AWM 46

Page 1

de architectuur voorbij nummer 46 7e jaargang dec/jan 2012 — € 15,–

Architectenweb Magazine Ondergronds Drents Museum Politiek PVV Grondstof Biobased materialen Interview Hans Kuiper en Tom Weghorst Jurk Baksteen Hergebruik materialen WORM Contextueel Entreegebouw Paleis Het Loo Renovatie Telexgebouw



Lig ht 速 fo rD elt a St ee nb er ge n Va n by Ti m

deltalight.com

AWM AD Deltalight.indd1 1 AWM -46Metronome.indd

16-12-2011 10:07:32 06/12/11 09:09


Brand! Vanaf de straat gezien zag de installatie ­ ‘Firemen walk with us’ van Rietveld Landscape er ­alarmerend uit. Rood en geel licht flakkerde door de ramen van het leegstaande Eiffelgebouw in Maastricht. Maar wat van buiten brand leek, bleek binnen een grid van vuuremmers te zijn. Rietveld Landscape wilde met de installatie tonen wat mogelijk is in leegstaande gebouwen. Het ­project was onderdeel van de Internationale Biënnale Leegstand en Herbestemming. Fotografie Rob ‘t Hart

AWM 46 A Fotospread.indd 4

16-12-2011 10:09:19


AWM 46 A Fotospread.indd 5

16-12-2011 10:09:28


BUILDING INSPIRATIONS ramen, deuren, vliesgevels en zonwering

Reynaers ontwikkelt aluminium raam-, deur- en vliesgevelsystemen in nauwe samenwerking met architecten, projectontwikkelaars en gevelbouwers. Een mooi voorbeeld hiervan is het hoofdkantoor van Eneco in Rotterdam van Dam en Partners Architecten. Voor dit duurzame kantoor ontwikkelde Reynaers een speciaal profiel dat voldoet aan de strenge eisen op gebied van isolatie, brandwerendheid en inbraakwerendheid. Zo wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan dit CO 2neutrale gebouw met A ++-energielabel. Interesse voor een profilering op maat? Kijk op www.reynaers.nl of bel 0492 - 56 10 20

ew_adv_Eneco_arch_web.indd 1 AWM 46 AD Reynaers.indd 1

23-09-11 12:12 16-12-2011 10:10:32


HOOFDREDACTIONEEL

PVV

Michiel van Raaij Hoofdredacteur

— Kan de sociale woningbouw afgeschaft worden?

Hoofdredactioneel.indd 16

Over een van de artikelen in het magazine dat voor u ligt is op de redactie van Architectenweb de afgelopen maanden veel gediscussieerd: het artikel over de visie van de Partij voor de Vrijheid (PVV) op de stad. Kunnen wij als redactie aandacht geven aan een politieke partij die binnen de Nederlandse samenleving zo controversieel is? Kunnen wij tegenover zo’n partij nog wel een neutrale positie innemen? Moeten wij deze partij niet veroordelen? Dat waren vragen die steeds terugkwamen. Als je iets aandacht geeft – of dat nou iets negatiefs is of iets positiefs – dan wordt het groter. Dat is de reden dat wij als redactie bij voorkeur aandacht geven aan positieve zaken. Een typologische innovatie bijvoorbeeld. Of een knap uitgevoerd bouwproject. Door dat te laten zien hopen wij het vak verder te helpen. Als redactie hebben wij echter ook een tweede rol. Als journalisten is het onze taak om – filosofisch gezien – de waarheid boven tafel te krijgen. Of die ons nou bevalt of niet. Alleen door de waarheid publiek te maken kan hier een waarlijk debat over gevoerd worden. Op landelijk niveau heeft de PVV zich nooit uitgesproken over haar visie op de stad. De partij is echter wel de gedoogpartner van het huidige kabinet. En ook op gemeentelijk niveau blijft het op dit punt stil bij de partij. Terwijl de PVV inmiddels toch in zowel Den Haag als Almere in de gemeenteraad goed vertegenwoordigd is. Welke agenda heeft de partij? Uit de interviews met gemeenteraadsleden van de fracties in Den Haag en Almere blijkt dat de PVV er wat betreft de inrichting van de stad een consistente en conservatieve liberale lijn volgt. Waar de partij op andere vlakken nog weleens een links geluid laat horen, daar gelooft het op het gebied van ruimtelijke ordening heilig in de markt. Waar het huidige kabinet de woningmarkt al sterk liberaliseert, daar denkt de PVV al na over de volgende stap. De sociale woningbouw kan wat betreft de partij wel afgeschaft worden. In de ogen van de partij is er niets eerlijker dan marktwerking. Met het afschaffen van de sociale woningbouw zal het verschil tussen arm en rijk groter worden. Dat zal ongetwijfeld het ondernemerschap in de samenleving aanwakkeren. Maar het beleid zal er ook toe kunnen leiden dat gezinnen met lagere inkomens op de slechtst bereikbare locaties en onder de slechtste omstandigheden komen te wonen. De kansen van deze groepen in de maatschappij zouden zo weleens sterk verminderd kunnen worden. De PVV wordt naar eigen zeggen vooral gesteund door de lagere middenklasse. Op de redactie riep dit de vraag op of het rechtse visie van de partij op de ruimtelijke ordening niet tegen het belang van het eigen electoraat ingaat. Wie zal het zeggen? Hoe het ook zij: het is hoog tijd voor een open debat over de visie van deze nieuwe politieke partij.

03-01-2012 14:16:15


In dit nummer

46

64—69

A

Architectuur

Cultuur en

CM Maatschappij

14-17 Korte berichten

36-39 Korte berichten

52-53 Korte berichten

18-25 Drents Museum Erick van Egeraat

40-41 Dutch Design Week

54-57 De stad van de PVV

42-45 Baksteen

58-61 Musée des Beaux-Arts de Nantes Krijn de Koning

26-27 Golfplaten 28-33 Brandweerkazerne René van Zuuk Architekten

Inhoudsopgave.indd 16

Product en

PM Materiaal

46-47 Recession Chair Tjep.

16-12-2011 10:14:57


28—33

58—61

I

Interview

64-69 Hans Kuiper en Tom Weghorst

D

Duurzaamheid

EP

Economie en Praktijk

T

Techniek

70-71 Korte berichten

90-91 Korte berichten

98-99 Korte berichten

72-77 WORM 2012Architecten en Atelier Van Lieshout

92-95 Van kantoor naar hotel Mulderblauw architecten

100-103 Telexgebouw Crepain Binst Architecture

96-97 Communicatie

104-105 Universiade gmp

78-79 Bridge House 123DV 80-85 Biobased architecture

Inhoudsopgave.indd 17

106—111

106-111 Entreebouw Paleis Het Loo Architectenbureau Koen van Velsen

03-01-2012 14:18:57


LIFTEN EN ROLTRAPPEN - GEVELLIFTINSTALLATIES - DEURSYSTEMEN

KONE-oplossingen voor medische instellingen www.kone.com

AWM 46 AD Kone.indd 1 1 KONE_adv_210x275.indd

16-12-2011 10:16:45 06-05-11 12:03


Rockpanel geeft uw verhaal vorm Elk bedrijf, elk gebouw, elke gevel heeft een uniek verhaal. Met Rockpanel kunt u deze verhalen vormgeven. Unieke verhalen worden unieke gevels, unieke gebouwen, uw gebouw. De Boomhutschool in Zaltbommel laat zien hoe een bijzondere creatie met Rockpanel Woods het verhaal vertelt dat schuilgaat achter de gevels. Lees het hele verhaal achter de Boomhutschool op www.rockpanel.nl. Volg ons op Facebook

AWM 46 AD Rockpanel.indd 1 Ad Boomhut-210x275-NL.indd 1

16-12-2011 10:17:43 29/09/11 10:10


World of inspiration Zet het alvast in uw agenda: 25 t/m 27 januari 2012 vindt hèt inspirerende materiaalevenement voor architecten e.a. creatieve professionals weer plaats. Dit jaar staat Material Xperience in het teken van Internationalisatie en de spannende mogelijkheden die dit biedt. Voor een gratis toegangskaart gaat u naar www.materialxperience.nl. 25 —27 januari 2012, Ahoy Rotterdam

Material Xperience wordt georganiseerd door

Hoofdsponsor

architectenweb

Advertentie3_stand.indd 1

07-10-2011 11:21:08


Daag de tijd uit, denk Trespa

Project Centre de Càlcul, Spanje. Gebouwd in 1991, opnieuw bekeken in 2011. De gebouwen van vandaag geven vorm aan het stedelijke landschap van morgen. Maar zullen ze er dan nog even mooi uitzien? Met Trespa® Meteon® kunt u erop vertrouwen dat uw opwindende, zeer individuele gevel blijvend is. Onlangs bezochten wij enkele Trespa-projecten, die jaren geleden zijn opgeleverd. Uit onze evaluatie blijkt dat Trespa® Meteon® er op deze projecten na al die jaren nog net zo mooi uitziet. We hebben Trespa® Meteon®-materiaal teruggekregen dat meer dan 20 jaar aan de weerselementen is blootgesteld. Door het oorspronkelijke materiaal te vergelijken met nieuw geproduceerde monsters, kunnen u en uw klant het bewijs beoordelen. Overtuig uzelf dat Trespa® Meteon® bijdraagt aan mooie en duurzame gevels. Vraag het bewijs op via www.trespa.com Trespa International B.V. Postbus 110, 6000 AC Weert Wetering 20, 6002 SM Weert Nederland Tel.: +31 (0) 495 458 850 Fax: +31 (0) 495 458 383 infonederland@trespa.com www.trespa.com

Adv longetivity N_architectenwebmagazine.indd 1 AWM 46 AD Trespa.indd 1

09-12-11 09:29 16-12-2011 10:17:14


14 — AWM 46

A Norbert van Onna

Architectuur

NUENEN

Kader Aan de rand van het Brabantse Nuenen heeft van den Pauwert Architecten een aantal sculpturale elementen ontworpen als onderdeel van de nieuwe algemene begraafplaats De Oude Landen. Het centraal gelegen, verbindend element op de begraafplaats is een in Cor-Ten staal en messing uitgevoerde afscheidsruimte. Door de gekozen

AWM 46 A Kort.indd 14

materialen maak je als toeschouwer onwillekeurig de vergelijking met het werk van bijvoorbeeld kunstenaar Richard Serra. Maar waar Serra in veel gevallen inzet op massa kiest projectarchitect Jeroen Verdonschot voor het benadrukken van lichtheid. Het rechthoekige, tafelvormige, element is aan zijn korte zijden gesloten, zodat het privacy biedt wanneer dit nodig is. De lange zijden zijn volledig open en zorgen op deze nieuwe begraafplaats voor steeds anders omkaderde perspectieven van het omringende landschap. Terwijl de afscheidsruimte van buiten alzijdig oogt, heeft hij in zijn ‘interieur’ een

richting gekregen. Aan een zijde treedt het ‘tafelblad’ terug om daglicht te laten vallen op een messing wand. De door Van den Pauwert ontworpen afscheidsruimte is geen autonoom kunstwerk, maar een element dat zeer dienstbaar is aan zijn functie. Door zijn abstracte vormgeving maar uitgesproken materialisering is de grootste kwaliteit van het ontwerp dat het ruimte biedt voor een ceremonie van rouw en afscheid nemen, die openstaat voor elke geloofsovertuiging en levenshouding zonder neutraal te zijn. De afscheidsruimte is uiteindelijk generiek en specifiek tegelijkertijd. (HvdSV)

03-01-2012 14:20:46


15 — AWM 46

Luxigon

A

Architectuur Korte berichten

Glamour De Rockmagneet, of in het Deens ROCKmagneten. Zo heet het rockcomplex met museum en school dat in het Deense Roskilde in 2014 de deuren opent. Het ontwerp is van MVRDV en het Deense bureau Cobe. De vorm verwijst letterlijk naar de functie. Als je een Deense plaats met rockmuziek associeert, dan is het Roskilde. Al sinds 1971 huisvest dit stadje het Roskildefestival, een van de grootste pop- en rockfestivals van Europa. Niet verwonderlijk dat Roskilde de locatie wordt van heus rockmuseum. ROCKmagneten is onderdeel van de vernieuwing van een industrieel gebied aan de rand van Roskilde. Het hart van de vernieuwing is de betonfabriek Unicon, die na de transformatie wordt omgedoopt tot Musicon. Het programma van het project omvat The Danish Rock Museum, de Roskilde Festival Folkschool, studentenhuisvesting en het hoofdkwartier van het Roskilde Rock Festival. De bestaande fabriekbebouwing

AWM 46 A Kort.indd 15

wordt grotendeels gehandhaafd. In de gevels en daken van de hallen worden nieuwe openingen aangebracht om de belichting en toegankelijkheid te verhogen. Publieke functies en faciliteiten zijn als losse dozen in de hallen geschoven, en zo gerangschikt dat er volgens de ontwerpers een soort ‘dorpen’ ontstaan. Bovenop de oudbouw zijn drie markante nieuwe volumes geplaatst. Het middelste volume, dat het rockmuseum zelf zal huisvesten, krijgt een indrukwekkende uitkraging – inmiddels een soort handelsmerk van MVRDV. Eerder dit jaar presenteerde

MVRDV het ontwerp voor het Strip- en Tekenfilmmuseum in Hangzhou, China, dat de vorm van spreekwolkjes krijgt. Net als bij het stripmuseum wordt in het Deense project middels het ontwerp op een letterlijke manier naar de functie verwezen. Een volume met geperforeerde gevels moet doen denken aan een gitaarversterker en het goudglanzende hoofdgebouw met de diamantstructuur in de gevels verwijst naar de voorspoed en glamour van het sterbestaan. Vanaf de entree is een grote rode loper uitgerold, zodat elke bezoeker zich VIP mag wanen. (RG) Luxigon

RoSKILDe

16-12-2011 10:22:27


16 — AWM 46

Concept

Aanpasbaarheid Een prototype om in te spelen op de groeiende markt voor particulier opdrachtgeverschap. Dat is wat 8A Architecten voor ogen heeft met Villa 8A. Het villaontwerp wordt gepresenteerd als middenweg tussen de cataloguswoning en een geheel vrij ontwerp. Een simpele cascoconstructie van betonnen vloeren op vrijstaande kolommen, dat is hoe Villa 8A gevisualiseerd wordt. In de renderingen wordt gerefereerd aan Maison Dom-ino, Le Corbusiers beroemde diagrammatische studie naar flexibele woningbouw. Le Corbusier gebruikte dit model om duidelijk te maken dat dankzij technologische innovaties een vrije plattegrond en vrije gevelindeling mogelijk zijn. De ontwerpers van Villa 8A beogen

BoEK

Project Japan

hetzelfde. In het ontwerp zijn horizontale banen om het casco heen gewikkeld, maar 8A haast zich toe te voegen dat verticale ‘schillen’ net zo goed mogelijk zijn. 8A verwacht dat er nu markt is voor dit flexibele villamodel. Bij particulier opdrachtgeverschap is er volgens de architecten momenteel de keuze voor

een geheel voorgekookte woning of een ongewis traject waarbij vooraf nog niets bekend is over het ontwerp. Villa 8A biedt een middenweg. Het ontwerp van de villa die 8A als eerste heeft gepresenteerd, is inclusief garage en tuin. “Die zou 425.000 euro kosten”, stelt Robert Uijttewaal van 8A. “Maar er zijn veel meer varianten mogelijk.” (RG)

“Wat is een beweging?”, vraagt Rem Koolhaas zich aan het begin van het boek af. Hoe ontstaat die? Hoe functioneert die? Het zijn die vragen waar hij samen met Hans Ulrich Obrist in dit onderzoek naar het Metabolisme antwoord op probeert te vinden.

1960. De gemeenschappelijke idealen werden op dat moment niet eens herkent. Dat gebeurde pas later. Het is knap hoe precies Koolhaas en Obrist de opkomst en verspreiding van het Metabolisme hebben weten te ontrafelen. Het tabula rasa-denken ontstond bijvoorbeeld in de planning van de veroverde Japanse gebieden voor de Tweede Wereldoorlog. De mogelijkheden van vakwerkconstructies leerden de architecten op een seminar van Konrad Wachsmann. Het boek staat vol met dergelijke feiten. De tekst in het boek wordt geïllustreerd door een gigantische hoeveelheid historisch en nieuw beeldmateriaal. Bijvoorbeeld van de projecten die de Metabolisten in het Midden-Oosten ontwierpen, toen de Japanse economie met de oliecrisis stagneerde. Al met al het beste architectuurboek van 2011. (MvR)

Uit de interviews die Koolhaas en Obrist tussen 2005 en 2011 hebben afgenomen met de personen die bij het Metabolisme betrokken waren of eronder geschaard werden, blijkt dat de beweging in 1960 onder specifieke omstandigheden ontstond. De sterke groei van de Japanse economie ging hand in hand met een breed geloof in moderniteit. De ideale voedingsbodem voor ‘de laatste avantgarde’ in de architectuur, zoals het Metabolisme in het boek genoemd wordt. Zo groot als de woorden zijn om de beweging te duiden, zo smal blijkt de feitelijke basis ervan te zijn geweest. De oorsprong en naam van de beweging is terug te voeren op één publicatie die de destijds jonge architecten maakten voor de Tokyo World Design Conference in

AWM 46 A Kort.indd 16

Rem Koolhaas, Hans Ulrich Obrist – Taschen – 2011 – Paperback – 720 pagina’s – 17 x 24 cm – ISBN 9783836525084 – € 39,99 – Engels

16-12-2011 10:22:30


17 — AWM 46

Arthur Bagen

A

Architectuur Korte berichten

Compact klooster ter vervanging van een groter complex heeft diederendirrix in nijmegen een nieuwe kloosterkerk ontworpen. De kerk en het klooster zijn hierbij sterk geïntegreerd. ook sluit het relatief kleine gebouw aan op de lange traditie van de kloostertypologie. De kloosterkerk door dierendirrix is gelegen in Brakkenstein, een wederopbouwwijk aan de zuidelijke stadsrand van Nijmegen. Het nieuwe complex vervangt een omvangrijker complex dat op dezelfde plaats stond. Die bebouwing was een te grote jas voor de krimpende gemeenschap geworden. De voormalig kloostertuin is gedeeltelijk gereserveerd voor een publiek park en voor het andere deel voor de bouw van honderd appartementen.

AWM 46 A Kort.indd 17

De heldere vormgeving van de bakstenen gevels van het nieuwe klooster roept de modernistische kerkbouw uit de jaren vijftig in herinnering. De kerk bevindt zich direct bij de entree van het gebouw. In de ronding van de buitenmuur is een kleine, aan Maria gewijde kapel ondergebracht. De glas-in-loodramen uit de oude kerk zijn in de vensters van de nieuwe kerk geplaatst. Bij het ontwerp van kerkelijke gebouwen moet men tegenwoordig rekening houden met een sterke eb en vloed in bezoekersaantallen. De kerkruimte die diederendirrix ontwierp is geschikt voor 150 mensen, maar kan op momenten van grote drukte – bijvoorbeeld tijdens feestdagen of bij speciale vieringen – 250 mensen onderbrengen. Deze capaciteitsvergroting is mogelijk dankzij een verschuifbare wand die de achterliggende vergaderzaal bij de kerkzaal betrekt. In lijn met de geschiedenis van de kloostertypologie is de Nijmeegse kloosterkerk georganiseerd rond een binnenhof. Aan de tuin grenzen een

vergaderzaal en een kloostergang die kantoor, gespreksruimten en ruimten voor ondersteunde diensten ontsluit. Op de verdieping bevinden zich woonkamers voor de priesters en een kleine stiltekapel. De gastenverblijven zijn ondergebracht in de tweede verdieping van de noordvleugel. (RG)

Arthur Bagen

nIJMeGen

16-12-2011 10:22:50


18 — AWM 46

Bovenwereld/onderwereld In de Drentse hoofdstad Assen heeft (designed by) Erick van Egeraat een ondergrondse uitbreiding ontworpen voor het Drents Museum. Terwijl de nieuwbouw bovengronds voorzichtig is ingepast in het stedelijk weefsel, kent het ondergronds een genereuze ruimtelijkheid. Tekst Michiel van Raaij Fotografie Ronald Tilleman/DAPh

AWM 46 A Drents Museum.indd 18

03-01-2012 14:22:06


A

AWM 46 A Drents Museum.indd 19

Architectuur Drents Museum Erick van Egeraat

19 — AWM 46

16-12-2011 10:26:05


20 — AWM 46

De oude binnenstad van Assen kent een grote diversiteit aan openbare ruimtes. Naast stadsstraten, steegjes, hofjes, lanen en singels, heeft de stad pleinen, besloten tuinen en een groene Brink. Dat de stad al deze typen buitenruimtes heeft is op zich niet zo bijzonder. In Assen liggen al deze buitenruimtes, door de kleine schaal van de stad, echter veel dichter bij elkaar dan in andere steden. Binnen een straal van enkele honderden meters rond de Brink vind je hier alles. Met zijn ontwerp voor de uitbreiding van het Drents Museum heeft architect Erick van Egeraat twee buitenruimtes in het stedelijk weefsel opnieuw

— De ondergrondse uitbreiding manifesteert zich als een heuvel ingericht. Voor het nu opgetilde koetshuis is een klein plein ontworpen met een rond, natuurstenen vlak in het midden. Iets verderop is een klein park ontworpen, boven op de ondergrondse uitbreiding van het museum. De door Van Egeraat toegevoegde buitenruimtes sluiten nauwkeurig aan op het stedelijk weefsel van de stad. Het kleine plein met het ronde natuurstenen vlak fungeert daarbij als spil. Richting het noorden haakt het kleine plein aan op een hoek van de Brink, richting het oosten takt het plein aan op een oude stadstraat, en richting het zuiden loopt vanaf het plein een monumentale laan naar de singel. Het nieuwe heuvelachtige park ligt direct naast de oude laan, en wordt er door een hekwerk van gescheiden. Het grillige hekwerk dat Van Egeraat heeft ontworpen staat aan weerszijden van de laan en onderstreept zo de symmetrische opzet ervan. Het nieuwe park kan met het hek ’s avonds worden afgesloten. De ruimtelijke scheiding die het hek in het landschap aanbrengt zorgt ervoor dat de laan de laan blijft en het park een eigen identiteit heeft. In het park manifesteert de ondergrondse uitbreiding van het museum zich als een heuvel. Door de groene omgeving en de gevarieerde beplanting van de heuvel waan je je in een park. De puntige vorm van de heuvel en de raamstroken maken het toch ook weer tot een dak. Het is zowel landschap als architectuur, beide categorieën lopen hier in elkaar over. De raamstroken in het park bieden een blik op de tentoonstellingsruimte beneden. Onder wat eerst een maaiveld had geleken, blijkt een uitgebreide wereld schuil te gaan. Met zijn ontwerp zet Van

AWM 46 A Drents Museum.indd 20

Boven Een nieuwe waterpartij verbindt de nieuwbouw van het Drents Museum met de singel Links Bovenop de nieuwbouw is een gevarieerd dakpark aangelegd Rechts Vanuit het koetshuis leidt een wenteltrap naar een ondergrondse passage die zowel de oudbouw als nieuwbouw ontsluit

03-01-2012 14:24:27


A

AWM 46 A Drents Museum.indd 21

Architectuur Drents Museum Erick van Egeraat

21 — AWM 46

16-12-2011 10:26:40


22 — AWM 46

De glazen plint vormt de scheiding tussen het oude koetshuis boven en de nieuwe wereld onder

AWM 46 A Drents Museum.indd 22

16-12-2011 10:27:03


A

Architectuur Drents Museum Erick van Egeraat

Egeraat het maaiveld als het ware onder spanning. Alles wat grond lijkt, kan ook de schil zijn van een ondergrondse wereld. hET KOETShuiS “In mijn ontwerpen reageer ik altijd heel stevig op de context van een opgave, zowel op de fysieke omgeving als de andere condities”, vertelt Van Egeraat. “De jury van de prijsvraag was destijds verbaasd over mijn bescheiden ontwerp. Die had verwacht dat ik een icoon zou ontwerpen. Maar Assen is een dorp. Dat was het toen ik er als kind vanuit Groningen kwam en dat is nooit veranderd. In die context past dit ontwerp, is het zelfs een statement.” De aanleiding voor de uitbreiding van het Drents Museum was het grote succes van enkele gehouden tentoonstellingen en het inzicht bij de gemeentelijke en provinciale overheid dat cultuur een belangrijke motor kan zijn voor het toerisme in de regio. Om de impact van de uitbreiding in de historische omgeving te verkleinen, koos Van Egeraat ervoor deze grotendeels ondergronds te realiseren. De aangewezen locatie voor de ondergrondse uitbreiding was een parkeerplaats aan de singel. De oudbouw van het Drents Museum, met gebouwen uit de zestiende tot de negentiende eeuw, ligt aan de Brink, en dus op enige afstand hiervan. Precies tussen de oudbouw en nieuwbouw ligt het oude koetshuis. Door de ondergrondse verbinding tussen de oudbouw en nieuwbouw onder het koetshuis te leggen, en dat pand zelf tot de nieuwe entree van het museum te promoveren, ontstond een logische routing. Door de ligging van het koetshuis aan het kleine plein met het ronde, natuurstenen vlak ligt het nieuwe entreegebouw op een vanzelfsprekende manier in het stedelijk weefsel. Door het koetshuis met een glazen plint iets van de grond te tillen, maakt Van Egeraat de ondergrondse ingreep bovengronds zichtbaar en is het gesloten koetshuis getransformeerd tot een gebouw met een publieke uitstraling. DE wiTTE OnDErGrOnDSE wErELD Achter de glazen draaideur van het koetshuis ligt een vervreemdende ruimte. Hoewel de wanden van het koetshuis diep donkerbruin zijn geverfd, is het in de ruimte niet donker. Het meeste daglicht valt binnen via de glazen plint en wordt weerkaatst door de spierwitte vloer. Het licht komt zo voor je gevoel van

AWM 46 A Drents Museum.indd 23

23 — AWM 46

beneden. Links en rechts van de entree wordt de blik via vides verder naar beneden geleid, naar een lichte wereld ondergronds. Een transparante lift in de linkervide en een wenteltrap in de rechtervide leiden bezoekers naar beneden. “Je wilt niet het gevoel hebben een kelder in te gaan”, verklaart Van Egeraat. Door het koetshuis donker te houden, en de verdieping eronder veel lichter te maken, is die laatste verdieping bijna vanzelfsprekend de hoofdverdieping.

