10/07/2018
Heruitgave juli 2018 © Frank van de Gaag ISBN 9789071864568 Digitale versie
© 2018. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit boek bestede zorg kan noch de uitgever noch de auteur aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave. Dit is een gratis exemplaar. Wie hiervoor toch een bijdrage wil betalen mag een gift storten aan : Dewi van der Gaag:
10/07/20182222222222
NL48INGB0749694114 ten name van : Mw. D.L. van der Gaag Omschrijving: Project Amecet Soroti, Oeganda.
2
‘BARST’ “Barst” is de autobiografie van Frank van der Gaag.
De man heeft een landelijke bekendheid die waarschijnlijk niet ver boven die van een willekeurige voorbijganger in de straat uitkomt. Bovendien krijgen degenen die Van der Gaag wél kennen bij het uitspreken van zijn naam (kleine letters!) direct rode irritatievlekken in de nekstreek. Waarom in vredesnaam dan toch een autobio van zo'n man? Van der Gaag mag dan een anonieme Vlaardinger brandweerman zijn, of een grijze kantoorbaan bij de gemeente Rotterdam hebben, de mensen die zijn leven kruisten, kleurden dat sprankelender in dan je van iemand met Van der Gaags CV zou verwachten. Hij was het die de eerste Nederlandse tournee's met Larry Norman organiseerde, die Andy Pratt uit de Amerikaanse vergetelheid naar Rotterdam haalde, maar hij was het ook die zanger Paul Hewson van een steeds groter wordende lerse rockband elke keer bij de eerste Nederlandse optredens sprak en die de leden van Guns 'n' Roses over de Amsterdamse wallen begeleidde. Van der Gaag zoekt de grenzen, loyaal bijgestaan door zijn wat buitenissige vrienden. Uiteindelijk blijkt zijn leven vol uitersten een uniek verhaal op te leveren.
Het verhaal van iemand die het christelijk geloof vindt en daar uiteindelijk alleen een hele kale kern van overhoudt. Het verhaal van een zoeker, het verhaal van iemand die door de zekerheden te verliezen de innerlijke rust voor een seconde vond, het verhaal van het gebarsten c1ownsmasker.
Leo Blokhuis 10/07/20183333333333
3
10/07/20184444444444
4
There is a crack in everything That's how the light gets in... Toen de poĂŤet Lou Reed op jonge leeftijd voor het eerst een zwarte blueszanger zag spelen, was hij zo diep geraakt, dat hij besefte dat er meer moest zijn (tussen
hemel en aarde). Blijkbaar hebben wij als mens soms iets zichtbaars nodig om het onzichtbare te doorzien. Die zwarte zanger bracht Lou Reed dichter bij het bewustzijn dat er meer moest zijn. Sommige mensen brengen je echter juist aan het twijfelen over onze absolute zekerheden betreffende het onzichtbare. Dit boek en de schrijver ervan zijn daar een lichtend voorbeeld van. Toch sluit het een het ander niet uit, en hoeven zekerheden en onzekerheden niet tegenstrijdig te zijn. Zoals het motto voorin dit boek al aangeeft: 'there is a crack in everything' etc. Scheuren ontstaan als reactie op twee uitersten. Beide werken dus mee aan het
binnenvallende licht.
Aad Peters
10/07/20185555555555
5
10/07/20186666666666
6
Voorwoord Leunend op een bar kijk ik naar mijn zoveelste lege bierglas. Ik dompel me in zelfmedelijden: geen werk, geen liefde die tastbaar is, een God die geen God meer voor me is, vrienden die er niet meer zijn; weggerukt door die zinloze dood. Thuis, waar zij is, gaat het niet meer. Teveel is het zwijgen gekomen en de angst voor het verliezen. Tussen ons die anderen, zij zijn onlosmakelijk en onuitwisbaar, ondanks het onherroepelijke afscheid. Jarenlang was ik fanatiek en gemotiveerd bezig geweest in, zeg maar, evangelisch Nederland en daarin uitgegroeid tot een klein maar opvallend leidertje. Eerst bijna onmerkbaar, maar later steeds duidelijker bleef er steeds minder over van dato zo mooie begin. Velen in mijn omgeving zijn
me al voorgegaan in, wat ik toentertijd noemde, afvallig en zondig gedrag. Altijd had ik een antwoord op alles en voor alles. Zelfs het niet geven of weten bracht ik als het antwoord. Dit boek geeft geen antwoord. Heeft geen happy end. Je ziel zal niet op een prettige manier gekieteld worden. Alleen al het feit dat ik in een cafĂŠ voor heel even het leven een klein beetje begreep, zou bij navolging meer de horeca helpen dan de kerk. Die geeft antwoord en dat zoek ik niet meer. Niet omdat ik het gevonden heb, maar omdat ik weet dat het er nu nog niet is. Maar voordat ik dat begreep, moest eerst het een en ander gebeuren. Het meeste daarvan heb ik geprobeerd te beschrijven, zo eerlijk mogelijk maar zonder de geheimen prijs te geven die ik heb en waar een ander niets mee te maken heeft. Zonder geheimen is er geen leven te leven. Elke gelijkenis met bestaande personen berust niet op toeval. Dit boek is voor haar. 10/07/20187777777777
7
10/07/20188888888888
8
Hoofdstuk I De vrouw met het knotje en de twee wratten op haar wang draaide zich om voor het schoolbord. Terwijl ze dreigend naar ons keek, vertelde ze dat we haar juffrouw Vermaat moesten noemen. Als we iets te vragen hadden, moesten wij eerst ons vingertje opsteken. Orde moest er zijn, zei ze streng. Wij knikten angstig. Veertig kinderen van zes jaar op hun eerste schooldag. "Jullie zien op het bord een groot oog. Dit is het oog van God, die alles ziet. Als ik de klas uit ben, zal het oog jullie in de gaten houden." Bij toeval was ik terechtgekomen op een christelijke school. Thuis werd de naam van God wel gebruikt, maar dan alleen als pa heel erg boos was. Omdat toen al bleek dat ik mensen snel boos kon krijgen, viel die naam nog al eens. Verder werd er aan godsdienst niets gedaan. Angstig keek ik naar het dreigende oog, dat immense afmetingen begon aan te nemen. De Wrat bleef doorpraten, maar wat ze die ochtend allemaal zei, hoorde ik niet meer. Voor mij was er alleen nog maar dat oog en de angst ervoor. Toen we 's middags terugkwamen, had ze het oog van het bord gewist en begon zij met lesgeven. In de weken die volgden tekende zij elke keer als zij even het klasje uit moest dat oog. Langzaamaan werd de angst bij mij minder en op een dag, terwijl ik naar dat oog zat te staren, stak ik heel voorzichtig mijn tong uit. 10/07/20189999999999
9
Angstig wachtte ik af wat er gebeurde. Niets. Toen Vermaat terug in de klas kwam en ik verwachtte dat ze net als mijn vader over God zou beginnen, bleef zij zelfs heel rustig. Ik herhaalde die dag nog een paar maal de tong-truc en stel-
de voor mijzelf triomfantelijk vast: God bestaat niet. Gerustgesteld stortte ik mij op mijn eerste schrijfles. Met gekromde rug zette ik mij aan deze opgave. je zou, als je het goed deed in de ogen van Vermaat, een mooi stempeltje in je schrift krijgen. Ongemerkt mijn eerste stap in het profijtbeginsel. Gloeiend van trots had ik mijn tweede `a'-tje bijna af. Door de inspanning die dat vergde had ik niet gemerkt dat Vermaat mij sluipend benaderde. Haar houten 30 centimeter-liniaal knalde op mijn vingers. Niet echt hard, maar hard genoeg voor mij om door het lokaaltje, waarschijnlijk voor de eerste keer in zijn geschiedenis, God aan te roepen op de manier waarop mijn vader dat altijd deed. Voor Vermaat was het zeker een primeur. Die middag stond ik voor het eerst een uur op de gang en ik zou er nog heel vaak staan. De andere dag vertelde Vermaat mij dat ze mij af zou leren om met links te schrijven. Dat was namelijk van de duivel. Wat leerde ik een hoop mensen kennen! De duivel was er weer een waar ik nog nooit van gehoord had. Hij moest wel veel op die God lijken, want de angst die ik voor dat oog had gehad was dezelfde die ik voelde voor die duivel, waar Vermaat zo mooi en levendig over kon vertellen. Hij had er toch maar voor gezorgd dat ik met een ander handje schreef dan mijn klasgenootjes. In een jaar tijd zag Vermaat samen met haar liniaal kans mij met rechts te laten schrijven en me voor de rest van mijn leven op te schepen met woordblindheid. Nu pas ben ik haar daar heel dankbaar voor. Het dwong mij om altijd alternatieven te zoeken en mijn fouten te verbergen. Een pracht training voor later.
10/07/201810101010101010101010
10
Als door een wonder bleef ik niet zitten en begon mijn tweede schooljaar. Na een verhuizing ging ik naar een openbare school. Het verhuizen herhaalde zich regelmatig, mijn ouders woonden nooit langer dan een jaar op het zelfde adres. Moe-
der heeft nog steeds deze gewoonte, een onrustige vrouw, steeds op de vlucht, op zoek naar rust. Als kind wende je eraan, al is het een keer gebeurd dat toen ik thuis kwam, zij die ochtend verhuisd waren en een andere mevrouw de deur open deed. Door dat vele verhuizen zag ik ook nooit kans langdurig een vriendje te hebben en zonderde ik mij steeds meer af. Ik werd, wat men noemt, een dromertje en dat kwam goed uit op die nieuwe school. De eerste dag was ik met stomheid geslagen: juffrouw Van Dijk. Wat een dijk van een vrouw Vriendelijk lachend stelde zij zich voor en gaf mij een hand. Stomverbaasd voelde ik hoe mijn lichaam warm werd door die aanraking. Een warmte die me deed denken aan de gestikte dekens die moeder ons gaf als het winter werd. Met alleen je ogen net boven die deken keek je dan gespannen naar het raam, wachtend tot de vorst daar de bloemen op zou tekenen. Genieten van de warmte van die deken waren voor mij momenten van absoluut kindergeluk. Juffrouw Van Dijk rook als de schone lakens die traditiegetrouw elke vrijdag op mijn bed lagen. Haar tanden waren wit als de eerste sneeuw, haar gezicht deed mij denken aan
de perzik op de fruitschaal van een rijke oom, waar ik eens vol bewondering naar gekeken had. Haar haren waren als de goudenregen van de boom bij de gymzaal, als die in volle bloei stond. Haar hand die ik gevoeld had was zacht en glad, heel anders dan die van mijn moeder, die aanvoelde als schuurpapier door het wassen op het ruwe wasbord. Ze was ook veel slanker dan moeder. Haar borsten waren rond en zaten niet zoals bij mijn tantes ter hoogte van haar buik, maar staken ferm vooruit, net onder de schouders. Met andere worden: ik was voor het 10/07/201811111111111111111111
11
eerst in mijn leven verliefd. Vol met gevoelens die ik niet kon plaatsen maar die ik nooit meer kwijt wilde raken, zweefde ik door mijn schooljaar heen, te bang om ook maar iets tegen haar te zeggen.
Ik begreep niet wat ik allemaal voelde, maar de tijd vloog voorbij. Tot die afschuwelijke dag waarop de hoofdmeester ons klasje meenam naar het stadhuis om te zingen voor juffrouw Van Dijk, die mevrouw De Bruin zou gaan heten. Daar stond zij: in een zelfde jurk als Sneeuwwitje uit de tekenfilm die ik een paar weken daarvoor gezien had. Zo mooi was ze nog nooit geweest. Verdwaasd keek ik naar de kerel met de hoge hoed die naast haar stond. Dit kon niet, ze was van mij! Zonder te begrijpen begreep ik het: ik rende op die hufter met de hoed af, schopte hem tegen de schenen en vluchtte naar huis. Twee weken heb ik op bed gelegen zonder een woord te zeggen. Toen ik weer naar school ging heeft juf geprobeerd met mij te praten. Ze zei dat ze begreep wat er aan de hand was. Ik zou het allemaal begrijpen als ik groot was, maar vanaf dat moment haatte ik haar en liet geen gelegenheid voorbij gaan, haar het bloed onder de mooie nagels vandaan te halen. De schat begreep het echt en probeerde mij zo goed en zo kwaad als het ging de rest van het leerjaar door te slepen. Maar mijn haat bleef. Ik nam het plechtige besluit om nooit meer een vrouw aardig te vinden.
Gelukkig verhuisden we dat jaar eerder dan gewoonlijk. Het bracht mij wederom op een andere school. Deze keer had ik een leraar. Ook geen vriend van mij geworden. Ik zonderde mij steeds meer af en werd een apart jongetje, volgens mijn omgeving dan. De school in dat derde jaar stond op de grens van twee wijken: de villawijk van onze stad en de wijk die al jaren op de nominatie stond om gesloopt te worden. Wij woonden niet in de villawijk, de kinderen op die school wel. De verschillen tussen hen en mij waren duidelijk. Zij klaagden dat ze elke avond in 10/07/201812121212121212121212
12 12
bad moesten. Ik vertelde ze trots dat ik maar eens per week de teil in moest. Een ritueel dat ook de gezagsstructuur in ons gezin duidelijk maakte. Vrijdagavond zes uur ging pa met mijn oudste broer naar de waterstoker en kocht daar twee emmers heet water. Moeder had inmiddels de grote zinken teil uit het schuurtje gehaald en voor de kolenkachel in de woonkamer gezet. Ze legde drie handdoeken en een groot blok Sunlight zeep gereed. Voorzichtig en zorgvuldig, om niet te morsen op het jabotapijt, goot pa de eerste emmers bij het koude water in de teil. Als ik hem dan bekeek bij het uitkleden en de lange Jaeger-onderbroek zag met z'n onbestendige kleur, de vreemde gulp en het lage kruis, waarvan hij eens gezegd had dat ik er ook zo een zou krijgen als ik groot zou zijn, hoopte ik intens nooit, maar dan ook nooit groot te worden. Met knieĂŤn en hoofd boven het water uitstekend genoot hij van het warme water, net zolang tot de temperatuur zo gedaald was dat hij er uitkwam. Hij pakte dan een ruwe handdoek van de schoorsteenmantel die daar boven de kachel was voorverwarmd en droogde zich zingend af. Nu was de beurt aan moeder, pa bracht het water weer op temperatuur en stuurde ons de keuken in. Het hoorde niet dat je moeder zag als zij in bad ging. Pa bleef er wel bij en soms duurde het wel erg lang voor wij weer de kamer in mochten. We stonden dan in dat keukentje te
wachten, schaapachtig lachend als wij mijn moeder hoorden giechelen en mijn vader vreemde brommende geluiden hoorden maken. Als we dan de kamer weer in mochten, deden mijn ouders op een zo opvallende manier of er niets gebeurd was, dat er wel iets ongelofelijks gebeurd moest zijn. Weer een beetje warm water voor mijn oudste broer erbij, die de hobby had om er zo lang mogelijk in te blijven zitten. Hij deed dit volgens mij bewust om zijn positie als oudste te versterken en gewoon om te jennen. Mijn vader haalde hem er met lichte dwang uit, 10/07/201813131313131313131313
13
gooide het laatste beetje water uit de emmers van de waterstoker in de teil en dan was het de beurt van mijn andere broer, de rustigste van ons drie. Hij deed bijna nooit iets verkeerd, was ongelofelijk handig, aardig voor de buren en deed
goed zijn best op school. Wat had ik in die tijd de pest aan die jongen. Natuurlijk kwam hij netjes op tijd uit de teil, natuurlijk had hij niet gehuild toen ma zijn haren waste met dat blok Sunlight zeep, waarvan je Japans ging jodelen als je dat spul in je ogen kreeg. Eindelijk het was mijn beurt. Het kon mij niet vlug genoeg gaan. Rillend van de kou zakte ik in het inmiddels melkgekleurde lauwe water waarop zich een ranzige substantie gevormd had, die zich vastzette aan de rand van de teil. Resoluut pakte mijn moeder het blok zeep en begon mijn haar te wassen en af te spoelen. Zoals gewoonlijk gilde ik de buurt bij elkaar, terwijl mijn broers zaten te grinniken aan de eettafel. Het gillen hielp wel om het baden zo kort mogelijk te laten duren. Troostend begon mijn moeder me af te drogen met de klam geworden handdoek, waarbij zij het heel belangrijk vond dat mijn oren ook aan de binnenkant goed droog zouden zijn. Die vingers in mijn oren, ik vergeet ze nooit meer! Moeder dacht dat mijn gehoorgang heel diep zat. Nabibberend mocht ik mezelf opwarmen voor de kolenkachel, waarbij alleen
maar mijn beentjes aan de voorkant witheet werden en ik op dat rottige Jabotapijt stond, dat genadeloos zijn structuur aftekende op mijn voetzolen. Mijn natte haren werden in model 'kort Amerikaans' gekamd, waarna ik naar bed gebracht werd. De andere twee mochten nog opblijven omdat het vrijdag was en omdat ze ouder waren dan ik, twee voor mij onbegrijpelijke redenen. Zodra ik alleen was in het slaapkamertje, ging ik ruw met beide handen door mijn haar, verpestte het werk van ma en legde mijn hoofd op het kussen dat langzaam het vocht van de natte haren opzoog.
