3 minute read

b. Reflectie

10. Bijlagen

B. Reflectie

Ik ben van start gegaan met de fascinatie voor gebouwen die je liever wilt ontkennen. Ik voel me gemotiveerd om deze een tweede leven te geven. Met de vondst van het beladen erfgoed en de bunker van seyss-inquart stond ik voor een nieuwe uitdaging, namelijk de maatschappelijk gevoelige laag die hierbij hoort.

De visie en wijze waarop ik met beladen erfgoed om zou moeten gaan stond vanaf schouw 1 voor mij vast. De moeilijkheid voor mij was de vertaalslag na architectuur. Ik had nog geen functie voor de bunker en ook geen reden om iets aan te passen maar het gebouw staat wel leeg. Ik ben eindeloos gaan proberen wat dit gebouw ruimtelijk zou kunnen zijn zonder daarbij gericht op zoek te gaan naar een specifiek doel. Puur met de fascinatie voor dit bijzondere gebouw ben ik gaan proberen te ontdekken wat er mee kan.

Een belangrijk moment in het proces is de keuze geweest om het park en de politieke laag van de stad te betrekken in het gebouw. Hiermee ontstaat er namelijk een toegankelijkheidsprobleem. Met terugwerkende kracht kon ik mijn studies naar de mogelijke aanpassingen gerichter inzetten om te zoeken naar nieuwe toegankelijkheid.

De zoektocht hierbij is de ontwerphouding. Hoe ga je aansluiten op een gebouw die al af is? Als antwoord hierop heb ik mij gevoegd naar het bestaande gebouw. Ik heb bijvoorbeeld ook testen gedaan die meer op een tijdelijke of compleet nieuwe ontwerpmethode lijken. Dit stookte gevoelsmatig niet met mijn visie op het beladen erfgoed, namelijk een permanente aanpassing aan het bestaande gebouw.

De oplossing heb ik gevonden door niet tegen het gebouw te ontwerp maar met. Ik heb de rationaliteit en uniformiteit proberen te gebruiken om vernieuwende architectuur te maken. Ik ben pas echt gaan begrijpen wat voor mij het ontwerpuitgangspunt was, toen ik in materiaal ben gaan denken. Hoe sluit je een trap aan op de bestaande bunker? Staat de trap los van de bunker of zit de trap eraan vast? Of hoe sluit je een nieuwe gevel aan op het bestaande metselwerk? Voor mij werd hier duidelijk dat niet alleen in vormentaal maar ook in materiaal een relatie gemaakt moet worden met het gebouw. In deze relatie in materiaal met het bestaande gebouw ontdekte ik de ontwerphouding die ik zoek bij het gehele project.

Ik ben mij tijdens het proces verloren in de hoeveelheid informatie die er beschikbaar is over het gebouw en thema beladen erfgoed. Volledig zijn is niet de opgave, maar juist het overzicht bewaren. Dit was nog wel eens lastig omdat soms ieder detail een aanknopingspunt kan lijken om met het ontwerp een bepaalde richting uit te gaan. Met name tussen schouw 1 en 2 heb ik mij bezig gehouden met het verbeelden en begrijpen van de bestaande situatie en de daarbij behorende mogelijkheden. Achteraf had ik sneller kunnen uitzoomen om na te denken over de totale situatie maar dit bleek lastig.

Ik heb vervolgens lang de tijd genomen om tot een juiste ontwerphouding te komen die naar mijn idee past bij het beladen erfgoed en het gebouw. Bij een volgende project zou ik met name materiaal veel eerder betrekken in het ontwerp. Hierbij kom je namelijk sneller tot de kern omdat er aansluitingen gemaakt moeten worden. Ik ben zeker van plan deze inzichten mee te nemen bij mijn volgende project.

Als laatst heb geprobeerd in mijn 3e schouw volledig te zijn. Ik heb hier alles willen vertellen over de beladen erfgoed, Seyss-Inquart, het gebouw en de ingrepen. Dit was te veel. De afstand die ik heb moeten nemen van het project heeft mij beter geholpen hoofdzaken van randzaken te scheiden.

This article is from: