De kerken van Putte
1, Nabij het RK kerkhof Nederland Putte 900 mtr noordelijk vanaf de rijksgrens moet een RK (kerk) middeleeuwse kapel gestaan hebben gewijd aan Sint-Elisabeth (Elisabeth van Thüringen overleden 17-11-1231, Welke datum kort ligt bij de stichting van Putte 1247) In 1566 zou er in Putte een gedeeld patroonaatsrecht zijn tussen de heer van Bergen op Zoom en de prioij van de Wilhelmieten van Huijbergen. Eerder zou het kerkdorp Putte samen met Eertbrand, Hoevenen, Kapellen en Stabroek als ontginningsgebed In het land van Breda (1459 ) rechtstreeks en dus ook deze kapel onder de Heer van Bergen op Zoom vallen. Tijdens de opstand in de Nederlanden werd deze kapel verwoest 1555-1609. Merken waardig is het feit dat op oude kaarten vanaf de hoofdingang van het Sneekterrein naar de Hazelaarlaan een weg loopt genoemd de Kerkstraat.
Het eerst geschreven document dat spreekt van een kerk in Putte vinden we in 1334. Op 14 augustus van dat jaar maken de gezusters Mabilia en Margarita, Immensdochteren uit Stabroeck, een testament. In dat testament bedenken zij de kerk, de tafel van de Heilige Geest. Het document is opgesteld in het Latijn.
Vertaald lezen wij: “...Zo geven en schenken wij aan de hierna te noemen kerken, namelijk van Berendrecht, van Zandvliet, van Ossendrecht, van Putte, van Hoghenscote, van Scoten, van Hoeven, van Wilmarsdonck, van Oorderen, van Eckeren, van Staecbruuk, aan elk van deze boven genoemde kerken dertig denarien en aan de Tafel van de Heilige Geest dertig denarién en aan de pastoors van elk van de genoemde kerken twee solidi...
Zeer waarschijnlijk, Gillis van Attenhoven, die reeds gestart was met het inpolderen van het laagland naast de Schelde, kreeg in 1248 van de bisschop van Luik het tienderecht en de toestemming om één of meer parochiekerken te stichten op de nieuw veroverde (ingedijkte) gronden. Hij maakte in de regio meerdere zelfstandige parochies en heerlijkheden. Putte voor het eerst genoemd in 1247. Zo hadden de oude kerken van wilmarsdonk, Oorderen Ekeren, stabroek Attenhoven en Kapellen, qua bouwstijl ook veel gelijkenis. Of Putte een soortgelijke had zullen we nooit weten.
Detail:
De Wilhelmieten zouden sinds 1585 de parochie zorg over Putte hebben, echter van 1582 tot 1593 zou Putte geheel ontvolkt zijn geweest.
Lijst met pastoor of deservitor van Putte die tijd: 1575 Boudewijn Joosen (Jooszoon)
1609 Ordebroeders Fredricus Coebergen en Antonius Lauterbeens,
2, Ter plaatse van het Jacob Jordaens grafmonument een kerk heeft gestaan met kerkhof, uit teksten is af te leiden dat deze gelijkenis toonde en waarschijnlijk in dezelfde tijd is gebouwd (1646) als de eerste kerk van Huijbergen, onder de heer van Bergen op zoom en de Wilhelmieten. Zeer aannemelijk is dat de tuin er achter een begraafplaats met wachthuisje (voor opbaring) dat pas onder de protestanten in gebruik is genomen, en de muur erachter maar ook de reeds afgebroken muur langs de Jordaensstraat een de afscheiding hiervan was.
Het kerkje was dus van oorsprong Rooms Katholiek maar door de overname door de republiek de zeven Nederlanden omgevormd tot een hervormde kerk (80 jarige oorlog 1569-1648)
Niet zonder slag of stoot, zo werden de katholieke verdreven, onder :De gueserije ruïneert de Christen Religie en meer specifiek, “Het predicaat van Put” Door een predikant uit het Grensdorp Putte die ook in Antwerpen bekend moet zijn geweest; Arnold Finson “bedienaar des woords” van 22 jaar (benoemd 7 april 1649) peridikte wijdt en zijd. die toch plaats moest maken op 3 januari 1651 voor de gezapige Daniel De Ketelaar maar werd op 31 augustus 1652 door volk en priesters verdreven.