10/07/201814141414141414141414
14
Verwonderd keek ik rond op de tweede verdieping van het woonhuis van mijn klasgenootje. Hij had me meegevraagd om bij hem thuis te komen spelen in de villawijk. Toen ik binnenkwam, keek zijn moeder naar mijn rubberen sandalen en
zei met een heel klein zuinig mondje dat ik mijn schoenen uit moest doen en dat ik maar even kon blijven. Ik trok ze uit en plaatste ze op de deurmat. "Nee, nee, die kunnen we maar beter buiten zetten," zei ze, de schoentjes voorzichtig tussen duim en wijsvinger oppakkend. Ongelofelijk, wat een spullen had dat ventje! Dinky Toys, een elektrische trein, een step met luchtbanden en een eigen slaapkamer met Donald Duck-behang. Alles stond keurig op een vaste plaats, zijn vader had voor zijn Dinky Toys een glazen vitrine gemaakt waar ze in rijen opgesteld stonden. Met mijn neus tegen het glas aangedrukt vroeg ik hem of we er mee gingen spelen. Dat mocht dus niet. "Anders zouden ze kapot kunnen gaan en waren ze minder waard," zei het ventje gewichtig. Terwijl hij mij de rest van zijn bezit toonde en dat steeds vaker deed met de aankondiging `en dat heb ik lekker ook nog', riep zijn moeder van beneden: "Jan Jaap, nu moet dat jongetje naar huis, hoor!" Op weg naar huis zat mijn hoofd vol van wat ik gezien had: wat een speelgoed! En hij was mijn vriend, dus dat zat wel goed. Alleen al de gedachte dit aan mijn broers te vertellen deed mij
vergeten dat het vrijdag was en de Sunlight zeep al op mij wachtte. Toen ik die maandag op school kwam en ik slijmerig Jan Jaap begroette, zei hij dat zijn moeder gezegd had dat hij niet om mocht gaan met de asocialen uit de wijk waar ik woonde. "Frankie is een aso, Frankie is een aso!" zong hij toen hij huppelend van mij wegliep. Een week later vond hij samen met zijn moeder zijn step in het slootje achter de school. Met doorgestoken luchtbandjes en een in elkaar getrapt frame. Lachend en met een warm gevoel van binnen zag ik hoe 10/07/201815151515151515151515
15
moeder met de huilende Jan Jaap aan de ene hand en het verwrongen stepje in de andere hand wegliep. Ze schreeuwde asociaal dat ze mij nog wel zou krijgen en liep struikelend op haar te hoge hakken, die driftig tikkend in balans probeer-
den te blijven. Ik had niet het idee dat ik op die school hoorde, zeker niet toen mij verteld werd dat ik was blijven zitten. Gelukkig verhuisden we weer en ik kwam ik zowaar terug op de school van juffrouw Van Dijk, mijn eerste liefde. Ze werkte er niet meer. Dat maakte het voor mij wat makkelijker en er volgde een redelijk kalm jaartje. Zelfs het leren ging goed. Slechts ĂŠĂŠn noemenswaardig incident verstoorde de rust van dat jaar: ik was een keer stomdronken naar school gegaan. Die ochtend waren mijn broer en ik het eerst uit bed. Mijn ouders hadden het wat laat gemaakt omdat pa jarig was. We vonden op de aanrecht een fles waarvan wij dachten dat het limonadesiroop was. We namen beide een limonadeglas vol met bessenjenever en dronken dat schielijk op, bang voor ontdekking. Mijn broer werd die ochtend met spoed naar het ziekenhuis gebracht omdat ze dachten dat hij een maagbloeding had, toen hij ging overgeven in de klas. Ikzelf was al de klas uitgestuurd. Ik had vliegtuigjes zitten vouwen van de blaadjes uit mijn netschrift. De hoofdmeester bracht me
thuis en vertelde mijn moeder dat ze hier nog wel meer over zou horen. Glimlachend hoorde ik het allemaal aan. Nog nooit had ik mij zo lekker gevoeld. Inmiddels was mijn broer thuisgebracht vanuit het ziekenhuis en lag vrolijk zingend op bed. Ze hadden het advies gegeven om voor alle zekerheid de huisarts naar ons beiden te laten kijken, wat mij nog vrolijker maakte. Ik was helemaal gek van die man, hij leek als twee druppels water op de in die tijd zeer populaire schrijver Godfried Bomans. Dezelfde wilde onverzorgde haardos, dezelfde bril met dikke 10/07/201816161616161616161616
16
glazen en die altijd aanwezige spottende glimlach. Moeder was er zeer regelmatig van overtuigd dat zij een ziekte had die absoluut fataal zou zijn, dus hij kwam vaak over de vloer. Hij vertelde haar dan dat haar ziekte nieuw en uniek was,
maar Godzijdank was er een nieuw geneesmiddel dat voor honderd procent genezing gaf. Moeder snelde dan naar de apotheek om die pillen te halen, die vreemd genoeg meestal naar pepermunt smaakten. "Mevrouw," zei dokter met die onvergetelijke grijns op zijn gezicht, "uw kinderen zijn stomlazarus, maar voor een goede diagnose zou ik graag ook even een glaasje van de bessenjenever willen proeven." Een uur later ging hij weg, zingend als mijn broer. Vanuit het raam zag ik hoe hij op zijn fiets zwalkend de straat uit reed. Nog nooit had ik mij zo ziek gevoeld! Niet lang daarna verhuisden wij weer, zodat we van die leraar waar we nog wat van zouden horen, nooit meer wat gehoord hebben. Weer een nieuwe buurt en een nieuwe school, terug naar het begin: christelijk. Dit keer geen Vermaat met wratten, maar een meester die heel veel voor me zou gaan betekenen: Schneider. Na een paar weken begon hij extra aandacht aan mij te besteden. Ik schreef bewust onduidelijk, zodat de schrijffouten die ik maakte niet te lezen waren. Uren is hij met mij bezig geweest en probeerde mij meer zelfvertrouwen te
geven. Als kind voelde ik aan dat zijn aandacht voor mij oprecht was. Op de een of andere manier bleef ik hem echter telkens opnieuw uitproberen. Diep in mij had ik een soort argwaan tegenover dit soort mensen, maar het leek wel of hij steeds weer de uitdaging aannam. Ik had ook een duidelijke achterstand op de rest met godsdienstles; een vak waar zelfs een rapportcijfer aan hing. Nou kon meester heel boeiend vertellen, maar ik miste duidelijk de achtergrond die mijn klasgenoten wel hadden. Op de een of 10/07/201817171717171717171717
17
andere manier begreep ik zijn verhalen uit de bijbel net even iets anders dan de anderen. Kijk, Jozef en Maria: dat was hetzelfde als met ons buurmeisje. Lief vriendje, maar zoals mijn broers spottend uitlegden, moest buurmeisje trouwen:
een motje heette dat. Schneider kon dat dan wel mooi vertellen, maar ik begreep het niet helemaal. Ik smulde van de verhalen over de oorlogen: Filistijnen, reuzen die de hersens ingegooid werden door kleine mannetjes. Een kerel met lang haar die alles en iedereen in elkaar ramde. Heerlijk, ik kon daar uren over fantaseren en werd dan zelf de onoverwinnelijke held die de een na de ander tegen de grond sloeg. Op een keer vertelde hij een verhaal over een groep mannen in een kamer die allemaal vlammetjes boven hun hoofd kregen. In mijn gedachten zag ik een groep kerels door een kamer rennen, gillend met hun handen op hun hoofd slaand, in een poging hun haar, dat in brand stond, te doven. Ik kreeg bij die gedachte onmiddellijk de slappe lach. Daar hield meester Schneider niet van, zeker niet tijdens Bijbelles, zodat ik de gang, die ik al zo goed kende, weer op mocht zoeken. Bidden deden ze er ook, elke morgen begon de les met het voorlezen van een psalmvers en een gebed van Schneider. Elke ochtend weer verbaasde het me, als ik de klas rondkeek naar de kinderen en die volwassen man, die met hun
ogen dicht en handjes gevouwen dachten dat er iemand ergens heel hoog in de lucht naar hen zat te luisteren. Voor mijzelf had ik al uitgemaakt dat zoiets niet kon: een man die naar jou zou luisteren terwijl je hem niet ziet en niet hoort. Thuis had ik er al over gepraat met mijn vader. Die zei dat het fijn was als mensen dat konden geloven en dat ik dat moest respecteren. "Maar kijk uit voor die lui, want ze belazeren je waar je bijstaat." Ik wist dat hij sprak uit ervaring. De baas waar hij werkte, was tevens zijn zwager. Een rijke man met fruitschalen vol 10/07/201818181818181818181818
18
perziken, herinnerde ik me. Het was een paar maal gebeurd dat pa huilend van zijn werk thuiskwam. Moeder stuurde ons dan naar boven, waar je als je met je oor platgedrukt op de geverfde vloerdelen lag, woordelijk kon verstaan wat er
gezegd werd. "Hij wilde me vanmiddag ontslaan toen hij zag dat ik uit de berg as achter de fabriek kooltjes zocht die nog goed waren." Eens per week kwam hij thuis met zijn tas vol met die kooltjes die anders samen met de as door de reiniging meegenomen zouden zijn. Dat scheelde een zak kolen per week, goed voor een dag warmte. "En maar met zijn vrome kop elke zondag vooraan in kerk zitten!" schreeuwde mijn vader, terwijl hij zijn vuist kapot sloeg tegen de muur. Dan werd het stil en hoorde je hem alleen nog maar snikken. Als minimum-loner kon hij niet anders dan slijmen, zijn excuus aanbieden en zijn woede inhouden tot hij thuis was. Gelukkig was zijn karakter er niet naar om bitter te blijven. Hij was gezegend met een enorm gevoel voor humor en zag steeds weer kans om dit soort situaties op een heerlijke manier te relativeren. Toen we weer beneden mochten komen, vertelde hij dat we geen geld hadden voor kolen die dag, maar dat de baas hem aangeboden had om onze kachel te kopen zodat we toch nog kolen konden kopen.
10/07/201819191919191919191919
19
10/07/201820202020202020202020
20
Hoofdstuk II Dat jaar veranderde langzaam de sfeer bij ons thuis. Steeds vaker kregen mijn ouders ruzie met elkaar. Het bleef op den duur niet alleen bij schreeuwen, maar om de woorden kracht bij te zetten vloog het ameublement door de kamer. In het begin zat je daar in doodsangst bij, maar na verloop van tijd wende het en deed ik voor mezelf weddenschappen wie er zou winnen. Nu begrijp ik het: twee mensen in een hopeloos bestaan van steeds maar weer geld tekort, zonder uitzicht dat het ooit beter zou worden. Moeder was als kind opgegroeid in een Roomskatholiek weeshuis dat, naar de verhalen die zij er soms over vertelde, in deze tijd onmiddellijk gesloten zou zijn en waarvan het voltallige personeel ter beschikking gesteld zou zijn aan de regering. Pa had nog behoorlijk last van wat onze Duitse buren in de oorlog met hem uitgevreten hadden. Ondanks dat hij er prachtige verhalen over kon vertellen, waar je als kind met rooie oortjes naar zat
te luisteren, heeft het hem voor de rest van zijn leven getekend. Zijn grootste lol had hij als toevallig een Duitser hem de weg vroeg. Bloedserieus en met zijn vriendelijkste gezicht stuurde hij hem dan de meest onmogelijke richtingen uit waarvan hij zeker wist, dat hij alleen nog maar verder van zijn bestemming vandaan raakte. Zodra hij dan buiten gehoorsafstand was, zei hij vanuit de grond van zijn hart met een glimlach en samengeknepen ogen: 10/07/201821212121212121212121
21
"Tschuss, vuile tering-mof." Toen ik hem vertelde dat mijn nieuwe leraar Schneider heette, was hij daar duidelijk minder blij mee dan ik. Het schooljaar liep voor mij geweldig. Ik kreeg het zelfs naar mijn zin, al denk ik nu dat dit niet de echte reden
was dat ik dat jaar nog een keer over mocht doen. Ik was inmiddels dertien geworden, mijn wat hogere leeftijd maakte de afstand tussen mij en mijn klasgenoten nog groter. Ik begon mij duidelijk voor andere dingen te interesseren dan waar zij mee bezig waren, de puberteit sloeg in alle hevigheid toe. Het begon bij de kapper, waar ik eens in de drie maanden naartoe moest v oor het toen bekende en bij veel ouders populaire model 'kort Amerikaans': een simpele coupe, eerst met de tondeuse een haal van links naar rechts, dan van onder uit de nek tot de kruin, met kammetje en schaar 'knip knip' bovenop en dat is dan/. 2,50 alstublieft. Je had weer voor twee maanden en hoofd waarvan je zeker wist dat vooral de giechelende meiden in de klas er de grootste lol om hadden. Als je op zaterdagochtend binnenkwam, was het meestal al behoorlijk druk bij dat kappertje en zat je voor een klein uurtje op een onmogelijke stoel te wachten op je beurt. "De volgende," riep de man die zich kapper noemde. In zijn handen hield hij een grote pot met daaraan een smoezelig rubberslangetje dat eindigde in een grote bal waarmee hij zojuist overdadig de vorige klant zijn haar had staan nat-
spuiten en een gemene scherpe kam waarmee hij dat haar in een model kamde, dat na vijf minuten alweer verdwenen zou zijn. "Zo jongen, zeg het maar: hoe had je het gehad willen hebben?" zei hij terwijl hij een doek die heel lang geleden een heldere groene kleur gehad moest hebben over mijn schouders gooide en de twee touwtjes aan de achterkant zo stevig vast knoopte, dat mijn ogen bijna uit de kassen puilden en ik geen woord uit kon brengen. Nou had dat toch weinig zin gehad, want terwijl hij dat vroeg, had de tondeuse al zijn eerste genadeloze 10/07/201822222222222222222222
22
verwoestende tocht van links naar rechts voltooid. Wat was ik jaloers op Bomans. Maar voor het zover was, zat ik bij diezelfde kapper verveeld in een leesmap van
tien weken oud te bladeren. Donald Duck en Robbedoes zijn altijd mijn favoriet geweest. In die map zat ook een blaadje met de naam De Lach', tot kort daarvoor een voor mij stom blad met cartoons die ik niet begreep en in het midden altijd wat foto's van een paar achterlijke meiden met weinig kleren aan, maar op de een of andere manier vond ik het spannend worden om daar naar te kijken. Het gaf mij een vreemd gevoel dat begon in de maagstreek. Niet lang daarna op een avond gebeurde het. 'Eindelijk volwassen,' dacht ik, beginnend aan mijn trektocht door de wereld van de grote mensen. Ik hoorde erbij, ik had het ontdekt. In die tijd wist ik nog niet wat een ellende mensen elkaar en zichzelf aandoen in het hanteren van 'het'. Ik bleef mezelf hanteren, gespannen wachtend op hulp daarbij. Die kwam pas toen ik allang een andere kapper had en ik mijn haar zorgvuldig elke morgen met behulp van een pot Brylcream (een witte vettige substantie) in model `Elvis' stond te kammen. Na een paar van die rottige puistjes uitgeknepen te hebben, stond ik tevreden voor de spiegel: kraag omhoog, strakke leren broek, puntschoenen en zonnebril op. Klaar om naar school te gaan, waar Sch-
neider klaar stond om me weer naar huis te sturen. De laatste maanden op school werden voor hem en mij de moeilijkste: hoewel ik totaal onhandelbaar geworden was voor iedereen in mijn omgeving, probeerde Schneider me door die laatste maanden heen te slepen. Sommige ouders hadden geklaagd dat ik 's avonds rond half twaalf gezien was met Coby, een zeventienjarig meisje dat een slechte reputatie had. Tenminste, bij die ouders dan. Ze vonden dat ik een verkeerde invloed kon hebben op hun kinderen. Schneider probeerde mij uit te leg10/07/201823232323232323232323
23
gen dat ik met dingen bezig was waar ik beter een aantal jaren mee kon wachten. De man wist in mijn ogen duidelijk niet waar hij het over had. Thuis hadden ze het opgegeven en lieten ze me mijn eigen gang gaan, zolang ik het hen maar
niet te moeilijk maakte. Er volgden een paar jaren die achteraf minder erg waren dan ik toen dacht. Ik gebruikte ze later echter smakelijk om te getuigen tegen de christenen, die ik leerde kennen toen ik bekeerd was op mijn zestiende. Wat waren ze tegen de zonde en hoe graag wilden ze er over horen: het leek wel of zij jaloers waren dat zij dat allemaal niet meegemaakt hadden. Door er steeds weer een paar scheppen bovenop te gooien werd God er toch maar mooi een stuk groter door en kwam ik er zelf ook steeds beter en vromer uit. Heerlijk, al die aandacht! Direct van de lagere school werken, geld verdienen, stappen en lol. Mijn ideaal ging in vervulling: de leerplicht in de jaren zestig gaf de mogelijkheid om op je veertiende te gaan werken en aan werk geen gebrek in die tijd. Pa was het er niet mee eens dat ik af en toe niet werkte, als er weer een werkgever niet akkoord was gegaan met mijn werktempo. Het begrip 'op staande voet' was dan ook steeds vaker op mijn loonstrookje te lezen. Door pa's starre houding, heb ik de volgende functies mogen vervullen: bijrijder, halfwas schilder, halfwas loodgieter, winkelbediende, opperman, betonvlechter, bekisting-timmerman, sleuvengra-
ver bij een rioleringsbedrijf, vakkenvuller bij de Hema, broodbezorger en tot slot weer schilder. Bij die laatste baan had ik eindelijk door dat ik voorlopig nog moest werken voor mijn geld. Die situatie veranderde pas toen ik jaren later ambtenaar werd.
