5 minute read

GYNAECOLOGIE

Next Article
UROLOGIE

UROLOGIE

CENTRUM GYNAECOLOGIE

ARTIKELS

ABSTRACT 1

Primaire hyperparathyreoïdie, zich presenterend als hyperemesis gravidarum.

Deconinck M, Denys B, Myngheer N, et al. Gunaïkeia, 2020, 25 (5), 18-20

Zie Endocrinologie/diabetologie pagina 19.

PRESENTATIES

ABSTRACT 2

Mid-urethral slings (MUS) at risk of extinction? A prospective single-center study.

Ferong K, Vossaert P, Verleyen P, Ghesquière S, Platteeuw L, Van Bruwaene S November 2020, International Continence Society, Online

OBJECTIVE In many countries, the mid-urethral sling (MUS) for stress urinary incontinence (SUI) is at risk of extinction as collateral damage of the mesh-war. A main criticism is the lack of real-world and long-term data. Therefore a prospective sling database was created in our center.

METHODS/MATERIALS The database was created in 09-2016. Demographics and complications were inserted into an electronic record, linked to the medical file. Patient-reported outcome measures (PROMS) were assessed through validated questionnaires (PGI-I, IIQ-7, UDI-6 and PISQ-12) at 0, 3 and 12 months (m).

RESULTS Between 09-2016 and 10-2019, 460 MUS procedures were performed. Physician-reported data were inserted in 96%, 87% and 59% and PROMS were completed in 88%, 78% and 72% at 0, 3 and 12m respectively. TVT-O was performed in the majority of the procedures (73%). It concerned a primary sling in 89%. Simultaneous surgery was performed in 31% of patients (of which 63% cystocele repair). Success rate (PGI-I 1-2) was 88% at 3m and decreased to 83% at 12m (p = 0.14). IIQ-7 showed a significant improvement at 3m and 12m. According to UDI-6, SUI-related as well as irritative and obstructive symptoms improved after 3 and 12m (p <0.01). In the 57% of patients who were sexually active, 68% were satisfied with their sexual life preoperatively, while this increased to 84% at 12m. For both pain and incontinence during sexual intercourse and fear of unwanted urine loss, there was a significant improvement at 3m and 12m. Peroperatively, there were 5 vaginal and 4 bladder perforations, none with consequences. At 3m, there were 10% urinary tract infections, 2% erosions, 3% retentions and 4% pain complaints. For these complications, 9 patients underwent re-intervention. After 1y there were 4% asymptomatic erosions and 1.2% persistent pain.

A linear regression analysis showed worse outcome (PGI-I) at 3m in patients with concomitant cystocele repair and higher post-void residual. Higher SIU complaints resulted in better outcome after 3m. At 12m, patients with a higher BMI and more preoperative urge complaints had worse outcome. The cystocele group had a significant lower PGI-I at 3m compared to the exclusively sling group. However, the latter had a significant decline of success at 12m.

CONCLUSION A prospective sling database was created as part of daily clinical practice. With little effort a large amount of data became readily available. While the PROMS data had a satisfactory response rate (72%), only 59% of physician-data were completed at 12m. The MUS showed 83% success with a 2% re-intervention rate. These numbers are used in our center-specific informed consent. A 5 year follow-up is planned.

ABSTRACT 3

Prospectieve data als verweer tegen uitroeiing midurethrale slings (MUS): pilootproject az groeninge Kortrijk.

Ferong K, Vossaert P, Ghesquière S, Platteeuw L, Van

Bruwaene S

February 2020, Elautprijs, Dendermonde - België

OBJECTIVE De transvaginale mesh (TVM) voor de behandeling van prolaps is op een paar jaar tijd volledig uit ons arsenaal verbannen. Primaire schuldige was het gebrek aan prospectieve post-market surveillance data die een tegenpool konden bieden tegen de vele - al dan niet legitieme - aanklachten omtrent complicaties. De midurethrale sling (MUS) heeft in verschillende landen zoals het Verenigd Koninkrijk, de VS en Australië parallel imagoschade geleden en riskeert een gelijkaardig lot als we ons niet wapenen. Het doel van dit pilootproject is het ontwikkelen van een

gebruiksvriendelijke, prospectieve database inclusief patiënt-gerapporteerde resultaten.

