T arsenaal nr 35 december 2016

Page 1

Specialiteit

*De koude oorlog periode Gratis digitale uitgave

*ONAFHANKELIJK &VEEL GELEZEN Bied u als lezer

*Historische,moderne militaire onderwerpen

Zeker lezen!

Page 5

Page 11

Page 25

Thema verhaal

Koude Oorlog 2.0?

Veldslagen

Issue 35 December 2016 -

Maandelijks

MAGAZINE ‘T Arsenaal


INHOUD’S OPGAVE

2542-4858

Editor in Chief Rob Vaneker

Creative director Robert Wilbrink

Kerstboodschap / 03 Editors note: op de korrel / 04 Verhaal van een nederlaag-Thema verhaal, deel 3 / 05 Koude Oorlog 2.0 ? / 11 Darp, een verdwenen kernwapen site / 19 Veldslagen op Osmaanse grond in 1914 /25 WW 2 veteraan Albert Sutton ‘s verhaal in een notendop / 33

Editor research Hans Hollestelle

Columnist Diverse contributions and different authors

Graphics & Design Robert Wilbrink

Contributors Theo van Loohuizen-Jan Grefhorst-Dik Winkelman

Distribution AMVJ publishers Netherlands

Publisher AMVJ publishers Netherlands

Free advertising Rob Vaneker

Redactie board Gratis adverteren,publiceren of een artikel aanleveren? Neem dan contact op met de redactie via: magazine_tarsenaal@icloud.com

Page 2

http://www.theblackwatch.co.uk

http://rafaroi.org


Langs deze weg wensen wij alle trouwe lezers van Magazine ‘T Arsenaal fijne feestdagen en een voorspoedig nieuwjaar 2017.


MAGAZINE ‘T ARSENAAL DECEMBER 2016

Editor’s Note OP DE KORREL

Alle remmen gingen los Hoe anders was het na het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945. De westerse geallieerden vormden samen de NAVO en de Sovjet Unie met zijn satellietstaten het Warschau Pact met zijn IJzeren Gordijn. De wederopbouw in Europa begon, evenzo de wapenwedloop tussen Oost en West, resulterende in een gewapende vrede: de Koude Oorlog. De door de Sovjets onder de voet gelopen landen, waaronder het geamputeerde Oost Duitsland, de latere DDR, Polen, Hongarije en andere Oostbloklanden zuchtten onder een repressieve communistische dictatuur. Zij waren de belangrijkste slachtoffers van het naoorlogse Europa. Onder de paraplu van Amerika en met de Marshall Hulp ontwikkelde West Europa zich razend snel tot een bloeiende economie en een profijtelijke afzetmarkt voor de Amerikanen. Tegelijkertijd vormde het communisme de grootste bedreiging, altijd was er die dreiging uit het Oosten. Maar er was ook een positieve keerzijde. De wereld was verdeeld in Amerikaanse en Sovjet invloeden. In het Midden-Oosten en Afrika wist elk land waar het aan toe was en voor hachelijke avonturen was er geen plaats. De grootmachten van de Koude Oorlog hielden regionale dictators in het gareel en onder de duim. Ook in Azië was de wereld verdeeld in westerse en communistische invloedssferen. Uit de Koude Oorlog valt een belangrijke les te trekken. Namelijk dat een stabiele wereld niet zonder het evenwicht van machtsblokken kan. De kracht van de een behoed de ander zijn kracht te misbruiken, en dat mechanisme werkt dieper door dan gedacht. Zie dat mondiale evenwicht ook als een moreel kompas dat toen onbewust in de hoofden van mensen zat, wat hun dagelijkse gedrag beïnvloedde. Het zijn altijd de winnaars die de weelde van de vrijheid niet kunnen verdragen en die zich te buiten gaan aan excessen. De ontwikkelingen van de afgelopen 25 jaar en onze huidige problemen in de wereld zijn daar het beste bewijs van. We hebben er met zijn allen een flinke puinhoop van gemaakt. Sinds 26 december 1991 is de wereld niet beter geworden. Daarom, heimwee naar de Koude Oorlog.

Page 4

http://www.theblackwatch.co.uk

Uw Hoofdredacteur, Rob Vaneker


THEMA VERHAAL

VERHAAL VAN EEN NEDERLAAG. DEEL3 Door: Kasper Dullemond & Rob Vaneker

Verwijten tussen bondgenoten Waar Nederland zijn vloot in de steek gelaten had, daar hadden de bondgenoten Nederland in de kou laten staan. De teleurstelling over de eerst passieve, daarna kritische opstelling van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en ook Australië in de ‘Indonesische kwestie’ was groot, maar werd voorlopig liefst in positieve zin verwoord, namelijk door te blijven herinneren aan de essentiële Nederlandse bijdrage in die nog zo recente strijd tegen Japan. Groot-Brittannië mocht dankbaar zijn dat Nederland als vanzelfsprekend zijn kleine luchtmacht en vloot had ingezet voor de zinloze versterking, en later hopeloze verdediging, van Singapore. De Verenigde Staten moesten niet vergeten dat Nederland het eerste land was dat Japan de oorlog had verklaard en onmiddellijk na Pearl Harbor als enige noemenswaardige successen op de vijand had weten te behalen. En dat Australië niet door de Japanners was bezet, kwam toch vooral door die hardnekkige Nederlandse weerstand.

Page 5

Wij verschaften Australië den tijd om zich voor te bereiden, hetgeen door de weldenkende Australiërs grif erkend wordt’, aldus bijvoorbeeld Onze Vloot in oktober 1946. Net iets schriller klonk dit argument een half jaar later: ‘Zelfs de ons

minst vriendschappelijk gezinde Australiërs geven grif toe, dat als de konvooien van vele honderden schepen (...) direct naar de West- of de Oostkust van Australië waren gevaren, er zoo goed als geen mogelijkheid geweest was Australië op dat moment succesvol te verdedigen.’Zonder Australië als uitvalsbasis, zo luidde de Nederlandse gedachtegang, hadden de geallieerden Japan nooit kunnen verslaan. De impliciete boodschap was dat Nederland in 1942 te weinig terug had gekregen voor zijn bondgenootschappelijke inzet. De geallieerden hadden op hun beurt Java niet tot het uiterste verdedigd, met voor Nederland desastreuze gevolgen. Toen Nederland in 1945 de geallieerden nodig had om zijn wereldrijk weer terug te krijgen, gaven deze niet thuis. Twee keer dus hadden de bondgenoten Nederland in de steek gelaten. Maar die ‘geallieerde onwelwillendheid’, zoals Helfrich het noemde, kende nog een derde verschijningsvorm. De vroegere bondgenoten bleken namelijk niet steeds met voldoende reverentie terug te blikken op de Nederlandse strategie tijdens de slag. Zeker in Washington was er kritiek op de ‘nutteloze opoffering’ in de Javazee, schrijft De Jong.


THEMA VERHAAL

Helfrich kreeg er te horen dat ‘de Amerikaanse marine en het State Department ons de slag in de Javazee kwalijk namen’.Ook Samuel Eliot Morisons geschiedenis van de Amerikaanse strijd ter zee tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarvan het deel over de Japanse opmars al in 1948 verscheen, kwam in Nederlandse marinekringen hard aan. Morison richtte zijn kritiek waar deze de meeste pijn deed, namelijk op Karel Doorman. Waar Nederland het beeld koesterde van een offensieve, strijdvaardige eskadercommandant, zette Morison Doorman neer als een twijfelaar die nooit zeker was van de gekozen tactiek en de strijd liever ontweek. De nederlaag in de Javazee rekende hij Doorman overigens niet zwaar aan. In een opsomming van de bekende factoren die aan het verlies zouden hebben bijgedragen (gebrek aan luchtsteun, slechte onderlinge communicatie, de veel betere Japanse torpedo’s en gestroomlijnde tactiek), concludeerde hij dat elke factor op zich al voldoende was geweest voor een geallieerde nederlaag.

Page 6

Zijn laatste slag had Doorman gevochten met ‘stubborn determination’, vond Morison. Het waren de aarzelingen en tactische fouten in kleinschaliger botsingen met de Japanners in de weken voorafgaand aan de slag, die het vertrouwen van de Amerikaanse commandanten in hun tijdelijke baas hadden aangetast.De Amerikaanse admiraal Hart, Helfrichs voorganger als leider van de ABDA-vloot, had Doorman zelfs willen ontslaan omdat deze te voorzichtig opereerde. Na diens vertrek, aldus Morison, was het Helfrich geweest die Doorman steeds weer tot actie moest aanzetten. De Britten waren over het algemeen milder. Misschien omdat zij, meer dan de Amerikanen, geneigd waren de nederlagen uit deze periode als

de norm te beschouwen. Misschien ook voelden zij zich, op basis van de gezamenlijk aangegane gevechten en gedeelde koloniale belangen, meer met de Nederlanders verbonden. In ieder geval bleek de slag in de Javazee de Nederlandse status in Londen tijdens de oorlog geen kwaad te hebben gedaan. Churchill en zijn militaire top vonden dat Nederland ‘zware offers [had] gebracht voor de gemeenschappelijke zaak’, schrijft De Jong. En de Britse publieke opinie was er door de slag des te meer van overtuigd geraakt ‘dat Nederlanders bij uitstek betrouwbare en strijdvaardige bondgenoten waren’. In een voor intern gebruik bestemde Britse Battle Summary uit 1945 werd geconcludeerd: ‘The Battle of the Java Sea constitutes a melancholy page in the history of the war, but not an inglorious one. An allied force (...) proved powerless to stem the enemy’s advance.’ Er werden geen schuldigen aangewezen; gezien de geallieerde uitgangspositie was het een logische nederlaag geweest, al had ook ‘misfortune’ een rol gespeeld. Het rapport sloot af met de vermeende laatste woorden van admiraal Tromp: ‘Ik heb gedaan. Houd goeden moed!’, dat in een voetnoot werd vertaald als ‘I am finished. Keep up your hearts!’.


