Leven Issuu 3 juni

Page 1

Nederland heeft bijna 1 miljoen zelfstandig ondernemers. Het overgrote deel is eenpitter of freelancer, oftewel: zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Die groep groeit snel.

Als zelfstandige kan ik mezelf professioneel beter ontwikkelen Ik heb een idee dat ik alleen als zelfstandige kan uitwerken. Ik kan me meer richten op werkzaamheden waar ik goed in ben. Als zelfstandige heb ik meer controle over mijn curriculum. Als zelfstandige krijg ik uit verschillende hoeken feedback waardoor ik sneller kan leren. Ik ben zelf verantwoordelijk voor (bij)scholing en kan dat beter afstemmen op mijn wensen en potentie.

Zelfstandigheid is voor mij een logische stap Ik wil ook andere dingen doen in het leven en dat gaat beter als ik voor mezelf werk. Ik ga met pensioen, maar wil volwaardig mee blijven draaien in de maatschappij. Er zijn geen promotiekansen meer voor me binnen het bedrijf waar ik werk.

Ik kan in loondienst beter carrière maken

Mijn mogelijkheden

eigen baas worden:

Een bestaan als ondernemer is voor mij pure noodzaak Mijn beroep wordt vooral zelfstandig uitgeoefend, bijvoorbeeld cameraman. Ik wil werken, maar het lukt me niet om een baan te vinden. Ik wil het niet, maar mijn werkgever dwingt me om als freelancer te gaan werken (zorg, bouw, post).

Ik wil meer verdienen

Ik weet zeker dat ik voldoende werk en inkomsten zal hebben. Ik heb weinig investeringen nodig om voor mezelf te kunnen beginnen. Ik heb wat achter de hand (gouden handdruk, terugkeergarantie) en durf daarom de risico’s aan.

Ik mis de gedrevenheid, overtuigingskracht en het zelfvertrouwen om eigen baas te worden. Ik moet te veel dingen gaan doen waar ik geen verstand van heb. Ik heb de discipline niet om geld te reserveren voor de belasting en verzekeringen.

Ik denk dat belastingdienst en UWV mijn werkzaamheden als verkapt dienstverband zullen zien.

Ik ga er financieel op achteruit

Mijn geld

Mijn geld

Het ontbreekt me aan de capaciteiten

De overheid accepteert mijn ondernemersschap niet

wat zijn de argumenten voor en tegen?

Als zelfstandige kan ik per uur meer verdienen. De winst die ik genereer is voor mij en niet voor mijn baas. Voor mij geldt dat ik als zelfstandige minder belasting betaal. Ik kan makkelijker zwart werken als ik eigen baas ben.

Ik heb nu het geld en de gelegenheid om voor mezelf te beginnen

Mijn mogelijkheden

In een professionele organisatie kan ik mijzelf het beste ontwikkelen, zowel professioneel als sociaal. Als werknemer kan ik me specialiseren omdat ik geen tijd kwijt ben aan bijzaken zoals de administratie. Het bedrijf waar ik werk, besteedt veel geld en tijd aan loopbaanbegeleiding en opleidingen. Bij een bedrijf weet ik waar ik aan toe ben, en wat ik moet doen om de top te bereiken.

Ik verwacht niet dat ik als zelfstandige voldoende opdrachten kan binnenhalen. Als ik zelf voor mijn pensioen en verzekeringen moet zorgen, ben ik als zelfstandige duurder uit.

Ik vind de financiële risico’s te groot Als het mis gaat, heb ik geen recht op een werkloosheidsuitkering. Ik krijg te maken met financiële risico’s als beroepsaansprakelijkheid en wanbetaling. Het is voor mij als zelfstandige moeilijker om een hypotheek of een lening te krijgen. Mijn vaste lasten zijn zo hoog dat ik me niet kan permitteren mijn vaste baan op te geven.

Ik wil zelf bepalen hoe ik mijn bruto inkomen besteed Ik vind het niet nodig om pensioen op te bouwen of me te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Ik besluit graag zelf over mijn verzekeringen, en een minimum vangnet hoeft niet duur te zijn.

Ik vind het fijn om werknemer te zijn Mijn collega’s vormen een belangrijk deel van mijn sociale leven, ik zou ze niet willen missen. Als werknemer weet ik precies wat er van me wordt verwacht. Ik vind het fijn dat zaken als pensioen en scholing goed geregeld zijn. Mijn werk biedt me structuur, dat vind ik prettig.

Ik vind het vervelend om werknemer te zijn Het hebben van collega’s vind ik vooral lastig, niet inspirerend. Ik kan niet werken voor een baas, dat leidt steeds weer tot problemen.

Mijn gevoel

Het lijkt me heerlijk om voor mezelf te werken

voor

tegen

Mijn gevoel

Ik zie op tegen de rompslomp die bij een eigen bedrijf hoort, zoals het voeren van een administratie. Ik zou wanhopig worden van de continue onzekerheid van het zelfstandig ondernemerschap.

Als zelfstandige kan ik mijn passie realiseren, bijvoorbeeld als kunstenaar. Ik verlang naar de vrijheid van het zelfstandig ondernemerschap.

