De wonderlijke wereld van verborgen wezens - Floor Rebbers

Page 1

onderlijke Were W ld De van de

Verborgen Wezens Observaties en waarnemingen in de natuur

F LO OR R EBBE R S



onderlijke Were W ld De van de

Verborgen Wezens Observaties en waarnemingen in de natuur

GESCHREVEN & GEĂ?LLUSTREERD DOOR FLOOR REBBERS



Voorwoord

Voordat je dit boek doorleest, een kleine waarschuwing: Dit boek is alleen bedoeld voor zij die het beste voor hebben met de natuur. De enige reden dat ik deze wezens heb kunnen ontdekken, ontmoeten en documenteren, is omdat ik me bewust was van de enorme kracht van de natuur, en de eerbied die ze verdient. Spijtig genoeg zijn vandaag de dag, net als vele dieren, deze bijzondere verborgen wezentjes in aantal aan het verminderen. Dit komt helaas door het toedoen van de mens, die steeds meer natuur vernietigd en inneemt, waardoor er weinig leefgebied overblijft voor andere wezens. Vandaar dat vele van de wezens uiterst schuw zijn tegenover de mens, en zich zeker niet zullen tonen aan het soort persoon dat de natuur ziet als een bron om te exploiteren. Om de kans te krijgen om deze wezens te mogen ontmoeten moest ik teruggaan naar het kind in mezelf, en met die open blik de natuur in gaan. Alleen op deze manier toonden zich mij de wezens die in dit boek omschreven worden. Ik noem hen de “Verborgen Wezens�, niet alleen omdat ze zich bijzonder goed schuil weten te houden voor de mens, maar ook omdat ze geen dieren zijn. Hoewel ze veel overeenkomsten vertonen met dieren, lijken ze bepaalde eigenschappen van planten te hebben overgenomen. Dit is ook wat mij zo fascineert aan hen. De reden dat ik dit boek maak is niet alleen omdat de wezentjes bijzonder mooi, interessant en vermakelijk zijn, maar ook omdat ze een belangrijke boodschap te vertellen hebben. Elk wezen heeft een specifieke rol in de natuur. Ze nemen alleen wat zij nodig hebben, werken samen om te overleven en om andere organismen in de natuur te beschermen. Wij mensen kunnen nog iets van hen leren. Elk van hen is uniek, en er zijn nog veel meer wezens die zich schuilhouden. Dit is slechts mijn verslag van de wonderen die ik ben tegengekomen. Dat gezegd hebbende...

Welkom in de wereld van de Verborgen Wezens!



Seedling

De Seedling, ook wel zaadwezentje genoemd, is een eigenaardig beestje. Het is schuw, maar eenmaal gewend aan je aanwezigheid kan het heel vriendelijk zijn. Het laat je echter nooit te dichtbij komen. Probeer het niet te aaien, want dan zal die fel kunnen krassen met z’n scherpe klauwtjes! Het beestje wordt gekenmerkd door zijn dennenappel-achtige schubben. Opgerold is het niet van een dennenappel te onderscheiden. Zo weet het zich goed te verstoppen voor mens en dier. De Seedling is verrassend intelligent: het verzamelt niet alleen zaadjes om op te eten, maar bewaard de meeste tussen zijn schubben. Het lijkt te begrijpen waar welke zaadjes het beste groeien, want vaak is het op zoek naar de perfecte voedingsbodem voor het specifieke zaadje dat hij wil planten: snuffelend wroet-ie met z’n neus rond in de aarde. Dan graaft het de zaadjes in op precies de perfecte diepte en veegt er met zijn grote staart wat zand overheen. Het lijkt erop dat dit wezentje bewust veel zaadjes plant, om zo de boom- en plantenpopulatie in zijn territorium te vergroten. Dit is natuurlijk in zijn voordeel, aangezien die nieuwe planten en boompjes later weer meer zaden genereren. Met deze toekomstbewuste overlevingsmethode is dit een van de slimste van al de verborgen wezens die ik ben tegengekomen.