10/07/201824242424242424242424
24
Samen met wat andere gefrustreerde pubers uit de buurt vormde ik een groep die veel met elkaar optrok en die zich transformeerde tot wat toen de 'nozems' heette. Uiterlijk herkenbaar aan vetkuiven, leren jack, kauwgom, hele strakke spijkerbroeken, aan software boksbeugel met vijf nep diamanten en je stoerste bezit: een stiletto. Natuurlijk was je als de dood om die twee laatste dingen te gebruiken voor datgene waar ze voor bestemd waren, maar ze maakten een geweldige indruk op de meiden om je heen! Wanneer je als groep over straat liep, genoot je van de angst die ouderen voor je hadden, afkeurende blikken en vaders die minachtend tegen hun vrouw opmerkten: "Het zal je kind maar wezen." Onbewust kreeg je de smaak te pakken van het effect die macht en angst konden hebben. Levensgevaarlijk, maar o zo heerlijk! In opstand tegen alles, nog niet in staat om 10/07/201825252525252525252525
25
het op de intelligente maniertje gebruiken als de volwassenen, die veel beschaafdere manieren hadden om elkaar de hersens in te slaan. Ouders, huisartsen en leraren verloren hun voorbeeldfunctie en er kwamen andere helden waar ik op
wilde lijken. Elvis, James Dean, Rolling Stones. Zonder door te hebben dat ik steeds minder mezelf kon zijn en steeds meer moest lijken op die ander, kwam heel langzaam en onopvallend de angst in mijn leven en werd ik fanatieker, om er maar bij te horen, Niet zo moeilijk, omdat de groep er veel dreigender uitzag en veel moediger leek dan hij in werkelijkheid was. Vooral door het laatste kon ik met mijn heldhaftig gedrag veel geld verdienen. Ik werd 'dealer'. Er was er niet één die 'het' durfde te gaan halen. Ik wel. De eerste keer liep ik zwetend van angst steeds maar langs de winkel, wachtend op het juiste moment. Het kon alleen maar als het winkelmeisje naar achter was, er geen klanten waren en het bijna sluitingstijd was, zodat er geen kans was dat er bekenden binnen zouden komen. Met de zonnebril op, knikkende knieën en zo nonchalant mogelijk kijkend liep ik naar de toonbank, waarachter de man met de witte jas stond. "Zeg het maar," zei hij met een zuinige blik, alsof hij al wist waarvoor ik kwam. "Vijf pakjes Durex," zei ik met een stem die ik zo volwassen mogelijk probeerde te laten klinken. "Wablief?" vroeg hij spottend. "Vijf pakjes Durex," antwoordde ik,
terwijl ik de winkel wel uit had willen rennen. "Met of zonder?" vroeg hij. Geen idee waar hij het over had, maar met klonk meer dan zonder. "Doe maar met." Tergend langzaam haalde hij de pakjes uit de lade onder de toonbank terwijl de winkel zich vulde met bekenden en het winkelmeisje van achter kwam om de nieuwe klanten te helpen. Ik stond op topsnelheid mijn kauwgom te kauwen en verliet na het afrekenen zo cool mogelijk de winkel, net iets te nonchalant waardoor ik een rek met damesverband omver liep. Samen met dat winkelmeisje 10/07/201826262626262626262626
26
duurde het toch nog wel zo'n tien minuten voor dat rek weer opgeruimd was en ik eindelijk buiten stond, me afvragend wat `met' nou was. "Hoe ging het?" vroegen mijn vrienden die aan de overkant hadden staan wach-
ten. "Geen probleem, ik heb nog een tijdje staan sjansen met die meid die er werkt. Ik ga vanavond nog even naar d'r toe, dat wilde ze graag. Die kerel wilde mij trouwens eerst zonder verkopen, maar die met zijn een stuk beter." Ik verkocht ze aan mijn vrienden met honderd procent winst. Plotseling besefte ik dat ik mezelf weer klem gelogen had. Die avond zouden we naar 'The Donkeys' gaan, een lokale rockband die zou spelen in de zaak waar wij altijd kwamen. Maar ik ging zoals gezegd naar `dat winkelmeisje'. Die avond bleef ik dus thuis tv kijken naar ene Mies Bouwman, samen met mijn ouders die overigens de gewoonte hadden om tijdens het kijken in slaap te vallen. Ik liet mijn gedachten gaan naar dat winkelmeisje: stel je voor dat ik daar verkering mee zou kunnen krijgen. Dat ze zou zeggen dat ze van mij hield, er alleen wilde zijn voor mij. Dat ik hetzelfde voor haar zou voelen als voor juffrouw Van Dijk en gewoon met haar zou wandelen, heel dicht tegen mij aanhouden. `Ophoepelen en afblijven, vuile smeerlap met je vijf pakken condooms!' zou ze
geschokt zeggen, de trut. Ik ging slapen met een onbestemd gevoel van eenzaamheid. De andere ochtend besloot ik ziek te zijn en niet naar mijn werk te gaan. Nou moest je in dat geval wel altijd even naar de huisarts in verband met je uitkering, voor mij een uitje. Eerst een tijdje in een bedompt wachtkamertje luisteren naar een stel oude vrouwtjes dat heerlijk zat te roddelen over de dokter. Op fluistertoon wist het ene vrouwtje met wat vage overgangsklachten te vertellen, dat hij de vorige avond weer dronken geweest was. "Vind je het gek dat zijn 10/07/201827272727272727272727
27
vrouw een jaar geleden weggelopen is," zei de ander, haar boodschappentas hield ze stevig vast op haar schoot. Ze bekeek mij minachtend met een blik van: 'het zal je kind maar wezen'.
Genadeloos klonk de zoemer die boven de deur van de wachtkamer hing en ik kon de duistere spreekkamer in, een heel hoog plafond met een gelige kleur en zware donkerrode velours gordijnen die halfgeopend waren. Langzaam wennend aan die schemering zag je hem dan zitten achter zijn veel te grote eikenhouten bureau, met daarop nog steeds die opgezette uil, waar ik als klein kind al zo door gefascineerd was. Door de dikke laag stof heen zag ik dat dit symbool van wijsheid zijn linkeroog inmiddels kwijt was. Achter het bureau een kast van immense afmetingen, in het vitrinegedeelte nog net zichtbaar achter de glazen ruiten die ooit heel helder geweest moesten zijn, de wekpotten met allerlei lichaamsdelen. Voor het bureau een grote, hoge stoel met dikke poten en als bekleding donkerbruin gebroken leer dat kraakte als de verse sneeuw onder je schoenen. Op de vloer onlogisch verspreid enkele tapijten met een totaal onherkenbaar geworden motief. Afwachtend keek hij mij aan, eerst verbaasd met een nadenkende blik, dan opeens triomfantelijk alsof hij een ontdekking van groot belang voor de medische wetenschap had gedaan en zei: "Jij bent Frank!"
De dame in de overgang had het bij het rechte eind. Aan zijn gezicht was te zien dat hij iets te hard en te spontaan gesproken had. "Waar wonen jullie tegenwoordig?" vroeg hij met een grijns, waaruit bleek dat zijn geheugen langzaam weer ging functioneren. Ik gaf hem antwoord, maar had het idee dat hij niet echt luisterde. Ik wist echter bij voorbaat, dat het weer zou lukken deze keer: hij zou me minimaal een week betaald verlof bezorgen. "Wal zijn de klachten?" "Steken in mijn linkerzij, soms zo erg dat ik niet meer kan bewegen, 10/07/201828282828282828282828
28
dokter". Verbaasd keek hij Op: "Normaal heb je toch last van je rug?" Ik had hem duidelijk uit balans gebracht. Afwezig begon hij te mompelen: "Linkerzij, linkerzij". Hij stond op en liep naar zijn boekenkast, die de hele linkerwand van vloer tot plafond in beslag nam. Mompelend ging hij met zijn vinger, hoofd in horizontale stand, langs een rij boeken terwijl die vinger een heldere streep achterliet, omdat het de stof meenam die er al jaren opgezeten had. Eindelijk vond hij het boek dat hij zocht, ging weer achter zijn bureau zitten en begon in het vergeelde boek te bladeren. "Ik heb het," zei hij, mij in het Latijn voorlezend wat hij gevonden had: "Een weekje rust en drie maal daags een eetlepel van het recept dat je meekrijgt." Nou had mijn broer eens medicijnen van hem voorgeschreven gekregen, waarvan de apotheker vastgesteld had dat het iets was om de baarmoeder bij zwangere vrouwen te ontspannen. Er was dus geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht om ook maar een druppel van dat spul in te nemen. Dankbaar met mijn hand op mijn rechterzij gedrukt nam ik afscheid en schrok me toch weer rot van de zoemer, die ging op het moment dat ik de buitendeur opende, op weg naar mijn broodnodige weekje ziektewet. Ik kon de op deze manier verkregen vrije tijd goed gebruiken, want ik was inmiddels secretaris geworden van de fanclub van de 'Donkeys'. We lieten de band el-
ke week optreden in 'onze zaal'. Dat was een voormalig theatertje met een echt podium en drie spots die ik als lichttechnicus mocht instellen en bedienen. Er volgde een druk bestaan: elke week een vergadering met de vijf man sterke fanclub waar we samen luisterden naar de nieuwste van 'Elvis' of de 'Stones' en droomden dat onze band net zo populair zou worden, Dankzij ons uiteraard. Als mijn vrienden van die fanclub toen geweten zouden hebben dat ik twintig jaar later Europese tours zou organiseren voor een gospelzanger genaamd Larry 10/07/201829292929292929292929
29
Norman zouden ze me voor gek verklaard hebben. Als ik toen al geweten zou hebben wat mij dat allemaal zou gaan kosten, had ik ze groot gelijk gegeven. Maar voordat het zover was dat ons bandje wat bekender zou worden, namen
we maar de vrijheid om de inkomsten van de dansavonden te gebruiken voor het bier dat we dronken op de vergaderingen. Ik had ondertussen gemerkt dat bier een bijzonder prettige invloed kon hebben op de sfeer, de stemming werd er een stuk gezelliger door, maar ik waakte ervoor om zoveel te drinken dat ik er de volgende dag zo doodziek van zou zijn als die keer op school. Meestal lukte dat. Vaak deed ik tegenover mijn vrienden alsof ik erger dronken was dan in werkelijkheid; dan hoorde je erbij. Later vertelden sommige van mijn vrienden dat ze dat ook deden. Een groep knapen die dus ergens bij wilden horen dat er niet was. Aan vriendinnen ook geen gebrek: elke zaterdagavond was er wel weer een die ik thuis kon brengen en die zo'n zelfde jonge onderzoeker was als ik. ik had veel geleerd en veel gezien, maar een vriendinnetje voor meer dan een week was een uitzondering, terwijl ik daar onbewust zo naar verlangde
10/07/201830303030303030303030
30
Hoofdstuk III Ik was inmiddels het slachtoffer geworden van mijn eigen imago. Iets soortgelijks zou ik later terugvinden bij de gospelartiesten waarmee ik ging werken. Alleen
had ik de mazzel dat het veel te maken had met mijn puberteit, terwijl die artiesten toch bijna allemaal al boven de dertig waren. Maar daarover later, veel later. Er zou eerst nog het nodige gebeuren voordat ik in het evangelische wereldje terechtkwam. Gelukkig maar, want ik had nog een paar jaar een prima tijd waarin ik enorm veel lol had en die ik voor geen goud had willen missen: mijn eerste brommer; een zes jaar oude Zundapp met racekuip; het concert van de Rolling Stones in het Kurhaus in Scheveningen in 1964 - ze speelden hun kortste concert, 4 minuten, waarna we de hele zaal sloopten; knokken in Naaldwijk op de kermis; de eerste films van Elvis; het haar knippen van de Provo's; de opkomst van Dylan, die zong over dat wat je zelf niet onder woorden kon brengen maar onmiddellijk begreep. Ik had genoeg geld voor het badhuis: 20 minuten douchen voor 50 cent, weg met die teil! Zo wilde ik wel honderd worden, totdat ze die grote tent neer gingen zetten in ons park. Het park was voor ons de plaats waar we na afloop van een avondje stappen 10/07/201831313131313131313131
31
naar toe probeerden te gaan met een vriendin om daar een goed gesprek met haar te hebben en zo. Staat er ineens midden op de speelweide een grote witte tent met daarop een groot bord: 'De Witte Kapel'. Al snel kwamen we erachter
dat hij van Jeugd Voor Christus was. Ze wilden onze verdorven zielen winnen. We hadden wel zin in een uitje en er brak voor ons een week aan van christen pesten. Ze zeiden dat ze de jeugd wilden bereiken op een eigentijdse manier en deden dat met een grote tent met daarin een kleine honderd klapstoeltjes keurig in rangorde opgesteld voor een klein podium, met in het midden een katheder. Rond de tent enkele tientallen lampen in gevarieerde kleuren. Boven de ingang twee geluidboxen die eigentijdse muziek ten gehore brachten, zoals liederen van Johannes de Heer en een of ander duo dat zichzelf begeleidde op een harp en iets wat op een viool leek. In en om de tent stonden de medewerkers van het plaatselijke comitĂŠ op strategische plaatsen folders uit te delen met een uitdrukking op hun gezicht alsof zij al in de hemel waren. Uiteraard waren zij keurig gekleed: stropdassen voor de heren, kniekousen voor de dames en allemaal een hele grote bijbel. Maanden waren ze bezig geweest om die actie voor te bereiden: gesprekstechnieken geleerd, Bijbelstudies gevolgd, stoeltjes opgepoetst, geld opgehaald. Toen kwam daar de eerste dag van hun campagne: de tent vul-
de zich langzaam met hun ouders, kennissen, gemeenteleden en buren. Gemiddelde leeftijd 45 jaar, maar: de tent zat bomvol. Met z'n tienen kwamen we vanuit het laantje op de tent afgelopen. Met de ondergaande zon in onze rug moet dat er voor hen toch wat dreigend uitgezien hebben, die zwarte leren jacks met chromen spijkers, zonnebrillen, fietskettingen aan de broekriemen. De eerste kwam op ons af, nog steeds met die glimlach van 'hoera ik ga naar de hemel', maar achter die lach een klein beetje angst dat dat die avond wel eens zou kun10/07/201832323232323232323232
32
nen zijn. Dreigend, zonder iets te zeggen keken wij hem alleen maar aan, met moeite onze lach inhoudend. Hij besloot dat de hemel nog wel even kon wachten en liep terug naar de tent om hulp te halen. Wij liepen ondertussen om de
tent heen om alles eens goed in ons op te nemen. Een van de medewerkers vroeg ons of we de zaak wel heel wilden houden. Zo hadden we nog niks gedaan of gezegd, of ze begonnen al. We leken op twee roedels honden die elkaar tegenkwamen: aftasten, snuffelen, grommen, blaffen en uiteindelijk met elkaar dollen. Binnen tien minuten zat iedereen met iedereen te praten en hadden wij in ieder geval de grootste lol. Zij hadden Jezus gevonden en waren nu gelukkig en blij; wij konden dat ook worden en het kostte niks, zeiden ze. Zonder al te veel naar hen te luisteren bleven we die avond toch hangen en wij hadden eigenlijk best wel lol. We stelden vragen en probeerden die witte kniekousen te versieren, zonder al te veel succes. Als je ze alleen maar aankeek, richtten ze hun blik snel met een dichtgeknepen mondje op de punten van hun platte schoentjes. Of we de andere avond terug wilden komen, vroegen zij. We kwamen elke avond. Op de een of andere manier hadden die mensen wel iets en ik kreeg een soort aandacht die eigenlijk nieuw voor me was, terwijl we toch nog dingen uithaalden die niet helemaal door de beugel konden. We bleven buiten de tent;
tussen de 'bejaarden' wilden we niet. Je kon buiten wel de preek horen die de Canadese dominee elke avond hield. De tweede avond hoorden wij hem praten over een herder en schapen. Vlak bij de tent was een schapenweide; een van ons had een nijptang bij zich en niet lang daarna had de Canadees zijn kudde. Achteraf kon hij er wel om lachen, maar dat was pas nadat hij gedreigd had mijn gezicht te verbouwen. Vervolgens leek het mij wel wat om een keer met mijn brommer die tent in te rijden. Ziedend sprong hij voor mijn brommer en begon 10/07/201833333333333333333333
33
mij zo heftig uit te schelden dat ik alleen maar perplex kon luisteren. Beduusd keek ik hem aan en zag in zijn ogen een onverwachte oprechte woede, zonder haat en angst, wat toch normaal zou zijn.