— “Ik reageer altijd heel stevig op de context van een opgave” Midden in de witte ruimte onder het koetshuis staan acht getordeerde kolommen. De ranke kolommen lopen over in het plafond. “Om de bezoekers niet het gevoel te geven dat de vloer op acht paaltjes rust, wilde ik de kolommen versmelten met de ruimte”, zegt Van Egeraat. Nog belangrijker was dat de witte vloer van het koetshuis met de kolommen letterlijk hoort bij de witte ondergrondse wereld. Van Egeraat: “De glazen plint van het koetshuis vormt zo een scherpe en ondubbelzinnige scheiding tussen oud en nieuw, tussen boven en onder.” DE GrOTE ZaaL Vanuit de witte ondergrondse ruimte leidt richting het zuiden diagonaal een brede gang naar de nieuwe tentoonstellingsruimte. “De tentoonstellingsruimtes in de oude gebouwen zijn overdadig gedecoreerd. Het is een ramp om in die ruimtes tentoonstellingen te organiseren”, analyseert Van Egeraat. “In mijn ontwerp wilde ik hier een alternatief voor bieden. Ik heb daarom een zo groot mogelijke, niet-ornamentele en witte tentoonstellingsruimte ontworpen.” Voor een maximale flexibiliteit in het gebruik van de ruimte heeft Van Egeraat de nieuwe tentoonstellingszaal kolomvrij gehouden. De expressie in de vrij neutrale ruimte zit in het plafond bestaande uit gebogen stroken. De hoogte van de zaal loopt langzaam op richting de glazen pui achter in de zaal. Onder deze pui is een bordes ontworpen. Hiervandaan kan vanuit een verhoogd perspectief terugge-

16-12-2011 10:27:06


24 — AWM 46

keken worden op de tentoonstelling, en kan door de glazen pui een blik naar buiten worden geworpen op de verhoogde waterpartij en de singel erachter. Een nieuwe hiërarchie De witte ruimte onder het koetshuis leidt richting het noorden naar de oude gebouwen van het Drents Museum. Om de bezoekers aan het einde van de passage zo logisch mogelijk naar boven te leiden, de oudbouw in, is de wenteltrap, die de bezoekers vanuit het koetshuis naar beneden hebben geleid, hier nogmaals – gespiegeld – toegepast. In vergelijking met de brede toegang tot de nieuwe ondergrondse tentoonstellingsruimte komt de aansluiting op de oudbouw krap over. Meer ruimte voor deze aansluiting was er volgens Van Egeraat echter niet. “Van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heb ik veel vrijheid gekregen”, zegt de architect. “Maar je zit hier in en onder het Drostenhuis. Verder ingrijpen was onverantwoord geweest.” De krappe verbinding tussen de passage en de oudbouw is een pijnpunt in het ontwerp. Door de museumuitbreiding grotendeels ondergronds te realiseren, blijft het stedelijk landschap van Assen grotendeels onaangeroerd. Bovengronds staat de oudbouw gebroederlijk naast de nieuwbouw. Ondergronds echter is de nieuwe tentoonstellingsruimte vanuit de entree veel beter toegankelijk dan de oudbouw. De nieuwe zaal krijgt zo de hoofdrol in het gebouwencomplex toebedeeld, terwijl de oudbouw het moet doen met een bijrol. Die nieuwe hiërarchie past bij de koers van het museum, waarbij grote tijdelijke tentoonstellingen uit het hele land publiek naar Assen moeten trekken. En die tentoonstellingen worden niet in de gedecoreerde vertrekken van de oudbouw gehouden, maar in de flexibele witte ruimte van de nieuwbouw.—

Opdrachtgever Provincie Drenthe Architect (designed by) Erick van Egeraat Team Erick van Egeraat, Frank Huibers met Aude de Broissia, Harry Kurzhals, Marta Gonzalez, Jeroen van Rijen, Michiel Verkroost, Rudolph Eilander, Jurjen de Gans, Alvaro Gil Peña, Tobias Kogelnig, Igor Lusardi, Nils van Merrienboer, Cock Peterse, Marie Prunault, Aygul Shavalieva, David Spierings, Dimitri Suchin, Gerben Vos , Viktor Fretyán, Peter Heavens, Jorne Jongsma. Bouwmanagement Draaijer + Partners, Groningen Aannemer Geveke bouw, Delfzijl Constructeur Ingenieursbureau Wassenaar, Haren Realisatie November 2011

AWM 46 A Drents Museum.indd 24

De nieuwe tentoonstellingsruimte heeft Erick van Egeraat zo neutraal en flexibel mogelijk willen houden

16-12-2011 10:27:19


A

Architectuur Drents Museum Erick van Egeraat

25 — AWM 46

1 6

4

Langsdoorsnede

3

2

1

Begane grond

7

6

8

4

5

Kelderverdieping

AWM 46 A Drents Museum.indd 25

1 2 3 4 5 6 7 8

oudbouw entree dakpark museumwinkel garderobe tentoonstellingsruimte patio opslagruimte

16-12-2011 10:27:25


26 — AWM 46

Golfplaten

1 Atelier Hugo de Ruiter Design Voor de villa in Eindhoven waarin ontwerper Hugo de Ruiter zowel woont als werkt is een kleine uitbreiding ontworpen in perfo-golfplaat. Een ‘kraag’ van verzinkt staal koppelt de uitbreiding visueel los van de oudbouw en vormt ervoor een klein terras. – Architect Architecten|en|en

2 BFI Acetate & Nitrate Film Stores Het British Film Institute (BFI) heeft in Warwickshire een gebouw gerealiseerd waarin oude acetaat- en nitraatfilms op een veilige manier en onder optimale klimatologische omstandigheden opgeslagen kunnen worden. De entree van het gebouw is rondom voorzien van glanzende glazen golfplaten. – Architect Edward Cullinan Architects

3

Porch House Om snel te kunnen bouwen op deze afgelegen plek in Texas, is dit huis opgebouwd uit geprefabriceerde onderdelen. De huid van golfplaten verbindt de onderdelen tot een geheel. Luifels boven de ramen houden de warmte van de zon van de ramen. – Architect Lake|Flato Architects

in principe overal neergezet worden. Momenteel staat de bar bovenop het dak van een gebouw. – Architect BCMF Arquitetos

5

Logan Mod Box Dit ontwerp is een toevoeging aan een woonhuis uit de jaren ’60. In de nieuwe vleugel bevinden zich een extra slaapkamer en studeerkamer. De ramen zijn geïntegreerd in ‘dozen’ en vormen zo visueel een extra laag over de strakke golfplaten wand. – Architect Skiles Architect

1 Post & Van Leeuwen Photographers

Tijden van economische crisis vragen om een bescheiden materialisering. Zoals golfplaat. Het materiaal kan gebruikt worden voor gevels en daken, voor woning- en utiliteitsbouw.Voor de afwisseling kunnen platen worden gebogen of kan gevarieerd worden in de richting van de profilering.

3

6

Mosquito Coast Factory Op een industrieterrein in de Franse stad Nantes is een eenvoudige loods gerealiseerd van golfplaten met woon- en werkruimtes voor kunstenaars. Daklichten en een transparante policarbonaat achterwand brengen daglicht naar binnen. – Architect Gaston Tolila en Benoît-Marie Moriceau

4

Casa Cor Bar Hij moest een zo eenvoudig mogelijke constructie krijgen, deze bar voor Stella Artois en Tata Steel in Bela Horizonte, Brazilië. De ontworpen bar heeft een kruisvorm en kan door zijn modulaire opbouw

AWM 46 A Collage.indd 26

Jomar Bragança

4

16-12-2011 10:30:54


A

Architectuur Golfplaten

27 — AWM 46

Edmund Sumner

2

6

Philippe Ruault

5

AWM 46 A Collage.indd 27

16-12-2011 10:31:13


28 — AWM 46

Volume, materiaal, detail Het architectonisch gevarieerde Leerpark in Dordrecht bezit sinds kort een nieuwe brandweerkazerne. Het ontwerp van René van Zuuk is een multifunctioneel gebouw geworden, waarin de diversiteit van het programma tot uitdrukking komt in een kruisgewijze stapeling van balkvormige volumes. Tekst Aldo Trim Fotografie Christian Richters

AWM 46 A Brandweerkazerne.indd 28

16-12-2011 10:33:28


A

AWM 46 A Brandweerkazerne.indd 29

Architectuur Brandweerkazerne René van Zuuk Architekten

29 — AWM 46

16-12-2011 10:33:57


30 — AWM 46

De totstandkoming van het ontwerp van een gebouw blijft een onvoorspelbaar fenomeen. Waar het ene project uit een eenduidig concept voortkomt, ontstaat het andere als een chronologisch stappenplan. Dit laatste was min of meer het geval bij de brandweerkazerne van het Leerpark. Voor dit project was de opgave om aan de rand van het gebied, op een driehoekige kavel, een kazerne te maken met vijfentwintig overheaddeuren en stalplaatsen voor wagens. Ook moest er plaats geboden worden aan de Technische Dienst, de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR), en lokalen voor het ROC. Het stedenbouwkundige plan van West 8 stelde eisen aan de envelop; het gebouw moest een vertanding krijgen langs de randweg N3 en een minimale hoogte hebben van twaalf meter om als geluidswal te kunnen dienen voor het achterliggende gebied. Straten en balkvormige volumes Omdat de kavel niet genoeg lengte bood om alle deuren in één lijn te plaatsen, was het opknippen van alle stal- en parkeerplaatsen in losse volumes de eerste stap die werd genomen. Tussen de volumes zijn twee ‘straten’ gemaakt, zodat genoeg geveloppervlak gecreëerd werd om alle deuren

— De volumes vormen een gestapeld grid te plaatsen. Er is één volume met de entree en uitrukhal, een tweede volume met een werkplaats en een derde volume dat is bestemd voor gewone parkeerplaatsen. Vanwege strenge eisen met betrekking tot de uitruktijd, die maximaal acht minuten mag zijn, is al het overige van het programma, waaronder slaapruimten, kantoren, bergingen en dergelijke in twee, in hoogte verschillende, balkvormige volumes gehuisvest, die haaks op de onderste volumes liggen. De verschillende volumes vormen een gestapeld grid, dat het mogelijk maakt om vanuit het hele gebouw de wagens snel te bereiken in geval van spoed. Door de opsplitsing in balken krijgen alle

AWM 46 A Brandweerkazerne.indd 30

ruimten binnen genoeg daglicht. Tussen de balken bevindt zich een dakterras dat ook een verbinding is. In verticale richting ontstaat door de wisselende positionering van de gebouwdelen ruimtelijkheid en ontstaan zichtrelaties tussen de vertrekken op de verdiepingen en de ‘straten’ eronder. Stedenbouwkundig zorgt het in hoogte aflopende ontwerp ervoor dat het stedelijk weefsel van het Leerpark langs de rand van het gebied uitwaaiert. Waar je harde fronten als introductie van het gebied verwacht, oogt de rand door een onderbroken structuur met doorzichten en lagere volumes nu zachter. Puurheid Van Zuuk streeft in zijn ontwerpen altijd naar zuivere bouwkundige elementen en materialen. In het detail worden deze zo veel mogelijk los gehouden van elkaar om de afzonderlijke karakteristieken te doen spreken. Het detail staat ten dienste van het concept. Zijn gebouwen laten zich ontleden in lagen, zowel de toevallige passant wordt bediend als de aandachtige kenner die de moeite neemt langer te kijken. Het spel van de balkvormige volumes en een grote vakwerkligger met de tekst ‘Brandweer’ trekken meteen de aandacht. Bij verdere observatie blijken het echter vooral de materialisering en de onderlinge aansluitingen van de materialen te zijn die het spectaculaire beeld genereren. Een goed voorbeeld is het punt waar de balkvormige volumes elkaar dreigen te raken. Hier is een terugliggende ‘voeg’ gemaakt, een schaduwrand die de contouren van de volumes accentueert. Van een afstand is het effect van deze detaillering dat het gebouw oogt als een vluchtige ontmoeting van ruimteschepen waar de zwaartekracht niet volledig grip op heeft. Zo makkelijk als deze ontwerpstap lijkt, zo lastig was het om deze overgangen in de vloeren op te lossen. De daken van de onderste volumes lopen immers niet in één lijn met de onderste vloeren van de bovenliggende volumes. In het ontwerp zijn daarom gecompliceerdere overbruggingsdetails nodig. Onderscheidend Kenmerkend voor het Leerpark is een grote verscheidenheid aan vormen en

16-12-2011 10:34:13


A

Architectuur Brandweerkazerne René van Zuuk Architekten

31 — AWM 46

Links Door de gekruiste opzet van het gebouw zijn de brandweerwagens vanaf elke plek snel te bereiken Rechts In het hoofdtrappenhuis draaien twee looplijnen om elkaar heen Onder Omdat de kavel niet lang genoeg was om alle garagedeuren op één rij te plaatsen, is het volume in delen opgeknipt

AWM 46 A Brandweerkazerne.indd 31

16-12-2011 10:34:41


32 — AWM 46

De horizontale belijning van de gevel benadrukt het ‘zweven’ van de balkvormige volumes

Situatie

AWM 46 A Brandweerkazerne.indd 32

stijlen. Voor Van Zuuk was het de vraag hoe het gebouw zich aan deze omgeving kon conformeren, zonder erin te verdwijnen. Om onderdeel te worden van die bonte verzameling aan gebouwen, moest het nieuwe gebouw net zo onderscheidend zijn. Uit een inventarisatie van de gebruikte materialen in het gebied, kon Van Zuuk destilleren welk materiaal nog niet of weinig was gebruikt. Refererend aan het industriële karakter van de typologie van een brandweerkazerne viel de keuze op metaal, glas en translucent plaatmateriaal. Horizontale belijningen in de gevelbeplating benadrukken het ‘zweven’ van de balkvormige volumes. Van beneden naar boven neemt de zwaarte van de gevels af en de transparantie toe. Opvallend is de lichtgrijze gevel van de bovenste volumes. Door de gefelste en geperforeerde aluminium beplating heeft de gevel een lichtdoorlatendheid van 50% en zijn de achterliggende ramen bij avond waarneembaar. Als een voile geeft dit een mystieke diepte aan de gevel en biedt het privacy voor de vertrekken. Het hoogste volume grenst aan de belendende bebouwing en heeft een bekroning van groenkleurig glas. Doordat deze raamstrook is verschoven ten opzichte van de

onderliggende gevel is het net weer een luchtige gevelbeëindiging en wordt het massieve van de balk verminderd. houten traPPen Binnen de functionele opzet van het gebouw is veel aandacht besteed aan de trappen. Hier wordt een verticale relatie gelegd, waarbij Van Zuuk de trappenhuizen complexer vormgeeft om ze in het gebouw tot een verbijzondering te maken. Het gegeven dat er door de compositie van de balkvormige volumes lastige verschillen in vloeren ontstaan, is gebruikt om de trappen vorm te geven als meanderende herkenningspunten. Het hoofdtrappenhuis heeft twee in elkaar draaiende looplijnen, één vanuit de entreehal naar boven en één vanuit de stalplaats. Al stijgend of dalend openbaart zich steeds een ander doorzicht. Tussen de balkvormige volumes zijn glazen stroken aangebracht. Ondanks het minder uitgesproken lineaire interieur wordt het gebouw gevoelsmatig ruimtelijker door de doorzichten en draaibewegingen die je op de trappen maakt. Als contrast met het vele geprofi-

16-12-2011 10:34:56


A leerde metaal in het gebouw zijn de trappenhuizen bekleed met gebeitst Douglashout in warme tinten. In de technische wereld van slangen, rode wagens en fel licht introduceren de trappen zo een zachte tactiliteit.

Architectuur Brandweerkazerne René van Zuuk Architekten

33 — AWM 46

Langsdoorsnede

1

moment van architectuur

1

2 3

René van Zuuk ziet ontwerpen als een proces waarbij inlevingsvermogen de sturende kracht is. Dit proces moet leiden tot een ontwerp dat van groot tot klein een coherent verhaal is. Deze houding maakt het mogelijk om elke opdracht uniek te maken waarbij het unieke zit in een projecteigen vormtaal. Hierbij is zijn streven om, zoals hij zelf zegt, ‘complexiteit te reduceren tot het maximaal haalbare binnen het normale’. Van Zuuks werk aanschouwend is niet een continu beeldmerk te ontdekken. Elk project wordt op basis van specifieke wensen gebouwd. Absolute perfectie is daarbij niet gewenst, juist kleine afwijkingen maken het charmant. Bij oplevering bevindt een gebouw zich volgens Van Zuuk in een soort tussenfase, het is ‘het moment van de architectuur’. Dit moment van pure architectuur koestert Van Zuuk omdat dat de enige mogelijkheid is om het ontwerp te zien zoals het bedacht is. Daarna wordt het gebouw in gebruik genomen en zal in de loop van de tijd veranderingen ondergaan. Deze veranderingen liggen buiten het bereik van de architect, maar een goed gebouw zal deze ontwikkeling in de toekomst zelf aankunnen.—

Opdrachtgever Gemeente Dordrecht Architect René van Zuuk Architekten, Almere Team René van Zuuk, Kersten Scheller, Peter Hagelaar en Wulf Oschwald Projectmanagement bbn adviseurs, Houten Constructeur Bartels, Zwijndrecht Installatie adviseur Techniplan, Rotterdam Bouwfysische adviseur dGmR, Den Haag Aannemer Heijmans Utiliteitsbouw, Capelle aan den IJssel Realisatie Juni 2011

AWM 46 A Brandweerkazerne.indd 33

3

2e verdieping

5

5 7

4

6

8

9

1e verdieping

12

15

10 13

14

11

Begane grond

1 2 3 4 5 6 7 8

kantoren brandweer lounge vergaderruimtes restaurant slaapkamers fitness installaties werkplekken onderhoud

9 10 11 12 13

magazijn uitrukhal brandweer uitrukhal GHOR werkplaats voertuigen hout- en metaalwerkplaats 14 wasplaats en pomptestruimte 15 stallingsruimte

16-12-2011 10:35:21


Voor wie altijd op de hoogte wil zijn, is architectenweb.nl het juiste adres Dagelijks houden wij duizenden architecten op de hoogte van het laatste nieuws uit binnen- en buitenland, recent opgeleverde projecten en de nieuwste producten en materialen. Niet voor niets is architectenweb.nl met 15.000 nieuwsitems, 6.000 projecten, 6.500 producten en 1.600 materialen de grootste architectuursite van Nederland. Dus wie niets wil missen, brengt dagelijks een bezoekje aan:

architectenweb.nl

AWM 41 AD AW Spread.indd 1

14-04-2011 13:14:41


AWM 41 AD AW Spread.indd 2

14-04-2011 13:14:57


36 — AWM 46

PM

Product en Materiaal

MATERIA.NL

Kopermozaïek Deze mozaïektegels bestaan uit flinterdunne plaatjes koper, naadloos bijeengehouden door een rug van Kraftpapier. Het koper heeft een dikte van 0,5 mm; het papier is 1 mm dik. Het metaal is behandeld met een door Shellshock Designs ontwikkelde formule om het koper een gespikkelde, geanodiseerde optiek te geven. De tegels zijn beschikbaar in vier afwerkingen. Het kopermozaïek is geschikt voor zowel interieur- als exterieurtoepassingen. www.shellshockdesigns.com

VERLICHTING

Modische lamp Verlichtingsproducent Delta Light keek buiten de eigen discipline en vroeg modeontwerper Tim Van Steenbergen een lichtobject te maken. Die keuze was weloverwogen: de mode is een van de meest creatieve sectoren in België, met een internationale uitstraling. Van Steenbergen ontwierp naast zijn kledingcollecties eerder ook voor theater en opera. Hij heeft voor de armatuur Metronome als het ware knippen in een kap gemaakt. De Metronome bestaat uit een rok van aluminium stroken, die op drie vaste strips na alle kunnen worden versteld. De gebruiker kan zo zijn eigen spel van licht en schaduw creëren. De armatuur komt in 2012 beschikbaar in wit, zwart en rood gelakt, en afgewerkt met kurkfineer. De Metronome XXL, met een hoogte van 2,10 meter, is een ware eye catcher. www.deltalight.com

AWM 46 PM kort.indd 36

03-01-2012 14:29:42


PM GeVelBeKleDinG

Decoratieve bescherming Vivix is een lichtgewicht maar robuuste, regenwerende gevelbekleding. De panelen zijn aan beide zijden voorzien van een decoratieve oppervlaktelaag.

Product en Materiaal Korte berichten

37 — AWM 46

Ze zijn beschikbaar in helder gekleurde effen vlakken, op de natuur geïnspireerde abstracte patronen en met houttekening. De gevelbekleding is slagvast, weersbestendig en kleurecht. De panelen zijn toepasbaar in zowel nieuwbouw- als renovatieprojecten. Naast het bekleden van gevels of het accentueren van geveldelen, is Vivix geschikt voor toepassing bij buitenplafonds, decoratieve afschermingen, hekken en ballustrades. www.formica.com

VlOerBeDeKKinG

Complex gestructureerd De Arran is een rijk gestructureerde tapijttegel voor projecttoepassing. Met state of the art CMC Infinity tuftmachines heeft Forbo Flooring een complex dessin gerealiseerd. De lussenpolen zijn uitgevoerd in verschillende hoogtes in een bovendien onregelmatig patroon. In combinatie met de subtiele ton-sûr-ton kleuren heeft de zacht glooiende constructie een organische, geweven uitstraling. Als de Arran kamerbreed is gelegd, komt de tactiliteit goed tot haar recht. De Arran, een nieuw item in de Tessera tapijttegelcollectie, is beschikbaar in achttien kleurstellingen. Vooralsnog wordt de lijn alleen in GrootBrittannië geleverd. www.forbo-flooring.co.uk

AWM 46 PM kort.indd 37

16-12-2011 10:41:32


38 — AWM 46

Materia.nl

Avonite Petals Avonite Petals is een translucent, gekleurd solid surface-materiaal, waarin blaadjes lijken te drijven. Het materiaal bestaat geheel uit een polyester hars.

Het optische effect wordt verkregen bij het gieten van de panelen. Avonite Petals kan worden gezaagd, gefreesd, naadloos gelast en thermisch worden gevormd. Het materiaal is eenvoudig aan te helen. Het solid surface-materiaal is niet poreus en bestand tegen chemicaliën en vlekken. Avonite Petals, dat leverbaar is in drie dessins, is geschikt voor interieurtoepassingen. De panelen laten zich goed combineren met verlichting van achteren. www.avonitesurfaces.com

Materia.nl

Green Blade Het decoratieve Green Blade is volledig vervaardigd uit vezels van de bananenplant. Een bananenplant heeft een levensduur van slechts negen maanden.

Glas

Dynamische ­ruiten Het electrochrome SageGlass van Saint Gobain past zijn kleur, en daarmee zijn licht- en warmtetransmissie, aan het zonlicht en de omgevingstemperatuur aan. Dit gebeurt dankzij de veranderlijkheid in optische eigenschappen die sommige materialen vertonen wanneer ze onder

AWM 46 PM kort.indd 38

(zeer lichte) stroom worden gezet. Het elektrochrome glas is voorzien van een coating die kan wisselen tussen verschillende stadia van helder tot donker blauw. Het zicht naar buiten wordt daarbij niet gehinderd. Het Electrochrome Sage Glass vermindert het energieverbruik voor klimaatbeheersing en verlichting van het gebouw. Voor de gebruikers van het gebouw neemt het gevoel van comfort en welbehagen toe. Het veranderen van tint wordt geactiveerd door zwakstroom (1-2 V) en neemt zo’n drie tot vijf minuten in beslag, afhankelijk van de afmeting en temperatuur van het glasvlak. www.saint-gobain.com

Na de oogst laat men de plant rotten. FIBandCo hergebruikt de stammen van de plant om er op een ecologisch verantwoorde wijze soepele en translucente vellen uit te maken. De stammen worden direct op de plantage in Martinique hergebruikt. Het gebruik van de bananenstammen vermindert bovendien de ontbossing. Green Blade is leverbaar in vier natuurlijke kleuren en verschillende patronen en kan worden vervaardigd in diktes van 0,1 tot 0,35 mm. Dankzij de flexibiliteit kunnen de vellen worden verwerkt in elke richting, zelfs tegen de vezelrichting in. Green Blade is onbehandeld en moet, naar gelang de eisen en toepassing, worden afgewerkt met een coating. www.fibandco.com

03-01-2012 15:02:01


PM

Product en Materiaal Korte berichten

39 — AWM 46

Materia.nl

Kant van leer De patronen in de leercollecties Mojave Brussels en Mojave Moroccon Lace van Moore & Giles zijn geïnspireerd op fijn kantwerk. Daartoe is de vacht gepreegd en geëtst. Voor Mojave Brussels zijn in vachten van circa 204 cm2 nauwkeurig florale patronen geëtst. Bloemenranken slingeren over de vacht. Het dessin is in drie kleuren uitgevoerd. Het decoratieve patroon van Mojave Moroccon Lace is meer opengewerkt en beschikbaar in twee kleuren. Voor deze collectie worden huiden van circa 130 cm2 gebruikt. www.mooreandgiles.com

straatVerlicHtinG

Vloeiende verlichting De nieuwe straat- en voetgangersverlichting urbanstar combineert de bekende kegelarmatuur met ledtechnologie. De armatuur heeft een opvallende vormgeving.

AWM 46 PM kort.indd 39

De UrbanStar heeft een organischer detaillering dan andere modellen, waardoor een zachtere, meer vloeiende sculptuur ontstaat. Op afstand en in silhouet biedt de armatuur een ingetogen beeld; van dichtbij is er een duidelijke opbouw van voet, venster en kap met lichte asymmetrie. De UrbanStar straalt, zoals andere modellen kegelarmaturen, het licht uit naar alle zijden. De positie van de ledlichtbron, de vorm van het venster en de vorm van de kap, zorgen voor een

optimale lichtverdeling. Volgens de producent biedt de UrbanStar 25 tot 45% energiebesparing ten opzichte van traditionele kegelarmaturen met elektronisch bedreven PL-L lichtbronnen. De paaltoparmatuur geeft een goede lichtkwaliteit en voldoende strooilicht voor een prettig straatbeeld, maar tegelijkertijd zorgen de weloverwogen optieken voor minder lichthinder en –vervuiling. De Philipsarmatuur is een ontwerp van West8. www.lighting.philips.nl

16-12-2011 10:41:43


40 — AWM 46

Design Academy Graduate

Weefsels met licht

De lampjes hebben als het ware vier metalen pootjes, elk met een magnetisch voetje. De pootjes hechten zo aan het weefsel en verbinden de plus- en de mindraad. De lampjes kunnen telkens anders worden gegroepeerd tot nieuwe patronen, op een enkel doek of tussen lagen stof. Shades of Light van Aoife Wullur is een spel met licht, transparantie en gelaagdheid. www.aoifewullur.com

Design Academy Graduate

Aandachtig ­handelen Listen To Your Hands is een tafel met een opeenstapeling van laden aan een zijde van het blad. De laden in verschillende formaten staan met elkaar in verbinding door één lege ruimte.

Design Academy Master

Toekomstige monumenten De voorwerpen die archeologen opgraven geven een blik op een periode in het verleden, en hopelijk daarmee ook inzicht. Uitgaande van dit idee heeft Olivia de Gouveia een reeks structuren ontworpen die iets van het heden blootleggen in een fictionele toekomst. De Gouveia noemt het ‘inverse archaeology’. Ze werd getroffen door het beeld van scheepswrakken die op land liggen en worden ontmanteld: op zee belichamen ze vrijheid, op het land nemen ze slechts ruimte in. Ze duidt de wrakken aan als ‘apocalyptopias’; de volumes in een vervreem-

AWM 46 PM kort.indd 40

Het sluiten van een lade leidt door de luchtverplaatsing tot het opengaan van een andere lade. Naar gelang de snelheid van dichtduwen en de grootte van de lade kan het telkens een andere lade of groep van laden zijn, die openschiet. Door een beheerst schuiven blijven de andere laden dicht. Op deze manier wil ontwerper Sanghyeok Lee de gebruiker bewust maken van wat hij met zijn handen doet. De tafel dwingt tot aandacht voor de handeling. www.leesanghyeok.com dende situatie weerspiegelen voor De Gouveia het heersende gevoel van een wereld op drift. Het sterkste beeld hiervan vond ze een schip dat na de tsunami bij Japan was beland op het dak van een gebouw. Dit beeld heeft ze vertaald naar objecten, waarbij het misplaatste volume in een aantal ontwerpen juist is uitgespaard, als een afdruk van een gebeurtenis. De schijfvormige opbouw van de objecten verwijst naar het gebruikelijke in plakken zagen van de scheepswrakken. www.oliviafromnamibia.com

Olivia de Gouveia

Banen van dun stroomgeleidend garen zijn als afzonderlijke circuits verweven in een lap stof. Aan de randen van de stof vormen knoopcelbatterijen de voeding voor ledlampjes.

16-12-2011 10:41:50


PM DesiGn acaDeMy GraDuate

Organisch fabrikaat Bij de productie van halffabrikanten voor kunststof eindproducten als bij voorbeeld tuinslangen, ontstaat afval

Product en Materiaal Korte berichten

41 — AWM 46

in organische vormen: de zogenoemde lumps. Ruben Thier geeft het, vaak felgekleurde, afvalkunststof een nieuwe toepassing als bank of kruk. Hij noemt de productlijn Organic Factory. De fabriek raakt zo zijn afval eenvoudig kwijt en de lumps worden duurzaam verwerkt tot fascinerend gevormd buitenmeubilair. www.rubenthier.nl

DesiGn acaDeMy Master

Design & chaos Itay Ohaly is geïnteresseerd in hoeverre de controle in een ontwerpproces kan worden losgelaten. Om dat te onderzoeken heeft hij systematisch de verschillende fasen in het ontwerpproces losgekoppeld en verplaatst. Bij een van de experimenten heeft hij verschillende ontwerpers gevraagd elk een ander onderdeel voor één stoel te maken, zonder dat zij elkaars werk zagen. Pas na het samenstellen van de verschillende onderdelen zag iedereen het complete object. Bij een ander experiment liet hij mensen elk een fase in het proces uitvoeren, zonder dat ze wisten waaraan ze werkten. Startend met drie basisvormen heeft Ohaly de personen in elke fase (tekenen, materialiseren, samenstellen, et cetera) gevraagd voort te bouwen op het resultaat van de voorgaande fase. De uiteindelijke vorm is door Ohaly zo geplaatst, dat het een functie kon vervullen. Zo bleek een van de resultaten te kunnen dienen als bureau. Vervolgens heeft hij de vorm voorzien van praktische onderdelen als een verlichtingsbron en laden. www.ohaly.com

AWM 46 PM kort.indd 41

16-12-2011 10:41:57


42 — AWM 46

Baksteen Expressieve gevelbekleding Baksteen beleeft een toegenomen belangstelling als gevelbekleding. Het materiaal is in meerdere opzichten duurzaam en biedt met zijn grote verscheidenheid mogelijkheden voor onderscheidende gevels. Zelfs al is dat een dunne jurk van prefab metselwerk. Tekst Robert Muis “Momenteel wordt aan gevels meer levendigheid gegeven door schaduwwerking van bakstenen”, zegt Arnout Janssen, “bijvoorbeeld door steenkoppen her en der te laten uitsteken of door de stenen als muizentandjes te verwerken. Ook wordt het gevelbeeld versterkt door bakstenen met een stevige oppervlaktestructuur.” Hoewel baksteen, van de Hollandse

AWM 46 PM Baksteen.indd 42

Renaissance via de 18e eeuwse baksteenarchitectuur, de Amsterdamse School en de na-oorlogse Bossche school tot op heden nooit weg is geweest, lijkt er een opleving in de toepassing van het gebakken materiaal. De keuze wordt deels bepaald door de huidige traditionalistische of historiserende architectuur, maar zeker zo vaak door de mogelijkheden voor expressieve gebouwen. Janssen, marketing manager van CRH Clay Solutions, constateert dat er veel wordt gevarieerd met kleurmixen, het willekeurig verwerken van formaten en het vrij interpreteren van metselverbanden. “CRH Clay Solutions ziet veel animo voor het Impressiongamma, een strengperssteen waarbij de zichtzijde tijdens het productieproces sterk wordt gemodificeerd. Een verrassende structuur bereikten Karelse & den Besten bij Fort Cortina (2008) en PLUS architecten bij Blankenborch (2011; zie AWM 45) door frogstenen op de klamp te laten metselen. Hierdoor komt de frog – de holte in de grootste vlakke kant – in

het zicht. Rob Mulder, manager P&A Sales bij Wienerberger, ziet eveneens de tendens naar meer reliëf, bijzondere texturen, bontere gevels en aandacht voor ornamentiek. “Bakstenen worden vooral gekozen om een onderscheidende gevel te maken”, zegt Mulder. “De invulling is heel persoonlijk. Architecten ontwikkelen telkens hun eigen beeldtaal en zoeken daarbij de bakstenen die dat materialiseren, bijvoorbeeld met een specifieke kleur of kleurencombinatie.” Kleuren, vormen, structuren, afwerkingen: de meeste fabrikanten hebben een assortiment van duizenden bakstenen. “Er zijn tienduizenden bakstenen”, stelt Henk van Boxtel, technisch manager bij Aberson. “Driekwart daarvan is standaard te verkrijgen, het resterende kwart bestaat uit specials”. Het gaat bij specials vaak om een modificatie van een bestaande steen op verzoek van de voorschrijver. Zo heeft CRH Clay Solutions voor Fort Cortina de frogzijde van de gekozen baksteen additioneel bewerkt. De verwerkte steen is een

16-12-2011 10:45:11


PM

Product en Materiaal Baksteen

43 — AWM 46

Hans Peter Föllmi/I See For You

Een expressieve gevel door verschillende toepassingen van baksteen: Bonifacius School in Alphen aan den Rijn, door FARO Architecten (2011)

Dinner Service is een pottenbakkersservies van Atelier NL voor Koninklijke Tichelaar Makkum

kardinaalrode handvormsteen met metallic effect. Door het gebruik van zeer zuivere kleisoorten verkrijgt de steen een intense, diep rode kleur. In de productie worden de stenen bestoven met een poeder naar eigen receptuur van de baksteenfabrikant, waarin onder andere kolengruis is verwerkt. Tijdens het bakproces ontstaat het metallic effect. Wienerberger heeft voor diverse projecten vormstenen op maat heeft geleverd, zoals de ‘bollensteen’ voor de stadsvernieuwing Nieuw Crooswijk in Rotterdam. De baksteen werd ontwikkeld in nauwe samenwerking met Drost + Van Veen architecten. Ook wordt de expertise van de baksteenindustrie ingeroepen voor renovatieprojecten waarvan de stenen niet meer worden geproduceerd, zoals de kademuren in Naarden of ‘s-Hertogenbosch, kerken en monumentale gebouwen. Janssen geeft als voorbeeld ook de typische ‘London yellow’-stenen, die CRH Clay Solutions vervaardigt voor de renovatie van historische panden in de binnenstad van Londen.

AWM 46 PM Baksteen.indd 43

ECOLOGISCHE KEUZE Een bakstenen gevelbekleding kan, als zelfdragend metselwerk, eeuwen meegaan en straalt die levenslange kwaliteit ook uit. Dat was voor de Britse architect Tony Fretton bij Solid 11 in Amsterdam

— Voor renovaties worden bakstenen opnieuw gemaakt expliciet de reden om voor baksteen te kiezen (zie AWM 44). Volgens Janssen wordt de baksteen terecht als duurzaam product ervaren: niet alleen heeft hij een lange levensduur, ook wordt er gebruik gemaakt van hernieuwbare lokale grondstoffen, zijn de transportbewegingen bijgevolg beperkt en is er een hoge mate

van hergebruik. Er wordt echter gezocht naar vergrote duurzaamheid en verlaging van de CO2-uitstoot. In de verwerking van wol, zoals onlangs in Groot-Brittannië is onderzocht, ziet Mulder geen oplossing. “Zo’n steen kan alleen worden gedroogd en is dan niet vormvast”, legt hij uit. “Wil je een onvervormbare steen, dan moet de klei worden gebakken bij 900 tot 1.000°C. Dan verbranden natuurlijke additieven als wol en vezels en wordt de steen te poreus. Als een architect zoekt naar een lagere ecologische belasting, zal hij in eerste instantie moeten kijken naar een slimme vormgeving of naar de dikte van de steen.” De afgelopen tijd zijn meerdere slanke bakstenen op de markt gekomen. Wienerberger heeft de Terca Slimbrick en SlimBrick XL geïntroduceerd, gevelstenen met 30% minder volume. De XL-versie is specifiek ontwikkeld voor polymetrisch metselwerk: een metselverband waarbij stenen van verschillende typen en formaten willekeurig door elkaar heen gemetseld worden. De lengte is gebaseerd op

16-12-2011 10:45:21


44 — AWM 46

1

2

3 5

6

4 7

1 Smalle bakstenen, specifiek ontwikkeld voor de renovatie van de Almeerse Stedenwijk Noord www.aberson.nl 2 Reliëf met baksteen in Moerwijk, Den Haag www.rijswaard.nl 3 Twee trends in één: kleurenmix in langformaat www.wienerberger.nl 4 Prefab gevelelementen: BrickMate www.crhclaysolutions.nl

7

8

5 Duecorock: een smalle en holle C2C baksteen www.daasbaksteen.nl 6 Een trend is ook een nauwelijks of geen zichtbare voeg. Zero speelt hierop in door de mortel grotendeels in de baksteen te laten verzinken. www.vandersanden.be 7 De nieuwe, eigentijdse Intense-lijn www.vandersanden.be 8 De smalle Beeksteen www.crhclaysolutions.nl

AWM 46 PM Baksteen.indd 44

16-12-2011 10:45:39


PM drie koppen van 70 mm en twee voegen van 10 mm; de hoogte van de baksteen (110 mm) is een dubbel waalformaat met voeg. CRH Clay Solutions heeft de Beeksteen, die 35 mm smaller dan gebruikelijk is. Dat vergt volgens Janssen grofweg een derde minder grondstoffen. CRH Clay Solutions biedt inmiddels het grootste gedeelte van het assortiment in ‘beeksteenformaat’ aan. Ook de Dueco Brick – in de varianten Rock en Panel – van Daas Baksteen is 70 mm dik. Bovendien is de steen hol, waardoor er volgens de producent in totaal 57% wordt bespaard ten opzichte van een traditionele metselwerkgevel. Een bijkomend voordeel van de smallere stenen is dat er bij gelijke muurdikte ruimte in de spouw ontstaat voor extra thermische isolatie, zonder dat aansluitdetails moeten worden aangepast. Hiervan wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt bij de renovatie van de Almeerse Stedenwijk Noord. Van de bijna dertig jaar oude woningen wordt het verouderde metselwerk vervangen, waarbij een 70 mm smalle baksteen wordt gebruikt (210 x 70 x 50 mm). Die leidt tot 30 mm meer ruimte voor isolatie in de spouw. De steen is ontwikkeld door bouwbedrijf Mateboer en bouwkundig ontwerpbureau 19 Het Atelier architecten, en wordt geproduceerd door Aberson. Overigens ontwikkelt CRH Clay Solutions momenteel in samenwerking met Rockwool een systeem waarbij steenstrips direct op de isolatie worden aangebracht. Wienerberger brengt een dergelijk systeem op de markt in samenwerking met Sto Isoned. De Vlaamse Steenfabriek Vandersanden heeft vorig jaar E-Brick geïntroduceerd: een bouwsysteem van panelen uit een isolatielaag, een wind- en waterdichte laag geëxtrudeerd schuim en een afwerking van strips van handvormstenen. DUNNE JURK Dunnere bakstenen, dat stelde ook architect Irma van Oort KCAP Architects&Planners voor, tijdens de Architectenweb CRH Clay Solutions Baksteendag. Zij was een van de sprekers tijdens het evenement, dat in november in het Materia Inspiration Centre plaatsvond. Van Oort merkte op dat metselwerk tegenwoordig eigenlijk alleen nog als jurk voor het gebouw wordt gebruikt. Een minimale dikte is echter wel nodig, zegt

AWM 46 PM Baksteen.indd 45

Product en Materiaal Baksteen

Mulder van Wienerberger. Het baksteen buitenblad heeft weliswaar zelden een dragende functie, het heeft nog wel degelijk een constructieve functie. De spanningen die door windbelasting ontstaan, draagt het gemetselde buitenblad via de spouwankers af aan het binnenblad. In een aantal gevallen heeft het binnenblad voldoende sterkte om de windbelasting op te nemen en af te dragen naar de hoofdconstructie. “We zien echter een toename van lichtgewicht constructies”, zegt Mulder. “Daarbij is de samenwerking van binnen- en buitenblad om de spanningen door windbelasting op te vangen belangrijk. Het bakstenen buitenblad kan dan niet te dun zijn.” Ook Van Boxtel van Aberson wijst op de windbelasting. “Met de spanningen van windbelasting moet overigens ook rekening worden gehouden als op de klamp wordt gemetseld”, zegt hij. “Ik denk dat bakstenen niet smaller kunnen zijn dan zo’n 65 mm.” “We zien een tendens naar het gebruik van prefab metselwerk”, merkt Mulder op. “Daarbij kunnen de bakstenen wel dunner worden vervaardigd, omdat dat onder geconditioneerde omstandigheden gebeurt.” Vooraf geproduceerd metselwerk heeft zowel economische als constructieve pluspunten. De bouwtijd kan worden verkort en de weersomstandigheden hebben geen invloed op de voortgang van het metselen. Daarnaast zijn gecompliceerde onderdelen als bogen en ronde ramen, en onconventioneel metselwerk als horizontale krommingen, geprofileerde gevelbanden en onderzijden van uitkragingen makkelijker te realiseren. Als het prefab metselwerk bovendien op de bouwplaats wordt gevoegd, zijn de voorgeproduceerde elementen tussen de ter plekke gemetselde delen niet meer als zodanig herkenbaar. Prefab metselwerk biedt voor de momenteel geliefde expressieve baksteengevels dan ook interessante mogelijkheden. Er dient echter ook rekening te worden gehouden met een keerzijde: prefab metselwerk bestaat veelal uit baksteen op betonnen elementen (lateien, kolommen, dorpels, panelen en dergelijke). Een ecologisch nadeel is dat dit het hergebruik bemoeilijkt.—

45 — AWM 46

Nestelsteen Doordat gebouwen steeds beter zijn geïsoleerd, vinden stadsvogels moeilijker plekken in de muren of onder dakranden om te nestelen. Voor de grauwe vliegenvanger, de huiszwaluw en de huismus heeft Fanny Hofstra de Bird Bricks ontworpen. De bakstenen zijn hol en hebben openingen die zijn afgestemd op de grootte en de wijze van aanvliegen van deze vogels. De stenen kunnen tijdens het metselen in de muur worden verwerkt; ze voldoen aan de bouwvoorschriften. Met – onder andere – de Bird Bricks studeerde Hofstra dit jaar af aan de Design Academy Eindhoven.

Meer weten? www.knb-baksteen.nl www.tiles-bricks.eu

16-12-2011 10:45:41


46 — AWM 46

Recession Chair Ontwerp met urgentie Na zijn bezoek aan de Dutch Design Week 2012 in Eindhoven constateerde Frank Tjepkema verbaasd dat de designwereld nauwelijks of niet reageert op de huidige economische crisis. Als klein tegenwicht ontwierp hij de ‘Recession Chair’. Tekst Robert Muis Fotografie Tjep. Voor de Recession Chair nam Tjepkema een stoel van Ikea, die werd gezandstraald. Het meubel veranderde van een doorsnee massaproduct via een geërodeerde versie tot een skeletachtig eindproduct. Het uiteindelijke object is niet meer functioneel, aangezien het hoogstwaarschijnlijk zal bezwijken onder een gebruiker. Vergelijkbaar met een maatschappij onder druk van een recessie. “De huidige economische crisis is zo aanwezig in alle discussies die worden gevoerd”, zegt Tjepkema. “De crisis raakt zoveel terreinen, ook het maken van design. Maar aan de ontwerpen die ik tijdens de Dutch Design Week heb gezien, merk je daarvan niets. Misschien gaan ontwerpen er indirect wel over, maar ik heb maar één project gezien dat expliciet verwijst naar de economische crisis: een herontwerp van de eurobiljetten”. Michael Kluver heeft letterlijk kritische kanttekeningen bij ons monetaire stelsel gezet, door aan het biljetontwerp illustraties van de zwakke plekken in het systeem toe te voegen. Kluvers ontwerp maakte deel uit van de Design Academy Graduationshow. Tjepkema zegt de reactie op de crisis niet alleen te missen bij de nieuwe lichting, zoals die zich presenteerde in de Design Academy en de TU Eindhoven. Ook onder zijn meer of minder gevestigde collega’s ziet hij geen expliciete reacties. Er zijn uiteraard ontwerpers die kiezen voor hergebruikte, lokale of ecologische

AWM 46 PM Ontwerper.indd 46

verantwoorde materialen, of wier ontwerp een standpunt inneemt ten opzichte van de bio-industrie. Tjepkema vindt dat goede uitgangspunten, maar er is nu een veel fundamenteler probleem waarop moet worden gereageerd. “Het gaat niet alleen om het anders ontwerpen van producten, we moeten misschien een hele nieuwe economie ontwerpen. We moeten ons afvragen of de mateloze consumptie en het continu streven naar groei wel zo

— Moeten we een nieuwe economie ontwerpen? gezond is. Recessie wordt als negatief gezien, krimp wordt gepresenteerd als iets ergs. Ik denk dat we moeten zoeken naar een manier om krimp positief in te vullen, zodat het systeem weer gezond wordt.” Tjepkema ervaart veel ecologisch verantwoorde ontwerpen bovendien als ‘te gezellig’. Een ontwerper kan lokale, natuurlijke grondstoffen op verschillende manieren toepassen, wat wellicht een gevoel van eenvoud, soberheid en een terugkeer naar de basis suggereert. “Maar we dreigen nu stappen naar onderen te

doen in de piramide van Maslow en dan maak je je niet druk om de kleur van de klei”, zegt Tjepkema. “Ik mis projecten die aan de basis zitten. We moeten proberen inhoud te geven aan een maatschappelijke urgentie.” De Recession Chair is een directe reactie, maar metaforisch. De stoel is geen praktisch antwoord en zeker geen functioneel object. “Mijn Recession Chair is inderdaad een beeld, dat werkt op meerdere niveaus. Je kunt de stoel zien als de maatschappij, die ons ondersteuning biedt maar waaraan nu wordt geknabbeld. Je kunt het ook zien als de culturele sector, waar met de hakbijl geld wordt weggehaald, terwijl kunst en cultuur wel degelijk van essentieel belang zijn voor een bloeiende samenleving. Dat mijn stoel een metafoor is en geen absoluut antwoord voor tijden van crisis, vind ik niet erg. Het is een unicaat, waarbij het beeld – zelfs de foto ervan – belangrijker is dan het ontwerp als gebruiksvoorwerp. Mijn stoel is vooral een uitnodiging aan het vakgebied om over deze zaken na te denken. Misschien is het goed om een bruikbaar object te ontwerpen, bijvoorbeeld een goedkope, veilige en hygiënische tent voor acties als Occupy. Het is wel verrassend”, concludeert Tjepkema. “De Recession Chair is vrij intuïtief ontstaan, maar ik merk dat alleen al door hem te maken, ik steeds meer over het onderwerp ben gaan nadenken. Wordt vervolgd.”—

16-12-2011 10:49:09


PM

AWM 46 PM Ontwerper.indd 47

Product en Materiaal Recession Chair Frank Tjepkema

47 — AWM 46

16-12-2011 10:49:16


Building Value

Get inspired! Laat u inspireren in keramisch bouwen en renoveren tijdens GEVEL2012. Wienerberger presenteert nieuwe keramische producten en toepassingen, voor zowel nieuwbouw als renovatie. Duurzame oplossingen met een tijdloze uitstraling. Registreer u gratis voor via www.wienerberger.nl of via de QR-code. We ontmoeten u graag op GEVEL2012.

Bezoek ons op standnummer:

01C002 Wienerberger B.V. info.nl@wienerberger.com | www.wienerberger.nl

AWM 46 AD Wienerberger.indd 1 Wienerberger Adv Gevel 2012 210x275.indd 1

16-12-2011 10:49:55 08-12-11 15:15


AWM 46 AD Dynamobel.indd 1

16-12-2011 10:51:06


Gevel_Adv_210x275_AWM_111122.pdf 7 22-11-2011 14:13:43

AWM 46 AD Gevel.indd 1

16-12-2011 10:51:56


Advertorial

ADVERTORIAL

Geberit Monolith biedt consument modern alternatief voor zichtbare wc stortbak

De Geberit Monolith is een nieuw en modern wc-reservoir - ook wel stortbak genoemd - dat vóór de muur geplaatst wordt ter vervanging van de vaak onelegante laaghangende wc stortbak of het keramisch duoblok. De Geberit Monolith is geheel met glas afgewerkt en heeft een slanke, strakke vormgeving. Uniek is dat de Geberit Monolith in elk toilet toe te passen is zonder hak-, sloopof breekwerk.

AWM 44 AD Geberit_links.indd 1

Vanwege een doordacht ontwerp past het nieuwe wc-reservoir perfect op de bestaande aan- en afvoer van elk toilet. Ongeacht of de afvoer uit de wand of de vloer komt. Geberit Monolith is winnaar van de Internationale iF product design award 2010. Een fraai vormgegeven toilet- of badruimte is een wens voor menig consument. Echter is het technisch niet altijd mogelijk of wenselijk het reservoir van het toilet achter de wand weg te werken (inbouwreservoir) of van een staand toilet een zwevend toilet te maken. Bij de vervanging en renovatie van een toiletruimte wordt daarom vaak noodgedwongen gekozen voor traditionele wc’s met zichtbare stortbak. Geberit Monolith biedt nu een extra keuzemogelijkheid. Een modern ontworpen wc stortbak dat compact van afmeting is en eenvoudig kan worden geïnstalleerd zonder hak- of breekwerk in muren en vloeren. Het reservoir is geschikt voor

iedere bouwsituatie en praktisch elke afvoer, of deze nu in de vloer of in de wand verwerkt zit. Doordat de slanke stortbak bij de Geberit Monolith geraffineerd achter een glasplaat wordt verborgen, biedt de Monolith een modern en strak uiterlijk en is zo een perfect alternatief voor wc’s met zichtbare stortbak. Geberit Monolith is verkrijgbaar in de glaskleuren zwart en wit. Geberit Monolith is te verkrijgen bij de meeste sanitair showrooms in Nederland of via de installateur. Voor meer informatie over Geberit Monolith zie www.geberit.nl/monolith. Meer weten?

Geberit B.V. T 030-6057700 E info.nl@geberit.com W www.geberit.nl

25-08-2011 17:15:38


52 — AWM 46

CM

Cultuur en Maatschappij

DIALOOG

Zachte data Een van de wijken in de Limburgse stad Heerlen waar de krimp in de regio zich begint af te tekenen is Vrieheide. De symptomen: vergrijzing, langdurige leegstand en teruglopende leefbaarheid. Dit najaar verbleef ontwerperscollectief de Pink Pony Express vijf weken in de wijk om deze beter te leren kennen. “Het doel van onze projecten is om de aandacht te verschuiven van de conventionele harde data naar de zachte data; de verhalen van een wijk”, vertelt Jessica Hammarlund Bergmann van de Pink Pony Express. Terwijl de wijk Vrieheide de naam heeft een probleemwijk te zijn,

AWM 46 CM Kort.indd 52

ontdekten de ontwerpers tijdens hun verblijf dat de bewoners van de wijk zelf positief over hun wijk spraken. Welke verborgen potentie heeft de wijk? Toen Vrieheide halverwege de jaren zestig werd gebouwd, was Heerlen dankzij de mijnindustrie nog een rijke stad. De 837 witte eengezinswoningen naar ontwerp van de Hongaarse architect Peter Sigmond waren ontworpen voor de hogere middenklasse. Met de sluiting van de mijnen veranderde de wijk langzaam in een probleemwijk. De gemeente Heerlen denkt momenteel na over hoe Vrieheide een positieve impuls kan krijgen. Omdat het eigen woningbezit in de wijk hoog is, is grootschalige sloop geen optie. De gemeente verwacht veel van burgerparticipatie. In 2009 heeft de bewonersorganisatie een braakliggende terrein in de stad tot park getransformeerd. “Dit project

werd aan ons gepresenteerd als een succesvol voorbeeld van burgerparticipatie. Maar het park bleek vol hondenpoep te liggen. Mensen bleven er niet langer dan een paar minuten”, vertelt Hammarlund Bergmann. En terwijl het ene deel van de wijk zich aan de hondenpoep ergerde, bleek de andere helft zich van geen kwaad bewust. Door alle hondendrollen in het park met een klein cocktailparapluutje te markeren, kon de Pink Pony Express op een ludieke manier het gesprek over het park te openen. Uiteindelijk bleken er 2500 parapluutjes van nodig. De grote hoeveelheid gebruikers van het park zag het ontwerperscollectief wel als een kans. Om deze potentie bloot te leggen zijn met een camera twee weken alle bewegingen door het park geregistreerd. Die beelden zijn vervolgens digitaal samengevoegd tot een groepsportret. Een ander project betrof de architectuur in de wijk. Met de vraag ‘Wat is er nog origineel in uw huis?’ konden de ontwerpers eenvoudig in contact komen met de bewoners en de woningen van binnen bekijken. Het bleek dat het originele interieur nog wel bestaat, maar in kleine fragmenten is verspreid over verschillende woningen. Bij het ene huis vind je een originele deurbel, drie blokken verder elementen van de vloer. Dat originele interieur is iets dat de wijk deelt. Voor dat de Pink Pony Express in Heerlen neerstreek heeft het collectief onderzoek gedaan in Detroit. De krimp van de auto-industrie daar heeft soortgelijke effecten als het verdwijnen van de mijnindustrie, vindt Hammarlund Bergmann. Maar er zijn ook verschillen. “In Amerika is de overheid nooit sterk aanwezig geweest. In Detroit zijn er daardoor veel eigen initiatieven door de burgers”, zegt Hammarlund Bergmann. “In Nederland daarentegen worden eigen initiatieven vaak overgenomen door de overheid. Er is daardoor een zekere passiviteit ontstaan.” Om burgerparticipatie tot stand te brengen, zoals de gemeente dat wil, is een heel ander proces nodig dan wij tot nu toe kennen, denkt ze. “Zoiets vergt een mentale omschakeling, voor zowel lokale professionals als voor bewoners”, zegt Hammarlund Bergmann. “Zoiets ontstaat ook niet van vandaag op morgen. De crisis biedt ons echter tijd om de processen te kunnen ontwikkelen.” (MvR)

16-12-2011 10:56:00


FILM

Jord den Hollander Op het Architectuur Film Festival Rotterdam (AFFR) ging de film Mission Statements van architect en filmmaker Jord den Hollander in première. In de film wordt het leven in vier nieuwe Nederlandse ambassades belicht. Waarom heeft u Mission Statements gemaakt? “Ik wilde al heel lang iets doen met het thema identiteit in relatie tot architectuur. De gerealiseerde ambassades waren een prachtig vehikel om daar een verhaal over te vertellen. In de film wilden wij de ambitie van de politiek tegenover de ervaring van de gebruikers zetten. We hebben de gebruikers daarvoor een rondleiding laten geven aan lokale architecten. Dat levert bijna automatisch interessant materiaal op. De visie van de ambassadeur op het gebouw botst bijvoorbeeld vaak al met de visie van de andere gebruikers van het gebouw. De bedoelingen van de architect ken je al uit de artikelen in de vakbladen. Wij wilden er iets aan toevoegen. We laten daarom bewust de gebruikers aan het woord. Zo ontstaan verhalen en gaat het gebouw leven. Films die alleen over de ontwerpen gaan, zijn saai.”

tie als filmmaker natuurlijk wel.” In Mission Statements worden ook grappen gemaakt. Hoe belangrijk is humor? “Humor is in een film een verbindend element. Maar je moet er ook mee oppassen. Als je teveel grappen achter elkaar plakt, wordt het anekdotisch. En dat wil je ook weer niet.” Het AFFR, waar de film in première ging, heeft u eind jaren negentig mede opgericht. Hoe heeft het architectuurfilmklimaat zich intussen ontwikkeld? “Met architectuur heeft iedereen te maken en met film ben je in staat een breed publiek aan te spreken. Als je die twee kunt combineren is dat fantastisch. Dat is gelukkig goed opgepikt. Ik denk dat iedereen binnen de beroepsgroep inmiddels wel van het festival afweet. Als organisatie worden we inmiddels gevraagd om architectuurfilmfestivals samen te stellen voor steden in binnen- en buitenland. Wat ik interessant vind, is dat je door de samenstelling van het programma van een festival ook een thema

53 — AWM 46

aan de orde kunt stellen. Ook zie je dat de festivals een podium bieden voor films die anders geen publiek hebben.” Wilt u met het festival ook het bredere publiek interesseren voor architectuur? “We willen uit het beperkte harnas van het incestueuze architectuurdebat breken. Maar het blijft natuurlijk wel een niche; architectuur en film.” Hoe kijkt u aan tegen de aankomende bezuinigingen in de cultuursector? Zowel het AFFR als uw film worden gesubsidieerd. “We zullen in de toekomst misschien iets meer ons best moeten doen, maar ik ben niet pessimistisch. Het festival houden we voor weinig geld. En als ik een nieuwe film wil maken, dan begin ik er gewoon aan. Het leven is te kort om te gaan zitten wachten op geld. Ik zie wel waar het schip strandt.” Werkt u alweer aan een nieuwe film? “Ja, al kan ik er nog niet teveel over zeggen. De film gaat over eerzucht en ijdelheid.” (MvR) Frank Hanswijk

CM

Cultuur en Maatschappij Korte berichten

In uw film worden de besproken gebouwen geanalyseerd. Ziet u uw films ook als een vorm van architectuurkritiek? “Zeker. Een architectuurfilm kan je stimuleren om beter naar jouw omgeving te kijken. In deze film zie je trouwens steeds het menselijk tekort, je ziet ambities die net niet gehaald zijn. Het maken van films heeft mijn eigen architectuurpraktijk overigens ook verbeterd. Daarnaast heb ik geleerd hoe je een verhaal vertelt. Taal is een ding, maar beeld is iets anders. Als een beeld het verhaal al vertelt, kun je de taalkundige toelichting weglaten. Doordat je met beelden werkt, laat je de interpretatie aan de kijkers zelf. Al stuur je die interpreta-

AWM 46 CM Kort.indd 53

16-12-2011 10:56:03


54 — AWM 46

De stad van de PVV Minder ruimte voor de overheid

De PVV is een voorstander van Particulier Opdrachtgeverschap, zoals hier in het Homeruskwartier in Almere binnen het stedenbouwkundig ontwerp van OMA

AWM 46 CM PVV.indd 54

16-12-2011 10:57:45


CM

Cultuur en Maatschappij De stad van de PVV

De afgelopen jaren is de Partij voor de Vrijheid (PVV) een groeiende factor van belang geworden in het Nederlandse politieke landschap. In Den Haag en Almere heeft de omstreden partij inmiddels directe invloed als belangrijkste oppositiefractie. AWM vroeg de raadsleden met de portefeuille ruimtelijke ordening in beide gemeenten naar hun visie. Tekst Ronnie Weessies

Sinds het voorjaar van 2010, vier jaar na de oprichting van de PVV, zetelt de partij in de gemeenteraad van twee steden. In Den Haag behaalde de partij acht van de 45 zetels, één minder dan de PvdA. In Almere mag de PVV zich zelfs de grootste fractie noemen, met negen van de 39 beschikbare stoelen. Het electorale succes leidde niet tot een plek op het pluche; in beide gemeenten voert de partij de oppositie aan. Dat doet ze met behulp van onverbloemde,

— In de gemeenteraad van Almere is de PVV de grootste fractie ´duidelijke´ politieke taal, uiteraard ook op het gebied van ruimtelijke ordening. Paradoxaal genoeg roept deze manier van communiceren ook vragen op, vooral over wat de visie achter de doorgaans harde woorden is.

