80
TvC | maart nr. 1 2018
ACHTERGROND
Rebellie als motor achter verandering
REBELS
Zonder wrijving geen glans Coaches en coachees zullen zich in de regel positief uitlaten over de mogelijkheid en de wenselijkheid van verandering en zich gemotiveerd tonen. Echter verandering gaat zowel biologisch als psychologisch bijna altijd gepaard met weerstand. We willen graag veranderen en verbeteren, maar we willen ook veilig behouden wat ons bekend is. AUTEUR: HANS PETER KING Meestal loodst de coach zijn coachee door weerstand heen met bemoediging, verleiding, uitdaging of overtuiging. Dit omgaan met weerstand gebeurt vaak cognitief (met redelijke argumenten) en relationeel (vanuit autoriteit van de coach). De kans bestaat dan dat de weerstand ondergronds gaat. Weerstand bij de coachee kan weerstand oproepen bij de coach. Voor de coach is het dan belangrijk ook de eigen weerstand tegen het verzet van de coachee te herkennen en niet in de valkuil te stappen van een eigen primaire tegenreactie. De vraag hier is: hoe kunnen we de energie van de weerstand benutten in dienst van het proces en voorkomen dat die ondergronds gaat tegenwerken?
Reactief verzet: hakken in het zand Verzet dat bedoeld is om de status quo te behouden is reactief: het komt op in reactie op een onverwachte verandering. De Amerikaanse
systemisch psychologe Virginia Satir, beschreef in het midden van de vorige eeuw de opeenvolgende fasen van natuurlijke verandering: 1. de oude status quo, 2. de verandering, (er gebeurt iets onverwachts), 3. de weerstand, daartegen (poging tot behoud van de status quo), 4. de chaos, binnen het systeem als gevolg van die strijd, 5. de integratie, (de inspanning naar herstel van evenwicht), 6. de nieuwe status quo (het herwonnen evenwicht). Dit proces wordt ook wel dialectisch beschreven in de fasen: 1. These (de status quo), 2. Antithese (de tegenstelling) en 3. Synthese (de oplossing van de tegenstelling). Het herwonnen evenwicht vormt weer een these op een hoger niveau waarmee het dialectisch proces
TvC | maart nr. 1 2018
81
wordt vervolgd en immer doorgaat. Het reactief verzet is in deze benadering een natuurlijke fase in de aanpassing aan een verandering. Wanneer de coach zich daar onvoldoende van bewust is, bestaat de kans dat hij complementair (tegengesteld) reageert op het verzet. Met andere woorden: dat hij in de valkuil stapt van een tegenreactie. Vanuit een vertrouwen in het proces en de fasen van verwerking is een supplementaire (aanvullende) reactie, een meebewegen zonder weerstand, effectiever.
Wu Wei: doen door niet te doen Het is een menselijke reactie om iets dat als lastig wordt ervaren uit de weg te willen gaan: er moet iets weg dat niet goed is en er moet iets beters voor in de plaats komen. Veel vormen van cognitieve gedragstherapie zijn zo ingericht: je hebt een negatieve overtuiging en die gaan we vervangen door een positieve overtuiging. Je hebt een destructieve gewoonte en die gaan we vervangen door gezonder gedrag. Deze complementaire aanpak is onder bepaalde condities werkzaam, maar even vaak ook niet. Als de coachee sterk geïdentificeerd is met zijn weerstand, dan zou hij die aanpak als een afwijzing kunnen ervaren van wie hij is, of beter gezegd: denkt te zijn. Als een coach vindt dat aan weerstand gewerkt moet worden, dan brengt hij onbewust de boodschap over dat weerstand niet oké is, dat je als coachee lastig bent. De weerstand verplaatst zich in de relatie naar een onbewuste strijd onder de waterlijn, terwijl er zich boven de waterlijn een ogenschijnlijke prettige samenwerking afspeelt. Dat terwijl alle weerstanden een functie en een verhaal hebben. Beter is het als de coach kiest voor geduld en een volgend, vertrouwend aanwezig zijn. Niet hij heeft daar iets te doen, maar de tijd. Hij beoefent het taoïstische ‘Wu Wei’: doen-door-niet-te-doen. Hij kiest bewust en strategisch voor een supplementaire reactie: meebewegen en aansluiten daar waar de coachee zit. Hij geeft ‘de natuur’ de ruimte en de tijd om haar werk te doen. Dat kan zelfs inhouden dat het proces meer tijd nodig heeft dan hij binnen het coachingstraject heeft en
82
TvC | maart nr. 1 2018
dat zijn rol beperkt blijft tot een ‘holding’ van de coachee in de fase waarin die zich bevindt.