Het bracht mij totaal uit balans. "Ik daag je uit om straks te gaan zitten en naar me te luisteren, schijtert!" Nou moest je mij nooit uitdagen, dus ik ging zitten tussen die `ouwetjes'. Verbaasd stonden mijn vrienden buiten te kijken: "Frank is gek geworden". Ik luisterde en ik herinner mij niet meer wat hij die avond zei; wel de emoties, het gevoel. Zonder te begrijpen waarover hij sprak, besefte ik duidelijk waar het over ging: nog nooit was ik zo dicht bij God geweest en nooit meer zou ik zo dicht bij Hem zijn. Wie Hem wilde leren kennen kon zijn hand opsteken. Mijn hele lichaam was doornat van het zweet, dat in stralen van me afdroop. Ik stak mijn hand op en bleef daarna lichtelijk verward op dat klapstoeltje zitten. Ik probeerde tot me door te laten dringen wat er gebeurd was. Alsof ik een heel duur cadeau had gekregen dat er prachtig en onbetaalbaar uitzag, zonder te weten wat het was en waar het voor diende. De kniekousen en stropdassen kwamen me feliciteren met het feit dat ik een van hen geworden was. Eerlijk gezegd dempte dat een beetje de feestvreugde bij mij. In de dagen die volgden wilde ik precies weten wat het allemaal was wat ik voel-
de en gedaan had. In een week tijd kreeg ik een soort stoomcursus: de Drieeenheid, opname van de bruidsgemeente, Armageddon, enzovoorts. Tijdens de rest van de campagne bleef ik dag en nacht bij de tent, genietend van de aandacht en de oprechte liefde die de meesten voor mij hadden. Langzaam ging ik een klein beetje begrijpen wat Jezus voor me wilde zijn. Het mooiste vond ik dat ze mij vertelden dat Hij me vrij gemaakt had; ik hoefde me niet anders voor te doen dan ik was. Geen angst meer, Hij had alles al voor mij gedaan. Het was als 10/07/201834343434343434343434
34
een droom die zes dagen duurde, toen ging de tent weg en met de tent de droom. Terug naar huis waar gek genoeg mijn vader heel positief reageerde op mijn verhalen over die week. Ik werd uitgenodigd voor de contactavond met bijbelstudie voor de nieuw-bekeerden, die aan het eind van de week gehouden zou worden. Dat zou gebeuren op dezelfde avond als onze dansavond, maar ze hadden gezegd dat het om 9 uur afgelopen zou zijn. Geen probleem dus, dacht ik. Helaas verkeerd gedacht. Het opgegeven adres bleek het ouderlijk huis te zijn van een van de medewerkers die de zolder mocht gebruiken als ontmoetingsplaats voor het plaatselijke Youth for Christ-gebeuren. "En jij moet Frank zijn," zei de mevrouw van middelbare leeftijd, die boven aan de trap stond te wachten, nadat ze aan het touwtje getrokken had waardoor de deur openging. Ze keek mij aan alsof ze een wandelend wonder zag en was vriendelijk op een manier die me een heel onbehaaglijk gevoel gaf. "Ik ben de moeder van Rob, je nieuwe broeder," glimlachte ze stralend en pakte mijn hand met haar beide handen beet, terwijl ze er net iets te hard in kneep. Beleefd teruglachend nam ik de gang in mij op: boven de deur een kruis van fors formaat, aan de muren ettelijke psalmverzen op keramiek en twee zelfgeborduurde schilderijen met Bijbelse afbeeldingen. Er kwam een hoofd vanuit de deur
van de woonkamer van een man die de heer des huizes bleek te zijn. "Je bent toch gekomen, prijs de Heer," zei hij hemels lachend. "Ga maar gauw naar boven, ze wachten al op je." Ik begon me behoorlijk ongemakkelijk te voelen daar in dat gangetje en snelde de trap op, terwijl de twee oudjes elkaars hand pakten en mij glimlachend nakeken. Rob stond mij al op te wachten en leidde mij de zolder op. Daar zaten nog vier jongens, die ik had leren kennen als medewerkers van de tentcampagne. 'Fijn 10/07/201835353535353535353535
35
dat je er bent, dan kunnen we beginnen". "Waar zijn de meiden?" vroeg ik verbaasd. "Als we studie hebben, doen wij dat altijd gescheiden. Dat is beter voor de concentratie en er kunnen geen liederlijke gedachten in onze geest komen, be-
grijp je?" Dat begreep ik dus niet, hij waarschijnlijk wel. Ik bleek ook de enige te zijn op de studie voor pas-bekeerden, die daadwerkelijk ook pas bekeerd was. De rest liep al jaren mee. Het gaf de avond een wat vreemde sfeer. Dat had de zolder trouwens ook: boven onze hoofden een visnet met daarin papieren vissen, aan de wanden posters van weilanden, wolkenpartijen en een prikbord met een fotocollage. Op enkele foto's daarvan was Rob te zien in een witte jurk in een zwembad met een stel mensen die, ook als vrouw verkleed, hem onder water stonden te duwen. Twee TL-balken zetten de zolder in genadeloos wit licht. We gingen zitten in de oude Liberty-stoelen om te beginnen met wat zij noemden een bidstond. Ze dankten God allemaal voor het feit dat ik gekomen was en Rob, die als leider van de avond als laatste zou bidden, vroeg of mijn ogen geopend zouden worden en ik de kracht zou vinden om te breken met mijn vrienden. Te verbaasd om wat te zeggen keek ik hem aan. Waar had die jongen het over?1 Voor ik kon reageren had er iemand een gitaar gepakt, kreeg ik een boekje in mijn handen gedrukt en begon iedereen te zingen. Elke keer werd er tersluiks
naar mij gekeken of ik ook meezong. De studie kon beginnen: bijbel op schoot, een pen in de hand. Trots pakte ik ook mijn bijbel, die ik gekregen had aan het eind van de tentactie. Ik had de kleinste, de meesten hadden er een van immense afmetingen. Het gekke was dat ik steeds meer het gevoel kreeg dat ik er niet bij hoorde en dat het bijbeltje dat bevestigde. "Vanavond gaan wij het hebben over het oude testament en wel over Onan," 10/07/201836363636363636363636
36
sprak Rob op gewichtige toon, die nu heel anders klonk dan daarnet. Er volgde een lang verhaal over een jongen, die zijn zaad op de aarde liet neerkomen en over God die daar erg boos over was. Daarna legde Rob uit wat dat voor ons be-
tekende, terwijl hij daarbij wel erg vaak in mijn richting keek. De gevolgen van zelfbevrediging waren afschuwelijk: geestelijke aftakeling, verslaving, niet meer kunnen bidden. Postbesteller Rob bleek ook een medische achtergrond te hebben: rugklachten konden een duidelijk gevolg zijn, maar niet alleen dat, ook de hersenen konden er door beschadigen. Reden genoeg om het op te geven en er tegen te strijden, volgens Rob dan. Ik was duidelijk uit balans: dit leek in de verste verte niet op de dingen die ik gehoord had tijdens de tentactie. Na afloop zei Rob mij dat ik moest groeien in het geloof, dat dit er bij hoorde en dat God het mij allemaal duidelijk zou maken. Hij zei ook dat ik andere vrienden moest zoeken. ja, Hij zou me zelfs van het roken afhelpen en er voor zorgen dat ik mij anders ging kleden. Bier zou ik gewoon niet meer lusten, zelfs seks zou mij niet meer interesseren: Dag vogels, dag bloemen, dag Rob! Hallo vrienden, hier ben ik weer, laat de band maar spelen!' Die zaterdagavond heb ik gerookt, gedronken, gedanst, gevreeĂŤn en geonaneerd. De volgende dag had ik geen pijn in mijn rug en waren mijn hersens niet beschadigd.
Die van Rob waren dat volgens mij al een tijd. Hoe dat kwam, had hij zelf al uitgelegd. Mij zagen ze niet meer op hun Bijbelstudie en ik probeerde mijn oude leventje weer op te pakken, nog niet beseffend wat er eigenlijk gebeurd was in die ene seconde rust op dat klapstoeltje. Ik begon mijn eigen christelijk geloof te scheppen, met mijn regels, mijn uitleg van het leven: alles mag, niks moet en je hoeft naar niemand te luisteren. Achteraf gezien hield ik niet God vast, maar was Hij het die niet losliet. Ik dacht veel na 10/07/201837373737373737373737
37
over de dingen die er gebeurd waren tijdens die tent-actie, over wat er tegen mij gezegd was en over het bidden dat ik er geleerd had. Ik bad ook. Niet dat ik veel vroeg, eigenlijk maar één ding. Dat ging dan wel in de trant van: "Here God,
heeft U voor mij een serieus meisje? Dank U wel, amen." En maar hopen dat echt alleen God dit zou horen en niemand anders. Het gevoel dat als je je hart laat spreken, je iets doet wat levensgevaarlijk is, dat anderen er onmiddellijk misbruik van zouden maken en zouden proberen je te vernietigen, leefde heel sterk in mij. Het was toen nog niet te definiëren of gestoeld op een of andere zogenaamde vreselijke ervaring, maar het was meer een soort instinct dat me heel achterdochtig maakte. Ik voelde me ook in de maling genomen door die lui, zo van: entree gratis maar als je eenmaal binnen bent zeggen ze pas wat het gaat kosten. Toch was ik heel wezenlijk veranderd. Alsof er iets van mij afgenomen was, liep dat oude leventje op de een of andere manier niet meer zoals het was v6ór die tent. Iets waar ik nooit over nagedacht had, ging steeds meer door mijn hoofd spelen: de dood. Een van de dingen die men mij verteld had, was dat als je christen werd, je na je dood naar de hemel ging en als je dat op dat moment niet was, je naar de hel ging. Ik begon dat een wat angstwekkende gedachte te vinden, ondanks het feit dat ik al heel redelijk rechts kon
schrijven. Toen gebeurde het. Zaterdagavond in de danszaal zag ik haar: een jurkje van fluweel met daarop tientallen kleine roosjes geborduurd, zwarte schoentjes met hoge hakken waar zij wat onhandig op probeerde te lopen, grote ronde ogen die onwennig de zaal ronddwaalden, haar zwarte haar zorgvuldig geföhnd, op haar lippen voor het eerst in haar leven heel voorzichtig een lichtrode lipstick aange10/07/201838383838383838383838
38
bracht en haar kleine lichaam in perfecte verhoudingen was bedekt met een lichtbruine huid. Ze zat in een wat verkrampte houding in haar stoel: rug recht, benen stevig tegen elkaar aangedrukt. Haar kleine handen lagen gevouwen op
haar schoot en zodra zij een slok van haar glas cola genomen had, probeerde ze snel de rand van dat korte jurkje wat dichter bij haar knieĂŤn te brengen. Vanuit de andere hoek van de zaal stond ik als aan de grond genageld en met mijn mond half geopend naar haar te kijken. Zoiets had ik nog nooit gezien, zeker niet op onze dansavonden. Wat daar meestal rondliep was meer make-up dan huid, getoupeerd haar van een halve meter hoog, monden die voortdurend kauwgom maalden, borsten die als je met ze danste aanvoelden als beton door de keihard voorgevormde BH die ze droegen, pettycoats van vijftien lagen gesteven dunne rokjes die zo'n herrie maakten door het stijfsel, dat je de muziek amper kon horen en zij door die kleding de arglistig geplaatste rol pepermunt in je broekzak waarschijnlijk nooit gevoeld hebben. Ik zag een paar van mijn vrienden langzaam richting 'wonder' gaan en begreep dat ik snel moest zijn. Nonchalant liep ik op haar af. Met een stem die ik zwaarder wilde laten klinken, maar die hoger klonk dan normaal sprak ik de intelligente woorden: "Kun je mij misschien vertellen hoe laat het is?"
Verlegen keek zij mij aan met een paar ogen, waarin ik onmiddellijk wegzonk als in een put waar alle onschuld van de wereld ingegooid was. "Tien over negen," zei ze haar arm zo draaiend dat ik het eenvoudige Hema-horloge om haar dunne polsje kon zien. Ik begon mijn hartslag rond de kraag van mijn overhemd te voelen, toen ik naast haar ging zitten en startte het meest stuntelige gesprek van mijn leven, bang dat ik iets zou zeggen wat de betovering kon verbreken. Het duurde zeker een uur voordat ik haar durfde te vragen om met mij te dansen. 10/07/201839393939393939393939
39
Nadat ik haar een pepermunt had aangeboden en de rest van de rol op het tafeltje had achtergelaten, liepen we de vloer op. Ik heb nog nooit zo keurig gedanst: heel voorzichtig, steeds dichter naar haar toe tot ik haar eindelijk helemaal
tegen me aanhad. Haar vasthoudend als een zeepbel die elk ogenblik uiteen kon spatten bleven we zwijgend dansen. Toen de zaal opgeruimd werd, dansten wij nog steeds, alsof de wereld om ons heen niet de onze was en tijd geen bestaansrecht had. We proefden van de eeuwigheid zoals God die bedoeld heeft.
10/07/201840404040404040404040
40
Die nacht hebben Eva en ik nog uren over straat gelopen en met elkaar gepraat, alsof we al jaren met elkaar omgingen. Eindelijk kreeg ik vertrouwen, overigens duidelijk niet van haar moeder, toen ik haar om half vijf thuisbracht. Die had haar
namelijk om elf uur al verwacht. Twee dagen later zou zij naar mij toe komen, had ze me beloofd. Twee dagen leefde ik vol twijfel of ze wel zou komen en ik dacht terug aan de dingen die ze over zichzelf verteld had: drie jaar geleden was ze gevlucht uit IndonesiĂŤ, haar vader was door de politie het huis uitgezet, thuis heerste armoede, ze wist met haar gevoelens geen raad maar zorgde wel voor haar moeder en zusje. Het was de eerste keer geweest dat zij een avondje alleen weg mocht om te dansen. De eerste avond dat een jongen haar echt gekust had, het gaf haar een angstig gevoel. Maar die angst was minder sterk dan de warmte en de geborgenheid die ze ervaren had. Na twee dagen kwam zij voor het eerst bij ons thuis. Ik genoot van de reactie van mijn twee broers, toen zij zich voorstelde. Het was overduidelijk dat zij zich afvroegen wat deze schoonheid in hemelsnaam in mij zag. Terwijl ik de keuken in liep om wat te drinken voor haar in te schenken, kwam mijn vader achter mij aan en zei: "Jongen, je hebt al ettelijke meiden mee naar huis genomen, maar ik geef je de raad deze te houden, als zij dat wil tenminste."