Top-Shot.nl

MegaloMaan

AWM 46 CM PVV.indd 55

Bart Brands (29) drukt zich binnen de Haagse politieke arena naar goed PVV-gebruik uit in weinig subtiele bewoordingen. Zo noemt hij het in de wacht gezette cultuurforum aan het Spui steevast een ‘cultuursilo’ en een ‘megalomaan’ project. Dat vraagt

55 — AWM 46

om uitleg. “Met megalomaan doelen wij vooral op de prijs, in totaal tweehonderd miljoen euro. Als dit project doorgaat, zit er voor de gemeente een prijskaartje aan vast van honderd miljoen. Het gaat dus om belastinggeld dat door onze Henk en Ingrid opgebracht moet worden. We vinden het onverantwoordelijk om de hele stad te belasten voor het kleine percentage van de bevolking dat die cultuursilo bezoekt. Daarbij kun je de Anton Philipszaal voor een fractie van dat bedrag, ik geloof 11,7 miljoen, zo opknappen dat hij tot 2027 voldoet aan de eisen. Als je kunt kiezen tussen beide bedragen, dan doen wij dat zeker in deze economisch slechte tijd voor die 11,7 miljoen. Dat lijkt mij een heel simpele rekensom.” Brands is geen verklaard tegenstander van een geheel nieuw gebouw op het Spuiplein, maar dat moet dan wel volledig voor rekening komen van een marktpartij. “Als diens plan volgens het bestemmingsplan mogelijk is of er hoeven slechts kleine wijzigingen worden doorgevoerd, kunnen we er als

‘Stop sociale woningbouw’ Den Haag beschikt met Transvaal en de Schilderswijk over twee van de beruchtste achterstandswijken van Nederland. Als ruimtelijke oplossing voor het aanpakken van de daar heersende problemen ziet de PVV het stoppen van sociale woningbouw in de hele gemeente. “In onze achterstandwijken valt één op de twee woningen in de categorie sociale huur”, zegt Bart Brands. “Het kost heel veel geld, want de gemeente moet de grond voor deze woningen veel goedkoper verkopen dan die waard is. Daarnaast heb je nu de situatie dat sommige bewoners voor tachtig vierkante meter slechts vierhonderd euro betalen. Daar kan een marktpartij nooit tegenop concurreren.” Wooncorporaties realiseren in Brands ogen vooral generieke bouw, met veel mensen per vierkante meter. Private partijen kunnen volgens de PVV-man voor oplossingen zorgen, die een ‘vrije’ woning toch betaalbaar maken voor iemand met een lager inkomen. “Er zijn genoeg marktpartijen die zeggen dat ze met behulp van innovatie het oppervlaktegebruik kunnen maximaliseren, waardoor de realisatiekosten lager gehouden worden.”

16-12-2011 10:58:13


56 — AWM 46

gemeente naar kijken. Als het dan doorgaat, is het risico voor de ontwikkelaar. Een gebouw dat tot in de eeuwigheid leeg blijft staan, is zijn verlies.” Kantoren Den Haag heeft te maken met veel leegstand, vooral op het gebied van kantoren. Meer dan tien procent, oftewel ruim 500.000 vierkante meter, is momenteel buiten functie. Volgens Brands is de gemeente ook hier een groot deel van het probleem. Als voorbeeld noemt hij het Wijnhavenkwartier, het gebied tussen het centraal station en het Spui waar grootschalige kantoren- en woningbouw aan de gang is. “In al zijn wijsheid heeft het college een aantal jaren geleden besloten daar gebouwen te kopen, om ze later weer te kunnen verkopen. Nu zitten we met een strop van 75 miljoen euro.” De politicus vindt dat de gemeente zich slechts vanuit zijn wetgevende taak moet bemoeien met commercieel vastgoed. Kaders stellen wat betreft de afmetingen en eventueel meedenken over het wijzigen van de kantoorfunctie in woningen, zoals nu veel als optie wordt genoemd. “Het is op dit moment onbetaalbaar voor de eigenaar van een kantoorgebouw om er woonruimte van te maken, omdat hij ontzettend veel werk moet doen om dat voor elkaar te krijgen. Die situatie kun je veranderen door te snijden in regelgeving. Dan beschikt bijvoorbeeld niet elke woonstudio over eigen sanitair, maar delen de bewoners van een etage hun toilet, douche en keuken. Op die manier besparen marktpartijen gigantisch in de kosten.” Schaalsprong In Almere participeert de overheid net als in de Hofstad stevig in stedelijke ontwikkeling. Sterker nog, de voorgenomen groei tot 350.000 inwoners in 2030 lijkt te staan of vallen bij de inzet van de gemeente en het Rijk. René Eekhuis (54) van de plaatselijke PVV

— “Van een Schaalsprong in Almere is helemaal geen sprake” is sceptisch over de zogeheten Schaalsprong. “We hebben enorme planvoorraden moeten schrappen voor woningen, kantoren en bedrijventerreinen. Op de inmiddels aangeschafte grond lijden we enorme verliezen. Dat gaat ten koste van voorzieningen als sporthallen en scholen. In stadsdeel Poort zullen

AWM 46 CM PVV.indd 56

Bart Brands is gemeenteraadslid voor de PVV in Den Haag

ze daar als eerste de negatieve effecten van gaan merken.” Situaties als deze en groeiprognoses rechtvaardigen volgens het raadslid niet de ijver waarmee het stadsbestuur doorgaat met het ontwikkelen van nieuwe plannen, hoe mooi hij ze soms ook vindt. “Het is al lang duidelijk dat Almere heel beperkt groeit, met ongeveer 2500 mensen per jaar. Het gaat daarbij vooral om eigen aanwas. Als dat zo doorgaat, hebben we in 2030 maximaal 250.000 inwoners. Dan praat je over een heel andere stad dan bedacht is in de Schaalsprong. Volgens ons is er dan ook helemaal geen sprake van een Schaalsprong, maar zou de focus moeten liggen op een organische groei van de stad.” Volgens Eekhuis is dit mogelijk door verpauperde wijken te vernieuwen en vooral particulier opdrachtgeverschap te stimuleren. Ondanks de beperkte groei van Almere is zelfbouw populair, zo merkt ook de PVV-politicus. “Vroeger had je het alleen voor de grote kavels, maar nu blijkt het met de kleinere ook te werken. Wij hebben dus een breed aanbod aan kavels en het lijkt me verstandig om daar op voort te gaan, met buiten het Bouwbesluit zo min mogelijk regelgeving.” Almere ondervindt sinds een aantal jaren echter stevige concurrentie van Amsterdam, waar voorheen veel nieuwe inwoners vandaan kwamen. “Zij verhuisden hier vooral naartoe omdat ze een huis met tuin in een redelijk groene omgeving konden krijgen. Nu vinden ze Almere niet meer aantrekkelijk genoeg. Op IJburg in Amsterdam kun-

16-12-2011 10:58:16


CM

Cultuur en Maatschappij De stad van de PVV

nen mensen ook particulier bouwen en daar zitten ze dichter op de stad. Wij moet daarom aantrekkelijke woonmilieus creëren, die iets bieden wat je in Amsterdam niet hebt.” terUggeVen Wat betreft ruimtelijke ordening staat de PVV duidelijk een liberale koers voor ogen. Dat zullen velen verrassend vinden voor een volkspartij. Waarschijnlijk moet het begrip ‘volk’ op de gebieden ruimte en huisvesting worden begrepen als de middenklasse, gesymboliseerd door de reeds genoemde Henk en Ingrid. De Telegraaf omschreef hen als tweeverdieners met een koophuis en twee kinderen. In dat licht kan ook de slogan van de Haagse PVV worden bezien: de partij wil ‘de stad teruggeven aan de burger’. Daartoe moet volgens Brands enerzijds meer vrijheid worden geboden aan de inwoners om hun huis te verbouwen, terwijl karakteristieke Haagse gebouwen juist meer bescherming tegen ingrepen verdienen. Bij het beheer en de ontwikkeling van de publieke ruimte hoort als uitgangspunt te dienen hoe de stad zich historisch heeft ontwikkeld, zegt het raadslid. “Ik vind dat je moet voortborduren op het bestaande. Daarvoor hebben we bijvoorbeeld ook gepleit bij de boulevard van Scheveningen. Daar is een Spaanse architect (Manuel de Solà-Morales, red.) bezig met de herinrichting in een stijl die er wat ons betreft helemaal niet bij past. Wij vinden dat het icoon van Scheveningen, laten we daarbij het Kurhaus even

René Eekhuis is gemeenteraadslid voor de PVV in Almere

AWM 46 CM PVV.indd 57

57 — AWM 46

Moskeeën en tuigdorpen De PVV heeft veel stof doen opwaaien over twee zaken die ook ruimtelijke ordening aangaan. Zo wil de partij geen nieuwe moskeeën zien verrijzen en structurele overlastgevers naar zogenoemde tuigdorpen sturen. Het eerste punt maakt deel uit van de PVV’s strijd tegen ‘verdere islamisering’ van de Nederlandse samenleving en de aanpak van overlast valt onder het veiligheidsprogramma van de partij. In beide gevallen volgen de gemeentelijke fracties het landelijke standpunt, met de nodige nuances wat betreft de lokale situatie.

— “Karakteristiek Haagse gebouwen verdienen meer bescherming” boven de pier verkiezen, als uitgangspunt voor de inrichting van de boulevard moet dienen. Daarmee sluit je veel meer aan op wat je als Hagenaar wilt zien. Nu ontstaat er een soort Spaanse costa, maar dan zonder zon.” In Almere wil de PVV een ‘gezelliger’ stadscentrum, met meer aankleding en terrassen. Op die manier hoopt de partij meer winkelend publiek van buiten de stad te trekken, maar het moet ook de veiligheid verbeteren. Het belangrijkste motto van de Almeerse fractie is namelijk om het de veiligste stad van het land te maken. Hoewel Almere volgens de analyses nu al veiliger is dan bijvoorbeeld Groningen en Tilburg, zint de PVV op rigoureuze maatregelen als de inzet van stadscommando’s. “In Almere heeft men het veiligheidsgevoel niet zo, ondanks de al aanwezige camera’s”, zegt Eekhuis. “Wij vinden dat je daar toch voor moet zorgen en dit is onze aanpak. De laatste cijfers wijzen uit dat er hier gerichte problemen zijn op het gebied van persoonlijke onveiligheid. Aanvallen van mensen, het stelen van smartphones, allemaal zaken die je als persoon treffen.” Velen zullen zich afvragen of de aanwezigheid van stadscommando’s, hoewel er geen concrete invulling is gegeven aan bijvoorbeeld hun (militaire?) aard of uiterlijk, leidt tot de gewenste gezelligheid in de stad. “Het lijkt mij zeker gezellig”, antwoordt Eekhuis lachend. “Volgens mij is het alleen maar prettig als iedereen zich vrij en goed kan bewegen, zonder dat je iets gebeurt.”—

16-12-2011 10:58:19


58 — AWM 46

Desoriëntatie De Nederlandse kunstenaar Krijn de Koning ontwierp een omvangrijke installatie voor het overdekte binnenplein van een museum in Nantes. Door in de bestaande architectuur een nieuwe architectuur te plaatsen, transformeerde hij de beleving van schaal en oriëntatie. Tekst Roel Griffioen Fotografie Ernst Moritz

AWM 46 CM Krijn de Koning.indd 58

16-12-2011 11:22:59


CM

AWM 46 CM Krijn de Koning.indd 59

Cultuur en Maatschappij Musée des Beaux-Arts de Nantes Krijn de Koning

59 — AWM 46

16-12-2011 11:23:16


60 — AWM 46

Kunstenaar Krijn de Koning maakt met zijn installatie de voorgeprogrammeerde ruimtebeleving onklaar

Het Museum van de Schone Kunsten in Nantes is georganiseerd rondom een grote overdekte patio waar vroeger de klassieke beelden stonden opgesteld. Eens in de twee jaar wordt de ruimte gereserveerd voor een kunstenaar die raad weet met de monumentale schaal. Dit jaar werd de Nederlander Krijn de Koning uitgenodigd, na eerdere installaties van Anish Kapoor (2007) en Ernesto Neto (2009). Tussen 1 juli en 25 september werd het hele beeldenplein in beslag genomen door zijn tijdelijke bouwwerk. Net als Kapoor en Neto onderzoekt De Koning middels zijn installatie de specificiteit van de bestaande ruimte, om die vervolgens te veranderen. De Koning: “De architectuur van de patio is enorm bepalend, echt conditionerend. Bijzonder is de sterke focus op het centrum. Door de arcades en het daklicht is de aandacht volledig op het midden ge-

AWM 46 CM Krijn de Koning.indd 60

richt. Wat je daar ook neerzet, het is direct zichtbaar als ‘kunst’.” Architectonische ruimtes zijn op een bepaalde manier geprogrammeerd, stelt De Koning. Hij probeert in zijn werk de voorgekookte ruimtebeleving bloot te leggen en maakt die vervolgens onklaar. In Nantes heeft hij de middelpuntzoekende kracht van de patio ongedaan gemaakt door binnen de bestaande architectuur een nieuwe architectuur aan te brengen, opgebouwd uit simpele witte scheidingswanden. De vorm van de bogen van de dubbele arcades van de patio zijn als repetitief beeldend element gebruikt in de tijdelijke ‘inbouw’. Verder bestaat de architectuur uit blinde muren, doodlopende routes, poorten van verschillende hoogtes, kamers en aaneengeschakelde vertrekken en gangen. Deze labyrintische constructie van bogen en wanden zorgt voor een nieuwe, actieve ruimtebe-

16-12-2011 11:23:30


CM

Cultuur en Maatschappij Musée des Beaux-Arts de Nantes Krijn de Koning

leving die doet denken aan wat Le Corbusier een promenade architecturale noemde. “Het gaat over hoe je als mens met lichaam de plek beleeft,” zegt De Koning. “Dwalend door de installatie stuit de bezoeker op onverwachte doorkijkjes, obstakels, doorgangen van verschillende hoogtes. Zo wordt hij zich bewust van zowel de ruimte als zijn eigen wandeling er doorheen.” De platen waarmee De Koning heeft gebouwd zijn even onberispelijk wit als de oorspronkelijke architectuur. Toch is het verschil tussen ‘gebouw’ en ‘interventie’ niet verbloemd. Het lichtogende en soms nonchalant afgewerkte plaatwerk contrasteert met de massiviteit en monumentaliteit van de arcades rondom. Een bijeffect daarvan is dat de installatie op een gigantische architectonische maquette lijkt, waar je zelf als een dwerg doorheen loopt. De Koning heeft deze schaalverwarring op poë-

AWM 46 CM Krijn de Koning.indd 61

61 — AWM 46

tische wijze versterkt. Ergens in het labyrint maakte hij een geheimzinnige kamer met langs de muren lege kasten, als een tentoonstelling waarvan de kunstschatten zijn geroofd. In de vensters staan door De Koning gemaakte sculpturen die doen denken aan de architectonische fantasieën van de Russische constructivisten. Het zijn kleine ‘maquettes’ die opgaan in de grote maquette, en je nogmaals doen afvragen hoe groot je eigenlijk zelf bent.—

Boven De installatie maakt de bezoeker bewust van zijn eigen wandeling door de ruimte Links De installatie contrasteert met de zware, monumentale architectuur van het museum Rechts In het venster van een soort schatkamer staan constructivistische sculpturen, ook door De Koning gemaakt

16-12-2011 11:24:39


Bezoek het nieuwe Materia Inspiration Centre Amsterdam In het Materia Inspiration Centre te Amsterdam (IJburg) staat de uitwisseling van kennis en inspiratie tussen creatieve professionals (architecten, ontwerpers) en producenten van innovatieve materialen centraal. Met een totale oppervlakte van maar liefst 1.400m2 omvat het Materia Inspiration Centre een uitgebreide materialencollectie, showrooms van toonaangevende bedrijven, een

MIC_advertentie_AWM_spread_210x275.indd 2

bibliotheek, flexwerkplekken en het Materia CafĂŠ. Op deze unieke locatie organiseert Materia regelmatig themaexposities, workshops, lezingen, bijeenkomsten en andere activiteiten waarbij kennisdeling en inspiratie op het gebied van innovatieve materialen en technieken centraal staat. Kom langs en laat u inspireren!

16-12-2011 11:28:52


Exclusive partners

Open van maandag t/m vrijdag van 10.00 – 16.00 uur, entree is gratis Pedro de Medinalaan 1b 1086 XK Amsterdam +31 (0)20 – 71 30 650 info@materia-ic.nl www.materia-ic.nl

KNO W ING INFO RMING EXPLO RING

MIC_advertentie_AWM_spread_210x275.indd 2

16-12-2011 11:29:08


64 — AWM 46

“Is het eigenlijk nog wel een architectenbureau?” KOW richtte zich jarenlang op grootschalige woningbouw en kantoren. Na een turbulente periode, die eindigde in een faillissement, is het bureau nu in een nieuwe vorm doorgestart. Architect en stedenbouwer Hans Kuiper en ontwikkelaar Tom Weghorst willen hun opdrachtgevers ook ontwikkeldiensten aanbieden. Tekst Michiel van Raaij, Ronnie Weessies Fotografie Ronald Tilleman/DAPh

AWM 46 I KOW.indd 64

16-12-2011 11:32:34


I

Interview Hans Kuiper en Tom Weghorst

Wat voor bureau was KOW? Hans Kuiper (HK): “Ik heb ooit in Delft architectuur en stedenbouw gestudeerd. In 1990 ben ik een eigen bureau begonnen. Ik maakte de ontwerpen en een ander bureau werkte die uit. In de loop van de tijd werd dat een beetje merkwaardig. In 1998 zijn we daarom samengegaan als Kuiper Oosterheert Wubbe: KOW. Kuiper, dat was ik. Oosterheert Wubbe, dat was het andere bureau. Binnen KOW ben ik altijd de architect geweest, de ideoloog.” Waarom groeide KOW in het decennium erna zo hard? HK: “Binnen de architectuur heb ik altijd een buitenpositie gehad. Ik heb nooit tot de architectuurelite behoord. Twintig jaar geleden had ik het al over consumentgericht bouwen. In een samenleving die

AWM 46 I KOW.indd 65

65 — AWM 46

ontzuild was, kon de consument niet langer gepaternaliseerd worden. Daar geloofde ik toen al heilig in. Maar terwijl de samenleving ontzuild was, gold dat niet voor de architectuur en stedenbouw. Daar werd nog heel erg vastgehouden aan het idee dat modernisme gelijk staat aan progressiviteit. Als je romantische architectuur ontwierp was je fout en rechts. Die connotatie bestaat eigenlijk nog steeds. In het buitenland is dat allang niet meer zo, maar Nederland is wat dat betreft een domineesland. Tegelijkertijd verklaart dat waarom KOW zo hard is gegroeid. Omdat ik consumentgericht bouwde en mijn architectuur aanpaste aan de plek, was ik voor veel opdrachtgevers de ideale partner. Ik zei altijd: als mijn moeder het mooi vindt, dan ben ik tevreden. Ik heb bij Carel Weeber gestudeerd, en ben in die tijd ook door hem begeleid.”

16-12-2011 11:32:59


66 — AWM 46

Hoe groot is het bureau uiteindelijk geworden? HK: “Toen we met KOW begonnen, waren we met zo’n 25 man. Net voor de neergang waren we met zo’n 160 FTE en zo’n 190 man. We waren een bureau aan het oprichten in China, we waren in Turkije en Qatar bezig, we hadden een bureau in Amsterdam en Eindhoven. Het kon niet op.” Wat voor opdrachten kreeg het bureau destijds? HK: “Ik noemde mijzelf de Ben Cramer van de Nederlandse architectuur. Wij zaten in het productiesegment. We deden grootschalige gebiedsontwikkeling, veel woningen en kantoren. En ook wel wat winkels. We zaten te weinig in de zorg. Scholen deden we ook niet. En door mijn architectuuropvatting kwam ik ook niet in aanmerking voor opdrachten van de rijksoverheid. Dat kon natuurlijk niet, zo’n historiserend gebouw.“ KOW had zich eigenlijk gespecialiseerd. HK: “Het was te comfortabel. De opdrachten bleven maar binnenstromen. Daardoor waren we eigenlijk zo bedwelmd dat we vergaten kritisch naar onze bedrijfsvoering te kijken. We zagen niet dat we veel te eenzijdig waren. We dachten: crisis, what crisis?” Maar toen was die crisis er ineens. HK: “Wij zaten precies op die plekken waar de grootste klappen vielen. De ene na de andere opdracht werd stilgezet. Als je een productiebedrijf bent en de productie stagneert, dan houdt het op. We hadden ons gericht op de marktsegmenten waar we een maximale omzet konden genereren. Dat is een fout geweest. We konden niet terugvallen op hippe opdrachten of overheidsopdrachten. Als supervisor van naam werkte je niet met KOW. Sjoerd Soeters ging dan nog wel, maar KOW… dat was echt fout. De Europese aanbestedingsregels maakten het ook moeilijk om mee te dingen naar overheidsopdrachten. Om een nieuwe school te kunnen ontwerpen, moest je er al drie ontworpen hebben. Dat hadden we niet.” Wat gebeurde er toen verder? HK: “Net voor de crisis ben ik uit het bedrijf gestapt. Dat had persoonlijke redenen. Ik ben een periode heel ziek geweest. Ik had geen zin meer in het werk. In 2009 ben ik nog een jaar stadsstedenbouwer van Den Haag geweest, als opvolger van Maarten Schmitt. KOW heb ik die jaren van een afstand bekeken. Ik heb de directie wel geadviseerd de koers te verleggen. Maar het is heel lastig om een architectenbureau om te toveren in een ander type bureau. Het bedrijf veranderde langzaam van richting, maar uiteindelijk vond ik het toch te weinig. Begin 2011 besloot ik daarom om in te grijpen en heb ik de

AWM 46 I KOW.indd 66

directie ontslagen. Ik was nog steeds grootaandeelhouder. Ik heb geprobeerd om een faillissement te voorkomen. Ik ben toen ook met Tom gaan praten. Twee maanden voor het faillissement dachten we: moeten we niet iets samen gaan doen? Het faillissement was toen helaas echter al onafwendbaar. De schulden die het bureau had opgebouwd bij de belastingdienst en de bank konden we niet terugverdienen. We hadden en hebben overigens nog steeds een goede omzet. Dat was het probleem niet. We hebben inmiddels alweer wat mensen aangenomen. We zijn nu weer met 25 man.” Waarom lukte het de vorige directie van KOW niet het bureau bij te sturen? Is dat dan toch de bedrijfscultuur? Tom Weghorst (TW): “Op een gegeven moment heb je andere smaken nodig in een directie, mensen die met een andere bril naar de wereld kijken. Mensen met een andere achtergrond. Dat is denk ik het sterke van de combinatie van Hans en mij. Ik heb een meer bedrijfskundige, bedrijfseconomische achtergrond, terwijl Hans een meer artistieke, creatieve achtergrond heeft.” Hoe bent u bij KOW betrokken geraakt? TW: “Hans en ik kennen elkaar al veel langer. Ik heb altijd als ontwikkelaar gewerkt, zowel aan de bouwende kant als aan de beleggende kant. De laatste vijf jaar ben ik directeur geweest bij TCN. Begin 2011 ben ik voor mezelf begonnen. Eigenlijk wilde ik al mijn aandacht op dat bedrijf richten,

— “Als sec ontwerper en uitwerker heb je een te smalle basis” maar toen kwam Hans langs met de vraag of ik wilde meedenken over de toekomst van KOW. Ik merkte daarbij al heel snel dat we op dezelfde lijn zaten. Zo is die samenwerking ontstaan.” KOW kromp van 190 medewerkers naar 35. Hoe was dat in menselijk opzicht? HK: “Dat was een drama natuurlijk. Ook in financieel opzicht. Er werd te laat gesneden, iedereen bleef net te lang in dienst. Ik ben blij dat het voorbij is.” TW: “In de periode voorafgaand aan het faillissement liep ik veel rond in het bedrijf om een gevoel te krijgen van hoe de mensen ‘in de wedstrijd zaten’.

16-12-2011 11:32:59


I

Interview Hans Kuiper en Tom Weghorst

67 — AWM 46

Wat mensen natuurlijk erg stak was dat ze al die jaren gewaardeerde collega’s waren kwijt geraakt, maar dat ze nooit het perspectief van het bureau was voorgehouden. Mensen vroegen zich af of ze de volgende zouden zijn, of het bureau een stille dood zou sterven, of er wel een plan was. Dat plan was er wel, maar werd onvoldoende gedeeld met de mensen. Terwijl die communicatie ongelofelijk belangrijk is. Daar willen wij de komende periode veel aandacht aan schenken. Een onderneming ben je met je mensen. Een perspectief van een bureau ontwikkel je met je mensen. Op het moment dat mensen op een verjaardagspartij niet kunnen aangeven wat KOW nu zo bijzonder maakt, doe je jezelf als bureau tekort.” Wat was uw gezamenlijke analyse en hoe komt het nieuwe KOW eruit te zien? TW: “Wij zagen dat je als sec architectenbureau, gericht op de grote aantallen, in een kwetsbaar segment opereert. Maar ook dat je als architect in het bouwproces min of meer overgeleverd bent aan de grillen van een opdrachtgever. Die kan te pas en te onpas een project stilleggen. Alle projecten in de portefeuille van KOW die on hold staan, hebben we samen geanalyseerd. Als je de tekeningen erbij pakt, en de uitgangspunten van die projecten bekijkt, dan moet je concluderen dat het niet het goede product op een juiste plek was. Dat had je destijds al kunnen zeggen. Maar dat was niet de rol van KOW. Die rol was: we krijgen een uitgewerkt programma van eisen, plus wat documentatie, en daar maken wij een ontwerp voor. Onze gezamenlijke constatering was dat je als sec ontwerper en uitwerker van een idee dat van een ander komt, een smalle basis hebt. Wij willen daarom toe naar een bureau dat meer toegevoegde waarde zou kunnen leveren. We willen in het voortraject, in de conceptfase, de opdrachtgever helpen het beste product voor die plek te ontwikkelen.” HK: “Dan hebben we het niet over een architectonisch concept.” TW: “Nee, geen architectonisch of ruimtelijk concept, maar een businessplan. Is het project haalbaar? Is er markt voor? Is de doelgroep hier aanwezig? Een businessplan waarmee je in basis naar een bank zou kunnen gaan om de financiering te regelen. Je ontwikkelt een ideaalbeeld van het product, dat je matcht met de context. In dat concept is ook al nagedacht over de exploitatiefase. Pas als het concept helder is – dat heb ik geleerd bij TCN – kun je het vertalen naar een functioneel en ruimtelijk programma van eisen en een beeldkwaliteitsplan. Op dit punt denken wij veel meer voor onze opdrachtgevers te kunnen betekenen. Zo kun je in

AWM 46 I KOW.indd 67

een veel eerdere fase met een opdrachtgever in discussie over of het wel het juiste product is. Zo hadden we kunnen voorkomen dat er zo veel projecten in onze portefeuille on hold staan.”