Eigen baas worden zou voor mij statusverlies betekenen Mijn omgeving zal concluderen dat ik niet goed functioneerde in loondienst. Mijn familie en vrienden zullen het niet waarderen als ik mezelf op deze manier profileer. Als eenpitter ben je niet betrokken bij de grote deals en hoor je er niet echt bij.

Als zelfstandige kan ik werk en zorg beter combineren Ik kan zelf mijn tijd indelen en werken op tijdstippen dat het mij uitkomt. Ik verdien in minder tijd evenveel, waardoor ik meer tijd heb voor mijn gezin. Als ik thuis werk, hoef ik niet te reizen, dat scheelt veel tijd.

Het lijkt me onprettig om voor mezelf te beginnen

Mijn gezin Mijn gezin

Het is goed voor mijn gezin Als zelfstandige ben ik gelukkiger in mijn werk en daardoor een leukere partner of ouder. Mijn partner en kinderen helpen in mijn zaak, dat schept een bijzondere band.

Als zelfstandige kan ik werk en zorg minder goed combineren Mijn eigen bedrijf zal me voortdurend opeisen, waardoor ik geen tijd meer overhoud voor mijn gezin. Met het stressvolle bestaan van de zelfstandige ben ik een slecht voorbeeld voor mijn kinderen.

Mijn partner wil niet dat ik voor mezelf begin Mijn partner vindt de onzekerheid van het zelfstandig ondernemerschap te groot. Mijn partner zal zich overal mee bemoeien, dat zal problemen geven.

Ik heb principiële bezwaren tegen het werknemerschap Ik wil niet deelnemen aan de CAO’s en de gedwongen solidariteit van het werknemerschap. Ik verfoei het kapitalistische systeem en wil me niet laten gebruiken om winst te maken voor anderen. Ik wil werken op basis van een gelijkwaardige relatie, niet op basis van een gezagsverhouding.

Ik wil meer zelfbeschikking en vrijheid Ik wil zelf bepalen hoe ik werk, met wie, wanneer en voor welke prijs. Ik wil zelf verantwoordelijk zijn voor mijn successen en fouten. Als zelfstandige kan ik mijn eigen ondernemersvisie en (werkgerelateerde) normen en waarden bepalen.

Mijn overtuiging

Ik heb principiële bezwaren tegen het zelfstandig ondernemerschap

Mijn overtuiging

Eenpitters en freelancers ondermijnen de solidariteit en het systeem van sociale zekerheid. Voor de zelfstandige dreigt de geldverslaving.

Het zelfstandig ondernemerschap gaat ten koste van mijn vrijheid Als zelfstandig ondernemer word je afhankelijk van opdrachtgevers, de bank en je gezondheid. In mijn sector zijn zelfstandigen afhankelijk van - vaak dure - tussenpersonen om werk te krijgen.

De argumenten zijn verzameld in groepsinterviews met deskundigen, ondernemers en werknemers. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. in opdracht van:

gemaakt door: ©


Wat zijn de argumenten voor en tegen het opbreken van mijn huwelijk?

De problemen in mijn relatie zijn te groot We kunnen niet meer met elkaar praten. We maken voortdurend ruzie. De romantische liefde is weg en ik wil niet leven zonder die liefde. Onze toekomstplannen en ambities verschillen te veel van elkaar. We hebben alles geprobeerd, zelfs een therapeut, maar het werkt niet tussen ons. We hebben geen seks meer.

Mijn relatie

Ik wil van mijn partner af Er is sprake van misbruik of geweld tegen mij en/of de kinderen. Mijn partner gaat vreemd en dat accepteer ik niet. Mijn partner kleineert me en neemt me niet serieus. Met deze partner wil (of kan) ik geen kinderen krijgen.

Mijn gevoel zegt me dat scheiden beter is Ik hou van een ander waarmee ik mijn leven wil delen. Ik verlang naar meer vrijheid en ruimte voor mezelf en mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik wil meer tijd voor andere zaken, zoals familie, vrienden, werk of mijn relatie met God. Ik wil op zoek naar een nieuwe partner en een betere relatie.

Deze Argumentenkaart geeft een overzicht van de belangrijkste argumenten voor en tegen een echtscheiding. Het vraagstuk is benaderd vanuit het perspectief van de partners.

Ik wil onze problemen oplossen, eventueel met behulp van een therapeut. Het verdwijnen van de romantische liefde is geen reden om te scheiden.

Mijn partner is niet het probleem Ik vrees dat ik zelf onderdeel ben van het probleem en in een volgende relatie dezelfde fouten zal maken. Mijn problemen (angsten, depressies, verslavingen) los ik niet op door weg te gaan.

Mijn gevoel

Getrouwd blijven voelt beter dan scheiden Ik zie het niet zitten om alleen verder te moeten leven. Ik ben bang dat ik door een scheiding mijn vrienden en mijn sociale leven verlies. Scheiden voelt als een schaamtevolle mislukking. Ik ben bang voor de onvoorziene gevolgen van een scheiding.