THEMA VERHAAL

In The War at Sea (1956), een officiële geschiedenis van de Royal Navy gedurende de Tweede Wereldoorlog, schreef S.W. Roskill slechts dat ‘more skilful tactical handling’ misschien tot grotere verliezen bij de vijand zou hebben geleid, maar dat dit voor de uitkomst van de slag geen werkelijk verschil had gemaakt. De hoogste Britse officier tijdens de slag, kapitein Oliver Gordon van de Exeter, toonde zich in zijn memoires uit 1957 uiterst positief over Doorman. Hij was, schreef hij, ‘zeer onder de indruk van zijn buitengewone beminnelijkheid. Ik mocht hem direct graag en ik ben ervan overtuigd dat hij zeer bekwaam was.’ Of liet hij in deze laatste formulering op beleefdBritse wijze in het midden of Doorman deze bekwaamheid ook tijdens de slag had tentoongespreid?

Page 7

Australische kritiek op de Nederlandse leiding werd op een meer directe wijze verwoord. Kapitein Waller van de Perth, die als enige kruiser commandant onmiddellijk na de slag een rapport had kunnen inleveren, liet hierin weten teleurgesteld te zijn dat door Doormans tactiek niet steeds maximaal was geprofiteerd van de geallieerde vuurkracht, met name die van zijn eigen schip. Deze Australische kritiek klonk ook door in Proud Echo (1953) van Ronald McKie. De auteur, die zich baseerde op de herinneringen van diverse bemanningsleden, stelde dat de ‘Dutch admiral’ nooit de leiding van de vloot had mogen krijgen. De gevechtservaring van de admiraal was beperkten ‘he made a pretty mess of things’. Beter leiderschap en een meer agressieve tactiek hadden de slag wellicht in het voordeel van de geallieerden kunnen doen verkeren, aldus McKie. Maar ondanks zijn blunders had de ‘gallant’ admiraal ‘courageously’ gevochten. (In reacties op de slag lijkt dit onder de voormalige bondgenoten van Nederland, met name de Verenigde Staten, een beetje de consensus te zijn geworden: Doorman tactiek was niet altijd verstandig, maar zijn moed bewonderenswaardig. In verschillende bronnen worden de woorden van de commandant van het Amerikaanse jager smaldeel, T.H. Binford, aangehaald, die in de hitte van het gevecht over Doorman zou hebben gezegd: ‘That Dutchman has more guts than brains.’; een formulering waarin bewondering en irritatie elkaar in evenwicht lijken te houden.) Nu hadden zeker de Amerikanen en de Australiërs wel enige reden om kritisch naar de Nederlandse bevelvoering te kijken. Helfrich had hen namelijk

na afloop van de slag ook niet gespaard. Toen de Java gezonken en de De Ruyter zinkende was, trokken de twee laatst overgebleven schepen, de Amerikaanse Houston en de Australische Perth, zich terug op Java. Kapitein Waller van de Perth, na het uitvallen van Doorman op basis van anciënniteit de nieuwe eskadercommandant, had geconcludeerd dat doorvechten niet langer zinvol was. In Helfrichs eigen rapport van de slag, waarvan onderdelen werden opgenomen in de eerder genoemde Britse Battle Summary uit 1945, stelde hij dat Waller zich daarmee ‘strictly

speaking’ niet aan de orders had gehouden. ‘You must continue to attack until the enemy is destroyed’, was de opdracht geweest, aldus Helfrich: ‘This signal was intended to make it quite clear that I wanted C.S.F. (Combined Striking Force) to continue action whatever the cost and till the bitter end. Both cruisers were undamaged and it was not right to say in anticipation, “It is no use to continue action”, considering the damage inflicted on the enemy cruisers, which in my opinion must have been severe. Het is overigens mogelijk, voegde Helfrich daar op iets mildere toon aan toe, dat andere factoren een rol hadden gespeeld bij Wallers beslissing, zoals gebrek aan olie of munitie. Maar al met al was het een spijtig besluit geweest, vond Helfrich: The decision of Capt. of the Perth is even more regrettable as, after all, both cruisers did meet their end. Probably on the night of [27th/ 28th February] they would have sold their lives at greater cost to the enemy.


THEMA VERHAAL

De ironie van deze woorden is dat de Perth en de Houston als enige schepen van het eskader de Japanners werkelijk schade hadden berokkend, namelijk toen ze vanuit Batavia naar Australië probeerden te ontkomen en onderweg tussen de schepen van de invasievloot terechtkwamen. Dat kon Helfrich in 1942 nog niet weten, maar zijn commentaar zal de bondgenootschappelijke betrekkingen geen goed hebben gedaan. Verlies Er was, naast het Nederlandse volk en de voormalige bondgenoten, nog een derde groep die, in de ogen van Helfrich en anderen, het offer in de Javazee niet op waarde had geschat. Dat was de bevolking van Nederlands-Indië. Tijdens de oorlogsjaren zag Nederland het als vanzelfsprekend dat Indië, ‘waar meer dan 60 miljoen Rijksgenooten gebukt gaan onder het Japansche slavenjuk’, zich weer onder zijn gezag zou stellen, hoewel natuurlijk op basis van een grotere mate van gelijkwaardigheid dan voorheen. Ook hier had het offer van de Nederlandse vloot een rol moeten spelen. Helfrichs overwegingen om de strijd aan te gaan waren namelijk mede bepaald door de gedachte dat terugtrekken een verkeerde indruk zou wekken, legde hij in 1949 voor de parlementaire enquêtecommissie ‘Regeringsbeleid 1940- 1945’ uit Opgeven zonder slag te leveren zou door de bevolking niet begrepen zijn en de steun voor het Indonesische nationalisme enorm vergroot hebben. Het zou, in De Jongs parafrase van Helfrichs woorden, ‘bij de grote massa van de Indonesische bevolking de overtuiging kunnen doen postvatten dat Nederland, als het er op aankwam, niet bereid was, zware offers voor haar bescherming te brengen’.

Page 8

De Jong voegt hier aan toe: ‘Zware offers werden door Helfrich gezien als het duidelijkst bewijs dat het Nederland ernst was met die bescherming [en deze zouden] een duidelijke waarborg bieden voor zijn herstel na afloop van de oorlog.


THEMA VERHAAL

Het lijkt een belangrijk argument – waarin Helfrich overigens met superieure vanzelfsprekendheid voorbijging aan de vraag of de Indonesiërs in 1942 nog door Nederland beschermd wilden worden –, maar het ging interessant genoeg pas betrekkelijk laat deel uitmaken van het verhaal van de slag, namelijk toen de Nederlandse pogingen om Indië terug te krijgen nauwelijks meer reëel te noemen waren. In de verhaalversies uit de oorlog en de periode meteen daarna werd het argument niet expliciet gebruikt. Slechts de buitenstaander Morison noemde in 1948 het voorkomen van gezichtsverlies tegenover de bevolking (‘oriental “face”’) een van de factoren die bij het aangaan van de strijd een rol hadden gespeeld.

Page 9

Betekent het feit dat het argument pas een jaar of zeven na de slag naar buiten kwam, dat hier sprake is van een rechtvaardiging achteraf? Niet per se. Het kan zijn dat het argument voor Helfrich zo vanzelfsprekend was, dat hij pas een verwoording vond toen hem er naar werd gevraagd. Dat het argument op het moment zelf vreemd geklonken zou hebben – ‘Wij vechten omdat we het tegenover jullie niet kunnen maken om niet te vechten’– kan ook een rol hebben gespeeld. Maar de belangrijkste reden zal zijn geweest dat het argument al een paar dagen na de slag krachteloos was geworden. Op de opoffering van de marine (en de luchtmacht) was namelijk niet een even heldhaftige strijd van het landleger gevolgd, wat het effect van het geheel behoorlijk teniet deed. De ZuidAfrikaanse auteur Laurens van

der Post, die begin 1942 als inlichtingenofficier van het Britse leger op Java gestationeerd was, schreef in zijn herinneringen: ‘Instead of a real battle for the European way of life, the Indonesians had seen island after island (...) fall ignominiously without more than a skirmish or two. (...) The population of these islands would have had no idea of what the gallant Dutch airforce, and the Dutch navy under Admiral Doorman (who went down with his ship in the Battle of the Java Sea), had done to redeem that picture of an apparently abject surrender to the Japanese.’Een variant op deze waarneming was al vlak na de oorlog op de Nederlandse radio te horen geweest. H.W.J. Picard, voordien commentator bij de Nederlands-Indische radio (NIROM), mocht begin 1946 voor de AVRO-microfoon in vijftien causerieën ‘de waarheid over Java’ vertellen. Tot aan de Japanse inval, aldus Picard, keek de Indonesiër tegen de Nederlander op als een zoon tegen zijn vader. Toen deze ‘sterke bewonderde en gevreesde vader’ tegen de Japanners geen vuist wist te maken, ontstond een ‘Oedipussituatie’. De Indonesiërs zagen geen werkelijke strijd: ‘Integendeel, zij hebben – als ik en zoovele andere Nederlanders met mij – vluchtende soldaten gezien, soldaten, die bedelend langs de huizen om een bete brood, en een slok water, doodmoe en gedesillusioneerd de wegen afstrompelden. De Indonesiërs hebben de schitterende daden van onze luchtmacht en van onze marine niet persoonlijk gezien. Hoogstens gehoord, en

het visuele is zoveel sterker.’ De opoffering van de vloot had dus, in deze gedachtegang, geen enkele betekenis toen zij niet werd gevolgd door een even resoluut optreden te land. Drievoudig had de vloot zich opgeofferd in de Javazee. Voor het Nederlandse volk, dat maar steeds niet thuis gaf. Voor de bondgenoten, wier erkentelijkheid van korte duur bleek. En voor de rijksgenoten overzee, die daar nauwelijks weet van hadden gehad, en er misschien ook niet om hadden gevraagd. Dat stemde bitter. ‘Het Koninkrijk der Nederlanden heeft de oorlog gewonnen, doch, in zijn geheel beschouwd, de Vrede verloren’, schreef Helfrich in het slothoofdstuk van zijn memoires. Hoe moest het nu verder?

