KERST
december 2015 |
20
EEN KERSTVERHAAL IN TWEE DELEN Vanaf zijn geboorte doorbreekt Jezus muren tussen mensen. In het geboorteverhaal staan geleerden en arbeiders, hoogopgeleiden en laagopgeleiden, vreemdelingen en landgenoten gebroederlijk naast elkaar. Allemaal hebben ze hun eigen weg afgelegd om bij Jezus te komen. Leg Lucas en Matte端s naast elkaar en ontdek een nieuwe dimensie van het kerstverhaal. Tekst/ds. Jeroen Tuinstra
R. Gino Santa Maria/shutterstock.com
KERST/ZINGEVING
GEZELLIGE BOEL
Het is altijd een gezellige boel in een kerststal. Uiteraard hebben we Jozef, Maria en het kindje Jezus in een voederbak. Dan hebben we een aantal herdertjes en drie koningen of wijzen uit het oosten. Engelen boven de stal en verschillende dieren op de achtergrond, waarbij uiteraard de ezel niet mag ontbreken. Het geheel wordt verlicht door een sfeervolle ster en er ligt wat sneeuw op de grond. Afgezien van de sneeuw zijn alle elementen terug te vinden in de geboorteverhalen van Jezus in de evangeliën. Alleen: alle elementen die onderdeel uitmaken van het traditionele kerstverhaal, staan niet allemaal in hetzelfde verhaal – ze zijn verdeeld over twee verschillende geboorteverhalen. Het ene is te vinden in Matteüs en het andere in Lucas. Het kerstverhaal, zoals wij dat van oudsher vertellen met Kerst, heeft de twee verhalen samengevoegd. Door deze samenvoeging verliezen we echter een belangrijk aspect van het verhaal dat alleen duidelijk wordt als we de twee verhalen weer uit elkaar halen.
WAAROM TWEE GEBOORTEVERHALEN? De eerste drie evangeliën worden door theologen aangeduid als ‘synoptisch’. Dit houdt in dat je de boeken qua structuur en verhalen naast elkaar kunt leggen. Gelijkenissen, gebeurtenissen en verhalen worden herhaald in deze evangeliën. Sommige elementen van de verhalen worden wel genoemd door het ene evangelie maar niet door het andere. Een aardig voorbeeld, waardoor we tegelijkertijd het probleem met de synoptische evangeliën ontdekken, is wat er precies op het bordje stond dat werd opgehangen boven het hoofd van Jezus aan het kruis. Want elk evangelie heeft een eigen variant. Hoewel we de evangeliën naast elkaar kunnen leggen, klopt de chronologie van de verhalen niet altijd. Voor ons, als moderne westerse mensen, zijn de volgorde en inhoud van een verhaal cruciaal voor de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid. Als twee mensen een verschillend relaas geven van een bepaalde gebeurtenis, blijven wij vragen stellen totdat de chronologie en inhoud kloppen, anders concluderen we dat ze allebei liegen of dat één van beiden naast de waarheid zit. In dat opzicht zijn de evangeliën een uniek genre in de Bijbel. Aan de ene kant zijn het getuigenverslagen met chronologische gebeurtenissen. Aan de andere kant proberen de evangelisten de lezers te overtuigen van een specifieke boodschap waarbij de chronologische volgorde van gebeurtenissen niet van belang is. Verhalen worden dan in een bepaalde volgorde gezet om een gedachtenlijn op te zetten, soms afhankelijk van de beoogde lezer. Dat was communicatie avant la lettre: schrijven met de doelgroep in gedachten. Dat is ook het geval met het geboorteverhaal van Jezus,
waarvan maar twee evangeliën het verhaal vertellen. De andere twee evangelisten, Marcus en Johannes, vinden het blijkbaar niet noodzakelijk om hun toehoorders het geboorteverhaal mee te geven. Matteüs en Lucas vinden dit wel nodig, maar ze vertellen allebei als het ware maar de helft van het verhaal. Blijkbaar hebben ze elk hun redenen om bepaalde elementen van het verhaal wel te vertellen en andere elementen achterwege te laten.
TWEE WERELDEN, TWEE VERHALEN
Hoewel moeilijk te bepalen is voor welk specifiek publiek de evangelisten schrijven, zijn er wel aanwijzingen te vinden. Zo wordt over het algemeen aangenomen dat Matteüs, een tollenaar, schrijft voor een Joods publiek of in ieder geval voor een publiek dat goed bekend is met de verhalen uit het Oude Testament. Zijn evangelie is doorspekt met citaten uit het Oude Testament, vaak voorafgegaan door de uitdrukking: ‘Zo ging in vervulling wat gezegd is door …’. Lucas opent zijn evangelie met een intentieverklaring. Hij schrijft dit evangelie voor of in opdracht van een zekere Theofilus. Theofilus, wat ‘door God geliefd’ betekent, wordt over het algemeen gezien als symbool voor de christelijke lezer in het algemeen. En Lucas’ intentie is om, naast alle andere verslagen van de gebeurtenissen uit het leven van Jezus, er eentje in ‘ordelijke vorm … op schrift te stellen’ (Lucas 1:1–4). De intentieverklaring aan het begin van het boek doet officieel aan en daaruit kun je opmaken dat Lucas als geschiedschrijver serieus genomen wil worden. Hij schrijft zijn evangelie voor de christenen van Joodse en nietJoodse afkomst, met een redelijke opleiding en niet armlastig, die verspreid wonen over het Romeinse Rijk.
21 december 2015 |
H
et is alweer jaren geleden, ik studeerde nog in Engeland en bezocht mijn toenmalige vriendin in de omgeving van Liverpool. De lokale gemeente had de traditie om elke Kerst een speciale kerstvertelling te houden op een boerderij. Iedereen zat gezellig op de strobalen, een kop warme chocolademelk in de ene hand en een verfrommeld kopietje van de kerstliedjes in de andere. Het was een grote overdekte binnenplaats en de gure winterwind had vrij spel. Naarmate de avond vorderde, ontstond langzaamaan het traditionele kerststalletje. Inclusief kleutertjes verkleed als engeltjes, ouderlingen uitgedost als wijzen uit het oosten en een levende koe en ezel.
ZINGEVING/KERST
december 2015 |
22
Twee geheel verschillende werelden. De ene bevolkt door mensen die zijn onderwezen in de Joodse traditie, boeken en levenswijze, woonachtig in het door de Romeinen bezette Israël. De andere bevolkt door de heidenen, mogelijk hoog opgeleid in de heidense wetenschappen en filosofieën, bekend met het kosmopolitische leven van het Romeinse Rijk.
HERDERS EN MAGIËRS
Als je de twee geboorteverhalen nauwkeurig bekijkt en dan voornamelijk de scène in Bethlehem in de bewuste kerstnacht, valt je op dat er twee verschillende groepen bezoekers zijn die elk op hun eigen manier naar de geboortescène worden geleid. Aan de ene kant heb je de herders, bescheiden en laagopgeleid, geleid door een engelenkoor. Aan de andere kant staan de wijzen of magiërs
/VANAF ZIJN
GEBOORTE DOORBREEKT JEZUS MUREN TUSSEN MENSEN uit het oosten, voornaam en hoogopgeleid, geleid door een heldere ster. Lucas vermeldt enkel de herders die eer komen bewijzen. Matteüs spreekt alleen van de magiërs uit het oosten. De keuze van elementen door beide evangelieschrijvers is op het eerste gezicht curieus. Je zou verwachten, vanuit het oogpunt van herkenning, dat Matteüs juist het element ‘herders’ zou hebben gebruikt in zijn verhaal. Het Joodse publiek was immers bekend met het werk van herders. Hoewel het niet als een hoogwaardig beroep werd gezien, was het een herkenbaar element in de Joodse samenleving. Er kon geen aanstoot aan worden genomen. Toch kiest Matteüs
BEGIN HET NIEUWE JAAR GOED Gun jezelf of een ander een ontmoeting met God ... NU VERKRIJGBAAR Bestel het nieuwe bijbels dagboek van Reinder Bruinsma via www.adventist.nl of bel 030 6931509. ISBN/EAN: 978-90-816345-7-1
ervoor om juist het element ‘magiërs uit het oosten’ te vermelden en met geen woord over de herders te spreken. Hoewel veel bijbelvertalingen het woord ‘wijzen’ of een equivalent gebruiken, gaat het hier om magiërs of sterrenwichelaars. Geleerden die aan de hand van de sterren voorspellingen probeerden te maken en geloofden dat de loop van de sterren directe consequenties had voor het verloop van de wereldgeschiedenis. We zouden ze vandaag eerder associëren met de astrologen die we ’s avonds laat op de televisiereclame zien dan met gerespecteerde wetenschappers. Daarbovenop kwamen ze ook nog eens uit een land waarmee Joden een complexe, pijnlijke en moeizame relatie hadden: Babylon. Wat probeert Matteüs precies te bereiken door juist een element te gebruiken dat vervreemdend, afstandelijk en misschien wel aanstootgevend is voor zijn lezers? Hetzelfde is te zeggen voor Lucas. Die maakt juist gebruik van de herders voor een publiek dat hoogopgeleid en draagkrachtig was. Voor hen waren de herders vervreemdend en afstandelijk. Niet bepaald een groep waar ze zich mee konden identificeren.
