HERBESTEMMING VAN EEN LEERLOOIERIJ CONTRAST EN SAMENHANG TUSSEN OUD EN NIEUW AGRI KARIMI
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven
HERBESTEMMING VAN EEN LEERLOOIERIJ CONTRAST EN SAMENHANG TUSSEN OUD EN NIEUW
AGRI KARIMI INDUSTRIAL PAST AND FUTURE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
CONTRAST EN SAMENHANG TUSSEN OUD EN NIEUW | Industrial Past and Future
AUTEUR | Agri Karimi
BEGELEIDINGSCOMMISSIE | TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN prof. dr. ir. P.J.V. (Pieter) van Wesemael dr. Dipl.-Ing. H.H. (Hüsnü) Yegenoglu ir. M.W. (Marcel) Musch G.P. (Geert) Das MSc Herbestemming van een leerlooierij © 2016 Technische Universiteit Eindhoven
All Rights Reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or in any means – by electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise – without prior written permission.
INFORMATIE | ABSTRACT
A research about the contrast and the
A landscape research led to the discovery
coherence within the urban tissue of a small
of a green area that stretches from
in Mid-Brabant. Through the conversion of
North-Dongen to South-Dongen, with Het
a monumental tannery at Het Heuvelpark,
Heuvelpark being located within the middle.
this industrial area becomes a part of the
By creating a hiking trail, passers-by will get
hiking trail. As an essential element within
to opportunity to experience a wide variety
the structure of the city Dongen, the tannery
of structures. Several historical art pieces
will continue to exist, but as studio’s. It will
reminiscing to the areas industrial path, will
create a link between its original industrial
further decorate the route. The old tannery
character and residential area, both of which
will continue to exist as a hotbed for start-
appearing in its physical expression.
ups. The whole area will be consolidated with the surrounding residential areas,
Researching an ancient citadel in the
through the addition of several access
Middle-East, revealed the effects of extreme
routes that lead to the hiking park. The park
measures on a monumental structure.
is particularly designed for hikers, children,
Further research has been done on the
elderly and youngsters, resulting in a wide
traditional trade of tanners, with particular
variety of characters and activities.
attention to the historical aspects of its built environment and its context. This collected information resulted in the following research question: How can the tannery Koks, continue to be part of its context, whilst serving a different function? How can the focus on contrast en coherence between the old and new, be expressed architecturally?
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 8
INFORMATIE | SAMENVATTING
Een onderzoek naar contrast en samenhang
Een landschapsonderzoek heeft vervolgens
binnen
een
geleid tot de vondst van een groengebied
kleine stad in Midden-Brabant. Met de
het
stedelijk
dat van Noord tot Zuid Dongen loopt met
herbestemming
van
een
Het Heuvelpark in het centrum. Door
leerlooierij
Het
Heuvelpark,
op
weefsel
van
monumentale wordt
een wandelroute te creëren waarbij de
een industrieterrein onderdeel van een
wandelaar langs verschillende objecten
wandelroute. Als belangrijk element binnen
loopt met steeds een nieuwe ervaring.
de structuur van de stad Dongen, gaat de
Als
looierij in de toekomst door het leven als
daar
atelierwoningen. Het creëert een link tussen
industrieterrein. Daar waar vroeger het
industrie en wonen, met een beetje van
leerlooien plaatsvond, is nu een broeiplaats
beiden in zijn nieuwe verschijningsvorm.
voor startende ondernemers. Het gehele
verrassingselement kunstwerken
staan
afkomstig
hier
en
uit
het
gebied is één geworden met de omliggende Met een onderzoek naar de transformatie
woonwijken, door op verschillende plaatsen
van een millennia oude citadel in het
toegangspaden
Midden-Oosten, is achterhaald wat een
creëren. En het park is ingericht voor
drastische aanpak van een monument kan
wandelaars, kinderen, ouderen en jongeren.
betekenen. Verder is een onderzoek naar het
Een rustige plaats met een verscheidenheid
oude leerlooien verricht met betrekking tot
aan activiteiten en karakter.
tot
het
wandelpark
te
de historische aspecten van het gebouw en zijn omgeving. Aan
de
hand
daarvan
is
deze
architectonische opgave uitgevoerd en is de volgende hoofdvraag opgesteld; Hoe kan leerlooierij Koks met een nieuwe functie weer onderdeel gaan uitmaken van zijn omgeving? En hoe kan de architectuur daar een belangrijk onderdeel van uitmaken, met nadruk op contrast en samenhang van oud en nieuw?
9
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 10
INTRODUCTIE | REFLECTIE
Het antwoord op de onderzoeksvraag was
Door zoveel mogelijk in boeken te kijken,
niet eenvoudig te vinden. Het was een
naar voorbeelden te zoeken en met de
zoektocht naar een speld in een hooiberg,
begeleiders van gedachten te wisselen, heb
maar dan een pareltje in een groengebied.
ik een hoger niveau kunnen bereiken met het
Wat
op
ontwerp. Het eindresultaat heb ik niet meer
het eerste oog, is na nader onderzoek
aan kunnen doen dan nu gedaan is. Door
uitgegroeid
stedenbouwkundig
veel stress en hard werken heb ik in de korte
plan. Een plan met veel aspecten waar
tijd veel geleerd, en veel kunnen bereiken
rekening mee gehouden moest worden. Een
met dit project.
een
eenvoudige tot
een
opgave
leek
landschapsontwerp dat veel meer was dan alleen een groengebied rondom het gebouw
Herbestemming en restauratie is een apart
ontwerpen. Het was lastig om grip te krijgen
vak en ik ben blij dat ik dit project heb
op een gebied met dit formaat. Maar na
kunnen doen. Het originele gebouw heeft
dagen en nachten schetsen en modelleren
veel te bieden en daardoor was ik in het
is het ontwerp op papier gekomen. Een
begin geneigd naar een bescheiden ontwerp
ontwerp van groot formaat met elementen
met veel respect voor het bestaande. Maar
dat een groengebied en industrieel terrein
om meer uit het project te halen en iets te
bij elkaar brengen in een kleine stad met
doen wat normaal gesproken bijna niet
veel
Een
gebeurt, ben ik tot het uiterste gegaan. Op
landschapsontwerp was tot voor dit project
deze manier heb ik geleerd dat er meer is
onbekend terrein voor mij, omdat ik mij altijd
dan emoties dat een monumentaal gebouw
heb gericht op de architectuur. Maar het
oproept bij veel mensen. Een monumentaal
was een goede ervaring met veel nieuwe
gebouw heeft een verleden, maar ook een
inzichten, ook voor de toekomst.
heden. En hoe het is geweest, hoeft niet
cultuurhistorische
waarden.
te betekenen dat het in de toekomst ook Ik heb tijdens de begeleidingsuren veel
zo herkend moet worden. Met het thema
opgestoken
de
van contrast heb ik daarom de juiste keuze
begeleiders. Het heeft mij geholpen om
gemaakt. En zo de grens gevonden tussen
kritisch naar de oplossingen te kijken en
contrast en samenhang van oud en nieuw.
van
de
feedback
van
voor mijzelf overwegingen te maken die ik normaal niet snel zou doen. Het werkproces die ik gehanteerd heb tijdens dit project was een intensieve, maar ook effectieve aanpak. Iedere week proberen er zoveel mogelijk druk achter te zetten en met iets nieuws te komen.
11
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 12
INTRODUCTIE | DANKWOORD
Bij deze wil ik graag mijn dank betuigen aan de begeleidingscommissie van het afstudeeratelier; prof.dr.ir. P.J.V. (Pieter) van Wesemael, dr. Dipl.-Ing. H.H. (Hüsnü) Yegenoglu, ir. M.W. (Marcel) Musch, G.P. (Geert) Das MSc. Voor de begeleiding en vertrouwen tijdens deze architectonische opgave. Zij hebben mij de vrijheid gegeven om een persoonlijk project op te stellen met de nodige sturing. Dankzij hun kennis, geduld en kritische vragen ben ik geïnspireerd om in een korte tijd, zoveel mogelijk uit dit project te halen.
13
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 14
HERBESTEMMING VAN EEN LEERLOOIERIJ | INHOUD
Informatie | Samenvatting
09
Informatie | Reflectie
11
Introductie | Dankwoord
13
Introductie | Herbestemming
16
Vooronderzoek | Casestudies
18
Vooronderzoek | Typologie van de leerlooierijen
20
Vooronderzoek | Citadel Erbil
24
Vooronderzoek | Conclusie
31
Architectonische opgave | Onderzoeksvraag
32
Masterplan | De stad Dongen
34
Masterplan | Het groengebied
38
Masterplan | Mogelijkheden voor Het Heuvelpark
46
Masterplan | Landschapsontwerp
50
Architectuur | Monumentale pand
66
Architectuur | Oud en nieuw
70
Architectuur | Morfologie
72
Architectuur | Constructieve opbouw
74
Architectuur | Gevelafwerking
78
Architectuur | Gevelgrid en gevelopeningen nieuwe volume
79
Architectuur | Verkeersruimten
84
Architectuur | Atelierwoningen
88
Architectuur | Gevels & plattegronden
94
Architectuur | Doorsnede
102
Architectuur | Bouwtechnische knooppunten
104
Informatie | Conclusie
110
Eindproduct | visualisatie & maquette
112
Referentie | Informatiebronnen
122
Referentie | Afbeeldingen
124
15
INTRODUCTIE | HERBESTEMMING
De aanpak van een monumentale pand
Onder een restauratie valt juist wanneer
Maar dan komt de vraag, wat denk ik
kan
men
verschillende
kanten
opgaan.