METHODS/MATERIALS In september 2016 werd een geïntegreerd data-formulier binnen het medisch dossier geactiveerd en werden patiënten op systematische tijdstippen (0m, 3m, 12m) uitgenodigd om gevalideerde vragenlijsten in te vullen. Hiervoor werden de Incontinentie Impact Questionnaire (IIQ-7), Urogenital Distress Inventory (UDI-6) en Pelvic Organ Prolapse/Urinary Incontinence Sexual Questionnaire (PISQ-12) gebruikt. Na 3 en 12 maanden werd ook de Patient Global Impression of Improvement (PGI-I) ingevuld. De resultaten inclusief complicaties werden geanalyseerd voor de gehele groep. Het project werd goedgekeurd door het ethisch comité (1479206631415).

RESULTS Tussen september 2016 en oktober 2019 werden 460 MUS procedures uitgevoerd. Er werd door de behandelende arts een data-formulier geïnitieerd in 443/460 (96%) van de patiënten, dat aangevuld werd op 3m in 356/409 (87%) en op 12m in 169/288 (59%) patiënten. De patiënten vragenlijsten werden ingevuld in 389/443 (88%), 317/409 (78%) en 206/288 (72%) op 0m, 3m en 12m respectievelijk.

Er werden 5 verschillende soorten slings gebruikt waarvan 73% TVT-O. Er waren 89% primaire en 11% secundaire slings. In 20% van de gevallen werd concomitant een colporrafie anterior +/- posterior uitgevoerd. Succes ratio (PGI-I zeer veel beter of veel beter) was 88% (244/277) op 3m en daalde niet-significant naar 83% (165/199) op 12m (p= 0.14). IIQ-7 toonde ten opzichte van pre-operatief (15.4/28) inderdaad een significant verbeterde score op 3m (8.7/28, p < 0.01), die stabiel bleef op 12m (8.8/28, p < 0.01).

Volgens de UDI-6 is er 40% verbetering van de SUI-gerelateerde vragen na 3m (p < 0.01) wat echter afneemt naar 36% na 12m (p < 0.01). Er is eveneens 20% verbetering op OAB klachten na 3m (p < 0.01) wat nog toeneemt tot 27% na 12m (p < 0.01). Obstructieve symptomen verbeteren met 8% (p < 0.01) en blijven stabiel op 9.8% op 12m (p = 0.13). 57% van de patiënten waren seksueel actief.

Urineverlies en angst voor urineverlies, evenals in mindere mate pijn tijdens seksuele betrekkingen verbeterde significant na de ingreep (p < 0.01). Preoperatief waren 68% van de vrouwen tevreden over hun seksueel leven terwijl dit na 1 jaar 84% betrof (p = 0.02). Peroperatief waren er 5 vaginale perforaties en 4 blaasperforaties, allen zonder gevolgen op lange termijn. De postoperatieve complicaties (3m) waren 34 infecties (8%), 9 erosies (2%), 12 retenties (3%) en 13 patiënten met klachten van pijn in de benen (3%). Voor deze complicaties ondergingen 9 patiënten een heringreep (5 klieven sling en 4 excisie erosie). Na 1 jaar waren er nog 2 patiënten met pijn en 7 patiënten met asymptomatische erosie.

CONCLUSION Op 3 jaar tijd werd een grote prospectieve sling-database aangelegd met 1-jaars follow-up data in 72% van de patiënten. De sling heeft een subjectieve succes ratio van 88% na drie maanden, hoewel verschillende indicatoren wijzen op beperkt verval na 1 jaar tijd. Het is opvallend dat ook OAB klachten, obstructieve klachten en seksuele klachten significant verbeteren na deze ingreep. Complicaties zijn beperkt met gedocumenteerde complicatie-gerelateerde heringreep in 9/443 patiënten (2%).

This article is from: