4 minute read
Voorwoord
Joost Maegerman
Intendant Antwerp Symphony Orchestra
Antwerp Symphony & Vincent Callot Honderdvijfentwintig jaar geleden, in 1897, werd de Feestzaal van de Antwerpse Dierentuin ingehuldigd. Door oorlogsschade werd deze feestzaal in 1960 vervangen door een nieuwe concertzaal, ingehuldigd door diezelfde koningin Elisabeth die zoveel betekend heeft voor het muzikale leven in België. En eind 2016 opende de nieuwe, gouden Elisabethzaal, die intussen al door zovele musici en muziekliefhebbers in hun hart gesloten werd. We herdenken dit seizoen dus dat er op deze plek al 125 jaar klassieke muziek weerklinkt.
Belle époque De belle époque was in volle gang: Antwerpen was een welvarende handelsstad, die graag uitpakte met zijn rijkdom. Prestigieuze gebouwen moesten die identiteit onderstrepen. Het is geen toeval dat het imposante Centraal Station (1905), de Vlaamse Opera (1907) en het Museum voor Schone Kunsten (1890) in diezelfde periode openden. Dat laatste opent trouwens in de herfst van 2022 opnieuw zijn deuren, na een lange renovatie. De twee grote cultuurtempels van Vlaanderen vieren dus een feestjaar, de ene een monument voor de beeldende kunsten, de andere voor klassieke muziek.
Exegi Monumentum Zowel aan de oorspronkelijke publieksingang aan het Flamingoplein als aan het Astridplein heeft de Elisabethzaal nog de historische monumentale gevels van toen. De architecten wilden duidelijk een statement maken door het creëren van duurzame ‘landmarks’ waar je letterlijk naar moet opkijken. Dit seizoen willen we reflecteren over de rol van monumenten: waartoe dienen ze? Welke betekenissen hebben ze nu? En wat bepaalt of iets een monument is?
Monumentale persoonlijkheden Bij de inhuldiging van de concertzaal werd er werk van Peter Benoit gespeeld – vanzelfsprekend, want hij gold als het levende monument van het Nederlandstalig muziekwezen in ons land. En of personen ook monumenten kunnen zijn: eredirigent Philippe Herreweghe is een wereldwijd gevierd icoon en we zijn trots dat hij al meer dan 25 jaar verbonden is aan ons orkest (p. 10). Dit seizoen verwelkomen we ook de monumentale persoonlijkheid Jaap van Zweden (p. 12), die voortaan elk jaar zal aantreden als dirigent emeritus van Antwerp Symphony. Op ons jaarlijkse Openingsgala treedt voor de eerste keer een monumentale bas-bariton aan in de persoon van Bryn Terfel (p. 79). Waarschuwen of gedenken Peter Benoit komt ook in dit jubileumjaar terug op het programma, en wel met zijn magnum opus De Oorlog (p. 93). De koor- en orkestbezetting is een van de meest uitgebreide uit het wereldwijde muziekrepertoire. Geen wonder dat dit monumentale werk gemiddeld slechts eenmaal per generatie uitgevoerd wordt. Het Duits kent twee woorden voor ‘monument’: ‘Mahnmal’ en ‘Denkmal’. ‘De Oorlog’ is een ‘Mahnmal’ dat waarschuwt of vermaant naar de toekomst toe. Een ‘Denkmal’ is een gedenkteken dat naar het verleden kijkt. Ein deutsches Requiem van Brahms (p. 90) en het Requiem van Verdi (p. 136) zijn grootse werken die tot verstilling aansporen.
Het monument en de duif Wat ook de intentie van de maker of opdrachtgevers was, we zijn niet verplicht om de (muziek-)monumenten uit het verleden even idolaat te bekijken als toen. Soms is het goed om een kanttekening te maken bij opvattingen en gedragingen die nu door de meesten van ons als laakbaar worden beschouwd, waarbij de onderliggende betekenis van de artistieke creatie intact blijft.
In enkele gevallen moeten we een monument ontdoen van ongewenste connotaties of juist extra duiding geven omdat we het anno nu niet meer met een onbevangen blik kunnen observeren. Naast onze Elisabethzaal staat het mooiste treinstation ter wereld, zoals elke Antwerpenaar zal vinden – en terecht, wat mij betreft. Maar hoeveel Antwerpenaars zien op de hele stationsgevel de vergulde L-monogrammen ter ere van Leopold II? Gelukkig is symfonische muziek een eerder abstracte kunstuiting, waarbij slechts zelden voortschrijdend inzicht nodig is om bepaalde composities te ontdoen van een onterechte monumentenstatus.
Ozymandias Wat wel gebeurt, is dat bepaalde destijds gevierde muziekstukken vergeten raken, bedolven onder het zand van de tijd, zoals Shelley beschrijft in zijn gedicht. Beroemd is het geval van Bachs Mattheuspassie, die door Felix Mendelssohn honderd jaar na de oorspronkelijke uitvoering uit de vergetelheid werd gehaald. Zo legde hij de basis voor een ijzersterke traditie van Bachs Mattheus- en Johannespassies (p. 131). Net zoals onze zusterinstelling het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten zorg draagt voor ons picturaal erfgoed, is Antwerp Symphony het verplicht om de behoeder te zijn van ons muzikaal erfgoed, om het regelmatig af te stoffen en opnieuw onder optimale omstandigheden te presenteren aan het concertpubliek, dat dan hopelijk aangenaam verrast is. De pendant van deze conservatietaak is het creëren van nieuwe monumenten voor de toekomstige generaties. We geven daarom regelmatig compositieopdrachten aan hedendaagse kunstenaars (p. 17). Wát juist de tand des tijds zal doorstaan, is iets wat toekomstige generaties voor ons zullen beslissen. En intussen nodig ik u allemaal uit om komend seizoen minstens één nieuwe compositie te komen beluisteren.
Het is een geweldig voorrecht om het residentieorkest te kunnen zijn van een plek met 125 jaar historiek in de klassieke muziek. Ik kijk dan ook uit naar een extra feestelijk seizoen, waarbij we u graag talrijk verwelkomen, in onze monumentale, gouden Koningin Elisabethzaal.