Naam :_____________________________________ Datum : / /
Zelfevaluatie meten: de kalender
Ik kan dit
Ik moet OK oefenen
Ik kan zeggen hoeveel uren er in 1 dag gaan.
Ik kan zeggen hoeveel dagen er in een week zijn.
Ik kan zeggen hoeveel dagen er in een jaar zijn.
Ik kan zeggen hoeveel dagen er in een schrikkeljaar zijn.
Ik kan zeggen hoeveel weken er ongeveer in een maand zijn.
Ik kan zeggen hoeveel weken er ongeveer in een jaar zijn.
Ik kan zeggen hoeveel maanden er in een jaar zijn.
Ik kan de datum op verschillende manieren schrijven.
Ik kan zeggen hoeveel dagen er in een gegeven maand zijn. Bijvoorbeeld: Ik kan met behulp van m’n knokels zeggen hoeveel dagen er in de maand december zijn.
Ik kan met behulp van een kalender de tijd tussen 2 gebeurtenissen berekenen. Bijvoorbeeld: Ik kan bereken hoeveel dagen er tussen de verjaardagen van twee vrienden zitten. Ik kan ZONDER hulp van een kalender de tijd tussen 2 gebeurtenissen berekenen. Bijvoorbeeld: Ik kan bereken hoeveel dagen er tussen de verjaardagen van twee vrienden zitten. *