Bij het project CoGreen in Amsterdam, treden Eigen Haard, Era, Oranje en KOW gezamenlijk op als ontwikkelaar

TW: “Met KOW willen we ook ontwikkeldiensten gaan aanbieden. Maar niet risicodragend en als onderdeel van een totaalpakket aan diensten die we aanbieden. Hiermee komen nieuwe opdrachtgevers binnen ons bereik. Kleine woningcorporaties zonder eigen ontwikkelapparaat bijvoorbeeld. Of beleggers die met veel leegstaande kantoren zitten. We willen veel meer in de bestaande stad aan de slag.” Ontwikkelen en ontwerpen zijn zeer verschillende dingen. Welke meerwaarde levert juist de combinatie van deze disciplines op? HK: “We willen de spin in het web zijn. We willen een regierol in het bouwproces. Dat kan alleen als je het voortraject, maar ook het natraject kunt begeleiden. Zowel voor het gebouw als voor een gebied.” Dat klinkt bijna ouderwets, om de regisseur te willen zijn. In een integraal ontwerpproces bestaat dat toch eigenlijk niet meer? TW: “De ambitie om de regievoerder te zijn, moet niet opgevat worden als wens om de macht te monopoliseren. In die positie zijn we helemaal niet. Het bouwproces is erg gefragmenteerd geworden. Wij willen de verschillende stappen in het proces beter op elkaar laten aansluiten. Daar is voor iedereen wat te winnen.” HK: “Ik heb al jaren het idee dat architecten zich de kaas van het brood hebben laten eten. De regiefunctie zijn architecten kwijtgeraakt door de hippe houding: wij maken alleen vorm, de rest interesseert ons niet. Dat heeft erin geresulteerd dat allerlei adviesbureaus zich konden ingraven in het vak, terwijl architecten nog steeds geloofden dat ze god waren. De grootste god onder ons was natuurlijk

16-12-2011 11:33:01


68 — AWM 46

Rem Koolhaas. Iedereen volgde hem, maar niemand had door wat hij liet liggen. Met het nieuwe KOW wil ik dat terugpakken. Ik ken eigenlijk geen bureau dat al deze diensten aanbiedt. Het is een hybride. Het drijft sterk op onze achtergronden, dat van architect en ontwikkelaar. We hebben ook allebei 50 procent van het bureau.” TW: “Ik denk dat zo’n hybride vorm bij deze tijd past. De manier waarop we aan een project werken zal natuurlijk ook per project verschillen. Voor de ene opdrachtgever zijn we de traditionele architect. En voor de andere opdrachtgever zijn we misschien helemaal niet de architect maar degene die het hele project managet. Waar het ons om gaat is dat we met alleen dat tekenen heel kwetsbaar zijn. We willen ons sterker ingraven in het proces, zodat we minder makkelijk te missen zijn.”

AWM 46 I KOW.indd 68

zitten ze daar weer aan vast. Wij zitten daar met ons nieuwe bureau precies tussenin. We geven advies, maar zijn daarbij volkomen onafhankelijk.” TW: “Wat ik daarbij belangrijk vind, is dat we ons verantwoordelijk voelen voor de haalbaarheid van de plannen. Plannen die niet haalbaar zijn, zullen we niet meer tekenen.” HK: “Het past ook eigenlijk als vervolg van KOW. We zijn altijd al heel consumentgericht geweest, spraken over de plek, dachten na over de eindgebruiker.”

Welke meerwaarde levert dit hybride dienstenpakket in de praktijk op? TW: “Wat bijvoorbeeld speelt is dat veel gemeenten grote ontwikkelplannen zien stilvallen. Zeker op binnenstedelijke locaties kunnen gemeenten zich dat niet veroorloven. Daar kunnen wij slimme oplossingen voor bedenken.”

U gelooft dat u deze ontwikkeldiensten apart kunt verkopen aan opdrachtgevers? TW: “Ja, want het is op zich geen nieuwe manier van denken. Wat nieuw is, is dat een partij die dit werk nooit gedaan heeft, dit nu gaat doen. Maar wij denken dat we opdrachtgevers ervan kunnen overtuigen dat het beter is iets meer te investeren in de voorkant van het proces, om precies te weten wat gewenst is. Op het moment dat je start met ontwerpen, zit je al vrij dicht tegen de realisatie aan. En als je eenmaal aan het bouwen bent, kun je eigenlijk niet meer terug.”

HK: “Als zo’n gemeente naar een stedenbouwer of architect stapt, krijgt die een plankaart of gebouw. En als zo’n gemeente naar een ontwikkelaar stapt,

Die ontwikkeldiensten factureert u dan per uur? TW: “Ja, per uur; of per deelproject of rapport.”

16-12-2011 11:33:09


I

Interview Hans Kuiper en Tom Weghorst

HK: “Voorlopig blijven we voor grote ontwikkelaars en bouwers in onze ogen traditionele opdrachten doen. Dat is het verdienmodel op dit moment. Maar we willen ook naar andere typen opdrachten. En die zullen vanzelfsprekend ook van andere opdrachtgevers komen. Een zorginstelling bijvoorbeeld die niet zelf de kennis in huis heeft om concepten te ontwikkelen voor het gebied dat ze bezitten of de gebouwen. Zij kunnen ons inhuren. Dan hebben ze niet meteen een ontwikkelaar op hun nek zitten. Onze ontwikkeldiensten kunnen we aanbieden op gebouwniveau, maar ook op gebiedsniveau. Je ziet ook dat veel overheden hun diensten wegbezuinigen. Aan hen kunnen we onze kennis over gebiedsontwikkeling en stedenbouw aanbieden. De stedenbouw ligt momenteel helemaal op zijn gat. Je

— “Met KOW willen we ook ontwikkeldiensten gaan aanbieden” kunt geen plankaart meer tekenen en dat plan vervolgens gewoon bouwen. Die periode is voorbij. Het is nu slow stedenbouw. Daar willen we ons ook mee bezighouden.” TW: “Waar alle bedrijven bij een binnenstedelijk bedrijventerrein zoals de Binckhorst voorheen helemaal werden weggedacht, wordt daar nu op een andere manier naar gekeken. Een organische gebiedstransformatie is een ongelofelijk ingewikkeld proces. Maar daar zetten wij ons graag voor in.” Ziet u het combineren van ontwikkelen en ontwerpen in een bureau als een vorm van ketenintegratie? TW: “Ketenintegratie zie ik toch als wat anders. Dat is meer een procesafspraak dan een productafspraak. Ketenintegratie zie ik als een nieuwe manier van samenwerken in de bouw- en vastgoedwereld. Want het oude model werkt niet meer. De almachtige ontwikkelaars die met gevulde zakken de kaarten tegen de borst houden en alle partijen tegen elkaar uitspelen bestaan niet meer. Die zijn platzak. Ontwikkelaars zijn niet per definitie meer degenen die projecten initiëren. Dat kan nu op allerlei manieren gebeuren. Het project Co-Green is een voorbeeld van ketenintegratie. Dat is een samenwerking tussen Eigen Haard, Era, Oranje en KOW. Het betreft de herontwikkeling van een naoorlogse woonwijk in Overtoomse Veld, Amsterdam. Eigen Haard heeft het meeste in bezit en wilde het herontwikkelings-

AWM 46 I KOW.indd 69

69 — AWM 46

proces anders organiseren. De belangrijkste afspraak in deze samenwerking is dat iedereen volledig transparant is en zijn inspanning tegen kostprijs levert. Aan het eind van een deelfase is er een verdeelsleutel voor de winst. In dit project is er geen traditionele opdrachtgever meer. Wij zijn met z’n vieren de ontwikkelaar. Iedereen heeft het momenteel moeilijk. Architecten, maar ook ontwikkelaars. Als je geen structuur bedenkt om met elkaar tegen zo laag mogelijke kosten zo veel mogelijk kwaliteit te leveren, dan heb je niets te zoeken in deze markt.” HK: “In de proceskosten zijn heel veel besparingen te vinden.” TW: “Co-Green kent overigens ook een aantal inhoudelijke ambities. Het project moet klimaatneutraal en kostenneutraal zijn. Dat laatste betekent dat een duurzame woning niet duurder mag zijn dan een traditionele woning. De investeringen in duurzaamheid worden betaald uit de besparingen die het slimme proces en slimme realisatiemethodes opleveren.” Wat heeft KOW in deze samenwerking bijgedragen? HK: “Wij hebben bijvoorbeeld een flexibele bouwstructuur ontworpen, waarin verschillende plattegronden mogelijk zijn. In de loop van de tijd kunnen de plattegronden eenvoudig veranderen. Dat principe hebben we gezamenlijk ontwikkeld.” TW: “We hebben BIM gebruikt om alle gegevens te verzamelen en voor alle partijen inzichtelijk te maken. Iedereen BIM’t mee: de constructeur, installateur en zelfs een amoveerbedrijf. Ik voorzie dat dit soort processen in de toekomst nog veel verder gaan.” Is KOW in deze samenwerking ook de beheerder van het BIM-model? HK: “Ja, wij tekenen het allemaal. We hebben een groep BIM-modelleurs in dienst. We zijn ver met BIM, maar willen er nog verder mee gaan. We willen er naartoe dat leveranciers zelf hun producten in het BIM-model kunnen plaatsen, zodat wij met ons bureau ook de bouw kunnen organiseren.” TW: “Dat we gewoon zelf aannemer kunnen zijn.” HK: “We bekijken momenteel of we kleine gebouwen en huizen, samen met een andere partij, ook zelf zouden kunnen verwezenlijken. Heb je het dan nog over een architectenbureau? Ik weet het niet. Het maakt ook eigenlijk niet uit. Als onze opdrachtgevers de meerwaarde van het bureau maar zien.”—

16-12-2011 11:33:09


70 — AWM 46

D

Duurzaamheid

BEWUSTWORDING

Klimaatstraat Samenwerking en bewustwording. Dat is de kern van het pilotproject Utrechtsestraat Klimaatstraat waar 40 van de 113 ondernemers van de Utrechtsestraat in Amsterdam de afgelopen twee jaar aan hebben meegewerkt. “Tot nu toe is een energiebesparing van 8 procent gerealiseerd”, vertelt projectleider Vivienne Bolsius van de Club van 30. Van deze energie wordt 10 procent duurzaam opgewekt. Als alle ondernemers in de straat mee zouden doen, zou de energiebesparing richting de 36 procent gaan, denkt zij. De ondernemersvereniging van de straat gaat zich daar nu voor inzetten. Interessant aan het pilotproject is dat er niet geïnvesteerd is in de verduurzaming van het vastgoed, maar dat het grootste deel van de energiebesparing is bereikt door de ondernemers inzicht te geven in hun energieverbruik en ze handvatten te bieden dit terug te dringen. De winkels in de straat die aan de pilot hebben meegedaan, hebben allereerst een energiescan gekregen. Hiermee is het besparingspotentieel op het gebied van verlichting, verwarming en koeling in kaart gebracht. Vervolgens zijn de winkels voorzien van slimme meters en slimme

AWM 46 D Kort.indd 70

stekkers. De informatie die hiermee verzameld wordt, wordt op energiedisplays getoond. De gebruikers krijgen zo direct feedback over hun gedrag. Wordt vergeten de airconditioning uit te zetten, dan is dat direct zichtbaar. Naast de ondernemersruimtes heeft het pilotproject zich gericht op de inrichting van de openbare ruimte. Hier is een kleiner deel van energiebesparing gerealiseerd. Allereerst is de straat- en gevelverlichting voorzien van energiezuinige lampen. In de toekomst moeten ook de tramhaltes voorzien worden van energiezuinige verlichting. Deze moet dan gevoed worden door zonnepanelen op naastgelegen panden. De haltes zijn al zo herontworpen dat ze demontabel en recyclebaar zijn. Een extra object in de straat dat gepland staat is de ROzuil, waarbij RO voor reverse osmosis staat. In de zuil wordt tapwater omgezet in gedemineraliseerd water. Dit water wordt gebruikt door de onderhoudsmedewerkers van de tramhaltes. Zij hoeven hierdoor veel minder vaak terug te rijden naar het hoofdkantoor in Diemen. Verder zijn de gewone afvalbakken in de straat vervangen door exemplaren met een ingebouwde pers op zonne-energie, zodat die vijf maal minder vaak geleegd hoeven te worden. Voor het verkeer in de Utrechtsestraat wordt ingezet op elektrisch vervoer. Het afval bij ruim de helft van de ondernemers dagelijks opgehaald met

een elektrische vuilniswagen. Bovendien zijn er oplaadpunten gerealiseerd voor elektrische auto’s en elektrische fietsen en scooters. Dit laatste oplaadpunt is geïntegreerd in een reclamezuil. De pilot Utrechtsestraat Klimaatstraat maakt onderdeel uit van het in 2009 gestarte initiatief Amsterdam Smart City, dat getrokken wordt door Liander en de Amsterdamse Innovatie Motor. De doelstelling van dit initiatief is om Amsterdam vanaf 2025 klimaatneutraal te maken. (MvR)

16-12-2011 11:35:42


D

PLATTELAND

Randstedelijk boeren Is er nog ruimte voor agrarische ontwikkeling in een dichtbevolkt gebied? Volgens DAAD architecten wel. Samen met varkensboer Stef Uijttewaal ontwierpen zij een modelbedrijf voor ‘Randstedelijk boeren’. Het ontwerp won de door vijf provincies en de Rijksadviseur voor het Landschap Yttje Feddes uitgeschreven prijsvraag ‘Stalontwerp: een mooie innovatieve varkensstal’. De geldprijs, 25.000 euro, wordt gebruikt om het ontwerp verder uit te werken. De voor Uijttewaal ontworpen boerderij heeft een capaciteit van 150 fokzeugen en 1200 vleesvarkens. Deze betrekkelijk kleine varkenshouderij wordt

AWM 46 D Kort.indd 71

Duurzaamheid Korte berichten

gecombineerd met een recreatieve functie, in de vorm van een bezoekerscentrum en een overnachtingsmogelijkheid. Verkoop van opgewekte energie, gezuiverd water en nutriënten uit de biovergister zorgt voor een derde geldstroom. Het varkensbedrijf draait zoveel mogelijk op producten uit de streek, zoals snoeiafval en overtollige partijen van een nabijgelegen koekfabriek als varkensvoer. Het is bovendien de bedoeling dat de varkens in de omgeving worden afzet bij slagers en restaurants. Op termijn wordt er een rundveehouderij aan het bedrijf toegevoegd, zodat het grasland van de polder weer een bestemming krijgt. De huidige boerderij is ondergebracht in een verzameling gebouwen aan een dijk. De stalbebouwing wordt gesloopt en de functies worden samengebald in het nieuwe complex, dat los van het historische bebouwingslint komt te liggen. Daarmee worden de bijzon-

71 — AWM 46

dere landschappelijke elementen (zoals de schootscirkel en het inundatieveld van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de fijnmazige verkaveling van de polder) weer in het zicht gebracht. Het complex is niet gecamoufleerd maar lijkt zelfs op een bescheiden voetstuk te zijn gezet, in de vorm van een uit puinresten bestaande terp. De stallen zijn via een open galerij verbonden met een binnenhof dat dienst doet als uitloopruimte. (RG)

16-12-2011 11:35:50


72 — AWM 46

Decor In de binnenstad van Rotterdam hebben 2012Architecten en Atelier Van Lieshout een nieuw interieur ontworpen voor WORM. Met oude bureaubladen als vloer en oude vliegtuiginterieurpanelen als wand en plafond laat het ontwerp zien hoe hergebruikte materialen een interieur van nieuwe verhalen kunnen voorzien. Tekst Michiel van Raaij FotograďŹ e Allard van der Hoek

AWM 46 D Worm.indd 72

16-12-2011 11:37:06


D

Duurzaamheid WORM 2012Architecten en Atelier Van Lieshout

73 — AWM 46

In het cafĂŠ zijn op een deel van de verrijdbare archiefkasten, die nog in de ruimte stonden, zitjes gemaakt

AWM 46 D Worm.indd 73

16-12-2011 11:37:16


74 — AWM 46

“Als je één architect om een ontwerp vraagt, krijg je één smaak”, vertelt Hajo Doorn, directeur van WORM: “Een botsing tussen twee verschillende smaken vonden wij echter veel interessanter.” Voor de nieuwe huisvesting onder in het pand van het Fotomuseum aan de Witte de Withstraat in Rotterdam vroeg WORM daarom zowel 2012Architecten als Atelier Van Lieshout om een deel te ontwerpen. “Terwijl 2012Architecten zich richt op het hergebruik van materialen, redeneert Atelier Van Lieshout vanuit een levensidee”, denkt Doorn. Openheid “We wilden een interieur dat echt open zou zijn”, vertelt Doorn: “Een interieur waarin je niet alleen optredens en films zou kunnen zien, maar waarin ook het ‘maken’ zichtbaar zou zijn.” WORM heet voluit Instituut voor Avantgardische Recreatie. Het instituut vertegenwoordigt een mix van functies. Aan de publieke kant heeft WORM een poppodium, een winkel en een café. Aan de andere kant zijn er ook productieruimtes waar jongeren zelf films kunnen maken. Het instituut is misschien het best te omschrijven als een gespecialiseerd cultureel centrum. In het pand van het Fotomuseum heeft WORM aan de zijde van de Boomgaardstraat anderhalve verdieping tot zijn beschikking gekregen: een diepe kelderverdieping en minder diepe beganegrondverdieping. Om de door de opdrachtgever gewenste openheid te realiseren heeft 2012Architecten de entree niet aan de Witte de Withstraat gelegd, maar aan de Boomgaardstraat. Hoewel WORM zo iets uit de loop ligt, was het zo wel mogelijk om centraal het instituut binnen te komen. In het negentiende-eeuwse pand ligt de beganegrondverdieping iets verhoogd ten opzichte van de straat. Door simpelweg het straatniveau door te trekken in het interieur, kon 2012Architecten een entreehal maken die precies tussen het kelderniveau en het beganegrondniveau inligt. Vanuit de entreehal leidt een brede trap links omlaag naar de winkel en het café, en leidt een even brede trap rechts omhoog naar de zaal. Een kleiner trapje in het voorportaal leidt rechts naar beneden naar de kantoren en productieruimtes. Vanuit de entreehal

AWM 46 D Worm.indd 74

is kortom elk onderdeel van het instituut zichtbaar en bereikbaar. Trespapanelen “Het interieur zie ik niet zozeer als een verzameling van ruimtes, maar als een doorlopende route”, vertelt architect Césare Peeren van 2012Architecten. Om de continuïteit van de publieke ruimtes – de entreehal, de winkel, het café, en de zaal – te benadrukken zijn ze voorzien van dezelfde vloer. Wat voor vloer het precies is, zal voor veel bezoekers waarschijnlijk een raadsel blijven. Het patroon van de vloer doet denken aan tegels. De vloer is echter volkomen vlak. “Op de vloer liggen Trespa-bureaubladen uit de inboedel van Fortis, en ontworpen door Friso Kramer,” vertelt Peeren. De bureaubladen zijn slijtvast en daardoor prima als vloer te gebruiken. Het gladde oppervlak van de bladen is gezandstraald om het op te ruwen. “Als je dan toch aan het zandstralen bent, is het net zo makkelijk er even een mal overheen te leggen”, verklaart Peeren het patroon op de vloer. De belijning camoufleert de naden tussen de bureaubladen en maakt de vloer zo effectief tot een geheel. Voor de lambrisering in het café en de zaal heeft 2012Architecten ook Trespa toegepast. Dit zijn kluisdeurtjes uit de inboedel van het voormalige Tropicana zwembad. De panelen zijn in hetzelfde patroon gezandstraald als de vloer. De inrichting van het café wordt bepaald door de twee rijen verrijdbare archiefkasten die in de ruimte werden aangetroffen. De eerste rij kasten wordt nu gebruikt voor de muziekwinkel van WORM. Van de tweede rij kasten heeft 2012Architecten de feitelijke kastruimte verwijderd. Op het verrijdbare onderstel zijn houten zitjes ontworpen. Doordat de zitjes werkelijk verrijdbaar zijn, is het mogelijk ze tegen elkaar aan te zetten en zo een grotere tafel te maken. Vliegtuiginterieurpanelen “Om de zaal een goede akoestiek te geven, zochten we voor die ruimte naar veelvormige objecten”, vertelt Peeren. In eerste instantie dacht de architect aan koelkast-

deuren. Het ‘reliëf’ dat de binnenzijden van deze deuren hebben, zou het geluid in de zaal prima kunnen verstrooien. Het materiaal bleek echter niet brandveilig genoeg om te kunnen toepassen. Bij opdrachtgever WORM is vervolgens het idee ontstaan om de kunststof panelen te gebruiken uit het interieur van een oud verkeersvliegtuig. Uit onderzoek

— Op de vloer liggen Trespabureaubladen door de architect bleek dat deze panelen zeer brandveilig zijn. Voorwaarde is wel dat panelen na 1981 zijn geïnstalleerd. In dat jaar is de regelgeving omtrent vliegtuiginterieurs aangepast. Bij luchtvaartfabrikant EADS in Dresden wist 2012Architecten panelen op de kop te tikken van oude Airbus-toestellen van Japan Air. Met de vliegtuiginterieurpanelen heeft het architectenbureau zowel het plafond als de wanden van de zaal bekleed. “Een zaal zoals deze heeft vaak een technische uitstraling”, analyseert Peeren. “En dat wilde ik hier niet.” De installaties zijn daarom achter de panelen weggewerkt. Achter de panelen is ook een doek gespannen, waarop het geluid doodvalt. De sprinklers en de verlichting van de zaal zijn in de ‘ramen’ van de panelen opgenomen. Onder aan de wanden van de zaal heeft 2012Architecten een dikke lambrisering ontworpen waarin de luchtkanalen zijn opgenomen. “De dikke lambrisering neemt weliswaar ruimte in”, zegt Peeren. “Maar ze functioneert tegelijkertijd als meubel. Je kunt er bijvoorbeeld op zitten.” De via de lambrisering ingeblazen lucht wordt via een plenum in het plafond weer afgezogen. Het luchtvaartthema dat met de vliegtuiginterieurpanelen ontstond, is doorgezet in de tribune van de zaal: hierop zijn rijen van oude vliegtuigstoelen neergezet. De bekleding van die vliegtuigstoelen is overigens wel vervangen. Peeren: “Hiervoor zochten we een slijtvast en eenvoudig te reinigen materiaal. Iedereen kan zien dat de NS zijn oranje stoelbekleding vervangt door

16-12-2011 11:37:20


D

Duurzaamheid WORM 2012Architecten en Atelier Van Lieshout

75 — AWM 46

Links De entree ligt tussen de kelderverdieping en begane grondverdieping in Rechts Om de monumentale gevel aan de Boomgaardstraat te behouden, maar er toch een entree te maken, is een deel van de gevel simpelweg vooruit geschoven Onder In de door Atelier Van Lieshout ontworpen kantoorruimte wordt in en boven de vloer gewerkt

AWM 46 D Worm.indd 75

16-12-2011 11:37:38


76 — AWM 46

blauwe. Wij zijn op zoek gegaan naar het bedrijf dat bij die operatie betrokken is.” Dat bleek een bedrijf uit Haarlem te zijn. Het was geen probleem om het bekleding over te nemen. Vliegtuigstoelen worden in de regel voorzien van blauwe of grijze bekleding. Bij WORM zijn ze nu oranje. Door de stoelen te voorzien van nieu-

— De panelen komen van oude Airbustoestellen

maar er een vlak mee te maken, verandert er iets. Het effect doet denken aan de kunstwerken van Andy Warhol waarin producten zoals Coca Cola-flesjes of Campbell-soepblikken herhaald worden tot er een vlak ontstaat. De betekenis van de herhaling in het werk van Andy Warhol is natuurlijk wel anders dan bij 2012Architecten. Terwijl Warhol het consumentisme aan de kaak stelt, legt 2012Architecten bloot hoeveel afval onze maatschappij produceert. Het luchtvaartthema komt terug in het café. Daar zijn aan het plafond oude landingsbaanlampen uit Berlijn opgehangen. Oude stalen platen

we, oranje bekleding gaat 2012Architecten een stap verder dan het letterlijke hergebruik van vliegtuigstoelen. Het is daarmee veel meer dan een studentikoze grap. Dat geldt ook voor de vliegtuiginterieurpanelen. Door de panelen niet in een enkele rij toe te passen, zoals in een vliegtuig gebeurt,

Een van de onderdelen van het interieur van WORM dat Atelier Van Lieshout voor zijn rekening heeft genomen, is de kantoorruimte. Deze ligt op de begane grond tussen de zaal en de Boomgaardstraat in. Om de kantoorruimte te isoleren

van de geluidsproductie in de zaal, is de wand tussen beide dubbel uitgevoerd. De wand is gemaakt van oude stalen platen en voorzien van ramen. “Het was nog best moeilijk die oude stalen platen te vinden”, vertelt kunstenaar Joep van Lieshout. “Ze worden namelijk al snel omgesmolten.” Over de vormgeving van de wand lacht hij: “Ik heb het in elkaar geramd.” Het enige dat wel vaststond was het formaat van de ramen. “Die komen van een partij glas.” De werkplekken in de kantoren bevinden zich op twee niveaus. Het ene deel van de werkplekken ligt verzonken in de vloer, het andere deel is opgetild van de vloer en alleen met een steil trapje te bereiken. De bureaus zijn vastgelast aan het platform waarop ze staan. De rigide en precieze manier waarop de ruimte is ingedeeld, in combinatie met de materialisering in staal, doet denken aan het interieur van een boot. Zelf ziet Van Lieshout de kantoorruimte als een gepantserde schuilplaats van waaruit de ondergang van de wereld aanschouwd kan worden. “Is het interieur

De vliegtuiginterieurpanelen verstrooien met hun reliëf het in de zaal geproduceerde geluid

AWM 46 D Worm.indd 76

16-12-2011 11:37:42


D

Duurzaamheid WORM 2012Architecten en Atelier Van Lieshout

77 — AWM 46

utopisch of post-apocalyptisch? Is het design of anti-design?”, vraagt Van Lieshout zich hardop af. “In mijn werk vind je altijd dat soort tegenstellingen.” PORTAAL Om de entree in de zijgevel van het pand van het Fotomuseum te kunnen maken, heeft 2012 een deel van de gevel simpelweg twee meter naar voren verplaatst. Het staat nu midden op de stoep. Met deze ingreep kwam het architectenbureau tegemoet aan de eis van de gemeente om het monumentale gevelbeeld te behouden, en kon toch een entree gemaakt worden. Op de plek waar het stuk gevel is verwijderd, heeft Van Lieshout een stalen entreepartij gemaakt. In de kleur van WORM: magenta. Interessant is dat het vooruitgeschoven geveldeel ook een vorm van hergebruik is. In het Rotterdamse straatbeeld van Rotterdam biedt de entreepartij zo een hint van het spannende hergebruik van materialen in het interieur.—

Dwarsdoorsnede

3

4

2 1

1e verdieping

7 3 5

5

8 9 6 10

Opdrachtgever WORM, Rotterdam Architect 2012Architecten, Rotterdam Team Césare Peeren, Jos de Krieger, Jeroen Bergsma, Frank Feder, Valentina Kara, Coen de Koning, Robert van Middendorp Ontwerper Atelier Van Lieshout, Rotterdam Team Joep van Lieshout Adviseur akoestiek en geluidsisolatie Adviesbureau Vierveijzer, Almere Hoofdaannemer E.J. Bouwmeester, Rotterdam Bruto vloeroppervlakte 1259 m2 Totale bouwkosten € 1.800.000,Realisatie Oktober 2011

AWM 46 D Worm.indd 77

11

Begane grond

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

zaal geluidstudio kantoren rookruimte fotostudio toiletten entree winkel foyer bar huis

03-01-2012 14:59:49


78 — AWM 46

1e verdieping

Begane grond

Gadget In de provincie Gelderland heeft architectenbureau 123DV een villa ontworpen die in principe los van het gas- en elektriciteitsnet kan functioneren. De installaties om dat mogelijk te maken zijn naadloos in het ontwerp geïntegreerd. Tekst Michiel van Raaij Fotografie Christiaan de Bruijne Er moest wat tegenover staan. Om op het vijftien hectare grote landgoed in het buitengebied van het Gelderse Zelhem een woonhuis te kunnen bouwen, moest de eigenaar in het landschap investeren en moest het grotendeels opengesteld worden voor het publiek. Het karakteris-

AWM 45 D 123DV.indd 78

tieke coulisselandschap van het gebied diende hersteld te worden. Ook werd gevraagd de grond te verarmen door de bovenste dertig centimeter van de grond af te graven. In plaats van de grond af te laten voeren, besloot architect Liong Lie van 123DV de grond mee te nemen in de ontwerpopgave. “Het hergebruiken van de grond was niet alleen duurzamer, het bood ons ook de kans om de villa op het grote landgoed te positioneren.” De grond gebruikte de architect om in het noorden van het landgoed twee lage heuvels te maken, waar hij het woonhuis vervolgens overheen legde. Hoewel de verhoogde ligging van het woonhuis wat monumentaal aandoet, ligt het huis op deze plek echt verankerd in het landschap. Door de heuvels kon een deel van het programma, zoals de garage en de hobbyruimte, aan het zicht worden onttrokken. De in het landschap zichtbare bouwmassa kon zo klein blijven. Tegelijkertijd boden de heuvels de architect de mogelijkheid om de primaire woonfuncties, zoals de woonkamer en werkkamers, op de eerste verdieping te leggen. Van daar is er een beter uitzicht over het landschap.