TEGEN DE VERWACHTINGEN IN Juist in dit vervreemdende en afstandelijke ligt de sleutel tot het begrijpen van de keuzes van de twee evangelieschrijvers. Hun doelgroepen hadden de nodige vooropgezette ideeën bij de geboorte van Jezus. Hoewel Jezus geboren is in Bethlehem, komt zijn familie uit Nazaret. Johannes laat in één van zijn verhalen zien hoe er onder de Joden werd gedacht over Nazaret. Nadat Filippus over Jezus had verhaald bij Natanaël, reageerde deze met de uitdrukking: ‘Uit Nazaret? Kan daar iets goeds vandaan komen?’ (Johannes 1:46). Geboren in een voederbak en komend uit Nazaret, is dit de Messias? De drie magiërs lieten aan het Joodse publiek zien dat hij ondanks zijn afkomst door niet de minsten werd bezocht. Zonen van goden waren in de heidense wereld geen uitzondering. De christelijke bekeerlingen met een heidense achtergrond waren bekend met de vele Romeinse en Griekse halfgoden. En hier vertelt Lucas het verhaal van de geboorte van één die ‘heilig [moet] worden genoemd en Zoon van God’ (Lucas 1:35). Hun vooropgezette idee was dat deze halfgod niet benaderbaar was, dat je wel heel bijzonder moest zijn om die geboorte mee te mogen
KERST/ZINGEVING
MENSEN SAMENBRENGEN
Door de twee verhalen uit elkaar te houden en ze te koppelen aan een specifiek publiek ontdek je een dimensie in het verhaal die normaal verloren gaat. Vanaf zijn geboorte doorbreekt Jezus muren tussen mensen. In het geboorteverhaal staan geleerden en arbeiders, hoogopgeleiden en laagopgeleiden, vreemdelingen en landgenoten gebroederlijk naast elkaar. Allemaal hebben ze hun eigen weg afgelegd om bij Jezus te komen. Allemaal zijn ze op hun eigen manier geroepen. De één door de studie van sterren de ander door een overdonderend engelenkoor.
In het verdere leven van Jezus zien we dat hij de meest ongebruikelijk mensen bij elkaar weet te brengen. In zijn keuze van discipelen zien we een breed spectrum van de maatschappij: belastingambtenaren, vissers, handelaren. De mensen die hem volgen komen uit alle lagen van de bevolking, van Romeinse centurio’s tot diep religieuze zeloten. En hij eet met mensen aan de rand van de samenleving, prostituees, zwervers en verraders. Jezus laat vanaf het begin van zijn leven zien dat God de God van alle mensen is. ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus’ (Galaten 3:28). En dat mogen we met Kerst vieren, maar hopelijk niet alleen met Kerst. Mogen we het hele jaar door laten zien dat het koninkrijk van God geen koninkrijk van muren is, maar een koninkrijk waar iedereen op zijn manier naartoe geroepen wordt en op zijn manier deel van mag zijn. Laten we met deze Kerst een nieuwe start maken, door niet naar de verschillen te kijken, maar juist de
gemeenschappelijkheid te benadrukken. Laten we niet blijven kijken naar de weg die we hebben afgelegd, maar laten we kijken naar het gemeenschappelijke doel: Jezus Christus.
Ds. Jeroen Tuinstra is voorzitter van de Adventkerk in België en lid van de redactieraad van Advent.
POÉZIE/GEDICHT VAN EEN LEZER
JEZUS’ ARMEN Jezus strekte, pasgeboren, Zijn armen uit naar de herders. Daarna naar de wijze vorsten; Zij kwamen van veel verder. Zij waren welkom in zijn huis, Werden met lieve lach begroet. Ze knielden en brachten hem hulde, Gingen vervuld met nieuwe moed. Aan het begin van zijn werk Opende hij zijn beide armen Voor zijn discipelen één voor één, Die zich aan zijn liefde warmden. Vele mensen kwamen naar hem, Ziek naar lichaam en naar geest. Hij sprak en strekte zijn armen, Waardoor de mensheid geneest. Kinderen naderden tot hem. Geen één werd door hem genegeerd. Hij sloeg zijn armen om hen heen, Met zijn speciale zegen vereerd.
Rawpixel.com/Shutterstock.com
Tenslotte kwam hij op Golgotha. Hier opnieuw strekte hij zijn armen Voor het betalen van de hoogste prijs. Hij gaf zijn leven uit erbarmen. Nu strek ik mij uit, naar u, Heer van liefde en erbarmen. Zie mij aan in uw genade, Sluit mij liefdevol in uw armen. Anita den Boer-Kosmeier
23 december 2015 |
maken of hem eer te bewijzen. En juist dan voert Lucas de herders ten tonele. Mensen die niet tot de hoogste klasse behoren mogen eer bewijzen aan deze Messias. De Messias voldeed niet aan de vooropgezette ideeën over rang, stand en afkomst. Vanaf het begin laten deze twee evangelisten zien dat zij iemand volgen die andere ideeën hierover heeft en die een andere samenleving voorstaat.
INTERVIEW/PASTOOR AAN DE ZUIDAS
december 2015 |
24
DE NIEUWE POORT EEN SPRANKELEND INITIATIEF AAN DE ZUIDAS VAN AMSTERDAM
Op de plek waar zich sinds de eeuwwisseling meer dan zevenhonderd bedrijven vestigden en die bekend is als hét kennis- en zakencentrum van Amsterdam, opende de Nieuwe Poort zijn deuren op 1 september 2013. Het ligt 2 minuten lopen van NS-station Amsterdam-Zuid. Ds. Ruben van Zwieten (32) is de initiatiefnemer van dit project. Hij is zowel ondernemer als predikant en … razend druk. Ds. Henk Koning praat met één van zijn eerste medewerkers: Rob Ittmann (23). Tekst/ds. Henk Koning
W
at de Nieuwe Poort precies is, laat zich nog niet zo makkelijk beschrijven. Duidelijk is wel dat Rob Ittmann, die er bijna vanaf het begin bij betrokken was, er heel bevlogen over praat. En terecht. Om dit initiatief te plaatsen moeten we even terug in de tijd. Ittmann en Ruben van Zwieten kennen elkaar van de Veluwe. Van Zwieten ontdekte na zijn opleiding theologie en rechten in Leiden, en na een predikantenopleiding aan de Protestantste Theologische Universiteit, een grote spirituele leegte onder bankiers, zakenlui en ondernemers en generatiegenoten. Daarnaast bestond er een bijna onoverbrugbare afstand tussen vele topmanagers en de inmiddels groeiende bewoners van de Zuidas. Dit bracht hem ertoe in 2008 vanuit de Thomaskerk in Amsterdam-Zuid de Stichting Zingeving Zuidas op te richten. Vijf jaar later werd de Nieuwe Poort geopend.
Ittmann, die onkerkelijk opgroeide, raakte geboeid door Van Zwietens idee om verbindend te gaan werken tussen bepaalde groepen die op de Zuidas wonen en/of werken. Er werd, bijvoorbeeld, een voetbalwedstrijd georganiseerd tussen bankdirecteuren en Marokkaanse straatjongeren uit Nieuw-West. Mensen die elkaar normaliter niet zo snel zouden zien of spreken.
ONTMOETING
De Nieuwe Poort omschrijft zichzelf als ‘een huis, een huiskamer, voor ontmoeting en inspiratie, open voor iedereen’. Er wordt veel aandacht gegeven aan ontmoeting, verbeeldingskracht en reflectie. Van Zwieten vond het belangrijk om in deze zakelijke, harde omgeving een plek te creëren voor de zachte krachten van de kunsten en poëzie. In een sfeervolle ruimte kunnen bezoekers iets eten of drinken, elkaar ontmoeten, poëzie lezen van de wanden of pilaren en luisteren naar levende muziek. De
Ds. Ruben van Zwieten, oprichter van de Nieuwe Poort. Nieuwe Poort wil zo ook tegenwicht bieden aan de krachten van economie en politiek die zo vaak de boventoon voeren. Om de zoekers naar zingeving te helpen moest er wel een permanente bron van inspiratie gevonden worden. Van Zwieten vindt die in de verhalen van de Bijbel. Men is pas gestart met een programma waarin de Bijbel van voor af aan weer opnieuw gelezen wordt: De Zeven Vette Jaren. Deze studie, die voor iedereen toegankelijk is, gaat ook zeven jaar duren! Daarnaast wordt er wekelijks op de woensdagavond Bijbel gelezen bij de bijbeltafel.
PASTOOR AAN DE ZUIDAS/INTERVIEW EEN GEMEENSCHAP
Om een veelheid van mensen een zinvol programma te bieden, worden diverse activiteiten aangeboden. De Nieuwe Poort kent drie zuilen waar het huis op rust: leren, dienen en vieren. Als je alleen al naar de goed gevulde boekenkasten kijkt, die in de hoofdruimte staan, dan is duidelijk dat dit ‘leren’ heel breed wordt gezien. Je vindt er literatuur, boeken over filosofie, economie, theologie en zelfs reisgidsen. Men leest bij voorkeur samen in groepen. Tijdens het gesprek worden ook maatschappelijke verbanden gelegd naar het hier en nu. Ook het luisteren naar muziek en het kijken naar kunst hoort bij dit leerproces. Het ‘dienen’ betekent vooral: openstaan voor anderen. Omdat iedereen welkom is bij de Nieuwe Poort kunnen er ontmoetingen plaatsvinden tussen mensen die elkaar in het dagelijks leven niet altijd ‘zien’. Zo komen zakenmensen in contact met bijvoorbeeld senioren, bijstandsgerechtigden en allochtone jongeren. Vaak blijkt uit gesprekken dat er toch veel gemeenschappelijks is. Buiten het leren en dienen komt ook het ‘vieren’ ruimschoots aan de orde. Dat gebeurt door het samen eten en drinken (er is een uitstekend restaurant), door theater, debat, cabaret, poëzie, jazz of klassieke muziek. Wekelijks zijn er voorstellingen, concerten en gesprekken voor ontspanning en verdieping.
