Samen maken we betere plannen Bewonersparticipatie bij herinrichting natuurgebied de Ommermars
2
Twaalf organisaties werken samen aan plan voor een nieuwe N18
-10 tipsvan lokale initiatiefnemers
In onze gesprekken met lokale initiatiefnemers die betrokken waren in het voortraject van overheidsplannen, hebben we hen gevraagd naar tips voor overheden en voor andere lokale initiatiefnemers. Tips voor overheden 01
Betrek lokale natuur- en milieuorganisaties zo vroeg mogelijk in planprocessen. Daarmee komt lokale kennis en ervaring het beste tot zijn recht.
02
Richt planprocessen zo in dat er ruimte is voor tijdige inbreng van alternatieven van lokale natuur- en milieuorganisaties en geef deze een volwaardige plaats in het afwegingsproces. De kans op draagvlak voor plannen wordt hierdoor aanzienlijk vergroot.
03
Wees duidelijk over de randvoorwaarden voor het project, geef duidelijk aan wat de speelruimte is (wat mag wel en wat mag niet ), maar wijs alternatieven die daar niet in passen niet op voorhand af. Soms komen lokale groepen met alternatieve ideeën die ook bijdragen aan de gestelde doelen.
04
Sta open voor initiatieven van lokale groepen, ook als die niet direct zijn voorzien door het bestuur of ambtelijk apparaat. Ideeën en initiatieven die ‘van onderop’ komen kennen soms verrassende invalshoeken en combineren soms zaken waar vooraf niet aan is gedacht.
05
Organiseer een duidelijk en transparant proces en wees open en eerlijk over planning, tussentijdse keuzemomenten en besluitvorming. Het is erg frustrerend als lokale initiatieven door ondoorzichtige keuzes of besluitvorming buiten de boot vallen.
3
Alternatief fietspad tussen Hardenberg en Loozensche Linie
4
Hoe benut je de kracht van bewoners en lokale groepen onder de nieuwe Omgevingswet In 2018 gaat de nieuwe Omgevingswet in. Deze ene wet integreert verschillende wetten met elk hun eigen procedures, planvormen en regels. Dit bevordert een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving en maakt het mogelijk om projecten in de fysieke leefomgeving te versnellen en verbeteren.
Tips voor lokale initiatiefnemers 06
Formuleer een eigen visie, leg daarin je ambitie vast en bepaal de doelen die je met je organisatie wilt bereiken. Denk hierbij vooral vanuit kansen, niet alleen vanuit bedreigingen. Bepaal hierbinnen je prioriteiten. Doe dit strategisch, ook met het oog op eventuele medestanders.
07
Creëer vroegtijdig een breed draagvlak voor je project. Zoek vooral naar voorstanders onder inwoners of partijen, maar ook ambtelijk en bestuurlijk. Dat geeft je energie!
08
Breng vóór de start van je project, de uitgangspunten (randvoorwaarden) van de verschillende overheden in beeld en bepaal samen met die overheden het speelveld.
09
Bedenk alternatieven waarmee dezelfde doelen worden bereikt. Richt je op alternatieven die meerdere doelen tegelijk realiseren en door meerdere partijen gedragen worden. Onderbouw deze als het kan met uitgewerkte tekeningen, een (globaal) financieel plaatje en voor- en nadelen per alternatief.
10
Onderhoud je netwerk. Leg regelmatig contact, ook over zaken die niet direct betrekking hebben op het plan. Vorm coalities en werk samen met andere partijen. Je kunt afhankelijk van het onderwerp ook in wisselende coalities optrekken. Hou daarom ook goede contacten met partijen die wel eens andere opvattingen hebben en respecteer hun belangen.