Het
een
over herbestemmen? En hoe ver wil ik
kan herbestemd, gerestaureerd of in de
bouwwerk, zodat de toestand waarin het
een monumentaal gebouw aanpassen en
extreme
aantasten?
aan
De
zich voor de restauratie op een bepaald ogenblik bevond zo dicht mogelijk wordt
waarin het monument verkeerd. Een pure
benaderd. Wanneer er geen rekening wordt
In eerste instantie gaat mijn voorkeur uit
herbestemming zonder enige verandering
gehouden met de historische context wordt
naar een meer drastische aanpak, om te
is dan ook vaak uitgesloten, waar een
‘renoveren’ gebruikt. En bij het aanbrengen
zien of het bestaande gebouw nog tot
restauratie met een nieuwe functie meestal
van verandering zonder enige aantasting
zijn recht komt na een herbestemming.
wordt geprefereerd. Wanneer een architect
van het bouwwerk, gebruikt men de term
Dus met een functieverandering wil ik niet
tot het uiterste gaat en het gebouw een
‘behoud’.
alleen het originele gebouw aanpassen
nieuwe identiteit wil geven kiest hij voor een
Transformatie
het
voor de behoeften van de nieuwe functie.
transformatie.
omvormen of veranderen van gedaante,
Maar juist een functie zoeken dat binnen de
duidelijkheid
te
worden.
aanbrengt
keuze ligt vaak aan de bouwkundige staat
Om
getransformeerd
verandering
krijgen
over
de
daar
en
tegen
is
waarbij de vorm overgaat in een andere
context van het gebouw en zijn omgeving
verschillende aanpakken en wat erbij komt
vorm.
past. Daarvoor is onderzoek nodig geweest
kijken, is het noodzakelijk om de termen
de
herbestemmen, restauratie en transformatie
bijvoorbeeld de toepassing van een nieuwe
van het bestaande gebouw. Met in het
duidelijk te definiëren.
gevel of het toevoegen van nieuwbouw ‘op,
achterhoofd dat ik tot het uiterste wil gaan
in en/of naast’ het gebouw.
met het creëren van een modern gebouw,
Bij
een
uiterlijke
transformatie
verandert
verschijningsvorm
door
Zoals gezegd is herbestemmen een pure
naar
de
historie
en
toekomstplannen
met een monumentaal karakter. Daarom
verandering van de functie. Herbestemmen
Herbestemmen is dus het geven van en
is voorafgaand aan het architectonische
is een term zonder specifieke uitleg, maar
nieuwe functie aan een bestaand pand
ontwerpopgave een vooronderzoek verricht
het woord bestemmen heeft dat duidelijk
terwijl transformatie ook het uiterlijk van
naar hoe het gebouw voorheen gebruikt
wel.
bepalen
het gebouw kan veranderen. Transformatie
is en hoe de toekomstplannen eruitzien
of bedoelen’. Het bestemmen van een
Dat
betekent
laat het ook toe om eventuele toevoegingen
volgens de huidige eigenaar.
gebouw is dus het bepalen waarvoor
aan het gebouw te doen, of het slopen van
deze dient. Daaruit kan afgeleid worden
bepaalde bouwdelen.
dat bij herbestemmen opnieuw bepaald
Ondanks dat bij beide ingrepen de levensduur
wordt waarvoor een gebouw dient. Een
van het bestaande gebouw verlengd wordt,
voorbeeld
is
daarvan
‘aanwijzen,
is
een
bestaande
voor
de
financiële
haalbaarheid
of
fabriek herbestemmen tot kantoorgebouw.
maatschappelijk draagvlak nodig om iets
Het
desbetreffende
dan
extra te doen. In dit architectuur project
nieuwe
spelen deze factoren geen rol en zijn de
functie te huisvesten. Maar de uiterlijke
beste keuzes gemaakt om een ontwerp te
verschijningsvorm blijft vrijwel ongewijzigd.
realiseren dat van hoge architectonische
aangepast
te
gebouw
worden
om
dient de
waarde is.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 16
17
VOORONDERZOEK | CASESTUDIES
Een architectonische ontwerpopgave heeft ook nu een vooronderzoek nodig. Om te achterhalen of de visie die je vooraf als ontwerper in gedachten hebt, ook een is dat bij het onderwerp past. En vooral of de opgave op deze manier uitgevoerd kan worden en het best mogelijke resultaat kan bereiken. Daarvoor
is
een
tweetal
casestudies
gekozen om ten eerste een monumentaal en industrieel gebouw te kiezen voor de
uiteindelijke
architectonische
ontwerpopgave. Ten tweede om een kijk te nemen in de wereld van het herbestemmen en transformeren met een goed voorbeeld van drastische aanpak van een monument. De eerste casestudie is gericht op de typologie van de leerlooierijen met daarbij de historische achtergrond van het leerlooien. En de andere is gericht op de aanpak van een leegstaande, millennia oude citadel in het Midden-Oosten, genaamd ‘Citadel Arbil’. Betreft het vooronderzoek is in dit verslag enkel de
een
samenvatting
benodigde
stukken
gegeven om
u
een
met zo
goed mogelijk beeld te geven van de bevindingen. Bij interesse voor de complete vooronderzoeken wil ik u verwijzen naar een tweetal documenten, het atelierboek ‘Industrial past and future’ en een essay ‘Het ontstaan van een cultuurhistorisch bewustzijn’ van Citadel Arbil.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 18
19
VOORONDERZOEK | TYPOLOGIE VAN DE LEERLOOIERIJEN
Met
het
afstudeeratelier
is
uitgebreid
onderzoek gedaan naar de verschillende industrieën in Noord-Brabant. Daarbij zijn de industriële gebouwen binnen al die sectoren onderzocht op het gebruik, om de typische karakters te achterhalen. De lederindustrie is het onderdeel dat ik heb uitgevoerd, waarbij de typologie van de leerlooierijen duidelijk naar voren is gekomen. Het onderzoek naar het leerlooien heeft veel informatie over de historie en het heden opgeleverd. Van het ontstaan tot de verandering in het werkproces, van het buitenwerk tot de kleine looierijen in de achtertuin. Om uiteindelijk bij de grootschalige
leerlooierijen
terecht
te
komen met zijn typologie en gebruik. Es
is
veel
veranderd
sinds
het
ontstaan van dit beroep. Van slechte arbeidsomstandigheden zijn we nu bij grote, gemechaniseerde lederfabrieken. Het soort werk, het type en kwaliteit leer en de gebouwen, allemaal gemoderniseerd. In dit verslag ziet u een korte samenvatting van het totale onderzoek en hier wordt de focus gericht op de typologie van de leerlooierij. Met in het bijzonder een van de laatste, grootschalige en leegstaande looierijen in Brabant, dat representatief is voor de typologie van de andere onderzochte gebouwen.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 20
afb. 1, rechts: schaal vergroting leerlooierijen
ECCO
21
VOORONDERZOEK | TYPOLOGIE VAN DE LEERLOOIERIJEN
Deze looierij is gevestigd in Dongen, een
werden geopend voor massaproductie. En
kleine stad in Midden-Brabant. Het is
bij al de verschillende schalen, van klein
gebouwd in het jaar 1900 en benoemd
tot groot, zijn de kenmerken hetzelfde.
tot monument om zijn cultuurhistorische
Daarom zijn de typische kenmerken van
belang
gebouw Koks representatief voor elk ander
als
uitdrukking
van
de
sociaaleconomische ontwikkeling van de
leerlooierij.
NEDERLAND
Dongen
Langstraat, waar de leerlooiers voornamelijk gevestigd waren. Het is een goed voorbeeld
DUI
Noord Brabant
van de typologische ontwikkeling en de schaalvergroting van de looierijcomplexen dat begon aan het eind van de negentiende eeuw. Het belang van zijn ligging naast de rivier De Donge draagt het complex als
BELGIË
geheel bij aan het aanzien van de streek. e
De
Het zijn voornamelijk de karakteristieke
ng Do
elementen die toegepast zijn voor het praktische
gebruik
die
het
gebouw
definiëren. Deze kenmerken zijn fysiek waarneembaar,
maar
zijn
alleen
te
herkennen met achtergrondinformatie over
Industrieterrein
Wilh
elm
het lederproces.
inak
ana
al
Het maakproces van leder was vroeger geen machinaal gebeuren. Al het werk werd in de buitenlucht uitgevoerd tot dat op
e
ng
een gegeven moment het werk uitgroeide
De
Do
tot een echt vakwerk. Vanaf dat moment werden de leerlooierijen gemaakt om het proces efficiënter te laten lopen. Het begon met kleine houten schuren en met meer financiële draagkracht groeide het formaat van de gebouwen. Tot uiteindelijk ook de looierij te klein werd en de looiersfabrieken
Industrieterrein
Wilh
elm
inak
ana
al
afb. 2, links boven: situering Dongen afb. 3, links midden: kaart Dongen 2015 afb. 4, links onder: kaart Dongen 1950 AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 22
afb. 5, rechts boven: looierij Koks , gevelafwerking hout op boven verdieping afb. 6, rechts midden: looierij Koks, houten vertilatie luiken afb. 7, rechts onder: verticale transport luiken
De kenmerken zijn op een eenvoudige
De huiden gingen naar binnen en werden
manier,
daar per verdieping verwerkt tot een stuk
met
enkele
schematische
tekeningen uit te leggen.
huid.
Het eerste is de constructieve opbouw
monumentale elementen van het gebouw
van het gebouw waar de eerste twee
definiĂŤren de werking van het gebouw. Deze
verdiepingen uit metselwerk bestaan, dat
kenmerken zijn in de gevels zichtbaar en
doorloopt in de bovenste verdiepingen van
zijn van belang voor de typologie van de
de kopgevels. Het metselwerk dient als
leerlooierij om behouden te blijven. Wanneer
draagconstructie voor het gebouw.
drastische maatregelen worden genomen
De tweede is de houten gevelafwerking
en de gevels worden aangetast zal het
van de langs gevels, die zijn opgebouwd
gebouw minder herkenbaar worden als een
uit horizontale houten delen. De houten
oud looiersgebouw. Daarom is het belangrijk
delen zijn individueel te kantelen en kunnen
dat de meest karakteristieke elementen
geopend worden voor ventilatie van de
herkenbaar blijven.
De
belangrijkste
kenmerken
en
binnenruimte. De ruimten achter de houten gevels werden gebruikt als droogruimte
Om een stadpunt in te nemen over de
waar het leder opgehangen werd. En achter
aanpak bij een herbestemming van een
de bakstenen muren op de eerste twee
monumentaal pand met cultuurhistorische
vloeren waren de natte ruimten geplaats
waarden, is verder onderzoek nodig. Dat
voor het vervaardigen en wassen van de
onderzoek zal in het volgende hoofdstuk
huiden.
behandeld worden met de bevindingen.
Het derde kenmerkende element zijn de grote houten deuren op de voorgevel, die dienden voor de verticale transport van de goederen. Met een katrol aan de bovenzijde van
de
voorgevel
werden
bijvoorbeeld
de huiden opgehesen om de arbeid te verlichten. Met al de voorheen benoemde kenmerken zijn de belangrijkste aspecten van de typologie van de looierij weergegeven. Uit deze bevindingen kan afgeleid worden dat een looierij werkte als een machine.
23
VOORONDERZOEK | CITADEL ERBIL
Een fascinatie voor cultuur en historie
wordt, geconserveerd en verbeterd wordt,
buitenmuren. De citadel moet gaan fungeren
heeft mij gebracht naar een gebied in het
opnieuw bevolkt wordt en gerevitaliseerd
als een museum, waarin de historische
Midden-Oosten, waar een millennia oude
wordt. De commissie, Het HCECR (High
karakteristieke kenmerken van de langst
citadel gevestigd is. In het Noorden van
Commission for Erbil Citadel Revitalization),
bewoonde plek op aarde kunnen worden
Irak is het Koerdisch Regionaal gebied
werkte van begin af aan nauw samen met
bewonderd. Dus een openbare, toeristische
gevestigd met in het centrum Citadel
UNESCO. Zij hebben een overeenkomst
plek dat ook publiek aantrekt van ver voorbij
Arbil, in de gelijknamige hoofdstad Arbil.
met het doel om de citadel te revitaliseren.
de regio. Dat resulteert in een toeristische
Het object is een van de langst bewoonde
De volledige plannen zijn in een driedelig
en economische impuls voor de moderne
plaatsen op aarde. Een stedenbouwkundig
rapport
stad Arbil en een van de oudste steden in de
complex van meer dan elf hectare groot,
een behoud en herstel masterplan, een
wereld is van een ondergang gered.
gebouwd op een archeologische heuvel van
Management plan voor de citadel en een
Maar de revitalisatie houdt meer in dan
30 meter hoog. Het is ontstaan als gevolg
set van stedenbouwkundige richtlijnen voor
alleen een conservering van het bestaande
van
millennia
de bufferzone van de citadel. Daarnaast
met een restauratie. In het geval van
oude historische lagen van verschillende
zijn de rapporten aangevuld met studies en
Citadel Arbil houdt het in dat de originele
beschavingen.
referenties
analyses naar verschillende aspecten van
architectuur weer zichtbaar wordt gemaakt.
naar de historie van de citadel wijzen op
de citadel. Zoals de immateriële waarde
Er zijn daarbij historische elementen die
beschavingen
en
de typische architectuur van het gebouw
een
opeenstapeling De
van
oudste
van
voor
de
Assyrische
vastgelegd
gedetailleerde
dat
bestaat
architectonische
uit:
en
en Babylonische tijden, oftewel het oude
stedenbouwkundige karakteristieken.
weergeven. Deze dienen dan ook behouden
Mesopotamië. Binnen de muren van de
Al de bevindingen zijn vastgelegd in het
te blijven.
citadel is de bebouwing hoogstens enkele
rapport en van daaruit zijn de plannen
honderden
oorlogen,
uitgevoerd door vakkundige bedrijven, onder
vernielingen en plunderingen is van de
leiding van het HCECR en onder deskundig
originele bebouwing weinig tot niets meer
toezicht van UNESCO.
jaren
oud.
Door
over. En ondanks al de cultuurhistorische waarde is de citadel pas in 2014 op de
Voordat de revitalisatie plannen van de
UNESCO Wereld Erfgoed lijst gekomen. En
citadel begonnen, was er in die regio weinig
dit door toedoen van politieke invloeden
tot geen bewustzijn van cultuurhistorische
in de laatste jaren, waarbij het Koerdische
waarden
cultuur en de historische architectuur van
historische objecten. Het werd allemaal
de regio moet worden veiliggesteld. En
niet gewaardeerd zoals in de Westerse
vooral de continue bewoning van de citadel
samenleving wel het geval is. Met Citadel
moet voortleven.
Arbil wilde de Koerdische regering het
Om alles te garanderen is een commissie
verleden koesteren en de levende historie
in het leven geroepen in het jaar 2007. Zij
voorzetten met een nieuwe gebruiksfunctie.
zijn verantwoordelijk voor het garanderen
De
dat deze eeuwenoude historische erfgoed
voor ogen had betreft de citadel, was
wetenschappelijk en systematisch verkend
een revitalisatie van de bebouwing en de
van
monumentale
toekomstplannen
die
het
en
HCECR
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 24
afb. 8, rechts boven: situering Arbil afb. 9, rechts onder: luchtfoto van Citadel Arbil
ARBIL
Kurdistan Regional Government
IRAK
25
VOORONDERZOEK | CITADEL ERBIL
Een duidelijk voorbeeld van de restauratie
in het nieuwe ontwerp, om een verwijzing
en revitalisatie is een van de woningen aan
te maken naar de originele elementen die
de buitenmuren van de citadel. Dit is een
dit ontwerp mogelijk hebben gemaakt. Het
van de woningen die op de urgentielijst
stucwerk was niet origineel en is volledig
stond, omdat het vrijwel onomkeerbaar en
weggehaald en vervangen door metselwerk
onherkenbaar vervallen was. Men dacht dat
zoals de rest van de wanden. De buitenmuren
het onmogelijk was om het te reconstrueren
van de citadel (dat ook onderdeel is van deze
en
laten
woning), is gereconstrueerd en verstevigd,
herleven. Toch is het de HCECR gelukt om
de
historische
elementen
te
omdat het op instorten stond door de vele
geschikte professionals te vinden voor het
scheuren in het metselwerk. Verder zijn de
ontwerp en de reconstructie. Het ontwerp is
overbodige openingen die gecreëerd waren
gemaakt door ‘the Centre for Conservation
dicht gemetseld, om praktische gebruik van
& Preservation of Islamic Architecture
de binnenruimtes mogelijk te maken.
Heritage’ uit Caïro-Egypte. Deze woning heeft een binnenplaats dat aansluit op een smalle steeg, waardoor het vervallen gedeelte van de woning niet snel op viel. Zoals op de foto’s te zien is, is de helft van de woning compleet ingestort. Dat deel was ook zichtbaar vanuit buiten de muren van de citadel. In de andere helft waren elementen van de oorspronkelijke architectuur nog zichtbaar. Die vormen en materialen zijn uit dat deel gekopieerd om de complete woning te reconstrueren. In de overstekende dakranden is staal gebruikt voor de constructie. Die constructie is doorgezet in de trap en de andere nieuwe dakranden. Het staal is ook zichtbaar gelaten
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 26
afb. 10, rechts boven: buitenmuur van Citadel Arbil (voor de revitalisatie) afb. 11, rechts onder: buitenmuur van Citadel Arbil (na de revitalisatie)
27
VOORONDERZOEK | CITADEL ERBIL
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 28
afb. 12, links boven: woning in Citadel Arbil (voor de revitalisatie) afb. 13, links onder: woning Citadel Arbil (na de revitalisatie)
afb. 14, rechts boven: woning in Citadel Arbil (voor de revitalisatie) afb. 15, rechts onder: woning Citadel Arbil (na de revitalisatie)
29
VOORONDERZOEK | CITADEL ERBIL
De reconstructie is een restauratie te noemen met een drastische aanpak van het herstellen van de originele elementen. Daarbij is er alles aangedaan om zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke te komen en de historie weer te laten herleven. En vervolgens is de gebruiksfunctie veranderd, waardoor een herbestemming een feit is. Overigens is er geen verandering aan de
bebouwing
toegebracht,
waardoor
van een transformatie geen sprake is. De materialisering is hetzelfde gebleven, maar dan met een nieuwe uitstraling. Beter te zeggen, is alles hersteld en lijkt het een nieuwbouwproject met een oude uitstraling. Nu het vooronderzoek is behandeld kan er een duidelijk standpunt worden ingenomen over de denkwijze en aanpak van het monumentale looierij ‘Koks’.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 30
VOORONDERZOEK | CONCLUSIE
Nu eerst een terugblik naar waar we het
een drastische aanpak van herstel of sloop
hadden over het principe ‘herbestemming’.
noodzakelijk is.
