Vlakke figuren en ruimtefiguren

Page 1

Herhalingsoefeningen Meetkunde 1ste trimester 2009-2010 Hoofdstuk 1: Verkenning van de ruimte WB. p.6-17 THEORIE Zoek in je werkboek de volgende begrippen op en schrijf hun uitleg op een apart blad. • ruimtefiguur/lichaam • platte/gebogen grensvlakken • veelvlak • rechte • halfrechte • lijnstuk • grenspunt • collineaire punten • drager OEFENINGEN

1a) Welke ruimtefiguur is het?

……………………

…………………

…………………

……………………..

…………………

………………….

……………………………

1b) Welke ruimtefiguren uit de vorige oef. zijn geen veelvlakken? ……………………………………………………………………………………………………………

2) Vul aan welke figuur het is (lijnstuk/halfrechte/rechte of punt) en teken ernaast [AB] is een …………………………… G

is een ……………………………

CF

is een ……………………………


[GH

is een ……………………………

h

is een ……………………………

Q

is een ……………………………

p

is een ……………………………

[MN] is een …………………………… [RS

is een ……………………………

DE

is een ……………………………

3) Geef telkens andere namen voor de volgende figuren a = ………= ………… = ………… =

[CD = ………= …………=…………

GD = ……… = ………... = …………

[IC = …………

4) Teken in 1 tekening wanneer R, S, T, U en V al gegeven zijn. [RS]

(blauw)

TS = b

(rood)

[RU

(groen)

TV

(zwart)


Hoofdstuk 2: Lengte en afstand

WB. p.19-33

THEORIE Zoek in je werkboek de volgende begrippen op en schrijf hun uitleg op een apart blad. • |AB| (lengte van een lijnstuk / afstand tussen 2 punten) •

maatgetal

lengte-eenheid

merkteken

definitie: midden van een lijnstuk (+ hoe midden tekenen?)

definitie schaal

OEFENINGEN

5) Meet de volgende lijnstukken tot op 1 mm nauwkeurig |CD|= …………

|GH|= …………

|IJ|= …………

|MN| =…………

6) Zoek op de tekening 4 lijnstukken die even lang zijn als [AE]en duid ze op de juiste manier aan.

7) Duid in de vorige figuur op de juiste manier aan: Z= mi [CJ]

Y = mi [IF]


8) Schaal: Vul de tabel aan Schaal

Afbeelding tekening 1:350

3,5 cm

1:50 1:250

Afbeelding werkelijkheid

2500 cm 0,7 dm

1:75

3m 150 mm

3000 m

0,6 km

0,02 hm

9) Schaal: Los de vraagstukken op Vergeet je berekeningen en antwoordzin niet! a) In werkelijkheid is een flatgebouw 75 m hoog. Als je van dit flatgebouw een miniatuurmodel wil maken op schaal 1 : 150, hoe groot is dan je miniatuurmodel?

b) Een brug is 0, 060 km in het echt en wordt op een kaart 4 dm groot getekend. Welke schaal werd er op deze kaart gebruikt?

c) De schaal is 1:125. Op een tekening is de toren 9 cm. Hoe groot is de toren in werkelijkheid?


Hoofdstuk 3: Hoeken

WB. p.38-56

THEORIE Zoek in je werkboek de volgende begrippen op en schrijf hun uitleg op een apart blad. • def. hoek •

hoekpunt

been

notatie hoek ( !! ≠ hoekpunt!)

grootte van een hoek (maatgetal, hoekeenheid, graad)

hoe meet je een hoek tot 1° nauwkeurig

hoe teken je een hoek tot 1° nauwkeurig

merkteken

def. bissectrice/deellijn

Indeling van hoeken volgens grootte = soorten hoeken (naam + grootte)

OEFENINGEN

10) Kijk naar de figuur en geef de juiste benaming [AC en [AB zijn de ………………………………… A = …………………………………… Aˆ = ……………………………………

11) Meet de volgende hoeken tot op 1° nauwkeurig Teken nadien in elke hoek de bissectrice en geef ze een naam

Aˆ = ……

Bˆ = ……

Cˆ = ……

Dˆ = ……

Eˆ = ……


12) Vul de tabel aan TEKENING

Hoekgrootte

Benaming

Fˆ = 90°

Gˆ = 104°

stompe hoek

Hˆ =

Iˆ = 360°

Jˆ = 63°

nulhoek

Kˆ =

13) Teken de volgende hoeken tot op 1° nauwkeurig als de hoekpunten al gegeven zijn Lˆ = 78°

Mˆ = 153°

Nˆ = 24°

Oˆ = 102°


14) Bereken de hoeken zonder ze te meten als je weet dat Bˆ1 = 30°

Bˆ 4 = 40°

en

Bˆ3 = Bˆ 4

Schrijf je berekeningen/uitleg erbij!

hoeken Bˆ1 + Bˆ 2 + Bˆ3 + Bˆ 4 zijn samen ………

Bˆ3 = ……………

Bˆ 2 = ……………

Bˆ5 = ……………

15) Bereken de hoeken zonder ze te meten als je weet dat Aˆ 6 = 240°

Aˆ 1 = 75°

Aˆ 4 = 30°

en

Aˆ 1 = Aˆ 5

Schrijf je berekeningen/uitleg erbij!

Aˆ 3 = ………

Aˆ 5 = ………

Aˆ 2 = ………

Hoofdstuk 4: Vlakken en rechten

WB. p.61-74

THEORIE Zoek in je werkboek de volgende begrippen op en schrijf hun uitleg op een apart blad. • def. evenwijdige vlakken / snijdende vlakken •

evenwijdige rechten tekenen (door een gegeven punt)

def. evenwijdige / snijdende / kruisende rechten

snijpunt / voetpunt

def. loodrechte rechten

def. middelloodlijn van een lijnstuk

loodlijn tekenen (door een gegeven punt) + merktekentje loodrecht!


16) Kijk naar de tekening en vul in met a ……e

c ……e

e ……h

c ……d

h ……d

d ……i

d ……a

i ……h

b ……a

h ……c

b ……e

a ……c

i ……b

i ……d

of

of

17) Teken de rechten a, b, c , d en e zo dat * * * * *

a // g b door het punt Z gaat en evenwijdig is met rechte a c┴g d door het punt F gaat en loodrecht staat op g e ┴ d en gaat door het punt Q

18) Teken de middelloodlijn van de volgende lijnstukken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.