In het gesprek met Rob Ittmann valt regelmatig het woord ‘gemeenschap’. De Nieuwe Poort is geen kerk en vervangt de kerk ook niet. Ittmann legt uit: ‘Na de Tweede Wereldoorlog leek alles beter. Economisch kwam er meer ruimte en ook de Zuidas verrees in een zeer korte periode tot een immense wijk met enorme kantoorkolossen. Hier moest een rustplek komen in ‘bezet gebied’. Veel mensen in de Zuidas verdienen meer dan een dikke boterham. Maar de bijbelse vragen die Ruben zich stelde, waren: “Wat maakt de mens tot mens? Wat heeft de mens nodig om mens te zijn? Wat doet de mens met zijn talenten ten bate of ten koste van de gemeenschap?”’ Inmiddels had Ruben van Zwieten op Wall Street, het zakencentrum van New York, de Trinity Church gezien. Dat gaf hem het visioen voor een ‘kerkgebouw’ aan de Zuidas. Zo werd de Nieuwe Poort geboren. Ittmann: ‘De geestelijke leegte op de Zuidas, de onrust en angst in de samenleving en de onbekendheid met de medebewoners zorgden voor de relevantie van de Nieuwe Poort. De Nieuwe Poort is dus in de eerste plaats een gemeenschap van mensen. Bankdirecteuren leren van uitkeringsgerechtigden en allochtone jongeren van advocaten en vice versa. Door de ontmoeting worden ze samen ‘rijker’.’ Ook ondernemers buiten Amsterdam worden hier beter van, want de producten die in de keuken worden bereid, zijn bij voorkeur biologisch en fair trade.
RUBEN VAN ZWIETEN In 2013 werd Ruben van Zwieten uitgeroepen tot theoloog van het jaar. Een jaar eerder verscheen bij uitgeverij Prometheus /Bert Bakker zijn eerste boek dat hij schreef met zijn collega Ad van Nieuwpoort: De Bijbel op de Zuidas. In december 2014 werd hij door de Volkskrant gerekend tot de top 5 van meest invloedrijke mensen van de toekomst.
TOEKOMST EN AMBITIE Als bezoeker aan de Nieuwe Poort ben ik onder de indruk van een goed geoliede organisatie met een fantastisch ideaal. Het is ook duidelijk dat er zeer veel creativiteit is en dat er hard wordt gewerkt door professionals en enkele vrijwilligers. Op de vraag wanneer de Nieuwe Poort zijn doel heeft bereikt, antwoordt Rob Ittmann met de metafoor uit het boek Exodus: ‘We zitten nu in een soort van woestijnperiode en zijn op weg zijn naar het beloofde land.’ De Nieuwe Poort is een oase.
/DE NIEUWE POORT, RUSTPLEK IN ‘BEZET GEBIED’
Eén van de ambities is daarom dat er op veel meer plaatsen Nieuwe Poorten gaan ontstaan, ook buiten Nederland. Daar waar kerken steeds meer krimpen, biedt de Nieuwe Poort een unieke gelegenheid om buitenen randkerkelijken de oude bijbelverhalen te laten lezen/zien en ook daarvan de relevantie te ontdekken. Sommige bezoekers hebben hier voor het eerst van hun leven de Bijbel gelezen. Voor meer informatie, zie: www.denieuwepoort.org
Ds. Henk Koning is predikant van de gemeente Harderwijk. Hij maakt deel uit van de redactieraad van Advent.
25 december 2015 |
LEREN, DIENEN EN VIEREN
GROTE STRIJD/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL
december 2015 |
26
In het eerste kwartaal van 2016 gaat de sabbatschoolles over het thema ‘De Grote Strijd’. Dit thema heeft een belangrijke lading voor veel adventisten. Het Grote Strijd-concept is een kosmisch verklaringsmodel voor het ontstaan van het kwaad in deze wereld. Het helpt gelovigen te begrijpen waarom de wereld is zoals deze is. Maar vooral: wat de kansen en toekomstverwachtingen kunnen zijn voor mensen in deze wereld. Het uitgangspunt van het model is de liefde van God. Tekst/ds. Jurriën den Hollander
H
oe ziet Gods liefde eruit? Een van de grondleggers van het adventisme, Ellen White, heeft door haar vele geschriften een fundamentele invloed gehad op de theologie van de kerk. Een van de belangrijkste geschriften is de vijfdelige reeks over de strijd tussen God en Satan. In die reeks laat zij zien hoe Gods liefde er altijd is geweest. Een liefde die als een matrix de oorspronkelijke goddelijke samenleving samenbond en beheerste. Een liefde die als een natuurwet het leven rondom God bepaalde. Een liefde die als een dimensie was waarin alle wezens rondom God leefden.
TESTFASE
Deze liefde kwam in een zware testfase. Een van de geschapen wezens begon zijn eigen plan te trekken. Hij introduceerde principes van geweld, misleiding en hoogmoed. Adventisten zien met name in de beschrijving van de morgenster en de koning van Tyrus in Jesaja 14:12-14 en Ezechiël 28:11-19 een verwijzing naar deze figuur. Er ging van alles fout door zijn invloed. De eerste mensen kregen van hem verkeerde informatie over God waardoor ze God begonnen te wantrouwen. De natuur raakte uit balans. Dood, ziekte, pijn en verdriet drongen de wereld binnen. Het licht van God in de levens van mensen doofde uit. De mens was onbeschermd en machteloos overgeleverd aan een van de machtigste wezens die God ooit had gemaakt: Lucifer. De grote vraag was hoe God zou reageren. Zou hij abrupt een einde maken aan zijn tegenstan-
der? Zou hij zo snel mogelijk alles weer herstellen en doen alsof er niets was gebeurd? Of zou hij een andere koers varen? Een gevaarlijke, riskante koers die hemzelf alles zou kosten wat hij had en uiteindelijk aan het hele universum zou laten zien wie hij echt is, en wie zijn tegenstander ten diepste was? God koos voor dat laatste. God wilde niet de historie ingaan als iemand die zijn tegenstanders zonder meer uitroeit. Hij koos voor de aanpak van geweldloosheid. God vertrouwde erop dat zijn liefde sterker en krachtiger zou blijken te zijn dan alle geweld, misleiding en hoogmoed van zijn tegenstander.
DE PRIJS VAN DE LIEFDE
Deze liefde had echter wel een prijs. God zelf zou zijn leven moeten geven om deze wereld vrij te kopen. Hij zou zelf tot het alleruiterste moeten gaan om de eeuwige dood zelf te doorstaan. Dit zou het gehele universum duidelijk maken dat God geen tiran is, dat hij niet willekeurig is, dat hij mensen niet klein houdt. Het zou de hele kosmos duidelijk maken dat God is zoals hij zelf zegt dat hij wil zijn: ‘Ik ben de Heer! Ik ben een goede God. Ik zorg voor de mensen. Ik ben geduldig, trouw en vol liefde. Mijn liefde voor mensen duurt duizenden generaties. Ik vergeef mensen alles wat ze verkeerd doen, ook als ze grote fouten maken. Maar ik straf mensen als ze mij ontrouw zijn. Ik straf ook hun kinderen, tot en met de vierde generatie’ (Exodus 34:67, BGT). Voor deze aanpak koos God. En dat is de kern van de Grote Strijd tussen God en Satan. Deze
GODS STRATEGIE
DE
GROTE STRIJD
Was met de dood en opstanding van Jezus het probleem voor de mensheid opgelost? Ja en nee. Kosmologisch gezien wel. Het kwaad was overwonnen. Je zou verwachten dat na deze overwinning het vonnis onmiddellijk zou worden uitgevoerd. Dat was niet zo. God maakte er nog geen einde aan. Kennelijk speelden er nog andere belangen. Kennelijk was de afwikkeling van het proces nog niet klaar. Aan de ene kant was de macrokosmische Grote Strijd geleverd, aan de andere kant moest de microkosmische strijd nog worden afgerond. Alle mensen in deze wereld moesten de kans krijgen om voor God te kiezen. Tegelijkertijd zou daarmee volledig duidelijk worden wat het resultaat was van het leiderschap en de waarden van Satan. De laatste twee boeken van de vijfdelige serie van Ellen White gaan over de ontwikkelingen na de dood en opstanding van Jezus tot aan het definitieve einde van het hele proces. Ze beschrijven wat er allemaal in de afgelopen tweeduizend jaar is gebeurd met Gods strategie om de mensheid voor zich te winnen. En hoe de tegenstand van Satan steeds sterker wordt. Ellen White schetst zelfs hoe de ontwikkelingen zullen zijn tussen de tijd dat zij leefde en de wederkomst. Zij baseert zich daarbij onder andere op de boeken DaniĂŤl en Openbaring.
HARTEN VERANDEREN
Om mensen te laten kiezen voor God had hij vele middelen kunnen gebruiken. Hij had een duidelijke PR-boodschap uit de hemel naar alle mensen kunnen zenden. Een soort hemels videoscherm. Hij had zijn engelen kunnen laten Igor Zh./shutterstock.com
27 december 2015 |
strijd is al gevoerd en Jezus heeft de strijd gewonnen. Jezus is aan het kruis de tweede dood gestorven. Hij heeft daarmee laten zien dat de liefde sterker is dan de dood.
GROTE STRIJD/VERDIEPING BIJ DE SABBATSCHOOL
december 2015 |
28
vertellen hoe het echt zit. Maar God koos voor een totaal andere strategie. Hij koos ervoor om de harten van mensen te veranderen, één voor één. Mensen die het verhaal van Jezus begrepen, raakten daardoor zo onder de indruk dat zij hun leven radicaal omgooiden en God gingen volgen. Deze mensen noemden zich christenen. Ze organiseerden zich via kerken. De beweging groeide in een heel hoog tempo. Vandaag de dag is het christendom een van de grootste godsdiensten in de wereld. Gods strategie blijft een geweldloze strategie waarbij mensen die hem aannemen het bewijs zijn van zijn liefde.