www.natuurenmilieuoverijssel.nl
I
n de Omgevingswet staat decentrale besluitvorming door gemeenten centraal. De wet gaat ook uit van meer participatie door inwoners en (lokale) partijen. Het idee is dat door vroegtijdige participatie goede plannen worden gemaakt, die ook op draagvlak kunnen rekenen. Alle partijen voelen zich bij een goede participatie ook betrokken bij nieuwe ontwikkelingen en plannen. In Overijssel werken lokale natuur- en milieugroepen al vaak volgens de nieuwe werkwijze die door de nieuwe Omgevingswet wordt gestimuleerd. In plaats van het indienen van bezwaar of beroep werken veel
lokale groepen al graag mee in het voortraject van de planvorming. Een werkwijze en ontwikkeling die Natuur en Milieu Overijssel al jaren stimuleert en faciliteert. In dit portfolio laten wij een paar voorbeelden zien van lokale natuur- en milieuorganisaties die via het maken van eigen visies en plannen vooroplopen bij het verbeteren van hun eigen leefomgeving. Deze voorbeelden kunnen inspirerend werken en laten lokale overheden zien dat deskundigheid van lokale groepen en inwoners kan leiden tot betere plannen en tot een mooi en duurzaam Overijssel.
Plannen nieuwe N35 aangepast door waardevolle inbreng van bewoners
R
ijkswaterstaat maakte in 2012 plannen voor een nieuwe N35 tussen Wierden en Zwolle. Hierbij hanteerden zij een noordelijke variant met een weg langs het spoor en een zuidelijke variant met een weg langs de Nijverdalse straat. Omdat Vitens in het gebied langs het spoor veel drinkwaterbronnen heeft, viel de noordelijke variant al snel af en bleef alleen de zuidelijke variant over. Bij deze variant zouden veel landerijen en woningen in het Buurtschap ’t Huurne afgebroken moeten worden. “Dat zorgde uiteraard voor veel onvrede bij ons en de inwoners”, vertelt Peter Bijl van Stichting Natuur en Milieu Wierden, “en dus zijn we samen de bewonersgroep ‘Bewonersbelangen N35’ gestart.”
Eigen onderzoek
Zijn kritische bewoners lastig of juist waardevol? Bewonersbelangen N35 laat zien dat door ideeën van bewoners serieus te nemen win-win situaties kunnen ontstaan.
De bewonersgroep ‘Bewonersbelangen N35’ stelde zich als doel om een betere variant uit te werken voor de nieuwe N35. Uit eigen onderzoek bleek dat het aantal drinkwater bronnen van Vitens dat in de noordelijke variant zou komen te vervallen aanzienlijk meeviel. Uiteindelijk zou voor de realisatie van de noordelijke variant slechts één drinkwaterbron verplaatst moeten worden en een geplande bron komen te vervallen. “Een particulier en een agrarische ondernemer waren bereid een stuk grond te verkopen aan Vitens ter compensatie. Anders zouden zij tenslotte een snelweg voor hun deur krijgen”, legt Peter uit. De bewonersgroep legde hun nieuwe plan voor aan Rijkswaterstaat en Vitens. Het stuk grond bleek na proefboringen geschikt als waterwingebied.
Rijkswaterstaat legde vervolgens alsnog zowel de noordelijke als de zuidelijke variant ter besluitvorming voor aan de stuurgroep. “Onze inspanningen zijn een groot succes geworden, want uiteindelijk koos de stuurgroep voor de noordelijke variant!”, vertelt Peter trots.
Serieuze samenwerking Bewonersbelangen N35 werkte haar plannen in een gedetailleerde tekening uit. “Plannen visueel maken door het uit te tekenen maakt het voor alle partijen over- en inzichtelijk”, aldus Peter. Hij kijkt terug op een mooie samenwerking tussen bewoners en overheden. “We zijn blij dat zij onze plannen heel serieus en professioneel oppakten en een haalbaarheidsonderzoek lieten uitvoeren. Hierdoor kwam participatie tot zijn volle recht. We hebben dit echt gezamenlijk kunnen bereiken!”
Bewonersparticipatie bij herinrichting natuurgebied de Ommermars Hoe zorg je dat inwoners daadwerkelijk aanhaken in een traject voor bewonersparticipatie? Natuur en Milieu de Vechtstreek vroeg basisschoolleerlingen om advies voor de herinrichting van natuurgebied de Ommermars. Zo krijgt ze inspirerende ideeën én gaat het traject ook leven bij de ouders, grootouders en andere inwoners.