TRANSPARANTIE “De villa is een Miesiaanse doos”, zegt Lie. Met die eenvoudige zinsnede is de traditie waarin de architect zijn villa plaatst ook duidelijk. Bij deze traditie hoort een compromisloze transparantie en geloof in techniek. Dat is ook de kern van dit ontwerp. De zuid- en oostgevel van het woonhuis zijn volledig beglaasd. Om te voorkomen dat de 37 meter lange glasgevel op het zuiden het huis tot een kas zou maken, heeft de architect gebruik gemaakt van drielagig heat mirror glas. Een speciaal folie in dit glas houdt de warmte buiten en voorkomt dat het glas een spiegel wordt. Om de glasgevel ononderbroken door te laten lopen, liggen de binnenwanden er iets van terug. De noord- en westgevel van het huis zijn in contrast met de glazen gevels grotendeels gesloten gehouden. De entree ligt op de begane grond aan de noordzijde van het woonhuis, tussen de heuvels in. In de entreehal maken een brede trap en een vide letterlijk en figuurlijk de verbinding met de verdieping. Eenmaal de trap opgeklommen ontvouwen zich perspectieven naar alle windrichtingen. De

16-12-2011 11:41:02


D

Duurzaamheid Bridge House 123DV

79 — AWM 46

De grond die is afgegraven om de aarde te verarmen heeft architect Liong Lie ingezet om twee nieuwe heuvels te maken

verdiepingshoge glazen pui biedt zicht op het zuiden, een bandraam biedt zicht op het noorden. Een twee meter brede gang in de lengterichting van het huis biedt zicht naar zowel het oosten als het westen. “De opdrachtgever is een kunstverzamelaar en wilde ruimte in zijn huis om zijn kunst op te hangen”, licht Lie de brede gang toe. Ten noorden van de gang liggen drie slaapkamers, ten zuiden van de gang liggen twee werkkamers en de keuken. Richting het oosten komt de gang uit op een woonkamer. De glasgevel slaat hier de hoek om en treedt daarbij iets terug, zodat er een loggia ontstaat. Deze loggia vormt de schakel tussen de woonkamer binnen en het terras buiten. Richting het oosten kijkt de woonkamer uit over een beeldentuin. Een oud zwembad biedt ruimte aan en groot kunstwerk in de vorm van een vis. TECHNIEK Het woonhuis is voorzien van een energiedak in combinatie met de WKO en vloerverwarming en -koeling. De in de winter op het dak opgevangen koude wordt in de grond opgeslagen en in de zomer gebruikt

AWM 45 D 123DV.indd 79

om het huis te koelen. De in de zomer op het dak opgevangen warmte wordt in de winter gebruikt om het huis te verwarmen. Een duizend kilogram zware allesbrander kan in de winter voor extra warmte zorgen. Eenmaal opgewarmd geeft de kachel nog 24 uur lang warmte af. Om het huis te voorzien van elektriciteit zijn op het dak vier rijen PV-cellen neergezet. De PV-cellen voorzien het huis van meer elektriciteit dan het nodig heeft, zodat het netto aan het net levert. Doordat het huis op het zuiden georiënteerd is, volgen de PV-cellen de richting van het huis. Hierdoor zijn de cellen geen vreemde toevoeging aan het huis, maar vormen ze onderdeel van het ontwerp. Lie ziet dat ook zo: “In het begin twijfelden we of we de PV-cellen wilden laten zien. Maar de opdrachtgever houdt van techniek en gadgets. Bovendien is het toch een soort James Bond-huis. We hebben de PV-cellen daarom opgenomen in het ontwerp.” In het huis wordt regenwater opgevangen om de toiletten mee door te spoelen. Het voormalige zwembad in de tuin is met speciale beplanting ingericht als een extra waterberging, een WADI. Met het ontwerp van dit woonhuis

Richting het oosten treedt de glasgevel iets terug om zo een loggia te vormen

laat 123DV zien dat comfort en duurzaamheid elkaar niet uitsluiten en dat de noodzakelijke installaties om een huis autarkisch te maken, naadloos in een ontwerp geïntegreerd kunnen worden. De 37 meter lange glasgevel op het zuiden is een statement te noemen. Het is jammer dat in het ontwerp geen materialen uit de regio of zelfs van het eigen terrein gebruikt zijn. Het hergebruik van de afgegraven grond om het woonhuis in het landschap te integreren en de primaire woonfuncties op te tillen, is daarentegen weer een vondst.—

16-12-2011 11:41:16


80 — AWM 46

De gevel van de bibliotheek (atelier Li Xiaodong) in Huairou, een voorstad van Beijing, is bekleed met brandhout

AWM 46 D Biobased meterialen.indd 80

16-12-2011 11:43:07


D

Duurzaamheid Biobased architecture

81 — AWM 46

Biobased architecture De ‘biobased economy’ krijgt steeds meer vorm in Nederland en biobased bouwmaterialen zijn sterk in opkomst. Dit zet ontwerpers en architecten aan tot nadenken over een toekomst waarin we volledige biobased gebouwen kunnen realiseren. Bovendien zal dit ongetwijfeld leiden tot een afweging van de manier waarop biobased materialen op zinvolle wijze met ‘reguliere’ bouwmaterialen kunnen worden gecombineerd. Tekst Atto Harsta en Hermen Jansen/Aldus bouwinnovatie

AWM 46 D Biobased meterialen.indd 81

16-12-2011 11:43:14


82 — AWM 46

In Milaan is het verticale bos (Stefano Boeri) in aanbouw. De gevel is een equivalent van 10.000 m2 bos

Van alle stromen grondstoffen in de wereld heeft 50% direct of indirect met de bouw te maken. Dat is per jaar meer dan 120 miljoen ton materiaal in Nederland alleen! Het gebruik van al die grondstoffen leidt, onder andere door de uitputting van de ‘gemakkelijke’ bronnen, tot milieuschade, groeiende afvalbergen en een significante uitstoot van CO2. Met name voor die laatste component groeit de belangstelling in de bouwwereld. De embedded CO2 van materiaal weegt immers steeds zwaarder op de CO2balans, nu er volop ingezet wordt op het verduurzamen van de energievoorziening. In de toekomst zal

AWM 46 D Biobased meterialen.indd 82

het dan ook steeds belangrijker worden dat ontwerpers ‘slimmer’ omgaan met materiaal. Strategie Er zijn verschillende strategieën die architecten (parallel) kunnen inzetten ten aanzien van intelligent grondstoffengebruik. Een van die manieren is het simpelweg verminderen van massa (en dus materiaal). Het denken in een zo efficiënt mogelijke verhouding tussen gewicht en functie is bij het ont-

03-01-2012 14:35:48


D

Duurzaamheid Biobased architecture

83 — AWM 46

Grondstofstrategieën die parallel en door elkaar kunnen worden ingezet 2011

2050

efficiënter benutten van grondstoffen

sluiten van grondstoffenkringloop

inzet van hernieuwbare grondstoffen

— Er zijn verschillende strategieën voor intelligent grondstoffengebruik werp van bijvoorbeeld transportmiddelen al uiterst vanzelfsprekend, maar bij het ontwerp van statische objecten als gebouwen lijkt deze manier van denken nauwelijks aan de orde. Door die grote hoeveelheden bouwmateriaal ontstaan vanzelfsprekend ook grote hoeveelheden afval. Het hergebruiken van dit afval in een gesloten kringloop is een tweede strategie die bijdraagt aan het duurzaam gebruik van grondstoffen. Dat dit verder gaat dan het inzetten van bouwpuin als fundering onder wegen mag vanzelf spreken; ook binnen deze strategie moeten nog belangrijke stappen gezet worden. Een derde strategie is het vervangen van uitputbare grondstoffen door ‘nagroeibare’ grondstoffen. In allerlei sectoren zijn de zogenaamde ‘biobased materialen’ in opkomst en ook voor de bouw zijn interessante oplossingen voorhanden. Een materiaal van plantaardig afkomst, kan aan het einde van zijn levensduur niet meer koolstof afgeven dan de hoeveelheid die tijdens de groeifase door de betreffende plant is opgenomen en opgeslagen. Biobased materialen hebben dan ook de potentie om ‘nul-materialen’ te zijn (zie kader), afhankelijk van de bewerkingen die ze ondergaan. Het grootste voordeel van hergroeibare grondstoffen is echter

AWM 46 D Biobased meterialen.indd 83

veel simpeler: bij goed beheer zijn deze grondstoffen onuitputtelijk; ze vormen letterlijk de materiële vorm van zonne-energie. Met ‘herkenbare’ biobased materialen zoals hout, bamboe en riet wordt al millennia gebouwd. Toch is er in de huidige architectuur een hernieuwde interesse voor deze materialen zichtbaar, zoals te zien is in projecten als de doopsgezinde kerk van FARO in Elspeet. Naast de beperking van de carbon-footprint is ook de verbetering van het binnenmilieu ten opzichte van de meeste op olie gebaseerde producten een belangrijk argument voor toepassing. Dit type biobased materialen, waarbij het materiaal zichtbaar van natuurlijke afkomst is, is slechts één vorm van het gebruik van natuurlijke grondstoffen. Hiernaast zijn nog drie andere vormen te onderkennen: levende grondstoffen (groep I), uit de natuur gewonnen stof-

0-materiaal Prof. dr. ir. Michiel Haas heeft onder andere in AWM 34 de term ‘0-materiaal’ geïntroduceerd. Zoals een 0-energie gebouw wel energie verbruikt, maar die energie uit duurzame bronnen komt, zo is ook een 0-materiaal per saldo een materiaal dat geen milieubelasting veroorzaakt. Aangezien de meeste materialen niet in staat zijn om milieubelasting te compenseren, moeten alle stappen in de levenscyclus dus ‘milieuschade-neutraal’ zijn. Dit betekent dat een ‘nul-materiaal’ per definitie een biobased materiaal moet zijn.

16-12-2011 11:43:20


84 — AWM 46

Biobased materialen zijn ofwel herbruikbaar (en dus ‘voedsel’ voor nieuwe producten), of composteerbaar (en dus voedsel voor de natuur). Hiermee passen biobased materialen uitstekend in de C2C-visie. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat dit alleen geldt wanneer BB-grondstoffen niet onomkeerbaar vermengd zijn met niet-nagroeibare grondstoffen. Ter aanvulling op de biobased materialen kunnen in de C2C-visie ‘goede’ materialen bestaan die niet uit hernieuwbare bron komen, maar die een gesloten kringloop volgen binnen de technologische sfeer.

Het ontwerp van de doopsgezinde kerk (FARO architecten) bij Elspeet is een verwijzing naar traditionele schuren die al eeuwen worden gebouwd

AWM 46 D Biobased meterialen.indd 84

Hans Peter Föllmi

Cradle to Cradle

fen (groep III) en uit de natuur gewonnen bouwstenen (groep IV). Het gebruik van levende planten als ‘bouwmateriaal’ (I) is een oud principe. Beukenhagen, leilindes en houtwallen zijn hiervan bekende voorbeelden. Toch is de aandacht voor groen in, op en aan gebouwen de laatste jaren opmerkelijk te noemen. Toegegeven, vaak worden dit soort maatregelen nu nog vooral uit esthetisch oogpunt toegepast, maar het is de verwachting dat de komende jaren steeds vaker de functionele eigenschappen van levende planten en bomen nuttig ingezet gaan worden. Voor het volledig integreren van levende natuur in gebouwen is creativiteit en flexibiliteit vereist, maar het kan dan ook spectaculaire resultaten geven zoals het in aanbouw zijnde ‘verticale bos’ in Milaan. Bij de ‘herkenbare’ biobased materialen (II) maken wordt gebruikgemaakt van de intrinsieke

16-12-2011 11:43:46


D

Duurzaamheid Biobased architecture

materiaaleigenschappen die de natuur aanlevert. Ten eerste zijn dit eigenschappen die een op een van de natuur worden afgekeken (of liever gezegd leren), zoals isolatie uit schapenwol. Daarnaast zit in deze categorie een groot aantal materialen dat met name vanwege hun verschijningsvorm gewaardeerd wordt. Het onregelmatige patroon in hout, kurk en bijzondere leersoorten zijn hiervoor exemplarisch. Projecten zoals de bibliotheek van Li Xiadong zijn hier inspirerende resultaten van. Een derde verschijningsvorm van dit type biobased materialen zijn de materialen waarin organische grondstoffen zijn toegevoegd ter vervanging van een deel van de gangbare grondstoffen. Zo kan bijvoorbeeld een lichter beton gerealiseerd worden door het snel groeiende gewas Miscanthus op te nemen in de basisreceptuur. Bij ‘uit de natuur gewonnen’ materialen (III) moet gedacht worden aan bijvoorbeeld oliën en vetten die uit een organisme gewonnen worden. De manier waarbij het gewonnen materiaal wordt gebruikt, wijkt hierbij vaak af van de functie die de grondstof in de natuur had, al is het nog steeds hetzelfde materiaal. Ook hier zijn oude en nieuwe

— Biobased materialen zijn letterlijk de materiële vorm van zonne-energie toepassingen in de markt zichtbaar. Verf op basis van lijnolie, lijm op basis van lignine uit hout, bijenwas en plastic op basis van zetmeel. Dit type bioplastic is overigens nog niet geschikt voor de bouw, maar door zowel bedrijven als universiteiten wordt hard gewerkt aan kwaliteitsverhoging van dit materiaal. De laatste groep biobased materialen zijn de natuurlijke grondstoffen waaruit waardevolle bouwstenen door middel van (bio)raffinage worden verkregen (IV). Het meest bekende voorbeeld hiervan is de brandstof bio-ethanol. Veel minder bekend is het feit dat met deze zelfde bouwstenen ook materialen geproduceerd worden zoals biologisch polyethyleen. Met name in deze chemische hoek van de biobased materialen gebeurt op dit moment ontzettend veel. Dit is merkbaar in de introductie van materialen zoals Biofoam, waarvan de biologische oorsprong in het geheel niet zichtbaar is en in wetenschappelijke artikelen waarin de ontwikkeling van materialen als biobased plexiglas besproken worden. Deze materialen zijn niet herkenbaar als biologisch en verschillen minder en minder van hun petrochemische concurrenten. Wel zijn ze relatief duur. Als gevolg van de schaalsprongen in de productie van deze materialen enerzijds en de stijgende olieprijzen anderzijds is het overigens zeer waarschijnlijk dat deze verhouding op

AWM 46 D Biobased meterialen.indd 85

85 — AWM 46

termijn heel anders zal komen te liggen. Met biobased materialen uit al deze productgroepen samen kunnen steeds meer bouwdelen uit onuitputtelijke grondstoffen worden opgebouwd. Dit betekent dat er op den duur op grondstofniveau geen gram CO2 extra uitgestoten hoeft te worden ten opzichte van wat er in de natuur toch al zou gebeuren. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat alle bewerkingen, alle transport en alle afvalverwerking nog aan deze som moeten worden toegevoegd. Veel raffinageprocessen (groep IV) kosten nu nog veel energie, maar ook het bakken van baksten uit de nagroeibare grondstof rivierklei (groep II) is in de praktijk zeer milieubelastend. Bij de keuze voor een biobased materiaal moeten deze factoren integraal worden meegenomen in de beoordeling en afgezet worden tegen oplossingen die geboden worden vanuit de andere materiaalstrategieën. Een ander aspect dat kritisch bekeken moet worden is het afvalscenario van bio-materialen, met name van geraffineerde materialen. Het is immers niet zo dat een biobased gebouw aan het einde van zijn levensduur per definitie vervalt tot ‘niets’. Een berg bioplastic in zee is in principe net zo erg als een berg ‘gewoon’ plastic. Wanneer dit bioplastic industrieel gecomposteerd kan worden, dan blijft er weliswaar geen afval achter, maar moet er wel weer energie aan toegevoegd worden. En wanneer tot slot een gebouw gerealiseerd wordt met deels biologische materialen, dan moet maar aangenomen worden dat deze materialen bij de sloop gescheiden worden van de rest. Overigens maakt dit alles geen verschil voor de CO2-balans, maar wel voor wat betreft toxiciteit en afval. Om deze laatste reden is een biobased materiaal in het kader van de Cradle to Cradle-visie nog niet zonder meer een wenselijk product (zie kader). Voor de bouw zal het even wennen zijn dat in de komende jaren producten op de markt zullen komen die onverwacht volledig biologisch van oorsprong blijken te zijn. Te denken valt aan biobased kunststof kozijnen, biobased binnenwanden en allerlei biobased bulkmaterialen. Het succes hiervan zal grotendeels afhangen van de vraag of de bouw in staat is een zinvolle combinatie van materiaalstrategieën te ontwikkelen. Voor het vak van de architect betekent dit een interessante verzwaring van de dimensie ‘tijd’, waarin aandacht voor de totale levenscyclus van gebouw en bouwmateriaal centraal staat.—

Auteur Aldus bouwinnovatie houdt zich bezig met het realiseren van innovatieve producten en duurzame gebouwen. Aldus heeft aan de hand van een diverse innovatieprocessen kennis opgedaan op het gebied van biobased bouwmaterialen.

16-12-2011 11:43:46


de architectuur voorbij

8 AWM’s voor maar € 69,-

nummer 46 7e jaargang dec/jan 2012 — € 15,–

ex 6% BTW

nummer 46 7e jaargang dec/jan 2012

GUN JEZELF MEER INZICHT

Architectenweb Magazine Ondergronds Drents Museum Politiek PVV Grondstof Biobased materialen Interview Hans Kuiper en Tom Weghorst Jurk Baksteen Hergebruik materialen WORM Contextueel Entreegebouw Paleis Het Loo Renovatie Telexgebouw

rsystemen.nl

www.architectenweb.nl/awm AWM 46 AD Promo AW.indd 1

23-12-2011 14:36:45 12:47:54 03-01-2012


— € 15,–

Tijdelijk 35% korting op een AWM jaarabonnement Betaal het eerste jaar € 69,Ik neem een jaarabonnement voor € 105,– met een éénmalige korting van 35%. Ik betaal het eerste jaar € 69,-. Ik neem een jaarabonnement (8 nummers) voor € 105,– en ontvang als welkomstgeschenk het boek: Architectuur in Nederland Jaarboek 2010/11 ter waarde van € 39,50.

naam

m/v

bedrijfsnaam adres postcode/woonplaats telefoon email handtekening

Stuur deze antwoordcoupon in een envelop naar: Architectenweb B.V. Antwoordnummer 526 1400 VB Bussum Een postzegel is niet nodig. Het abonnement geldt tot wederopzegging en wordt door middel van een btw-factuur in rekening gebracht. U ontvangt het welkomstgeschenk nadat het abonnementsgeld door u is voldaan.

...of meld u online aan via www.architectenweb.nl/awm

16-12-2011 10:01:56

AWM 46 AD Promo AW.indd 2

16-12-2011 10:38:59


It’s under your feet!

Voor al uw professionele PVC projectvloeren

Nieuw: creëer uw eigen vloer met

mytaralaybygerflor.com

Tel: (040) 266 17 00 Fax: (040) 257 46 89 E-mail: gerflornl@gerflor.com www.gerflorbenelux.com

Gira Esprit Nieuwe afdekraamvarianten

hgschmitz.de

Gira breidt de materiaal- en kleurkeuze in het schakelaarprogramma Esprit verder uit. Met de nieuwe afdekraamvarianten aluminium zwart, aluminium bruin en notenhout-aluminium wordt het succesvolle designconcept consequent doorgevoerd: heldere vormen, geselecteerde materialen en perfecte oppervlakken. Bij de afdekramen van geëloxeerd aluminium blijft de natuurlijke slijpstructuur van het materiaal behouden. De organische nerf van het notenhout verleent elk afdekraam zijn individuele karakter. Voor Gira Esprit zijn meer dan 280 functies verkrijgbaar. Meer informatie: Fax +31 (0) 36 - 7 11 35 99, Gira Technische Profi Hotline: Tel 08 00 - 2 35 44 72 of www.gira.nl/esprit Afb. v. l. n. r: aluminium zwart/antraciet, aluminium bruin/crème wit glanzend, notenhout-aluminium/kleur aluminium

AWM 46 AD Gira_Agentor_RECHTS.indd 1 14218_Anz_Esprit_Neuheiten_Kombi_210x132_NL.indd 1

16-12-2011 12:17:35 28.07.11 14:07


Gebiedsontwikkeling begint bij sociale dynamiek. Economie, plaats en identiteit worden bewust vormgegeven. Een inspirerend locatieverhaal activeert.

Hendriks Werken aan ruimte

Prettig wonen

Wonen betreft alles wat te maken met architectuur, het interieur en d inrichting van het huis.

rm ns

pen, e n,

Stakeholders in wonen

n door ale

BEELD KWALITEIT

Wijk

ng

INTERFACE EUROPE

BESTEM. PLAN

MO raad, sraden aties nderwijs belegger passief/ beschouwend

Straat

VAN WatTAAKSTELLING doen de stakeholders? NAAR KLANTWAARDE

Overheid beleid volkshuisvesting en ruimtelijke ordening

Energie aspecten Haalbaarheid Gebiedspromotie

GREX OPEX

STEDENB. VISIE

Wat doet Hendriks?

Directie

INTENTIE OVEREENKOMST

Doelgroep activatie

Website + inschrijving

onderzoek

mondreclame Retentiemarketing

Gesprek/ discussie

BE Amsterdam W ON ERMedinalaan 9 Pedro de Postbus 12480 1100 AL Amsterdam Telefoon (020) 750 95 00

Toekomstige vraagstukken en toekomstvisie

Start gezamelijk zoekproces

Kopersdroom

Wat doet de klant?

Brainstormavonden/ projectconcepten bezoeken

Vinden van de klant

Den Haag Mauritskade 1 Postbus 221 2501 CE Den Haag Telefoon (070) 311 Dromen 05 30 START

Bestuur VVE

Service 2 Directie woningcorporatie

Dialoog over gebied op basis van specifieke thema’s

Economie

PMC

Onderzoeksbureau

Download ons essay Werken, Wonen, Economie, plaats en identiteit www.totalidentity.nl Leven (7 jaar)

Directie Hendriks

Citypromotie

Relatieovereenkomst

Behouden van de klant

Woonwensverbetering

Toekennen rollen en verantwoordelijkheden

Contact met aannemer

marktonderzoeker

Wonen Interactieve planvorming op het gebied van woningtypologie

Voorlopig ontwerp

Interactieve planvorming op het gebied van uitrustingsniveau

EGM Makelaar Positionering, corporate story Kopersen communicatie panels

verbeelden van woning

Keuzebegeleiding

Schetsen maken

Klant

Verkoopmanager

van de klant

Oplevering woning

Naservice nodig voor gebreken

Voorbereiding dialoog op: -Inhoud -Interactie -Proces en rol

Dialoog over bereikbaarheid / voorzieningen / flexibiliteit / duurzaamheid

ers, Woningcorporaties kwaliteit groenvoorziening, ndernemingen, Vereniging van en

individuele kopers

kopersbegeleider

Buurtonderneming

CERTIFICAAT VAN ECHTHEID

Vereniging van eigenaren

Start Dialoogproces

SKB enquête Stichting klantgericht bouwen

Uitbreidingsopties voor toekomstige aanbieders

Uitleg installaties

Uitvoeren

Kopersservice

Kopersbegeleiding

Nazorg goede oplevering

Stichting klantgericht bouwen 1e ronde

CHALLENGING AMBITION. Klanttevredenheidsonderzoek KLANT-

Betalen

Enthousiast worden

Behoefte aan heldere communicatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Opdrachtgever (corporatie) Bouwplaatsmedewerker

Bezichtiging bouwplaats

BEHEER OVEREENKOMST

Service 1

Projectleider

Woningbouw corporatie

Woonwensgesprek Optiekeuzes UITVOE

Verkoop manager constructeur

REALISATIE OVK

REN

FASEVERSL

Interactie

KOPER

KAO

Start bouwbijeenkomst Stakeholders tevredenheid

Plan uitwerking volgens woonwensen

Info voortgangsavonden

Keuze afwerkpakket

Gesprekken buurtondernemers

Kopersbegeleiding

Kopersbegeleiding

Communicatiemanager projectleider

Uitvoering

Kopersbegeleiding

Bestek, bestektekeningen en contractfase

25-08-2011 19:19:35 14-07-11 09:59 Projectleider

Werk voorbereider

Onderaannemer

Duurzaam bouwen

Oplevering openbare ruimte

OVK’S gemeente projectleiders/ nutsbedrijven

Bewonersgroep

Dialoog over leefbaarheid / veiligheid / betrokkenheid

Procesmanager

Architect

Prijs en contract

Projectmanager Buurtonderneming

OG’er

Financieringsgesprek Adviseurs

Koopcoach

Directie

Klanttevredenheid

Conceptontwikkelaar/ begeleider Service

VVE

Oplevering

AWM 44 AD TotalIdentity.indd 1 AdvTID-AWM-210x275-v2-2011.indd 1

OMGEVINGSVERGUNNING

N

ERE

Oprichting VVE Klant

TOTALIDENTITY.NL

Onderhoud

Leefbaarheid

Gebied

elijk en/of geschikt te wonen, te te leven.