Vervolg deel drie in nr 36 medio Januari 2017



SPECIAL DE KOUDE OORLOG

Koude Oorlog 2.0 Terug naar een bipolaire wereldorder? Door: Rob.E.Vaneker

Inleiding Sinds jaar en dag gaan er steeds meer stemmen op over een mogelijk hernieuwde koude oorlog. De Russische Federatie komt de laatste jaren in het Westen steeds meer in opspraak met haar autocratische regime en agressieve karakter. Met het huidige conflict in Oekraïne krijgt deze heropgeviste terminologie meer voet aan de grond. Edward Lucas baarde veel opzien in 2008, toen hij zijn boek ‘The New Cold War’ uitbracht. Vandaag de dag vindt deze stelling echter steeds meer aanhang in onze samenleving. Beknopte geschiedenis van de Koude Oorlog

Page 11

Ongeveer 25 jaar na de implosie van de Sovjet-Unie hebben historici, sociologen en andere deskundigen nog geen eensgezindheid bereikt betreffende een definitie van het

begrip ‘Koude Oorlog’. Wat de Koude Oorlog net inhoudt, welke tijdsperiode deze omspant of waar deze oorlogsvoering plaatsvond? Om deze redenen en nog veel meer is het maken van een synthese van de Koude Oorlog een erg complexe taak. Het spreekwoordelijke door de bomen het bos niet meer kunnen zien, is nooit zo toepasselijk geweest. Desalniettemin maakt de grote abstractiegraad van het concept ‘Koude Oorlog’ dit onderwerp bijzonder interessant. Er zijn vele mogelijke insteken om vergelijkingen te maken met de huidige internationale situatie. “The Cold War is a period in which the global conflict between the United States and the Soviet Union dominated international affairs, roughly between 1945 and 1991.”


SPECIAL DE KOUDE OORLOG

De Koude Oorlog was met andere woorden een strijd tussen twee grootmachten, Die wat betreft ideologie, economische en politieke systemen lijnrecht tegenover elkaar stonden. Beide protagonisten vochten echter nooit rechtstreeks tegen elkaar. Vele oorlogen werden in de periferie uitgevochten, waardoor de Koude Oorlog een globaal karakter kreeg. De Sovjet- Unie en de Verenigde Staten bevonden zich in een permanente strijd om bondgenoten, invloedssferen en grondstoffen. Propaganda speelde een vitale rol, net zoals de wapenwedloop.

Het tijdsbestek waarbinnen de Koude Oorlog zich afspeelt, is ook een twistpunt. Sommige historici, zoals Vanden Berghe, beweren dat de Russische Oktoberrevolutie in 1917 het startpunt was. Anderen zijn eerder van mening dat de Tweede Wereldoorlog het conflict inleidde. Het begin van de Koude Oorlog kan tevens gelijkgesteld worden aan het einde van de Grote Alliantie: Voor Truman begon het nieuwe conflict daardoor bij de afkondiging van de Truman doctrine in maart 1947. Stalin beschouwde de proclamatie van het Marshallplan in juni 1947 als startpunt.Het einde van de Koude Oorlog is evenzeer onderhevig aan interpretatie. Stephanson aanschouwt, uit het oogpunt van de Verenigde Staten, het begin van de jaren zestig als eindpunt. De opkomst van Gorbatsjov als secretaris-generaal van de Sovjet-Unie in het midden van de jaren tachtig kan tevens als eindpaal beschouwd worden. De meeste academici stellen het einde van de Koude Oorlog echter gelijk met de neergang van de Sovjet-Unie en het Oostblok in de periode 1989-1991.

MEN STOND LIJNRECHT TEGENOVER ELKAAR

Page 12

De Koude Oorlog was echter niet alleen een feit, maar ook een gedachte. Heel de wereld was gedurende een hele periode immers emotioneel betrokken bij het gebeuren. De Koude Oorlog was een aanleiding voor een heropleving van het nationalisme, patriottisme en tot op zekere hoogte een samenhorigheidsgevoel. De toenmalige situatie beheerste het dagelijkse leven en niemand kon eraan ontsnappen. Vele gebeurtenissen werden tevens, al dan niet correct, in het daglicht van deze bipolaire strubbelingen geplaatst.

“�


SPECIAL DE KOUDE OORLOG

Page 13

Waar speelde de Koude Oorlog zich precies af? Door toedoen van Westad is men het er steeds meer over eens dat de Koude Oorlog een globaal karakter kende . In de periode net na de Tweede Wereldoorlog speelde het bipolaire conflict zich voornamelijk af in Europa naar aanleiding van de strijd om bondgenoten tussen de twee grote mogendheden. Al snel vindt de Koude Oorlog echter ingang in de Derde Wereld,

naar aanleiding van onder andere hun dekolonisatieproces. Hierdoor wordt de gehele wereld betrokken in dit langdurige conflict. De eerste periode strekt zich uit van 1945 tot 1953. Deze etappe begint anders gezegd met het einde van de Tweede Wereldoorlog, waarin de geallieerden als overwinnaars uit de bus kwamen.


Gaddis is echter van oordeel dat deze zegevierende landen al ideologisch en geopolitiek, zij het niet militair, met elkaar in oorlog waren. Europa wordt verdeeld in twee invloedssferen. Het begrip ‘IJzeren Gordijn’ doet tevens zijn intrede en het Oostblok-beeld wordt gevormd. President Truman van de Verenigde Staten houdt een toespraak waarin hij zijn ‘Trumandoctrine’ uit de doeken doet, die gestoeld is op de ‘indammingsstrategie’ van Kennan. Enkele maanden later volgt het Marshallplan, dat West-Europa van de nodige economische ademruimte moet voorzien om de heropbouw op gang te brengen. Stalin reageerde door middel van de oprichting van het Kominform (Communistisch Informatiebureau), dat de Europese communistische partijen verenigde.

Page 14

In 1948 volgde een eerste climax van de Koude Oorlog waarbij de Europese machten, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie allemaal betrokken waren . Stalin installeerde immers vanaf juni tot mei 1949 een blokkade van Berlijn, om op die manier West-Berlijn trachten binnen te lijven. De westerse mogendheden reageerden met de oprichting van een luchtbrug ter bevoorrading naar de Duitse stad. Op 12 mei 1949 zag de Secretaris-Generaal van de Sovjet-Unie de nutteloosheid van een blokkade in en blies hij ze af. Als gevolg van deze crisis werd de vorming van de Bondsrepubliek Duitsland en de Duitse Democratische Republiek versneld. In het voorjaar van 1948 werd het Verdrag van Brussel gesloten en één jaar later volgde de ondertekening van het NAVO-verdrag, waarmee de Westerse mogendheden zich verenigden om zich te beschermen tegen de Sovjet-Unie. Mao riep op 1 oktober 1949 de Chinese Volksrepubliek uit, nadat de communisten de strijd met Kwomintang gewonnen hadden.


KOUDE OORLOG

SPECIAL DE KOUDE OORLOG

Page 15

De eerste periode van de Koude Oorlog wordt afgesloten met de crisis tussen Noord- en ZuidKorea. Beide landen werden na de Tweede Wereldoorlog verdeeld door de achtendertigste breedtegraad. Het noorden, onder leiding van Kim Il Soeng, viel onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie, het zuiden werd geleid door Syngman Rhee en gesteund door de Verenigde Staten. Op 25 juni 1950 vielen Noord- Koreaanse troepen Zuid-Korea binnen en drongen de zuiderlingen ver terug. In september van datzelfde jaar werd een tegenoffensief op gang gebracht door enkele leden van de Verenigde Naties.1 De Volksrepubliek China reageerde op haar beurt in november. Nadien volgde een status quo rond de achtendertigste breedtegraad tot een wapenstilstand bedongen werd op 27 juli 1953. Officieel hield Moskou zich afzijdig van het conflict, maar de Verenigde Staten wisten wel degelijk dat de Sovjet-Unie actief deelnam aan de strijd door middel van wapenleveringen en het zenden van manschappen. Hetzelfde geldt voor Peking, dat officieel enkel ‘vrijwilligers’ zond. Washington zei echter niets om een nieuwe en mogelijk fatale wereldoorlog te vermijden. De crisis in Korea zorgde enerzijds voor het begin van de eerste bewapeningsronde. Anderzijds gaf het conflict aanleiding tot een herziening in de ‘indammingsstrategie’ van de Verenigde Staten. De legale basis hiervoor werd gelegd in het NSC-68 document, dat aan de ideologische klemtoon van ‘containment’ een militair invulling in het buitenland gaf: het zogenaamde ‘flexibel response’-principe. In het midden van de jaren vijftig begon een tweede fase van de Koude Oorlog. Deze duurde tot het einde van de jaren zestig. Stalin stierf in in 1953 en werd opgevolgd door de meer liberale Nikita Chroesjtsjov. Op 14 mei 1955 kwam er een antwoord op de NAVO vanwege de Sovjet-Unie en de Oostbloklanden: de oprichting van het Warschaupact. De nieuwe Secretaris-Generaal van de Sovjet-Unie rekende op het twintigste partijcongres geheel onverwacht af met de personencultus rond Stalin. In oktober 1956 treedt het Warschaupact voor het eerst in werking, wanneer het een opstand in Boedapest neersloeg. Tijdens de regeerperiode van Chroesjtsjov kwam de relatie met de Volksrepubliek China onder hoogspanning. Mao kon het niet vinden met de politiek van de Oekraïner en het kwam uiteindelijk zelfs tot een

scheiding van beide communistische mogendheden in het begin van de jaren zestig . Op aangeven van Ulbricht werd in augustus 1961 de Berlijnse muur gebouwd, om op deze manier de uitstroom van Oost-Duitse burgers tegen te gaan. Het einde van de tweede fase van de Koude Oorlog werd gekenmerkt door wereldwijde protesten: onder andere in China, Praag, WestDuitsland... Tijdens de tweede periode van de Koude Oorlog onttrokken zich ook twee belangrijke conflicten in Vietnam en Cuba. Vietnam was als gevolg van de conferentie van Genève in 1954 verdeeld in Noord- en Zuid-Vietnam. Het noorden werd bestuurd door de communistische Vietminh onder leiding van Ho Tsji Minh. Het zuiden was erg verdeeld door het schrikbewind van Diem, die gesteund werd door de Verenigde Staten . In december 1960 werd in Zuid-Vietnam het Nationaal Bevrijdingsfront opgericht, door Washington de ‘Vietcong’ genoemd net zoals de Noord-Vietnamese troepen. Onder president Johnson ging de operatie ‘Rolling Thunder’ in maart 1965 van start. Dit offensief zou 8 jaar duren. De Verenigde Staten startten tevens met het sturen van grondtroepen, waarvan het aantal al snel tot een half miljoen zou oplopen. De Amerikaanse bevolking werd evenwel steeds kritischer tegenover hun regering en protesteerden massaal. Laos en Cambodja, beide buurlanden van Vietnam, werden ook steeds meer betrokken in het conflict. Johnson moest uiteindelijk toegeven aan de Noord-Vietnamese standvastigheid en startte onderhandelingen op in mei 1968. Geleidelijk aan trok de Verenigde Staten zijn troepen terug, maar bombardementen bleven aanhouden. Op 27 januari 1973 werd uiteindelijk een akkoord bereikt, dat een einde maakte aan de oorlog. Nog eens drie jaar later zag de Socialistische Republiek Vietnam het daglicht.