D
e Ommermars is een natuurgebied van 25 hectare en ligt ten zuidwesten van Ommen aan de Vecht en het Ommerkanaal. Eigenaar provincie Overijssel heeft samen met plaatselijk belang, buurtschap Varsen en waterschap Vechtstromen het gebied opnieuw ingericht met behulp van ruilverkaveling ‘nieuwe stijl’. Deze nieuwe inrichting laat helaas nogal te wensen over. “De slenk met stapstenen blijft het hele
jaar droog, de graanakkers in het rivierdal zijn verwilderd en het strandje is te klein om te kunnen recreëren”, vertelt Hein Kuijper, voorzitter van Natuur en Milieu De Vechtstreek. Natuur en Milieu de Vechtstreek wil het natuurgebied een nieuwe impuls geven en samen met bewoners nadenken over een nieuwe inrichting. Hierbij zetten zij in op een combinatie van rust en drukte, en op stadsnatuur in plaats van hoogwaardige natuur. “Stadsnatuur is minder kwetsbaar, waardoor bewoners beter kunnen recreëren”, aldus Hein.
Inspiratie voor bewonersbijeenkomst Natuur en Milieu de Vechtstreek heeft samen met gemeente Ommen, waterschap Vechtstromen en provincie Overijssel
randvoorwaarden opgesteld waarbinnen bewoners een nieuw ontwerp kunnen vormgeven. “Het is belangrijk dat deze randvoorwaarden vooraf zijn vastgesteld”, legt Hein uit, “omdat anders veel ideeën van bewoners in een later stadium alsnog stranden. Dit werkt erg demotiverend!” Begin 2016 vindt er een bewonersbijeenkomst plaats. Ter inspiratie is een kunstenaar uitgenodigd om een ontwerp voor de Ommermars te maken en hebben 175 leerlingen van vier basisscholen uit Ommen eind 2015 als adviesbureaus de mogelijkheden die zij zien gepresenteerd. Dit educatieve project Adviseurs van Ommermars had veel belangstelling
in de media en de kinderen hebben er thuis met hun ouders over gesproken. Hierdoor begint het al echt te leven onder de inwoners van Ommen. “Eén ding is in ieder geval al wel duidelijk. Als het aan de kinderen ligt komt er een uitkijktoren, speelvijver en een beter strandje”, vertelt Hein met een glimlach. Het is aan de bewoners om op basis van alle input tot een voorlopig plan voor het gebied te komen.
Succesfactoren en uitdagingen Het participatietraject is nog in volle gang, maar Hein is erg tevreden over de gang van zaken tot nu toe. Eén van de succesfactoren vindt hij een steeds groter wordende enthousiaste groep mensen die er in gelooft, bij zowel
inwoners als overheden en betrokken organisaties. “Wel vind ik het belangrijk dat er tussen deze mensen altijd een criticus aanwezig is, om als groep de voeten op de grond te houden en constant kritisch naar de plannen te kijken.” Verder is een goed netwerk erg belangrijk en moet je je niet laten ontmoedigen door mensen die er geen perspectief in zien. De uitdagingen voor 2016 zijn om te kijken hoe het gebied beheerd zal worden, hoe de grond gekocht kan worden van de provincie en hoe het plan gefinancierd kan worden. “Maar over de financiering maak ik me bewust nog niet druk”, vertelt Hein, “ik ben er van overtuigd dat wanneer bewoners met een goed plan komen, de financiering vanzelf volgt.”
Wijkraad en gemeente werken intensief samen in wijkplan voor de Veldmaat Inwonersparticipatie komt echt goed tot zijn recht als overheden inwoners structureel en vanaf de planvorming betrekken. Dan staan overheid en inwoners niet tegenover elkaar, maar met de neuzen dezelfde kant op.
I
n de wijk de Veldmaat in Haaksbergen is een groot deel van de inwoners actief betrokken bij de inrichting van de wijk en het buitengebied. In 2010 is de wijkraad van de Veldmaat samen met Natuur en Milieu Haaksbergen en een groot aantal enthousiaste inwoners begonnen aan een compleet wijkplan. De wensen van de inwoners zijn in kaart gebracht en uitgewerkt in concrete projecten. Gemeente Haaksbergen en provincie Overijssel waren enthousiast over het wijkplan en vanaf 2011 is gestart met de uitvoering van de projecten. “We hebben een convenant afgesloten met de gemeente over de financiering en samenwerking. De uitvoering en het beheer doen we samen”, vertelt Henk Westendorp, bestuurslid van de wijkraad en voorzitter van Natuur en Milieu Haaksbergen. Uniek aan dit initiatief is
de grote groep inwoners die zich op zo veel verschillende vlakken bezighouden met hun eigen leefomgeving.
Wijkplan Het wijkplan van de Veldmaat kent zeven speerpunten voor zowel de kern als het buitengebied. “Denk hierbij aan het versterken van het dorpshart door een herinrichting van het plein, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het verbinden van de kern met het buitengebied door wandel- en fietspaden”, legt Henk uit. Een voorbeeld van een succesvol project is de komst van een waterberging. In eerste instantie had gemeente Haaksbergen het plan om een vierkante plas te realiseren. De inwoners van de Veldmaat vulden dit plan aan met een ontdekkingseiland, een zwaluwwand en
een natuurlijke inrichting. Zo is de waterberging niet alleen functioneel, maar ontstaat er ook meerwaarde voor recreatie en biodiversiteit. Een ander voorbeeld is de landschappelijke inpassing van de N18. Er lag een plan om de snelweg over de Museum Buurt Spoorweg (MBS) te laten lopen met een viaduct van ruim 6 meter hoog. De inwoners bedachten een alternatief plan om de snelweg onder de spoorweg door te laten lopen. “Met behulp van een kraan maakten we visueel hoe hoog het viaduct zou worden en presenteerden ons plan aan de wethouders.” Hierop paste de gemeente het plan aan.
Samenwerking met de overheid De overheid heeft in de afgelopen jaren door inbreng van de wijkraad meerdere keren haar plannen aangepast. “We zijn blij dat de gemeente zo goed naar ons luisterde en er ook naar handelde”, vertelt Henk. Zo bracht gemeente Haaksbergen de plannen van de N18 onder de aandacht bij provincie Overijssel en Rijkswaterstaat, waardoor zij de extra kosten op zich namen. Ook stelden zij bij een ander initiatief grond ter beschikking en bood de gemeente goede ondersteuning voor het zoeken naar oplossingen voor financiële obstakels. “Natuurlijk was het ook wel eens zo dat wij ons minder gehoord voelden”, geeft Henk toe, “maar ook dat kan positief uitwerken. Dan moet je zelf als buurt of wijkraad aan de slag om tot oplossingen te komen.” En dat leidt uiteindelijk tot nog betere plannen met meer draagvlak.
Twaalf organisaties werken samen aan plan voor een nieuwe N18 De kracht van bewonersparticipatie is het toevoegen van kennis en kunde van lokale organisaties en inwoners aan die van de overheid. Samen kunnen zij de herinrichting van een landschap integraal aanpakken.
I
n 2009 maakte Rijkswaterstaat een plan voor een nieuwe N18. Het ging hier niet om een volledig uitgewerkt plan, maar een plan op hoofdlijnen over hoe de weg er in de toekomst uit zou komen te zien. Een nieuwe N18 heeft in de driehoek Haaksbergen-Hengelo-Enschede ingrijpende gevolgen voor het landschap, de recreatieve en sociale structuren en voor de ecologische verbindingen. Daarom nodigden Natuur en Milieu Overijssel en Natuurmonumenten een groot aantal organisaties uit Overijssel uit om gezamenlijk na te denken over de kansen en bedreigingen die de aanleg
van de nieuwe N18 met zich meebracht. “Eind 2009 kwamen we met een aantal natuurorganisaties, bewonersgroepen en landgoederen bij elkaar om een breed gedragen en samenhangend plan uit te werken. Zo konden we ieders unieke expertise bundelen voor een integrale aanpak”, vertelt Gerben Mensink van Natuur en Milieu Overijssel.
Houtkoolschets N18 Tijdens de gezamenlijke bijeenkomst verzamelden de twaalf partijen allerlei ideeën om het gebied rond de N18
wordt een belangrijke schakel in de ecologische verbinding tussen Twickel, Zonnebeek en de natuurgebieden bij Boekelo en Buurse.” Ook komt er een tunnel onder de Geukerdijk en de buurtspoorweg. Hiermee blijft het landschap fraaier, is de geluidsoverlast minder en blijft het gebied ten noorden van de N18 veel beter bereikbaar voor recreatief verkeer.