Ik wil het mijn kinderen niet aandoen Ik wil dat mijn kinderen met beide ouders in één gezin opgroeien. Kinderen voelen zich vaak schuldig over een scheiding, of ze schamen zich. Door een scheiding verliezen mijn kinderen ook grootouders en familieleden, en vriendjes uit de buurt. Ik zadel mijn kinderen hun leven lang op met problemen bij verjaardagen en feestdagen.

Scheiden bedreigt de ontwikkeling van mijn kinderen

Mijn kinderen

Mijn kinderen zijn al te vaak getuige geweest van geweld. Mijn kinderen mogen niet langer slachtoffer zijn van geweld of misbruik. Mijn kinderen moeten voortdurend bemiddelen bij conflicten tussen mij en mijn partner, dat is niet goed.

Een scheiding is beter voor de ontwikkeling van mijn kinderen

Mijn relatie

Mijn gevoel

Ik moet mijn kinderen beschermen

Door weg te gaan kan ik weer een thuis creëren waar het rustig en gezellig is. Ik wil mijn kinderen niet laten opgroeien in een liefdeloze omgeving. De schade van een scheiding valt mee zolang er geen ruzies en geldproblemen ontstaan.

Ik wil mijn relatie niet opgeven

Ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien in armoede. Kinderen ontwikkelen zich beter in een compleet gezin, tenzij er sprake is van grote conflicten. Ik wil het goede voorbeeld geven door te laten zien dat problemen oplosbaar zijn als je je best doet. Kinderen van gescheiden ouders hebben moeite met langdurige relaties en gaan zelf vaker scheiden. Scheidingskinderen presteren gemiddeld slechter op school, belanden vaker in de criminaliteit en gebruiken meer alcohol, sigaretten en drugs, zeker als het huishouden er financieel sterk op achteruit gaat.

Mijn kinderen Scheiden is slecht voor mijn relatie met de kinderen

voor

Scheiden is beter voor mijn relatie met mijn kinderen

Ik wil altijd bij mijn kinderen kunnen zijn en volledig bij hun opvoeding betrokken zijn. Als ouder ben ik het aan mijn kinderen verschuldigd om samen te blijven. Ik wil of kan mijn kinderen niet overlaten aan mijn partner.

tegen

Als er een einde komt aan de stress en het geruzie, kan ik weer tijd besteden aan mijn kinderen.

Ik ga er bij een scheiding financieel op achteruit Scheiden levert me geld op Mannen gaan er gemiddeld na een scheiding financieel op vooruit. Na verdeling van het geld kan het zijn dat een partner die eerder geen vermogen had, flink profiteert.

Mijn geld

Mijn geld

Een echtscheiding kost geld

Scheiden is betaalbaar

We kunnen twee huishoudens niet betalen. Bij grote conflicten lopen de kosten van een advocaat flink op. Ik heb geen zin om jarenlang alimentatie te betalen en mijn pensioen te delen. De praktische kant van de scheiding (verhuizing, mediation, juridische afwikkeling) kost geld.

Een harmonieuze scheiding, waar geen kinderen bij betrokken zijn, kan voor minder dan duizend euro.

Ik ben beter af zonder huwelijk Gescheiden mensen zijn gemiddeld gelukkiger dan mensen in een slecht huwelijk. Ik kan me meer op mijn werk en carrière gaan richten. Ik moet weer gaan werken en kom daardoor financieel op eigen benen te staan.

Ik mag best scheiden Ik hoef me nergens voor te schamen. Scheiden moet kunnen in een moderne liberale samenleving. Ik vind het goed dat het huwelijk geen gevangenis meer is. Ik vind dat rouwen en lijden bij het leven horen, ik kom er wel overheen.

80 procent van de vrouwen levert financieel in door een scheiding, gemiddeld 20 tot 30 procent. De kans bestaat dat ik door een scheiding mijn werk niet meer kan blijven doen en mijn baan verlies. We hebben samen een bedrijf en zijn in gemeenschap van goederen getrouwd.

Mijn toekomst Mijn toekomst

Mijn overtuiging Mijn overtuiging

Een toekomst in mijn eentje is weinig rooskleurig Ik kan de zorg voor de kinderen niet aan in mijn eentje. Een scheiding bedreigt mijn imago, status en carrière. Alleenstaande ouderen zijn sociaal en emotioneel slechter af, met name mannen.

Ik ben principieel tegen scheiden Mijn trouwbelofte is me veel waard, ik zal er alles aan doen die na te komen. Scheiden past niet in mijn geloof: wat god verbonden heeft zal niemand scheiden. Ik vind dat scheidingen de maatschappij ontwrichten. Ik vind dat je moet vechten voor je relatie.

Deze kaart is tot stand gekomen op basis van groepsinterviews met relatietherapeuten, juristen, wetenschappers en andere (ervarings) deskundigen. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk. in opdracht van:

gemaakt door: ©


Horizontale mobiliteit in het primair onderwijs

Ik wil veranderingen in mijn privésituatie Ik wil korter reizen naar mijn werk. Ik wil op een school buiten mijn eigen wijk of woonplaats werken. Ik wil niet (langer) op dezelfde school werken waar mijn eigen kinderen les krijgen. Ik ga verhuizen naar een andere plaats en zoek daar een baan. Op een andere school kan ik het aantal uren werken dat ik wil werken.