SPECIAL DE KOUDE OORLOG

FIDEL CASTRO

Page 16

In Cuba kwam Fidel Castro op nieuwjaarsdag 1959 aan de macht na een jarenlange nationalistisch-getinte revolutionaire strijd. Pas na het uitroepen van een embargo en de inval van de Verenigde Staten in de Varkensbaai (april 1961) sloot Castro zich aan bij de socialistische stroming en smolt zijn partij samen met de communistische partij. De banden met de Sovjet-Unie werden sterk aangehaald en gedurende 1962 startte Moskou met wapenleveringen. Op 14 oktober 1962 merkte een Amerikaans spionagevliegtuig, dat de Sovjet-Unie nucleaire aanvalswapens op Cuba aan het installeren was. Kennedy koos vrijwel meteen voor een blokkade van Cuba en startte onderhandelingen met Chroesjtsjov op. Er volgden twee weken waarin een nucleaire oorlog nooit veraf leek te zijn. De Cubaanse crisis wordt daarom wel eens het heetste Koude Oorlog-conflict genoemd. Uiteindelijk maakte Chroesjtsjov op 28 oktober officieel een einde aan de crisis. Moskou trok zijn wapens terug uit Cuba en Washington beloofde Havana niet meer aan te vallen en zijn offensieve wapens uit Turkije terug te trekken. In de nasleep van de Cubacrisis werd een hotline gecreëerd tussen de twee mogendheden en werd er afgesproken geen nucleaire testen meer uit te voeren onder water en in de ruimte.

De derde fase van de Koude Oorlog staat bekend onder de naam ‘dooi’ of ‘detente’ en bedekt de periode van 1969 tot 1976. In deze tijdsspanne was er sprake van een relatieve toenadering tussen de twee supermachten. De wapenwedloop werd beperkt in het SALT I-verdrag van mei. De ‘Ostpolitik’ van Willie Brandt vond zijn intrede in het politieke landschap en zorgde onder meer voor een akkoord over WestBerlijn. De slotakte van Helsinki in 1975, waarin de mensenrechten expliciet werden erkend door de Sovjet-Unie, gaf het dissidenten-milieu in OostEurope een nieuw elan. Eind jaren zeventig bleek eens te meer dat er grenzen aan de detente waren. De vierde periode wordt weleens ‘de Tweede Koude Oorlog’ genoemd en zal duren tot het midden van de jaren tachtig. De internationale politiek werd voornamelijk bepaald door een opeenvolging van conflicten in de Derde Wereld. In Angola, Nicaragua en Afghanistan werden hevige conflicten uitgevochten. Oost-Europa was eind de jaren zeventig het schouwtoneel van enkele grote opposanten bewegingen, zoals ‘Charta 77’ in Tsjechoslowakije en ‘Solidariteit’ in Polen. Kersvers Amerikaans president Reagan deed ook zijn duit in het zakje. Hij viste de retoriek van begin jaren vijftig opnieuw op en dreef de bipolariteit weer op de spits.

De periode van de ‘Tweede Koude Oorlog’ was het strijdtoneel van de oorlog van de Sovjet-Unie in Afghanistan. De communistische president Taraki en zijn eerste minister Amin kwamen in 1978 aldaar aan de macht. Zij kregen echter weinig steun van de overgrote meerderheid van de bevolking. Fundamentalisten begonnen zich te verzetten met steun van onder andere China en de CIA. De extreme minister Amin greep in 1979 de macht, weinig naar de zin van de Sovjet-Unie. Op 25 december 1979 vielen Sovjettroepen Afghanistan binnen en brachten Karmal aan de leiding, waarna de Verenigde Staten fel reageerden. Pas in april 1988 werd een akkoord bereikt tussen de supermachten en trokken de Sovjettroepen zich terug. Het conflict in Afghanistan kan aanzien worden als de Sovjetvariant van het Vietnam conflict voor de Verenigde Staten.


SPECIAL DE KOUDE OORLOG

“Strategy of responding to aggression wherever it took place, without expanding the conflict or backing away from it.”

De laatste fase in de Koude Oorlog startte in het midden van de jaren tachtig met de opkomst van Gorbatsjov en zou duren tot de val van de Sovjet-Unie. De vierenvijftigjarige Gorbatsjov werd op 11 maart 1995 SecretarisGeneraal van de communistische partij van de Sovjet-Unie. Hij zette meteen zijn stempel op de binnen- en buitenlandse politiek door middel van zijn ‘glasnost’ en ‘perestrojka’-politiek. Hij streefde tevens naar een betere relatie met de Verenigde Staten. In 1989 kondigde hij de ‘Sinatradoctrine’ af, waardoor Oostbloklanden voortaan niet meer moesten vrezen voor de Brezjnevdoctrine en hun eigen koers konden varen.Dit gaf uiteindelijk aanleiding tot het doorbreken van het ‘IJzeren Gordijn’ in Hongarije, de rondetafelconferentie in Polen en de val van Berlijnse muur.

Page 17

De Sovjet-Unie begon op deze manier onophoudelijk af te brokkelen. Op 3 oktober 1990 volgde de Duitse eenmaking, dat als een symbolisch einde van de Koude Oorlog kan beschouwd worden. Na de mislukte machtsgreep in Moskou van enkele

conservatieve legerleiders in augustus 1991, werd het duidelijk dat de Sovjet-Unie ten dode was opgeschreven. Op 31 december 1991 werd de Sovjet-Unie dan ook opgeheven en kwam er een de facto einde aan de Koude Oorlog . Het einde van de Koude Oorlog was natuurlijkerwijs niet enkel het gevolg van het beleid van Gorbatsjov. De economische toestand van de Sovjet-Unie, de falende ideologie van het marxisme-leninisme, de globalisatie van democratisering en het veranderen van cultureel-politieke context zijn maar enkele drempels waarover de SovjetUnie uiteindelijk struikelde.......


SPECIAL DE KOUDE OORLOG

Eigenschap die we terugvinden bij vele Koude Oorlogconflicten, is de plaats waar deze zich afspeelden.

Page 18

Kort na de Tweede Wereldoorlog speelden de crises zich voornamelijk af op het Europese vasteland. Toen de invloedssferen hier echter verdeeld waren, vond de Koude Oorlog steeds meer zijn ingang in de andere werelddelen.

De zogenaamde Derde Wereld werd het strijdtoneel van de conflictsituaties tussen de SovjetUnie en de Verenigde Staten. De gewapende crises werden uitgevochten in de periferie van de wereld, zoals Korea, Vietnam en Afghanistan. De grootmachten steunden elk een tegengestelde groep in het desbetreffende land en vochten hun onderlinge disputen op deze manier onrechtstreeks met elkaar uit. De voornaamste uitzondering op deze regel is het conflict in Cuba, waar beide mogendheden oog in oog met elkaar stonden. Dit verklaart meteen waarom tijdens oktober 1962 een nucleaire wereldoorlog heel dichtbij leek. Deze crises zorgden voor een splitsing van de wereld in verschillende invloedszones, die leidden tot het bestendigen van de Koude Oorlog. De conflicten in de Derde Wereld waren in se niet altijd even belangrijk voor de grootmachten, maar werden door het zwart-wit denken wel van belang. Algemeen genomen kunnen we dus spreken van vier belangrijke kenmerken van een Koude Oorlog-conflict: Ten eerste is er de tegengestelde ideologie, die aanleiding gaf tot de Koude Oorlog en dus ook tot de crises binnen deze periode. Het

afdwingen van het denksysteem was zowel een aanleiding als een gevolg van de status als grootmacht die de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten genoten in de bipolaire wereldorde. Het tweede kenmerk is de noodzaak om een nucleaire wereldoorlog af te weren door enerzijds geen rechtstreeks militair contact toe te laten en anderzijds steeds op zoek te gaan naar diplomatieke oplossingen. Dit zorgde voor bepaalde verborgen regels, die de Koude Oorlog meer voorspelbaar en minder gevaarlijk maakte. Desalniettemin moesten de twee mogendheden toch klaar zijn voor een eventuele nucleaire oorlog, wat aanleiding gaf tot de voortdurende wapenwedloop. De plaats waar de conflicten zich veelal afspeelden, namelijk in de periferie van de wereldorde, is een algemeen kenmerk. De grootmachten probeerden de invloedssfeer van de ‘andere’ preventief te beperken om op die manier een ‘domino-effect’ te vermijden. Als laatste punt van overeenkomst is er de belangrijke aanwezigheid van propaganda, die het beeld van de ‘ander’ vormde en zorgde voor steun van de eigen bevolking. In de volgende aflevering NR 36, medio Januari 2017: Het Russisch-Georgisch conflict.