7


Seedling

De Seedling heeft sterk ontwikkelde zintuigen: grote oplettende ogen, goede oren en een uitzonderlijk reukvermogen. Deze gebruikt hij om bepaalde planten of boom-zaden op te sporen, en om de bodemsamenstelling te beoordelen: elk soort zaadje heeft weer een andere voedingsbodem nodig om optimaal te kunnen groeien. Natuurlijk hebben planten zo hun eigen mechanismen om hun zaden te verspreiden, maar de Seedling kan een bijzonder goede hulp zijn als planten en bomen in een gebied moeite hebben met groeien. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn door menselijke vervuiling of door droogte. De Seedling kan gericht zoeken naar de beste plek om een zaadje te planten, waardoor de boom of plant in kwestie meer overlevingskans heeft.

Naast het vervoeren van zaden, dienen de schubben als camouf lage en schild tegen roofdieren. De Seedling kan ze opzetten als hij zich bedreigd voelt of inklappen als hij zich snel wilt bewegen. De grote nagels gebruikt hij om te graven. Met de staart kan hij zand over de zaadjes vegen, of tegen een boom rammen om zo zaden te vangen.

8


Ik spotte dit wezentje terwijl het zaadjes verzamelde. Toen het me rook was-ie meteen verdwenen...

De neus van de Seedling is zijn meest waardevolle zintuig.

Dennenappels zijn de vruchtkegels van een den of pijnboom. Hierin bevinden zich de zaden. Toevallig zijn dit ook de lievelingszaden van een Seedling om te eten!

Een scheut van de Els, die de Seedling heeft geplant.



Fungulates

De licht vochtige bosgrond, aan de voet van een boom, dichtbij een poel water of op dood hout. Dit zijn een paar van de favoriete plekken van de Fungulates: kleine eigenaardige wezentjes die door een onoplettend oog niet te onderscheiden zijn van een gewone paddenstoel. Net als hun stilstaande soortgenoten komen de Fungulates in een grote variatie van soorten en maten. Ze zijn erg nieuwsgierig en niet snel bang - ze doen alles op hun gemakje, en dat is meestal erg langzaam. Hoewel ze langzaam zijn, doen ze erg belangrijk werk. Ze ruimen de bosgrond op, door dood materiaal om te zetten in nieuwe voedingsstoffen, waar andere planten weer van profiteren. Deze wezens zijn honderden miljoenen jaren oud. Dat komt misschien wel door hun slim ontwikkelde manier van leven, waarbij ze samenwerken met het gehele bos. Onder de grond ligt namelijk een uitgebreid schimmelnetwerk, waarmee Fungulates net als paddenstoelen verbonden zijn. Als één Fungulates overlijdt, leeft het ondergronde netwerk nog steeds en daar groeien dan weer nieuwe familieleden uit. Zo kan het dus dat paddenstoelen en Fungulates voor een groot deel van het jaar moeilijker te vinden zijn, terwijl ze in de herfst weer massaal uit de grond komen!

11


Fungulates

De veelzijdige Fungulates zijn elk uniek qua uiterlijk, maar ze hebben één ding gemeen: via het ondergrondse schimmelnetwerk wisselen ze nutriënten en informatie uit. Niet alleen zijzelf, maar het hele bos profiteert hiervan. Dit netwerk word namelijk door veel bomen en planten in het bos gebruikt om te communiceren! Fungulates zijn dus over het algemeen liefdevolle en samenwerkende wezentjes die anderen planten in het bos helpen te groeien. Zo hebben ze bijvoorbeeld een symbiotische relatie met bomen, waarmee ze voedingsstoffen uitwisselen: de Fungulates helpt de boom om mineralen uit de bodem te halen, en in ruil voorziet de boom de Fungulates van bepaalde suikers.

Een oude Fungulates die bijzonder nieuwschierig was en me maar bleef aanstaren.

12


Een Funglates die overeenkomsten vertoond met de bekende rode Vliegenzwam.

Er zijn ook Fungulates die liever rond rottend hout of uitwerpselen leven. Deze soorten Fungulates zijn eigenlijk de composteerders van het bos, ze voeden zich met bijvoorbeeld rottende blaadjes die ze omzetten in voedingsstoffen en de grond insturen via hun schimmelnetwerk. Dit enthousiaste kleintje leek verdacht veel op een Groene Knolamaniet, een uiterst giftige Een geliefde paddenstoelsoort... voedselbron van de Fungulates.

13



Florachoris

Deze “dansende bloemen” zijn één van de prachtigste soorten die ik heb ontdekt, maar ze hebben een korte levensloop en zijn alleen maar tussen mei en juni te vinden. De Florachoris, niet groter dan een hand, zijn lenig en snel. Zodra ze een groot dier ruiken of in het oog hebben, zijn ze verdwenen tussen het groen. Hierdoor zijn ze moeilijk te vinden. Met hun goede neus kunnen ze ook soortgenoten van het andere geslacht opsporen. Omdat ze zo kort leven is dit hun voornaamste taak: zich zo snel mogelijk voortplanten. Wat deze beestjes zo uitzonderlijk maakt is niet alleen de fysieke overeenkomsten met bloemen, ze planten zich ook op dezelfde manier voort! De voortplantingsorganen van deze wezentjes bevinden zich op hun kop, temidden van de kleurige bloemenkrans. Het mannetje word gekenmerkt door de meeldraden die als “snorharen” aan zijn kop zitten en het vrouwtje door haar “kroon” wat in feite een stamper is, het vrouwelijke geslachtsorgaan van een bloem. Maar het meest fascinerende aan deze wezens is toch wel de paringsdans die ze uitvoeren als ze in het paarseizoen zijn...

15


Florachoris

Deze wezentjes zijn om vele redenen bewonderenswaardig, maar het meest fascinerende aan de Florachoris is de manier waarop ze paren. Dit doen ze op een bijzondere manier; door eerst een paringsdans uit te voeren waarbij het mannetje en vrouwtje een uitgebreide choreografie uitvoeren van om elkaar heen cirkelen, op en neer bewegen en met het hoofd schudden. Het mannetje voegt hier nog wat speciale trucs aan toe, door bijvoorbeeld te steigeren laat hij zijn flexibiliteit en stabiliteit zien. Het vrouwtje bepaalt wanneer ze genoeg heeft gezien en of ze het mannetje toestaat om haar te bevruchten. Hierbij kruipen ze dicht tegen elkaar aan en wrijven liefdevol met de hoofden tegen elkaar aan. Door deze fysieke interactie wordt het kleverige stuifmeel van het mannetje overgebracht naar de stamper van het vrouwtje, en kan er bevruchting plaatsvinden.

16


Het mannetje heeft meeldraden aan zijn gezicht, deze eindigen in een helmknop met stuifmeel. Dit bevat het zaad.

De bladeren op de onderrug bevatten chlorofyl, waarmee ze door fotosynthese energie kunnen maken. Daarnaast eten ze graag mieren die ze oplikken met hun lange tong. Tijdens de paringsdans schudt het mannetje zijn bloemenkrans om indruk te maken.

De meeste bloemen zijn tweeslachtig: ze hebben zowel stampers als meeldraden, maar er zijn een aantal soorten die tweehuizig zijn, en net als de Florachoris een mannelijke en vrouwelijke variant hebben.

17



Esdoorn elfje In het najaar, als de bladeren kleuren en de bomen uitgebloeid zijn, laat de esdoorn zijn zaden vallen. Deze zaden hebben propeller-achtige vleugeltjes en worden “helikoptertjes” genoemd. Ze fladderen mee op de wind en kunnen zo over een groot gebied verspreid worden. Maar tussen deze vlaag aan helikoptertjes bevinden zich een paar wezentjes die deze bijzonder slimme techniek hebben overgenomen... Dit zijn de kleurrijke Esdoorn elfjes, die zich alleen in de herfst laten zien. In tegenstelling tot esdoornzaadjes kunnen deze elfjes hun vleugeltjes bewegen en daarmee opstijgen en van richting veranderen, maar omdat ze zo licht zijn laten ze zich vooral op de wind meevoeren. Als ze willen landen gebruiken ze de helikopter-techniek waarbij ze cirkelend neerdalen. Esdoorn elfjes zijn de meest vriendelijke en vrolijke wezentjes die je kunt ontmoeten. Ze houden van plezier maken en kunnen ook ondeugend zijn, ze dagen andere wezens zoals de Florachoris uit door om ze heen te vliegen en telkens weg te vliegen nét voor ze gepakt worden.

19


Esdoorn elfje

Dit mooie elfje is de kleinste van alle wezens die ik heb ontdekt. Ze zijn ongeveer een kleine vinger lang en twee keer zo groot als een esdoorn zaadje. Ze houden van zoet eten en leven van kleine besjes waarvan sommige voor de mens giftig zijn. Hierbij moeten ze wel oppassen voor vogels die op dezelfde bessen uit zijn, want deze kunnen hen aanzien voor vlinders en ze willen opeten. Gelukkig is het Esdoorn elfje enorm snel en flexibel en weet bijna altijd te ontsnappen. Omdat ze zich graag laten zien en van aandacht genieten, was het niet moeilijk om deze wezentjes na te tekenen. Ze lieten al hun trucs zien en dansten vrolijk in de lucht. EĂŠn elfje was zelfs bijzonder vriendelijk en poseerde voor mijn tekeningen.