Eva wilde en mijn vader werd voor haar de vader die ze zelf nooit gehad had. Veel sneller dan iedereen had gedacht werd hij ook haar schoonvader. We waren allebei 'al' zeventien en kenden elkaar tenslotte 'al' drie maanden. We hielden van elkaar. Bij mij thuis vlogen nog steeds de meubels door de kamer en bij haar was er die armoe en leegte. Als twee pubers vonden wij de uitweg: een baby. Totaal onbekend met het begrip verantwoordelijkheidsgevoel overtuigde ik haar ervan 10/07/201841414141414141414141
41
dat ik de oplossing gevonden had. Het was er één waar niet alleen de Here God het niet mee eens was, maar waar zelfs koningin Juliana nog bij betrokken moest worden, zoals later bleek. Maar eerst moest ik nog even haar moeder vertellen
dat zij oma zou worden. Geen makkie! Mijn relatie met haar moeder was niet ideaal. Zij had al laten merken dat ze graag gezien had, dat haar dochter een iets serieuzere vriend zou vinden. Ouder, en als het kon een ambtenaar, voor mensen uit Indonesië het ideaalbeeld van zekerheid en gezag. Licht gespannen ging ik naar haar toe. Ondanks haar uiterlijk, klein, dik en gedrongen met die typische huid als gedroogd perkament, die je ziet bij oudere mensen als zij te lang in de tropen geleefd hebben, ging er een vreemd soort gezag van haar uit, dat je een onbestemd gevoel van angst gaf. Ik probeerde het op de jofele toer: "Zo bofferd, U wordt oma!" Eerst een onbehaaglijke stilte..., dan de Krakatau in alle hevigheid. Met vuurspuwende ogen ging ze voor mij staan. Dat maakte met haar één meter veertig de zaak weer wat minder dreigend voor mij. Na een paar oud-Javaanse vloeken riep ze dat ik de bloem des levens bij haar dochter weggeplukt had. Door de spanning en doordat ik mezelf probeerde voor te stellen hoe je zo'n bloem plukt, kreeg ik de slappe lach. Het wakkerde haar woede nog meer aan. Zo erg zelfs dat zij probeerde over te
gaan op fysiek geweld. De melkfles op tafel was het dichtst bij de hand. Zij greep hem vast en wilde mij de hersens inslaan, toen die fles boven haar hoofd leegliep en de melk in dikke stralen over haar gezicht langs haar lippen stroomde, die trilden van woede. Ondanks pogingen met haar te praten liepen de tranen van het lachen over mijn wangen en het is eigenlijk nooit meer goed gekomen tussen schoonmoeder en mij, Met koningin Juliana wel. Voordat je achttien was, mocht je niet trouwen zonder haar persoonlijke toestem10/07/201842424242424242424242
42
ming. Ik was nog geen achttien, dus begon er een vreemde procedure. Mijn aanstaande vrouw en ik werden uitgenodigd op het plaatselijke politiebureau, afdeling jeugdzaken, voor een dieptegesprek waarin beslist moest worden of ik vol-
wassen genoeg was voor het huwelijk. De vrouwelijke agente was er een van het moederlijke type, die eerst uit begon te leggen dat ik iets gedaan had waar ik eigenlijk nog te jong voor was en wat ik beter had kunnen laten. Een soort postnatale nazorg. Ze zei dat het haar taak was de koningin te adviseren of ik de zorgen en plichten van het huwelijk kon dragen. Volgens haar zou ik nooit serieus worden en zag ik het leven als een speeltuin en had ik een ondeugende kop die alles en iedereen in de maling probeerde te nemen. "Maar ergens diep in jou zit iets wat er voor kan zorgen dat je het misschien toch nog redt. Ik zal een positief advies geven, al houd ik mijn hart vast voor de gevolgen. "Hare Majesteit had het waarschijnlijk erg druk in die tijd, want het duurde nog vijf maanden voordat de brief met toestemming kwam. ÂŤWij, Juliana, Koningin der Nederlanden etc. etc." De datum kon vastgesteld worden. Zelf wilden we gewoon even naar het stadhuis lopen en weer terug naar ons huisje, dat wij inmiddels gekregen hadden, maar mijn moeder besliste anders: ik zou netjes de deur uitgaan, zodat de familie en de buren niks konden zeggen. Een ijdele hoop, want
we waren het gesprek van de dag. Mijn aanstaande was hoog- en zeer zichtbaar zwanger, maar moeders wil was in dezen wet en ik ging netjes trouwen. Het werd voor mij een hel: gelaten onderging ik het 'netjes zijn'. Om te beginnen huurde ik een hoge hoed, pandjesjas en streepjesbroek. Toen ik mezelf bij dat muffe verhuurbedrijf in de spiegel bekeek in dat pak, dat al op vele begrafenissen gedragen moest zijn, verlangde ik naar mijn eigen begrafenis. Stel dat mijn vrienden mij zo zouden zien! Daar was gelukkig weinig kans op, want wij hadden 10/07/201843434343434343434343
43
de goedkoopste mogelijkheid genomen die het stadhuis kon bieden en wel tien uur 's morgens voor het bedrag vanf 22,50. Die ochtend druppelde de familie langzaam mijn ouderlijk huis binnen met gezichten die boekdelen spraken en
monden die zorgvuldig poogden te vermijden te zeggen wat er op die gezichten te lezen stond: Dit wordt niks tussen die twee. Wat erg voor die ouders. Veel te jong. Onze Henk is gelukkig anders. De trouwauto en twee volgwagens kwamen voorrijden. In een sfeer die meer paste bij een begrafenis dan bij een huwelijk riep de man van het taxibedrijf de namen van de huichelaars af en ging ik op weg naar het huis van mijn aanstaande vrouw, waar dezelfde sfeer heerste. Wat was zij ongelofelijk mooi in die jurk, veel mooier dan Sneeuwwitje of juffrouw Van Dijk. Bijna perfect, alleen een dik buikje dat zeer zeker binnen acht weken weg zou zijn. Bij het stadhuis aangekomen stonden er toch een paar van mijn vrienden. "Nee," zei de chauffeur van de wagen. "Er is geen achteringang." Verbaasd keek de bode van het stadhuis hoe ik de trap op rende met in mijn ene hand die hoge hoed en in de andere mijn aanstaande. Het statige trouwzaaltje vulde zich langzaam met familie, andere belangstellenden en nieuwsgierig fluisterende tantes, die bemoedigend en vertederd knikten in de richting van mijn vrouw. Er kwam ineens een man binnen met
exact hetzelfde pak als ik aan, alleen zonder hoed. Hij bleek de ambtenaar te zijn die ons ging trouwen. Verbaasd keek hij mij aan, keek weer in de map die hij bij zich had. "Geacht bruidspaar, jullie zijn wel erg jong voor deze stap," waren zijn eerste woorden. Dat had hij beter niet kunnen zeggen. Vijf minuten lang was hij nog aan het woord en vijf minuten lang bleef ik hem recht in zijn ogen kijken met een blik of hij zich met zijn eigen zaken wilde bemoeien. In de hal namen wij de felicitaties in ontvangst en we gingen terug naar het huis 10/07/201844444444444444444444
44
van mijn ouders waar ik nu niet meer woonde, maar waar het feest gegeven zou worden. Er waren lange tafels gehuurd met klapstoelen en aan de muur hing een in een feestartikelenwinkel gekocht kartonnen bord met daarop onder een gou-
den kroontje de tekst 'Hulde aan het bruidspaar'. Na een dag vol wijze raadgevingen, dat er toch wel heel wat moest gebeuren, wilde dit huwelijk standhouden, konden we eindelijk naar ons eigen huis."We zijn zelfstandig, volwassen en we kunnen ons eigen leven gaan leiden," zei ik tegen mijn vrouw, toen we dodelijk vermoeid thuiskwamen en ik dat rotpak uittrok. Glimlachend keek ze naar mij, terwijl ik in mijn onderbroek stond, en antwoordde: "Maar als we ooit nog eens gaan trouwen, schat, zou ik het op prijs stellen als je dan andere sokken aantrekt." Ik keek naar mijn sokken: een rode en een blauwe. Toch zenuwachtiger geweest die ochtend dan ik wilde erkennen.
10/07/201845454545454545454545
45
Vrijheid en zelfstandigheid, eindelijk alleen! Ik besefte niet dat je daar een ruime hoeveelheid geld voor nodig hebt en dat was er niet. Binnen enkele weken bleek al dat de zeventig gulden die ik verdiende bij mijn schildersbaas genoeg was tot woensdag. Na een gesprek met die baas kon ik 20 gulden meer krijgen, als ik tenminste bereid was hogerop te willen gaan op de ladder van dat bedrijf. Ik kon de constructie in. Nou mocht dat van de arbeidswet eigenlijk niet als je zeventien was, maar hij wilde mij wel matsen. Mijn eerste klus was op dertig meter hoogte op een balk van 30 centimeter. De angst zou wel over gaan volgens mijn collega's, toen ze zagen hoe ik die eerste dag mezelf heel voorzichtig en met een wit gezicht het klimmen tussen de binten eigen probeerde te maken. Later kwam ik erachter dat mijn baas voor zijn constructieschilders vijf gulden per uur meer vroeg aan zijn opdrachtgevers omdat het werk gevaarlijker was. Het zij hem vergeven. jaren daarna hoorde ik dat hij een groot deel van de restauratie van de monumentale kerk in onze stad bekostigd had, hij zat er ook elke zondag. Een vrome man die ervoor zorgde dat het geld dat hij aan mij verdiend had, gebruikt werd voor een hoger doel. Ondertussen werd het bij ons thuis erg spannend. De dag naderde dat ik vader zou worden. Op een zondagavond in maart was het zover: vroedvrouw gebeld bij de buren en bloednerveus op haar wach-
ten, terwijl mijn vrouw om de tien minuten ineen kromp van de pijn. Hopeloos probeerde ik haar te troosten, ik wist niet wat ik moest doen en voelde me schuldig en te jong voor het vaderschap. De vroedvrouw kwam boven, de grootste vrouw die ik ooit gezien had. Handen als kolenschoppen, schoenmaat 45 (toch nog drie maten kleiner dan haar jurk) en een hoofd als een motorblok van een vrachtauto. Haar stem bulderde door het huiskamertje nadat zij met een houten toeter op de strakke buik van mijn vrouw 10/07/201846464646464646464646
46
geluisterd had. "Ziekenhuis, onmiddellijk." Als een gek begon ik heen en weer te rennen, spullen bij elkaar te zoeken, proberen zo rustig mogelijk te lijken om mijn vrouw niet nerveus te maken. "Kom eens hier schat," riep ze naar mij. Terwijl de
zweetdruppels over haar neus liepen, lachte ze heel geruststellend. "Het komt wel goed, echt". De ziekenwagen was gearriveerd en met moeite zagen ze kans de brancard de steile houten trap af te krijgen. "Ik zie je straks wel in het ziekenhuis, ga jij maar met de ambulance mee," zei de vroedmachine. Ik ging naast de chauffeur van de ziekenwagen zitten, die de ruit achter mijn stoel openschoof, zodat ik daardoor mijn vrouw kon zien en met haar kon praten. Helder wit TLlicht, blauwe flessen, slangen en de ziekenhuislucht. Het laken en de deken waarop zij lag, zaten ook om haar hoofd gewikkeld, alleen haar ogen, neus en mond waren nog zichtbaar. "Je lijkt wel een nonnetje," zei ik in een poging haar op te beuren. Ik was zo nerveus, dat ik niet begreep dat mijn opmerking verstrekkende ethische en theologische gevolgen gehad zou hebben als zij inderdaad een non geweest was. Misschien ook de reden waarom de chauffeur en de broeder in de lach schoten. In het ziekenhuis gingen we meteen naar de verloskamer. Daar heerste een vreemde stilte. Rustig en kalm onderzocht de dokter haar, zei dat het nog wel een uurtje kon duren en dat hij het verder aan de vroedvrouw over zou
laten, die duidelijk hoorbaar al onderweg was. Achteraf gezien leek de bevalling voor mij als een film. Ik kon alleen maar toeschouwer zijn van de verwoesting die ik aangericht had. De kolenschoppen pakten het hoofdje en hielpen mijn dochter op de wereld, aan het huilen was te merken dat zij het binnen beter naar haar zin had. Angstig keek ik naar die handen om dat hoofdje, verrast over de tederheid en voorzichtigheid waarmee zij aan het werk waren. De kolos glimlachte ons stralend toe, toen zij het kleintje op de 10/07/201847474747474747474747
47
borst van mijn vrouw legde en feliciteerde ons fluisterend, met een stem vol bewogenheid. Een vrouw die hield van haar werk. We werden even alleen gelaten: twee kinderen met een kind die alle drie huilden. De vroedvrouw stond inmiddels
in de kamer ernaast haar handen te wassen. Ik liep naar haar toe om haar te bedanken. De handdruk was zo stevig dat de tranen bijna weer kwamen. "Jij bent toch Frank van der Gaag? Wist je dat ik jou ook nog op de wereld geholpen heb?" Ik keek onmiddellijk in de spiegel boven die wastafel naar mijn hoofd, toen weer naar die handen en begon te rillen over mijn hele lijf. "Is er iets?" vroeg zij. "Nee hoor mevrouw," zei ik, terwijl ik een stap achteruit deed. Tien dagen was ik alleen, een tijd om te beseffen wat een vrouw allemaal doet in een huishouden. Dat is in ieder geval veel meer dan ik dacht. De dag voordat zij met mijn dochter thuiskwam uit het ziekenhuis, gebruikte ik geheel om het huis weer toonbaar te maken. Dat ging me redelijk goed af. Wat minder lukte, was met mijn loon drie monden vullen. Gelukkig wist mijn bank de oplossing: een persoonlijke lening. Vijfhonderd gulden kostte slechts 25 gulden per maand. Trots keken wij naar de vijf briefjes van honderd gulden. Onze problemen waren voorbij, we waren rijk.