Ik wil nu geen veranderingen in mijn privésituatie

Mijn privésituatie

Mijn privésituatie

Ik kan mij professioneel nog voldoende ontwikkelen op mijn huidige school

Ik kan mij professioneel verder ontwikkelen op een andere school Een andere school biedt mij meer uitdaging, ontwikkelings- en (door)groeimogelijkheden. Werken op een andere school (doelgroep, onderwijsmethode, cultuur) verruimt mijn competenties. Ik wil mij specialiseren in de onderwijsmethode of doelgroep van een andere school. Op een andere school krijg ik nieuwe feedback op mijn functioneren.

Mijn ontwikkeling

Wat zijn voor mij als leerkracht de argumenten voor en tegen gaan werken op een andere school?

Mijn verhouding met directie, collega’s, ouders en/of kinderen van mijn huidige school is verstoord. Op een andere school kan ik werken met de groep van mijn voorkeur. Ik wil werken in een team met een andere samenstelling dan die op mijn huidige school. Ik wil werken op een grotere of kleinere school. Ik wil op een school werken die voorop loopt in nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen. Ik wil werken op een goed georganiseerde school met betere voorzieningen.

Ik vind een rol als nieuwkomer prettig Ik ben op een andere school niet gebonden aan vaste rolverdelingen, patronen en verwachtingen. Mijn capaciteiten en ervaring worden gewaardeerd omdat nieuwe collega’s deze nog niet kennen. Ik vind het een uitdaging om met mijn ervaring en expertise een vernieuwende bijdrage te leveren.

Mijn huidige school biedt mij voldoende uitdaging, ontwikkelings- en (door)groeimogelijkheden. (Aankomende) ontwikkelingen op mijn huidige school bieden mij kansen op verdere ontplooiing. Ik denk niet dat ik op een andere school meer kan leren dan op mijn huidige school. Ik wil lessen kunnen trekken uit resultaten van mijn investeringen in mijn huidige school.

Ik vind het prettig werken op mijn huidige school

Mijn ontwikkeling

Ik wil werken onder andere omstandigheden

Ik heb andere prioriteiten dan een overstap zoals kinderen, mantelzorg, studie of een tweede baan. Mijn kinderen zitten op de school (en buitenschoolse opvang) waar ik werk. Ik kan mijn thuissituatie goed combineren met mijn huidige schooltijden en reistijd. Mijn sociale leven is verbonden met mijn huidige school.

Ik werk op een kwaliteitsschool die goede voorzieningen biedt. Ik werk goed samen met collega’s (zoals mijn duopartner) en waardeer de teamsamenstelling. Ik ben tevreden over het management en het beleid op mijn huidige school. Ik heb goed contact met ouders, kinderen en collega’s. Ik ben actief betrokken bij zowel de school als bij de wijk waarin deze staat.

Mijn ervaring biedt mij bepaalde voordelen Ik ben vertrouwd met de lesmethodes, werkwijzen en de cultuur van de school. Ik geniet nu privileges aangaande mijn takenpakket, werkdagen, lestijden en voorkeursgroepen.

Mijn carrière als leerkracht is bijna ten einde

Mijn werk

Gezien mijn leeftijd ben ik aan het einde van mijn loopbaan. Ik ben niet van plan om nog lang leerkracht te blijven.

Mijn werk Ik ga erop vooruit als ik overstap

Ik ga er niet op vooruit als ik overstap

Een andere school biedt mij gunstiger arbeidsvoorwaarden. Ik ga meer verdienen als ik overstap van regulier basisonderwijs, naar speciaal basisonderwijs. Mijn huidige school daalt in formatie dus op termijn wordt mijn baan bedreigd.

Bij een overstap naar een andere school kom ik onderaan de afvloeiingslijst. Als ik overstap naar een andere school, moet ik mogelijk als invalkracht beginnen. Als ik nu overstap, dan moet ik de kosten van mijn opleiding terugbetalen.

voor

tegen Mijn huidige school sluit goed aan bij mijn visie

Een andere school sluit beter aan bij mijn visie Ik onderschrijf de onderwijsvisie en -methode van een andere school. De (religieuze) identiteit van een andere school spreekt mij aan. Vanuit mijn visie wil ik uitsluitend de doelgroep van een andere school lesgeven. Ik vind het belangrijk dat scholen van elkaar leren: een (tijdelijke) overstap maakt dat mogelijk. Ik wil niet meegaan met (aankomende) ontwikkelingen op mijn huidige school.

Ik onderschrijf de onderwijsvisie en -methode van mijn huidige school. De (religieuze) identiteit van mijn huidige school spreekt mij aan. Vanuit mijn visie wil ik uitsluitend lesgeven aan de doelgroep van mijn huidige school.

Mijn visie Mijn visie

Ik durf een overstap niet aan Ik ben bang zekerheden op te geven, zoals een baangarantie en mijn verworven positie. Ik heb (gehoord over) slechte ervaring(en) met het overstappen naar een andere school. Als ik overstap, denken collega’s en ouders dat er met mij iets mis is. Ik ben bang dat ik niet goed genoeg ben. Ik heb nu te weinig energie om een overstap te maken.