De schouderbladen van het elfje lijken op de zaden van een esdoorn, maar dat is schijn. Deze soepele gewrichten zorgen ervoor dat ze erg f lexibel zijn.

Het elfje is net zo bont gekleurd als de bladeren van esdoorns in de herfst: groen, geel, oranje en felrood

20


De schoudergewrichten stellen deze wezentjes in staat om hun vleugels op vele manieren te bewegen. Ze kunnen zweven,cirkelen, duiken en zelfs als een kolibrie in de lucht hangen.

De onderpoten van deze elfjes hebben weerhaakjes, waarmee ze ondersteboven aan een tak kunnen hangen als ze willen slapen. hierbij verstoppen ze zich tussen te bladeren van de esdoorn.

De Esdoorn elfjes komen in uiterlijk veel overeen met de mens. Het lijkt alsof ze ook plezier halen uit het observeren van ons!

21



Mosdiertje

Het grootste deel van de dag doet het niets anders dan slapen... af en toe wandelt hij een rondje in zijn territorium, dat zich voornamelijk bevind op plekken met halfschaduw, op de bosgrond en boomstammen. Dit Mosdiertje het meest vriendelijke en knuffelige wezentje van allen: het laat zich graag aaien en is zo mak als een schaap. Het Mosdiertje is ondanks zijn knuffelige uiterlijk een ontzettend volhardend wezentje. Het kan vele weersomstandigheden verdragen, omdat het net als mos in zijn vacht veel vocht kan vasthouden. Het houdt een oogje op het mos dat in het bos groeit en verspreid sporen met diens borstelhaartjes, die als voelsprieten uit z’n lichaam groeien. Hiermee houd het de mospopulatie in stand, die een belangrijke rol speelt in het ecosysteem van het bos. Door de bosgrond te bedekken als een tapijtje en vocht vast te houden gaat mos bodemerosie tegen. Het is als het ware een beschermlaagje voor de weersinvloeden van buitenaf. Zo houdt mos het bos gezond, en helpt het Mosdiertje een pootje mee.

23


Mosdiertje Dit diertje leeft erg individueel, want zijn soortgenoten trekken naar verschillende gebieden waar mos nodig is als bodembeschermer. Ze komen voor in het bos maar ook in heidegebieden. De vacht van deze wezens bevat net als mos chlorofyl, waarmee ze door middel van fotosynthese voedsel kunnen creeĂŤren uit zonlicht en koolstofdioxide. Behalve de overeenkomsten met mos, doet het uiterlijk van het Mosdiertje ergens denken aan een beer. Ze worden zelf alleen niet veel groter dan een klein konijn.

Rode strepen op het gezicht lopen door naar de "voelsprieten".

borstelhaartjes: de sporendragers

De tekeningen die het op z'n hoofd heeft, zijn wellicht bedoeld om van veraf soortgenoten te herkennen, die anders niet van mos te onderscheiden zouden zijn. Hun ogen zijn namelijk klein en ze zijn vrij bijziend. 24


De poten hebben kussentjes en zorgen ervoor dat het wezentje zich geruisloos kan verplaatsen.

De roodkleurige borstelhaartjes op de rug van het Mosdiertje verspreiden sporen, waaruit nieuw mos kan groeien. Soms rolt het Mosdiertje over een stuk grond, zodat daar extra veel sporen terechtkomen. De grotere "voelsprieten" op zijn kop bevatten speciale sporen waarmee hij zich kan voortplanten.