Service begeleiding

VVE

Belangenorganisatie

aarheid

Wooncoach

Verkoopgesprek CIFIC

SPE

de hoogte van de bouw

Financiele barometer

BEWONER

Onderhoud v/d gemeenschap

REFLECTIE

PUBLICATIE

Initiatief nemen

AO

Budgetgesprek

Total Identity ondersteunt organisaties bij het vertellen van hun verhaal vanuit een sterke reflectie op identiteit, ambitie en maatschappij. Via de lijnen Contract tekenen discover, dream, design en destiny vertalen wij strategisch advies naar creatieve uitingen in woord, beeld en geluid. Van interne bewustwording Start bouw/ tot krachtige externe positionering en profilering. Variërend vanrealisatie toekomstscenario's tot huisstijl, campagnes, training en coaching, online activering Bedienen en conversation management. Via website op

woningbouw vereniging

Dialoog over maatschappelijke issues

Start verkoop

Projectdeelnemers 1e keus

van de klant

Onderhoud & beheer

Verkoop aan leden

Architect

Communicatieprocesmanager

Keuzes maken duurzaamheid en gebruik

Verkoop manager

Flexibele indeling/ opties energielasten onderhoudslasten

Definitief ontwerp

ONTWERPEN

Ontwerpdag in woonatelier met architect

OVK’S

conceptontwikkelaar

Betaalbaarheid

Ontwikkeling van ruimtelijke concepten is een samenspel van economische Start verkoop NT vraag, fysieke plaats en identiteit. Daarbij is een gebiedsverhaal noodzakelijk TA OP om het gebied in zijn betekenis te begrijpen. Met socialKwaliteitsen service design Verkoopdocs. brochure/ keuzes ontstaat een locatie vanuit haar toekomstige relevantie. In de beleving van Contractstukken Financien Inschrijfformulier regelen de gebruiker ontwikkelen zich de gewenste uitstraling en kwaliteit. Betrekken Selectie woning

Procesmanager

belanghebbenden (potentiele kopers)

- Website info - Speciale actie - Bord locatie - Retentiemarketing

Koperskeus

Financien uitzoeken & Behoeften uitspreken

Filteren en inwinnen informatie

Afwegingen maken

Individuele kopers

Duurzaam

Klantenpanel

woonvorm/ m2 concept plattegrond

Architect

makelaar

Floriade 2012 Identiteitsontwikkeling en gebiedspromotie Prijsindicatie Full blow marketing

feedback onderzoeken

projectleider woningbouwvereniging

Communicatie klant / gebruiker

Aanpassingen ontwerp naar behoeften SPECIFICEREN

artikel in krant Maquette met in te vullen ‘vlekken’

SHOWCASING

Buurtbeweging/ belangenvereniging

Interactieve infodag in woonatelier

CO-CREATIE

begeleiding

Interactieve Schetsontwerp planvorming op het gebied van architectuur en woonmileu

Hendriks Ontwikkeling en ontwerp van het kennisNieuwsbrief en woonatelier Gesprek/ Mond tot discussie DOME-X

COMMUNITY BUILDING

KLANT

Gebiedsvisie ontwerp

Conceptontwikkelaar/ begeleider

Onderzoek & Dialoog

Gesprek over het Sessie kennisatelier organiseren co-creatieproces en verwerking behoeften

begeleider Logistiek ParkConceptMoerdijk Woonbedrijf Verwerken Marktontwikkelaar programmering onder- Strategische klantgegevens Gebiedsconcept, oriëntatie, zoeker en location story scenario-ontwikkeling, Digitale marketing corporate Doelgroep-/ Verkoopadvertentie/ publishing productstory en corporate

Maatschappelijk & marktonderzoek Eigen netwerk activeren

Sociale structuur

Dialoog over gebied op basis van specifieke thema’s

Verkoop-

gever

Directie Adviseurs

INTENTIEOVEREENKOMST

Verkoopmanager

Logistiek / bereikbaarheid

Ruimtelijke kwaliteit

PVE PROJECTAMBITIE

Expo van projectconcept

Wat is de klantreis?

Projectvisie ontwerp

Verdeling van verantwoordelijkheid en vervolg

Dialoog over scenario’s

Planconcept

Presentatie aan stakeholders en opdrachtgevers

Ontsluiting Functionele invulling Doelgroepen bepalen Ruimtelijk aspect

Creatie meerwaarde Verspreiding overeenkomst MARKT/ WOONVISIE

Kwaliteit duurzaamheid energetisch – milieu Haalbaarheid Functionele indeling Materialisatie + installaties

Architect, Makelaar, Hypotheekadvi Styliste, Interieurarchitect, Project Aannemer, Notaris, Woonadviseur

ACTIEF IN MAATSCHAPPELIJK DISCOURS

LIVING NATURE

Manager D&I VerkoopOpdracht- manager

Marktonderzoeker OntwikPlankelaar econoom

Productspecialisatie Beeld/kwaliteitsplan Energie aspect Haalbaarheid

PLANNING

Woningbouwvereniging procesmanager

Scenarioontwikkeling van een gebied

SERVICE DESIGN

Adviseurs

Huisvesting

Gebied

Woningtype

FASEVERSLAG

ONTWIKKEL OVK

Woningbouwvereniging projectleider

Dialoog over woonomgeving

Duurzaam bouwen

Duurzaam bouwen betekend bouwe ecologische, economische & sociale bouwen behandelt klassiek 4 thema

FASEVERSLAG

Wijk Straat

Woning

rs, parkenbeheer, scholen

1. Energie verbruik 2. Water gebruik 3. Ruimte gebruik 4. Bouw materialen

rie van Binnenlandse zaken krijkrelaties, Gemeentebestuurders/ aren, Sociaal cultureel planbureau

Stakeholders in duurzaam

emers vereniging, MKB

oeksbureaus, Universiteit/ holen

ers, Openbaar vervoerbedrijven tiesector, Politie, Brandweer dienst, GGD, Onderwijs rg

Onderaannemers, Leveranciers, Ond duurzaam bouwen, Buurtondernem van eigenaren, Vereniging van Eige


90 — AWM 46

EP

Economie en Praktijk

BOEK

Architect in de praktijk In samenwerking met de BNA en de TU Delft heeft Uitgeverij SUN een boek uitgegeven over de architect als ontwerper en ondernemer: architect in de praktijk. Het boek geeft praktische tips voor goed ondernemerschap. Voorafgaand aan de tips wordt de lezer bewust gemaakt van wat het betekent om ontwerper en ondernemer te zijn en tevens wat het belang van die combinatie is. Met beschouwingen, modellen en cijfers wordt de sociologische en economische achtergrond geschetst. Veel bureaus zijn gekrompen. Tegelijk is er een groeiend aantal architecten dat een eigen onderneming start. Juist

AWM 46 EP Kort.indd 90

in tijden van crisis is er voor creatieve geesten en innovatieve ideeën altijd wel een plek te vinden. Het hebben van en voor het voetlicht kunnen brengen van het onderscheidend vermogen is echter niet voldoende om dit tot een succes te maken. Aan het einde van het eerste deel is de lezer dan ook doordrongen van het belang van goed ondernemerschap; ook voor een architect. Een goede architect is meer dan een ontwerper alleen, namelijk ook een ondernemer. Hoe dat ontwerpend ondernemerschap in de praktijk kan worden vormgegeven, komt naar voren in het tweede deel van het boek. In dat deel worden praktische tips gegeven over tal van onderwerpen die relevant zijn. Tips over het starten van een onderneming, personeelsbeleid, acquisitie, pr, internationaal werken en meer. De beknoptheid van de tips nodigt uit tot een persoonlijk invulling. In zijn geheel is het boek een handige leidraad voor goed ondernemerschap. Ook bestaande bureaus kunnen er nog van leren. (LZ)

Leon Teunissen, Alijd van Doorn, John L. Heintz – SUN – 2011 – Softcover – 148 pagina’s – 17 x 24 cm – ISBN 9789461054548 – € 22,90 – Nederlands

16-12-2011 11:48:04


EP

PODIUM

Aayu Er is veel dat van ontwerpen een teleurstellende bezigheid maakt, en het lijkt steeds meer te worden. Een hardhouten kozijn kan niet hergebruikt worden omdat drie manuren 120 euro kost en een nieuw kozijn 30 euro. De timmerman is te duur en heeft toch geen erg gewaardeerd beroep. Terwijl ooit een timmerman de eerste ‘architect’ was. De betere bouwkundestudenten sketch-uppen glanzende steenmappings op gefacetteerde gevels waar vijf vlakken in één punt samen komen; geen aannemer in Nederland die dat kan maken, geen opdrachtgever die dat betaalt. In plaats daarvan wordt enthousiast geld uitgegeven aan

AWM 46 EP Kort.indd 91

Economie en Praktijk Korte berichten

advocaten, marketing, ambitiedocumenten over duurzaamheid en slimme telefoons die gemaakt zijn om na twee jaar onreparabel stuk te zijn. Er zijn kamers van 10m2 voor 600 euro te huur naast hectaren met lege, glazen kantoorparken. Het is altijd de prijs, niet het product. Een huis mag niks kosten, maar er moet wel aan verdiend worden. Wat zitten we toch nog steeds te ontwerpen? Ontwerpen betekent: een verhaal vertellen. Ik ontdek een oud gebouw, schoonheid met rimpels, een gat in de matrix van de stad, een fout in de melodie. Ik zie zonlicht op fijn gevoegd baksteen, ik dagdroom wit stucwerk tussen eikenhout. Zien is al ontwerpen, luisteren en vertellen is één ding. Voor de kinderen een goudgele vloer, voor de ambtenaar een prachtig uitzicht, de straat krijgt een nieuw gezicht erbij – een karakterkop zo te zien. Het is klaar. Het gebouw warmt op van de zon, gras groeit op het dak, de timmerman is trots, mensen genieten

91 — AWM 46

van de ruimte, elke dag. Hiermee kunnen we wel even verder, materie die aan de vergankelijkheid onttrokken is, voor even, voor vijftig jaar. Ooit mag het wel vergaan, hout verrot, baksteen brokkelt, ik ben zelf al lang weg, plaats voor iets anders, het begint opnieuw. Biologisch Ontwerpen betekent: deel zijn van het verhaal. Er was iemand voor me, er komt iemand na mij, het hoort bij elkaar. Oude vormen in natuurlijke materialen, oude materialen in nieuwe vorm, hoe eerlijker ik het vertel, hoe intenser ik het zelf beleef. Hoe blijer ik mensen ermee maak, hoe blijer ik word, zonlicht in het bos, zonlicht op een gevel van zilvergrijs hout, alles vergaat, maar hoe mooi kan dat zijn! Ik ben getroost. Een eerlijk verhaal, met happy end.— In samenwerking met De Olifantenkooi vraagt AWM aan verschillende ontwerpers hun visie op het ontwerpvak onder woorden te brengen in een zelfgeschreven tekst.

16-12-2011 11:48:09


92 — AWM 46

Transformatie van leegstaande kantoren tot hotels Leegstaande kantoren vormen een groeiend probleem.Vaak liggen deze kantoren op monofunctionele bedrijventerreinen aan de rand van de stad. Door gebrek aan bedrijvigheid dreigt verloedering, maar herbestemming kan die negatieve spiraal keren. In Hoofddorp transformeerde Mulderblauw architecten een voormalig INDkantoor tot Holiday Inn Express Hotel. Tekst Tineke Groot Fotografie Interior Consult Beukenhorst West in Hoofddorp is een monofunctioneel bedrijventerrein. Er is veel leegstand. Bedrijven krimpen in, verdwijnen of verhuizen naar nieuwe kantoorgebouwen elders. “Het gebied is een sociaal niemandsland”, zegt Robert Mulder, architect-directeur van Mulderblauw architecten. “Opwaarderen kan alleen door meer differentiatie: hotels, woningen en voorzieningen toevoegen in combinatie met goede verbindingen met het centrum. Als er een markt voor is, zijn er ook opdrachtgevers voor te vinden. Verder kan de gemeente een stimulerende bijdrage leveren aan dit proces.”

een week een voorstudie waarin ze liet zien hoeveel kamers erin pasten, waar de verschillende functies kwamen te liggen, hoe de logistiek passend kon worden gekregen en op welke manier aan de veiligheidseisen kon worden voldaan. Mulder: “Onze insteek is de taal van de opdrachtgever te spreken. In een vroeg stadium onderzoeken we samen met onze opdrachtgever of het project financieel en technisch haalbaar is door een voorstudie te doen. Voor de opdrachtgever is dan meteen helder wat het kost en wat de opbrengsten zullen zijn.” Hotelformule

Haalbaarheid The Vincent Hotel Group (TVHG), handelend onder de naam Dutch Hotel Partners (DHP), zag in Beukenhorst West mogelijkheden voor een hotel en benaderde Mulderblauw architecten voor advies over de transformatie van een leegstaand kantoorpand tot Holiday Inn Express. Na een brainstormsessie met DHP presenteerde Mulderblauw architecten binnen

AWM 46 EP Kantoorhotel.indd 92

Niet elke hotelformule past zomaar in elk kantoorpand. Verschillende formules hebben hun eigen specificaties: hard branded specificaties liggen voor 90% vast; soft branded specificaties geven meer vrijheid. Harde eisen worden gesteld aan de kamers, die specifieke afmetingen moeten hebben en een vastgestelde vorm, passend bij de formule. Voor de publieke ruimte is meer ontwerpvrijheid, mits aan de functionele specificaties wordt voldaan. Om te

16-12-2011 11:55:33


EP

Economie en Praktijk Van kantoor naar hotel Mulderblauw architecten

beoordelen of een formule in een bestaand pand past, wordt daarom eerst gekeken of de kamers erin passen. Mulder: “Inmiddels kunnen we de verschillende hotelformules dromen. We zien direct of een formule erin past of niet, en welke andere formule eventueel geschikt zou kunnen zijn.” Snel duidelijkheid scheppen is belangrijk. Mulder: “In tijden van krapte staan de marges onder druk en wordt haalbaarheid een kwetsbaar gegeven.

— De meeste ontwerpvrijheid zit in de publieke ruimte Dan is kostenbeheersing extra belangrijk. Daarom werken we in een bouwteam met vaste partners: een constructeur, een installatieadviseur, een aannemer en een interieurinrichter. We hebben als bouwteam inmiddels veel ervaring met hotels en we zijn goed op

AWM 46 EP Kantoorhotel.indd 93

elkaar ingespeeld. Daardoor werken we efficiënt samen, vanaf de studiefase. Constructie- en installatieproblemen worden direct ruimtelijk opgelost en in de voorstudie meegecalculeerd in plaats van achteraf aangepast. Dat scheelt tijd en geld.”

93 — AWM 46

Het huiskamerinterieur van het Holiday Inn Express in Hoofddorp compenseert de lage verblijfskwaliteit van de kille kantooromgeving

installaties Kantoren transformeren tot hotels heeft voordelen. Mulder: “Aan hotelinstallaties worden andere eisen gesteld dan aan kantoorinstallaties. In hotels is minder ventilatie nodig dan in kantoren, maar meer warm water. In Hoofddorp had de luchtbehandelingkast ruim voldoende capaciteit voor de nieuwe functie; dus die kon blijven. Voor de warmwatervoorziening moesten er meer ketels op het dak komken, naast de oude ketel. Het koelapparaat hebben we vervangen.” In nieuwe hotels worden luchtkanalen meestal verticaal aangelegd per groep kamers, omdat voor horizontale verdeling hogere verdiepingen nodig zijn. Hier was één centrale verticale schacht aanwezig. De hoge plafonds boden voldoende ruimte om per verdieping horizontale ventilatiekanalen naar

16-12-2011 11:55:37


94 — AWM 46

deze centrale schacht aan te leggen. Individuele ventilatie-units circuleren verse lucht en regelen de verwarming per kamer. Alle radiatoren zijn verdwenen. Dat levert extra ruimte op langs de wanden, waardoor de kwaliteit van de ruimte is verbeterd. Bovendien scheelt het onderhoudskosten. Bij het bepalen van wat er kan worden hergebruikt speelt het bouwteam een belangrijke rol. Iedereen kan vanaf het begin vanuit zijn eigen invalshoek meedenken. Mulder: “Sparingen in de vloer zijn goedkoper dan sparingen in een balk. Daar

houden we rekening mee in het ontwerp. Je leert van elkaar en we koppelen steeds terug. Onze meerwaarde zit in het advies. Daarmee is de opdrachtgever uiteindelijk goedkoper uit dan met een lage aanneemprijs via aanbesteding en foutencorrecties in het proces.” Technische opgave Nanko van den Brule, projectarchitect bij Mulderblauw architecten: “De transformatie van een kantoor naar een hotel is een technische opgave, die ook sociaal relevant is vanwege de impact op de omgeving. De bestaande constructie en installaties hebben grote invloed op het ontwerp. Aanpassingen zijn duur, dus wordt zo veel mogelijk hergebruikt. Daarnaast is functionaliteit belangrijk in verband met onderhoudskosten en veiligheidseisen. Veel hotelketens zijn van Amerikaanse origine. Brandveiligheid moet daarom voldoen aan Amerikaanse standaards, die strenger zijn dan het Bouwbesluit. Voor dit soort opgaven moet je als architect flexibel zijn en dienstbaar. Wij vertalen de budgettaire en programmatische randvoorwaarden van de opdrachtgever in een architectonisch concept.” In het ontwerp krijgen eerst de kamers een plek. Daarna wordt de publieke ruimte ingevuld. De sfeer

— “Een transformatie van kantoor naar hotel is een technische opgave”

Er is een aparte werklounge en ook in het zitgedeelte wordt vaak gewerkt

AWM 46 EP Kantoorhotel.indd 94

van de publieke ruimte wordt bepaald door de hotelformule, de doelgroep en de locatie. Van den Brule: “Elk hotel krijgt zijn eigen sfeer die past bij de omgeving. Zo is Beukenhorst West een wat kille kantooromgeving met een lage verblijfskwaliteit. Ter compensatie hebben we voor de Holiday Inn Express een intiem huiskamerinterieur ontworpen met warme kleuren en veel hout. Het is een limited service hotel. Het geld zit in de kwaliteit van de kamers en daarna in het interieur van de publieke ruimtes, maar niet in een keuken voor lunch of diner. Het ontbijtbuffet hebben we meer kwaliteit gegeven, waardoor de ontbijtruimte ook ’s avonds een aantrekkelijke sfeer houdt. Door de technische ruimte bij de entree ontstaan aangename hoekjes. Deze zijn ingezet voor creëren van het huiskamergevoel. De publieke ruimtes hebben we gedifferentieerd: een werklounge met lage en hoge tafels, een gedeeltelijk afgescheiden vergaderruimte en een zitlounge waarin overigens ook vaak gewerkt wordt.”

16-12-2011 11:55:42


EP

Economie en Praktijk Van kantoor naar hotel Mulderblauw architecten

Verdieping oude kantoor

Verdieping hotel

Begane grond oude kantoor

Begane grond kantoor

omgeving

bijdrage van het hotel aan de dynamiek van de buurt. Door de limited service maken hotelgasten eerder gebruik van voorzieningen in de omgeving. Ze kunnen eten in een nabijgelegen restaurant, dat ook de verkoop van broodjes en drinken via automaten in het hotel verzorgt. Andere hotelgasten bestellen een pizza, die ze in het hotel opeten. Met een aanvullend programma zoals starterswoningen, flexibele werkconcepten en winkels kan in de toekomst een krachtige omgeving ontstaan. “Hergebruik van een gebouw is van economisch belang, maar voegt ook sociale waarde toe”, betoogt Robert Mulder. “Het scenario voor dit gebouw was om het te slopen. Nu heeft het als hotel een nieuw leven gekregen en de buurt profiteert daarvan mee.” Ook in andere steden is belangstelling voor hotels als generator van dynamiek in monofunctionele kantooromgevingen. Mulderblauw architecten heeft inmiddels ruim 200.000 m2 aan hoteltransformatie-opdrachten onder handen, verspreid over heel Nederland.—

De buitenkant van het gebouw is met minimale ingrepen aangepast. Door de zonwering te verwijderen en de gevel opnieuw te schilderen oogt het gebouw weer strak en fris. De luifel is vervangen en het entreegebied is verfraaid met een bankje en wat groen om een sense of arrival te creëren. Ronde vluchttrappenhuizen op de koppen van de gangen verzachten het hoekige silhouet van het gebouw. Mulder: “Om aan de hogere eisen voor brandveiligheid te voldoen, moesten we kiezen tussen een sprinklerinstallatie of een brandtrap aan het uiteinde van elke gang. Een sprinklerinstallatie biedt meer vrijheid in de indeling, maar brandtrappen waren goedkoper. Hoewel de keuze voor vluchttrappen een economische keuze was, hebben we daarmee tevens kwaliteit toegevoegd: daglicht in de gangen via de transparante nooddeuren en ronde trappenhuizen.” De gemeente Haarlemmermeer is blij met de

AWM 46 EP Kantoorhotel.indd 95

95 — AWM 46

16-12-2011 11:55:46


96 — AWM 46

ct re di

dominant

consciëntieus

stabiel

interactief

m

ct re di in

en sg er ic ht

ta ak ge ric ht

DISC-model

Dominant: actief, zelfverzekerd en ervaart de omgeving als vijand/stressvol Interactief: actief, zelfverzekerd en ervaart de omgeving als goedgezind/ontspannen

Beter communiceren Beter samenwerken Voor een goede samenwerking is communicatie onontbeerlijk. Er bestaan verschillende modellen om communicatie al dan niet interdisciplinair te bevorderen en in goede banen te leiden. De ‘platina regel’ is er daar één van. De regel gaat uit van de verschillen tussen de mensen en de disciplines en is een manier om zowel je persoonlijke effectiviteit én die van de anderen te vergroten. Tekst Gerrit de Heer/SBR en Roy Ramdjanamsingh/Q4 Profiles Duurzaamheid is hot. De focus ligt daarbij op het realiseren van duurzame bouwwerken. Iedereen is het er over eens dat het realiseren van een duurzame wereld met duurzame bouwwerken vraagt om betere samenwerking tussen de

AWM 46 EP SBR.indd 96

verschillende partijen in de sector. De uitdaging voor architecten daarbij is complex. Het duurzame ontwerp moet door de klant gewenst, door de uitvoerende partijen gerealiseerd en door de opdrachtgever betaald worden: een (integraal) ontwerpproces waarbij verschillende disciplines betrokken zijn. Het juist inzetten van de kennis en kunde van de verschillende bouwspecialisten is hierbij cruciaal. Platina Om deze kennis en kunde van de verschillende partijen optimaal te gebruiken is het hebben van voldoende mensenkennis/kunde een belangrijke schakel. Alom bekend is de gouden regel: behandel de andere zoals je zelf behandeld wilt worden. Op zich niet verkeerd. Er wordt daarbij echter voorbijgegaan aan het feit dat ieder mens uniek is. De onderlinge verschillen zijn dan ook het uitgangspunt in de platina regel: behandel een ander zoals hij behandeld zou willen worden. Om de platina regel toe te passen

Stabiel: passief, terughoudend en ervaart de omgeving als goedgezind/ontspannen Consciëntieus: passief, teruhoudend en ervaart de omgeving als vijand/stressvol

is kennis van jezelf en kennis van de ander vereist. Hierbij kan een systematische analyse van de persoonlijke stijl op basis van het aloude DISC-model (zie afbeelding) een vertrekpunt zijn. Het model is objectief en toegankelijk, en biedt houvast om systematisch te werken aan je persoonlijke effectiviteit door te werken aan je mensenkennis. De aanpak kan in de bouwsector goed beklijven op zowel management- als werkvloerniveau. Het biedt de kans om omgaan met ‘lastige’ menselijke kwesties (diversiteit van mensen) op een systematische wijze te doorgronden. Dit is van belang omdat de bouwsector wordt gekenmerkt door een enorme hoeveelheid professionals die met elkaar moeten samenwerken en daarnaast hebben ook opdrachtgevers, gebruikers en klanten een eigen visie. Analyse Met behulp van de DISC-methode geeft de persoonlijke analyse op een gevalideerde wijze aan wat eenieders talenten in relatie tot mensen en situaties zijn; in

16-12-2011 11:56:58


EP

Economie en Praktijk Communicatie

97 — AWM 46

Combinatie van primaire en secundaire voorkeursstijlen leiden tot zestien types taak

C

D strateeg

pionier

beslisser

perfectionist

raadgever

doorzetter

avonturier

specialist

doener

diplomaat

inspirator

dienstverlener

helper

bemiddelaar

entertainer

S

direct

indirect

analyticus

I mens

gunstige en ongunstige omstandigheden. DISC staat voor Dominant, Interactief, Stabiel en Consciëntieus: vier stijlen. Elke persoon valt onder ongunstige omstandigheden, zoals stress, terug op zijn persoonlijke voorkeursstijl. Deze stijl is met de geboorte meegegeven en wordt nog enigszins verder gevormd in de eerste vier tot zes levensjaren. Aan dit kernpatroon zitten ook basisbehoeften en -verlangens vast waar iemand energie van krijgt. Wanneer geen aandacht gegeven wordt aan deze basisbehoeften dan is de kans aanwezig dat steeds meer energie verloren gaat. Een kernpatroon geeft ook aan waar de persoonlijke kracht ligt. Het geeft een stukje inzicht in persoonlijk leiderschap. Het resultaat van de analyse is niet een afvinklijst hoe iemand een leider wordt, maar laat zien hoe op basis van het eigen kernpatroon gewerkt kan worden aan persoonlijk leiderschap. Door met andere mensen om te gaan op basis van hun kernpatroon, is het hebben van echt contact verzekerd. Er wordt dan invulling gegeven aan de platina regel. In situaties waarin iemand niet onder stress staat, kan hij bewust voor de best

AWM 46 EP SBR.indd 97

passende stijl kiezen. Hier zit het aanpassingsvermogen van mensen. Ieder mens heeft namelijk alle vier stijlen in meer of mindere mate in zich. In 90% van de gevallen is er één primaire voorkeurstijl, ondersteund door een secundaire voorkeursstijl. Hierdoor ontstaan zestien combinaties (bijvoorbeeld een Cd = strateeg). Aan de

— Onder stress vallen personen terug op hun voorkeursstijl voorkeurstijlen zitten communicatievoorkeuren vast. De meer dominante stijl wil in communicatie kort en krachtig snel tot de kern komen. De interactieve stijl vraagt om erkenning en wil vooral weten met ‘wie’. De consciëntieuze stijl heeft behoefte aan informatie om zijn centrale vraag ‘waarom’ beantwoord te krijgen. De

stabiele stijl vraagt om instructies om te weten ‘hoe’ iets aangepakt moet worden. De dominante en interactieve stijl zijn direct en vragen in besprekingen vaak de meeste aandacht. Personen met een van deze voorkeurstijlen vaak snel afgeleid. De consciëntieuze en stabiele stijl hebben meer tijd nodig om het waarom en hoe te kunnen overdenken. Wanneer iemand een van deze voorkeursstijlen heeft, is hij in staat om langere tijd kunnen luisteren, maar hij neemt niet graag snel beslissingen. Binnen de bouwwereld is deze kennis nog geen gemeengoed. Gezien het belang van communicatie voor een goede samenwerking en het belang van een goede samenwerking voor het realiseren van een duurzaam gebouwde omgeving is hier zeker nog winst te boeken. Er ligt een uitdaging om met meer mensenkennis beter te communiceren met opdrachtgevers, gebruikers, klanten en bouwpartners. Dat vergemakkelijkt en verbetert de samenwerking. Bovendien vergroot je je persoonlijk effectiviteit en de effectiviteit van het groepsproces. Twee aspecten die vaak extra werkplezier geven.—

16-12-2011 11:57:18


98 — AWM 46

Techniek

BOEK

Understanding Steel Design In het najaar van 2011 presenteerde Birkhäuser het boek Understanding Steel Design; an architectural design manual. De titel dekt de lading van het boek volledig. Er wordt op veel verschillende aspecten ingegaan; alle zijn van belang voor het goed toepassen van staal in gebouwen. Aan de hand honderden projecten gaat auteur Terri Meyer Boake in op de meest uiteenlopende aspecten van staaltoepassingen in de architectuur. De basis van het boek wordt gevormd door de analyse van honderden projecten. Slechts een aantal daarvan is opgenomen als process profile. In zo’n profiel wordt nader ingegaan op één deel van het staalwerk van een

AWM 46 T Kort.indd 98

specifiek project, omdat dat exemplarisch is voor het betreffende hoofdstuk. Het uitgebreide analytische onderzoek is ingezet om de verschillende aspecten van ontwerpen met staal boven water te halen en te illustreren. De diversiteit van de projectvoorbeelden is enorm. Er worden zowel projecten uit het verleden aangehaald als meer recente gebouwen. Zowel grote als kleine, al dan niet gecombineerd met andere materialen. Naast hardcore constructies komen ook de esthetische toepassingen aan bod. Dat voor de juiste toepassingen van techniek meer nodig is dan kennis over en het kunnen hanteren van de goede formules is na het lezen van dit boek meer dan duidelijk. Dit wordt niet alleen getoond door het brede scala aan onderwerpen. Ook de presentatie met veel foto’s draagt hieraan bij. De foto’s zijn niet als extra toevoeging in het boek geplaatst. Ze staan in de lopende tekst en maken deel uit van het verhaal. (LZ)