Een overstap geeft mij een nieuwe impuls Ik vergroot mijn zelfvertrouwen door de stap naar een andere school te zetten. Ik voel me op mijn huidige school niet (voldoende) gewaardeerd. Ik vind het inspirerend om nieuwe mensen en een nieuwe omgeving te leren kennen. Collega’s die er goede ervaringen mee hebben inspireren mij om over te stappen. Ik wil een nieuwe stap maken na een traumatische ervaring op mijn huidige school.

in opdracht van:

St. KOE

Convent

Mijn gevoel

Mijn gevoel Deze Argumentenkaart is gemaakt aan de hand van de uitkomsten van drie groepsinterviews met leerkrachten en (adjunct-)directeuren van vier organisaties van basisscholen, die zijn aangesloten bij het Twents Educatief Platform. Met dank aan allen voor hun denkwerk.

Ik voel mij verplicht te blijven Ik denk dat ik onmisbaar ben omdat ik specifieke taken heb of omdat collega’s net zijn vertrokken. Ik wil mijn collega’s niet het gevoel geven dat er iets mis met hen is door te vertrekken. De directie heeft aangegeven mij niet kwijt te willen.

gemaakt door:

© 2009


ARGUMENTENKAART EUROPESE VERKIEZINGEN

Door mijn stem heb ik invloed

mijn invloed

Het Europees Parlement heeft best invloed en dat wordt nog meer met het Verdrag van Lissabon. Als de lage opkomst zo laag is als verwacht, heeft mijn stem relatief veel invloed.

Ik wil met mijn stem een signaal afgeven Met mijn stem laat ik zien dat ik een voor- of tegenstander ben van de Europese Unie. Met mijn stem laat ik zien wat ik van het Europees Parlement vind. Ik gebruik mijn stem als een protest tegen of een steunbetuiging aan het Nederlandse kabinet.

Ik weet welke kant het op moet met Europa

mijn overtuiging

Ik ondersteun de koers van een bepaalde politieke partij. Ik steun met mijn voorkeursstem een bepaalde politicus. Ik stem omdat ik sterke opvattingen heb over een bepaald thema (bijvoorbeeld milieu). Ik voorkom dat mensen met een andere politieke voorkeur de koers bepalen.

Ik vind dat ik moet stemmen Ik vind democratie belangrijk en daar hoort stemmen bij. Stemmen is niet meer wettelijk verplicht, maar het is nog wel mijn burgerplicht. Door te stemmen voorkom ik dat gevestigde partijen voordeel hebben van de lage opkomst.

wel mijn omgeving

mijn gevoel

Wat zijn voor mij de argumenten om wel of niet te gaan stemmen voor het Europees Parlement?

De Europese verkiezingen spelen een belangrijke rol in mijn omgeving Mensen uit mijn omgeving vinden stemmen belangrijk en ik wil aan hun verwachtingen voldoen. Ik ben loyaal aan een politieke partij en die rekent op mijn stem. De media-aandacht geeft mij het idee dat deze verkiezingen belangrijk zijn.

Europa houdt me bezig Ik ben eurofiel: Europese politiek vind ik boeiend en ik beslis er graag over mee. Ik ben euroscepticus en wil dat geluid in het Europees Parlement versterken. Ik voel me Europeaan en stemmen versterkt mijn binding met Europa en de Europeanen.

Mijn stem heeft toch geen invloed

mijn invloed

Mijn ene stem op een paar miljoen stemmen maakt geen verschil. Nederland heeft maar 25 van de 736 zetels en daardoor relatief weinig invloed. Het Europees Parlement mag slechts meebeslissen over beperkt aantal onderwerpen zoals milieu en vervoer. Mijn stem wordt niet serieus genomen; het ‘nee’ bij het referendum over de grondwet is genegeerd.

Ik wil een signaal afgeven door niet te gaan stemmen Ik laat zien dat ik tegen (het beleid van) de Europese Unie ben. Ik laat zien dat ik het Europees Parlement afkeur. Ik laat zien dat ik geen vertrouwen heb in de kwaliteit en integriteit van Europarlementariërs. Niet stemmen is voor mij dé manier om te protesteren tegen de politieke ontwikkelingen in de Europese Unie.

mijn overtuiging

Ik kan met mijn politieke voorkeur niet terecht bij de deelnemende partijen Geen enkele partij vertegenwoordigt mijn opvattingen. Mijn voorkeurspartij vormt met andere partijen een Europese fractie die ik niet zie zitten. Ik kan niet kiezen tussen een aantal partijen waar ik het allemaal deels mee eens ben.

Ik vind dat ik niet hoef te stemmen

niet

Ik stem al voor de Tweede Kamer en dat vind ik genoeg. Democratie is een schijnvertoning en daar doe ik niet aan mee.

mijn omgeving

Deze Argumentenkaart is gemaakt op basis van literatuuronderzoek en denksessies met deskundigen en kiesgerechtigden. Met dank aan alle deelnemers voor hun denkwerk.

in opdracht van:

mijn gevoel

De Europese verkiezingen leven niet in mijn omgeving Ik ken niemand in mijn omgeving die gaat stemmen. In mijn omgeving interesseert niemand zich voor de Europese Unie. Ik heb op 4 juni iets belangrijkers te doen.