Darp VLAK NA DE BEBOUWING VAN HAVELTERBERG TEN NOORDEN VAN STEENWIJK SCHIET JE EEN GOED ONDERHOUDEN WEG ZONDER NAAM IN. EVEN LATER MET DE WEG RECHTS AFBUIGEN TUSSEN EEN NOG STEEDS AANWEZIGE INGANGSMARKERING DOOR, ALS HET BOS WIJKT VERTAKT DE WEG ZICH Door: Frank Oosterboer. IN EEN DRIETANDIGE VORK.

De Site ergens in de jaren’80 (foto:Nederlands Artillerie Museum)

De binnenkant van een opslagbunker

Page 19

(foto: 8th Missiledet)


Darp.De verdwenen kernwapensite De twee buitenste tanden zijn zandwegen en de middelste is de geasfalteerde voortzetting . Deze loopt tussen jonge dennenbomen door en als hij ophoudt ontvouwt zich er een nauwelijks met gras bedekte zandvlakte met aan de rechterkant een betonnen wachttoren. Bestemming bereikt. Eind jaren ‘50 werd zonder veel politieke discussie een nucleaire taak aan de Landmacht toegevoegd.Het overwicht aan conventionele middelen van de Warschaupact troepen moest aan NAVO-zijde gecompenseerd worden. Dit gebeurde met de invoering van Amerikaanse tactische kernwapens die ook aan de bondgenoten verstrekt werden,met een restrictie. De bondgenoten waaronder Nederland leverden de lanceerinrichtingen en de Amerikanen de nucleaire munitie die ook onder hun beheer zou blijven. Het eerste atoomwapen aan Nederlandse kant was de Honest John- raket die vanaf een mobiele lanceerinrichting het luchtruim kon kiezen. In 1960 werd een batterij 8 inch houwitsers geschikt gemaakt voor het afschieten van atoomgranaten.

Page 20

De opslag van de kernkoppen en granaten werd ondergebracht op aparte locaties. In Nederland waren dat Darp (Havelterberg) en ’t Harde. De site van ’t Harde lag tegenover de Tonnetkazerne en was niet eenvoudig te benaderen door ongewenste lieden. Bij Darp lukte dit makkelijker en de site zou dan ook jaren later veelvuldig in het nieuws komen door acties van de anti- kernwapenbeweging. Vlak bij het buurtschap Havelterberg gelegen was de site ingericht als een fort volgens sommigen, maar de gelijkenis met een gevangenenkamp is beter. Op een toen kale vlakte aan de voet van de Havelterberg was een vierkant veld waarin twee opslagplaatsen die als ruggen boven het maaiveld uitstaken. Dit vierkant was afgescheiden met twee rijen hekwerken en op de buitenhoeken waren wachttorens, waarvan de betonnen toren die er nu nog staat er een was.

Het binnenste deel van de site werd bewaakt door de Amerikanen, normaal gesproken kwamen hier geen Nederlanders.Hieromheen kwam de buitenring en deze viel onder de verantwoordelijkheid van de landmacht. Op ongeveer tien meter afstand van de buitenste hoge hekwerken warenschuttersputten.s’Nachts werd de site fel verlicht. Het Nederlandse wachtdetachement zat in het rechtergedeelte van het lage gebouw bij de betonnen wachttoren tussen de binnen-en buitenring.De Amerikanen gebruikten het linkergedeelte dat de toegang tot de binnenring bewaakte. Deze opzet met binnen-en buitenringen werd ook bij andere Europese sites van de Amerikanen toegepast. Tot 1972 werd het bewaken van de buitenring en de transporten gedaan door 434 Infanterie Beveiliging’s Compagnie Mobiel “van Heutsz”. Ook de site in t’ Harde werd door een IBC beveiligd. Het wachtlopen was psychisch zwaar. Men liep met scherpe munitie en was op zijn hoede voor Russische Spetnatz troepen (een soort commando’s) maar in de zeventiger en tachtiger jaren ook voor de Duitse Baader Meinhof terreurgroep. Het kwam onder sommige soldaten tot ongewenst gedrag als drankmisbruik en andere excessen bij stoom afblazen en de IBC’s werden van hun permanente bewakingstaak ontheven. Voortaan werd de bewaking verzorgd door andere eenheden van het parate leger zoals infanterie, cavalerie en artillerie, die per toerbeurt met hun eenheid een week dienst deden op de site. Ook de IBC’s draaiden mee in dit schema De relatieve toegankelijkheid van Darp werd in de begin jaren ’80 aanleiding voor de vredesbeweging om zijn pijlen op de site te richten. Er werden “vredeskampen” in de omgeving ingericht, pogingen ondernomen de site te betreden en de toegang te blokkeren. Dit laatste lukte meer dan eens. Ook hield men acties voor de poort van de nabijgelegen Johannes Postkazerne waar de lanceerinrichtingen voor raketten gestationeerd waren.


1/

De Honest John Was het eerste nucleaire systeem binnen de KL dat in 1959 werd ingevoerd.

2/

M115 Het eerste geschut in Nederland waar atoomgranaten mee afgevuurd konden worden.

3/

De Lance Was de opvolger van de Honest John. Aangeschaft om conventionele ladingen mee af te schieten, maar vanaf 1978 ook voor nucleaire bedoeld.

4/

M110

Page 21

Was de gemechaniseerde opvolger van de M115 in hetzelfde kaliber en eveneens van Amerikaanse makelij.

Einde jaren ’70 kwam de discussie over kernwapens in Nederland op gang toen de NAVO kruisraketten in diverse Europese landen wilde stationeren. Dit waren ook de jaren van protesten tegen de invoering van de neutronenbom.


Een aandenken Page 22

De spanningen voor het bewakingspersoneel liepen hoog op en enkele keren is tijdens acties met scherp geschoten. Een vreemde situatie waarin dienstplichtigen volgens de instructies met scherp hadden moeten schieten op hun leeftijdgenoten als die over het hek waren gekomen. Zover kwam het niet maar deze confrontaties waren koren op de molen voor de demonstranten, die hiermee nog meer aandacht van de media kregen. Die laatsten gingen op onderzoek uit in de directe omgeving waarna er krantenberichten verschenen over de bevolking die verontrust was over schietgrage militairen. De belangstelling voor Darp zou echter verflauwen en wat de demonstranten wilden werd op een heel andere manier bereikt: de Koude Oorlog was in 1990 afgelopen. De noodzaak voor het langer aanhouden van nucleaire munitie verviel, 1992 was het laatste operationele jaar van de site. De kernwapens, waarvan men nooit heeft toegegeven dat ze er lagen, werden weggehaald en de site verlaten om ten prooi te vallen aan vandalisme, in 1999 werd ze gesloopt. Echt stil is het niet op de voormalige site, het verkeerslawaai van de A32 is vaag te horen. Helemaal alleen ben je ook niet, wie oplet kan herten en hazen zien wegschieten de begroeiing in. Hier zijn is een vreemde ervaring met iets on-Nederlands. Een beetje of je ergens in Duitsland staat aan het voormalige IJzeren Gordijn. De wachttoren is blijven staan als aandenken en was getooid met een herinneringsplaat. De vlakte waar ooit de twee opslagplaatsen waren is verrassend kaal en moet wel kunstmatig open gehouden worden anders was het hier allang begroeid geweest. Aan de voorzijde van het terrein staan een paar grote vuilcontainers en een mobiel toilet. Blijkbaar vindt iemand dat, in alle stilte weliswaar, er toch iets bewaard moet blijven als aandenken aan de Koude Oorlog in Darp.


REGIMENT VAN HEUTSZ

DE IBC’S Onder het Regiment van Heutsz vielen behalve het parate 48e Pantserinfanteriebataljon ook een twintigtal Infanterie Beveiliging’s Compagnieën (IBC). Deze vervulden de behoefte aan breed inzetbare bewakingseenheden met een infanterie achtergrond. De hoofdtaak van de IBC’s was objectbeveiliging (kazernes en mob-complexen). Een drietal IBC’s kreeg een andere taak en werd uitgerust met zwaardere bewapening, er werd een mortiergroep aan deze IBC’s toegevoegd en achter de naam kwam Zwaar te staan. Die andere taak betrof het beveiligen van de atoomwapen-sites in Darp ( 434 IBC), ’t Harde (425 IBC) en in Büren (Duitsland)(435 IBC).

Page 23

De ‘zware’ IBC’s hadden aanvankelijk als belangrijkste taak site-beveiliging. Na 1972 werden zij hoofdzakelijk ingezet om oefeningen en transporten te beveiligen van eenheden die met atoomwapens werkten. Na het einde van de Koude Oorlog werden de IBC’s, net als vele andere KL-eenheden opgeheven.


1/

Binnenring

De site gefotografeerd vanuit de betonnen wachttoren rechtsvoor(foto: Nederlands artillerie museum

2/

Vanuit de wachttoren Foto vanuit de wachttoren linksachter

3/

De betonnen wachtoren Gesitueerd linksvoor op de site, het lage gebouw rechts ervan was het wachtgebouw van de Nederlanders (de linkerkant) en Amerikanen.

4/

Foto richting ingang

Page 24

Ingang van de binnenring vanuit de wachttoren rechtsvoor op de site. De jeep staat op het terrein van het Nederlandse wachtdetachement.

Vanaf 1980 weigerden tientallen dienstplichtigen aan Sitewacht deel te nemen. Wie wilde kon een beroep op de Wet Gewetensbezwaren doen maar een aantal weigeraars had niets tegen het leger, alleen wat tegen kernwapens.


Kaiser Wilhelm II visiting the Yavuz Sultan Salim during his stay in Istanbul in October 1917 as a guest Op 27 oktober voer een Osmaans marineeskader onder leiding van de Duitse admiraal Souchon op deYavuz Sultan Selim uit en kreeg de orders van Enver om de Russische vloot aan te vallen. Hiermee was het rijk op 11 november 1914 officieel in oorlog met de Triple Entente, dat wil zeggen met Rusland, Frankrijk en Engeland.