Samenwerking sleutel tot succes
integraal te ontwikkelen. Deze ideeën zijn onderverdeeld in vier thema’s, namelijk landschap, onderliggend wegennet, natuur en recreatie, beleving en leefbaarheid, en vastgelegd in een ‘Houtskoolschets N18’. In het document ‘Tien kansen voor de N18’ is het samenhangende plan in 2010 aangeboden aan provincie Overijssel en Rijkswaterstaat. Afgelopen jaar
zijn de voorbereidingen voor de nieuwe N18 begonnen en de verwachting is dat de weg in 2018 gerealiseerd is. Op een aantal punten heeft Rijkswaterstaat rekening gehouden met de aanbevelingen die in de ‘Houtkoolschets N18’ zijn gedaan. “Zo komt er een ecoduct vlakbij de zandwinplas Rutbekerveld tussen Haaksbergen en Usselo”, vertelt Gerben, “dit ecoduct
Het proces om met twaalf verschillende partijen tot de ‘Houtkoolschets N18’ te komen, heeft Gerben als leuk en sterk ervaren. “De verschillende partijen vulden elkaar goed aan en de taken konden verdeeld worden. Je ziet aan deze samenwerking dat je gezamenlijk echt meer kunt bereiken dan alleen.” Hij zou in de toekomst graag zien dat provincie Overijssel en Rijkswaterstaat meer samenwerken aan een integrale aanpak van een gebied. Beide partijen kunnen hun verschillende opgaven dan beter op elkaar afstemmen. “Maar minstens zo belangrijk is dat ze de kennis en ervaringen van lokale organisaties benutten om hun plannen te verbeteren en het draagvlak hiervoor te vergroten.”
Alternatief fietspad tussen Hardenberg en Loozensche Linie Voor een goede aanpak hoef je niet altijd het wiel opnieuw uit te vinden. Soms ligt de oplossing in het handig combineren van reeds bestaande plannen.
P
rovincie Overijssel, waterschap Vechtstromen en gemeente Hardenberg hadden een plan gemaakt voor een fietspad tussen Hardenberg en de Loozensche Linie. Dit fietspad zou over een dijk aan de grens van een EHS gebied lopen. In dit gebied leven veel verschillende soorten vogels, zoals de gans, smient en wulp. Voor deze dieren is het belangrijk dat de rust in het gebied blijft en de komst van fietsers en andere recreanten zou deze rust verstoren. Dit was voor inwoner Johan Poffers de aanleiding om een alternatief plan voor het fietspad te maken. “Onder de N34 realiseren gemeente Hardenberg en provincie Overijssel met een ander plan een landbouwtunnel. Deze tunnel zou ook gebruikt kunnen worden door fietsers”, aldus Johan. In het plan van Johan loopt het fietspad veel minder over de dijk en daarom is de impact op de rust in het EHS gebied veel kleiner.
Breed draagvlak Na het maken van het alternatieve plan, heeft Johan Poffers zijn plan gedeeld met omwonenden, boeren en tien lokale groene organisa-
ties. Hierdoor kreeg zijn alternatieve plan brede steun in de samenleving. Ook de media gaf veel aandacht aan het onderwerp. “Dit brede draagvlak en de media-aandacht zorgde er voor dat ik een serieuze gesprekspartner werd voor overheden”, vertelt Johan. Uiteindelijk wist Johan de overheden te overtuigen van de voordelen van zijn alternatieve route. Er kwamen onderhandelingen met boeren over de grond en in mei 2015 is het nieuwe fietspad geopend.
Lange adem Er zijn verschillende redenen voor het succesvolle initiatief van Johan Poffers. Een belangrijke succesfactor is het netwerk waarover hij beschikt. “Goede contacten onderhouden op ambtelijk niveau is erg belangrijk.” Wel heeft Johan het proces als moeilijk en lang ervaren. “Er moest veel gelobbyd worden. Tussentijdse veranderingen van besturen van overheden zorgden ervoor dat ik het verhaal telkens opnieuw moest uitleggen. Uiteindelijk heeft het vijf jaar geduurd.” Johan hoopt dat in de toekomst overheden de gevolgen voor de natuur een grotere rol geven in hun besluitvorming.
