Van Dieren Magazine - uitgave 36 - 2024

Page 1


Horse Health Manager

Nieuwe cursus

5

dingen die je nog niet wist over diervoeding

Terug naar hoe

het allemaal begon

50 jaar dierverzorging in Barneveld

Colofon

DISCLAIMER

Hoewel aan de samenstelling van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor eventuele onjuistheden.

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder uitdrukkelijke toestemming van Aeres Barneveld en onder vermelding van de bron.

© Aeres Barneveld

AERES BARnEvELD

Barnseweg 3, 3771 RN Barneveld Postbus 331, 3770 AH Barneveld

T (088) 020 61 23

E atc.barneveld@aeres.nl

I www.aerestrainingcentre-barneveld.nl

Wil je een adreswijziging doorgeven of Van Dieren Magazine niet meer ontvangen? Mail dan naar atc.barneveld@aeres.nl.

HOOFDREDACTIE

Susanne Marissen-Spijkerman

REDACTIE En TEkST

TEnzIj AnDERS vERMELD

Janine Verschure www.horse-power.nl

vORMgEvIng

Studio Mooijman en Mittelberg T (+31) 6 19 81 88 85 E info@mooijmanenmittelberg.nl I www.mooijmanenmittelberg.nl

Mayke van der Sluis-Rensen

Vijftig jaar dierverzorging in Barneveld

Vijftig jaar maalderij Aeres

Dierentrainer Toinny Lukken

Vijftig

Blijf op de hoogte van al het dierennieuws 24 Stagebedrijf

Stadsboerderij De Vosheuvel in Amersfoort

Voorwoord

In deze speciale editie van ons magazine neem ik je alvast mee in een korte terugblik van 75 jaar mboonderwijs. Gedurende de afgelopen decennia heeft de school zich toegelegd op het opleiden van professionals in de dierverzorging, veehouderij en paardenhouderij. Reden voor een feestje! In mei 2025 gaan we dat jubileumfestijn vieren met studenten, stagebedrijven, stakeholders en oud-studenten.

Deze mijlpaal is een moment van trots en reflectie. Onze school heeft een indrukwekkende transformatie doorgemaakt sinds de start in 1950 als agrarische winterschool in Putten. Mede dankzij de intensieve samenwerking met organisaties en bedrijven uit de sectoren waarin wij actief zijn, is de school uitgegroeid tot een landelijk bekend instituut.

De partnerships hebben ons onderwijs niet alleen verrijkt, maar ook een significante groeispurt in ontwikkeling gegeven. De praktijkervaring en de innovatieve ideeën die onze partners inbrengen, zorgen ervoor dat ons onderwijs altijd actueel en relevant blijft.

Onze afgestudeerden hebben zich ontpopt tot ware professionals in de dierverzorging en sommigen hebben zelfs hun eigen succesvolle bedrijven opgericht. Hun bijdrage als ambassadeur van de school aan de sector is van onschatbare waarde. Ik vind het ook bijzonder om te zien hoe zij hun kennis en ervaring weer doorgeven aan onze huidige studenten tijdens de beroepsstages. Zo gaat het van generatie op generatie.

Ik wil iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan onze voortdurende groei en succes. Samen kijken we met vertrouwen uit naar de toekomst, waarin we blijven investeren in de ontwikkeling van onze studenten en ons onderwijs.

Mayke van der SluisRensen Directeur

Volg Aeres MBO Barneveld en Aeres Training Centre Barneveld op social media:

Opleidingen

VIjftIg jaar dIerVerzorgIng In BarneVeld

Terug naar hoe het allemaal begon

In 1974 startte ons opleidingsinstituut dat destijds ‘Praktijkschool Barneveld’ heette als eerste in Nederland met een opleiding tot dierverzorger. Samen met twee pioniers van onze school en drijvende krachten achter deze opleiding – oud-directeur Peter van Rees en oud-docent Gert Riezebos –gaan we terug in de tijd, naar hoe het allemaal begon.

tekst Janine Verschure

Oud-directeur Peter van Rees vertelt dat er begin zeventiger jaren vaak klassen schoolkinderen uit Rotterdam naar de toenmalige Praktijkschool Barneveld kwamen om ‘echte’ kuikens en biggetjes te zien en vast te houden. “Dat hadden die kinderen nog nooit meegemaakt en ze vonden het prachtig. Men wilde in Rotterdam meer kinderboerderijen gaan openen, en kwam er al snel achter dat het werk op een kinderboerderij nauwelijks te vergelijken is met een boerenbedrijf. De gemeente Rotterdam vroeg ons of wij een kinderboerderijcursus wilden ontwikkelen. Van daaruit is de opleiding dierverzorging ontstaan. In 1974 startte de Middelbare Landbouwschool in Putten met dierverzorgingsonderwijs op middelbaar beroepsniveau. De praktijklessen werden door de Praktijkschool in Barneveld gegeven. Deze samenwerking bleek een schot in de roos; de aanmeldingen van vooral meisjes stroomden binnen. Door de sterke groei van het aantal studenten groeide de school uit zijn jasje en betrokken we begin 1980 een nieuw gebouw naast de Praktijkschool in Barneveld.”

EERSTE DOCEnT DIERvERzORgIng

Halverwege de tachtiger jaren hoorde Gert Riezebos, die destijds als jonge leraar aan de

lagere landbouwschool in Winsum veeteelt doceerde, dat er in Barneveld een mboopleiding tot dierverzorger zou komen. “Ik had het prima naar mijn zin als veeteeltdocent, maar was in hart en nieren een dierverzorger. Mijn ouders hadden thuis vroeger een keuterboerderij en ik mocht van jongs af aan allerlei dieren houden. Er was één mits; mijn vader zei altijd: ‘Wie zijn geld wil zien stuiven, houdt geiten en duiven’. Dat waren eigenlijk zo’n beetje de enige dieren die niet mochten. Ik zorgde mijn hele leven al voor allerlei dieren, wist er veel van én ik wilde graag tweedegraads docent worden. Ik heb toen een open sollicitatie gedaan en mocht komen praten. Zo werd ik de eerste docent dierverzorging op een mbo in Nederland.”

Gert heeft een groot deel van de lesstof van de opleiding tot dierverzorging ontwikkeld. “Veel daarvan wordt nu nog steeds gebruikt”, vertelt hij. “Het lesmateriaal uit Barneveld werd massaal overgenomen door andere scholen. Daar deed trouwens niemand moeilijk over. Waarom zouden andere opleiders het wiel opnieuw moeten uitvinden?”

gERT RIEzEBOS (67) werkte bijna 36 jaar bij Aeres Barneveld als docent dierverzorging en was dierverantwoordelijke rashoenders. Hij was de eerste dierverzorgingsdocent op een mbo in Nederland en heeft een groot deel van het lesmateriaal ontwikkeld. Gert ging in het voorjaar van 2024 met pensioen en werkt nog regelmatig als pluimveespecialist en eiermeester in het Nederlands Pluimveemuseum.

“Mijn vader zei altijd: ‘Wie zijn geld wil zien stuiven, houdt geiten en duiven’. Dat waren eigenlijk zo’n beetje de enige dieren die niet mochten.”

PETER vAn REES (79) kwam in 1969 in Barneveld werken als veeteeltdocent, op de school die we vandaag de dag kennen als Aeres Barneveld. In 1979 werd hij lid van de directie en in 1993 volgde hij de heer Broekhuizen op als directeur. Peter ging in 2005 met pensioen en woont nog steeds op een steenworp afstand van school.

“Nog steeds leren studenten – natuurlijk – hoe ze dieren moeten verzorgen, maar ook krijgen ze een bepaalde manier van denken en handelen mee; hoe je problemen oplost.”

PRODuCTIE- En gEzELSCHAPSDIEREn

Peter vertelt dat er voor de dierverzorgersopleiding een grote verscheidenheid aan gezelschapsdieren op school kwam: “Honden, katten, vissen, vogels, reptielen enzovoort. Er werden docenten aangetrokken die in een bepaalde diersoort gespecialiseerd waren. Daarnaast was er op school een boerderij met landbouwhuisdieren, dat was altijd de basis van het opleidingsinstituut.” Gert: “Die twee afdelingen zaten aan elkaar vast gebouwd, maar de mensen die er opgeleid werden waren erg verschillend. Ik was een van de weinige docenten die regelmatig op en neer liep tussen de praktijkschool en de boerderij.”

Peter bevestigt dat er soms best een spanningsveld was tussen veehouderij en dierverzorging. “Voor onze afdeling dierverzorging – de studenten waren destijds praktisch allemaal vrouwelijk – kwam het dier op de eerste plaats. Terwijl voor een veehouder vooral ook het commerciële aspect een stevige rol speelt.”

Gert: “Wij gingen een keer met een groep tweedejaars studenten dierverzorging naar een kalverslachterij in Apeldoorn. Dat was geen verplichte excursie, maar iedereen ging mee. De leerlingen – praktisch allemaal dames – vonden het niet gemakkelijk, maar ze wilden toch graag zien hoe het er daar aan toeging. Het is slechts bij één excursie gebleven. Niet omdat de studenten het niet aankonden of niet interessant vonden, maar omdat het personeel in de slagerij – allemaal mannen die de hele dag met scherpe messen werkten – het niet aankon. Ze werden dusdanig afgeleid

door al die jongedames dat de bedrijfsleiding vreesde dat er ongelukken zouden gebeuren als we nog eens terugkwamen.”

gEITEnwOLLEnSOkkEn?

Gert: “Toen ik docent dierverzorging werd werden dierverzorgingsstudenten nog een beetje gezien als ‘geitenwollensokkenmensen’. Het is ons gelukt om van dierverzorging een echte bedrijfstak te maken. Tegenwoordig word je als dierverzorger echt wel serieus genomen.”

Peter: “Na ons gingen veel meer landbouwscholen opleidingen tot dierverzorger geven. Voor veel scholen betekende de grote aanloop voor dit vakgebied dat ze overeind konden blijven.”

Gert: “Bij alle dierverzorgingsopleidingen was de hoeveelheid aanmeldingen veel groter dan het aantal mensen geplaatst kon worden. In Barneveld hadden we jarenlang ruim 600 aanmeldingen waarvan we er bijna 500 moesten afwijzen. In 1992 werd het numerus fixus losgelaten en gingen we meer mensen opleiden. Nog steeds leren studenten – natuurlijk – hoe ze dieren moeten verzorgen, maar ook krijgen ze een bepaalde manier van denken en handelen mee; hoe je problemen oplost. Het niveau van de opleiding is hoog. Een opleiding dierverzorging is geen ‘pretopleiding’. Studenten worden heus niet allemaal dolfijnentrainer of leeuwenverzorger, maar ze vinden werk in aanverwante takken. Ze gaan bijvoorbeeld werken in de huisdierenbranche, in de hippische sector, worden paraveterinair of docent, of ze stromen door naar het bedrijfsleven. Waar in de beginfase ouders soms twijfelden over de toekomstmogelijkheden van hun kind, weten we vandaag de dag dat er voor oud-studenten dierverzorging een wereld aan mogelijkheden open ligt.” ♦

“Vanaf vrijwel de start van de opleiding hadden we in het voorjaar de ‘schapenstage’, tegenwoordig verloskundestage genoemd. Daarbij gaan studenten werken bij een schapen- of geitenbedrijf waar op dat moment lammeren geboren worden. Vrijwel elke oud-student zegt dat hij deze stage het leukst, meest leerzaam en memorabel vond.”

VIjftIg jaar maalderIj aeres BarneVeld:

een échte leerfabriek

In 2024 viert de maalderij van Aeres Barneveld haar vijftigjarig jubileum. Wat begon als een bescheiden installatie om studenten te leren hoe diervoeding wordt geproduceerd, is in de loop der jaren uitgegroeid tot een hypermoderne leeromgeving, waar zowel studenten als professionals uit de diervoederindustrie hun kennis en vaardigheden verder ontwikkelen.

De maalderij op de campus werd in de jaren ‘80 gebouwd en sindsdien is er veel veranderd. In het begin draaide alles om handmatige processen, waarbij studenten leerden hoe je grondstoffen met de hand mengt en hoe je eenvoudige machines bedient. Tegenwoordig zijn vrijwel alle processen geautomatiseerd. Dankzij de samenwerking met mengvoederbedrijven, molenbouwers en andere toeleveranciers kan Aeres haar faciliteiten blijven moderniseren, zodat studenten en cursisten ervaring opdoen met de nieuwste technologieën.

Hans Vink, trainer bij de maalderij sinds 1987, vertelt: “De sector verandert razendsnel. Waar we vroeger vooral handwerk zagen, werken we nu in een volledig computergestuurde omgeving. De machines kunnen nauwkeurig worden afgesteld, waardoor we experimenten kunnen uitvoeren met verschillende mengsels, maalmethoden en persprocessen. Hierdoor kunnen we de cursisten echt laten zien en ervaren wat de gevolgen zijn van aanpassingen in het productieproces.”

LEERFABRIEk In PLAATS vAn PRODuCTIEFABRIEk

Ondanks de moderne faciliteiten is de maalderij geen commerciële fabriek. Alles draait om leren. De diervoeders die tijdens de lessen worden geproduceerd, worden gevoerd aan de dieren op de schoolcampus. Het productieproces wordt steeds stilgelegd om bepaalde onderdelen te laten zien, zoals het effect van extra stoom of melasse op de brokken. Dit biedt cursisten een unieke kans om te leren in een omgeving waar fouten maken mag, en zelfs wordt aangemoedigd om ervan te leren. Hans: “In een commerciële fabriek is er geen tijd om processen te pauzeren voor educatie. Bij ons kunnen we de tijd nemen om elke stap zorgvuldig uit te leggen en te demonstreren.”

nOg LAng nIET uITgELEERD

In de maalderij krijgen cursisten de kans om theoretische kennis direct in de praktijk te brengen. Na vijftig jaar staat deze ‘leerfabriek’ nog altijd centraal in de ontwikkeling van vakmensen, die klaar zijn om de uitdagingen van morgen met vertrouwen aan te gaan. ♦

OPLEIDIngEn En TRAInIngSTRA jECTEn

In DE MAALDERIj

In de maalderij worden diverse opleidingen en trainingstrajecten gegeven, waaronder:

• Meerdaagse bedrijfstrainingen voor de diervoederindustrie. Modules: Algemene kennis van het productieproces, Praktische procestechnologie voor operators en Praktische procestechnologie voor nutritionisten.

• Op maat gemaakte en eigen bedrijfsopleidingen voor de diervoederindustrie en toeleverende bedrijven op het gebied van mengvoederfabricage (nationaal en internationaal).

• Ondersteuning in opleidingstrajecten binnen het mbo (Aeres MBO Barneveld), hbo (Aeres Dronten) en universiteit (WUR) op het gebied van grondstoffenkennis, diervoeding en productietechnieken van mengvoeders.

Word lid voor slechts €30,per jaar Ben jij nog geen lid?

Vedias is de Beroepsvereniging van de Paraveterinair

Dierenartsassistent. We houden ons bezig met alles wat nodig is om het beroep van de paraveterinair op een professionele manier uit te oefenen.

en schrijf je in!

Voor & door paraveterinairen: wij zijn er voor jou!

Voordelen van lid zijn:

Belangenbehartiging

4x per jaar vaktijdschrift de Vedias

BeroepsINFO

Gratis vraagbaak CAO

Vacaturebank

Gratis (of korting op) lezingen en nascholing

Een retourtje Chickencity

Welke opleiding heb je gedaan? Ik ben naar “Barneveld” geweest. Iedereen in de dierenwereld weet dan wat je bedoelt. Barneveld, de oude MAS van vroeger, daarna Groenhorst en nu is de naam al weer een tijdje Aeres. Maar, hoe de opleiding officieel ook mag heten, uiteindelijk ben en blijf je gewoon een “Barnevelder”, die studeerde in “Chickencity”, twee namen om trots op te zijn!

Er zijn best wel veel studentensteden in Nederland. Zo kan je gaan studeren in Leiden, zeker als je van “rechten” houdt. Amsterdam is in trek bij alle jongeren die zich willen afzetten tegen hun verleden en Rotterdam is de stad van niet lullen, maar poetsen. Voor Maastricht moet je gewoonweg goed kunnen feesten. Maar, wat nu als je van dieren houdt? Dan ga je studeren in Chickencity. Chickencity, al vijftig jaar de plaats waar echte dierenvrienden een retourtje op het station voor kopen om naar school te gaan. Wie in Chickencity op school heeft gezeten weet als geen ander hoe het is om vanaf station Amersfoort met het “kippenlijntje” door te reizen naar de landbouwschool. De plaats waar de jeugd van de stad in contact wordt gebracht met de “boeren” van het platteland. De school waar hoge hakken en gelakte nagels hand in hand gaan met platte grappen en vuile overalls. Barneveld, misschien wel de leukste studentenstad van de Veluwe!

Gemakkelijk was het vroeger niet om toegelaten te worden op deze “dierenschool”. Elk jaar meldden zich vele leerlingen aan en elk jaar werden er meer afgewezen dan aangenomen. Je moest je in die tijd nog goed verkopen als dierenvriend. Met antwoorden als: “Ik houd nu eenmaal van dieren” en “Dieren zijn altijd eerlijk” kwam je jaren geleden niet weg bij je toelatingsgesprek! Maar als je éénmaal “binnen” was, dan werd je meteen opgenomen in de grote familie die “Barneveld” heet! Jongeren, soms nog vijftien jaar, of net zestien geweest, eerstejaars leerlingen (tegenwoordig heten ze studenten) kwamen en komen uit heel Nederland. Als onervaren kuikens op kamers of in de kost, voorzichtig proevend aan het studentenleven. De eerste sigaret, het eerste biertje, de eerste kus, de eerste keer seks! Al die leerzame lessen en praktijkervaringen neem je een heel leven mee.

Praktijkervaringen? Natuurlijk werd er ook nog gestudeerd, werden de dieren verzorgd en werd er stage gelopen in

dierentuin, asiel, kinderboerderij of dierenspeciaalzaak. “Barnevelders” werden en worden overal met open armen ontvangen.

Daarnaast waren er de vele schoolfeesten in de Veluwehal. Eerst indrinken thuis en daarna braaf doen in de zaal, op woensdag met de hele meute naar De Buck, de wintersportdag in het Sauerland, de traditionele jaarlijkse sportdag en tot slot de laatste schooldag. Tijdens de diploma-uitreiking vervolgens maar hopen dat de mentor niet te veel zou verklappen over zaken waar je ouders nog niets van wisten.

Barneveld, synoniem voor het Christelijk geloof, ballonfiësta, kippen en eieren en … de dierenopleiding van Nederland. Het komt natuurlijk niet uit de lucht vallen als er wordt gevraagd: “Heb je Barneveld gedaan?”. Nog steeds hebben de studenten van Barneveld een streepje voor.

Vijftig jaar dierverzorging, natuurlijk is er in die periode ook veel veranderd. Zo is er tegenwoordig geen toelatingsgesprek meer, de “boerderij” is vervangen door de campus met daarop de dieren. Barneveld is de enige opleiding in Nederland met een eigen dierentuinvergunning. Ruim 2000 dieren leven er tegenwoordig in en om de school volgens de waarden en normen van de huidige tijd. Ook de studenten van nu zijn in de afgelopen vijftig jaar veranderd, ze zijn veel mondiger geworden er is niets meer vanzelfsprekend. Al deze

BarneVeld BeleVIng

Dierentrainer Toinny Lukken: “Kijken naar dieren is iets anders dan dieren zien”

Noem een dier en de kans is groot dat Toinny Lukken ermee getraind heeft. Deze dierentrainer van beroep werkt onder andere met orka’s en dolfijnen, (wilde) dierentuindieren, met honden, katten en paarden, maar ook met kippen en goudvissen. “Als het een brein heeft, dan kun je het trainen”, vertelt de vrouw achter de opleidingen tot dierentrainer bij Aeres Training Centre Barneveld. Ook Aeres MBO kent Toinny op haar duimpje. Omdat ze zelf, 45 jaar geleden, daar de opleiding Dierverzorging volgde.

tekst Janine Verschure

Toinny traint dieren met de clickermethode, puur op basis van beloning. Het belangrijkste doel van haar training is dat het dier er beter van wordt. “Trainen van dieren werkt welzijnsverhogend” vertelt Toinny. “Een dier heeft meer nodig dan huisvesting en voeding. Door te trainen bouw je een band met hem op en leer je een dier goed kennen. Dat is een belangrijke reden dat het zo goed is om te trainen met huisdieren. Maar ook kun je een dier bepaalde handelingen of gedragingen aanleren waardoor zijn leven een stuk leuker en gemakkelijker wordt. Daarbij kun je denken aan een tijger die leert om in een vervoerskist te lopen, omdat hij weet dat hij daar wat lekkers krijgt, of een olifant die in ruil voor een beloning zijn voeten optilt om die te laten verzorgen.”

“De

school, de mensen, de mentaliteit, de manier waarop het onderwijs werd aangeboden: ik vond het allemaal geweldig.”

DE CLICkERMETHODE In EEn nOTEnDOP

Een clicker is een rechthoekig doosje dat een klikgeluid maakt. Met dat specifieke geluid (je kunt ook een ander geluid gebruiken of maken, of met handgebaren werken) kun je een dier precies op het juiste moment laten weten dat hij iets goed doet. Daarvoor moet het dier het clickgeluid associëren met ‘goed’. Dit bereik je door het geluid te laten horen en direct daarna een beloning te geven. Bijvoorbeeld een snoepje. Vervolgens kun je dat specifieke clickgeluid gaan gebruiken precies op het moment dat het dier iets goed doet, of doet wat je van hem vraagt. Stel je wilt een kat leren om te gaan zitten. Dan wacht je tot de kat uit zichzelf gaat zitten of je gebruikt een snoepje waarmee je hem in de zithouding stuurt. Precies het moment dat zijn kontje de grond raakt, click je en geef je hem zijn beloning. Zo leert hij dat gaan zitten, de bedoeling is. Vervolgens kun je een commando gaan koppelen aan hetgeen de kat geleerd heeft.

DAnkBAAR

Toinny was zo’n kind dat ‘hond’ en ‘kat’ zei, voordat ‘t eerste ‘pappa’ en ‘mamma’ uit haar mond kwam. Toen ze van de mavo kwam hoorde haar vader dat er in het verre Barneveld – Toinny woonden destijds in Eindhoven – een opleiding tot dierverzorger was. Toinny: Die opleiding was destijds nog vrij nieuw en onbekend. Hoewel ik naar de havo kon en mijn ouders dat eigenlijk liever hadden, en hoewel Eindhoven en Barneveld ruim honderd kilometer uit elkaar liggen, vonden mijn ouders het goed dat ik de opleiding tot dierverzorger ging volgen. Dat is iets waar ik ze tot de dag van vandaag dankbaar voor ben.”

gEITEnwOLLEnSOkkEnTyPES

Toinny ging op kamers in Barneveld en ze had een geweldige schooltijd. “De school, de mensen, de mentaliteit, de manier waarop het onderwijs werd aangeboden: ik vond het allemaal geweldig. Aan de ene kant had je ons, de studenten dierverzorging en aan de andere kant de jonge boeren die een veehouderijopleiding deden. Dat waren twee verschillende werelden en verschillende studenten. De ‘boeren’ kwamen met de trekker naar school en vonden ons geitenwollensokkentypes. Zij konden geweldig feesten, maar toch was de fijne sfeer niet de belangrijkste reden dat ik het zo naar mijn zin had op school. Dat was het feit dat ik hier precies leerde waar mijn belangstelling naar uitging en waar mijn hart lag. Natuurlijk is er in die 45 jaar heel veel veranderd, maar sfeer en de fijne werkomgeving in Barneveld, dat is eigenlijk nog precies zoals bijna een halve eeuw geleden.” ♦

OF ‘HIj’ HET LEkkER vOnD

Toinny: “Op school leerden we geiten melken op een demogeit. Dat was een stalen constructie met een rubberen uier eraan. Melken bleek simpelweg een kwestie van de melk met je vingers richting het gaatje in de geitentepel masseren. Het ging mij gemakkelijk af en vol ongeduld vroeg ik of ik aan het werk mocht met een echte geit. “Dat mag,” zei de docent. “Haal maar een geit uit de groep en probeer haar te melken.” Ik koos op goed geluk een dier dat er wel aardig uitzag, zette haar vast aan een haak in de muur, bukte me en begon met mijn klus. Maar het melken van een echte geit bleek toch een stuk ingewikkelder dan de demogeit. Pas toen onze docent mij gniffelend vroeg of ‘hij’ het lekker vond, kreeg ik door dat ik een bok te pakken had...”

nuT vAn HET TRAInEn

Direct na haar opleiding kreeg Toinny de kans om bij Dolfinarium Harderwijk te gaan werken, als trainer van onder andere orka’s en dolfijnen, en dat bleef ze 34 jaar doen. Van daaruit begon ze haar eigen bedrijf, de Dierentrainers Academie en kwam ze onder andere terecht in verschillende dierentuinen, Apenheul en bij de hondenbrigade van de politie. Om daar dieren bepaald gedrag aan te leren dat hun leven leuker en gemakkelijker maakt. Toinny: “Als je een groep apen in Apenheul hebt die menseneten stelen van bezoekers en daar doodziek van worden, is het beter ze te leren dit niet te doen. Dat is fijner voor de bezoekers, maar zeker ook voor de dieren zelf. En als je een neushoorn leert om in ruil

“Veruit de meeste dieren vinden het leuk om getraind te worden.”

voor een beloning toe te laten dat zijn gebit verzorgd wordt, dan hoef je zo’n dier niet meer te dwingen of te verdoven. Veruit de meeste dieren vinden het leuk om getraind te worden. Dan kan training ervoor zorgen dat dieren beter in hun vel zitten dan wanneer ze de hele dag nauwelijks wat te doen hebben.”

wAT jE ERvOOR TERugkRIjgT

Een jaar of vijftien geleden, toen Toinny bij het Dolfinarium al veel opleidingen gaf, kwam ze met haar oude school in gesprek over het geven van een opleiding tot dierentrainer. Toinny: “Ik vond het hartstikke leuk om een opleiding te gaan ontwikkelen en die ook zelf te geven. Het is prachtig om mensen die dezelfde passie hebben als ik, op te leiden en ze te laten zien hoe mooi het is om dieren te trainen. Tijdens de opleidingen tot dierentrainer leer je wat je met training voor een dier kunt doen en vooral ook: wat je ervoor terugkrijgt.”

MISSIE vOLBRACHT?

Toinny vertelt dat het ‘werken met dieren’ waar ze als basisschoolleerling van droomde, in de praktijk nog leuker bleek te zijn dan ze destijds dacht. “Er is maar één nadeel: als ik alles zou doen wat ik nog zou willen, dan moet ik een jaar of vijfhonderd oud worden. Ik vind het heel fijn dat ik mensen kan leren dat je het welzijn van dieren kunt verhogen door ze niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk iets te doen te geven. Het zou geweldig zijn als meer mensen inzien dat kijken naar een dier, heel wat anders is dan een dier zien. Als ik ook maar een heel kleine bijdrage kan leveren aan een stukje inzicht in dieren, is een belangrijk deel van mijn missie volbracht.” ♦

OPLEIDIng DIEREnTRAInER

De complete opleiding tot expert dierentrainer bestaat uit 4 modules en een stageperiode.

MODuLE 1 – Dierentrainer: hiermee leg je een basis op het gebied van het gedrag en het leren van dieren. Je leert werken met clickertraining aan de hand van het DTA-zevenstappenplan.

MODuLE 2 – Ervaren Dierentrainer: als ervaren dierentrainer bouw je je kennis en praktijkervaring verder uit. Je kunt steeds meer dieren trainen, kan zelfstandig een training opzetten en werkt samen met collega trainers.

MODuLE 3 – Professioneel Dierentrainer: in deze module wordt je kennis van diverse soorten dieren en je praktijkervaring uitgebreid. Daardoor kun je leidinggeven aan collega-trainers en complexe, welzijnsverhogende trainingen opzetten.

MODuLE 4 – Expert Dierentrainer: in deze laatste module wordt je kennis getoetst door een stage bij een erkend leerbedrijf.

Aeres Barneveld door de jaren heen

1946

De plaatselijke afdelingen van landbouworganisaties in Putten krijgen steun van de gemeente voor de oprichting van een landbouwschool.

1951

Start van het lesgeven aan de Landbouwwinterschool in Putten.

1952

Oprichting van de schoolclub Unitas.

1960-1970

Crisis in het landbouwonderwijs, terugloop in leerlingenaantallen, school overweegt sluiting.

1974

Oprichting van de afdeling Dierverzorging, wat zorgt voor een sterke groei en opleving van de school.

Van links naar rechts en boven naar beneden:

• Winterschool 1950-1951 veehouderij

• In 1976 werden de eerste vrouwelijke leerlingen gediplomeerd, tevens de start van de diplomeling (klein)dierverzorging

• Het gebouw in Putten

• 1982 was een volgende mijlpaal - de eerste diplomering in Barneveld

1982

Verhuizing van de school van Putten naar Barneveld.

1990

1989

Oprichting Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld (het huidige Aeres Training Centre Barneveld).

Oprichting van AOC Veluwe e.o. als onderdeel van de landelijke vorming van Agrarische Opleiding Centra.

1991

Na de fusie wordt de naam Groenhorst College geïntroduceerd.

1998

Start van de opleiding Paardenhouderij via het BBL.

2000

Paardenhouderij krijgt een dagopleiding.

• Verbouwing hoofdgebouw 2013

• Klas Dierverzorging - 1985

• Personeelsfoto uit 2001

• Logo's door de jaren heen

2017

Groenhorst College Barneveld verandert de naam in Aeres MBO Barneveld.

Van links naar rechts en boven naar beneden:
• Klas 1986

dingen die jij nog niet wist over diervoeding

In de vijftig jaar dat de opleiding Dierverzorging bestaat, is er heel veel aanvullende kennis ontstaan over diervoeding. Dankzij wetenschappelijk onderzoek, vallen en opstaan, maar vooral ook door goed naar dieren te kijken, hebben we veel geleerd over wat dieren nodig hebben en hoe we ervoor kunnen zorgen dat een dier een lang en gelukkig leven heeft.

Er worden al honderden jaren honden en katten als huisdier gehouden, maar pas in het begin van de vorige eeuw kwam de eerste commerciële diervoeding op de markt. Voor die tijd aten honden met de pot mee, kregen ze als ze geluk hadden wat slachtafval en moesten veel katten hun eigen kostje bij elkaar scharrelen. De allereerste hondenbrokken waren geperste brokken die een klein percentage vlees bevatten, zij werden rond 1930 geproduceerd. Pas in de jaren zeventig kwamen de krokante geëxtrudeerde brokken op de markt.

Honden die vroeger met de pot mee aten, kregen met name brood en melk en soms wat resten van fruit en groenten. Vlees maakte zelden deel uit van het menu. Veel mensen gaan ervan uit dat een voeding die veel vlees bevat, beter is dan een hondenvoeding met een lager vleespercentage, maar hierover verschillen de meningen. Er zijn honden die een leven lang vegetarisch gevoed worden, en die respectabele leeftijden bereiken.

Een hond is, net als een mens een onmivoor; een alleseter, maar katten zijn echte carnivoren. Zij hebben vlees nodig om gezond te blijven. Toch zijn er naast vegetarische hondenvoedingen, ook vegetarische kattenvoedingen te koop. De elementaire bouwstoffen uit vlees (onder andere het voor katten erg belangrijke taurine) zijn hierin chemisch toegevoegd.

Als je een papegaai vraagt wat hij het liefste eet, dan zegt hij waarschijnlijk ‘walnoten’ of ‘zonnebloempitten’. Omdat veel kromsnavels dol zijn op noten, zaden en pitten, is de verleiding groot om ze als voeding geven, maar dat is niet gezond voor deze vogels. Eigenlijk komt het erop neer dat als een vogel enkel noten en zadel krijgt, dat hetzelfde is als wanneer jij elke dag friet met mayonaise zou eten. Papegaaien zijn het beste af met pellet- of korrelvoer dat alle voedingsstoffen bevat die ze nodig hebben, aangevuld met af een toe een noot of zaadje, en wat groenten en fruit.

Gras kan gevaarlijk zijn. Vaak denken we dat er voor een paard niets zo gezond is als gras, maar dat is een misvatting. Sterker nog: een overdaad aan vers gras kan ervoor zorgen dat een paard doodziek wordt. Een grote hoeveelheid gras kan onder andere koliek of hoefbevangenheid tot gevolg hebben. Het is daarom zaak ervoor te zorgen dat paarden beperkt vers gras kunnen eten, en ze niet onbeperkt te laten grazen.

tekst Janine Verschure

50 jAAR DIERVERZoRGING IN BARNEVELD

Dierverzorging door de jaren heen

Vijftig jaar geleden, toen in Barneveld de állereerste opleiding tot Dierverzorger werd gegeven, werd er heel anders gedacht over dieren en dierenwelzijn dan vandaag de dag. Wat zijn de meest in het oog springende veranderingen die zich in een halve eeuw dierverzorging voltrokken hebben?

GERT RIEZEBoS:

“DIERhouDERIj hEEfT RAAkVlAkkEN MET ANDERE MAATSChAppElIjkE ISSuES”

Gert Riezebos werkte bijna 36 jaar bij Aeres Barneveld als docent dierverzorging en ging in het voorjaar van 2024 met pensioen. Hij was de eerste dierverzorgingsdocent op een mbo in Nederland en heeft een groot deel van het lesmateriaal ontwikkeld.

“Moderne boeren zijn heel anders met hun bedrijf en hun dieren bezig dan vijftig jaar geleden en ook binnen het vak dierverzorging kwam er steeds meer aandacht voor dierenwelzijn. Op school hadden we het vaak over de ethische kant van de dierhouderij en in 1992 werd ook het vak ethiek geïntroduceerd. Wat vind je van vleesconsumptie, hoe ga je om met proefdieren, waarom ziet de één een konijn als gezinslid, en de ander als voedsel? In de lessen probeerde ik altijd om studenten ook naar zichzelf te laten kijken en ze te laten inzien dat ‘goed’ en ‘kwaad’ niet altijd zo vastliggen als je misschien in eerste instantie zou denken. Die gegroeide aandacht voor dierenwelzijn is een goede zaak, dat heeft zowel mens als dier veel goeds gebracht, maar we moeten oppassen dat we niet te zwartwit gaan denken.”

tekst en foto's Janine Verschure

ERICA REIjERkERk:

“NIET

AllEEN GEZoND, MAAR ook hAppy”

Erica Reijerkerk is verbonden aan Aeres Barneveld als dierenarts en als docent. Ze heeft haar eigen bedrijf EquiRatio, is gespecialiseerd in inwendige ziekten van het paard en mede-ontwikkelaar van de nieuwe ATCB-cursus Horse Health Manager.

“Welzijn is een begrip waarvan het letterlijke woord hetzelfde is gebleven maar de invulling aan veranderingen onderhevig is. Vroeger spraken we over het paard als landbouwhuisdier vanwege de inzet als werkpaard op de boerderij of in het leger. In de diergeneeskunde geldt dit voor de wet nog steeds zo ook al heeft het paard een duidelijke positie verworven als gezelschapsdier en vervult daarmee een veranderde sociaal maatschappelijke rol. Tegenwoordig kijken we dan ook verder dan alleen de gezondheid en de later opgestelde ‘vijf vrijheden’ van de Brambell, waarin staat dat dieren vrij moeten zijn van dorst, honger en onjuiste voeding; van fysiek en thermaal ongerief; pijn, verwonding en ziektes; angst en chronische stress; en vrij om natuurlijk gedrag te vertonen. We zien dieren tegenwoordig veel meer als een individu met gevoelens en emoties en dat geldt ook voor het paard. De eerste publicatie in 1994 van het ‘Vijf Domeinen Model’ houdt al rekening met de subjectieve ervaring van het dier wat kortgezegd betekent hoe dieren zich zouden kunnen voelen over de voorwaarden die wij ze opleggen. Naast voeding, fysieke omgeving, gezondheid, gedrag & interactie (soortgenoot en de mens) wordt ook de mentale staat meegenomen. Daarnaast heeft ook de manier waarop wij mensen naar onszelf kijken, invloed op hoe we de leefomstandigheden van dieren inschatten. We willen niet dat een dier alleen maar gezond is, maar ook gelukkig.” We zien dat onder andere terug in het gebruik van de term “happy athlete”!

ToINNy LukkEN:
“DoE jE hET VooR jE DIER, of VooR jEZElf?”

Toinny Lukken is docent bij ATCB en eigenaar van de Dierentrainers Academie. Ze trainde heel veel soorten wilde en gedomesticeerde dieren en volgde 45 jaar geleden zelf ook de opleiding Dierverzorging in Barneveld.

“Vroeger werden dieren gezien als ‘dingen’. Ze moesten doen wat wij mensen wilden, als ’t niet goedschiks kon dan maar kwaadschiks. Als een olifant een bepaalde kant op moest dan gebruikte men een olifantenhaak, een hond trainde je standaard met een slipketting en een paard dat niet luisterde kreeg de zweep. Ik ben heel blij dat we daar vandaag de dag zo ontzettend anders mee omgaan. Nu zien we dat dieren een persoonlijkheid hebben, krijgen ze een naam en gaan we met een kip naar de dierenarts. Tenminste: ík wel. Aan de andere kant zie ik ook dat we soms dreigen door te slaan in onze hang naar perfectie. Als verzorger ben jij vaak degene die beslist over leven en dood van een dier, maar daarbij moet je niet uit het oog verliezen dat een dier andere eisen stelt dan wij. Als voorbeeld:

mijn kat van zeventien was onder de auto gekomen en vanaf haar middel verlamd. De dierenarts dacht dat we haar nog konden redden, dus ik heb haar 14 dagen verzorgd. Maar eigenlijk wist ik al vanaf het ongeluk dat ik haar beter op dat moment had kunnen laten inslapen. En ik heb er nog steeds last van dat ik dat toen niet gedaan heb. Want ze heeft 14 dagen geleden omdat ik haar niet kwijt wilde. Op een bepaald moment kun je je afvragen waarom jij het leven van een dier wilt verlengen. Voor dat dier, of voor jezelf?”

MARIAN SCHREuDER:

“WE ZETTEN Nu EChT IN op WElZIjN”

Marian Schreuder is dierverzorger en onderwijsassistent. Ze woont op het terrein van Aeres MBO Barneveld.

“Welzijn is ontzettend belangrijk geworden, daar zetten we hier op school echt op in. Toen ik 38 jaar geleden hier in Barneveld aan mijn opleiding tot dierverzorger begon was er al veel aandacht voor, maar vandaag de dag is het echt een speerpunt. Studenten leren op een andere manier naar dieren kijken, waarbij ze moeten leren beoordelen hoe dat dier zich voelt. Hoe kun je stresssignalen herkennen? Hoe kun je ervoor zorgen dat een dier er niet alleen goed uitziet, maar zich ook goed voelt?”

PRACTORAAT

DIEREnwEL zIjn

En -gEzOnDHEID

Sinds 2021 heeft ons opleidingsinstituut een eigen practoraat ‘Dierenwelzijn en -gezondheid’ onder leiding van practor Sara Albone. Zij geeft leiding aan een groep docent-onderzoekers van Aeres MBO Barneveld die zich bezighouden met vraagstukken waarin dierenwelzijn en/of dierengezondheid een rol spelen. Het doel van het practoraat is tweeledig; het vergroten van het welzijn en de gezondheid van de dieren op en buiten onze school, maar ook het vergroten van het onderzoekend vermogen van docenten en studenten. Omdat het doen van onderzoek ons simpelweg leergieriger, nieuwsgieriger, kritischer en innovatiever maakt. Ben je geïnteresseerd in wat het practoraat doet of wil je een bijdrage leveren aan uit te voeren praktijkonderzoek? Neem contact op: s.albone@aeres.nl

kleur of zwart-wit?

Ik fotografeer graag in zwart-wit. Als kleur weinig toevoegt aan het beeld dat ik willen hebben dan heeft een zwartwit foto vaak veel meer zeggingskracht. In het analoge tijdperk bepaalde de film die je in je camera deed of je zwartwit of in kleur ging fotograferen, nu we digitaal fotograferen ‘schieten’ we meestal in kleur en bepalen later of we het bestand omzetten naar zwartwit of in kleur laten. En ja, heel soms, combineer ik kleur met zwart wit zoals bij deze foto van een Hollandse kuifhoenhaan. Het rood van de kopversierselen knalt er lekker uit tegen de zwart-witte achtergrond. Door ook nog eens een grote lensopening te gebruiken (en dus een laag diafragmagetal) is ook dat rode gedeelte het meest scherp. De kleur en de scherpte trekken het oog van de kijker naar het interessantste deel van de foto.

Hans krudde

Docent en vakfotograaf

Hans Krudde is (gast-)docent paardenhouderij en dierverzorging aan Aeres Barneveld en docent dierfotografie aan Aeres Training Centre Barneveld. Elke uitgave van het Van Dieren magazine laten we jou smullen van zijn mooiste foto’s.

DIER WERELDWeetjes

Nico

Bijna dertig jaar was ara Nico een vaste waarde en bekend gezicht op ons opleidingsinstituut. Deze prachtige vogel was, toen hij in 1995 bij ons op school kwam waarschijnlijk zo’n dertig jaar oud. Toen hij in 2022 overleed was hij dus ongeveer zestig. Omdat hij zo veel voor onze school betekend heeft en omdat zo veel studenten goede herinneringen hebben aan Nico, werd besloten hem op te laten zetten. Nico wordt nu gebruikt voor de vogellessen én om van te genieten. Want ook opgezet is deze vogel een lust voor het oog

Docent en vogelkenner Jan Harteman, die Nico nog kent uit zijn eigen studententijd in Barneveld, vertelt dat zestig een respectabele leeftijd is voor een ara. “In het wild worden ze meestal niet ouder dan 35. Nico kreeg steeds meer last van ouderdomskwalen en andere mankementjes. Toen het de dierenarts op een gegeven moment niet meer lukte om hem beter te maken, moesten we helaas besluiten hem te laten euthanaseren.” Jan vertelt dat Nico verschillende keren jongen heeft grootgebracht, en dat dat een verhaal apart is: “Nico is vermoedelijk ooit uit het wild gevangen, maar dat wisten we nooit zeker. Toen hij echter vader werd zagen we tot onze grote verrassing dat hij uitstekend voor zijn jongen zorgde. Dat is bijzonder, want normaliter kunnen papegaaien hun jongen niet direct goed verzorgen; broedzorg moeten ze echt leren door trial and error; met vallen en opstaan. Nico zorgde echter voor zijn nageslacht alsof hij niet anders gewend was, en dat suggereert dat hij eerder al jongen heeft grootgebracht. Omdat wij zeker weten dat dat niet bij ons in gevangenschap was, gaan we ervan uit dat dat dus in het wild is geweest. Vandaar ook dat de kans groot is dat Nico nog ouder werd dan wij nu denken. Hij was een bijzondere vogel met een bijzonder verhaal.”

Huisdierenlijst

Sinds 1 juli 2024 is de huis- en hobbydierenlijst (positieflijst) actief in ons land. Daarop staan de zoogdieren die nog in Nederland gehouden mogen worden. Zoogdieren die niet op deze lijst staan, mogen in de toekomst niet meer gehouden worden. Er zijn ook positieflijsten voor vogels, amfibieën en reptielen in de maak, maar het is nog niet bekend wanneer die actief worden. Als je een zoogdier hebt dat niet op de huis- en hobbydierenlijst staat mag je dat nog verkopen of weggeven, of het houden tot het overlijdt. Je mag sinds 1 juli echter niet meer met het dier fokken. Enkele voorbeelden van dieren die niet op de positieflijst staan zijn de degoe, Russische dwerghamster en de serval. De complete lijst van huis- en hobbydieren die nog wél gehouden mogen worden, vind je op www.rvo.nl.

onderzoek naar keuzes van huisdiereigenaren

Het Trendpanel Gezelschapsdieren – bestaande uit verschillende organisaties uit de sector dier – brengt jaarlijks Pet Monitor uit. Pet Monitor is een rapport over trends en ontwikkelingen binnen de sector. Het thema van dit jaar was: ‘Van winkel tot dierenkliniek, wat beïnvloedt de keuze van een huisdiereigenaar?’

Tijdens een webinar op 5 juli werden de resultaten van de zevende editie van de Pet Monitor gepresenteerd. Wil jij bijvoorbeeld weten welke factoren het zwaarst wegen bij de keuze voor een dierenspeciaalzaak of waarom een huisdiereigenaar een bepaalde dierenkliniek kiest? Vraag dan de Pet Monitor aan via www.aereshogeschool.nl/petmonitor.

Een beter leven voor zwerfkatten

Afgelopen voorjaar hebben studenten en cursisten van Aeres Barneveld zich ingezet om het welzijn van bijna 200 zwerfkatten te verbeteren. Dit bijzondere project is mogelijk gemaakt door een samenwerking tussen Aeres Barneveld, Stichting zwerfkatten nederland en Helping Heroes MDT (Maatschappelijke Diensttijd).

Dankzij deze samenwerking en de ondersteuning van Dierenopvang Koningen uit Balkbrug werden bijna 200 schuwe katers en poezen gevangen, gevaccineerd, gechipt, ontwormd, ontvlooid en gecastreerd, waardoor ze een gezonder leven tegemoet gaan. Het doel van het project is om het aantal schuwe zwerfkatten in Nederland te verminderen volgens de TNRC-methode: TNRC (= trap (vangen), neutraliseren (castreren en steriliseren), return of relocate (terugzetten of verplaatsen) en care (monitoren). Door bij te dragen aan dit doel helpen de studenten niet alleen de katten, maar dragen ze ook bij aan het verminderen van de predatie door katten in de natuur. Een ‘geholpen’ kat blijft beter op het erf en gaat minder de weilanden in om op grond-broedende vogels te jagen. Dat is een win-win voor de vogel en de kat.

Degoe. Foto: Janine Verschure.

“Een echte dierverzorger weet dat je niet doodgaat van een pik van een kippensnavel, dat dieren ook in het weekend verzorgd moeten worden.”

stageBedrIjf

Met je hoofd in de wolken, en je voeten in de klei

Beheerder van een kinderboerderij is een van de beroepen die standaard in de droombanen top tien staat. Naast bijvoorbeeld verzorger in een dierentuin, paraveterinair of beroepsruiter is dat een vak waar veel studenten Dierverzorging van Aeres MBO Barneveld van dromen. Peter Coenen, bedrijfsleider van Stadsboerderij De Vosheuvel in Amersfoort en oud-student aan ons opleidingsinstituut vertelt dat hij inderdaad prachtig werk heeft. Maar ook dat je op een kinderboerderij vaker met je voeten in de klei, dan met je hoofd in de wolken staat.

tekst en foto's Janine Verschure

zo’n twee jaar nadat Stadsboerderij De Vosheuvel in 1977 werd opgericht, kwamen de eerste stagiaires er werken. Peter Coenen, die in de buurt woonde en als jochie van een jaar of zeven al bijna dagelijks op De Vosheuvel te vinden was, zag er velen komen en gaan. Nadat hij in 1994 zijn opleiding tot dierverzorger aan ons opleidingsinstituut had afgerond, werkte hij enkele jaren bij een kinderboerderij in Naarden-Bussum. Toen Peter in 2003 de kans kreeg om parttime bij De Vosheuvel te komen werken, greep hij die met beide handen aan. “Toen ik een jaar of tien was droomde ik er al van om hier ooit bedrijfsleider te worden. Ik spreek trouwens liever van ‘bedrijfsleider’ dan van ‘beheerder’; dat laatste vind ik zo’n vreemde term. Je ‘beheert’ toch geen dieren en mensen? Dat geldt ook voor ‘kinderboerderij’. Het grootste deel van onze doelgroep zijn helemaal geen kinderen; daarom zijn wij een ‘stadsboerderij’.”

uITBLInkEn

Peter vervolgt: “Maar goed, ik wist als klein jochie dus al dat ik deze baan heel graag wilde, maar ook dat ik er hard voor zou moeten werken. Voor jonge mensen die dezelfde droom hebben is het erg belangrijk om een goede indruk achter te laten bij het stagebedrijf. Houd goed contact met

de bedrijfsleider op jouw stageplek. Je hebt een netwerk nodig; een kruiwagen of hoe je het ook wilt noemen. In elk geval mensen die in jou geloven, die weten wat je allemaal kunt. Er zijn best veel exstudenten met een diploma dierverzorging, maar er zijn er slechts een paar die uitblinken. Als jij er daar een van bent, is het zaak ervoor te zorgen dat jouw volgende werkgever daarachter komt.”

DE éCHTE

Peter: “Ik heb hier weleens stagiaires gehad die geen eieren onder een kip durfden uit te halen omdat ze bang waren dat ze gepikt zouden worden. En ook mensen die, als er om vijf uur een geit ging lammeren, naar huis gingen. Die het heel vervelend vonden om in het weekend te moeten werken, die in paniek raakten toen er een veulen gewond was. Een echte dierverzorger weet dat je niet doodgaat van een pik van een kippensnavel, dat dieren ook in het weekend verzorgd moeten worden. Die blijft rustig als er iets fout gaat én hij wil erbij zijn als er iets moois gebeurt. Er werkt hier nu een stagiair die het snapt. Als ik even druk ben en ze heeft niks te doen, dan gaat ze niet staan wachten, maar ze pakt een bezem of haalt de mest uit de ezelstal. Of een stagiair die komt vertellen dat een geit die normaal altijd haantje de voorste is, nu niet direct op de brokjes dook. Dat zijn de échte.”

DuIDELIjk zIjn

“je kunt beter direct aan dat dier laten weten dat jij bepaald gedrag niet accepteert.”

“Oeps, de hoefsmid”, zegt Peter als een bus het erf komt oprijden waar een stoere dame uitstapt. “Die had ik pas later vanochtend verwacht.” Wij vinden het geen enkel probleem, want dan kunnen we mooi wat plaatjes schieten van het werk van hoefsmid Lotte de Smet. Die trouwens, voordat ze zelfstandig ondernemer werd, de opleiding Paraveterinair Dierenartsassistent bij Aeres MBO Barneveld volgde. Peter houdt een pony vast, en die hapt naar Lotte als ze langsloopt. Voordat ze haar mond weer dicht heeft, zegt Peter boos ‘Hee, dat doen we niet!’ en hij geeft een ruk(je) aan het halster. De pony heeft de boodschap begrepen. “Dat is wel iets waar we soms tegenaanlopen”, zegt Peter. “Zeker in de stad zie je steeds vaker mensen die het moeilijk vinden als je een dier corrigeert. Terwijl de meeste dieren juist baat hebben bij een consequente aanpak, bij een verzorger die stevig en zijn schoenen staat en de grenzen aangeeft. Dat verschilt per diersoort, maar als jij toestaat dat een koe tegen je aanloopt, dat een paard in je arm bijt, dan kun je ervan uitgaan dat dat gedrag niet af zal nemen. Je kunt beter direct aan dat dier laten weten dat jij bepaald gedrag niet accepteert. Natuurlijk nooit door een dier pijn te doen, maar wel door hem een stukje

duidelijkheid te bieden. Ook dat hoort bij het werk van dierverzorger.”

OnvOORwAARDELIjkE LIEFDE?