We
zeiden
dat
de
aanpak
van
een
monumentaal object verschillende kanten
Om al die redenen wil ik het uiterste uit
op kan gaan. Het heeft te maken met de
deze opgave halen en een verwaarloosde
staat van het object, maar zeker ook met
gebouw weer onderdeel laten uitmaken van
wat de ontwerper en/of de eigenaar wil
zijn omgeving. Weer belangrijk maken zoals
bereiken.
de leerlooierij was voor de samenleving.
Uit het vooronderzoek is gebleken dat
Met die beredenering is gezocht naar
buiten een herbestemming, restauratie en
een onderzoeksvraag dat past bij mijn
transformatie, ook een revitalisatie bestaat
gedachten en visie over herbestemmen.
waarbij een nieuwe gebruiksfunctie wordt
In het volgende hoofdstuk leest u de
geïntroduceerd. Iets wat we in Nederland
formulering van deze hoofdvraag en daarna
weinig tot niet tegen komen. Het kan komen
volgt de architectonische uitwerking.
doordat gebouwen hier niet enkele millennia oud zijn. Maar het kan ook komen doordat de aanpak dat bij de Citadel Arbil is uitgevoerd in Nederland niet gebruikelijk is. Om iets te doen wat niet vaak gebeurt en een stap verder te gaan dan een restauratie en
herbestemming,
aanpak
nodig.
is
een
Leerlooierij
drastische Koks
is
in
deze architectonische opgave naar voren gekomen, omdat het een van de laatste is uit zijn soort. Het is een gebouw met veel cultuurhistorische achtergrond en wordt als zodanig erkend door historici, maar ook door andere geïnteresseerden. De typologie van het gebouw heeft veel beperkingen, waardoor het een interessante opgave kan zijn in de uitwerking op architectonisch vlak. En de bouwkundige staat van het gebouw laat veel te wensen over, waardoor
31
ARCHITECTONISCHE OPGAVE | ONDERZOEKSVRAAG
De
visie
en
gedachtegang
over
De onderzoeksvragen die in het vervolg
herbestemmen en de aanpak van leerlooierij
van
dit
verslag
Koks is gevormd. Het vooronderzoek naar
met
een
architectonische
het oude leerlooien heeft enkele belangrijke
herbestemming en transformatie zijn als
aspecten van de leerlooierijen aan het licht
volgt:
worden
beantwoord opgave
van
gebracht. Het leerlooien was tot het einde van de vorige eeuw een belangrijk bestaan
Hoe kan leerlooierij Koks met een nieuwe
voor de inwoners van Dongen en omgeving.
functie weer onderdeel gaan uitmaken van
Het is gebleken dat het leerlooien uiteindelijk
zijn omgeving? En hoe kan de architectuur
uit de steden verdwenen is, waardoor
daar een belangrijk onderdeel van uitmaken,
de leerlooierijen leegkwamen te staan.
met nadruk op contrast en samenhang van
Sommige gebouwen zijn weer gebruikt
oud en nieuw?
voor een nieuwe, andere functie. Door de typologie van de leerlooierijen zijn de meeste
Sub-vragen:
gebouwen getransformeerd tot woningen.
Wat is de meest geschikte functie voor
Maar dat betekend dat de leerlooierij
deze
niet een belangrijk punt wordt van de
landschapsontwerp?
leerlooierij
binnen
het
nieuwe
samenleving, maar alleen voor de gebruiker een betekenis en waarde heeft. Sommige
Hoe kan het gebouw weer een belangrijk
looierijen zijn niet eens meer herkenbaar als
onderdeel worden binnen het stedelijk
oud-looierij gebouw door de transformatie
weefsel?
tot de nieuwe bestemming. Daarom moet Looierij ‘Koks’ niet hetzelfde lot ondergaan. Als onderdeel van Het Heuvelpark moet het gebied weer een bruisend bestaan worden. In de belangstelling komen te staan van zijn omgeving en geen tussengebied meer zijn zoals het nu is.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 32
33
MASTERPLAN | DE STAD DONGEN
We beginnen deze architectonische opgave
Van
met een verkenning van de locatie en
verzorgingshuizen voor ouderen, een groot
formulering van het masterplan.
antikraak complex en enkele groengebieden
De locatie van het object ligt in Dongen, een
als het oude wandelpark aan de rand van de
kleine stad in Midden-Brabant (Zuidwest-
stad. En natuurlijk niet te vergeten het oude
Nederland).
centrum binnen het grote winkelcentrum.
Het
heeft
een
industrieel
karakter, waar rond de 19e eeuw de leerindustrie in opkomst was. Tegenwoordig is het industrieterrein gescheiden van het woongebied door het Wilhelminakanaal. Het deel dat nog op zijn oorspronkelijke plaats gevestigd is, is Het Heuvelpark. De rest van de stad heeft een dorpsgevoel met veel variatie in de bebouwing en monumentale centrum
wordt
gebouwen.
Het
gekenmerkt
door
enkele
grote
complexen
met
Legenda Heuvelpark terrein Centrum Looiersplein Park Ouderenzorg Industrie Sport Gemeente Dongen De Bergen (Wandelpark) De Donge rivier en Kanaal Hoofdwegen (door het dorp heen) Antikraak wonen
oude het
oude looiersplein waar tegenwoordig het
Schaal
1:10000
winkelcentrum van de stad is gevestigd. De belangrijkste hoofdwegen komen vanuit het Noorden en westen en komen bij een in het centrum aan de Oostzijde. Deze wegen zijn van oorsprong al belangrijke aanvoerwegen geweest in het stedelijk structuur. De Hoge Ham was hierbij de belangrijkste weg voor de leerlooierij. Op die weg zijn nog de oude looierijen aanwezig, weliswaar met een nieuwe functie maar herkenbaar. De complete structuur van de stad wordt gekenmerkt door de rivier de Donge en het kanaal. De Donge loopt door een groot groengebied met een sportpark en een dichtbegroeid wandelpark. Aan de Westzijde van het park zijn geen bijzondere gebieden te vinden, behalve enkele woonwijken en kleinere winkelcentra. Aan de Oostzijde daarentegen is een variatie aan functies.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 34
afb. 16, rechts boven: kaart van Dongen - variatie vangebieden afb. 17, rechts onder: luchtfoto van Dongen (Het Heuvelpark centraal)
MASTERPLAN | DE STAD DONGEN
L
35
MASTERPLAN | DE STAD DONGEN
Het hele gebied inclusief de stad wordt gekenmerkt
door
het
groengebied
dat
vanaf de Hoge ham in het Noorden naar de sportparken in het Zuiden loopt. En de Donge verstrekt dit gebied als een krommende lijn langs dit groengebied. In het centrum van dit groengebied is ook Het Heuvelpark gesitueerd. Maar deze is een afgebakend stuk groen tussen de woonwijken en het groengebied. Daarom is het interessant om dit groengebied dat door Dongen loopt beter te onderzoeken. En op zoek te gaan naar de potenties en mogelijke aanknopingspunten met Het Heuvelpark.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 36
afb. 18, links boven: het looiersplein afb. 19, links onder: standbeeld van looier op het looiersplein
37
MASTERPLAN | HET GROENGEBIED
Zoals gezegd moet het groengebied dat duidelijk zichtbaar is in de structuur van de stad beter onder de loep worden genomen. En hoe kan dit beter gedaan worden dan vanuit de lucht. Door een opname tot 200 meter hoog is heel de stad in beeld genomen met Het Heuvelpark in het centrum. Met deze beelden is duidelijk de structuur van de stad te zien, waarbij het groengebied en het water de verschillende gebieden van elkaar scheiden. De bebouwing is voornamelijk laag met enkele uitzonderingen zoals de kerk en een aantal flatgebouwen. In het groengebied dat begint in het Noorden en stopt bij Het Heuvelpark is veel hoge beplanting. En het sportpark langs het kanaal is een grasvlakte met sportfaciliteiten. Het groengebied is een soort wandelpark met enkele looppaden die stoppen bij Het Heuvelpark. Daar is een bos met hoge bomen dat Het Heuvelpark afbakent van zijn omgeving en niet vrij toegankelijk is voor omwonenden.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 38
afb. 20, rechts boven: luchtfoto Noordzijde groengebied Dongen afb. 21, rechts onder: luchtfoto Noord-Oostzijde groengebied Dongen
MASTERPLAN | HET GROENGEBIED
39
MASTERPLAN | HET GROENGEBIED
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 40
afb. 22, links boven: luchtfoto Zuid-Westzijde groengebied Dongen afb. 23, links onder: luchtfoto Noord-Oostzijde groengebied Dongen
MASTERPLAN | HET GROENGEBIED
afb. 24, rechts boven: luchtfoto Zuid-Oostzijde groengebied Dongen afb. 25, rechts onder: luchtfoto gehele groengebied Dongen & Het Heuvelpark
41
MASTERPLAN | HET GROENGEBIED
Als we kijken naar de bestaande structuur binnen het wandelpark, is te zien dat de autowegen
de
looppaden
doorbreken.
Daardoor is het groengebied gesplitst in enkele kleinere delen die bereikt kunnen worden vanuit alle richtingen. Maar de verbinding tussen het groengebied in het Noorden en sportvelden in het Zuiden
bestaande looppaden door het groengebied
zijn door Het Heuvelpark onderbroken als een tussengebied met een totaal andere karakter. De Donge en het wilhelminakanaal zijn belangrijke elementen in de structurering van Dongen. De hoofdwegen lopen parallel aan de Donge en verdelen zo het groengebied. Het kanaal is een scheidingselement tussen het industrieterrein en woongebied. Het park is omsloten door bebouwing met slechts enkele toegangspaden.
wegenstructuur en het groengebied
bebouwing en het groengebied
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 42
afb. 26, rechts: axonometrie van de structuur van centraal-Dongen
43
MASTERPLAN | HET GROENGEBIED
Als we nu de onderzoeksvraag erbij halen, zien we dat er in de huidige situatie geen connecties
mogelijk
zijn
tussen
Het
Heuvelpark en zijn directe omgeving. Er zal een verandering moeten komen in de structuur en verbindingen van het gebied als looierij Koks in zijn nieuwe bestemming een belangrijk deel moet uitmaken van zijn omgeving. Daarom kijken we eerst naar de mogelijkheden met Het Heuvelpark terrein en zoeken naar een geschikte herbestemming voor looierij Koks. Aan de hand daarvan wordt vervolgens een landschapsontwerp gemaakt met Het Heuvelpark als belangrijk element.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 44
afb. 27, rechts: wegenstructuur rondom de groenstrook met de bestaande connecties
45
MASTERPLAN | MOGELIJKHEDEN VOOR HET HEUVELPARK
Het
aanknopingspunt
dat
voorheen
gevonden is tussen het groengebied en Het Heuvelpark, kan een connectie creëren met de overige gebieden. Het Heuvelpark zelf heeft een industrieel karakter, maar heeft als functie om verschillende werkruimten te verhuren aan meer dan 50 startende bedrijven. Maar omdat het een gebied is dat is afgeschermd van de rest van de stad, is de functie nog niet algemeen bekend bij bedrijven. In de huidige situatie weten de omwonenden ook niet allemaal wat daar gebeurt en mogelijk is. De gebouwen op het terrein zijn allemaal verouderd en toe aan een restauratie of in het ergste geval klaar voor de sloop. De bouwwerken zijn allemaal monumenten en moeten in de huidige context blijven werken zoals de eigenaar het voor ogen heeft. En het industriële karakter van het terrein wordt in stand gehouden doordat een deel van de gebouwen nog werkzaam is als looierij waar halffabricaten worden geproduceerd op kleine schaal. Als
Legenda Het Heuvelpark terrein Leerlooierij ‘Koks’ - leegstaand
verder wordt gekeken dan de bestaande
Leerlooierij ‘van Assum’ - leegstaand
plannen van de eigenaar, zou het gebied
Leerlooierij half fabrikaten - in gebruik
een onderdeel kunnen worden van het
Werkruimte startende bedrijven- verhuur
groengebied. De eigenaar heeft plannen
Schuur en overkappingen
om de twee oud looierijen op het terrein te
A�akening Heuvelpark met beplan�ng
restaureren en als onderdeel van de rest te
Tuin tbv ouderen-zorginstelling
verhuren. Maar verder dan die plannen is het nog niet gekomen.
Park / groengebied Aanvoerweg naar Heuvelpark Rivier De Donge Overige func�es
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 46
afb. 28, links boven: functiekaart van Het Heuvelpark afb. 29, rechts boven: luchtfoto van Het Heuvelpark afb. 30, rechts onder: luchtfoto van zuidzijde van Het Heuvelpark
MASTERPLAN | MOGELIJKHEDEN VOOR HET HEUVELPARK
47
MASTERPLAN | MOGELIJKHEDEN VOOR HET HEUVELPARK
Om een directe link te maken tussen
Met het Koks gebouw als toegangspunt
de huidige functies op het terrein en de
tot Het Heuvelpark vanuit de hoofdweg
functies van de leegstaande gebouwen
is een herbestemming tot kantoorruimte
en het groengebied, is een deels openbare
met woningen voor de huurder het meest
functie nodig. Op die manier is het terrein
voor de hand liggend. Het terrein wordt
deels toegankelijk en veranderd de huidige
daarmee direct geïntroduceerd en dient het
functie niet. Op en om het terrein moeten
gebouw als visitekaartje. De nieuwe functie
een aantal nieuwe functies komen om aan
van de andere leegstaande looierij kan dan
te sluiten op het wandelpark en tegelijkertijd
gebruikt worden om de horecagelegenheid
op de context van het terrein.
te huisvesten. Omdat deze op de bovenste
De functie van werkruimten voor ontwerpers
verdieping van een van de looierijen komt, is
en beginnende bedrijven op het terrein zou
vanuit deze ruimte een link met het gebied
een publieke deel kunnen gebruiken om het
op een ander level.
geproduceerde werk tentoon te stellen. Deze zouden dan op een openbare plek in het park
Al
gesitueerd kunnen worden om publiek te
landschapsontwerp bij elkaar gebracht en
trekken. Verder vraagt het industriële terrein
uitgewerkt. Met delen van het bestaande
om meer aandacht en bezichtiging. En
structuur
omdat deze dan openbaar wordt gemaakt
enkele nieuwe elementen zijn toegevoegd
met de aansluiting op het wandelpark,
aan de omgeving om het gebied tot een
is een horecagelegenheid in een van de
samenwerkend geheel te maken.
deze
elementen
veranderd
of
zijn
in
verwijderd.
een
En
leegstaande looierijen een goede optie. Zo is het industriële karakter van binnen en buiten te beleven. En een link met het woongebied rondom het park en het terrein kan op symbolische wijze gelegd worden, waarbij een referentie naar het bestaande en de nieuwe functie de gebieden dichter bij elkaar kan brengen. In de vorm van herbestemming tot woningen en werkruimten is de link met beide gebieden gelegd. Op deze manier blijft de functie van looierij Koks gehandhaafd en is het terrein op ieder tijdstip in gebruik, wat ten gunste is van een levendige omgeving. De nieuwe functies moeten alleen nog op de juiste en beste locatie komen.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 48
afb. 31, rechts boven: luchtfoto van looierij Koks afb. 32, rechts onder: foto van noordzijde van Het Heuvelpark
MASTERPLAN | MOGELIJKHEDEN VOOR HET HEUVELPARK
49
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
Als voorbeeld voor dit ontwerp zijn een aantal wandelparken bezocht en onderzocht. Het Stadswandelpark in Eindhoven is er een die het beste bij de plannen paste. Met een rustige wandelroute, veel groen maar toch veel zonlicht toetreding en hier
en
daar
een
kunstwerk
dat
het
gebied meer aankleedt. En een enkele verrassingselementen
in
de
vorm
van
gebouwen die steeds achter de hoge bomen tevoorschijn komen. Dit wandelpark is een drukbezocht gebied in alle weersomstandigheden. Voor zonnende mensen tot wandelaars en ouderen die rust zoeken.
AFSTUDEERATELIER
afb. 33, links: stadswandelpark Eindhoven (inspiratiebron)
‘Industrial Past and Future’
afb. 34, rechts boven: stadswandelpark Eindhoven (inspiratiebron)
Technische Universiteit Eindhoven 50
afb. 35, rechts onder: stadswandelpark Eindhoven (inspiratiebron)
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
51
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
Allereerst zijn een aantal elementen in het landschap en op het terrein verwijderd. Dit zijn enkele kleine, ongebruikte gebouwen en een aantal elementen in het groengebied. Dit geeft het landschap meer rust en maakt een wandelroute meer overzichtelijk. In het ontwerp worden nieuwe toegangswegen toegevoegd om vanuit alle richtingen het wandelpark te bereiken (rood). Hierdoor wordt het een levendige omgeving met veel variatie aan bezoekers, van jong tot oud. De bestaande toegangspaden blijven behouden om het gebied op dat vlak hetzelfde te houden. De verschillende delen waaruit het groengebied bestaat, krijgen allemaal eenzelfde
karakter
door
de
looppaden
simpel te houden met enkele elementen. Het
grootste
stuk,
Het
Heuvelpark,
dat
wordt
overloopt
steeds
in
drukker
doordat hier meer elementen aanwezig zijn met de monumentale gebouwen als aandachtspunt. Aan de rand van dit grote groenvlakte komen een aantal elementen, waarbij het bestaande bloementuin van de ouderenzorg een onderdeel uitmaakt. Langs deze elementen komt het looppad om de looproute simpel en rustig te houden met één looppad dat uitkomt op het industriële gebied van het park (blauw).