STRIJD IN DE HARTEN
De Grote Strijd heeft dus niet alleen plaatsgevonden op macrokosmisch niveau, maar vindt ook plaats op microkosmisch niveau: in de harten van mensen. Aan de ene kant staat Jezus die de overwinning in zijn hand heeft. Aan de andere kant staat Satan, die nog altijd zijn spel speelt van geweld, misleiding en hoogmoed. De term ‘Grote Strijd’ is voor veel gelovigen synoniem geworden voor de strijd in de microkosmos, de strijd in de harten van de mensen. Voor ons mensen is dat de enige strijd die we kennen. Niet voor niets heeft Ellen White twee van de vijf delen geschreven over de periode van de laatste tweeduizend jaar. Adventisten hebben in de profetieën van Daniël en Openbaring veel aanknopingspunten gevonden
Strels/Shutterstock.com
/GOD KOOS ERVOOR
OM DE HARTEN VAN MENSEN TE VERANDEREN, ÉÉN VOOR ÉÉN om te begrijpen van welk spel wij als mensen een onderdeel zijn. In dat spel zien we een aantal ontwikkelingen. Aan de ene kant zien we een toename van mensen die het koninkrijk van God aannemen. Zij willen dat koninkrijk helpen bouwen. Zij laten door alles wat zij doen zien wie de God is die zij dienen. Zij laten door hun leven zien dat God bestaat en is wie hij zegt dat hij is. Zij groeien in kennis en liefde voor God. Aan de andere kant zien we een toename van het kwade. Wie de principes van liefde niet wil of kan toepassen, kan zonder het te weten de groei van Gods rijk tegenwerken. Hoe goed sommige filosofische stromingen ook zijn, kennelijk heeft de mens de leiding van God nodig om het juiste verschil te maken tussen goed en kwaad. Het verschil tussen goed en kwaad wordt uiteindelijk niet bepaald door de regels maar door de liefde van God.
BETEKENIS VOOR ONS VANDAAG
Hoe moeten wij als gelovigen nu omgaan met dit concept? Moeten we ons zorgen maken? Ja en nee. Ja, we moeten ons zorgen maken om onszelf. Hoe onze relatie met God is. Welke prioriteiten wij stellen. Of ons leven een verschil ten goede maakt. Of wij liefde en zorg voor de weduwen, wezen, armen en vluchtelingen hebben. Of wij Gods liefde weerspiegelen. Of wij verbonden zijn met God. Of wij God toestaan om ons leven dagelijks te beïnvloeden en te veranderen. Of wij ons laten genezen door hem. Dat zijn zaken waar we dagelijks over na zouden moeten denken. Moeten we ons zorgen maken over wat er precies gaat gebeuren? Moeten we ieder bericht in de media interpreteren? Nee, ik
denk het niet. Wat helpt het u om u iedere dag op het kwaad van deze wereld te richten en er vervulling van profetieën in te willen zien? Wij zijn allemaal ervaringsdeskundigen in de Grote Strijd. We hebben geleerd te overleven. Hoe meer we ons richten op waarneming van het kwaad in deze wereld, des te minder kunnen wij de liefde van God weerspiegelen. Een mens kan in zijn gedachten niet tegelijkertijd positieve en negatieve gedachten houden. Gelovigen die voortdurend bezig zijn met het bijhouden van het kwaad in deze wereld als bewijs dat de profetieën kloppen, lopen het risico angstige en bange gelovigen te worden die sidderen bij ieder bericht in de media. Realiseert u zich dat de media floreren bij negatieve berichtgeving. Gelovigen kunnen iets leren van wat Jezus zegt: ‘Het is net als met de vijgenboom. Elk jaar zie je nieuwe bladeren aan zijn takken komen. Dan weet je dat het snel zomer wordt. Dat geldt ook voor de dingen waarover ik verteld heb. Als je al die dingen ziet gebeuren, dan weet je dat het einde snel zal komen’ (Matteüs 24:32-33, BGT).
KWAAD OVERWONNEN
Kortom, het thema ‘Grote Strijd’ betekent dat Jezus het kwaad heeft overwonnen. Maar de strijd is nog niet gestreden in ons persoonlijke leven. Wij krijgen van God de keuze om hem aan te nemen en het offer van Jezus Christus van toepassing te laten zijn voor ons leven. Door onze keuze voor God worden wij vertegenwoordigers van hem. De uitwerking van zijn liefde in ons leven bewijst dat het koninkrijk van God bestaat. Wij zijn medestrijders geworden die weten dat de overwinning vaststaat.
Ds. Jurriën den Hollander is op het Landelijk Kantoor van de Adventkerk verantwoordelijk voor het departement Persoonlijke Ontwikkeling. Hieronder valt sabbatschool, ministerial association, revitalisatie en onderzoek.
VLUCHTELINGEN/ADRA
Tekst/Judith Hillaert
V
anwege onrust in Syrië zijn veel ouders met kinderen gevlucht naar Libanon. In een vluchtelingenkamp daar maakt ADRA het mede mogelijk dat kinderen naar school kunnen. Zestig voormalige Syrische vluchtelingen tussen zes en twaalf jaar nemen deel aan de ochtendsessies van het versnelde onderwijsprogramma. 23 leerlingen wonen de middagsessies bij. Er zijn 28 leerlingen die bijlessen volgen. In totaal volgen 111 gevluchte Syrische kinderen het programma van de CISCAE-school. Deze school is speciaal in het leven geroepen om onderwijs te bieden aan Syrische kinderen die in de Libanese vluchtelingenkampen verblijven. Bij voldoende financiering krijgt dit project een vervolg.
HUIZENPROJECT BURUNDI
Ook Burundi heeft te kampen met vluchtelingenproblematiek. Na jaren van burgeroorlog keren mensen terug naar hun geboortedorp. Hun huis treffen ze vaak afgebrand aan. Ze hebben jarenlang geleefd in vluchtelingenkampen in buurland Rwanda, waar ze opgevangen zijn. In 2009 zijn we gestart met het bouwen van huizen voor deze Burundese vluchtelingen. Voor € 575 kunnen we een familie helpen aan een duurzaam lemen huis met landbouwgrond, gereedschap en zaden. Op deze manier
ADRA HELPT
VLUCHTELINGEN /VLUCHTELINGEN BLIJVEN UW HULP NODIG HEBBEN
kan een gezin zelf een nieuwe toekomst opbouwen. ADRA Nederland kon dankzij de giften van donateurs al veel huizen doneren aan gezinnen in Burundi. Het project loopt nog steeds.
ASIEL INFOCENTRUM IN BELGRADO (SERVIË)
Op 24 augustus 2015 heeft ADRA een asiel infocentrum in Belgrado geopend. De gemeente heeft de ruimte ter beschikking gesteld. In het infocentrum en buiten in parken en bij stations waar sommige vluchtelingen verblijven, wordt hulp geboden. In samenwerking met het Servische Rode Kruis delen de zogenoemde veldteams per dag 2.000 voedselpakketten uit. Via Artsen zonder Grenzen krijgen mensen medische hulp. Mensen krijgen daarnaast voorlichting over hoe ze een asielaanvraag kunnen doen. Hiervoor heeft ADRA Servië informatie ontwikkeld in zes verschillende Arabische talen. Ook dit project loopt nog. Kijk voor meer informatie op www.adra.nl/ servie-vluchtelingenhulp.
Judith Hillaert is communicatiemedewerker van ADRA Nederland.
CADEAU We zien steeds meer mensen die er ter gelegenheid van een bijzonder verjaardags- of huwelijksjubileum voor kiezen om als cadeau een bijdrage te vragen voor een project van ADRA Nederland. Dit zien we ook bij bedrijven die bijvoorbeeld 25 jaar bestaan. ‘We hebben alles al’, is de gedachte hierachter. ADRA Nederland is hier natuurlijk erg blij mee. Op www.adra. nl/ons-werk-2/lopende-projecten/burundi-koop-een-huisin-burundi/ treft u meer informatie aan over het kopen van een huis in Burundi. Ook kunt u natuurlijk kiezen voor een bijdrage aan een ander project. Vluchtelingen blijven uw hulp nodig hebben. Met uw donatie, hoe klein ook, kunt u helpen. Alvast hartelijk dank.
december 2015 |
29
Fotosr52/Shutterstock.com
Biedt ADRA Nederland hulp aan vluchtelingen? Een veel gehoorde vraag. Jazeker, dat doen we. Niet alleen nu het heel actueel is, maar ADRA Nederland helpt vluchtelingen al jaren via diverse projecten. Dit zijn met name projecten voor vluchtelingen die in de regio worden opgevangen. Het gaat bijvoorbeeld om onderwijs aan Syrische kinderen in een vluchtelingenkamp in Libanon of om huisvesting voor terugkerende vluchtelingen in Burundi.
VERDIEPING/MEDIA
december 2015 |
30
ONZE GOD IS DE BESTE
stockphoto mania/shutterstock.com
‘Onze God is de beste’. Deze prikkelende titel stond een tijdje geleden boven een artikel in de Volkskrant. De auteur, Marcel Hulspas, beschrijft het succes van een nieuwe christelijke beweging in Nederland. Aan de hand van een aantal wetenschappelijke studies bespreekt hij de factoren die van belang zijn voor het slagen van een dergelijke organisatie. Tekst/Bert Brinkman
E
lk jaar ontstaan er wereldwijd enkele honderden nieuwe religieuze bewegingen. De meesten verdwijnen binnen een paar jaar. Slechts een op de duizend bestaat langer dan een eeuw en krijgt meer dan honderdduizend aanhangers. Wat maakt het verschil?
INSPIRERENDE LEIDER
Allereerst is het van belang dat er een inspirerende leider is. Een leider die zegt: ‘We hebben een visie van God gekregen en die gaan we uitvoeren.’ Alleen dan komt er wat van de grond. De boodschap moet niet te veel afwijken van de gangbare waarden en normen. Hij moet mensen aanspreken, die zoekende zijn maar ook een gewoon bestaan leiden. Bewegingen die de moderne wetenschap radicaal afwijzen komen daardoor uiteindelijk in de problemen. Jongeren die een hogere opleiding volgen, gaan vraagtekens zetten en verlaten de beweging. Ook de aankondiging dat de wereld spoedig zal vergaan, vormt een risico. Als die verwachting niet uitkomt ontstaat er een crisis, en veel bewegingen komen die niet meer te boven.