Echter bleef deze kerk wek bestaan na de Vrede van Munster (1648) De resterende protestanten hebben veel verwacht van het vredesverdrag van Munster. Zeker, het vrij verkeer van personen wordt weer toegestaan. De route naar Lillo en Putte (om te begraven) ligt weer open. De artikelen XVII, XVIII, XIX staan genoteerd in het kerkeboek van de gemeente alsof het hun bestaansgrond is. Deze artikelen lijken enkel van toepassing voor ingezetenen van de Noordelijke Nederlanden. Hoe dat ook zij, er vormt zich nu wel officieel een ‘Hervormde gemeente’, die ‘oogluikend’ wordt toegestaan. Ze staat onder de supervisie van de classis Holland en draagt de naam ‘de Brabantse
Olijfberg’. Ook mw. Marinus concludeert, “dat 1648 geen grote veranderingen heeft teweeggebracht voor de protestanten in de Zuidelijke Nederlanden, behalve dan het feit dat ze gemakkelijker de grens over konden naar hun geloofsgenoten.”
Vanuit Belgie noemde men Putte, Geuze put. Ondanks dat er een kerk was en dominee van kort na 1648 tot 1808 is er ook een Protestantse schoolmeester en dominee aangesteld. Een officieel verslag zegt dat putte tussen 1750 en 1767 niet meer dan 9 geregistreerde en 4 kinderen als parochianen had. De inwoners hadden immers het katholieke geloof bewaard. Bezoekers van de kerk kwamen uit heel de streek met name te voet uit Antwerpen. De protestantse kerk in Putte behoorde tot kring Ossendrecht maar ook de forten Lillo, kruisschans en Fredrik-Hendrik
De Brabantse Olijfberg (1648-1798): de bewogen geschiedenis van een clandestiene protestantse kerkgemeenschap in een rooms-katholiek land. Had vanaf 1652 dus een eigen gemeente met predikant. Deze werd door de provinciale synode van Holland geselecteerd en naar Antwerpen gezonden, een van hun leden was Jacob Jordaens
Zo zijn Jacob Jordaens (1593-1678) samen met zijn dochter en de schilders Adriaen van Stalbemt (1580-1662) en Guilliam de Pape (1600-1674) in de Olijfberg periode hier begraven.
Doordat zij de Protestantse geloof belijden konden zij niet begraven in Antwerpen begraven worden maar hun lijken werden vervoerd naar de dichtstbijzijnde protestantse kerk in de zuidelijke Nederlanden.
In de archieven zijn redelijk wat vastgelegde doop, trouw en begrafenissen vastgelegd in de Duits gereformeerde kerk van Putte tussen 1730 en 1797
Aan het einde van de achttiende eeuw 1797 vielen de Franse revolutionairen de Zuidelijke
Nederlanden binnen. De eeuwenoude wereld van het ancien régime werd in sneltempo ontmanteld, om plaats te maken voor de moderne tijd. Ook Antwerpen werd bezet en onderging de invloed van de Franse Revolutie. Om een echt einde te maken aan de protestantisme in Putte werd De kerk en pastorij in 1790/1794 door Franse republikeinen ontruimd en gebruikte deze als Paardenstal en Fourage plaats, en raakte in verval.
Bij het in bezit nemen van de Franschen is deze geplunderd De kerkmeubelen altaar, predikstoel , biechtstoel en werden openbaar geveild en gekocht door Arensima C.S. en daarna teruggekocht door
Pastoor Wijtens uit eigen middelen waarschijnlijk om deze te gebruiken in de Kapel van de Ertbrand. Alleen het schoone marmeren altaar niet, deze is verkocht aan de RK kerk van Fijnaart.
Door de komst van de Fransen in 1795 kwam er een einde aan de bevoorrechting van de hervormde godsdienst, dat werd officieel vastgelegd in de Grondwet in 1798. Gelijkstelling van godsdienst, menig kerkgebouw ging terug naar de katholieken, maar die van Putte was verwoest.!
De protestantse kerk verwoest in 1794 werd afgebroken mede door dat er toen weinig protestante meer woonden. De overblijfselen van de kerk en Kerkhof lagen er vertrapt en verwaarloosd bij tot eindelijk in 1844 het Hollandse gouvernement ui achting voor de drie schilders de plaats waar hun drie lijken lagen beter in ere te houden.