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 52
afb. 36, links: nieuwe connecties tussen de groengebieden afb. 37, rechts: bestaande en nieuwe connecties vanuit alle richtingen
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
53
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
De kunstwerken kunnen ook in dit ontwerp
de vorm van het park meegaat om vanuit
net als in het Stadswandelpark in Eindhoven
bepaalde posities een zicht te hebben op
werken als een aandachtspunt voor de
alle gebouwen.
bedrijven, door bijvoorbeeld ontwerpen die weersbestendig zijn zoals beton, hout en staal in het park op verschillende plekken te exposeren. Net als deze elementen verspreid in het wandelpark, komt dan de expositieruimte als nieuw gebouw voor andere werken en producten in het groengebied te staan. Wanneer men door het park loopt, komt om een bocht, net achter een gebouw of een boom, een kunstwerk tevoorschijn. Dit geeft een soort van verrassingselement aan de omgeving. En hetzelfde moet het gaan werken met de beleving van de gebouwen. De looproute is zo gecreëerd dat het met
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 54
afb. 38, links: Kunstwerken verspreid in het park met gebouwen van Het Heuvelpark op de achtergrond afb. 39, rechts: ontwerp wandelpark Dongen
55
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
Verder zijn er in de huidige situatie op het achter terrein loslopende dieren, die in het ontwerp van het park een nieuwe plaats terugkrijgen. Deze komen in de vorm van een kinderboerderij terug als element aan de rand van het park, als uitnodigingspunt voor omwonenden gericht op kinderen. Samen met het bestaande bloementuin vormt dit de rand van het park, waar de woonwijken achter de bomen beginnen en direct aan het park grenzen.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 56
afb. 40, rechts boven: kinderboerderij - met de expositieruimte op de achtergrond afb. 41, rechts onder: bloementuin
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
57
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
De bomen structuur en positionering is zo ontwerpen dat in het zuiden en oosten rijen bomen geplant zijn, maar met beperkte hoogte om het zonlicht het park en looproute te laten bereiken. Een variatie per gedeelte van het park is toegepast in soort, vorm, kleur en grootte, om steeds een ander gevoel te krijgen als wandelaar. Aan de noord en westzijde zijn de bomen meer dicht beplant met meer hoogte om deels een barrière te maken voor de achtertuinen van de aanliggende bebouwing van de woonwijken.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 58
afb. 42, links: variatie bomen langs de Dongen en het looppad afb. 43, rechts: uitkijktoren langs het Wilhelminakanaal
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
Zoals we eerder gezien hebben in de luchtfoto’s, is de bebouwing van Dongen vrij laag. En vanuit het park is geen compleet beeld te krijgen van heel het gebied. Om meer overzicht te creÍren en de wandelaar een ander uitzicht te geven dan vanuit de grond, is een positie nodig vanuit een hoger gelegen plaats. Dat uitzicht is gemaakt door op twee verschillende plaatsen een uitkijktoren te maken met een industriele uitstraling. Een staat centraal in het park waaruit het gebied te bezichtigen is en het andere staat langs het kanaal, waar de rivier De Donge het kanaal snijdt. Net als in het Eindhovense wandelpark zijn deze torens een element dat boven de bomen uitsteekt, waardoor het vanuit verschillende plekken zichtbaar is.
59
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 60
afb. 44, links boven: uitkijktoren centraal in het park - uitzicht richting het Noorden afb. 45, links onder: uitkijktoren centraal in het park - uitzicht richting het Westen
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
Het
meest
aansprekende
het
bestaande
element
groengebied
is
uit een
elektriciteitshuisje tussen de bomen. Dit is een element dat er staat voor praktisch gebruik en dat wordt behouden, maar in een nieuw jasje. Het krijgt een prominente plek in de wandelroute, waarbij de looppaden eromheen gaan en het huisje tussen de bomen, langs de weg blijft staan. Vanuit het park is dan een uniek beeld als men naar het huisje kijkt. Op de achtergrond is de imposante, grote uitkijktoren te zien. Een contrast tussen donker baksteen, de bomen en het nieuwe element.
afb. 46, rechts: bestaande elektriciteitshuisje in het nieuwe ontwerp - uitkijktoren op de achtergrond
61
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
De link tussen de drie nieuwe gebouwen in het landschapsontwerp is de materialisering. Om de link te leggen tussen de gebouwen en het verleden, is gekozen voor een houten afwerking. Dit materiaal is in de originele Koks looierij toegepast en had een functie voor het ventileren. Tevens refereert dit materiaal naar veel oude boerderijen waar het hout ook is toegepast.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 62
afb. 47, links: rechts de expositieruimte, met uitzicht op Het Heuvelpark - richting het Zuiden
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
De
horecagelegenheid
is
een
van
de
elementen dat belangrijk is voor de link tussen het park en industriële gebouwen. De looierij dat op de bovenste verdieping leegstaat
is
gepositioneerd
langs
De
Donge aan de uiterste Noordzijde van Het Heuvelpark. Hierdoor is er een directe link met het looppad en de aanvoerweg tot het terrein. De bovenverdieping heeft het karakter van een oud looierij, met veel potentie voor een openbare ruimte met veel lichtinval.
afb. 48, rechts: interieur foto leegstaande leerlooierij ‘van Assum’ - nieuwe bestemming horecagelegenheid
63
MASTERPLAN | LANDSCHAPSONTWERP
Binnen dit masterplan zijn enkele uitspraken gedaan en een aantal ontwerpbeslissingen genomen. Het object dat verder op detail is uitgewerkt, is leerlooierij Koks. De rest van dit verslag is gericht op de architectonische uitwerking van dit monumentale gebouw. Stap voor stap wordt u meegenomen door het ontwerpproces en krijgt een korte uitleg met betrekking tot de ontwerpbeslissingen.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 64
afb. 49, links: leerlooierij Koks - huidige situatie
65
ARCHITECTUUR | MONUMENTALE PAND
Het
Koks
gebouw,
een
monumentale
pand, in zeer slechte bouwkundige staat. Van buiten en binnen is het gebouw aan vernieuwing toe. Constructieve delen zijn doorgezakt, waardoor behalve de eerste twee vloeren, alles onbruikbaar en gevaarlijk is geworden. Balken zijn doorgezakt, vloeren hangen door, de houten gevels zijn verrot en zijn aan vervanging toe. Deze mankementen laten zien dat de meest bruikbare elementen, de bakstenen buitenwanden zijn. Dit zijn de constructieve elementen voor de vloeren en zijn nog intact zonder scheuren of doorzakking. Dit is tevens het meest monumentale element van
het
gebouw,
door
de
horizontaal
gestructureerde ramen aan de linkerzijde van het gebouw. En tevens de verticale transport luiken in de voorgevel. Door de meest monumentale elementen te behouden en de rest te slopen kan de typologie van de looierij behouden blijven. Maar om een nieuw element toe te voegen en contrast te creëren tussen oud en nieuw, zullen de elementen in slechte staat gesloopt worden. Deze maken plaats voor een nieuw element, dat refereert aan het bestaande materiaal en de historie van het leerlooien.
afb. 50, rechts boven: leerlooierij Koks - huidige situatie afb. 51, rechts onder: leerlooierij Koks - doorgezakte dakrand afb. 52, blz. 66 boven: leerlooierij Koks - kozijnreparaties en vervanging zichtbaar AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 66
afb. 53, blz. 66 onder: leerlooierij Koks - Houten delen aan vervanging toe afb. 54, blz. 67 boven: leerlooierij Koks - bestaande hijskatrol en houten luiken afb. 55, blz. 67 onder: leerlooierij Koks - doorgezakte vloeren en kolommen
67
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 68
69
ARCHITECTUUR | OUD EN NIEUW
Oud en nieuw samenbrengen, een contrast creëren maar toch samenhang avn één gebouw. Het
gebouw
verschillende
bestaat
uit
materialen,
een
aantal
metselwerk,
hout en staal. De materialen die in slechte bouwkundige staat zijn worden bij een herbestemming vaak hersteld of vervangen. Maar bij dit project wordt het anders aangepakt. Al die elementen verwijderen we en wat overblijft is een schil van metselwerk. Dat metselwerk symboliseert de historische looierij. Het weergeeft de typologie en het meest monumentale element blijft zo behouden. De nieuwe functie komt op een symbolische wijze in de binnenzijde van de bestaande schil. Dit zorgt voor een contrast tussen oud en nieuw en maakt plaats voor de benodigde functies die losstaan van het bestaande structuur van de overgebleven gevels. De nieuwe volume vormt dan direct een nieuwe thermische schil, waar de bestaande schil niet voor kan zorgen door het ontbreken van een spouw.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 70
afb. 56: schematische concept uitleg
ARCHITECTUUR | OUD EN NIEUW
71
ARCHITECTUUR | MORFOLOGIE
De vorm van het nieuwe volume is een uitgebreid vorm-onderzoek naar gedaan. Het volume is een losstaand element binnen de bestaande schil, maar in functie werkt het samen. De buitenruimtes zorgen voor een connectie tussen de twee elementen. Zo laat het aan een zijde het bestaande gebouw totaal los en is de andere zijde aan elkaar gekoppeld. En aan de Zuidzijde wordt er een idee gewekt dat de schil het volume draagt, maar is de connectie (schil - volume) net niet gemaakt. Op deze manier is er een variatie binnen één volume en variëren de aansluitingen aan alle zijden van het gebouw. Door de verschillende vormen te proberen is het idee ontstaan om een referentie te creëren dat symbool staat voor een woningtypologie. De hoofdvorm is nu een symbolische verwijzing en wijst op de nieuwe functie van atelierwoningen.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 72
afb. 57: vorm-onderzoek (links de definitieve vorm)
ARCHITECTUUR | MORFOLOGIE
73
ARCHITECTUUR | CONSTRUCTIEVE OPBOUW
Zoals
eerder
hoofdconstructie
benoemd, van
het
is
de
bestaande
berekend op een houten binnenzijde van houten liggers en vloeren. Daarom is het noodzakelijk dat de bestaande schil dat behouden blijft, ook daadwerkelijk overeind blijft. De draagkracht van het bestaande metselwerk moet de nieuwe constructie op verschillende plaatsen dragen. En daarmee is er nog een reden waarom een houten constructie de beste keuze is voor het nieuwe volume. Met houten liggers en kolommen wordt de hoofdconstructie op de nieuwe betonvloer geplaats. De oplegging vindt plaats in de breedte richting, met een maximale overspanning van vijf meter, waardoor de
dimensionering
van
het
hout
in
standaardmaten uitgevoerd kunnen worden. Zo wordt een frame om de 5 meter gemaakt, waartussen de balken zijn opgelegd. En om de stevigheid van de bestaande schil te garanderen zijn kolommen rondom het gebouw bij de losstaande wanden geplaats, waar het metselwerk aan gekoppeld wordt. De plek waar het nieuwe volume de bestaande schil voorbij gaat, worden de kolommen doorgezet en steunt het nieuwe volume hierop.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 74
afb. 58: constructie maquette
ARCHITECTUUR | CONSTRUCTIEVE OPBOUW
75
ARCHITECTUUR | CONSTRUCTIEVE OPBOUW
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 76
afb. 59, links: doorsnede - nieuwe thermische schil binnen de bestaande schil afb. 60, rechts: plattegrond Begane grond - constructieve muren en kolommen - nieuwe schil aan binnenzijde
ARCHITECTUUR | CONSTRUCTIEVE OPBOUW
77
ARCHITECTUUR | GEVELAFWERKING
De
gevelafwerking
wordt
net
constructie
uitgevoerd
in
hout
onbewerkt
en
blijft
als
de
hout.