Europa zegt me niets Ik wil niets met de Europese Unie of met Europese politiek te maken hebben. De onderwerpen en manier van werken van het Europees Parlement zijn voor mij abacadabra.

©2009


Doorwerken, met pensioen gaan of een middenweg, de keuze is aan u. Deze kaart geeft een overzicht van argumenten die bij die keuze een rol spelen.

Ik vind mijn werk prettig zoals het nu is Ik vind mijn werk leuk en zinvol, ik ben gemotiveerd voor de publieke zaak. Werk houdt me actief, geeft me een reden om op te staan en brengt ritme en structuur aan. Ik wil de sociale contacten met collega’s, met de maatschappij en met jongere generaties niet missen. Ik blijf waar ik ben, want hier profiteer ik van goede arbeidsvoorwaarden (veel vakantiedagen, goede ontslagbescherming, de ABP-pensioenregeling of - mits geboren voor 1950 - het recht op FPU).

Ik wil wel blijven werken, maar het moet anders dan nu Ik wil met deeltijdpensioen, of flexibelere werktijden, zodat ik mijn leven prettiger kan inrichten. Ik wil andere taken dan nu, bijvoorbeeld minder zware verantwoordelijkheden, of omschakelen naar werk als leermeester of coach.

Argumentenkaart Pensioenbeslissing Werknemers doorwerken

doorwerken

middenweg

Mijn werkgever

Mijn werk

Ik zie aantrekkelijke kansen voor een andere baan of het beginnen van mijn eigen bedrijf.

pensioen

Ik beleef weinig plezier aan mijn werk Ik vind het werk dat ik doe niet zinvol, ik moet dingen doen waar ik niet achter sta. Ik heb het gevoel dat ik niet goed meer meekom; de arbeidsomstandigheden en werkdruk zijn zwaar. Ik heb het gevoel dat het werk dat ik doe, niet meer gewaardeerd wordt. Ik heb geen zin meer in cursussen en allerlei vernieuwingen. Ik voel me, als overheidsfunctionaris, niet thuis in het huidige maatschappelijke of politieke klimaat.

Ik zie op tegen mijn pensioen Ik associeer pensioen met ouderdom, de laatste fase van het leven en doelloosheid. Ik ben bang dat ik me ga vervelen en weet niet hoe ik straks mijn tijd moet indelen. Ik ben bang voor de grote veranderingen die samengaan met pensioen en ouder worden. Ik ben te jong om thuis te zitten.

pensioen

pensioen

Mijn partner en ik willen meer tijd samen doorbrengen. Mijn partner of kinderen hebben mijn zorg nodig, bijvoorbeeld vanwege ziekte, handicaps of problemen. Ik wil mijn kinderen graag helpen in hun drukke bestaan, bijvoorbeeld met oppassen. Ik wil meer tijd besteden aan mijn kleinkinderen. Ik heb de relatie met mijn partner en/of kinderen verwaarloosd, en wil daar nu tijd aan kunnen besteden.

Als ik naar de maatschappij kijk, ga ik liever met pensioen Ik heb altijd hard gewerkt en premies betaald, het is tijd dat de jongere generatie mijn rol overneemt. Als ik met pensioen ga, kan ik me nuttig(er) maken, bijvoorbeeld door zorg voor anderen of als vrijwilliger. De maatschappij heeft weinig respect voor mijn functie en voor de publieke sector.

Wat mijn werkgever betreft, kan ik gaan Ik heb het gevoel (of weet zeker) dat mijn leidinggevende/manager/werkgever van me af wil. Mijn werkgever biedt geen mogelijkheden om na mijn 65ste door te werken. Ik kan nu gebruik maken van een vertrekregeling en bij de overheid of in het onderwijs weet je nooit of dat over een jaar nog zo is.

De argumenten in deze kaart zijn verzameld in groepsgesprekken met mensen die vlak voor hun pensioen stonden, of pas met pensioen waren gegaan. Ook deskundigen van ABP leverden hun bijdrage.

Ik kan de inkomensdaling van (deeltijd) pensioen opvangen

pensioen

Ik heb vermogen opgebouwd (sparen, levensloopregeling, erfenis, overwaarde huis). Het inkomen van mijn partner is goed. Mijn vaste lasten kunnen omlaag, door zuiniger te leven, omdat mijn kinderen afstuderen of omdat mijn hypotheek is afgelost. Ik vul de inkomensdaling aan met ABP KeuzePensioen; als ik volledig stop, is mijn pensioen daardoor enkele procenten lager. Ik kan mijn pensioen verhogen door het partnerpensioen over te hevelen, want ik heb geen partner, mijn partner heeft een goed pensioen of ik heb een andere overlijdensrisicoverzekering. Ik krijg een deel van het pensioen van mijn ex.

doorwerken

Mijn gezondheid

Mijn gezondheid is prima Werken is goed voor mijn geestelijke en lichamelijke gezondheid. Lichamelijk en geestelijk kan ik mijn werk goed aan.