10/07/201848484848484848484848
48
Het jaar dat volgde, vulde zich met luiers, veel luiers en volle luiers, gewassen in het langzaamwassertje van het merk dat AZ 67 zo'n succes zou brengen en ons elke maand weer in contact bracht met onze bank. Mijn vrienden zag ik niet meer. De kloof was te groot en ik had niet de behoefte om zonder mijn vrouw ergens naar toe te gaan, We raakten daardoor redelijk geĂŻsoleerd, totdat een van die jongens van Youth for Christ aan de deur stond: het was de broer van Rob, de knaap die mij mijn eerste en tevens laatste Bijbelstudie gegeven had. Jasper vertelde mij dat zijn broer inmiddels verhuisd was naar Limburg om daar de rooms-katholieken het evangelie te vertellen. Hij had zelfs een opvouwbaar doopvont meegenomen, zodat hij de bekeerde roomse gelijk kon dopen door onderdompeling. Hij noemde het zijn geheime operatie, nog steeds zo gek als een deur dus. Jasper niet, die vertelde mij dat de groep veranderd was en dat zij medewerkers zochten voor een actie die ze gepland hadden. "Moet je daar niet christelijk voor zijn?" vroeg ik hem spottend. 10/07/201849494949494949494949
49
10/07/201850505050505050505050
50
Hoofdstuk IV De dingen die Jasper die middag tegen mij gezegd had, bleven in mijn hoofd hangen. Sterk kwam alles weer terug: hand opsteken tijdens de dienst en de ge-
borgenheid van dat moment. Zonder het te willen begon ik mezelf te schamen. Niet over dingen die ik gedaan had die volgens sommigen niet door de beugel konden, maar om het feit dat ik het meisje gekregen had waar ik om gevraagd had en Hem die mij haar gegeven had verder links liet liggen. Jasper nodigde ons uit om kennis te komen maken met de groep die de actie wilde gaan organiseren. Zolang het geen Bijbelstudie op een zoldertje zou zijn, ze niet gingen zingen en ik weg mocht gaan wanneer ik dat wilde, zou ik komen. "Laten we maar gaan, Frank, het kan nooit kwaad als we wat gaan doen voor Hem." Verbaasd keek ik mijn vrouw aan. Ik had me net voorgenomen haar te vertellen over mijn ervaring en, zoals die lieden het noemden, mijn bekering. "Ben jij dan ook bekeerd, met Jezus en zo?" "Dat weet ik niet, maar ik geloof en ik bid. Moeder bad altijd met en voor ons en leerde dat wij dat ook moesten doen." Ik had weer wat om over na te denken. Die week gingen we naar de groep. Op weg er naartoe vertelde ik mijn vrouw hoe het zou zijn: uitgestreken smoeltjes, grote 10/07/201851515151515151515151
51
bijbels, vals zingen en een verhaal over dingen die je niet mocht doen. Bij het huis aangekomen wilde ik rechtsomkeert maken; niet nog een keer voor paal zitten en het gevoel hebben in een gevangenis te zijn. "Kom op, we pleiten `m, ik
heb geen zin in die lui." "Wees nou niet zo opstandig, misschien valt het best mee," zei mijn vrouw terwijl ze op de bel drukte. Binnen werden we voorgesteld aan de medewerkers. Sommigen kenden mij nog van de actie, anderen waren nieuw. Achterdochtig en afwachtend ging ik zitten en nam de omgeving in mij op. Boven de woonkamerdeur een kruis. Zal wel vol hangen met teksten op keramiek, dacht ik, terwijl mij opviel dat alles eigenlijk heel normaal was in die kamer. De sfeer leek op die van een gezellig avondje met vrienden onder elkaar. Er zou vergaderd worden maar het kostte Jasper duidelijk moeite om iedereen zover te krijgen om hun gesprekken af te breken en te beginnen. "We beginnen de vergadering. Als iedereen zijn Bijbel er even bij neemt." Aha, dacht ik het niet, nu ga je het krijgen: de grote Bijbels, bidden voor Frankje enzovoorts. De jongen naast mij stootte mij aan: "Kan ik even bij jou meelezen, ik ben 'm vergeten." Ik wilde zeggen dat ik hem ook niet bij mij had, maar op dat moment duwde mijn vrouw de bijbel die ik gekregen had in mijn handen. "Leek me wel handig om mee te nemen," zei ze fluisterend,
"Natuurlijk," zei ik trots tegen de jongen naast mij. "Lees maar mee hoor," zei ik met een gevoel waarvan ik later leerde dat het hoogmoed heette. "We lezen vanavond uit EzechiĂŤl," sprak Jasper. Geen idee wie dat was en waar dat stond. Met een gevoel dat later nederigheid bleek te heten vroeg ik de jongen naast mij het op te zoeken. We lazen een stukje en Jasper probeerde het een en ander uit te leggen, waar ik overigens ook niets van begreep. Er werd gebeden: niet dreigend, maar rustig. Ik voelde weer iets als die keer toen ik mijn 10/07/201852525252525252525252
52
hand opstak. De vergadering werd een zootje: veel door elkaar heen praten, soms elkaar in de maling nemen, een beetje mijn stijl. Veel van de mensen van die avond werden voor mij vrienden voor het leven. Er
waren er een paar die ons aanboden om samen de bijbel te gaan lezen. Een aanbod dat ik graag aannam; ik wilde graag bij die mensen horen. Er volgden een paar drukke maanden waarin ik overladen werd met studies, literatuur en bidden, veel bidden, alsof ik al die maanden in wilde halen. Op een kinderlijke manier ging ik om met de Here God; nog niet gestoord door conflicten over allerlei theologische zaken, waar ik me later wel heel druk over zou gaan maken. Alles was heel eenvoudig: Jezus is voor mij gestorven omdat Hij van mij hield, toen ik Hem nog niet kende; nu geeft Hij zin aan mijn leven, haalt de angst weg en ik mag gelukkig zijn. En dat wilde ik aan iedereen vertellen. Tot vervelens toe, vonden veel anderen en eigenlijk hadden ze nog gelijk ook. Thuis ging de wasmachine kapot, maar het leek wel of onze bank ook meer vertrouwen in ons had gekregen, want zonder probleem konden weer deze keer zelfs duizend gulden lenen en voor even waren we weer rijk. We kregen ook een triest bericht: onze huisarts was overleden. De laatste keer dat we bij hem geweest waren had hij het advies gegeven om onze dochter aan het Leger des Heils te geven, omdat wij volgens
hem te jong waren voor een kind. Het was duidelijk te zien dat de drank hem langzaam aan het afbreken was. Hij stierf toen hij zijn pijp aan Maartje gaf, een 42 -jarige prostituĂŠe uit onze stad. Heimelijk vond ik het voor hem een prachtdood. Door mijn nieuw verworven kennis knikte ik bevestigend, toen ze van de bijbelstudiegroep zeiden dat het loon van de zonde de dood is. De organisatie die de actie zou doen, had een landelijk centrum dat ons zou gaan begeleiden. Een onderdeel van die begeleiding was het sturen van specialis10/07/201853535353535353535353
53
ten op het gebied van allerlei geestelijke zaken. De eerste die kwam, was een klein driftig kereltje met een puntbaardje die ons gesprekstechnieken zou leren, zodat wij de jeugd op een eigentijdse wijze zouden kunnen benaderen. Gewillig
luisterde ik naar dit alleswetertje en probeerde hem te begrijpen. Dat lukte niet echt, dus deed ik maar alsof. Nummer twee die kwam, ging over de muziekgroepen. Het was zijn taak om door Nederland te trekken met een stel Amerikaanse jongeren die zouden zingen tijdens die actie. Hij vertelde dat hij er op toe zou zien dat de leden van het 'tienerteam', zoals het genoemd werd, niet in de emotionele problemen zouden komen, vooral niet als het ging om verliefd worden. Hij zou dit absoluut niet toestaan, zei hij streng tegen ons. Zeker een punt om voor te bidden, vond hij. Ik mocht die knaap wel. Een beetje mijn stijl, ook mijn streken zoals bleek toen wij een halfjaar later de aankondiging van zijn verloving in de bus kregen. Met een Amerikaans meisje uit dat tienerteam. Nummer drie was Broekema, de man die mij bekeerd had. Het zou de eerste keer worden dat ik hem weer zou zien en ik had de nacht ervoor geen oog dichtgedaan. Het beeld dat ik ondertussen van die man gevormd had, lag tegen het ziekelijke aan. Ik had moeite met mijn gevoelens als christen. God is er wel maar niet tastbaar of aanspreekbaar op een
menselijke manier. Broekema was voor mij een klein beetje God; wat deze man ook gevraagd had, ik zou hem gevolgd hebben. Een ongezonde afhankelijkheid waar veel christelijke leiders misbruik van maakten, zoals ik later merkte. Schaapjes in hun kudde drijven, meer schapen willen hebben dan hun buurman-herder als bewijs van hun gelijk. Ik kwam daar overigens pas achter toen ik zelf mijn kudde bij elkaar gerommeld had, hoofdzakelijk om mijn gelijk te bewijzen. Broekema was en is een wijze man met veel fouten die ik nu respecteer in plaats van aanbid. 10/07/201854545454545454545454
54
Bloednerveus schudde ik hem de hand: "Nog bedankt dat u mij bekeerd hebt." Hij zei niets terug, glimlachte en keek naar boven. De actie werd een succes, we bereikten zoals wij dat noemden een groot aantal jongeren met het evangelie.
Voor mijzelf was ik toch meer bezig geweest om bij de groep te horen, ik lette heel goed op de anderen: wat ze zeiden en deden, en probeerde dat na te doen. Ik wilde erbij horen, geloven zoals zij, bidden zoals zij. Lijken op de mensen die het hoog hadden zitten. Dat ging me niet echt goed af, want het betrof dan vaak mensen die in mijn ogen nog zachter dan een watje waren en dat was een rol waardoor ik door mijn karakter onmiddellijk afviel. Met andere woorden: ik liep vast. Een vriend gaf me de raad om te stoppen met voor mezelf te bidden om anders te zijn, maar om te gaan bidden voor anderen. Dat zou een band geven met die mensen waardoor ik in staat zou zijn die mensen dan te helpen. Er zijn nu nog dagen dat ik zou willen dat hij dat advies nooit gegeven had. Zoals met zoveel dingen in mijn leven ging ik ook hiermee de grens van het mogelijke en toelaatbare over. Mijn vrouw en ik gingen, zoals het zo mooi heet, het pastoraat in. We kwamen vanaf dat moment in contact met de meest vreemde, gestoorde, krankzinnige, zielige en kapotte mensen. En soms, maar dan ook heel soms, ging het
ineens beter met een van die personen. We voelden ons dan de rijkste en gelukkigste mensen op aarde. Maar veel vaker gingen ze gewoon kapot. Het zou ons veel gaan kosten, zelfs bijna ons huwelijk. Achteraf had veel voorkomen kunnen worden. Nu zie ik duidelijk de fouten die ik gemaakt heb en die van anderen om mij heen. De studies waar je wel gek van moest worden, als je ze allemaal wilde geloven. De tijd kwam dat ik niet meer geloofde als een kind en ongemerkt werd ik op sommige punten een klein, fanatiek geloofsettertje. 10/07/201855555555555555555555
55
10/07/201856565656565656565656
56
Hoofdstuk V "De YFC bus voor ons pand aan de Nieuwelaan. Ik mocht deze bus door Nederland rijden" Mijn werk was nog steeds geen succes: ladder op, ladder af met als uitzicht op je vijfenzestigste voor het laatst ladder af. "Dit lijkt me wel wat voor jou," zei mijn vrouw en las de advertentie voor waarin gevraagd werd naar jonge moedige knapen die brandweerman wilden worden. Minimaal MULO en een handgeschreven sollicitatiebrief. "Lief hoor, schat. Ik zal juffrouw Vermaat vragen de brief te schrijven en deze week mijn MULO halen." Verbaasd bekeek ik de en-
velop die twee weken later op de deurmat lag en opende hem. Een oproep voor een test en geneeskundige keuring voor de heer Van der Gaag. Afzender: gemeentelijke brandweer. "Vermaat had geen tijd, dus heb ik het maar stiekem gedaan," zei mijn vrouw lachend. Wat was ik boos op haar, maar ze beloofde het nooit aan iemand te vertellen en daagde mij uit jong en moedig te zijn. Moedig en met knikkende knieĂŤn ging ik naar de test. "Goeie brief Van der Gaag," zei de zielenknijper die over de test ging. De dag bestond uit allerlei testen, sommetjes, korte zinnen, plaatjes op volgorde proberen te leggen en honderden korte vragen. Toen ik thuis kwam voelde ik me net een uitgewrongen vaatdoek. Ze hadden me medegedeeld dat ik over vier dagen terug kon komen voor de resultaten van de test. "En?" vroeg mijn vrouw. "Prima, de brief was perfect, je kunt volgende week beginnen," zei ik. 10/07/201857575757575757575757
57
Vier dagen later zat ik weer tegen over de zielenknijper, "U bent paniek vast, stressbestendig, redelijk technisch. Wat zwak in uw schrijfvaardigheid. Maar u heeft een brede belangstelling voor allerlei zaken, volgens mij geschikt voor de
functies waarvoor u getest bent." Sprakeloos zat ik de man aan te kijken. "Leest u veel?" vroeg hij. "De Bijbel en de Donald Duck," antwoordde ik en kon mezelf gelijk wel voor m'n kop slaan na mijn eerlijke antwoord. Overigens niet te eerlijk, want ik vergat De Lach', die ik ook nog wel eens las. Ik bedankte de man voor het positieve advies dat hij uit zou brengen. Terwijl ik zijn kantoor verliet, zei hij: "Van der Gaas, bedank ook even degene die je sollicitatiebrief geschreven heeft," en hij knipoogde. Stap één had ik gehaald; nog twee te gaan. De medische keuring was geen probleem, nu alleen nog een dag van praktische testen. De ladderwagen met zijn ladder op dertig meter liep ik fluitend op en af, maar toen de man met een pet vol met goud mij beval een luik in de vloer in te gaan met een geblindeerd masker op, begon ik mij behoorlijk onbehaaglijk te voelen. Kleine donkere ruimtes hadden mij van kinds af aan al peentjes doen zweten van angst. Hij zei mij dat ik net zolang moest kruipen tot ik weer een luik vond en dan naar boven moest klimmen. Ik kroop als een gek door een soort stalen rioolstelsel en bereikte het
andere luik met een snelheid die de gouden pet waarschijnlijk met stomheid sloeg. "Dan nu de vraag: Door hoeveel mangaten bent u gekropen?" Ik had geen idee, als hij mij gezegd zou hebben dat ik langs dertig kisten bananen gekomen was, had ik hem onvoorwaardelijk geloofd. Maar ik zag aan zijn gezicht die de strengheid uitstraalde die mannen op middelbare leeftijd zich aanmeten als zij een of andere officiële pet opzetten, dat ik me hier niet uit kon kletsen met een van mijn 10/07/201858585858585858585858
58
populaire kwinkslagen. Het antwoord moest correct zijn en helaas wilde hij het nu horen. Het getal zeven zat nog in mijn hoofd; de avond ervoor hadden we een Bijbelstudie gehad over de hoer van Babylon. Volgens de knaap die de studie gaf,
was die hoer zonder twijfel de Paus van de Rooms Katholieke Kerk. Het sluitende bewijs daarvoor was de stad Rome die net als Babylon gebouwd was op zeven heuvels. "Zeven, meneer," antwoordde ik. "Prima, je kunt naar het zwembad voor je zwemtest." De eerste twee testen was ik doorgekomen dankzij een vrome schilderbaas en een broeder die nooit zal bevroeden dat al die onzin die hij die avond ervoor verteld had, ook maar ĂŠĂŠn nuttig doel zou kunnen hebben. De zwemtest zou een probleem worden; ik had ze namelijk vergeten te vertellen dat ik niet kon zwemmen. In het zwembad ging ik achter in de rij staan, kijkend hoe de een na de ander met een sierlijke duik aan zijn baantje zwemmen begon. In een vlaag van totale verstandsverduistering sprong ik in het diepe, in de hoop de andere kant te halen. De instructeur haalde mij uit het water, zei dat ik knettergek was en beloofde mij dat hij er voor zou zorgen dat binnen de drie maanden die de eerste opleiding zou duren, ik al mijn benodigde zwemdiploma's zou halen. Binnen een week had ik mijn aanstelling binnen en kon ik mij voorbereiden op mijn taak als vuurvreter. Ik ging afscheid nemen van mijn schilderbaas, maar sprak
de hoop tegen hem uit dat ik in de toekomst zijn bedrijf nog eens uit hoofde van mijn nieuwe functie zou mogen bezoeken. Thuis wachtte er nog meer goed nieuws. Tot nu toe had onze groep haar activiteiten moeten houden bij mensen thuis, maar mede door de geslaagde actie kregen we met hulp van de gemeenteraad een eigen pand. Een voormalig melkwinkeltje in het centrum van de stad zou onze koffiebar worden. Een nieuwe aanpak om de jeugd te bereiken; ook weer niet zo nieuw, maar meer een kopie van de 10/07/201859595959595959595959
59
jongeren cafĂŠs die in die tijd als paddenstoelen uit de grond schoten. Onze koffiebar had dezelfde aankleding en atmosfeer als die cafĂŠs met als enig verschil, dat er geen alcohol geschonken werd. De aanpak was simpel: een klein
podium waar op de zaterdagavond iets muzikaals of een korte hagenpreek gegeven werd. Zo, dat de medewerkers een handvat hadden om te praten met de bezoekers met als doel bekering. Niet vanuit zieltjes winnen voor de eigen club, maar veel meer vanuit echte bewogenheid. Wij hadden Jezus leren kennen, die ons leven totaal veranderd had. We begrepen een klein beetje het woord liefde. We voelden bewogenheid voor die ander, waarvan we wisten dat die niet vanuit onszelf kwam. En wat we ze vertelden, was eigenlijk heel eenvoudig: Jezus wil helpen, Jezus wil troosten, Jezus wil gelukkig maken en je hoeft alleen maar ja tegen Hem te zeggen. Zeer simpel. Er waren er die dat deden en zonder opgelegde regels of wetten zag je ze groeien en veranderen in normale mensen; zeker diegenen die als wrakken binnengekomen waren. Al snel bleek onze koffiebar de randfiguren van de maatschappij aan te trekken; lui die van die maatschappij al zoveel op hun sodemieter gekregen hadden dat ze vaak, omdat wij waarschijnlijk de laatsten waren die nog naar ze wilden luiste-
ren, al hun haat ook op ons projecteerden. Zonder te overdrijven is het achteraf gezien haast niet te geloven dat er in die tijd geen doden zijn gevallen. Soms werd ons letterlijk het mes op de keel gezet of keek je in de loop van een revolver. Ik had het idee mijn plaats gevonden te hebben en dit had voor de rest van mijn leven door mogen gaan. Maar daar werd helaas anders over gedacht. Youth for Christ was en is een interkerkelijke organisatie die een brug naar de kerken probeert te zijn. In mijn geval betekende dat, dat het tijd werd om tot een kerk te 10/07/201860606060606060606060
60
gaan behoren. Er waren er nog een paar binnen de koffiebar die nog niet naar een kerk gingen. Er werd een plan opgesteld om elke zondag met die groep naar een andere kerk te gaan en als we ze allemaal gehad hadden, kon ieder voor zich
een keus maken. je had het zootje ongeregeld moeten zien: we waren met een man of tien en ons hart was dan wel veranderd, maar niet ons uiterlijk. Dat werd overigens binnen sommige kerken niet echt gewaardeerd. De eerste zondag begon gelijk goed: een man in zo'n zelfde pak als waarin ik getrouwd was, wees ons met een gezicht alsof hij net na een boswandeling een haringhandel binnen was gestapt onze plaatsen. Ondanks dat er toch zeker een vierhonderd mensen aanwezig waren, heerste er een doodse stilte, slechts onderbroken door het zachte gekraak van de gesteven overhemd boorden van een stel mannen die voorin de kerk naast de preekstoel op een rij zaten in een bank die gericht was naar de bezoekers. Het leek of zij de mensen zaten te tellen, en telkens als zij een bekende zagen, knikten zij met hun hoofd. De twee grote statige eikenhouten deuren waardoor wij binnengekomen waren, werden door het trouwpak gesloten met een klap die door de statige kerk heen donderde. De stilte die weer inviel, werd voor mij ondraaglijk. "Heb je nog een laatste wens?" fluisterde ik mijn vrouw die naast mij zat toe. De vrouw die voor ons zat en mij al op-
gevallen was omdat zij een hoed droeg met daarop genoeg fruit voor een hele week, draaide haar hoofd en hoed om en keek mij aan alsof ik haar een oneerbaar voorstel gedaan had. Ik sloeg mijn ogen neer en begon in die stilte de spijkers in de vloer delen te tellen. "Shit!" siste ik tussen mijn tanden door. Het werd gelukkig door niemand gehoord. Ik schrok me te pletter, toen de stilte abrupt en heel hard onderbroken werd door het gigantische pijporgel, waar we vlak onder zaten. Er kwam zoveel 10/07/201861616161616161616161
61
lucht uit dat het fruit op het hoedje voor mij ging bewegen. Even dacht ik dat de toetsen van dat orgel bleven hangen, maar later bleek dat het de stijl muziek was waar die mensen van hielden. Naast de preekstoel was een deur waar een man
uitkwam in een zwarte jurk en een wit servet om zijn hals. Iemand uit die bank voorin schudde hem de hand en samen bleven ze nog zeker een paar minuten voorin de kerk staan kijken naar de grond. De man in de jurk beklom de preekstoel, keek priemend de kerk in, hief beide armen op om zijn te wijde zwarte mouwen wat naar achteren te schuiven en bulderde: "GEMEEEEEENTE!, " alsof hij het geluid van het orgel wilde evenaren en bij hem in plaats van de toetsen de klinkers bleven hangen. Ik probeerde te volgen wat hij zei. Wat ik begreep, vond ik eigenlijk best wel goed. Veel van de woorden die hij gebruikte waren voor mij nieuw, maar voor de Nederlandse taal waarschijnlijk al eeuwen oud. Na een klein half uur verloor ik de concentratie en ging verder met het tellen van de spijkers. Een half uur later was hij klaar en volgde een kort gebed, zoals hij het noemde. Was hij toch nog wel weer een half uur mee zoet, terwijl ik mezelf zat af te vragen waarom er voorin de kerk op de eerste rijen enkele mannen gingen staan tijdens dat bidden. Dezelfde mannen namen later in de dienst als enigen deel aan het avondmaal. Er
kwam een stok voorbij met aan het ene eind een zwarte puntzak waaraan een heel klein zilveren belletje en aan het andere eind een man met een heel erg donker zwart pak en grijze handschoenen, die volgens mij stiekem stond te kijken hoeveel geld de kerkmensen erin stopten. De zak kwam voor mijn neus: ik keek van de zak naar de man en weer terug naar de zak. Hij bleef voor mijn neus hangen net zolang tot de zak of de man begreep dat ik nog een wasmachine moest betalen. 10/07/201862626262626262626262
62
Na afloop van de dienst, die 534 spijkers duurde, konden we zoals afgesproken napraten met de dominee. Hij bleek vreemd genoeg een bijzonder geschikte kerel te zijn en probeerde ons uit te leggen waarom zijn kerkdiensten er zo uit za-
gen. "Lijkt me geen kerk voor ons," zei ik 's avonds tegen mijn vrouw. Ik zou die zin nog vele zondagen herhalen. Jasper, die de kerktocht regelde, had wel voor variatie gezorgd, zoals de volgende zondag zou blijken. We bezochten een Volle Evangelie gemeente; niet in een kerk maar in een schoollokaal. Ik leerde later dat dit een van de geliefde plaatsen van deze mensen is om hun samenkomsten te houden. Het was er allesbehalve stil; het lokaaltje vulde zich met een man of vijfentwintig die vreemd genoeg haast allemaal familie van elkaar bleken te zijn. Ook een soort traditie van deze beweging. Veel van hun splitsingen zijn vaak ook niet meer dan het gevolg van een ordinaire familieruzie. De dienst begon: de houten lessenaar van het schoolhoofd werd uit zijn lokaal gehaald en neergezet naast een Johannes de Heer pomporgel, waarachter een vrouw met een paardestaart en een jurk met Brabants bontmotief begon te spelen alsof haar leven er van afhing. De bezoekers liepen zingend naar hun stoel, ons vriendelijk uitnodigend met hen mee te gaan. Na in vlot tempo een aantal
liederen gezongen te hebben uit een bundel met de zelfde naam als het orgeltje, werd iedereen welkom geheten en mochten we gaan zitten. Die ochtend zou een broeder uit een andere plaats de prediking doen. Hij was een bekend evangelist, volgens de man naast mij. De jonge knaap die voorin zat bleek de evangelist te zijn. Hij stond op met in zijn twee handen een Bijbel zo groot en zo zwaar als ik nog nooit gezien had, zelfs niet op mijn eerste studie op dat zolderkamertje.
10/07/201863636363636363636363
63
"Goede morgen, broeders, zusters en nieuw-bekeerden van Youth for Christ," richtte hij zich vriendelijk tot ons. "Halleluja!" zei de man naast mij terwijl hij mij aankeek. Ik glimlachte naar hem. "Hallelujah!' herhaalde hij, maar nu iets luider. Ik
keek hem weer aan, glimlachte weer en vroeg mij af wat hij van mij verwachtte. "Hallleluja , Hallelujah!" zei hij nogmaals terwijl hij mij aankeek met gefronste wenkbrauwen. Mijn vrouw die naast me zat gaf me een por, keek langs mij heen en zei tegen de man: "Hallelujah." "Amen zuster, amen," zei hij met een stralend gezicht. Ze bleken allemaal de neiging te hebben om als er iets gezegd werd door de voorganger daar bevestigend op te reageren. `Amen' was favoriet, gevolgd door `Hallelujah' en als goede derde 'prijs de Heer'. De preek leek veel op de Bijbelstudies die we hadden in onze koffiebar, alleen had de voorganger zijn hele reisschema van de afgelopen jaren in die preek verwerkt. "De dag dat ik in Mozambique aankwam... Ik liep tegen de man op in de straten van Johannesburg... Nadenkend over de naam Mozes onder die olijfboom in Jeruzalem..." Mooi reisschema en een goede preek; het bidden werd gedaan door verschillende mensen uit de gemeente. Toen ze eenmaal goed op gang waren, leek het of er geen houden meer aan was. Het begon op een wedstrijd te lijken, zodra er ĂŠĂŠn klaar was begon de volgende: "Heer we bidden u niet alleen
daarvoor maar ook..." Gelukkig draaide de evangelist er een punt aan door te gaan bidden voor de hele wereld en haar gewesten. De lofprijzing, zoals zij het noemden, kon beginnen; in het begin heel mooi en heel rustig, maar gaandeweg leek het er op of ieder voor zich aan het zingen was. Het klonk als een klassiek orkest dat aan het stemmen was. Mijn aandacht werd getrokken door de man naast mij: hij had zweet op zijn voorhoofd, beide armen omhoog, de vuisten gebald en de ogen dichtgeknepen stond hij eerst heel luid met zijn bovenlip tegen 10/07/201864646464646464646464
64
zijn neus gedrukt adem in te nemen, waarna hij met zijn mond geopend als een cirkel vreemde klanken uitstootte. "Oriam la toerika sadoeria!" Verbaasd keken we naar hem: waar had die man het over? Weer haalde hij duidelijk hoorbaar een
paar liter lucht naar binnen. "Oriam la toerika sadoeria!". De tranen stonden in zijn ogen toen hij ons aankeek. "Ik heb ook de gave van vertaling," zei hij trots. "Het betekent dat Hij van jullie houdt," vertaalde hij, om zich heen kijkend naar de andere gemeenteleden die vriendelijk lachend bevestigend hun hoofd knikten en in verstaanbaar Nederlands 'Hallelujah' en 'amen' riepen. Nou was dat niet echt nieuws voor me, want dat was me al uitgelegd op een veel duidelijker manier. Maar ik bedankte de man toch maar, met hetzelfde gevoel dat ik vroeger had als ik op mijn verjaardag weer eens een nuttig geschenk kreeg van een of andere tante, mooie wanten of iets dergelijks. Terwijl ik veel liever een elektrische trein had gehad. De man begreep het verkeerd en bleef voor de rest van die zondagochtend aan mij plakken als een stuk kauwgom onder een schoolbank. Hij leek wel een vertegenwoordiger die de ene na de andere aanbieding stond aan te prijzen, Er vormde zich een groepje om ons heen, terwijl hij met mij stond te praten. "Waarom vecht je zo tegen de Heilige Geest?"
'Dat doe ik niet meneer." Ik begreep echt niet waar hij het over had en begon me te voelen als die keer toen ik alle eersteklassertje tijdens de pauze op het schoolplein door een ploeg jongens uit klas vijf in een kring van de een naar de ander geduwd werd, steeds harder en steeds ruwer, net zolang tot ik stond te huilen van angst en kwaadheid. "Waarom ben je niet gehoorzaam aan God. Ik wil nu met je bidden en je de handen opleggen." De groep om ons heen was al aan het bidden, sommigen in dat taaltje van die 10/07/201865656565656565656565
65
man, anderen verstaanbaar: "Satan, ga weg van deze jongen, Breek hem Heer, haal zijn hoogmoed weg." Nu was ik graag het middelpunt van de belangstelling, maar dit werd te gek. Ik begreep dat, op wat voor manier ik ook zou reageren, zij
het doel dat ze voor ogen hadden niet los zouden laten, De man werd nu echt vervelend, zeker toen hij doorhad dat ik niet met hem wilde bidden en hij begon te dreigen. "Weet je dat je het bloed van Christus weigert? Besef je dat je kiest voor de duivel?" Zijn woorden zorgden voor een zindering door de mensen die om ons heen stonden. Ik werd gered door Jasper. "Tijd om te gaan mensen," Hij pakte mijn arm beet en haalde mij uit de kring. "We blijven voor je bidden, zodat je ogen geopend zullen worden!" riep de man mij teleurgesteld na. Buitengekomen keek ik naar de kerktoren die enige straten verder boven de huizen uitstak en zag glashelder op de torenklok dat het al over twaalven was. Een half jaar later werd die kerk onze kerk. Nog vele zondagen kwamen wij in allerlei kerken en hoe meer kerken we bezochten, des te verwarrender het werd. Kinderdoop of volwassendoop? Wel of niet
10/07/201866666666666666666666
66
aan het avondmaal? Uitverkiezing of zelf kiezen, hoedje of geen hoedje op? Nieuwe berijming of oude berijming, een slang die wel sprak of een slang die niet sprak, gereformeerd of gereformeerd vrijgemaakt, vol evangelie of voller
evangelie. Binnen verband of buiten verband? We wisten het niet meer en wilden eigenlijk gewoon in de koffiebar onze kerk hebben, Er hoefde niets te veranderen: Bijbelstudie op woensdag, samen bidden op vrijdag. Helaas, men overtuigde ons van de noodzaak van een gemeente voor onze voeding, zoals het heette. We deden het, maar wat zouden we een honger krijgen. De keus maken was hopeloos en ik kwam met een praktische oplossing. De meeste kerken hadden hun diensten op zondagochtend om tien uur, wat ik een onmogelijke tijd vond, want dan moest ik zeker om half tien al opstaan, De kerken waren haast allemaal hetzelfde, behalve dan de eerste twee die we bezocht hadden. Daar zouden ze ons alleen heen krijgen met lichamelijk geweld. We besloten om de plattegrond van onze woonplaats er bij te halen en de kerk te nemen die het dichtst bij ons huis stond. Het was de gereformeerde kerk en binnen twee weken waren mijn vrouw en ik belijdend en volwassen gedoopt lid. We konden weer een paar jaar vooruit in de koffiebar, als legale kerkmensen in een interkerkelijk organisatie.
We hadden nu zoiets als een boterbriefje, maar het duurde nog een paar maanden, voordat we tijd hadden om regelmatig die kerk te bezoeken. Eva's moeder werd namelijk ziek. Ze wilde in haar huisje blijven tot het einde. Na een paar lange en intensieve gesprekken met de huisarts besloten Eva en ik de verzorging op ons te nemen. De dokter had gezegd dat het nog maar twee maanden zou duren. Het werden er vijf. Bijna niet te beschrijven maanden van de meest diepe gevoelens die we ooit hebben gehad en die zich maar op ĂŠĂŠn manier laten vertellen.