“Laatst kwam hier een jongen vragen of we een stageplek voor hem hadden”, vertelt Peter. “Ik vraag dan standaard waarom hij dierverzorger wil worden, en hij vertelde me dat hij zo dol op dieren is, ‘omdat dieren onvoorwaardelijk van je houden en er altijd voor je zijn’. Dat vind ik ver gaan. Natuurlijk zijn dieren geweldig, maar voor onvoorwaardelijke liefde moet je niet in het dierenrijk zijn hoor. ‘Kom hier maar eens kijken als de geiten gevoerd worden’, zei ik tegen die jongen. ‘Dan komen de grote en sterkste geiten aangerend en die beuken de kleintjes en de zwakkeren gewoon aan de kant. Als je die dieren hun gang laat gaan, vliegen de lammetjes je bij wijze van spreken om de oren.’ Onvoorwaardelijke liefde mijn neus: het recht van de sterkste, dat is wat telt in de dierenwereld. Dit voorjaar had een geit een drieling: twee flinke bokken en een klein geitje. De stagiaires hebben ervoor gezorgd dat dat kleintje elke drie uur kon drinken, door een van die grote lammeren dan even vast te houden. Nu eet ze brokjes en is ze kerngezond, maar in de natuur gaat zo’n geitje dood van de honger. Dat is niet leuk, dat laten we natuurlijk ook niet gebeuren, maar het is wél de natuur.”

wAT HET wERk zO MOOI MAAkT

Peter is dierverzorger in hart en nieren. Hij vertelt dat ’t echt het zorgen voor dieren wat zijn werk zo mooi maakt. “We hebben hier veel bijzondere dieren en leuke rassen. Poitou-ezel Toos is het boegbeeld van onze kinderboerderij, we hebben mini-runderen, zeldzame Girgentana geiten en superlieve en gemoedelijke Kune kune varkens. Ik probeer elke dag met de dieren te werken, als het even kan gaat de computer voor tien uur niet aan. Maar als bedrijfsleider heb je echter ook een boel administratief werk. Ik denk dat ik driekwart van de tijd op kantoor zit. Wij zijn een stichting en hebben ook een dagbestedingsfunctie voor een kleine groep mensen met een beperking. Subsidie aanvragen, mestwetgeving, registraties van dieren, personeelszaken, maar vooral ook RI&E (risicoinventarisatie en -evaluatie – red.) kosten veel tijd. Natuurlijk moeten onze medewerkers, stagiaires, vrijwilligers en cliënten hier veilig kunnen werken en rondlopen, maar soms word je echt een beetje gek van al die regeltjes. En vooral ook van het werk dat erbij komt kijken om alle arbeidsrisico’s in kaart te brengen. Want ja: op een kinderboerderij kun je nou eenmaal je hoofd stoten aan een lage staldeur; struikelen over een emmer; er kan een ezel op te teen gaan staan of … je pony tegenkomen die een beetje chagrijnig is.” ♦

De wereld van het paard

Fascinerend, beresterk, mooi en voor sommigen een beetje eng. Voor de een is het paard één en al schoonheid, terwijl de ander een paard voornamelijk indrukwekkend groot vindt. Paard en mens zijn al eeuwenlang met elkaar verbonden en vandaag de dag komt er steeds meer oog voor het welzijn van deze bijzondere dieren, die we niet voor niets ‘edel’ noemen.

tekst Janine Verschure

oorlogsvoertuig

Ruim vijfduizend jaar geleden, toen de eerste paarden gedomesticeerd werden, werd het paard in eerste plaats ingezet als oorlogsvoertuig. Te paard, of erachter in een strijdwagen was je sneller en sterker dan de vijand. Volkeren die als eerste ruitervolken werden, wonnen niet zelden de strijd tegen het voetvolk.

Rassen en types

Waar in de beginperiode er één soort sportpaard was, ontstonden er in de loop der jaren steeds meer fokrichtingen. Vandaag de dag worden er sportpaarden speciaal gefokt voor springen of dressuur, en ziet een tuigpaard er beduidend anders uit dan een dressuurpaard. Overal ter wereld ontstonden ‘plaatsgebonden’ rassen, die vaak heel herkenbaar zijn en ontzettend van elkaar verschillen. Denk bijvoorbeeld aan de kleine, dappere, eigenwijze Shetland pony. Het Indrukwekkende gitzwarte Friese paard of de multifunctioneel inzetbare Haflinger.

Welzijn

Het welzijn van paarden ligt onder een vergrootglas. Aan de ene kant zijn er ruiters en paardensportliefhebbers die vinden dat je door met een paard te werken en te sporten een band met hem opbouwt en ervoor zorgt dat een paard geestelijk en lichamelijk gezond blijft. Aan de andere kant zijn er ook mensen die vinden dat paarden niet mogen worden gebruikt voor ons vermaak. Het is onwaarschijnlijk dat deze twee partijen ooit helemaal tot elkaar zullen komen, maar de kritiek heeft de paardensportwereld aan het

Zo sterk als een paard?

Paarden zijn groot en sterk, maar zelfs iemand die zo sterk als een paard is, kan ziek worden. Zo kunnen paarden getroffen worden door koliek; dat is een verzamelnaam voor buikpijn. De reden dat juist paarden relatief veel risico lopen op koliek, is omdat hun darmstelsel erg lang is en haakse bochten bevat. Een verstopping of verkramping heeft ernstige buikpuin tot gevolg en kan er zelfs voor zorgen dat een deel van de darmen afsterft. In veel gevallen kan de dierenarts een paard met koliek er weer bovenop helpen, maar ernstige koliek of te laat ingrijpen kan ertoe leiden dat een paard overlijdt.

denken gezet. De KNHS (Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie) zet in op nog meer aandacht voor paardenwelzijn.

Sportpaarden hebben ook ‘een baan’, maar die is zelden zo intensief als het werk van die boeren- en krijgspaarden van vroeger. We weten dat een paard niet alleen goede voeding en training nodig heeft, maar ook bijvoorbeeld weidegang en contact met soortgenoten. Want het welzijn van een paard mag nooit ondergeschikt aan zijn aan het ‘werk’ dat hij doet.

Van werkpaard tot luxepaard

Ook in de landbouw waren paarden jarenlang onmisbare werkkrachten, bijvoorbeeld bij het bewerken van het land. Zo rond 1930 ging een groeiende groep boerenmensen op de werkpaarden rijden, en ontstonden de eerste rijverenigingen. Toen de boerenpaarden na de Tweede Wereldoorlog steeds vaker vervangen werden door tractoren, werden de zware werkpaarden gekruist met snellere, lichter gebouwde volbloedrassen (onder andere het Engels volbloed). Zo ontstonden paarden die luxer van bouw waren, en daardoor meer geschikt voor de wedstrijdsport.

35 jAAR atcB

u itgegroeid tot een begrip

Dit magazine draait voor een belangrijk deel om het vijftigjarig bestaan van de dierverzorgingsopleidingen in Barneveld, maar ook Aeres Training Centre Barneveld viert dit jaar een jubileum. Het ATCB bestaat namelijk 35 jaar. Reden genoeg voor een gesprek met Jan Vogel, teamleider van ATCB die in 1989 betrokken was bij de oprichting van ons cursuscentrum.

Jan vertelt dat Aeres Barneveld er destijds, in 1989, heel anders uitzag dan vandaag de dag. “’De school bestond toen uit de praktijkschool (PTC) – gericht op de agrarische opleidingen –en het Groenhorst College: het huidige Aeres MBO Barneveld. Die hadden allebei een aantal cursussen op het gebied van dierverzorging en 35 jaar geleden werd dus besloten om die cursussen samen te voegen onder de naam Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld, oftewel CDB. Een kleine tien jaar geleden, toen ons opleidingsinstituut onder de vlag van Aeres kwam, werd die naam veranderd in Aeres Training Centre Barneveld, ATCB. In de 35 jaar dat het cursuscentrum bestaat heeft het een grote rol gespeeld voor de docenten in Barneveld. Lesgeven aan mensen uit de sector verrijkt de docent en die kan dit weer in het MBO toepassen.”

vRAAg uIT DE MARkT

Jan, die destijds lesgaf in aquaristiek (zoet- en zeewater), vijvers en sier- en watervogels, vertelt dat er rond het ontstaan van het cursuscentrum een groeiende vraag kwam naar de opleidingen op het gebied van dieren. “Er kwam steeds meer aandacht voor dierenwelzijn, en mensen wilden zich scholen en ontwikkelen op het gebied van dieren en dierverzorging. Al vanaf het begin richtten wij ons op cursisten die al werkzaam waren in de sector, denk bijvoorbeeld aan dierenspeciaalzaakondernemers en paraveterinairen, die destijds trouwens nog ‘dierenartsassistenten’ heetten. Maar ook hobbydierenhouders die hun dieren écht serieus namen, wisten ons te vinden. Een jaar of vijf na de oprichting werd de opleiding paardenhouderij ontwikkeld en ook de opleiding Fysiotherapie bij dieren kwam naar Barneveld. Toen al stemden wij onze cursussen af op de

vraag uit de markt. Toen er bijvoorbeeld vanaf de jaren tachtig steeds meer dieren in de natuur werden uitgezet, liepen ze er bij Staatsbosbeheer tegenaan dat hun medewerkers weliswaar veel wisten van bomen en planten, maar niet van schapen, geiten, runderen en paarden. Wij hebben toen een cursus Veeverzorging in Natuurterreinen ontwikkeld waarin boswachters leerden hoe je dieren kunt verzorgen en hanteren.”

vERPLICHT vAkBEkwAAMHEIDSBEwIjS

Tot 2014 was het volgen van een vakbekwaamheidsopleiding voor veel beroepen in de dierensector vrijblijvend. Jan vertelt dat het destijds vooral van de motivatie van medewerkers en ondernemers afhankelijk was, of ze zich lieten scholen. “Nu is het verplicht om een door de overheid goedgekeurd vakbekwaamheidsbewijs te hebben als je bedrijfsmatig met huisdieren bezig bent. Als je bijvoorbeeld in je dierenspeciaalzaak dieren verkoopt, wanneer je dierenfysiotherapeut bent of als je in een dierenartspraktijk werkt als paraveterinair, moet je een opleiding gevolgd hebben. Natuurlijk zijn wij als training centre daar niet rouwig om, maar weet je wie daar nog veel blijer mee zijn? De dieren! Want natuurlijk is het voor hun welzijn veel beter als ze verzorgd worden door mensen ervoor geleerd hebben; die een diploma op zak hebben en weten waar ze mee bezig zijn.”

jE wERk én DIEREn SERIEuS nEMEn

Jan vertelt dat de groei van het aantal cursussen en cursisten niet enkel het gevolg is van de veranderde regelgeving in ons land. “Gelukkig niet. Heel veel cursisten komen bij ons omdat ze hun werk en vooral ook de dieren waarmee ze

werken, uiterst serieus nemen. Ze willen tot de besten in hun vakgebied behoren en dat begint met een goede opleiding. Niet eentje die je in een dag hebt afgrond, maar met diepgang. Diereneigenaren/klanten worden mondiger, ze willen steeds meer weten. Daarom moet je, als je met dieren werkt, een specialist zijn. Als je in een dierenspeciaalzaak werkt, moet je vragen over kattenvoeding kunnen beantwoorden. Als je honden trimt, moet je alles weten over vachten, maar ook over hondengedrag en als je aan het werk wilt als paardenverzorger heb je veel meer kans op een baan met een diploma of getuigschrift op zak. Wij werken met docenten die werkzaam zijn in de sector en die de dieren waarover ze lesgeven van haver tot gort kennen. Vaak zijn het grote namen in hun vakgebied, maar ze beschikken bovendien over uitstekende didactische vaardigheden. Want als iemand alles weet, maar dat niet boeiend weet te brengen, schiet de student daar weinig mee op. Dan loopt hij namelijk het risico dat-ie tijdens de les in slaap valt.”

In DE STEIgERS

Jaarlijks volgen gemiddeld zo’n 1500 cursisten een cursus en dat betekent dat zo’n 50.000 cursisten er in de 35 jaar een of meerdere cursussen gevolgd hebben. Het cursuscentrum is dan ook een begrip voor de hele dierensector in Nederland. Wanneer

je, zoals het ATCB, koploper wilt zijn, is het zaak in ontwikkeling te blijven. Jan: “Wij willen steeds nieuwe cursussen kunnen aanbieden en zijn altijd bezig het huidige cursusaanbod te actualiseren.

Wij werken graag samen met brancheorganisaties of vakverenigingen, zijn constant op zoek naar nieuwe mogelijkheden en houden de branche nauwlettend in de gaten. Als iemand uit ons team hoort dat er vragen zijn over een bepaald onderwerp, dat er nieuwe ontwikkelingen zijn of dat er behoefte is aan specifieke kennis, gaan we daarmee aan de slag. De sectorcoördinatoren van het ATCB hebben hierover contact met professionals uit de sector én met onze docenten. Het gebeurt regelmatig dat onze docenten met een lumineus idee komen voor een nieuwe cursus. Zo is bijvoorbeeld de hippische cursus ‘houding en zit’, waarin ruiters leren om zo correct mogelijk op hun paard te zitten, een voorbeeld van een opleiding die de laatste jaren een vlucht heeft genomen. Na 35 jaar neem ik afscheid van het ATCB en ik zie een professionele cursusorganisatie die samen met docenten van Aeres MBO Barneveld en externe professionals goede cursussen aanbiedt en daarmee een geweldige bijdrage levert aan het welzijn van onze huisdieren. Ik ben daar trots op en ben vol vertrouwen voor een goede toekomst hiervan!” ♦

Erica Reijerkerk

Erica Reijerkerk is verbonden aan Aeres Barneveld als dierenarts en als docent. Ze is gespecialiseerd in de inwendige ziekten van het paard en gecertificeerd voedingsconsulent paard.

Erica werkt in een paarden- en revalidatiekliniek en heeft daarnaast haar eigen bedrijf EquiRatio waarin ze haar passie voor diergeneeskunde, paarden en onderwijs bundelt.

nIeuWe cursus

Horse Health manager Voorkomen is beter dan genezen

Aeres Training Centre Barneveld (ATCB) stemt voortdurend het opleidingsaanbod af op de behoeftes van haar cursisten, en op de markt. De wensen en eisen veranderen per slot van rekening met de tijd. Daarom werken wij aan nieuwe opleidingen en cursussen en het herinrichten van het bestaande aanbod. Een voorbeeld daarvan is de cursus Horse Health Manager.

tekst Janine Verschure

het klinkt zo logisch als wat en is zo klaar als een klontje: als je voldoende kennis hebt om een aandoening bij je paard (maar eigenlijk natuurlijk bij elk dier) op tijd te herkennen, kun je veel leed voorkomen. “Nog beter dan tijdig herkennen is het principe preventie: voorkomen is beter dan genezen”, vertelt hippisch en veterinair docent, paardendierenarts en paardenliefhebber Erica Reijerkerk. “Welzijn en gezondheid, en dan vooral duurzame gezondheid, worden steeds belangrijker. Als je voldoende kennis hebt kun je niet alleen voorkomen dat je paard ziek wordt, maar draag je ook bij aan het welzijn van je paard. Daarom heb ik samen met – en voor het ATCB een cursus ontwikkeld waarin we mensen die kennis willen laten opdoen. Tijdens deze opleiding nemen we paardenliefhebbers en paardenprofessionals mee in een aantal onderwerpen die belangrijk zijn voor de duurzame gezondheid van paarden.

MODuLES:

• Gezond vs. ziek: signaleren, herkennen en handelen.

• Beweging onder de loep: het verminderd presterende (sport)paard.

• De rol van de omgeving: infectieuze aandoeningen.

• Voeding: voedingsgerelateerde aandoeningen en de rol van voeding in de therapie.

• Spoedzorg: EHBO, spoed, calamiteiten.

• Preventieve gezondheidszorg: voorkomen is beter dan genezen

“OF jE nOu EEn OF DERTIg PAARDEn HEBT”

Erica vertelt dat de cursus uitermate geschikt is voor professionele paardenhouders, grooms en ruiters die serieus met hun sport bezig zijn. “Maar ook een particulier die een of twee paarden heeft kan er veel van opsteken en daarmee de gezondheid van zijn paard naar een hoger peil brengen. Je leert signalen herkennen en deze op waarde schatten, en je leert een plan van aanpak maken als er problemen zijn. Daarnaast komt het opstellen van een managementplan aan de orde, bijvoorbeeld wat te doen als er een infectieuze aandoening uitbreekt op stal. Dat zijn zaken die belangrijk zijn voor iedereen die voor paarden zorgt; of dat er nou een of dertig zijn.” Een ander voorbeeld, zo vertelt Erica, is het maken van een goed voerplan. “Je leert voor verschillende paarden, in verschillende condities en die allemaal een ander activiteitsniveau hebben een goed menu samen te stellen. Daarnaast is natuurlijk ook EHBO een belangrijk onderdeel. Wanneer heeft een paard spoedzorg nodig? Welke zorg en wat kun je zelf doen om zijn leven te redden? Maar ook ontzettend belangrijk: hoe kun je voorkomen dat een paard ziek wordt? Want voorkomen blijft altijd beter dan genezen!” ♦

“An ounce of prevention is worth a pound of cure”
– BenjamIn franKlIn

75 jaar Aeres MBo Barneveld

Een rijk verleden van educatie en innovatie

In de week van 7-10 mei 2025 viert

Aeres MBO Barneveld haar 75-jarig jubileum. Een mijlpaal die we niet ongemerkt voorbij willen laten gaan. De eerste voorbereidingen voor een feestelijk programma zijn daarom inmiddels opgestart. gedacht wordt aan festiviteiten voor oud studenten en oud medewerkers, stagebedrijven en stakeholders en een gezellig moment met de huidige medewerkers. vanaf oktober 2024 houden we iedereen op de hoogte door middel van een nieuwsbrief en social media.

HOE HET BEgOn…

De school zette in 1950, met de start van de agrarische winterschool in Putten

een eerste stap naar de status van nu: een landelijk kennisinstituut in de dieren en -agrarische sector. In de jaren erna volgden meerdere momenten van groei en doorontwikkeling.

ALLE HISTORISCHE

HOOgTEPunTEn OP EEn RIjTjE:

• Start in 1950 in Putten als Christelijke Landbouw Winterschool in Putten

• Sinds 1990 toegetreden tot Groenhorst College

• Sinds 2012 naamswijziging: Groenhorst Barneveld

• Met ingang van 1 september 2017: Aeres MBO Barneveld

• Opleiding Paardenhouderij is gestart in 2000

the date: 7 – 10 mei 2025

• Sinds augustus 2017 nieuwe naam: Aeres MBO Barneveld

• Sinds september 2017: toekenning dierentuinvergunning

• Sinds september 2018: opening Aeres hippisch centrum

vIERIngEn

Naast het 75-jarig jubileum viert Aeres MBO Barneveld ook het 50-jarig bestaan van de opleiding Dierverzorging en het 25-jarig bestaan van de opleiding Paardensport en -houderij.

We blikken daarnaast terug op hoe de maalderij (voerfabriek) 50 jaar geleden voor het eerst een productie van mengvoer opleverde.

INTERVIEW

Wonen en werken tussen de dieren

Marian Schreuder

Dierverzorger en onderwijsassistent

Aeres MBO Barneveld

Dierverzorger en onderwijsassistent Marian Schreuder woont op het terrein van Aeres MBO Barneveld. Als er met een van de 2500 dieren op de campus buiten schooltijden iets aan de hand is, is zij het aanspreekpunt. Daarom is ze praktisch altijd bereikbaar, ook midden in de nacht of in het weekend. Samen met je gezin en twee Whippets wonen en werken op de enige school met dierentuinstatus; tussen de geiten, koeien, kippen, katten en reptielen; dat klinkt als een spannend kinderboek.

tekst Janine Verschure

“Daar lijkt het soms inderdaad wel een beetje op”, lacht Marian. “Het is best avontuurlijk om hier te wonen, maar om nou te zeggen dat het een sprookje is… dat gaat wel wat ver hoor. Het werk van een dierverzorger is prachtig en hier op de campus gebeurt van alles. Maar het verzorgen van dieren is werk waarvoor je stevig met twee voeten op de grond moet staan. Als je sprookjes zoekt, kun je beter in de Efteling gaan werken.”

DIERvERzORgEnDE – EEn SOCIALE FunCTIE

“het wonen op de campus brengt niet alleen een dierverzorgende, maar ook een sociale functie met zich mee.”

In de periode van 1986 tot 1991 volgde Marian zelf de opleiding tot dierverzorger in Barneveld, en momenteel werkt ze alweer vijftien jaar op onze school. Ze begon als paardenverzorger en ging vervolgens werken in de kennel en de cattery. In 2012 haalde ze haar trimdiploma zodat ze ook de vachtverzorging van de honden en katten van Aeres Barneveld op zich kan nemen. “Natuurlijk worden de vachten van de honden en katten bij ons op school tijdens de lessen door docenten en studenten verzorgd, maar het gebeurt ook dat zo’n trimbeurt tijdens een les niet helemaal wordt afgerond. Dan ben ik degene die het ‘afmaakt’.” In 2015 was Aeres Barneveld op zoek naar iemand die op de campus kon wonen en

het aanspreekpunt zou worden bij calamiteiten en je raadt ‘m al: dat werd Marian. “Superleuk”, lacht ze. “Zeker ook omdat het wonen op de campus niet alleen een dierverzorgende -, maar ook een sociale functie met zich meebrengt. Ik ben namelijk ook het aanspreekpunt voor de studenten die hier op de campus wonen. Dat maakt het werk extra leuk en interessant.”

ÁLLE DIEREn

Als dierverzorger weet je in principe van elk dier op de campus hoe je het moet verzorgen. Maar omdat de school en het aantal dieren in de vijftien jaar dat Marjan hier nu werkt nogal gegroeid zijn, wordt er bij Aeres Barneveld in clusters gewerkt. “Ik zit nu in cluster twee”, vertelt Marian. “Dat is zijn de honden en katten, knaagdieren en konijnen, kippen en duiven. Dat zijn dus de dieren die ik samen met mijn collega’s Roos, Rob, Karin en Ilona onder mijn hoede heb. Maar buiten schooltijden ben ik aanspreekpunt voor álle dieren. Inderdaad: ook onder andere hoefdieren, vogels en koudbloedigen.”

OvER SPInnEn gESPROkEn

De dierverzorgers van Aeres Barneveld draaien – samen met de studenten – weekend- en vakantiediensten. Want natuurlijk moeten de dieren op de campus ook verzorgd worden als de school dicht is. Het schoolgebouw wordt beveiligd door een externe organisatie. Als die iets vreemds aantreffen – of denken aan te treffen –, of als er iets aan de hand is – of lijkt te zijn – dan is Marian degene die gebeld wordt. Ze vertelt: “Op een avond rond half twaalf belde een beveiliger met de mededeling dat er een vogelspin ontsnapt was in een reptielenlokaal. Ik zei nog dat dat eigenlijk niet kon, onze vogelspinnen zitten in terraria waar ze met geen mogelijkheid uit kunnen. Maar die man vertelde, met lichte paniek in zijn stem, dat-ie de vogelspin zelf gezien had. Dus ik ging kijken. Toen het reptielenlokaal inliep bleef de beveiliger op veilige afstand van de deur. ‘Hij zit bovenop die kast’, wees hij bibberig. En wat bleek: op die kast lag inderdaad iets wat op een spin leek, maar dat was een vervelling van een vogelspin. Een docent had die waarschijnlijk daar neergelegd om aan studenten te laten zien. Die beveiliger zag dat liggen, keek niet goed en was in paniek het lokaal uitgerend om mij te bellen. Daar hebben we naderhand nog wel om gelachen.”

DE HELE SCHOOL

Als we haar vragen wat het leukste aspect van haar werk is, vertelt Marian: “Eigenlijk is de hele school leuk. Het reilen en zeilen op de campus vind ik heerlijk, de sfeer, de collega’s, de studenten en natuurlijk ook de dieren. Ik kan me eigenlijk geen baan voorstellen waarin je zo veel afwisseling hebt. Soms begrijpen mensen niet waarom ik het prettig vind om op mijn werk te wonen. ‘Dan ben je toch altijd met je werk bezig?’, zeggen ze, maar ik vind het heerlijk. Ik ben een verzorgend type en vind het belangrijk dat het goed gaat

met de dieren. Laatst had een van onze katten een medische ingreep ondergaan en had extra zorg nodig. Hij lag bij te komen in een unit in de cattery met een kap op. Dan vind ik het heel prettig dat ik om elf uur ’s avonds tegen mijn zoon kan zeggen dat ik nog even bij die kat ga kijken. Of ik dat eng vind? Nee, ik ben niet zo bang aangelegd.”

InBRAAk

Natuurlijk is Marian heus weleens flink geschrokken. “Het is weleens gebeurd dat er ‘s avonds laat mensen op de campus rondliepen die er niks te zoeken hadden, of toen op een ochtend bleek dat er ingebroken was. Dat is alweer een hele tijd geleden, 2011. Ik kwam ‘s morgens het gebouw binnen en zag dat de vogelvolière open stond. Er waren tientallen vogels gestolen. Kromsnavels, zangvogels, vogels die hier al jaren waren en waar we erg aan gehecht waren: het was vreselijk. We zijn aan het zoeken gegaan op Marktplaats en andere verkoopsites, en zo hebben we nog wel een klein aantal vogels teruggevonden die te koop werden aangeboden. Kort na de inbraak was er hier in Barneveld een kleindierenmarkt en ik besloot om daar eens een kijkje te gaan nemen. Toen zag ik daar een van onze amazonepapegaaien. Ik wist zeker dat hij het was, omdat hij een stukje teen miste. Dezelfde verkoper had ook een grijze roodstaart bij zich waarvan ik zo goed als zeker was dat-ie van ons was. Ik belde mijn collega Jurre die docent vogels is en de politie. Jurre kwam samen met de politie naar de markthal, en verkoper beweerde bij hoog en bij laag dat hij de vogels op een eerlijke manier in handen had gekregen. Totdat Jurre tegen de

vogels begon te praten, en het voor de agenten overduidelijk was dat ze hem herkenden en blij waren hem te zien. We hebben de vogels mee terug naar school genomen en het was echt een fantastisch moment toen ze weer hun eigen verblijf invlogen.”

DRAMA

Als we haar vragen of er ook een minder leuk aspect is aan haar werk, zegt Marian: “Nee, dat zou ik oprecht niet weten. Maar natuurlijk zijn er wel mindere tijden geweest hier op school. De coronaperiode was vreemd, toen er geen studenten op school waren. Maar in die tijd was het wel mooi om te zien hoe de collega’s er samen toch iets moois van maakten. Toen is het team nóg hechter geworden. De vogelgriepuitbraak in 2022 was vreselijk. Toen moesten er hier op de campus zo’n 1250 kippen en watervogels geruimd worden. Ook mijn eigen kippen moesten weg. Daar was ik zo kapot van dat ik het kippenhok heb weggedaan en een tuinschuurtje heb geplaatst; ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om nieuwe kippen aan te schaffen. Ik zal nooit meer vergeten dat hier ’s morgens mannen met witte pakken en gasflessen het terrein op kwamen. Al die prachtige dieren die gedood werden, dat was vreselijk. Maar op de een of andere manier was je die dag ondanks alle emoties toch met je werk bezig. De volgende dag, toen we die lege verblijven zagen, kwam de klap pas echt. Bij mij, maar zeker ook bij alle betrokken collega’s! Als ik daaraan denk kan ik nog steeds emotioneel worden. Weet je wat het is: als dierverzorger houd je van dieren, dat kan niet anders. En dan komt het enorm hard aan als je op zo’n manier afscheid moet nemen.” ♦

Cursusoverzicht

Besluit houders van dieren

Besluit houders van dieren

Ondernemer asiel, pension, cattery en kennel

Vakbekwaam houder van herpeten

Vakbekwaam houder van honden en katten

Vakbekwaam houder van vissen

Vakbekwaam houder van vogels

Vakbekwaam houder van overige zoogdieren

Vakbekwaam houder van vleeskuikens

Dierverzorging

Dierverzorger kinderboerderijen (modulaire opleiding)

Basiscursus duiven en watervogels houden

Basiscursus geiten houden

Basiscursus kippen houden

Basiscursus koeien houden

Basiscursus konijnen en knaagdieren houden

Basiscursus paarden en pony's houden

Basiscursus schapen houden

Basiscursus varkens houden

Basiscursus volièrevogels houden

Beheerder Kinderboerderijen

Praktische dierverzorging kinderboerderijen

Klauwverzorging bij schapen en geiten

Verloskunde schaap

Proefdierverzorging

Basis + kleine & grote dieren

Module Ethiek en Wetgeving

Hondentrimmen

Module 1: Specialist vacht- en lichaamsverzorging

Module 2: Vakbekwaam Hondentrimmer

Kattentrimmen

Module 1: Specialist vacht en lichaamsverzorging

Module 2: Vakbekwaam Kattentrimmer

Gezondheidszorg

Paraveterinair dierenartsassistent

Paraveterinair dierenartsassistent - verkort

Veterinair praktijkmanager op hbo-niveau

Professionele gebitsreiniging & dentale röntgen

De spoedpatiënt: Help, er komt een spoedje aan

Help! Een kip op het spreekuur

Help! Een vogel op het spreekuur

Anesthesiologie

Anesthesie

Anesthesiologie voor hond en kat

Basiscursus medewerker dierenambulance

Fysiotherapie bij dieren

Kennismakingsdag Fysiotherapie bij dieren

Fysiotherapie bij dieren - Post-HBO opleiding

Nascholingsdag dissectie paard

Hippische sector

Horse Health Manager

Aspirant manege instructeur

Freestyle technieken

Freestyle basiscursus

Freestyle Instructeur niveau 1

Freestyle leerlijn

Blessurepreventie en management bij (sport) paarden

Bijscholing rijtechnische training paard

Hoefbekappen

Houding en zit

Houding en zit: de sleutel tot succes

Houding en zit: optimalisatie

Houding en zit: leerlijn

Paardenvoeding

Paardenvoeding 1: online basiscursus

Paardenvoeding 2

Paardenvoeding 3

Paardenvoeding 4

Paardenvoeding: leerlijn

Sportmassage paard

Sportmassage paard I: Introductie

Sportmassage II: verdieping

Sportmassage III: sportvormen

TTouch paard

TTouch paard - introductie

TTouch paard - vervolg

Gedrag

Kynologie

Kynologisch instructeur

Kynologisch gedragsbehandelaar

Kynologisch gedragstherapeut

Kattengedragstherapie

Basiskennis kattengedrag

Gedragstherapeut kat

Hondenuitlaatservice beginnen

Veehouderij en voeding

Basiscursus varkenshouderij

Basiscursus Vleeskuikenhouderij

Basiscursus Legpluimveehouderij

Algemene kennis van het productieproces

Praktische procestechnologie operators

Praktische procestechnologie voor nutritionisten

Cursus Vogelmijt

Overige cursussen

Dierenfotografie I - Basis

Dierenfotografie II - Licht en actie

Praktijkgericht hondenfokken

Praktijkgericht kattenfokken

Didactisch en pedagogisch handelen nIEuw!

ONDERSTEUN DE URINEWEGEN BEVORDER HAAR INNERLIJKE BALANS

MET ROYAL CANIN® MULTIFUNCTION URINARY S/O + BLADDER COMFORT

Goede voeding is essentieel om katten gezond en avontuurlijk te houden, en verbetert zelfs hun levenskwaliteit en levensverwachting.1

Van onze op maat ontwikkelde voedingen is klinisch bewezen dat ze de belangrijkste risicofactoren van aandoeningen aan de lagere urinewegen bij katten aanpakken, waaronder feline idiopathische cystitis (FIC).2

VOEDINGEN OP MAAT VOOR EEN ONTSPANNEN KAT URINARY

ENKEL VERKRIJGBAAR IN DE PRAKTIJK

OPLOSSEN VAN STRUVIETSTENEN

Helpt struvietstenen op te lossen (aandoening van de lagere urinewegen bij katten).

ONDERSTEUNING VAN DE HYDRATATIE

Deze voeding stimuleert het natuurlijke drinkgedrag van katten, bevordert urineverdunning en beperkt zo de verzadiging van de urine.

BLAASCOMFORT

Deze dieetvoeding bevat een combinatie van voedingsstoffen om de belangrijkste risicofactoren van aandoeningen van de lagere urinewegen bij katten aan te pakken, waaronder feline idiopathische cystitis (FIC).

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.