Bewoners vergroten schaal participatietraject met gemeente Wanneer overheden met bewoners samenwerken, kan dit als katalysator werken. Bewoners nemen dan zelf het initiatief om het plan van de overheid te verbreden of te verdiepen.
D
e gemeente OlstWijhe ondernam in 2011 in Boskamp het initiatief om samen met de buurt en plaatselijke belang een dorpsontwikkelingsplan (DOP) te maken. Een DOP geeft antwoord op de vraag hoe de inwoners het leven in hun kern beoordelen en in welke richting hun buurtschap zich zou moeten ontwikkelen. Na het afnemen van enquêtes en het houden van keukentafelgesprekken en een algemene bijeenkomst, zijn er vier werkgroepen ingesteld voor de thema’s wonen, verkeer, jongeren en natuur. De gemeente financiert de werkgroepen en in 2012 zijn de eerste projecten gestart. Herman van der Linden is de trekker van de werkgroep natuur. “Wij zijn heel blij met de manier waarop de gemeente de inwoners heeft betrokken bij de plannen voor Boskamp. Al snel bleek dat er in onze werkgroep meer plannen waren, dan de ge-
Colofon:
meente kon financieren. Daarom heb ik onze werkgroep aangemeld voor het project ‘Buurtlandschappen”, vertelt Herman.
Project Buurtlandschappen Met het project Buurtlandschappen willen Landschap Overijssel en Het Oversticht ervaring opdoen hoe buurten en dorpen gestimuleerd kunnen worden om zelf plannen en activiteiten voor hun landschap op te zetten. De werkgroep van Herman krijgt vanuit dit project extra (financiële) ondersteuning. “Eind 2014 zijn we met inwoners van Boskamp door het dorp gefietst om te bekijken wat we mooi en belangrijk vinden om te houden en om te kijken wat we graag anders zouden willen”, vertelt Herman, “Zo konden Boskampers op een laagdrempelige manier de kansen die ze voor het landschap zien in beeld brengen.” Het bleek dat de overgang van dorpsrand naar landschap beter kon, met name het gebied achter het zorgcentrum Willibrord. De werkgroep is vervolgens in gesprek gegaan met de gemeente, Waterschap Groot Salland en zorginstelling Carinova. In januari 2015 is de eerste schets gemaakt voor een herinrichting. Een belangrijk aspect is dat de afwatering beter moet,
Samen maken wij betere plannen is een portfolio voor overheden die Natuur en Milieu Overijssel heeft uitgebracht met het oog op de nieuwe Omgevings-
wet die in 2018 ingaat. Dit portfolio biedt een aantal best-practises waarbij overheden in de planvorming samenwerkt met bewoners en lokale groepen.
omdat er sprake is van wateroverlast in het gebied. Hiervoor zullen de sloten, die dichtgegroeid zijn, weer uitgegraven worden en zal er een bergingsvijver komen. Ook zullen de oevers van de sloten natuurlijk gemaakt worden. Verder zijn er plannen om knotwilgen en hoogstamfruitbomen te planten, de voetpaden een natuurlijkere vorm te geven en bankjes te plaatsen. “Dit maakt het wandelen in dit gebied voor zowel de bewoners van het zorgcentrum als de andere inwoners van Boskamp aantrekkelijker”, legt Herman uit. In 2016 wil de werkgroep starten met het realiseren van de plannen. De nieuwe inrichting zal worden onderhouden door Carinova en een aantal vrijwilligers.
Succes en uitdagingen Herman is erg te spreken over de samenwerking. ‘We hebben veel gehad aan de ondersteuning van Landschap Overijssel en Het Oversticht. Daarnaast liep het overleg met de verschillende overheden ook goed.’ Een samenwerking met zoveel partijen kent ook specifieke uitdagingen. ‘Met alle drukke agenda’s is het vaak moeilijk een overlegmoment te vinden waar iedereen bij aanwezig kan zijn. Dit kan het proces af en toe wel wat vertragen.’
Oplage: 1.000 Redactie: Gerben Mensink, Henriette Brouwer en Alma Streefkerk
Eindredactie: Alma Streefkerk Vormgeving: Frank de Wit Druk: Zalsman Zwolle