Een delicatesse onder de Mosdiertjes zijn dauwdruppels, de puurste en lekkerste bron van water, waar een Mosdiertje uitzonderlijk veel van drinkt. 25



Sylvan

Deze imposante wezens, Sylvans genaamd, zijn de grootste en meest indrukwekkende die ik ben tegengekomen. De meeste wezens die in dit boek zijn beschreven kunnen zich makkelijk voor de mens verbergen omdat ze klein zijn. Sylvans daarentegen zijn ontzettend ver ontwikkeld in het camoufleren, wat hun manier is om aan het oog van de mens te ontsnappen. Ze kunnen wekenlang stilstaan op dezelfde plek, waarbij ze in een halfslaap verkeren. Misschien heb je wel eens een boom gezien met een erg vreemde vorm, “oogvormen” of een bijzondere energie. Wie weet heb je dan wel eens een Sylvan ontmoet zonder dat je het wist... Er zijn net zoveel soorten Sylvans als dat er boomsoorten zijn, aangezien zij de beschermers zijn van bomen van hun soort. Mede omdat deze door fotosynthese zuurstof creeëren, zijn bomen een ontzettend belangrijk onderdeel van de natuur, waar mens en dier van afhankelijk zijn. Helaas word er steeds meer bos gekapt en blijft er voor bomen én Sylvans weinig leefgebied over. Ze zijn moeilijk te vinden in kleine bossen, maar in de paar eeuwenoude wouden die er nog over zijn in Europa zijn ze talrijk. Je moet alleen weten hoe je ze moet vinden en waar je moet kijken...

27


Sylvan

Dit zijn de slimste, meest wijze wezens die je tegen kunt komen, als je het geluk mag hebben om er ooit een te ontmoeten. Ze hebben in karakter veel gemeen met bomen, waarvan ze beschermers zijn: ze zijn geduldig, sterk en volhardend. Ze maken geen geluiden, behalve af en toe wat gekraak als ze lopen.

Een moeder en haar jong. Als teken van liefde geven Sylvans elkaar "neusjes". De jongen kunnen zich snel en f lexibel bewegen. Over het algemeen geld dat hoe ouder Sylvans worden, hoe stijver ze zijn.

De Sylvans zijn goede vrienden met de Seedling, aangezien deze de zaden van bomen mee helpt verspreiden. Ze zijn ook vrienden met vele andere dieren. Ik ben eens een Sylvan tegengekomen met een vogelnest met jongen in zijn takkenkroon… deze Sylvan bleef maandenlang trouw op dezelfde plek staan, tot de vogeltjes waren uitgevlogen. Als Sylvans voor lange tijd blijven staan kunnen zij de korte wortels aan hun tenen ver uitstrekken om water en voedingsstoffen op te nemen, en communiceren via het eerder genoemde ondergrondse netwerk. In de winter “planten” de meeste Sylvans zichzelf op deze manier op één plek om te overwinteren.

28


Sylvans hebben imposante hoorns om vijandige Sylvans te bevechten en hun territorium te verdedigen. Hoewel je het niet zien hebben bomen onderling toch f link wat concurrentie... Een "grove den", die uit ouderdom zijn blad heeft verloren. De Berk is een elegante Sylvan en naar mijn observaties de meest sociale.

Door de Kelten werd de Eikenboom gezien als heilig symbool voor moed, waarheid en wijsheid. Ze voerden zelfs speciale rituelen uit rond deze boom.Ik denk dat ze een sterke band hadden ontwikkeld met de Sylvans...

OPNIEUW VERGROTEN

D d z I j p v Z w g v p


30


Tot slot...

Wie oog heeft voor de kleine, bijzondere elementen en taferelen die in de natuur plaatsvinden, zal waarschijnlijk herkenning hebben gevonden in deze wezens. Ze verwonderen, net als de natuur dat kan doen met degenen die hun ogen durven te openen voor al het moois wat in haar verborgen ligt. Er is vaak geschreven en gespeculeerd over het bestaan van elfen, trollen en andere fabelwezens. Er is geen bewijs voor het bestaan van onzichtbare of uiterst schuwe wezens, maar toch hebben ze mensen al sinds het begin der mensheid weten te fascineren. Ze zijn er, maar ook weer niet. Wat ik wel weet, is dat ik de verhalen van deze wezens moest vertellen. Hopelijk inspireren ze je om niet alleen meer oog voor de processen in de natuur te hebben, maar om ook wat meer te verwondering te hebben. De natuur is de blauwdruk van het leven, waar wij veel van kunnen leren. De verbinding aangaan met de natuur is als teruggaan naar je “roots�. Ik raad iedereen die zich voelt aangesproken aan om tijdens je volgende boswandeling te letten op sporen van deze Verborgen Wezens. Wie weet welke wonderen je allemaal tegenkomt...

31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.