2 minute read
De wereld van HULpHONDEN
Hulphonden kunnen prachtige dingen doen voor mensen. De rol die een hulphond kan spelen in het leven van een mens gaat verder dan ‘alleen’ helpen. In veel gevallen is de hond steun, toeverlaat, beste vriend en is hij praktisch onmisbaar.
Soorten Hulphonden
• Blindengeleidehond.
• ADL-hulphond (Activiteiten in het Dagelijks Leven).
• Signaalhond (voor mensen met een gehoorbeperking.).
• Buddyhond ofwel psychisme hulphond. Bijvoorbeeld voor mensen met eet-, angst- of paniekstoornissen, autisme of PTSS (posttraumatische stress stoornis).
• Epilepsie-hulphond.
• Diabetes-hulphond.
• Therapiehond (een hulphond die samen met een geleider bijvoorbeeld mensen met dementie of basisschoolkinderen bezoekt, of die samen met een therapeut mensen met bijvoorbeeld autisme, ontwikkelingsstoornissen of psychiatrische problemen helpt).
Kenmerken van een hulphond
Voor elke hulphond geldt dat hij vriendelijk, stabiel, mensgericht, werklustig en trainbaar moet zijn. De eigenschappen en kenmerken waarover een hulphond moet beschikken om zijn werk te doen, zijn sterk afhankelijk van wat dat werk dan precies inhoudt. Zo is het voor een blindengeleidehond praktisch om niet te klein te zijn, omdat hij zowel letterlijk als figuurlijk fungeert als steun en toeverlaat, moet een ADL-hond vooral op zijn baas gericht zijn, terwijl een therapiehond vooral dol moet zijn op aandacht van alle mensen.
Welke rassen zijn geschikt als hulphond?
Twee bekende hulphondenopleiders in Nederland zijn
KNGF-geleidehonden (Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds) en stichting Hulphond Nederland. Deze stichtingen gebruiken veel onder andere Labradors, Golden Retrievers, Poedels en kruisingen van deze en soms ook andere rassen. Ook Duitse Herder of herderkruisingen worden soms als hulphond gebruikt. Als therapiehond kunnen ook kleinere honden worden ingezet.
Emoties van honden
Het is voor een hulphond een vereiste dat hij zijn werk leuk vindt, anders is hij sowieso niet geschikt als hulphond. Bij Hulphond Nederland worden alleen honden geselecteerd die het leuk vinden om samen te werken met de geleider. De organisatie is continu bezig met het welzijn van de honden, erkennen de emoties van honden en houden daar ook echt rekening mee. Als een hond blaft bijvoorbeeld: tig jaar geleden vond men dat ongewenst gedrag. Terwijl wij ons vandaag de dag afvragen wat de emotie achter dat blaffen is; wat die hond ons met een blaf wil vertellen.
Van pup tot hulphond
Hulphond Nederland fokt zelf hulphonden, maar werkt ook met honden van externe fokkers. Als een pup acht weken oud is gaat hij naar een gastgezin, waar hij blijft tot hij minimaal zestien maanden oud is. In het gastgezin wordt de pup gesocialiseerd en krijgt hij een stukje basisopvoeding. Vervolgens gaat de hond naar het trainingscentrum van Hulphond Nederland en wordt gekeken hoe het vervolg van zijn carrière eruit zou kunnen zien. Is de hond geschikt voor ADL, of bijvoorbeeld als PTSS- of epilepsie-hulphond of therapiehond?
Daarna wordt hij opgeleid en als hij alles geleerd heeft wat hij moet weten, kan hij gematcht worden met en client. Bij onder andere Hulphond Nederland en het KNGF blijft de hond tot zijn pensioen eigendom van de organisatie.
Impact van het werk op de honden
Onlangs startten Aeres Hogeschool, HAS Hogeschool, Universiteit Utrecht en een aantal organisaties werkzaam in het AAI (Animal Assisted Interventions)-veld een onderzoek naar de impact van dierondersteunde interventies op honden. Lector en dierwetenschapper Kathalijne Visser vertelt: “Dat hulphonden een positief effect hebben weten we, maar het is belangrijk om ook te kijken naar het effect van dit werk op het dier. Dat zijn we momenteel aan het doen, in de vorm van een onderzoek dat twee jaar gaat duren. Het onderzoek ‘Welzijn van honden bij dierondersteunde interventies’ loopt nu bijna een jaar en studenten zijn veel op pad om beeldmateriaal te verzamelen dat straks wordt gebruikt om therapeuten en hondenbegeleiders te trainen. Daarna starten we een grote veldstudie, waarbij we de duur en het aantal keren dat de honden worden ingezet nauwkeurig gaan monitoren. Hoe meer mensen er straks meedoen, des te betrouwbaarder de resultaten zullen worden.”