Vanwege mijn gezondheid wil ik stoppen pensioen

doorwerken

doorwerken

pensioen

Ik heb hoge vaste lasten, of wil geld kunnen besteden aan vakanties en andere leuke dingen. Mijn partner is al met pensioen, en daardoor is ons inkomen flink gedaald. Ik heb weinig pensioen opgebouwd, bijvoorbeeld omdat ik pas na mijn 25ste ben gaan werken, in deeltijd heb gewerkt, arbeidsongeschikt of werkloos ben geweest.

Door mijn scheiding heeft mijn ex recht op een (flink) deel van mijn FPU en/of pensioen.

Mijn geld

Wat bepaalt of ik doorwerk, met pensioen ga of een middenweg kies?

pensioen

Het werk dat ik doe, verschaft mij een bepaalde positie die ik niet wil verliezen. Door mijn werk bij de overheid of in het onderwijs kan ik me maatschappelijk nuttig maken. Ik vind dat er weinig respect is voor ouderen, en wil nog niet bij de grijze golf horen.

Mijn leidinggevende stuurt aan op deeltijdpensioen, een andere functie of taken binnen deze organisatie. Mijn leidinggevende wil mij detacheren of een outplacement traject starten.

Ik ben geboren vóór 1950; doorwerken terwijl ik met FPU mag, is gunstig voor mijn ouderdomspensioen. Ik kan vóór mijn 65ste stoppen met werken, en met ABP KeuzePensioen gaan. Voor elk jaar dat ik eerder met KeuzePensioen ga, daalt mijn maandelijkse ouderdomspensioen met enkele procenten.

Mijn pensioengevoel

Mijn gezin

Mijn huidige maatschappelijke positie bevalt me goed

Mijn werkgever wil iets anders met mij

doorwerken

doorwerken

Ik wil meer tijd voor mijn gezin

Ik heb een leidinggevende die me niet kwijt wil. Mijn leidinggevende geeft me de ruimte om mijn werk naar wens aan te passen (deeltijdpensioen, flexibele tijden, andere taakinvulling, doorwerken na mijn 65ste).

Ik kan beter doorwerken, vanwege het geld

Mijn werk en mijn gezin zijn goed te combineren Zolang mijn partner nog werkt, wil ik niet alleen thuis zitten. Mijn partner moedigt me aan om buitenshuis actief te blijven. Ik zie op tegen het opnieuw verdelen van de taken thuis. Ik heb geen partner en ben bang dat ik misschien in een isolement raak. Omdat ik voor mijn relatief jonge kinderen zorg, kan ik net zo goed werken (veel reizen kan toch niet).

Zie ook de Argumentenkaart Pensioenbeslissing Werkgevers

doorwerken

Ik kijk uit naar mijn pensioen Ik wil van het leven kunnen - gaan - genieten. Ik wil vrijheid en geen verplichtingen meer. Iedereen om me heen stopt, dus ik wil nu ook graag kunnen stoppen. Ik wil meer tijd voor leuke dingen, zoals mijn hobbies, reizen, familie en vrienden. Ik wil meer tijd besteden aan mijn persoonlijke ontwikkeling, bijvoorbeeld aan studie of cursussen.

middenweg

Mijn werkgever wil dat ik blijf

Ik vind het werk lichamelijk of geestelijk te zwaar worden. Ik verwacht dat mijn gezondheid achteruit gaat. De situatie op mijn werk - ik heb het gevoel dat ze van me af willen - is slecht voor mijn gezondheid. Nu ben ik nog gezond, wie weet wat er over een paar jaar gebeurt.

Op dezelfde manier blijven werken

Bij huidige werkgever

De maatschappij

Wat zijn mijn mogelijkheden?

middenweg

Bij andere werkgever

Eigen bedrijf

Deeltijd, eventueel aangevuld met FPU of ABP KeuzePensioen Flexibele werktijden Andere taken Andere functie Ander type contract (free-lance, tijdelijk) Deeltijd, eventueel aangevuld met FPU of ABP KeuzePensioen Voltijd Deeltijd, eventueel aangevuld met FPU of ABP KeuzePensioen Voltijd

Geboren voor 1950

pensioen

Volledig met FPU of ABP Ouderdomspensioen

Geboren na 1949

in opdracht van:

De weergegeven financiële afwegingen zijn algemeen van aard. Wilt u de financiële kant van uw eigen pensioenbeslissing precies weten, ga dan naar www.abp.nl en kies voor MijnABP. U kunt uw situatie verder met uw werkgever bespreken.

Standaard ABP KeuzePensioen op mijn 65ste Flexibel moment (tussen 60 en 70) Flexibele inzet pensioengelden

gemaakt door: ©


Voorwaarden De overledene was verzekerd voor de Algemene nabestaandenwet (Anw). De nabestaande verdient niet meer dan het vastgestelde grensbedrag van 2.263 euro bruto per maand met werk en ontvangt geen uitkering hoger dan 1.056 euro in verband met arbeid (2008). De nabestaande is jonger dan 65 jaar, niet gehuwd en niet samenwonend. Als de nabestaande na 1950 geboren is, moet hij/zij een kind jonger dan 18 jaar verzorgen of meer dan 45 procent arbeidsongeschikt zijn.