Terri Meyer Boake – Birkhäuser – 2012 – Hardcover – 244 pagina’s – 24 x 30 cm – ISBN 9783034602693 – € 80,95 – Engels

16-12-2011 11:59:40


T

Techniek Korte berichten

99 — AWM 46

METSELWERK

Wat een mensenhand niet kan Op de Architectenweb CRH Clay Solutions Baksteendag gaf de Zwitserse metselrobot R-O-B een demonstratie. Onderzoeker en architect Fabio Gramazio gaf een lezing over de ontwikkeling van de robot en toonde hoe hij de robot inmiddels ook inzet in het werk van zijn architectenbureau. “Als je de metselrobot aan het werk ziet, roept dat het beeld op van kunstmatige intelligentie”, zegt Fabio Gramazio. “Maar eigenlijk is het een hele primitieve machine. Hij heeft wat elektromotoren en dat is het.” De metselrobot is gebaseerd op een standaard robotarm uit de auto-industrie. Gramazio: “Alle intelligentie zit in de aansturing van de robot, in de code.” “Als architecten ontwerpen wij geen vorm, maar een proces dat tot een vorm leidt”, gaat Gramazio verder. De technische grenzen van de bedachte baksteenconstructies worden proefondervindelijk in het laboratorium bepaald. Sinds 2006 doet Gramazio aan de ETH Zürich onderzoek naar de mogelijkheden van het geautomatiseerd metselen. In de loop van de jaren is de metselrobot stap voor stap slimmer geworden. Eerst kon hij alleen bakstenen stapelen, toen kon hij ze ook lijmen en inmiddels kan hij het gemetselde resultaat ook tussentijds evalueren door dit te scannen. Onvolkomenheden kan de robot nu dus zelf bijstellen. “Geen overbodige luxe gezien het feit dat bakstenen altijd wel een beetje krom zijn”, zegt Gramazio. Dat lijm wordt gebruikt en geen cement heeft ermee te maken dat lijm eenvoudiger machinaal te verwerken is. Gramazio: “Het aanbrengen van cement vereist een sensorische feedback die de robot nog niet heeft.” Gramazio zet de metselrobot ook in bij projecten waar hij met zijn bureau Gramazio & Kohler aan werkt. Dat begon met de wanden van een door een

AWM 46 T Kort.indd 99

ander architectenbureau ontworpen wijnboerderij Weingut Gantenbein in Fläsch. Door de bakstenen individueel te verdraaien was Gramazio in staat een wisselend reliëf te maken, waarin van een afstand het geabstraheerde beeld van uitvergrote druiven te herkennen is. De precisie van de hoekverdraaiing die hiervoor nodig is, had met mensenhanden nooit gerealiseerd kunnen worden. Welke hoekverdraaiing nodig zou zijn om het beste effect te bereiken had de architect op de universiteit al getest. De gevelpanelen zijn door bouwer Keller met de metselrobot geprefabriceerd. Momenteel in uitvoering is een woongebouw aan de Eierbrechtstrasse in Zürich. Het gebouw heeft een veelhoekige plattegrond. Door het metselwerk op

de hoeken te verdraaien, heeft de architect toch overal haakse hoeken kunnen maken. De gevel wordt verder gesierd door baksteenbanden die in golven uit het vlak naar voren komen. Onlangs won Gramazio & Kohler de prijsvraag voor een parkeergarage in de stad Bad Soden. “Wat we gedaan hebben is dat we de afstand tussen de stenen vergroot en verkleind hebben”, verklaart Gramazio. Het effect is dramatisch: het metselwerk lijk in beweging te komen. De architect heeft daarbij het kleinere schaalniveau niet vergeten. Om het effect van het in- en uitvouwen van de gevel kracht bij te zetten worden de bakstenen, daar waar de gevel het meest open is, rond hun middenas verdraaid, zodat er een sterk reliëf ontstaat. (MvR)

16-12-2011 11:59:47


100 — AWM 46

Het box-in-boxprincipe maakt een vrij indeelbare ruimte mogelijk

AWM 46 T Telex.indd 100

16-12-2011 12:01:28


T

Techniek Telexgebouw Crepain Binst Architecture

101 — AWM 46

Zuivere renovatie Telexgebouw, Brussel, Crepain Binst Architecture Het is een bekend probleem: een bestaand kantoor dat gerenoveerd wordt omdat het niet meer voldoet aan de eisen en wensen van de huidige tijd. Dat gold ook voor het Telexgebouw in Brussel. Crepain Binst Architecture renoveerde het gebouw van top tot teen. In tegenstelling tot de gebruikelijke facelift waarmee de meeste kantoorrenovaties gepaard gaan, werd het exterieur behouden en keurig gerestaureerd. Tekst Linda Zenger Fotografie Crepain Binst Architecture

Eén grote koudebrug was het gebouw dat Léon Stynen in 1958 ontwierp voor de Telex diensten van de Regie van Telefonie en Telegrafie. Wat destijds een technisch hoogstandje was, is vijftig jaar later niet meer te gebruiken als kantoor. Om het centraal in Brussel staande gebouw duurzaam, energiezuinig en bouwfysisch comfortabel te krijgen was een grondige renovatie nodig. Beide gebouwvolumes, de verbindende passerelle en twee ondergrondse bouwlagen zijn gerenoveerd. Een dergelijke grote renovatie wordt

AWM 46 T Telex.indd 101

16-12-2011 12:01:34


102 — AWM 46

Geveldoorsnede 1 2 3 4 5 6

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

aluminium buitengevel beton (opvulling bestaande opening) isolatie gipskartonplaat binnenzonwering isolatie (bestaande balk) binnengevel vast tapijt verstelbare vijzels isolatie bestaande uitvulling bestaande draagvloer

7

8 9 10 11 12

Het interieur is volledig gerenoveerd doorgaans aangegrepen om ook het aanzien van het gebouw grondig te vernieuwen. Een hip uiterlijk vergroot immers de verhuurbaarheid en daarmee de waarde. In dit geval koos het Antwerpse bureau Crepain Binst Architecture er echter voor de gevel juist in oude glorie te herstellen, ook al heeft het gebouw geen monumentale status. Gereinigd en waar nodig gerestaureerd toont het Telexgebouw respect voor de oorspronkelijk architectuur. De verrassing bij het betreden van het kantoorpand is daardoor des te groter. Installaties Om de nieuwe kantoormedewerkers wel voldoende gebruikscomfort te geven, zijn alle technische installaties in het gebouw vernieuwd. Door de keuzes ten aanzien van de installaties tactisch te maken, resulteerde deze ingreep ook in een energiezuinig gebouw. Voor verwarming en koeling zijn in de kantoren klimaatplafonds toegepast. In de plafonds is ook de verlichting en toevoer van ventilatielucht opgenomen. Voor extra energiebesparing

AWM 46 T Telex.indd 102

16-12-2011 12:01:47


T

Techniek Telexgebouw Crepain Binst Architecture

103 — AWM 46

Het keurig gerestaureerde exterieur onthult niets van de grondige renovatie

wordt gebruik gemaakt van warmteterugwinning op de balansventilatie. Verder is de verlichting uitgerust met een daglichtsturing. De lift is uitgerust met een energiezuinige motor en op een van beide daken zijn PV-cellen geïntegreerd. Behalve het vernieuwen van de installaties behelsde de renovatie ook het verbeteren van de bouwfysische kwaliteit van de gebouwschil. Ter verbetering van het algemene isolatiepeil zijn overal mechanisch geventileerde klimaatramen toegepast. Hiervoor is aan de binnenzijde van het gebouw een extra glazen gevel toegevoegd. De ruimte tussen de oude en nieuwe gevel wordt gebruikt als bufferzone. Het is als het waren een groot ventilatiekanaal, waar continu een lichte onderdruk heerst. Lucht die via het plafond de kantoren in geblazen wordt, komt via roosters in de vloer in deze ruimte terecht en wordt daar afgezogen. Ook is in deze isolerende spouw de zonwering ondergebracht. Aanvullend is op elke verdieping de isolatie van de gevel minimaal een

AWM 46 T Telex.indd 103

meter doorgetrokken over de boven- en onderzijde van de vloeren. De bestaande koudebruggen zijn hiermee op zich niet onderbroken, maar dusdanig lang gemaakt dat er nog slechts een beperkte warmtetransmissie plaatsvindt. Flexibiliteit De ingrepen in het interieur en de installaties gaan probleemloos samen met het behoud van het uiterlijk door het box-inthe-boxprincipe. Behalve de extra gevellaag, die samen met de bestaande gevel het klimaatraam creëert, en het verlaagde plafond, is de vloer verhoogd. De interne doos is hiermee compleet. Dit principe heeft niet alleen bouwfysische voordelen. Ook ruimtelijk is er winst. De verdiepingen kunnen naar believen worden ingedeeld, los van de bestaande gevelopbouw. De kracht van het gehanteerde renovatieconcept is overigens voor een groot deel te danken aan het basisconcept dat Stynen vijftig jaar eerder ontwierp. De hoge ramen brachten het licht destijds al ver in de ruimte en maken het ook nu

mogelijk de ruimte marktconform in te delen en in te richten. Wat een keurige restauratie lijkt te zijn, blijkt een indrukwekkende renovatie.—

Opdrachtgever BEFIMMO NV, Brussel Architect Crepain Binst Architecture BV, Antwerpen Team Philippe Vincke, Melissa Janssens Constructeur Establis, Antwerpen Adviseur techniek VK engineering, Merelbeke Adviseur akoestiek Studiebureau Venac BVBA, Brussel Aannemer Interbuild, Wilrijk Programma 17.140 m2 kantoren Parkeren 53 plaatsen Oplevering Maart 2011

03-01-2012 14:37:49


Lorem ipsum

104 — AWM 46

Zwemstadion

Constructieve familie Universiade Sports Center, Shenzhen, China, gmp

AWM 46 T Universiade.indd 104

Na de Olympische Spelen is de Universiade ’s werelds grootste internationale sportwedstrijd met verschillende disciplines.Voor het evenement ontwierp het Duitse bureau gmp meerdere gebouwen; onder meer een ovaal stadion,

een ronde arena en een rechthoekige zwemstadion. Alle drie hebben hetzelfde constructieve principe: een gevouwen vlak. Tekst Linda Zenger Fotografie Christian Gahl

16-12-2011 12:04:47


T

Techniek Universiade gmp

105 — AWM 46

Ovaal, rond en rechthoekig; de drie gebouwen horen tot één constructieve familie

De primaire constructie geeft vorm aan de vlakken In 2005 werd bekend dat de Chinese stad Shenzhen de 26e Universiade mocht organiseren. Twee jaar later werd begonnen aan de bouw van de stadions. Voor een aantal ervan tekende gmp (Architekten von Gerkan, Marg und Partner) het ontwerp. Weer twee jaar later, in 2011, leverde het bureau onder andere een stadion, een arena en een zwemstadion op. De drie gebouwen verschillen sterk in vorm en functie, maar duidelijk is dat ze tot dezelfde architectonische en constructieve familie behoren. Het stadion is 290 meter lang en 271 meter breed en heeft een ovale plattegrond. De tribunes bieden plaats aan 60.000 toeschouwers. De overkapping van de tribunes is opgebouwd uit twintig segmenten, waarvan de uitkraging uiteenloopt van 45 tot 69 meter. De segmenten ontlenen hun stijfheid aan het constructieve principe van een ‘gevouwen vlak’. Elk segment is scharnierend op een betonnen poot gezet; de stabiliteit ontlenen ze aan elkaar. Een primaire constructie van holle buizen en kokers geeft elk vlak zijn vorm en definieert de randen en vouwlijnen. Hierdoor ontstaat een diamantachtige patroon met driehoekige vlakken. De buizen en kokers geven niet alleen vorm en stijfheid aan het vlak, ze brengen ook de trek- en drukkrachten over die de uitkraging met zich mee brengt. Een secundaire constructie verdeelt elke driehoekige vlak in zestien kleinere driehoeken. Deze constructie dient ter ondersteuning van de bekleding van policarbonaat.

AWM 46 T Universiade.indd 105

De arena en het zwemstadion zijn gebaseerd op hetzelfde principe. Terwijl bij het hoofdstadion het vouwen van het vlak enorme uitkragingen mogelijk maakt, kunnen bij de arena en het zwemstadion ruimten van respectievelijk 95 en 155 meter in een keer worden overspannen met vergelijkbare stijve segmenten. De zestien segmenten van de arena zijn zodanig aan elkaar geschakeld dat een ronde volledig overkapte ruimte ontstaat.

Voor het zwemstadion zijn twee keer zeven segmenten tegenover elkaar geplaatst, waardoor een rechthoekige gebouw is verkregen. Door een constructief principe als uitgangspunt voor de vormgeving te kiezen heeft gmp samen met ingenieursbureau schlaich bergermann und partner eenheid gekregen in de verschillende sportfaciliteiten en de uiteenlopende eisen die daaraan worden gesteld.—

16-12-2011 12:04:59


106 — AWM 46

De hekgevel heeft afhankelijk van de hoek van waarneming een open of gesloten voorkomen

AWM 46 T Loo.indd 106

16-12-2011 12:06:34


T

Techniek Entreegebouw Paleis Het Loo Architectenbureau Koen van Velsen

107 — AWM 46

Royale entree Entreegebouw Paleis Het Loo, Architectenbureau Koen vanVelsen Koen van Velsen ontwierp een entreegebouw op de assenconstellatie van Paleis Het Loo Nationaal Museum. Het gebouw is te karakteriseren als een transitieruimte gehuld in een elegant gewaad. De gevel bestaat uit twee rijen golvende aluminium stroken, groenbruin met een vleugje mica. Tekst Robert-Jan de Kort Fotografie René de Wit

AWM 46 T Loo.indd 107

16-12-2011 12:07:36


108 — AWM 46

Doorsnede

1 2 3 4 5 6

1 2 3 4 5 6 7 8 9

dakrand gezet rvs gevelhekwerk spouwmuur vlak pleisterwerk wandafwerking, gepolijst rvs presentatiescherm/verduistering HR++ beglazing balustrade, gepolijst rvs wandafwerking, natuursteen

1 2 3 4 5 6

buitenplein filmzaal ontvangsthal entreelobby pantry kassagebied

7

8 9

Plattegrond

1

2

3

5

AWM 46 T Loo.indd 108

4

6

16-12-2011 12:07:45


T

Techniek Entreegebouw Paleis Het Loo Architectenbureau Koen van Velsen

109 — AWM 46

Vanaf de as lost de hekgevel haast op waardoor de achterliggende ruimtes volledig zichtbaar zijn

In 2006 won Koen van Velsen de prijsvraag voor een nieuw entreegebouw voor Paleis Het Loo Nationaal Museum in Apeldoorn. Zijn ontwerp betreft een vierkant paviljoen dat de ruimtelijke schakel vormt tussen het functionele karakter van de parkeerplaats en de statige, weelderige wereld van het paleisdomein. Het gebouw staat op het uiteinde van een ruim 500 meter lange as die loopt van het voormalige stallencomplex naar het paleis. De functionele uitgangspunten van de opgave wist Van Velsen om te buigen naar ruimtelijke uitgangspunten. Van Velsen: “Het was geen opgave voor een gebouw, maar een optelling van arboregels waaraan het bestaande entreegebouw niet meer voldeed. Er ontbrak tevens een toiletvoorziening, een filmzaaltje en een textieldepot. In nauwe samenwerking met de Rijksgebouwendienst en Paleis

AWM 46 T Loo.indd 109

Het Loo hebben wij iets gemaakt waar al die functies in zitten, maar waar het niet gaat over die functionaliteiten. Het gaat nu over: kennismaken met het museum en je weg vervolgen. Het is een moment waarop je ervaart: dit is een museum.” Van de plek Door een voorplein, tevens een voornaam onderdeel van Paleis Het Loo en het nabijgelegen stallencomplex, in het bouwvolume te integreren, kreeg het entreegebouw een gepast formaat. Het entreepaviljoen meet hierdoor 30 bij 30 meter. De gevel heeft een bruingroene kleur gekregen. De keuze voor deze kleur raakt de kern van de ontwerpbenadering van Van Velsen: “Ik probeer een gebouw altijd van een plek te maken. Het entreegebouw staat aan een open plek in het bos.” Kleur is voor Van Velsen belangrijk: “Ik zet

kleuren in om de relatie met de omgeving sterker te maken. Het entreegebouw doet mee in de kleuren van het bos. Ik vind dat het er heel vanzelfsprekend uitziet, maar ik vond het erg moeilijk om het zo vanzelfsprekend te krijgen. Ik bedenk dat groenbruine tinten daarvoor in aanmerking komen. Door moffellakken met mica erin te gebruiken, heeft het oppervlakt glans en reflectie gekregen.” Hekwerk Het bouwvolume is gehuld in een aluminium hekwerk. Deze bestaat uit vijf centimeter brede, golvende spijlen van aluminium. Door deze in twee rijen achter elkaar te zetten, ontstaat een reliëf in het tien centimeter diepe hekwerk. De gevel is een directe verwijzing naar het hekwerk van Paleis Het Loo aan het andere uiteinde van de as. De werking

16-12-2011 12:07:56


110 — AWM 46

Detail bevestiging hekwerk (Denekamper Metaal Industrie)

1

2 3 4 5

6 7 8 9 10 11 12

van de spijlen is tweeledig. Afhankelijk van de hoek van waarneming heeft het hekwerk een gesloten of open voorkomen. Recht van voren kan de bezoeker dwars door het hek heenkijken. Dit manifesteert zich vooral vanaf de as loodrecht op het gebouw. Bij schuine benaderingen is het vlak gesloten. Een tweede idee achter de ruimtelijke werking van de gevel komt voort uit een andere observatie van Van Velsen: “Je hebt op de locatie veel plekken waar je tussen de bomen licht en schaduw krijgt. Dat had ik gefotografeerd. Ik heb een hek gemaakt dat daarin meedoet. Het ontwerp was eerst heel wild. We zijn ook met platen bezig geweest die je achter elkaar zet en met lasertechnieken. We zijn gaan testen door proefmodellen te maken en vereenvoudigingen aan te brengen en hebben het uiteindelijk bij staalbedrijf Denekamper Metaal Industrie (DMI) ondergebracht. Samen hebben we een

AWM 46 T Loo.indd 110

1 2 3

profiel UNP 200 zeskant moer RVS A2 M10 gat 14mm t.b.v. montage beugel op draadas 4 zeskant moer RVS A2 M10 5 beugel op draadas nummer 121.310 draadas M10 lengte 75mm 6 R.O.B. profiel serie 120.000 7 afstandhouder 8 zeskantmoer RVS A2 M12 9 draadas M12 te bevestigen aan hekwerk 10 slotbout RVS A2 M8 lengte 25mm 11 vlakke sluitring RVS A2 M8 12 zeskant dopmoer RVS A2 M8

Opdrachtgever Rijksgebouwendienst Directie Projecten, Arnhem Opdrachtgever interieur Paleis Het Loo Nationaal Museum, Apeldoorn Architect Architectenbureau Koen van Velsen, Hilversum Constructeur DHV Bouw en Industrie, Rotterdam Adviseur installaties Grontmij Technical Management, Arnhem Aannemer Welling Bouw Didam, Didam Bouwsom (excl installaties) € 1.385.259,– excl. BTW

verbindingsstuk ontwikkeld waarmee de spijlen aan elkaar zitten. De gevel levert uiteindelijk bladachtige schaduwpatronen op.” De gelijkmatige golvende beweging creëert tevens horizontale lichtbanen, doordat het daglicht enkel op de bovenste delen van de golven valt. Tot verrassing van Van Velsen overigens: “Daar leer ik van. De volgende keer kan ik het misschien weer beter.”

steen, glas en spiegelgepolijst RVS heeft geplaatst. Het natuursteen is Chinees graniet. De vloer en delen van de wanden zijn hiermee bekleed. Binnen zijn de platen 20 millimeter dik en verlijmd op de ondergrond. Buiten ligt het graniet, dikte 50 millimeter, los op gestabiliseerd zand. In de ondergrond is een geometrisch patroon gefreesd dat de rechtlijnigheid van de as doorbreekt. Van Velsen gebruikt glanzende vlakken van glas of roestvast staal, die het mogelijk maken zachtere grenzen bij de raakvlakken te creëren. Van Velsen stuurt de ervaring van de bezoeker: ”Ik probeer steeds om van plek naar plek te bedenken hoe je het moet ervaren.” De ruimte binnen de eenduidige contouren van het paviljoen breekt zo uiteen in talloze momenten, subtiliteiten en verrassingen; een architectonische microkosmos als prelude op de royale constellatie van paleisdomein Het Loo.—

Alzijdige ruimte Waar het gebouw zich met zijn exterieur gecamoufleerd nestelt in zijn omgeving, daar geeft het met zijn interieur een expressief karakter bloot. Van Velsen spreekt over het maken van een ‘alzijdige ruimte’. Het interieur is een totaalcompositie. Van Velsen ziet vloer, wand en plafond als eenheid: een ondergrond die, als ware de ruimte een schilderij, het canvas vormt waarop Van Velsen vlakken natuur-

16-12-2011 12:07:56


T

Techniek Entreegebouw Paleis Het Loo Architectenbureau Koen van Velsen

111 — AWM 46

Vanuit het interieur is het hekwerk steeds subtiel zichtbaar

Het interieur is een totaalcompositie van vlakken natuursteen, glas en stucwerk

AWM 46 T Loo.indd 111

16-12-2011 12:08:05


volg architectenweb op

• energiebesparend • gebruiksvriendelijk • onderhoudsvriendelijk • optimale luchtkwaliteit • verbetering energielabel • EPC winst 0,21 Het gebruiksvriendelijke CO2 gestuurde ventilatiesysteem OxyGreen CO2 Light zorgt voor een gezond, energiezuinig en comfortabel geventileerde woning. Afhankelijk van de luchtkwaliteit binnen de woning wordt er verse lucht de woning ingevoerd via zelfregelende toevoerroosters. Deze zijn Easy-Clean met een uitneembaar binnenwerk voor grondige reiniging. Voor een zekere afvoer van vocht is het systeem optioneel uit te voeren met een vochtsensor.

facebook.com/architectenweb

OxyGreen CO2 Light is eenvoudig en ideaal toepasbaar in de bestaande bouw.

twitter.com/architectenweb

www.oxygreen.nl Aralco NVS Textielstraat 18a – 8790 Waregem (België) T +32 56 52 80 60 - F +32 56 52 80 65 www.aralco.nl – info@aralco.nl

Oxygreen Light_90x122.indd 1

architectenweb.nl/linkedin

14/12/11 09:25

P R O F I E L S Y S T E M E N I N S TA A L E N RV S

Inbraakwerend Kogelwerend Isolerend Brand- en rookwerend Geluidwerend

Slank, Sterk, Staal AWM 46 AD Aralco.indd 1

WK 1-3 FB4-NS Uf vanaf 1.0 W/m2K 30 tot en met 90 minuten EW/EI tot 48 dB

Agentor B.V. T. 0165 - 51 11 55 F. 0165 - 51 40 11 I. www.agentor.nl

16-12-2011 12:15:49


113 — AWM 46

Colofon AWM Architectenweb Magazine #46 AWM verschijnt acht maal per jaar ISSN 1877-8690 Redactieadres Architectenweb B.V. Postbus 92103 1090 AC Amsterdam tel 020 - 71 30 600 fax 020 - 71 30 601 info@architectenweb.nl www.architectenweb.nl Uitgever Jeroen van Oostveen jvo@architectenweb.nl Hoofdredacteur Michiel van Raaij mvr@architectenweb.nl Redactie Robert Muis rm@architectenweb.nl Marit Smits ms@architectenweb.nl Ronnie Weessies rw@architectenweb.nl Linda Zenger lz@architectenweb.nl Eindredactie Paul Poley Medewerkers aan dit nummer Roel Griffioen, Tineke Groot, Atto Harsta, Gerrit de Heer, Bas van der Horst, Hermen Jansen, Robert-Jan de Kort, Roy Ramdjanamsingh, Sjoerd Reitsma, Karin Roelofse, Aldo Trim, Harald van der Sluys Veer Basisontwerp Solar Initiative, Amsterdam Vormgeving David Llamas

Abonnementen Losse nummers € 15,– Jaarabonnement (8 nummers) € 105,– Nabestellingen € 17,- per nummer (incl. BTW en verzendkosten) Alle prijzen zijn onder voorbehoud van prijswijzingen. Het abonnementsgeld dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. Voor de betaling ontvangt u een factuur. Abonnementen kunnen per nummer ingaan en worden zonder tegenbericht automatisch verlengd. Opzeggen dient schriftelijk te gebeuren bij Architectenweb B.V., minimaal vier weken voor de verschijningsdatum van het laatste nummer van uw abonnement. Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven. Wet op de persoonsregistratie Wij maken u erop attent dat wij enkele door u als abonnee verstrekte gegevens, zoals naam, adres en telefoonnummer, hebben opgenomen in ons gegevensbestand.

Michiel van Raaij Hoofdredacteur

Linda Zenger Vakredacteur

Robert Muis Vakredacteur

Ronnie Weessies Vakredacteur

Marit Smits Bureauredacteur

David Llamas Vormgever

Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook. © 2012 — Architectenweb B.V. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of op enigerlei wijze worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Architectenweb B.V. Het binnenwerk van AWM is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier. Coverfoto Christian Richters

Drukkerij Ipskamp Drukkers, Enschede Advertenties Bart Sakkers tel 020 71 30 600 sales@architectenweb.nl

Colofon.indd 117

Jeroen van Oostveen Uitgever

03-01-2012 14:39:49


In volgend nummer

47 INTERVIEW

Melanie Schultz van Haegen PRODUCT & MATERIAAL

Wandafwerking Een overzicht van de nieuwste producten

B/S/H Office William McDonough + Partners

DUURZAAMHEID

Milieutechnische vergelijking draagconstructies ARCHITECTUUR

Westerhonk OIII architecten

Advertentie-index Agentor 112 Alcoa 116 Aralco 112 Delta Light 3 Dynamobel 49 Geberit 51 Gerflor 88

AMW 45 Volgend nummer.indd 1

Gira 88 Kone 10 Materia Inspiration Centre 62 Material Xperience 12 Reynaers 6 Rockpanel 11 Strikolith 2 Tata Steel 115

Hotel The Exchange

Total Identity 89 Trespa 13 VNU Exhibitions 50 Wienerberger 48

Ook adverteren? Neem contact op met Bart Sakkers via 020 71 30 600 of mail naar sales@architectenweb.nl

23-12-2011 13:25:04


TOT 40 JAAR GARANTIE

Tata Steel verstrekt de langste en meest uitgebreide garantie op Colorcoat®

Deze materialen voldoen aan de hoogste eisen van corrosieweerstand (klasse RC5) en UV- resistentie (klasse RU4).

De ‘total cost of ownership’ van een gebouw worden door toepassing van Colorcoat geminimaliseerd. Het is daarom niet voor niets internationaal het meest gespecificeerde gecoate staal voor gevels en daken. Colorcoat is leverbaar in vele standaard kleuren, metallics en op aanvraag ook in projectspecifieke kleuren.

De corrosiebestendigheid en het kleur- en glansbehoud worden met de Tata Steel Confidex® Garantie gegarandeerd, inclusief de snijkanten. Geen verplichte inspecties of onderhoud zijn vereist.

Voor meer informatie: T: +31 (0) 251 492 206 (NL) T: +32 (0) 70 233 009 (B) colorcoat.connectioneu@tatasteel.com www.colorcoat-online.com

Tata Steel levert met Colorcoat HPS200 Ultra® en Colorcoat Prisma® het meest duurzame gecoate staal voor gevels en daken dat momenteel verkrijgbaar is.


Met Alcoa Architectuursystemen maakt u geschiedenis door aan de toekomst te bouwen Aluminium ramen, deuren, serres en gevels

Harderwijk

tel. 0341-464 611

www.alcoa-architectuursystemen.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.