Het
zal
door
weersomstandigheden gaan verkleuren in een grijze tint. Dit hout is een verwijzing naar de bestaande, houten gevelafwerking en is om de constructieve maatregelen het meest praktisch toe te passen, zo licht als mogelijk uitgevoerd. Door de keuze voor hout en de kleur, zal het contrast tussen oud en nieuw nog meer versterkt worden. Verder in het verslag zal duidelijk worden dat dit contrast door vorm, materiaal en kleurkeuze is gecreëerd, met een samenhang van volume en schil.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 78
afb. 61. rechts boven: Zuidgevel grid - horizontaal afb. 62, rechts onder: Noordgevel grid - afwijkende grid
ARCHITECTUUR | GEVELGRID EN GEVELOPENINGEN NIEUWE VOLUME
Een nieuwe functie en volume betekend een nieuwe gevel met een eigen gevelindeling. Het grid van de bestaande schil is aan alle zijden van het gebouw anders. Aan een zijde is het een horizontale verdeling van gevelopeningen, terwijl op de kopgevels een duidelijk grid te zien is in de verticale richting. En in de noordgevel zijn de gevelopeningen willekeurig geplaats ten behoeve van de oude functie.
79
ARCHITECTUUR | GEVELGRID EN GEVELOPENINGEN NIEUWE VOLUME
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 80
afb. 63. links boven: Oostgevel grid - verticaal afb. 64, links onder: Wuidgevel grid - verticaal overeenkomst met Oostgevel afb. 65, rechts: nieuwe gevelgrid - nieuwe volume, nieuw ritme
ARCHITECTUUR | GEVELGRID EN GEVELOPENINGEN NIEUWE VOLUME
De nieuwe gevel is in een aantal lagen opgebouwd,
waarbij
de
volgende
laag
steeds iets verder naar achteren ligt ten opzichte van het vorige. Om te beginnen is de eerste laag de houten frames (geel) als hoofdelement, dat rondom het hele gebouw loopt. De tweede laag zijn de verticale liggers die de frames verbinden (blauw). Tot de derde laag behoren de verticale en
horizontale
stijlen
rondom
de
gevelopeningen (rood). Deze definiĂŤren de openingen en bepalen de positie over de hele gevel. En de vierde laag zijn de kozijnen in dezelfde kleur als de gevelafwerking (grijs).
81
ARCHITECTUUR | GEVELGRID EN GEVELOPENINGEN NIEUWE VOLUME
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 82
afb. 66: waar oud en nieuw ontmoeten - bestaande schil & nieuwe volume afb. 67: maquette close-up gevel
ARCHITECTUUR | GEVELGRID EN GEVELOPENINGEN NIEUWE VOLUME
Tussen de tweede en derde laag zijn verstelbare luiken, die naar keuze van de gebruikers op vier manieren te verstellen zijn. De luiken zorgen ervoor dat het nieuwe volume een geheel vormt. Wanneer alle luiken gesloten zijn, oogt het als een dicht volume binnen de bestaande schil. En wanneer de luiken opengaan, is er een variatie aan gevelopeningen dat afhankelijk is van het weer en keuze van de gebruikers. Het besproken gevelgrid en verschillende lagen zijn op enkele plaatsen in en rondom het gebouw goed zichtbaar. Deze worden in het volgende hoofdstuk nader toegelicht en gevisualiseerd.
83
ARCHITECTUUR | VERKEERSRUIMTEN
Een verkeersruimte is normaal gesproken alleen bedoeld als looproute door een gebouw, een route dat je van A naar B brengt, vaak naar een entree van een ruimte. De verkeersruimte in dit ontwerp heeft meer functies, maar werkt hetzelfde. Het gebouw is vanuit één zijde te betreden, het
Zuiden.
De
bestaande
schil
dat
overeind blijft is de buitenmuur van deze verkeersruimte. De gevel van het nieuwe volume is aan de andere zijde van de verkeersruimte, waardoor men altijd tussen de oude gevel en het nieuwe loopt. Dit zorgt voor een ervaring van oud en nieuw, direct bij het betreden van het gebouw. De verkeersruimte loopt aan de Zuidzijde om de onder verdieping te betreden, aan de Oostzijde om vanuit de entree (met een stalen trap) op de tweede verdieping te komen. En op de tweede verdieping, aan de Noordzijde, zijn de atelierwoningen op de bovenverdieping te bereiken. De
ervaring
van
het
contrast
en
de
verschillende gevels in deze ruimten laat het concept en architectonische idee het best naar voren komen. Ook is dit in de atelierwoningen op de begane grond en eerste verdieping een uitzicht dat als eerste gezien wordt, voordat men de buitenruimte kan zien. En vanuit de atelierwoningen op de bovenste verdiepingen is het uitzicht en werking van ruimte connecties het best zichtbaar. Daarover meer in de volgende hoofdstuk.
AFSTUDEERATELIER
afb. 68, links: verkeersruimte begane grond & 2e verdieping
‘Industrial Past and Future’
afb. 69, rechts boven: verkeersruimte - galerij begane grond
Technische Universiteit Eindhoven 84
afb. 70, rechts onder: verkeersruimte - trap naar 2e verdieping
ARCHITECTUUR | VERKEERSRUIMTEN
85
ARCHITECTUUR | VERKEERSRUIMTEN
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 86
afb. 71, links boven: verkeersruimte 2e verdieping afb. 72, links onder: zicht op verkeersruimte en bestaande schil, vanuit 1e verdieping afb. 73, rechts: zicht op Het Heuvelpark, vanuit verkeersruimte op 2e verdieping
ARCHITECTUUR | VERKEERSRUIMTEN
87
ARCHITECTUUR | ATELIERWONINGEN
Het
gebouw
is
onderverdeelt
in
atelierwoningen, waar men werkt en woont. Het nieuwe volume is verdeeld in vier gelijke stramienen en vijf verdiepingen. Op de begane grond en eerste verdieping zijn de eerste atelierwoningen geplaats. Op de bovenste drie vloeren zijn de overige atelierwoningen. Beide woningen hebben een ander karakter en optie van werkruimte. Dat maakt in totaal acht atelierwoningen in het gebouw. De werkruimte op de onderste vloer is een openruimte met plaats voor zwaardere werk en materialen. Voor een beeldhouwer of meubelmaker is dit een ideale plek door de hoge ruimte. De ruimten van de atelierwoningen boven, heeft in tegenstelling tot beneden, een normale vrije hoogte, die met de buitentrap te bereiken zijn vanuit de verkeersruimte. Hierdoor is een kantoor de beste oplossing voor deze woningen. De openvloeren en vide in die woningen maken een ruimte mogelijk waarbij een visuele connectie ontstaat vanuit de entree tot de bovenste verdieping. Dit zorgt voor veel open ruimte en lichttoetreding.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’
afb. 74, rechts boven: begane grond - werkruimte onderste atelierwoning
Technische Universiteit Eindhoven 88
afb. 75, rechts onder: 1e verdieping - woonruimte onderste atelierwoning
89
ARCHITECTUUR | ATELIERWONINGEN
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 90
afb. 76, links boven: 2e verdieping - woonruimte bovenste atelierwoning afb. 77, links onder: 3e verdieping - werkruimte bovenste atelierwoning afb. 78, rechts: 4e verdieping - werkruimte bovenste atelierwoning
91
ARCHITECTUUR | ATELIERWONINGEN
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 92
afb. 79, links boven: 4e verdieping - vide - zicht op gehele woning afb. 80, links onder: 2e verdieping - vide - zicht op bovenste verdieping afb. 81, rechts: 4e verdieping - werkruimte - uitzicht naar het Zuiden
93
ARCHITECTUUR | GEVELS & PLATTEGRONDEN
OOSTGEVEL
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 94
NOORDGEVEL
95
ARCHITECTUUR | GEVELS & PLATTEGRONDEN
WESTGEVEL
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 96
ZUIDGEVEL
97
ARCHITECTUUR | GEVELS & PLATTEGRONDEN
BEGANE GROND
EERSTE VERDIEPING 98
TWEEDE VERDIEPING
DERDE VERDIEPING 99
ARCHITECTUUR | GEVELS & PLATTEGRONDEN
VIERDE VERDIEPING
BOVENAANZICHT 100
101
ARCHITECTUUR | DOORSNEDE
Het
gebouw
heeft
een
variatie
aan
koppelingen tussen oud en nieuw. De aansluiting van de nieuwe wanden op de bestaande en de opbouw van de nieuwe houtskelet-wanden. De opbouw van nieuwe wand: - Gipsplaat - Multiplex 15mm - Isolati e 180mm - Houten stijl- en regelwerk 180x40 - Cementpanel beplating 10mm - Waterkerende dampopen folie - Rachels verticaal - Houten gevelafwerking Wand
opbouw
van
bestaand
voorzetwand: - Gipsplaat - Multiplex 15mm - Isolatie 180mm - Houten stijl- en regelwerk 180x40 - Cementpanel beplating 10mm - Waterkerende dampopen folie - Bestaande buitenwand
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 102
met
de
DOORSNEDE A 0
1
2
5m
103
ARCHITECTUUR | BOUWTECHNISCHE KNOOPPUNTEN
104
0
100
100
500 mm
105
ARCHITECTUUR | BOUWTECHNISCHE KNOOPPUNTEN
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 106
0
100
100
500 mm
107
ARCHITECTUUR | BOUWTECHNISCHE KNOOPPUNTEN
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 108
0
100
100
500 mm
109
INFORMATIE | CONCLUSIE
Een zoektocht naar de onderzoeksvragen;
een afgebakend gebied weer onderdeel te maken van het totale plaatje.