Veldslagen op Osmaanse grond 1914

Page 25

Door: Rob.E.Vaneker

Toen de Russen de oorlog verklaarden aan de Osmanen, waren zij verplicht krachtens het geheime verdrag met de Duitsers, de wapens op te nemen. Aanvankelijk had Enver Pasja nog geprobeerd een neutrale positie te behouden, maar door de Duitse toezeggingen voor financiële steun en de verhoogde druk moesten de Osmanen op 25 oktober 1914 ten strijde trekken. Duitsland wist dat het Osmaanse geenszins in staat was een grootschalige strijd te voeren, maar het had hoge verwachtingen van hun bondgenoot met betrekking tot de Osmaanse moslims in Britse en Franse koloniën en in de Balkanstaten. Zij hoopten dat die in opstand zouden komen en de Osmanen zouden steunen, zodra er een jihad uitgeroepen zou worden. Bovendien konden de Osmanen de zeestraten dichthouden voor de Russische scheepvaart. De Osmanen verwachtten dat de oorlog hoogstens een paar maanden zou duren.

In de herfst van 1914 werd duidelijk dat de oorlog langer zou duren dan verwacht, want aan het westelijk front ontwikkelde zich een bloedige loopgravenoorlog. Nu werd het voor de Duitsers belangrijker om de moslims van de Entente-koloniën (zoals Egypte, Syrië en Irak) en in Russisch centraal-Azië op de been te krijgen. Na overleg met de seyhülislam riep de sultan op 14 november de Heilige Oorlog (jihad) uit. Er werd een intensieve propagandacampagne opgezet. Maar het effect dat dit allemaal teweeg zou brengen, was te verwaarlozen. De Duitsers moedigden hierna een offensieve strategie aan en de Duitse chef van de Osmaanse generale staf ontwierp operatieplannen om het Suezkanaal en het Russisch TransKaukasië aan te vallen. Enver Pasja steunde deze plannen ijverig. In november vielen de Russen als eersten aan op het Kaukasusfront, maar werden door de Osmanen tot staan gebracht. Eind december zette Enver op persoonlijk bevel een tegenoffensief in met een vernietigend resultaat. Toen het leger in januari op weg was naar Kars, werden ze bij Sarıkamış verslagen. Van de 90.000 man die aan deze veldtocht was begonnen, overleefden er maar 12.000. De anderen stierven van de kou en uitputting op de onbegaanbare bergpassen of aan tyfus. Oost-Anatolië was daarna geheel weerloos bij een volgende Russische opmars. Dit zou het begin zijn van een staatsgecontroleerde onderdrukking van Armeniërs, een kwestie die nu bijna een eeuw later nog steeds controversieel is. De verhouding tussen de Armeniërs en moslims, met name de Koerden, was nog altijd gespannen en er waren regelmatig botsingen.


Toen de oorlog uitbrak zagen veel Armeense nationalisten in een Russische overwinning hun kans een eigen staat te stichten in Oost-Anatolië, waarmee ze hun utopisch ideaal van de vereniging van de Russische en Osmaanse Armeniërs hoopten te realiseren. Enige duizenden Armeniërs namen dienst in het Russische leger. Ook waren er Armeniërs die uit het Osmaanse leger deserteerden, zoals ook veel moslims, en was er enige guerrilla-activiteit gaande achter de Osmaanse linies. Dit ‘overlopen’ werd door het Ittihat ve Terakki Cemiyeti (Comité voor Eenheid en Vooruitgang,

Page 26

IT)genoemd als hoogverraad opgevat en om deze problematische ontwikkelingen tegen te gaan, besloot het Osmaanse kabinet, op initiatief van de minister van Binnenlandse Zaken Mehmet Talât, zie foto boven, de gehele Armeense gemeenschap uit het oorlogsgebied te deporteren naar het gebied Deir al-Zor in noord-Syrië. Deze ‘verplaatsing’ of tehcir, zoals zij officieel heette, werd in 1915 en 1916 doorgevoerd en eindigde met de dood van enorme aantallen Armeense mannen, vrouwen en kinderen. In januari deed het Osmaanse leger een eerste poging het Suezkanaal te veroveren middels een verrassingsaanval. Maar die mislukte. Ook vond er in Egypte, in tegenstelling tot de hooggespannen verwachtingen van de Duitsers na het uitroepen van de jihad, geen anti-Britse opstand plaats. Met betrekkelijk lichte verliezen trokken de Osmanen zich terug naar het zuiden van Palestina. Een tweede poging in 1916 om het kanaal in te nemen mislukte ook.

Na deze Osmaans-Duitse offensieven lag het initiatief bij de Entente. De eerste reactie kwam van de Britten. Zij zetten twee Indiase divisies in aan de kop van de Perzische golf. Dit was een heel belangrijk gebied geworden, vanwege de oliebronnen, sinds de Britse marine overgestapt was van kolen naar olie. De Britten bouwden in 1915 en 1916 geleidelijk hun Britse en Australische troepen in Egypte uit ter voorbereiding op een offensief tegen Palestina. Maar het belangrijkste doelwit waren de zeestraten (Dardanellen en de Bosporus). De Britten veronderstelden dat een overname hiervan zeker drie belangrijke winsten op zou leveren: de verbinding tussen de Osmanen en Duitsers zou in één klap verbroken zijn, het Russische front zou bevoorraad kunnen worden en de Balkanstaten zouden wellicht overgehaald kunnen worden om zich bij de Entente te scharen. In februari en maart 1915 deden zij hun eerste poging de zeestraten te forceren. Het was een marine-operatie met Franse en Britse oorlogsschepen die de Osmaanse kustbatterijen uitschakelde, maar op 18 maart leed het vloot ernstige schade doordat schepen op de mijnen liepen. De actie werd afgebroken en besloten werd een gecombineerde land-zee-operatie uit te voeren. De Entente startte met landingen op de Anatolische kust en op het Gallipoli-schiereiland op 25 april 1915, waarbij Britse, Australische en Nieuw-Zeelandse troepen een aantal stranden bezetten. Zij werden echter tot stilstand gebracht nog voordat ze de toppen van de heuvels konden bereiken. Nieuwe landingen in augustus brachten ook geen doorbraak en in januari 1916 verlieten de troepen hun posities. Voor de Osmanen werd de behaalde overwinning op Gallipoli een bron van geweldige nationale trots, maar tegelijkertijd zouden de gevechten bij de zeestraten Voor de Osmanen werd de behaalde overwinning op Gallipoli een bron van geweldige nationale trots, maar tegelijkertijd zouden de gevechten bij de zeestraten.


Twee helft in 1916

Page 27

Vanaf de tweede helft in 1916 begon het tij te keren en ging het op alle fronten slechter. De Russen rukten ondanks felle en kostbare tegenoffensieven van de Osmanen steeds verder op in Anatolië en bezetten de steden Trabzon, Erzurum en Van. De Britten slaagden erin de Osmaanse gouverneur van Mekka, sjarif Hussein, met wapens, goud en beloftes van onafhankelijkheid aan te zetten tot een opstand tegen de Osmanen. Deze ontwikkelingen en lokaal-politieke overwegingen brachten de sjarif ertoe een algemene opstand te beginnen. De aanvallen van de bedoeïenentroepen waren met hulp van de Britse officieren en uitrusting steeds erger geworden. Tegelijkertijd bleven de Britten hun troepen in Mesopotamië en Egypte systematisch vergroten. Bagdad werd in maart 1917 ingenomen en de Britten trokken verder stroomopwaarts langs de Tigris. In Palestina mislukten diezelfde lente twee Britse pogingen het zuidelijke front van de Osmanen tussen Gaza en Beersheba te doorbreken. Het Osmaanse leger had ondertussen naast ziekte en ernstige desertie vooral te kampen met transportproblemen. De wegen waren erg slecht. Het belangrijkste transportmiddel was de trein, maar zowel het Palestina-front als het Mesopotamische front was voor de verbinding met Anatolië, Istanbul en Europa afhankelijk van een enkel spoor. De spoortunnels door het Taurus-gebergte en het Amanosgebergte waren pas in 1918 klaar. Het vervoeren van de troepen en het materiaal naar het front ging erg langzaam, omdat alles tweemaal uit- en tweemaal ingeladen worden. De ambitieuze Enver en zijn Duitse adviseurs kozen voor een offensieve strategie in de vorm van een tegenaanval om Bagdad te heroveren. In Aleppo werd een nieuwe divisie gevormd, Yıldırım (Bliksem) genaamd, onder commando

van de Duitse chef- staf veldmaarschalk Von Falkenhayn,zie foto boven. Meer dan 13.000 manschappen werden naar Aleppo gestuurd, echter tegen de tijd dat ze daar aankwamen was de situatie in Palestina zo gevaarlijk dat ze niet naar Bagdad maar naar het zuiden werden gestuurd. Desondanks braken de Britten in december bij hun derde poging door de linies bij Gaza heen en bezetten Jeruzalem.De enige positieve ontwikkeling voor de Osmanen was dat de nieuwe Russische regering na de revolutie van november 1917 om een wapenstilstand vroeg. Bij de vredesonderhandelingen in Brest-Litovsk (van december 1917 tot maart 1918) stemden de Russen toe zich terug te trekken uit de gebieden die zij in 1876-1878 hadden veroverd in Centraal-Azië. Terwijl de onderhandelingen werden gevoerd, stortte het Russisch leger in Anatolië in elkaar en heroverden Osmaanse troepen het gebied. De Armeense troepen die op dat moment in de steek werden gelaten, boden echter nog verbitterd weerstand en duizenden andere Armeniërs trokken met het Russische


Russische revolutie

Page 28

Foto links:Otto Liman von Sanders (Liman Pascha), Liman's Tochter und Admiral Wilhelm Anton Theodor Souchon(1864-1946) an Bord SMS Goeben