In 1829 werden de fragmenten van Jordaens' grafzerk teruggevonden. In 1845 werd de zerk van Jordaens samen met die van de schilders Adriaen van Stalbemt (1580-1662) en Guilliam de Pape (1600-1674) gerestaureerd onder leiding van Pierre Cuypers. Ze werden toen door een hekwerk omgeven.
C.E. Ebbinge Wubben, rijksontvanger in Putte, nam in 1875 het initiatief voor een nieuwe restauratie en pleitte daarbij voor de oprichting van een monument. Het jaar erop werd een commissie gevormd, met vertegenwoordiging vanuit België en Nederland. Leden naast Ebbinge Wubbeninmiddels burgemeester van de gemeente Vries in Drenthe waren onder meer de Antwerpse burgemeester Léopold de Wael, schepen E. Allewaert, de schilder Jozef Israëls en oud-Eerste Kamerlid mr. De Jonge van Ellemaat. De opdracht werd door de commissie gegund aan de Belgische beeldhouwer Jef Lambeaux. Lambeaux maakte een monument in neobarok stijl, met een buste van Jordaens en portretmedaillons van Van Stalbemt en De Pape, waarin ook hun grafzerken werden opgenomen. Het gedenkteken werd onthuld op 22 augustus 1877, ten tijde van de feesten die in Antwerpen werden gehouden ter gelegenheid van de 300e geboortedag van Rubens. Burgemeester
De Wael, voorzitter van de commissie, ontving bij de onthulling de versierselen van grootofficier in de Orde van de Eikenkroon, de avond daarvoor had De Jong van Ellemaat de Leopoldsorde ontvangen. Het monument werd in de jaren 1950 gerestaureerd.
Onderkleding van J van Langelaar, Architect te Amsterdam onder goedvinden van de rijks adviseur voor monumenten van de geschiedenis en kunst in Nederland heeft alles weer een proper aanzien gekregen.
Lijst met predikanten van Putte die tijd:
1649 Arnoldus Finson (1927 geb. Tholen) 1ste predikant Putte / Huijbergen (naar Halsteren 1651)
1651 Daniel Ketelaer (kwam van Standdaarbuiten) (ook predikant op de Kruischans)
1680 Ds Beens
1755 - 1789 Predikanten Cornelis Anemaat en Nicolaus Janssen (zowel Ossendrecht)
3, Kapel van de Ertbrand opgericht in 1648 ten behoeve van de Hollandse katholieken even ten zuiden van de grens, naast wat nu Cafe Het Hollandse Hof is. Veroorzaakt door de Vrede van Münster in 1648 betekende dat het dorp staatkundig en bestuurlijk werd verdeeld. Het Nederlands deel blijft daarmee staatkundig onder de Duits gereformeerde kerk vallen. Na veel moeite lukt het Pastoor Siardus Bogaerts gesteund door de makiezen van bergen op zoom om in 1659 de kerk te bouwen op Spaansche grond.. Hij droeg eerst in Putte in de gelagkamer van een herberg de H.Mis op. De kerk werd vergroot en verbouwd in 1760 door Jonker J.J. Moretus. De oude poort ervan staat als monument in de Moretuslei.
De toenmalige van de pastoor Ertbrand Wijtens (1781) had het druk en werd bijgestaan door N Clarrsise daarna Machiel Vermeulen en de paters van Huijbergen
De kerk in Putte werd in 1842 verheven tot parochiekerk. Om de kerk van Putte - Ertbrand werd een hevige discussie gevoerd tussen Nederland en België; uiteindelijk werd er in 1868 een overeenkomst bereikt waarbij de kerk en de pastorie aan België toegewezen werden. Na een brand in 1894 naar verluid door Brandstichting door een Hollander. werd een nieuwe kerk (1897-1900) gebouwd, toegewijd aan de Heilige Dionysius.
Detail:
In 1649 werd door de Staten Generaal bevolen dat processies werden verboden en RK kerken moesten sluiten, kortom, de R.K. godsdienst mocht niet meer openbaar. Ook op Huijbergen werd dit bevel toegepast. Een protest der paters had niet het minste gevolg, de kerk bleef gesloten. In 1649 verscheen de burgemeester van B.o.Z. met een 60 tal soldaten te Huijbergen tijdens een dienst. Het klooster werd grotendeels leeg geplunderd en de kerk gesloten. De paters verdeven, behalve in Belgisch Putte (Spaansche Putte)! De Classis van Tholen kreeg toestemming klooster en kerk in Huijbergen in bezit te nemen.
Lijst met pastoor of deservitor van Putte die tijd:
1646 Siardus Bogaerts (wilhelmiet tot pastoor) geb. 1614 Oisterwijk, overl. 1670, samen met paters van Huijbergen: F Crompstal, Bernadus Tijssens, J de Moor, Guilielmus Brouwers, Cornelus van de Bogaert, F Salgo
1731 G Verhoeven
1738 F van Strijp
1754 H Geraerts of gerardi
1766 Petrus Joannes Meert (1769 vergroot en venieuwing kerk)
1770 J van divelt
1781 Petrus F Wijtens 29-6-1751 / 6-7-1824 overleden (gebannen in Fransche revolutie)
1824 Joannes Luijkx geboren in Etten (was kapelaan H’heide tegen zijn zin naar Putte overleden 1828
1828 Lambertus Bakker geboren Breda, kapelaan in Steenbergen, 1843 eerste pastoor van Ertbrandt overleden 1859
1859 Adrianus Krijnen geboren Oosterhout Moest verplicht met de tweede pastoor van den Ertbrand in de pastorij wonen. De eigendom van de pastorij werd door de Puttenaars betwist. Krijnen verdedigde het eigendomsrecht van de katholieke Puttenaars tegen het aartsbisdom van Mechelen hij regelde een verplichte fraaije schikking om het eigendom af te kopen door de Belgen aan de Hollanders.
Tevens verkreeg hij van de Barones de weduwe Diert van kerkwerve een geheel nieuwe kerk op Hollandsebodem met sierlijk meublement zonder 1 cent van de Puttenaren.
4, Kerk Heilige Dionysius (BE Vincent Mecierplein) gebouwd tussen 1897-1900. De kerk werd op haar beurt vernield in de Tweede Wereldoorlog
Van 1947-1951 werd een nieuwe kerk gebouwd, naar ontwerp van Emiel Verschueren. Het is een bakstenen georiënteerde kerk in neoromaanse stijl met een ernaast gebouwde, vierkante toren.
5, Kerk Heilige Dionysius met pastorie (NL Antwerpsestraat) naar ontwerp van architect P.Soffers en dateert van 1865. Pastoor Krijnen verkreeg van de Barones de weduwe Diert van kerkwerve een geheel nieuwe kerk op Hollandsebodem met sierlijk meublement mede door het onenigheid over de eigenaarschap van de Kapel van de Ertbrandt.
De kerk is opgeblazen in mei 1940 door terugtrekkende Fransen waarbij alleen de toren bespaard is gebleven. Omstreeks 1950 is een nieuwe kerk gebouwd en de toren gerestaureerd. In tussentijd was er een houtenkerk voorzien op het schoolplein.
Het huidige kerkgebouw is in basilicastijl naar een ontwerp van J. Hurks
Het gebouw heeft een vierkante grondslag, telt drie geledingen en wordt bekroond door een achtkantige spits met wimbergen, omgeven door flankeerspitsjes en voorzien van leien in Maasdekking.
Deze kerk is door stijgende onderhoudskosten gesloten op 25 september 2022
-
Merkwaardig toeval:
De kerk stond een mensenleven lang. In 1867 werd de kerk voltooid, het eerste doopsel werd toegediend aan G Mathesen. Op 1 mei 1940 enkele dagen voor de verwoestende brand werd de laatste uitvaart gehouden. De heer G Mathesen is heengegaan.
Lijst met pastoor of deservitor van Putte die tijd:
1859 > (1867 overleden) Pastoor Krijnen (rijke pastoor)
1869 pastoor Frans van Eekelen (Naar Halsteren 1892, overleden 1923)
1871 Adrianus de Wit (schonk Halsteren in 1902 een nieuwe pastorie)
1911-1923 Pastoor Joannes Rijppaert (Naar Halsteren 1923, overleden 1927)
1923 kapelaan Adrianus Vermunt (naar Ossendrecht 1927-1963)
1927? pastoor Dierckx
1934-1964 Pastoor J.B.J.M Wolters
1964 Pastoor W.C.E.K.J.G Baron van Oldenzeel tot Oldenzeel
https://www.google.be/books/edition/Kerkelijke_Geschiedenis_van_het_Bisdom_v/9fw8Lai5iHMC?
hl=nl&gbpv=1&dq=Putte+kerk+huijbergen&pg=PA141&printsec=frontcover
https://issuu.com/heemkring-hoghescote/docs/bruggeske-1999-3-septemberweb/24