STRENG MAAR NIET TÉ
En succesvolle beweging beschouwt de Bijbel als Gods woord, maar is terughoudend in
de eisen die men de volgelingen oplegt. Als je mensen beperkt in hun keuzevrijheid, worden ze niet gelukkig. Er is studie gedaan naar de aantrekkingskracht van zogenaamde ‘high cost religions’. Deze kerken stellen wel hoge eisen aan hun volgelingen en leiden toch een bloeiend bestaan. Het is een subtiel evenwicht; de strenge eisen veroorzaken een breuk met de omgeving, maar brengen tegelijkertijd de gelovigen dichter bij elkaar. Zo ontstaat het beeld van een warm nest en dat brengt bekeerlingen ertoe over te stappen.
Prazis/shutterstock.com
gashgeron/shutterstock.com
RELATIES
Meegaan met je tijd, mooie multimediashows met veel kleur en eigentijdse muziek, dat schijnt ook belangrijk te zijn. Maar het belangrijkste ingrediënt voor succes is het bij elkaar komen bij mensen thuis. Daar kunnen mensen hun persoonlijke zorgen en verlangens kwijt en worden ze ook aangezet tot getuigen. In de kerk draait het om relaties. Keer op keer blijkt uit enquêtes onder gelovigen dat het geloof belangrijker en waardevoller wordt als de relaties in de kring der gelovigen goed zijn. Een beweging die geen sociale binding kan bieden, is niet in staat om nieuwe leden te belonen en zal dus ook niet groeien.
reddees/shutterstock.com Alberto Loyo/shutterstock.com
MEDIA/VERDIEPING
We erkennen de Bijbel als woord van God, maar hebben wel heel uitdrukkelijk onze eigen interpretatie en uitleg daarvan. De suggestie dat ook andere interpretaties mogelijk zijn, wordt met argwaan beschouwd.
Mark Skalny/shutterstock.com
HOE DOEN WIJ HET?
Terri Spencer
elenovsky/shutterstock.com
BEKEERD OF GEBOREN Het artikel eindigt met een beschouwing over het verschil tussen de ‘bekeerlingen’, die als volwassenen toetreden en gelovigen die in de beweging geboren zijn. Bekeerlingen omarmen de bestaande regels en structuren, want die bieden houvast. De geboren gelovigen zetten daar juist vraagtekens bij. Instroom zorgt ervoor dat het oorspronkelijke karakter van de beweging in stand blijft. Daalt die instroom, dan gaan de geborenen domineren en wordt de beleving minder. De sfeer wordt milder, de spanning met de omgeving vermindert, maar de kans bestaat dat het eigene verdwijnt ...
A. Aleksandravicius/shutterstock.com
JONGEREN En natuurlijk is van belang jongeren aan je te binden. Als je een kerk bouwt waar jongeren zich thuis voelen, zeggen de ouderen: de muziek is misschien wel wat hard maar al die enthousiaste jongeren, dat is toch wel heel fijn. En voor de continuïteit is het ook van belang dat de leider zich omringt met jongeren die durven na te denken en zelf met een visie aan de slag willen.
HOE IS DAT BIJ ONS?
Tijdens het lezen vraag ik me voortdurend af: Hoe is dat bij ons? Ik herken veel. De normen om een ‘blijver’ genoemd te worden, zijn ruimschoots gehaald. We bestaan langer dan verwacht en voorspeld. Maar zijn de factoren voor succes aantoonbaar? En zeggen ze mogelijk ook iets over de toekomst? Bezielende leiders met een boodschap waren er kennelijk wel rond het ontstaan van de kerk. Zijn ze er nog? Ik laat het antwoord graag aan de lezer over.
Hoe doen wij het ten aanzien van het afwijzen van wetenschappelijke inzichten en het al dan niet opleggen van strenge eisen? We kunnen zonder meer geschaard worden onder de ‘high cost religions’. Is dat niet de oorzaak dat er velen, jong en oud, afhaken? En wat voor effect heeft dat op het potentieel aan jonge bevlogen mensen die straks de leiders van nu moeten opvolgen? Het persoonlijk contact en de goede relaties binnen de kerk, dat zit wel goed denk ik. En dan de bekeerlingen en de geborenen. Zitten die elkaar in de weg? Ik denk het niet. We zullen het met elkaar moeten redden. Bewaken van de oude waarheden is belangrijk. Maar wat milder zijn naar elkaar en naar de buitenwereld zal ons geen kwaad doen. Samen zullen we daar het juiste midden in moeten vinden.
TOEKOMST
Wat de toekomst van de kerk ook is, het blijft van belang om je bewust te zijn van de voorwaarden voor succes die ons in het Volkskrant-artikel worden aangereikt. Ik vond het boeiend en inspirerend om hierover na te denken, en vooral om dit te betrekken op mijn eigen rol in onze geloofsgemeenschap. Ik hoop dat u dat ook vindt. Bron: Volkskrant 23 mei 2015, Marcel Hulspas, Onze God is de beste.
Bert Brinkman is gepensioneerd cardioloog. Hij is lid van de gemeente Amersfoort en maakt deel uit van de redactie van Advent.
31 december 2015 |
Zwiebackesser/shutterstock.com
ZINGEVING/BOEKBESPREKING
oktober 2015 |
32
RELIGIE VOOR ATHEÏSTEN Mijn nieuwsgierigheid was meteen gewekt toen ik enkele jaren geleden bij de boekhandel deze titel zag staan: Religie voor atheïsten. Godsdienst en atheïsme horen tenslotte niet bij elkaar, ze zijn als het ware water en vuur.
MOREEL KOMPAS
Tekst/Gert Lijkendijk
D
e schrijver, Alain de Botton (Londen, filosoof van Joodse afkomst), is atheïst. Maar in tegenstelling tot veel andere atheïsten, zoals Herman Philipse en Richard Dawkins, heeft De Botton niet de neiging godsdienst belachelijk te maken of te verketteren. Wel maakt hij duidelijk dat hij religieuze dogma’s en de bovennatuurlijke inhoud van religie van de hand wijst.
BETEKENISVOLLE RITUELEN
De vraag of er wel of niet een god is, komt in dit boek eigenlijk nauwelijks aan de orde. Waar het wel om gaat is: ‘Hoe nu verder?’, wanneer je voor jezelf hebt besloten dat God niet bestaat. Daarbij gaat het om kwesties als zingeving, morele waarden en sociale structuren. De Bottons uitgangspunt is de verarming van de seculiere samenleving. Het atheïsme heeft geen systemen om bijvoorbeeld dankbaarheid, vergevensgezindheid of naastenliefde uit te drukken. Ook moet het atheïsme het doen zonder betekenisvolle rituelen, die voor belijders van een geloofsrichting ook troostrijk en bemoedigend kunnen zijn.
die hij in dit verband doet zou op je lachspieren kunnen werken: restaurants zouden tot een andere tafelschikking moeten overgaan, zodat gasten niet, zoals nu, aan kleine afzonderlijke tafels plaatsnemen, maar aan een grote tafel. Zo kunnen de gasten met elkaar in contact komen en relaties aanknopen.
VERARMING In feite verraadt het boek een zekere jaloezie. De Botton noemt de soepelheid en het gemak waarmee bijvoorbeeld het christendom heidense feesten en gebruiken annexeerde en er een christelijk-spirituele inhoud aan gaf. Zie de transitie van midwinterfeesten tot het Kerstfeest. Een atheïst zal er in het algemeen niet toe overgaan Kerstmis te vieren. Maar waarom niet, vraagt De Botton zich af. Je kunt dit feest, los van de connotatie met de geboorte van Jezus, ook vieren in lijn met de voorchristelijke midwinterfeesten, waarbij het ging om vernieuwing, nieuwe perspectieven en gemeenschapszin.
VERVREEMDING
Een seculiere gemeenschap wordt in het algemeen gekenmerkt door sociale afzondering, en bijgevolg vervreemding tussen mensen. Religies geven daar met hun sacrale bijeenkomsten een effectief antwoord op. Gelovigen ontmoeten elkaar, maken contact en hebben op deze wijze de mogelijkheid elkaar te steunen en te bemoedigen. Atheïsten, zo betoogt De Botton, zouden hun creativiteit moeten gebruiken om op hun manier en volgens hun regels de sociale armoede en vereenzaming te doorbreken. De suggestie
Atheïsten omarmen in het algemeen het libertarisme als verworvenheid van de Verlichting. Gun mensen zoveel mogelijk vrijheid en zie af van bemoeizucht en paternalisme. Natuurlijk, de in een gemeenschap afgesproken en vastgelegde wetten moeten worden gerespecteerd, maar moreel gedrag dat niet bij wet is geregeld moet je aan het individu overlaten. Ondeugden als gierigheid, consumptief gedrag, ontrouw, gebrek aan naastenliefde, jaloezie, het bezit van een kort lontje et cetera zijn, consequent gedacht, verschijnselen waar atheïsme en secularisme geen antwoord op of bemoeienis mee hebben. De Botton roemt in dit verband de rol en functie van religies. Die geven hun volgers een moreel kompas mee dat vergevensgezindheid, barmhartigheid en matigheid benadrukt. Ter compensatie zou een seculiere gemeenschap de mensen moeten attenderen op rolmodellen uit de geschiedenis, die hoogstaand moreel gedrag, moed, evenwichtigheid en ruimhartigheid hebben getoond. Als voorbeelden gebruikt hij beschermheiligen in het katholicisme en daarnaast politieke leiders als Lincoln en Churchill.