Na de Russische revolutie vormden antibolsjewistische groepen in Georgië, Armenië en Azerbaidjan de Republiek van Trans-Kaukasië met Tiflis als hoofdstad. Deze republiek weigerde de grenzen van voor 1876 te erkennen, waarop Osmaanse troepen het gebied bezetten. De Osmaanse regering breidde haar territoriale eisen uit en bezette meer plekken dan haar was toegewezen in BrestLitovsk. De panturkistische ideeën kregen nieuwe aantrekkingskracht voor Enver Pasja. Hij was nu ook voorstander van het idee van een nieuw rijk op basis van een unie met de Turkse gebieden in CentraalAzië ter compensatie van de verloren gebieden in het Midden-Oosten en op de Balkan. Ondanks de gevaren aan de fronten in Palestina en Mesopotamië stuurde hij de divisies die terugkeerden uit Galicië (veel Osmaanse soldaten waren daar heen gezonden ter steun aan de Duitsers) naar de Kaukasus en niet naar het zuiden. In mei 1918 stortte de Republiek vsn Transkaukasië, maar Enver zette door en bezette Azerbaidjan en Baku in september. De oorlog was echter al verloren. Het Duitse leger was sinds 8 augustus al bezig met zijn terugtocht en op 20 september forceerde het Britse leger in de slag bij Megiddo een beslissende doorbraak in Palestina. De IT-regering realiseerde zich dat ze geen andere keus had dan om een wapenstilstand te vragen. Bovendien trad het kabinet af, omdat de leiders door de Entente verklaard waren tot oorlogsmisdadigers. Het werd vervangen door een regering onder Ahmet Izzet pasja (Furgaç) die nooit lid was geweest van het IT. Op 31 oktober werd een wapenstilstand gesloten tussen een Osmaanse delegatie onder leiding van Hüseyin Rauf en admiraal Calthorpe in de haven van het eiland Mudros in de Egeïsche Zee. Ontstaan Nationale Verzetsbeweging Het Mudros-verdrag kwam in feite neer op de overgave van het Osmaanse Rijk. De Osmanen verloren veel gebied en het verdrag liet de bezetting van strategische plaatsen toe. Er was geen sprake van een overleg tussen twee gelijkwaardige partijen, maar van een stille verliezer (de Osmanen) en een overwinnaar (de Entente) die alles bepaalde.


Page 29

Enver Pasha-Ottomaanse nationaliteit - hier afgebeeld in in 1911 als minister van Oorlog tussen 1914-1918

Het verdrag bevatte 25 artikelen waarin de volgende zaken werden besloten: militaire bezetting van de zeestraten, controle door de Entente van alle spoorbanen en telegraaflijnen, demobilisatie en ontwapening van de Osmaanse troepen met uitzondering van enkele kleine contingenten die nodig waren om de orde te handhaven, overgave van alle Osmaanse garnizoenen in de Arabische provincies (wat het officiĂŤle verlies van alle Arabische provincies betekende) en vrijlating van alle Britse en

Franse krijgsgevangenen (maar niet van de Osmaanse)Al het Duitse en Oostenrijkse personeel moest het land binnen twee maanden verlaten. De gevaarlijkste clausule was artikel 7, het gaf de Entente namelijk het recht iedere plaats in het rijk te bezetten wanneer zij van mening was dat haar veiligheid bedreigd werd. Artikel 24 gaf de Entente het recht militair tussenbeide te komen in de Armeense provincies als de rechtsorde daar niet werd gehandhaafd.


Ottoman Turkish: ‫بهاءالدین شاکر‬, Modern Turkish: Cemal Bahaettin Şakir) Aan boord van een Duitse onderzeeër vertrokken Enver, Talât, Cemal Bahaettin Sakir en dr. Nâzım op 1 november richting Odessa uit angst voor berechting. Ze vermoedden dat ze ter verantwoording geroepen zouden worden voor wat de Armeniërs was overkomen, maar uiteindelijk is geen van deze Unionisten ooit berecht. Echter werden zij allemaal, behalve Enver, in de jaren 1920-21 door Armeense agenten vermoord. Vlak voordat de ITleiders vertrokken, hadden ze nog allerlei plannen gemaakt uit voorzorg voor eventuele strafmaatregelen tegen hen na de oorlog. Deze initiatieven vormden het zaad voor een ondergrondse verzetsbeweging in Thracië en Anatolië. Het was nog niet duidelijk wie de politieke macht zou krijgen. Er waren verschillende machtsblokken die deelnamen aan het machtsspel: allereerst was er het paleis met de nieuwe sultan Vahdettin Efendi (die zich Mehmet VI noemde), ten tweede waren er de Liberalen, ten derde de Entente en ten vierde de achtergebleven Unionisten. Maar de echte strijd zou plaatsvinden op de slagvelden in Anatolië vanaf 1919 en later vanaf maart 1920, de maand waarin de Britten Istanbul bezetten.

Page 30

De plannen die de IT-leiding in gang had gezet, waren al in maart 1915 bedacht toen ze verwachtten dat de Britse en Franse marine de Dardanellen zouden doorbreken. Als dat was gebeurd dat zou de Osmaanse regering verhuizen naar Konya. Enver was vermoedelijk de sturende

kracht achter deze plannen. Hij was er van overtuigd dat een tweede fase van de oorlog aan

zou breken en dat het rijk net zoals met de Balkanoorlogen een tweede kans zou krijgen waarin het Osmaanse leger een geslaagde tegenoffensief zou kunnen uitvoeren. Enver streefde daarbij het panturkistisch ideaal na en verwachtte dat de Turkssprekende gebieden in CentraalAzië, met name de bevrijdde Azerbeidjan een belangrijke rol zouden gaan spelen. De Osmaanse divisies die in 1918 uit Europa terugkeerden had hij met deze hoop richting de Kaukasus gestuurd. De Teşkilati-i Mahsusa (de Speciale Eenheid) kreeg van Enver de opdracht om in geheime opslagplaatsen wapens en munitie te verzamelen en te verbergen. In oktober 1918 werd deze organisatie vernoemd tot de Umum Alem-i Islam Ihtilâl Teşkilati (Algemene Revolutionaire Organisatie van de Islamitische Wereld) en afgezanten werden naar de binnenlanden gestuurd om guerrillabendes op te richten. Er bestonden al veel bendes waardoor het organiseren van de guerrillabendes niet al te veel moeite kostte. De volgende en tevens cruciale stap die de leiding zette een week voor het einde van de oorlog, was het in het leven roepen van Karakol (De Wachtpost). Het primaire doel van deze organisatie was de Unionisten na de oorlog te beschermen tegen de wraak van de Entente, de liberalen en de christelijke gemeenschappen. Ten tweede moest het verzet in Anatolië en de Kaukasus versterkt worden door er meer mensen bij te betrekken en geld en wapens te verzamelen en voorraden aan te leggen. Deze acties kregen uiteindelijk de vorm van een ondergronds gewapend verzet, dat zich ook over de verdediging van de moslims zou ontfermen in de gebieden die door Grieken, Armeniërs, Britten of Italianen geclaimd dreigden te worden. Tijdens de formatie van de regionale ‘verenigingen voor de verdediging van de nationale rechten’ kreeg dit verzet duidelijk vorm en zou het de hoofdrol spelen in de opbouw van een nationale verzetsbeweging vanaf 1919 in Anatolië en Thracië.


EODEM MODO TYPI, QUI NUNC VIDENTUR

De geschonken Duitse kruisers aan de Turken/Ottomanen,Goeben en Breslau varen de Dardanellen binnen

Sultan Mehmet VI van het Ottomaanse rijk 1918-1922

Het nationale verzet verwachtte dat de Britten of de Fransen hun belangrijkste vijanden zouden worden, maar dat bleek onjuist.

Page 31

Het gevaar kwam van veel dichterbij, namelijk van Griekenland. Met veel steun van Engeland kreeg dit land in mei 1919 de toestemming van de Entente haar troepen aan land te zetten en het gebied rondom Izmir te bezetten. Daar bleef het niet bij, want de Grieken maakten gebruik van de tijd die de onenigheden tussen de Entente-staten onderling opleverde. Het kostte de Entente-staten namelijk erg veel tijd oplossingen te vinden voor hun vaak tegenstrijdige afspraken en beloften die ze tijdens de oorlog hadden gemaakt met bijvoorbeeld sjarif Hussein van Mekka over de toekomst van SyriĂŤ. De Grieken konden op die

manier AnatoliĂŤ nog veel verder intrekken en andere plaatsen innemen. Toen de Ententemogendheden in augustus 1920 harde eisen wilden stellen aan de Osmanen, beschikten ze niet meer over voldoende mankracht om de daadwerkelijke uitvoering van deze eisen kon afdwingen. Het resultaat van de inmiddels enorme Griekse invasie was een bloedige oorlog, die eindigde in 1922 met een totale Griekse nederlaag.


WHO REALLY DIED AT GALLIPOLI ?

Page 32

From the heights above the Gallipoli-beaches the Turks had an open field of fire. For them it sometimes looked like a shooting-match. Picture made by a German warphotographer, Gallipoli, 1915.

De Slag bij Gallipoli vond plaats op een klein schiereiland op twee, later drie, verschillende slagvelden, niet ver van elkaar. Op één van deze velden stierven en vochten alleen maar Anzac soldaten (uit Australië en Nieuw-Zeeland) Op de andere twee plaatsen kregen de Britse en Franse troepen klappen van de Turken!


GEDECOREERDE WW 2 VETERAAN

Naast het Legioen van Eer is er de eind 1963 ingestelde Nationale Orde van Verdienste. Deze Nationale Orde van Verdienste wordt verleend voor "belangrijke verdiensten" (Frans: "mérites distingués"), terwijl het Legioen van Eer de "eminente verdiensten" beloont. De Nationale Orde van Verdienste is minder in aanzien dan het Legioen van Eer.