Hoogte De uitkering bedraagt maximaal 70 procent van het netto wettelijk minimumloon (maximaal 1.057 euro bruto in 2008, exclusief vakantie-uitkering).

Voorwaarden De voorwaarden zijn vastgelegd in reglementen en verschillen per fonds of verzekeraar. Werknemers zijn ouder dan de minimum deelnemersleeftijd (meestal 21 jaar).

Een Anwuitkering voor weduwen en weduwnaars

Hoogte

Uitvoerder De regeling wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Vanuit pensioenuitvoerders

zorg Vanuit de overheid

Voorwaarden De ontvanger is de achterblijvende ouder of duurzame verzorger van één of meer kinderen (halfwezen) onder de 18 jaar.

Hoogte De uitkering bedraagt 20 procent van het netto wettelijk minimumloon (243 euro bruto in 2008, exclusief vakantie-uitkering).

Een pensioenuitkering voor partners en (half)wezen

Uitvoerder

Een Anwuitkering voor halfwezen

De regeling wordt uitgevoerd door pensioenuitvoerders, pensioenfondsen of verzekeraars.

Uitvoerder

Keuzes

De regeling wordt uitgevoerd door de SVB.

Alle verzekerden kunnen het nabestaandenpensioen inruilen voor een hoger ouderdomspensioen of omgekeerd. Alle verzekerden kunnen het nabestaandenpensioen inruilen voor het eerder laten uitkeren van het ouderdomspensioen. Alle verzekerden kunnen het nabestaanden- en ouderdomspensioen overdragen aan een ander pensioenfonds. Soms kunnen verzekerden de verzekering op vrijwillige basis voortzetten na de start van een eigen bedrijf. Sommige pensioenregelingen bieden ook een eenmalige uitkering bij overlijden. Sommige pensioenregelingen bieden een aanvullende Anw-hiaatverzekering aan.

Voorwaarden De wees is jonger dan 16 jaar. Óf de wees is onder de 21 jaar en volgt onderwijs en/of de wees is niet getrouwd en verzorgt een broertje of zusje jonger dan 16 jaar. Óf de wees is arbeidsongeschikt en jonger dan 18 jaar.

Waaruit bestaat de financiële voorzorg voor nabestaanden?

Hoogte De uitkering bedraagt, los van het inkomen maar afhankelijk van de leeftijd, tussen de 32 en 64 procent van de bruto nabestaandenuitkering (338 tot 676 euro bruto in 2008, exclusief vakantie-uitkering).

De uitkering is afhankelijk van de aard van het dienstverband op moment van overlijden en van de pensioenregeling: opbouwbasis, risicobasis of een mengvorm. Bij een regeling op opbouwbasis krijgt de nabestaande het opgebouwde bedrag uitgekeerd als de verzekerde nog in dienst was. Vaak is dit 70 procent van het ouder­domspensioen van de overledene. Als de verzekerde al uit dienst was, is dit (veel) lager. Bij een verzekering op risicobasis krijgt de nabestaande een lagere uitkering en niets als de verzekerde al uit dienst was.

Een Anwuitkering voor wezen

Uitvoerder De regeling wordt uitgevoerd door de SVB.

Uitkeringen van begrafenisverzekeringen worden onder voorwaarden onbelast uitgekeerd. Kosten voor een begrafenis of crematie zijn tot en met 2008 fiscaal aftrekbaar. De overlijdensuitkering uit een kapitaalverzekering, een spaarrekening en het beleggingsrecht eigen woning zijn onder voorwaarden belastingvrij. Volgens de omkeerregel wordt niet de pensioenaanspraak belast, maar de te ontvangen pensioenuitkering.

Eenmalige uitkeringen door de werkgever van maximaal drie maandsalarissen (afhankelijk van de arbeidsvoorwaarden van de overledene) zijn belastingvrij. Als de overledene recht had op een AOW- of WW-/WAO-uitkering, loopt deze nog één of twee maanden door. Nabestaanden kunnen recht hebben op het fiscaal gefaciliteerde spaarloon- of levensloop­tegoed van de overledene.

Toezicht via De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Verplichtstelling deelname aan de pensioenregeling van de werkgever. Zorgplicht van gemeenten voor re-integratie (op verzoek) van Anw’ers. Mogelijkheid om werkgever of veroorzaker van een dodelijk ongeval aansprakelijk te stellen voor de inkomensderving.

in opdracht van:

SVB_kaart02_voorkant5.indd 1

Belastingvrijstellingen

Eenmalige voorzieningen

gefaciliteerd door de overheid

Vanuit burgers

Eigen inkomen

Inkomen uit werk.

Eigen vermogen

Geld op een spaar- of levensloopregeling. Aandelen en beleggingsfondsen. Onroerend goed zoals een eigen woning. Bezittingen zoals kunst en juwelen.

Private verzekeringen

Een overlijdensrisicoverzekering en/of levensverzekering. Een private Anw-hiaatverzekering. Een lijfrenteverzekering en/of koopsompolis. Gefaciliteerd banksparen voor pensioen of hypotheek. Een kapitaalverzekering om de hypotheekschuld af te kunnen lossen.

Overige wetgeving

© 2008

06-11-2008 16:11:26


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.