TRAINEN VAN DE GEEST
Ook op het seculiere onderwijs heeft De Botton het een en ander aan te merken. Na het tijd-
BOEKBESPREKING/ZINGEVING
RELIGIE ALS PLATFORM
perk van de Verlichting ontstond de gedachte dat cultuuronderwijs bijbelonderricht kon vervangen in de lesprogramma’s. Zingeving kon worden onderwezen zonder overbodig bijgeloof. Dat is echter een misvatting gebleken. Het lukt kennelijk maar niet om uit de seculiere cultuur datgene te halen wat gelovigen in hun heilige teksten vinden: de overtuiging onvolmaakt en kwetsbaar te zijn; antwoorden te krijgen op vragen over het omgaan met je eigen beperkingen en het verdragen van andermans fouten.
/SECULARISME EN
ATHEÏSME MOETEN IN DE LEER BIJ RELIGIE Dat zit ‘m ook in pedagogische opvattingen. Seculier onderwijs is erop gericht informatie te verstrekken, terwijl christelijk onderwijs eropuit is levens van tot zonde geneigde zielen te veranderen. Atheïsten laten hier kansen liggen, meent De Botton. Om een paar voorbeelden te noemen: aan de hand van romans als Anna Karenina en Madame Bovary zou veel onderwezen kunnen worden op
Religies bieden, daar waar hoop en wanhoop zijn, een platform voor mensen. Laat een atheïst verslag doen van mensen bij de Klaagmuur die hun handen naar de hemel opheffen, van huilende mensen in een religieuze bijeenkomst die God om vergiffenis of bijstand smeken. Hij zal wellicht zeggen: ‘Dit zijn brullende mensen die tevergeefs een lege hemel aanroepen.’ Maar op z’n minst vergeet hij daarbij twee dingen: de saamhorigheid waarmee gelovigen tot God gaan en de kracht van dat samenzijn. De christen aanvaardt zijn eigen afhankelijkheid en ziet die als teken van morele en spirituele kracht. Atheïsten bestempelen zwakheid als infantiel en zien niet in dat ook in de volwassene een kind schuilt, dat dikwijls getroost wil worden.
PESSIMISME
De mensheid heeft alle reden tot pessimisme. Pascal, de christelijke Franse filosoof uit de 17e eeuw, is bijvoorbeeld zeer pessimistisch over het bestaan van de mens. Maar hij komt wel tot de uitspraak: ‘De grootsheid van de mens komt voort uit het feit dat hij zijn erbarmelijke situatie erkent.’ Zo leidt bij Pascal pessimisme tot troost en hoop. De Botton stelt daartegenover het bijna obligatoire optimisme van de seculiere maatschappij, die een onuitroeibaar irrationeel vertrouwen heeft in constante verbetering, geba-
seerd op de pijlers wetenschap, technologie en handel. Zeker, de technologische en materiële vooruitgang is evident, maar net zo min als onze middeleeuwse voorouders zijn wij gevrijwaard van ongelukken, gefrustreerde ambities, verdriet, jaloezie, angst of de dood. Hij verwijt (mede)atheïsten de aanname dat vooruitgang in wetenschap en technologie een permanent geluk op deze aarde kunnen bewerkstelligen.
MUSEUM ALS KERK
In de laatste hoofdstukken gaat De Botton in op kunst en architectuur, al dan niet beïnvloed door christendom en andere religies. Hij ontrafelt de stelling, ooit door het atheïsme geponeerd, dat musea de rol van kerken zouden kunnen overnemen. Architectuur in dienst van religie, zoals kerken en kathedralen, is in staat spirituele gevoelens bij de mens op te roepen. Ga maar eens na hoe nietig je je voelt als je in een reusachtige kathedraal staat, omringd door sacrale voorwerpen. Dit kan een stimulans zijn tot het opgeven van je eigen egocentrisme. De Botton adviseert atheïsten ook zulke bouwwerken te creëren, tempels voor bespiegeling, waar bezoekers tot bezinning over hun bestaan worden aangemoedigd.
CONCLUSIE
Na het boek gelezen te hebben, lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat secularisme en atheïsme, vooropgesteld dat ze zingeving en moreel gedrag bij niet-gelovigen willen bevorderen, in de leer zouden moeten bij de religieuze praktijk! Een zeer leesbaar boek waar zowel gelovigen als niet-gelovigen veel uit kunnen leren. Alain de Botton, Religie voor atheïsten, 2011, Uitgeverij Atlas, ISBN 978 90 450 19345
Gert Lijkendijk is gepensioneerd hogeschooldocent in Germanistiek en Taalwetenschap.
33 oktober 2015 |
het gebied van huwelijkse spanningen. Van Epicurus – een filosoof uit de Griekse oudheid – en Seneca (een Romeinse filosoof) zou je veel kunnen leren over sterven en het accepteren van de dood. Het trainen van de geest met als doel deugdzame gedachten en gedragspatronen te stimuleren, de stichting van religieuze retraiteoorden waar gelovigen zich kunnen bezinnen op hun dagelijkse bestaan en nieuwe innerlijke kracht kunnen opdoen, dat alles ontberen secularisme en atheïsme, aldus De Botton.
POLEMIEK/MULLER VERSUS DE BRUIN
DE DOMINEE V VREDE DOOR VOEDSEL VOOR DE GEEST
Wat weegt zwaarder: de vrijheid van godsdienst of de vrijheid van meningsuiting? Heb je het recht om altijd alles te zeggen wat je wilt? Ook als je daarmee anderen beledigt, of de godsdienst beschimpt die zij aanhangen? In hoek 1: DE
DOMINEE ‘Pacifisme is het evangelie’
Ds. Tom de Bruin (1979) Hoogte: 1.94 m | Gewicht: 90 kg Landelijk jeugdpredikant/Adventkerk.
D
e Bijbel is een boek dat vol staat met geweld. In de ogen van velen geweld dat aangemoedigd is door God. Maar als je eenmaal in het Nieuwe Testament aankomt, dan lijkt het verhaal heel anders. Het leven en de woorden van Jezus schetsen een ander wereldbeeld. Een pacifistisch wereldbeeld: vóór vrede, tegen geweld.
EEN WERELDBEELD VAN LIEFDE
Jezus geeft het gebod tot liefde voor God en liefde voor je naaste als basis van de wet en de profeten. Liefde is een fundamenteel deel van wie God is en wat het geloof inhoudt. God houdt van iedereen, ook van zijn vijanden. Paulus noemt de mensen die nog niet in God geloven ‘vijanden van God’ (Romeinen 5:10). Dit wereldbeeld en godsbeeld zet zich actief in vóór vrede en tegen geweld.
EEN WERELDBEELD VAN DIENSTBARE NATIES EN OPTIMISME
Jezus predikte daarnaast een contra-culturele politiek. Naties die met elkaar oorlog voeren, pasten niet in zijn plan. Overal moesten leiders opstaan die hun onderdanen dienstbaar waren
(Markus 10:42–43). Dienstbaarheid en liefde moest gelden voor alle volken, talen en naties. Hierdoor staan christenen op tegen geweld en voor vrede. Jezus had daarnaast veel vertrouwen in het doorzettingsvermogen van zijn volgelingen. Toen hij zei dat ze hun naasten lief moesten hebben, dat zij de tirannie van hun leiders moesten afwijzen, dat zij anderen moesten vergeven, wist hij dat dat echt kon. Hij was optimistisch dat zijn volgelingen hun vijanden lief konden hebben, de basis voor pacifisme.
EEN WERELDBEELD GEBASEERD OP HET KRUIS
Het kruis is een teken dat liefde kwaad kan overwinnen. De machten van deze wereld reageerden op Jezus’ boodschap van liefde met geweld. Maar Jezus stapelde geen geweld op geweld. Natuurlijk kwam hij in conflict – dat kan een pacifist – maar het conflict leidde hem niet tot geweld. Als Jezus zijn volgelingen oproept om hun kruis op te pakken, worden wij allemaal geroepen om zijn levenswijze te volgen. Een leven van liefde en pacifisme. Een leven van vrede stichten en geweld vermijden.
PACIFISME IS HET EVANGELIE De enige echte verzoenende oplossing voor het kwaad is de pacifistische en liefdevolle zelfopoffering van Jezus. De enige
Everett Collection/Shutterstock.com
december2015 |
34
echte oplossing voor de invloed van zonde in deze wereld is het bestrijden van kwaad met goed. Paulus praat er uitgebreid over in Romeinen 12: ‘Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.’ En: ‘Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’ Zo zie je maar, de enige manier om geweld en haat de bestrijden, zonder geweld, haat en pijn toe te voegen, is geweldloos tegenwicht geven. Uiteindelijk is pacifisme een visie die christenen samen delen. Geleid door Jezus’ lessen streven zij naar een betere wereld van vrede en vredestichters, die gebaseerd is op liefde. Vanuit die visie zetten christenen zich in voor vrede. Als ware pacifisten.
MULLER VERSUS DE BRUIN/POLEMIEK
verkracht en hebben 350.000 kinderen gezien hoe hun familieleden werden vermoord in een aanzwellende storm van waanzin en geweld.