ALBERT SUTTON, Zijn verhaal in een notendop. Door: Rob.E.Vaneker

Albert Sutton hier rechts op de foto tijdens een herdenking

Page 33

WW 2 Oorlog’s veteraan ontvangt Legion d’Honneur Albert Sutton 95 jaar, één senior en zeer gerespecteerde oorlogsveteraan, ontving de Franse onderscheiding Legion d'Honneur uit handen van de Franse ambassadeur in Ierland. Deze plechtigheid vondt plaats tijdens een speciale dienst in Glasnevin,Dublin. Als jonge oorlogsvrijwilliger ging Albert aan wal in Normandië net na D-Day. Zijn taak was om voorwaarts te gaan met zijn RAF onderdeel richting België en tijdens die opmars te helpen bij het opzetten en inrichten van tijdelijke oorlogsvliegvelden waarvan jachtvliegtuigen konden opereren, type Hawker TempestTyphoon. Deze waren bewapend met anti-tank raketten of een ander soort munitie met als taak de Duitse konvooien-treinen e.d. aan te vallen en te vernietigen. Dit met de bedoeling om de geallieerde opmars te ondersteunen. Daarnaast was zijn onderdeel inclusief Albert

verantwoordelijk om RAF jachtvliegtuigen te voorzien van de broodnodige vliegtuigbrandstof, te repareren en te bewapenen. Tijdens zijn landing in Normandië en eveneens tijdens de opmars van zijn onderdeel, toonde Albert toen al veel interesse en belangstelling voor het verzamelen en oprapen van de inderhaast achtergelaten- en allerlei soorten verloren materialen van het Duitse leger waaronder Onderscheidingen, wapens en andere bruikbare zaken. Bij zijn terugkeer naar Engeland met zijn onderdeel was Albert zo slim om de meeste van deze zaken te kunnen behouden en daardoor het begin is geweest van zijn nog immers en thuis aanwezige, indrukwekkende memorabilia verzameling.


De heer Albert Sutton, geboren op 21 november 1921, werd opgevoed en getogen in het noorden van Dublin, in de buurt van het dorpje Malahide. Hij was werkzaam bij een houthandelaar in 1939 toen de oorlogsverklaring van het Verenigd Koninkrijk aan Duitsland hem dwong zijn baan op te zeggen ten gevolge van een import beperking van hout uit de Oost Europese bossen. Daardoor was er geen werk meer voor hem bij die handelaar. Als een van zijn vrienden wordt ingelijfd bij de Britse strijdkrachten te Belfast, besluit Albert Sutton zonder toestemming van zijn familie zich vrijwillig aan te melden voor het leger. Zijn reden zijn vooral zich te haasten” dat de oorlog voor het einde toch niet aan zijn neus voorbij zal gaan” In eerste instantie meldt hij zich voor een eenheid van de Royal Artillerie maar switch later op advies van zijn vrienden tot een aanmelding bij de Royal Air Force. Gestuurd naar een opleiding in Padgate in het graafschap Yorkshire, ervaart hij voor het eerst de realiteit van de oorlog, reizende in de Londense metro tijdens verlof gedurende de blitz. Een bezoek van hem aan een bioscoopvoorstelling wordt hem bijna fataal als de bioscoop getroffen wordt door een bom. Hij ontsnapt als een wonder ternauwernood aan deze aanslag. Vanwege zijn grote interesse en talent voor mechanica, wordt hij opgeleid als technicus bij de RAF en voltooid daarna zijn opleiding met de bevordering tot ‘Leading Aircraftsman”. Met deze rang wordt hij de verantwoordelijke over een aantal specialiste monteurs binnen zijn eenheid.Tot op de dag van vandaag bevestigd hij dat onder zijn verantwoording geen enkel vliegtuig een noodlanding heeft moeten maken of gecrasht is. Albert Sutton land op 6 juni 1944 op ‘Gold Beach’ nog vers met voetafdrukken van de eerste aanvalsgolf. Hij herinnert zich nog zeer goed de Duitse waarschuwing’s borden met daarop ‘Achtung Minen’, woorden die voor hem en zijn eenheid op dat moment abracadabra lijken te zijn. Een sergeant van zijn eenheid neemt het voortouw door zijn mannen te laten volgen in zijn voetsporen om zich zodoende door dat mijnenveld voort te bewegen. Hun voertuigen volgen hun na, leeg en op goed geluk. Na hun landing vervolgen zij hun weg met bestemming België.

Page 34

Na België wordt zijn eenheid doorgestuurd naar Duitsland om deel te gaan nemen aan de bevrijding van het concentratiekamp Bergen-Belsen. Albert herinnert zich nog als de dag van gisteren die verschrikkelijke geur toen zij het kamp naderden met daarin de uitgehongerde lichamen van de gevangenen. De oorlog eindigt voor Albert als zijn eenheid wordt overgebracht naar kamp Kastrup in Denemarken in afwachting om met zijn eenheid te worden overgebracht naar Japan. Deze met de bedoeling het Amerikaanse leger te ondersteunen. Echter zijn verplaatsing komt niet voor hem als verwacht daar intussen atoombommen zijn gegooid op de steden Hiroshima en Nagasaki door de Amerikanen om het einde van de oorlog aldaar te bespoedigen.

Vervolg pagina 35


A

LBERT KWAM OP HET IDEE DE ACHTERGELATEN RELIKWIEËN VAN HET DUITSE LEGER OP TE RAPEN TIJDENS DE OPMARS!

In de daarop volgende weken ontmoet hij aldaar in Denemarken een Deens meisje, Irene Gudrun die samen met hem terugreist naar Ierland. Na zijn demobilisatie probeert hij te solliciteren en daarmede toe te treden tot de Garda Siochana (Ierse politie). Echter zijn taalkennis van de Ierse taal is onvoldoende voor deze baan om aangenomen te worden. En zo verhuist Albert met zijn Irene naar Engeland om aldaar agent te worden bij de Londense Metropolitan Police. Daar werkt hij gelukkig tot aan zijn pensioen!

Page 35

Foto’s: Albert Sutton bij zijn verzameling thuis


Page 36

D

E ALBERT SUTTON PRIVÉ MEMORABILIA COLLECTIE- EEN IMPRESSIE


05. • Algra, A en H. Algra, Dispereert niet. Twintig eeuwen historie van de Nederlanden. Deel 5. 1956 • Amersfoort, Herman en Piet Kamphuis (red.), Mei 1940. De strijd op Nederlands grondgebied, 4e herziene druk (Den Haag 2012). • Afflerbach, Holger, ‘Going down with flying colours? Naval surrender from Elizabethan to our own times’, in: Holger Afflerbach en Hew Strachan (red.), How Fighting Ends. A History of Surrender (Oxford, 2012), 187-212. • Bakker, Piet, De Slag (herdruk als ‘grote pocket’; Amsterdam en Brussel 1964). • Barnouw, David, ‘De Slag in de Javazee en wat daarna volgde’, in: Geschiedenis van Nederland 1940-1945. De canon van de Duitse bezetting (Zutphen 2010), 149-152.

25.

•Abuş, Murat, ‘Imperial politics and Feisal’s Arab government in Syria, 1918-1920 in Journal of Historical Studies, nr. 2, 2004, p.48-61.

•Ahmad, Feroz, ‘The Ottoman Empire’, The Great Powers and the End of the Ottoman Empire edited by Marian Kent, 1984, p. 5-30. • Ahmad, Feroz, ‘War and society under the Young Turks, 1908-18’, in Albert Hourani, Philip S. Khoury & Mary C. Wilson, eds., The Modern Middle East , Tauris readers, London, 1993, p. 125-143.

• Barnouw, David, ‘Karel Doorman’, in: Geschiedenis van Nederland 1940-1945. De canon van de Duitse bezetting (Zutphen 2010), 153-154.

• Douwes, Dick, ‘Reorganizing violence: Traditional Recruitment and Conscription in Ottoman Syria’, in Erik Jan Zürcher, ed., Arming the state, Military conscription in the Middle East and Central Asia 1775-1925 , I.B. Tauris publishers, London, p. 95-111.

• Battle Summary no. 28. Battle of the Java Sea, 27th February, 1942 (C.B. 3081, 21). Tactical Torpedo and Staff Duties Division, Historical Section (Londen 1945).

• Fromkin, David, A peace to end all peace: the fall of the Ottoman empire and the creation of the modern Middle East, New York, 1990.

19

•Privé collectie

• Hall, Richard C., The Balkan Wars 1912-1913, Prelude to the First World War, London and New York: Routledge, 2000. • Kayalı, Hasan,Ottomanism, Arabism and Islamism in the late Ottoman empire 1908- 1918, , California: University of California Press, 1997. • Lewis, Bernard J., The Emergence of Modern Turkey, Oxford: Oxford University Press, 1961.

Page 37

33

• Privé collectie

• Lucassen, Jan & Zürcher, E. J., ‘Conscription and Resistance: The historical context’, in Erik Jan Zürcher, ed., Arming the state, Military conscription in the Middle East and Central Asia 1775-1925 , I.B. London: Tauris Publishers, 1999, p. 1-21.

Magazine ‘T Arsenaal


De donkere tijd van het jaar is weer aangebroken.Tijd om te zorgen voor een goede zaklamp. Diverse nieuwe modellen weer binnen gekomen. Nijmeegs Jopie, grote collectie zaklampen!

WWW.JOPIESWEBSHOP.NL Lezers van T Arsenaal krijgen korting door vermelding van het woord ARSENAAL bij een bestelling in de webshop

Page 38

LEGERDUMP SINDS 1953


BO E

KEN

AN TIQ UA RIA AT

GIESBERT OSKAM Wij heten u van harte welkom op het juiste adres voor het betere (antieke ) boek. Via de onderstaande adresgegevens kunt u onze zeer uitgebreide boeken catalogus aanvragen van onze grote boekencollectie op voorraad.Op ons huisadres in Amstelveen staan geen boeken opgeslagen.Voor meer informatie gelieve ons te benaderen via onderstaand (email )adres

Page 39

Voor meer info: Amstellandlaan 64,1182 CE Amstelveen T: Work Phone,+31 (0)20-640 2575 Work Email,info@antiquariaatoskam.nl


AMVJ Publisher s Nether lands mailto:magazine_tar senaal@icloud.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.