Proactief verzet: rebellie Rebellie is een gezonde en onmisbare fase in de ontwikkeling naar vrijheid, zelfrespect en autonomie; niet alleen in de kinderlijke ontwikkeling, maar ook in de volwassen ontwikkeling zoals in een coachingsproces, een training of een therapie. Rebellie versterkt het ego en is proactief: het zoekt actief naar aanleidingen om zich af te zetten tegen de status quo en te rebelleren in dienst van zijn autonomie. Met name coachees die sterk geïdentificeerd zijn gebleven met de ego- en wilsontwikkeling in de vroege jeugd of met de identiteitsstrijd in de puberteit, laten een patroon van herhalende rebellie in werk en leven zien. Ze zijn nog niet klaar met hun ego-ontwikkeling en zoeken (onbewust) actief naar aanleidingen om die strijd ten einde te brengen. De midlifecrisis bijvoorbeeld is vaak de uiting en een inhaalslag van onderdrukte puberrebellie. Lang niet bij iedereen lost de biografische rebellie zich op in een volwassen evenwicht tussen aanpassing en eigenheid, tussen verbinding en onderscheiding. Of, als het de werkcontext betreft, tussen collegialiteit en competitie of tussen leiderschap en volgerschap. Bij de meesten van ons is er sprake van ofwel te weinig rebellie in de ontwikkeling (weinig gepuberd, afhankelijk, sub-assertief, geen goede voorbeelden gekend van zelfrespect), ofwel te veel rebellie (de ‘Rebel’ als gefixeerd zelfbeeld, een major identification, borderlineproblematiek, aanpassingsproblemen of andere uitingen van structurele boosheid). Coaching wil voorkomen dat de rebel in de coachee (met kinderlijke emoties) op ramkoers gaat in een volwassen en professionele context. De valkuil voor de coach is een complementaire tegenreactie: ‘niet rebelleren, pas op, dit gaat niet goed, zo verlies je je baan’. Met zijn volwassen verstand zal de coachee wellicht hieraan mee willen werken, maar het emotionele proces gaat onder de waterlijn koppig en versterkt verder. De coach
creëert onbewust een ‘dubbele binding’: je moet volwassen zijn, maar je mag het niet worden, je moet leren, maar je mag geen fouten maken. Dat roept verzet op bij de coachee. De uitdaging voor de coach is om de ‘negatieve’ energie van de rebellie (die in oorsprong en potentieel juist positief is) niet af te wijzen, maar te benutten en te helpen naar volwassenheid te brengen. Hoe doe je dat zonder dat je meewerkt aan zelfdestructief gedrag in de professionele context? Nu niet door ‘Wu Wei’ toe te passen, maar door actief aan te sluiten bij de rebel in de coachee. Wanneer de rebellie niet reëel betrokken is op de werkcontext, maar regressief is – met andere woorden betrokken is op de eigen volwassenwording – dan dient een ‘arena’ gevonden te worden waarin de coachee die strijd kan voeren. Dit kan binnen de coaching gebeuren, wanneer daar de tijd en de methodische expertise voorhanden is, of in een separate therapeutische setting. Het is zaak de rebellerende coachee niet tegen te werken maar gelijk te geven, en hem bewust te maken van hoe belangrijk die rebellie is voor zijn vrijheid en volwassenwording. De strijd zal verlegd moeten worden van de professionele context naar de persoonlijke, biografische context, daar waar ze thuishoort.
De coach als advocaat van de duivel Veel uitingen van verzet – ik heb het hier niet over fysiek of terecht verzet tegen geweldpleging of onrecht – zijn te herleiden naar projectie van een eigen ongewenste ervaring of eigenschap op een ander. Bijvoorbeeld de fanatieke homohater die verdringt dat hij zelf homo is. Of de minachting voor een leidinggevende die een geschiedenis met een zwakke vader onbewust doet herleven. Het innerlijke conflict wordt extern uitgevochten. De projecties, inclusief die op de coach als autoriteit, kunnen bewust gemaakt worden en teruggebracht worden naar het oorspronkelijke, biografische of innerlijke conflict. Vervolgens sluit de coach aan bij waar de coachee zit: is hij meer geïdentificeerd met de innerlijke ‘dader’ (herkenbaar aan boosheid, verontwaar-
diging), of meer met het innerlijke ‘slachtoffer’, herkenbaar aan beklagende uitingen, depressiviteit, wanhoop of machteloosheid. Als coach kun je erop vertrouwen dat versterking van wat reeds dominant is (supplementair reageren) in veel gevallen vanzelf leidt tot de gewenste omslag. Dat kan bijvoorbeeld met voice dialogue of Gestalt-technieken, of door het schrijven van (niet te versturen) ongecensureerde brieven aan mensen in het nu en het verleden, of door lichamelijke en emotionele expressie mogelijk te maken binnen en buiten de coaching, zolang het maar een expressie is van een confrontatie tussen strijdige delen in de coachee binnen de coachrelatie zodat deze niet meer uitgeleefd wordt in relaties op het werk of thuis. In plaats van passief en geduldig, of meewerkend kun je ook actief als de advocaat van het rebellerende deel van de coachee optreden.
Passief verzet De proactieve rebel heeft een tegenpool, namelijk de onderdrukte agressie bij subassertieve coachees. Uitingen van passief verzet zijn terugtrekking, inslikken, zelfdestructieve gewoontes (de boosheid richt zich op het zelf), schuldgevoelens, schaamte en angst. Binnen een coaching is deze op het zelf gerichte passieve agressie vaak moeilijker naar actieve en projectieve energie en interactie om te vormen. Het appel van de coach om ‘naar buiten te komen’, in plaats van veilig schuld koesteren te durven beschuldigen en de confrontatie aan te gaan, roept sterke angst op. Die moet eerst gehoord, erkend en begrepen worden. Onze primaire reactie op de subassertieve coachee is veelal (complementair) stimuleren, oppeppen, moed inspreken. Dat werkt averechts omdat de coach de angst passeert, niet adresseert, begrijpt en bespreekt in relatie tot de historie ervan. Hooguit laat een subassertieve coachee zich verleiden tot ‘cosmetische’ assertiviteit. De uitdaging is om de ‘positie’ van de coachee te respecteren en te onderzoeken. Alles wat je je coachee erover kan laten vertellen is onderdeel van de weg naar buiten, een blijk van vertrouwen in jou – als representant van
TvC | maart nr. 1 2018
83
de wereld – en van moed van de coachee om stapje voor stapje zijn ‘klacht’ naar buiten te brengen en te erkennen dat het niet zijn eigen schuld is. Die eigen onschuld is beangstigend, omdat het leidt naar confrontatie met de realiteit.
Tweesporencoaching De coaching van een rebellerende coachee kan dus op twee sporen: 1. extern: een begeleiding op weg naar een volwassen, verstandige en tactische aanpassing in het reële leven en werk van de coachee, en 2. intern: parallel daaraan een begeleiding bij een innerlijk proces naar zelfregulatie en autonomie. In het tweede spoor bewegen we op de grens tussen coaching en psychotherapie. Met de verdere ontwikkeling van het coachvak en het voortschrijdend inzicht in psychologische ontwikkeling is een strikte scheiding in de praktijk niet realistisch en niet wenselijk. Therapeuten leren steeds beter ook resultaatgericht te coachen, en coaches leren steeds beter de dieperliggende dynamiek in de coachee te betrekken in het proces. Actie- en resultaatgerichte coaching zijn net als werkgerelateerde coaching vaker extern gericht op gedragsverandering en leren door te doen. Persoonsgerichte coaching is vaak meer intern gericht op bewustwording en innerlijke ontwikkeling. Het is nooit helemaal het een of het ander. Beide aspecten zijn in elke coaching aanwezig. Afhankelijk van je ervaring, de tijd en het budget dat je als coach hebt, kun je beide processen bewust en expliciet managen in een traject.
84
TvC | maart nr. 1 2018
Tot slot Om te voorkomen dat de weerstand van de coachee ondergronds gaat, doet de coach er dus goed aan om bij coachees onderscheid te maken tussen natuurlijke weerstand (als fase in het proces), reële weerstand (terecht en adequaat ingrijpen in de werkcontext) en biografische rebellie (gericht op innerlijke volwassenwording). Het is belangrijk alert te zijn op de neiging complementair (tegenbewegend) te reageren en de mogelijkheid te onderzoeken om supplementair (meebewegend) te reageren. Afhankelijk van welke vormen van weerstand bij een coachee speelt, kan het goed zijn om parallel aan de professionele lijn ook de persoonlijke ontwikkeling een plek te geven in het proces. ■ Hans Peter King (1953) is coach, trainer en ervaringsgericht therapeut. In Groningen heeft hij zijn bureau King, Training & Development. Hij is master-geaccrediteerd Nobco coach, auteur van McManager: Praktische psychologie voor de werkorganisatie en docent aan de opleiding Professioneel Coachen, Hanzehogeschool Groningen. www.kingtraining&development.nl
nice to meet! U heeft behoefte aan een sfeervolle ruimte, een compleet product met diverse faciliteiten en een helder prijsbeleid. U wilt dan zeker zijn dat die ruimte voldoet aan uw wensen en dat deze ook binnen uw budget past. Liever nog: een accommodatie die u verrast. Woudschoten Hotel & Conferentiecentrum in Zeist is centraal gelegen op een bosrijk eigen landgoed van 45 hectare. Uitstekend geschikt voor ĂŠĂŠn- en meerdaagse bijeenkomsten als trainingslocatie, om te vergaderen, voor Business Events maar ook als sfeervol hotel voor een weekendje weg.
Korting op onze arrangementen? Kijk op woudschoten.nl voor de actuele kortingskalender
Woudenbergseweg 54 3707 HX Zeist
T 0343 - 492 492 F 0343 - 492 444
E info@woudschoten.nl I www.woudschoten.nl