IN CONFLICT
In hoek 2: DE
FILOSOOF
‘Ploegscharen tot zwaarden’ Daniël Muller (1990) Hoogte: 1.84m | Gewicht: 77 kg Afgestudeerd in Engelse taal en cultuur en studeert Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
O
p 6 april 1994 werd het vliegtuig neergeschoten van de Rwandese president Juvénal Habyarimana en de Burundese president Cyprien Ntaryamira. Tussen april en juni van datzelfde jaar werden tussen de 800.000 en 900.000 Rwandezen, ongeveer een tiende deel van de bevolking, in honderd dagen gedood met machetes en knuppels. De Rwandese genocide ging daarmee sneller dan de lijkenfabrieken van de Nazi’s. Naar schatting zijn in die periode bovendien 70.000 vrouwen
Wat te doen wanneer de wereld ons in situaties plaatst waarin de waarden van vrede en gerechtigheid met elkaar in conflict lijken of in ieder geval niet tegelijkertijd realiseerbaar schijnen te zijn? Absoluut individueel pacifisme stelt dat geweldsgebruik onder álle mogelijke omstandigheden moreel ongerechtvaardigd is, omdat elk mens een onvervreemdbaar recht op leven heeft. Als iedereen een recht op leven heeft, dan lijkt het echter ook redelijk om te stellen dat het toegestaan zou moeten zijn dat mensen dat onvervreemdbare recht mogen verdedigen, indien noodzakelijk met geweld, in bepaalde levensbedreigende situaties. Totale geweldloosheid stelt dus enerzijds dat mensen over een onvervreemdbaar recht op leven beschikken, maar sluit tegelijkertijd de mogelijkheid uit om dat recht, indien nodig met geweld, te verdedigen. Pacifisme als zodanig opgevat lijkt mij daarom intern tegen‘strijdig’.
ANTI-OORLOG
Daarnaast is het echter ook wellicht mogelijk om een pacifistische anti-oorlog standname te verdedigen in termen van pragmatische resultaten in plaats van principiële redenen. Hoewel er een enorme spirituele kracht uitgaat van actief vreedzaam verzet, zoals bijvoorbeeld tijdens de succesvolle ontmanteling van het apartheidsregime in ZuidAfrika, schiet dit helaas te kort
tegenover een gewetenloze macht. Omdat een dergelijke opponent zich simpelweg niet laat inpalmen door sociaal-morele en politieke pressiemiddelen. In het geval van regimes met een meedogenloze machtsstructuur zoals van Hitler, Stalin en Pol Pot blijken vreedzame alternatieven helaas krachteloos ten opzichte van systematische massamoord.
GEWELD ALS TRAGISCHE NOODZAKELIJKHEID
Geweldsgebruik is zéker geen fundamentele oplossing om structurele problemen op te lossen die ten grondslag liggen aan gewapend conflict, zoals de huidige problematiek rondom IS. Wel is het een tragische noodzakelijkheid om een voorlopig halt toe te roepen aan een schijnbaar eindeloze stroom van onbeteugelde brutaliteit. Hoewel Jezus’ lijdende liefde de wereld overwint als het geslachte Lam, biedt dit geen carte blanche om te verzaken de meest urgente bescherming te bieden aan onderdrukten in een lijdende wereld. Zoals ook blijkt uit de volgende regels uit Terry George’s Hotel Rwanda (2004): Paul Rusesabagina: ‘Ik ben blij dat je deze beelden hebt geschoten ... Het is de enige kans dat mensen zouden kunnen ingrijpen.’ Jack: ‘Ja, en als niemand ingrijpt, is het dan nog steeds goed om te laten zien?’ Paul Rusesabagina: ‘Hoe kunnen ze niet ingrijpen wanneer ze dergelijke gruwelheden zien?’ Jack: ‘Ik denk dat als mensen deze beelden zien, ze zullen zeggen: “Oh mijn God, dat is verschrikkelijk”, en dan vervolgens verder gaan met hun avondeten.’
december 2015 |
DE FILOSOOF OR GEWELD?
VS
35
d uc
december 2015 |
Sh
ut te com ck.
36
u s/
o rst
MYSTERY GUEST/HAARLEM
u59
EEN WARM WELKOM IN Regelmatig bezoekt de mystery guest van Advent op sabbatmorgen een willekeurige gemeente in Nederland en beschrijft de opgedane ervaringen. In deze artikelenreeks maken wij een dwarsdoorsnede van de verschillende soorten gemeenten. Van het traditionele kerkgebeuren en de diversiteit van allerlei multiculturele gemeenten en church plants tot wat er verder allemaal aan groepen is.
Op deze sabbat staat een bezoek aan de gemeente Haarlem op het programma. Het kerkgebouw ligt middenin de stad. Een behulpzame broeder heeft mij aanwijzingen gegeven waar ik kan parkeren zonder kapitalen kwijt te zijn in dure parkeergarages. Tekst/ Mystery Guest
E
en plezierige wandeling langs het water. Ik passeer de monumentale St. Bavo-basiliek, niet te verwarren met die andere grote kerk met dezelfde naam. En dan zie ik het mooie gebouw liggen, waar deze gemeente haar diensten houdt.
ALLE LEEFTIJDEN Als ik binnenkom, word ik direct vriendelijk begroet door de mensen die dan nog bezig zijn alles klaar te maken voor de dienst. Ik ontmoet de nestoren van deze gemeente en voel me welkom. Men had mij verteld dat de gemiddelde leeftijd van de bezoekers vrij hoog ligt, maar toch zie ik mensen van allerlei leeftijden rondlopen. Er zijn zelfs kinderen, die door een deur verdwijnen - ik neem aan naar de kindersabbatschool. Helaas zie ik ze de rest van de dienst niet meer terug.
/ZINGEN MET
DE RODE BUNDEL IN JE HAND; EEN VERADEMING
KLEIN MAAR FIJN Het is maar een klein clubje waar de sabbatschool mee begint, maar de sfeer is goed. Ik ervaar het als een zegen dat geen tijd verloren gaat aan een zendingsbericht en collecte. Dat betekent meer tijd voor de les. De discussie is levendig en actief. Geleid door een enthousiaste jonge vrouw, die ook als de ouderen wat lang aan het woord zijn, alles in goede banen weet te leiden. Zoals overal komen er na de sabbatschool meer mensen binnen. Mij wordt verteld dat er minder mensen zijn dan anders omdat er een activiteit is op Oud Zandbergen.
VERADEMING
De eredienst verloopt volgens het bekende stramien. Gelukkig een preek die niet te lang is en die gaat over de tijd van het jaar. Zingen doet Haarlem uit de rode bundel, zonder projectie, gewoon met het boek in je hand. Sommigen zullen dat niet meer van deze tijd vinden, maar ik vind het een verademing. Na de dienst is er tijd voor koffiedrinken en plezierig napraten. Een goede gewoonte, die gelukkig in steeds meer gemeenten ingang vindt.
WARM EN HARTELIJK
Als ik de wandeling terug naar mijn auto aanvang is het gevoel dat overheerst: een mooie kerk met een kleine maar zeer warme en hartelijke groep mensen die er in samenkomt.
BLOG/CHRISTLE
Mijn naam is Christle Jasinta. Ik ben hbo-verpleegkundige en in september begonnen met het License Theology-jaar op Newbold College, Engeland. Dit License-jaar bereidt mensen die een bachelor hebben in een andere studie dan theologie voor op de tweejarige theologiemaster. Tekst/ Christle Jasinta
D
it semester volg ik vier vakken. Mijn eerste vak is Grieks; de doelstelling is om aan het eind van dit schooljaar het Nieuwe Testament in het Koinè-Grieks te kunnen lezen en vertalen. Mijn tweede vak is Evangelism. Bij het derde vak, Homiletics (de kunst van het preken), leren we onder andere hoe we een overdenking schrijven. We kijken veel naar preken van anderen en vragen ons samen af wat we kunnen leren van de preek en wat we zelf anders zouden doen. Evangelism en Homiletics zijn vakken waarbij we eigen ervaringen delen met de klas en de docent, die zelf ook predikant is. Ik heb klasgenoten uit verschillende delen van de wereld met diverse achtergronden. Dit zorgt voor interessante discussies in de les.
lijf loopt. Dit maakt de sfeer op de campus heel huiselijk en intiem. Zo leer je elkaar snel kennen!
Wat ik zelf geweldig vind op de campus zijn de activiteiten op steenworpafstand waar je als student aan kunt deelnemen, de campus ministries. Dit zijn programma’s, georganiseerd door voornamelijk studenten, om gedurende de week God te aanbidden en tijd met elkaar door te brengen. Ik zit in The Experience-team. We organiseren elke dinsdag een interactieve avond met een korte overdenking en veel muziek in een gezellige sfeer. Ons uitgangspunt: Jesus. Community. Sharing.
Mijn vierde en laatste vak is The Development of Adventist Theology. Dit vak leert ons over de geschiedenis en de toekomst van de Adventkerk. Voor mij is dit tot nu toe de meest confronterende les. Mijn basis en de kennis die ik als derde-generatie-adventist dacht te hebben, worden in deze les opgeschud. Dit maakt dat ik soms naar mijn kamer loop met meer vragen dan antwoorden. Newbold is een kleine school. Met 151 studenten is de kans groot dat je dezelfde persoon wel drie of vier keer op een dag tegen het
Fotografie ’Salisbury Hall at Newbold College’ Tor.tjeransen
LES 1 Ik wil elke blog een les delen die ik heb geleerd. Dit keer in de vorm van een quote van de Amerikaanse hoogleraar en blogger Brene Brown: ‘You can choose courage or you can choose comfort, but you cannot have both.’ (‘Je kunt kiezen voor moed of voor gemak, maar je kunt het niet allebei hebben.’)
Verder ben ik sinds kort ook begonnen met mijn stage in de kerk. Ik ben geplaatst in de Newbold Church en wil de komende tijd de kinder-, jeugd- en vrouwenprogramma’s ondersteunen. Hierover vertel ik meer in mijn volgende blog. Remain in His Love!
Christle Jasinta studeert theologie op Newbold College. Zij blogt over haar belevenissen en geeft de lezer een kijkje in het leven van een theologiestudent. Vragen en reacties zijn welkom via c.jasinta@gmail.com.
37 december 2015 |
ONZE VROUW OP NEWBOLD
DE VRIJWILLIGER/FRED VAN HEUKELOM
december 2015 |
38
FRED VAN HEUKELOM:
‘WE MOETEN GOED VOOR ELKAAR ZORGEN’ Sinds 2007 woont Fred van Heukelom in Intermezzo. Hij woont er WAAROM DOET U DIT ALLE niet alleen, hij draagt ook zijn steentje bij als er klussen gedaan MAAL? WAAROM IS HET moeten worden. Zijn vrijwillige inzet is onmisbaar voor woonzorgcen- NODIG? trum Vredenoord en de bewoners ervan. ‘Vanuit mijn geloof heb ik een ‘Ik woon in Intermezzo, maar dienende instelling meegekregen.’ voel me zeker ook verbonden aan Tekst/ds. Enrico Karg
F
red van Heukelom (1959) groeide op in Rotterdam. Na de basisschool ging hij naar de Tuinbouwschool. Hierna ging hij werken bij de gemeente Schiedam, op de algemene begraafplaats. In 1980 verhuisde het gezin waarvan hij deel uitmaakte naar Amersfoort en Van Heukelom kreeg een baan als algemeen grafdelver en tuinman op de algemene begraafplaats van Hilversum, waar hij nog altijd werkzaam is. ‘Mijn functie daar houdt in dat ik onder andere mag graven, grasmaaien en schoffelwerk mag doen om alles er goedverzorgd uit te laten zien. Tijdens uitvaartdiensten assisteer ik in de aula van het uitvaartcentrum, door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de muziek tijdens de diensten op het juiste moment en op de juiste volumestand wordt afgespeeld.’
WAT DOET U DAARNAAST OP VRIJWILLIGE BASIS VOOR DE KERK? ‘Ik ben zaaldiaken op Vredenoord. Eens in de veertien dagen, op vrijdagmiddag, zet ik de stoelen klaar voor de sabbatschool die op Vredenoord altijd op de vrijdagavond plaatsvindt. Verder doe ik voorbereidingen om de avondwijdingen in goede banen te leiden; ik zet bijvoorbeeld alles klaar voor de pianist en verzorg de techniek. Af en toe haal ik bewoners op en help ik ze plaatsnemen in de diamantzaal. Op de sabbatmiddagen help ik, samen met een andere vrijwilliger, mee bij het tafeldekken als de ruimte waar de ochtenddienst plaatsvond weer wordt omgezet naar een ruimte waar gegeten kan worden. Waar nodig, help ik de bewoners soms ook met eten. Het komt weleens voor dat ik gevraagd word om te helpen bij het instellen van de tv-zenders, zowel op Intermezzo als op Vredenoord en dat doe ik dan met alle plezier. Op Intermezzo vervang ik ook de lampen in de gangen. Wat ik erg leuk vond, is dat ik zes jaar lang zitting heb mogen nemen in de cliëntenraad. Ik vond het een eer dat de bewoners mij daarvoor kozen en kijk terug op een goede en leerzame tijd in de raad.’
Vredenoord. De meeste bewoners van dit huis zijn op hoge leeftijd en daarom minder flexibel om zelf tafels en dergelijke te verplaatsen. In deze gevallen spring ik graag bij. Als één van de jongere bewoners van het huis ben ik wat meer flexibel, en wil ik om die reden een steentje bijdragen aan een plezierig verblijf voor een ieder. Verder ben ik van geboorte af aan zevendedagsadventist, en vanuit mijn geloof heb ik een dienende instelling meegekregen. Mede hierom wil ik mij inzetten op plaatsen waar ik een rol van betekenis kan hebben. We moeten goed voor elkaar zorgen als Gods volk.’
WAT BRENGT HET U?
‘Het geeft een bepaalde voldoening als je de taak die God van je vraagt hebt volbracht. Ik mag ook mee-eten, maar daar doe ik het uiteraard niet voor. Toch zorgt dit er mede voor dat ik mij kan inzetten als vrijwilliger. Als ik zelf zou moeten koken, zou ik namelijk minder tijd over hebben om mij als vrijwilliger in te zetten. Wat het mij vooral oplevert, is een kans om mijn christelijke overtuiging in daden om te kunnen zetten. Dat je iets voor een ander kunt betekenen. Op deze wijze kan ik op een zeer bescheiden manier het voorbeeld van Jezus volgen, die nooit weigerde om een helpende hand uit te steken.’
Fotografie Klaas Norg Visualisaties
39 december 2015 |
/VRIJWILLIGERS-
WERK IS EEN MANIER OM MIJN CHRISTELIJKE OVERTUIGING IN DADEN OM TE ZETTEN
HEBBEN MENSEN NOG WEL TIJD EN ZIN OM VRIJWILLI GERSWERK TE DOEN? STERFT DE VRIJWILLIGER UIT?
WAT BETEKENEN DE KERK EN UW GELOOF VOOR U? ‘De kerk is heel belangrijk voor me, en daarmee ook het geloof zelf. Ik ben overtuigd van God als onze Schepper en Vader in de hemel. In 1978 ben ik gedoopt, door ds. Henk Rosman, in de gemeente Rotterdam-Noord. Het was een voor mij logische stap, want vanaf mijn geboorte ben ik gelovig geweest en het geloof heeft mij tot nu toe veel steun geboden. God is voor mij de Vader, die ik altijd dien. Op de sabbat zoek ik hem, samen met andere gelovigen, met plezier op. Ik bezoek dan de diensten hier op Vredenoord en eens in de maand bezoek ik de gemeente Amersfoort, waar ik weer eens de mensen zie die ik van vroeger ken.’
VINDT U HET NODIG DAT MENSEN ZICH OP VRIJWILLIGE BASIS INZETTEN VOOR EEN ANDER? ‘Ja, ik vind van wel. Op Vredenoord zijn er veel mensen die zelf weinig kunnen vanwege hun hoge leeftijd. Daar komen vaak gezondheidsklachten bij. Aan geïnteresseerden die zich als vrijwilliger zouden willen inzetten op Vredenoord zou ik het volgende willen adviseren: je hoeft helemaal niet veel te doen om al van meerwaarde te kunnen zijn. Door alleen al een spelletje met de bewoners te spelen, of met de senioren naar buiten te gaan om een wandeling te maken, ben je al vruchtbaar bezig.’
‘Er zijn in Vredenoord veel mensen die zich als vrijwilliger inzetten. In de loop der jaren zie ik er ook af en toe nieuwe mensen bij komen die zich graag inzetten. Dat vrijwilligerswerk lastig is voor mensen met een drukke baan, of voor moeders met een groot gezin, begrijp ik heel goed. Toch beveel ik het graag aan, als mensen het enigszins kunnen opbrengen. Omdat het voldoening geeft en je daardoor iets terug kunt geven aan de mensheid.’
Ds. Enrico Karg is predikant van de gemeenten Amersfoort, Lelystad en Almere, coach van de church plant SAmen en lid van de redactie van Advent.
’G
a tot de mier, gij luiaard!’ Deze oer-calvinistische spreuk moedigt ons aan om niet eindeloos in bed te blijven liggen, maar bezig te gaan met de dingen die we moeten doen. Mieren zijn druk en doelbewust, en werken hard voor hun gezamenlijke doel. De zin van het leven bestaat voor hen uit hard werken en alles doen ten goede van hun gemeenschap. Luie mensen kunnen daar best wel wat van leren, zeker. En als leden van een kerkgemeenschap kunnen wij er ook wel wat van leren: als iedereen meedoet en meehelpt, dan bereiken we ons doel veel makkelijker!
Toch zijn wij ook heel anders dan mieren. Zingeving is voor ons mensen meer dan doelbewust hard werken. Als wij zoeken naar voldoening in ons leven, dan vinden we dat niet alleen in wat we doen. Mensen zijn rationele schepselen daarom hebben we meer nodig. En juist daarin speel Advent een rol. Advent wil bijdragen aan de zingeving van Nederlandssprekende adventisten. Dat doen wij door inspirerende artikelen te publiceren, uitdagende opinies te laten horen, nieuwe relevante ontwikkelingen te signaleren, en te laten zien welke invloed het geloof heeft op verschillende mensen die we aan het woord laten. Maar we willen meer. Advent wil ook een plek van discussie zijn. Daarom beginnen we volgend jaar met iets nieuws: u als lezer kunt aan het woord komen. Advent wil zo verschillende meningen laten horen, van verschillende lezers, met verschillende achtergronden, en verschillende ideeën. Net als bij mieren, gaat dit het soepelst als iedereen meedoet.
Daarom roepen wij u op om te reageren! Er zijn twee opties. De eerste: Schrijf een reactie op een artikel uit Advent en stuur deze per brief of per e-mail. De spelregels zijn simpel: Houd het hoffelijk, we publiceren maximaal 100 woorden per reactie, we publiceren niets wat anoniem is en uw reactie moet slaan op de inhoud van een artikel of op uw ervaring bij het lezen van een artikel uit de laatste Advent. De tweede optie is nóg leuker. Wij kondigen nu alvast het thema van de eerstvolgende Advent aan: Vluchtelingen. Schrijf uw mening over dit onderwerp en stuur deze naar ons. Hier geldt ook: Houd het hoffelijk, maximaal 100 woorden, geen anonieme inzendingen en uw inzending moet gaan over het
onderwerp vluchtelingen. In elke Advent vermelden we het thema van de volgende editie, zo kunt u elke keer weer reageren. Bij beide opties geldt dat we zoveel mogelijk reacties publiceren, maar we kunnen niet garanderen dat alles geplaatst wordt.
Het eerstvolgende nummer van Advent gaat over vluchtelingen. Wij horen graag uw gedachten hierover. Dus, ik zou zeggen: Ga tot het toetsenbord, gij luiaard! Wij horen graag van u, en hopen dat Advent op deze manier nog meer kan bijdragen aan zingeving voor alle Nederlandssprekende adventisten.
Ds. Tom de Bruin/ hoofdredacteur