Hoe kan leerlooierij Koks met een nieuwe functie weer onderdeel gaan uitmaken van
De stad Dongen is hierdoor een nieuw
zijn omgeving? En hoe kan de architectuur
gebied rijker, zonder iets te verliezen.
daar een belangrijk onderdeel van uitmaken,
Binnen het landschapsontwerp was het ook
met nadruk op contrast en samenhang van
noodzakelijk om het oude en verwaarloosde
oud en nieuw?
leerlooierij Koks een nieuwe bestemming te geven. Het is achteraf gezien een goede
Sub-vragen:
keuze geweest om de functie te veranderen
Wat is de meest geschikte functie voor
in atelierwoningen. Hierdoor is het gebouw
deze
meer op de voorgrond getreden en past het
leerlooierij
binnen
het
nieuwe
landschapsontwerp?
meer binnen zijn omgeving. Het heeft nu een link met de industriële gebouwen en met de
Hoe kan het gebouw weer een belangrijk
woonwijken eromheen. De functie maakt het
onderdeel worden binnen het stedelijk
gebouw meer levendig zoals een woning en
weefsel?
heeft de uitstraling van een monumentaal pand.
Het resultaat van de architectonische opgave
Het architectuurontwerp laat zien dat het
is het antwoord op de onderzoeksvragen
gecreëerde contrast tussen oud en nieuw,
en is ontstaan uit een vooronderzoek
interessante ruimtes mogelijk maakt. Door
met een landschapsontwerp tot gevolg.
het gebouw op deze drastische wijze te
Binnen het stedelijk weefsel van Dongen
transformeren, is een samenhang vaak
is het groengebied het begin geweest voor
moeilijk terug te vinden van bestaand en
een antwoord op de hoofdvraag. Het is
nieuw. In dit geval is in de tussenruimte en
de aanknopingspunt en tussengebied dat
de aansluiting tussen de twee elementen
ervoor zorgt dat de verschillende gebieden
die samenhang teruggevonden en letterlijk
met elkaar verbonden worden.
tastbaar
En
de
ontwerpbeslissingen
En
met
de
juiste
de
materialisering, waarbij gerefereerd is aan
aanpassing van het groengebied hebben
het bestaande, is het contrast versterkt.
geleid
Maar daarmee het verwijderde gedeelte nog
tot
aanpassingen
voor
gemaakt.
binnen
Het
Heuvelpark dat voorheen een eigen visie had. Door de bestaande structuur zo aan te passen dat het ontwerp tot zijn recht komt, maar het bestaande er niet slechter van wordt, is het mogelijk geworden om
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 110
enigszins zichtbaar.
111
INFORMATIE | VISUALISATIE & MAQUETTE
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 112
113
INFORMATIE | VISUALISATIE & MAQUETTE
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 114
115
INFORMATIE | VISUALISATIE & MAQUETTE
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 116
117
INFORMATIE | VISUALISATIE & MAQUETTE
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 118
119
INFORMATIE | VISUALISATIE & MAQUETTE
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 120
121
REFERENTIE | INFORMATIEBRONNEN
De ledernijverheid. (1928). Tilburg. De ledernijverheid te Dongen. (1928). Dekkers, M. M. (25 oktober 2010). Leven met leer - persoonlijke verhalen uit de Langstraatse schoenen- en lederindustrie. Tilburg: Gianotten BV. Dommelen van, S., Pen, C.J. (2013). Cultuur erfgoed op waarde geschat - Economische waardering, verevening en erfgoedbeleid. Enschede: Platform31. Evers, J. H. (1982). De schoen- en leerindustrie in de periode (1850-1925) met name in de Langstraat en Rijen. Tilburg. Gandreau, D. &. (2013). Conservation of Erbil Citadel, Iraq - Assessment of the situation and recommendations (hal-00837999). Opgehaald van Archives ouverte HAL: http://hal.archives-ouvertes.fr/hal-00837999/document Graaf de, A., Hospers, G., Péro, M., Renes, H., Stegmeijer, E., Strolenberg, F. (2014). Werven en verbinden - Met praktijkvoorbeelden uit Duitsland. Amersfoort: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. HCECR, H. C. (2012). unesco. Opgehaald van unesco: http://whc.unesco.org/uploads/nominations/1437.pdf Heemkundegroep “Ulendonc”- Chris Leijten, Bert Sibon, Tini Koreman. (1989). Leerlooierijen van Oosteind 1989. J.C.A.A. de Hoon - Heemkring Molenheide in Gilze en Rijen. (2004). Rijen ontstaan, groei, ontwikkeling - geschiends van Rijen tot in de twintigste eeuw. Baarle-Nassau: Em. De Jong BV. jadearchitecten. (2016, februari 22). Opgehaald van transdormatie architect: http://transformatiearchitect.nl/wat-is-het-verschil-tussenherbestemming-en-transformatie/ Koopmanschap, H. (2015). Grensgebied tussen zand en veen. Tilburg: Verloren.
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 122
Koopmanschap, H. (2015). Grensgeied tussen zand en veen. Verloren. Ligtenberg, J. (1881-1931). Ter herinnering aan het vijftigjarig bestaan der N.V. Stoomschoenfabriek. Dongen. Mandemakeres, C. (sd). Textiel-, kleding- en lederwarenindustrie. Nagl, K., & Mazher, S. (2015, september 6). Rudaw. Opgehaald van Rudaw: http://rudaw.net/mobile/english/kurdistan/06092015 Steenbergen, C., Reh, W., Smienk, G. (1996). Architecture and landscape: the design experiment of the great European gardens and landscapes. Bussum. Thesaurus, A. &. (2016, juni 16). Opgehaald van Art & Architecture Thesaurus: http://browser.aat-ned.nl/ Uijtendaal, J. (sd). Radio-rede over de Lederindustrie te Rijen. In De Nederlandse lederindustrie. Vogel, J. S. (1986). De geschiedenis van het leerlooien in Noord-Brabant. Tilburg: Gianotten BV.
123
REFERENTIE | AFBEELDINGEN
9: LAWLER, A. (2014, 11 augustus). Erbil Revealed [Foto]. Geraadpleegd van http://www.archaeology.org/issues/145-1409/features/2419kurdistan-erbil-excavations [10-6-2016] 10 t/m 15: GEMA ART GROUP, a. s.. (z.j.). http://www.gemaart.cz/en/international-projects/339-iraq-unesco-project-urgent-preventiveworks-of-2-buildings-at-the-erbil-citadel?highlight=WyJjaXRhZGVsIl0= [Foto]. Geraadpleegd van http://www.gemaart.cz/en/internationalprojects/339-iraq-unesco-project-urgent-preventive-works-of-2-buildings-at-the-erbil-citadel?highlight=WyJjaXRhZGVsIl0= [10-6-2016] 18: H3sen. (2007, 3 maart). Straatkaart - Een kaart voor elke straat [Foto]. geraadpleegt van http://straatkaart.nl/5104GR-Looiersplein/ media_fotos/looiersplein-8K/ [10-6-2016] 19: Krogt van der, R. (2009). Mens & Dier in Steen & Brons [Foto]. geraadpleegt van http://www.vanderkrogt.net/standbeelden/object. php?record=nb17ad [10-6-2016] 34 t/m 36: Saris, J. (2015). jossarisfoto.info [Foto]. Geraadpleegd van http://www.jossarisfoto.info/2015/01/01/eindhoven-genneperparken/ (10-6-2016)
AFSTUDEERATELIER ‘Industrial Past and Future’ Technische Universiteit Eindhoven 124