10/07/201867676767676767676767
67
"Ga je even mijn moeder naar het station brengen?" vroeg Eva op een toon die absoluut geen tegenspraak duldde. Zij wist uit ervaring al hoe ik zou reageren. Mijn schoonmoeder en ik hadden al jaren een soort van wapenstilstand die zo nu en dan verbroken werd. "Je moeder kan het als stamhoofd voor de verandering toch ook eens vragen aan een van haar eigen kinderen? Ze heeft er tenslotte tien. Wellicht dat er deze keer eentje zin heeft." Vernietigend keek ze mij aan. De verwijzing naar haar moeder als stamhoofd is meestal wel goed voor een dag of drie ruzie, maar soms kan ik het gewoon niet laten haar zo te noemen, Meestal gedraagt ze zich zo, wat naar mijn idee te maken heeft met ha ar koloniale achtergrond (in 1961 kwam ze als vluchteling uit IndonesiĂŤ). Ze probeert als een alwetende over haar familie te regeren. Een familie waarin ik als zeventienjarige jongen door een ongelukkige samenloop van omstandigheden ben terecht gekomen. Op die leeftijd moest ik haar vertellen dat haar dochter zwanger was. Die boodschap maakte haar woedend, zo erg dat ze toen die melkfles oppakte. Vanaf dat moment hadden we de pest aan elkaar en heten dat regelmatig merken. Maar goed, op naar schoonmama. Toen ik aankwam bij haar bejaardenhuisje, stond ze als gewoonlijk al te wachten
voor het raam. "Ben je daar eindelijk, ik heb al een paar keer naar Eva gebeld waar je bleef. Pak mijn arm, het lopen gaat steeds slechter," zei ze op gebiedende toon, de toon die mij zo bekend voorkwam. Tergend langzaam en zwaar op mij leunend kreeg ik haar in mijn auto, zorgvuldig vermijdend aanmerkingen te maken op haar overgewicht. Ik had haar eens voorgesteld op de achterbank plaats te nemen in verband met mijn schokbrekers, maar toen had ze rondgekeken als zocht ze naar een melkfles. Aangekomen op het station besefte ik dat ze geen 10/07/201868686868686868686868
68
bagage bij zich had en ik zag mezelf alweer met een bloedgang terugrijden om het op te halen. "Koffertje vergeten?" vroeg ik op geĂŻrriteerde toon. "Nee hoor, jongen," antwoordde ze. Terwijl ik haar verbaasd aankeek - voor de eerste keer
noemde ze me 'jongen' - viel het mij op hoe oud ze er eigenlijk de laatste jaren was gaan uitzien. Toen we aankwamen op het perron, een tocht die dankzij de Nederlandse Spoorwegen voor ouderen haast niet te doen is: trap op, trap af, bleek tot overmaat van ramp de restauratie gesloten te zijn. Voortsjokkend over het perron vonden we een bank, net buiten de overkapping, waar ze zwaar hijgend op ging zitten. "Niet ziek worden hoor," zei ik slijmerig, angstig dat ik haar weer naar huis terug zou moeten brengen. "Wees maar niet bang hoor, ik ga op die trein," antwoordde ze. Wat had ze me goed leren kennen in die jaren. Zwijgend zaten we naast elkaar, terwijl de invallende schemering het lege perron een trieste en kille aanblik gaf. Waar bleef die trein? Ik wilde zo snel mogelijk van dat station weg. Ik heb de pest aan stations. Op de een of andere manier word ik van die dingen heel erg depressief. "We moesten na afloop de wol die over was weer inleveren," zei ze plotseling, de onbehaaglijke stilte tussen ons verbrekend. Verbaasd keek ik haar aan. Werd ze seniel? Tot nog toe was ze altijd zeer scherp geweest, zeker tegen mij. "Ik bedoel de Jappen, we moesten sokken voor ze breien
in de oorlog en als wij klaar waren, kwamen zij de sokken ophalen. De wol die over was, werd allemaal bij elkaar gedaan en gewogen, zodat we niets voor onszelf achter konden houden. Ik moest wel voor ze werken, ik had acht kinderen die moesten eten. Hun vader, mijn eerste man, was er na nummer acht vandoor gegaan met een ander en liet de zorg voor die kinderen aan mij over. Er waren dagen dat er echt helemaal niets was, dan ging ik gras plukken en gaf ze dat als eten. Het laatste jaar was het ergste, we werden door de Jappen als gezin uit el10/07/201869696969696969696969
69
kaar gehaald en in verschillende kampen geplaatst. Weet je, jongen, dat ik dat laatste jaar niet meer kon huilen? Heel gek, maar de tranen waren gewoon op. Wat overbleef, was bidden, elke dag weer, om te blijven hopen." Waarom vertelde
ze mij dit allemaal? Nog nooit had ze mij op deze manier iets verteld. Ik keek haar aan en zocht naar een uitdrukking in haar gezicht die liet merken dat ze de pest aan me had, maar ik zag alleen maar een vreemd soort angst. De tranen die over haar gezicht liepen, vermengden zich met de druppels van de druilerige regen, die net begon te vallen. Waar bleef die trein? Ik kreeg het behoorlijk koud en kon niets anders doen dan mijn jas om haar schouders leggen, met een vreemd soort schaamte dat ik iets aardigs voor haar deed. Op zachte toon ging ze verder. "Later, na de oorlog, heb ik je schoonvader leren kennen en ben ik van voren af aan begonnen mijn leven op te bouwen in IndonesiĂŤ. Maar na een aantal jaren ging het weer mis. Er kwam revolutie en de toestand werd voor ons heel dreigend, Op een dag werden onze buren afgeslacht en het zag er naar uit dat wij de volgende slachtoffers zouden worden. De groep opstandelingen kwam op ons huis af. Ik kon ze God zij dank ompraten en die dag lieten zij ons verder met rust. Wij moesten vluchten naar Nederland." Ze pauzeerde omdat ze buiten adem raakte. Een zware hoestbui deed haar gezicht van pijn
verkrampen. Ongerust pakte ik haar beet. "U bent ziek en niet in staat om te reizen; kom op, ik breng u weer naar huis en bel de dokter." "Nee!" zei ze plots heel fel. "Ik ben niet ziek en een dokter heb ik niet meer nodig. Wat er ook gebeurt, ik wil dat je blijft wachten en me op de trein zet." Voor even was haar dominerende toon weer terug, maar vreemd genoeg stoorde het mij deze keer niet en ik voelde ook niet de behoefte om te reageren op die toon. Het leek of de blik in haar ogen steeds vager werd en zij niet meer geĂŻnteresseerd was in haar omgeving.
10/07/201870707070707070707070
70
Voor een tijdje zaten wij weer zwijgend naast elkaar, alleen voelde ik mij nu niet onbehaaglijk maar op een vreemde manier aanhankelijk. Waarom nu pas, na al die jaren, zo'n gesprek? Lag het aan haar of heb ik gewoon nooit willen luisteren? "Je schoonvader liet mij in de steek toen we een paar jaar in Nederland waren en wéér stond ik er alleen voor, wéér opnieuw beginnen. Zij pakte mijn hand en begon te huilen. Ik voelde mij hopeloos en wist niet wat ik tegen haar moest zeggen. Plotseling werd ik angstig: wat nu als ze hier doodging op dat lege station in die regen? Even kreeg ik de neiging om weg te vluchten van de hele situatie. Als er echt iets ernstigs zou gebeuren, was ik toch wel de laatste persoon in haar leven die haar hierin zou kunnen of willen helpen. Ze kneep in mijn hand en hulpeloos kijkend zei ze met schaamte in haar stem, heel zachtjes: "Frank, ik heb mijn plas laten lopen." Ik schrok me rot. Mensen helpen, graag; de goeie vent uithangen, prima, maar er is een aantal dingen waar ik beslist niet tegen kan. De hele situatie werd voor mijn gevoel heel gênant. Hoopvol rondkijkend op het perron naar een verpleegster of een ander vrouwelijk persoon die de zaak discreet zou kunnen oplossen, zag ik alleen maar de leegte van dat perron. Ik wilde weglopen maar ze bleef me
vasthouden en toen ik haar hielp met het probleem, schaamden we ons allebei ontzettend. Met haar ogen naar beneden gericht bedankte ze mij voor de hulp. "Hoe laat komt die trein van u eigenlijk, mams?" "Ik weet het niet precies, maar ik hoop dat hij nog even weg- blijft. Zou je het erg vinden om je vrouw even te bellen en te vragen of ze bij ons wil komen zitten? Plotseling mis ik haar heel erg. Weet je, nadat haar vader mij verlaten had, was zij het die mij de liefde gaf die ik zo nodig had in die tijd. Ik wilde haar niet ook 10/07/201871717171717171717171
71
kwijtraken en toen kwam jij haar bij me weghalen. In die tijd was je nou niet bepaald het ideale beeld dat een moeder heeft van een man voor haar dochter, begrijp je?" Toen ik van de telefooncel terugkwam bij het bankje, zag ik dat ze in slaap was gevallen. Stilzwijgend wachtte ik op mijn vrouw. Ze was er binnen tien minuten en ging naast haar moeder zitten. Het viel mij op hoeveel die twee op elkaar leken. Verbaasd merkte ik dat ik daar trots op was. Tegelijkertijd echter zag ik haar er heel snel steeds slechter uit gaan zien. Ik begreep ineens dat de trein die moest komen de oplossing was voor haar, maar vreemd genoeg wilde ik ineens niet dat die trein kwam. Ik wist dat als zij op de trein zou stappen, wij haar nooit meer zouden terugzien. Vanaf het oneindige waar de twee evenwijdige sporen elkaar raken, zagen wij het licht van de trein naderen, steeds dichterbij. Onvermijdelijk en angstaanjagend liep de trein het station binnen. Mams was inmiddels al zo verzwakt dat wij haar naar de trein moesten dragen. "Ik zie dat jullie gelukkig zijn met elkaar, blijf bij elkaar, ook als het slechter gaat. Frank, jou wil ik vragen heel goed voor haar te
zorgen," zei ze bijna fluisterend, met doodsangst in haar ogen. Plotseling raakte ze in paniek. "Is er dan niemand op dit rot perron die haar kan helpen?" schreeuwde ik in wanhoop. "Ik help wel even." Verbaasd keek ik naar de man die dit had gezegd. Ik had hem nog niet zien staan. "Had je dat niet wat eerder kunnen zeggen," zei ik geĂŻrriteerd. Vriendelijk antwoordde hij dat hij de conducteur van de trein was. "Gaat u mee, mevrouw Meijer?" zei hij, haar uitnodigend zijn handen reikend. 10/07/201872727272727272727272
72
Terwijl zij angstig naar ons keek, hief zij twijfelend haar handen op naar de reikende handen van de conducteur. Hij hielp haar op trein. Hulpeloos en wanhopig keken wij hoe de conducteur haar voor het raam van de eerste klas coupĂŠ zette.
Haar gezicht was steeds moeilijker te zien door de vertekening die de regendruppels op het raam veroorzaakten. De trein zette zich in beweging. Meelopend tot het uiterste eind van het perron probeerden Eva en ik haar zo lang mogelijk te zien. Het eind van het perron naderde onherroepelijk en steeds sneller reden de trein en moeder uit ons leven.
10/07/201873737373737373737373
73
10/07/201874747474747474747474
74
Hoofdstuk VI Nadat ik mijn eerste opleiding bij de brandweer had voltooid, begon ik 24uursdiensten te draaien op de kazerne. Al heel snel kwam ik er achter dat de sfeer en de mentaliteit daar heel anders waren dan in de burgermaatschappij.
Dat had alles te maken met het werk van de brandweer en de macho-cultuur die er ontstaat, wanneer je een ploeg mannen steeds voor 24 uur bij elkaar zet. Vanuit mijn geloof was ik steeds bezig geweest met gefrustreerde pubers, die door hun leeftijd nog vatbaar waren voor verandering. Achteraf gezien een makkie om mee te praten, met vragen die nog niet echt gevormd waren door levenservaring. Ik geef hierbij het advies om een brandweerman nooit zo te benaderen. Op mijn eerste wacht van 24 uur nam ik het besluit ze gelijk duidelijk te maken wie ik was en waar ik voor stond. "Zou ik even mogen bidden?" vroeg ik de
brandmeester die aan het hoofd van de tafel zat, toen de warme hap opgediend werd. Verbaasd keek hij mij aan; ik had die dag bij mijn nieuwe collega's nog niet de indruk gewekt een diep gelovig mens te zijn. Ik had hooguit twee moppen verteld die eigenlijk niet door de beugel konden voor een gelovige en ik had net zoals de anderen mijn mening gegeven over de verschillen in biologische bouw van een groepje verpleegsters die 's middags op excursie kwamen op de kazerne. Ik vouwde devoot mijn handen, sloot mijn ogen en nam de tijd om te danken 10/07/201875757575757575757575
75
voor mijn eten. Nadat ik mijn ogen weer geopend had, zag ik negen collega's die in alle rust zaten te kauwen op een stuk vlees, mijn stuk vlees. Mijn geestelijke carrière bij de brandweer was hiermee zo goed als ten einde en zonder het te merken of te willen toegeven ging ik mij op mijn werk net iets anders gedragen als thuis of andersom. Ik ging me steeds meer aan de situatie aanpassen waarin ik mij op dat moment bevond, gewoon om aanvaard te worden door de groep van dat moment. Ondertussen bleken veel mensen in die groep hetzelfde te doen; zich aanpassen dus. En dat terwijl ik het had kunnen weten. Je dronken voordoen dan je was, gebeurde al een hele tijd terug in een andere groep waar ik ooit toe behoorde. Je vromer of christelijker voordoen dan je bent, bleek een normaal gedragspatroon te zijn in alle christelijke clubjes waarin ik terechtkwam en als dat toevallig niet het geval was, dan hadden ze aan mij een goede leermeester. Gelukkig had ik eerst nog een paar jaar het zogenaamde koffiebarwerk te doen, waarin ik mensen leerde kennen die mij onnoemelijk veel zouden leren over wat het is om echte vrienden te hebben en dat die vrienden mij de basis zouden geven om dit leven door te komen. Een van de belangrijkste is Izaäk. "Het einde is nabij, bekeert u allen, heeft de duivel mij gezegd via mijn kolenkachel," sprak hij gewichtig, de eerste
keer dat ik hem zag. Een klein kereltje van een jaar of vijfentwintig gekleed in een lange wollen jas, sandalen zonder sokken aan zijn voeten en onder die jas een ontbloot bovenlijf dat zo mager was, dat de ribben met gemak te tellen geweest zouden zijn als dat lijf niet bedekt geweest was met die ranzige laag vuil vermengd met opgedroogd zweet. Zijn gezicht had iets van een Bijbelse uitdrukking zoals op de schoolplaten met Bijbelse voorstellingen. Het sterkst deed hij mij denken aan de afbeelding van Johannes de Doper; dezelfde wilde haargroei en een 10/07/201876767676767676767676
76
onverzorgde baard waarvan de haren in de knoop zaten. Ogen die dreigend probeerden te kijken, maar niet verder kwamen dan ondeugend, als bij een klein kind dat een vies woord zegt zonder te begrijpen wat het woord betekent.
"Hallo, ik ben Frank. Hoe vond je het programma?" Zo begonnen wij altijd een gesprek in de koffiebar. Hadden we geleerd van die kleine tuinkabouter van het landelijk centrum tijdens de cursus 'omgaan met bezoekers'. "Het meisje zegt dat het goed is," antwoordde hij, terwijl hij mij glazig aankeek. Zo stoned als een deur, was mijn conclusie en ik probeerde in te schatten wat voor een problemen hij kon veroorzaken. We hadden in de koffiebar al redelijk wat ervaring opgedaan in het hanteren van dit soort jongens en ik besloot mij verder met hem bezig te houden die avond en hem weg te houden van de andere junkies die we al binnen hadden. Het leek erop dat hij speed gebruikt had, een middel dat de meeste mensen erg actief maakt. Wat kon deze jongen praten; uren bleef hij het ene onsamenhangende verhaal na het andere vertellen. Aan het eind van de avond zei hij dat hij een hoop van mij geleerd had, dat hij alles heel goed zou onthouden en zou proberen zijn leven te veranderen. Verbaasd keek ik hem aan; ik had nog geen twee woorden met hem gesproken. Ik wist niet wat ik met hem aan moest, maar op de een of andere manier had ik
mijn hart aan hem verloren. Niet omdat hij zo zielig was, maar veel meer om die ondeugende ogen. Ik gaf hem mijn huisadres op een papiertje mee en vroeg of hij eens langs wilde komen. "Om lekker samen te blowen?" vroeg hij uitdagend lachend. "Nee, want als je dat bij mij thuis doet, breek ik allebei je benen". "Dat mag jij niet van Jezus, dan kom je in de hel, heeft het kleine meisje mij gezegd," zei hij met diezelfde lach op zijn gezicht terwijl hij de koffiebar uitliep. Drie dagen later ging midden in de nacht de telefoon: politie. Ze hadden een jonge man van 10/07/201877777777777777777777
77
straat gehaald, omdat hij die nacht bij mensen aanbelde om ze te vertellen van Jezus en hen uit te nodigen voor de koffiebar-avond. Als ze niet kwamen, zou hij ze in elkaar komen rammen, een voor Youth for Christ nieuwe vorm van evangelieverkondiging, die het werk geen goed zou doen. Op het bureau was Izaäk totaal niet aanspreekbaar en in zijn jaszak hadden ze het briefje gevonden met mijn adres en telefoonnummer. Ik kleedde mij aan en ging op weg naar het bureau. Ze hadden daar inmiddels Izaäk in een cel gestopt, waar hij zich helemaal uitgekleed had en met resten van zijn ontlasting zat te tekenen op de muur van de cel. Schokkend en mensonterend. De politie was al enige uren bezig te proberen hem op te laten nemen in een inrichting. Nu kan dat in Nederland alleen maar als de patiënt dat zelf wil of als hij een direct gevaar is voor zijn omgeving. De dokter die was komen kijken vond dat dus niet en er volgde een aantal uren van bellen naar allerlei instanties met de vraag of zij hem op wilden nemen. Zijn toestand verslechterde zienderogen; hij begon zichzelf te verwonden door met zijn hoofd tot bloedens toe tegen de muur van de cel te beuken. De dokter die weer gevraagd was om te komen kijken, nam dit keer wel het besluit een KZ-verklaring af te geven, die de mogelijkheid bood Izaäk voor drie weken naar een psychiatrische inrichting te
brengen. Die nacht op het politiebureau leerde ik ook meer over 'zaak. Ik hoorde dat hij enige jaren daarvoor in een jongerencafé een jus d'orange gedronken had waarin ze voor de gein twee LSD-trips gedaan hadden. Dat had een explosie in zijn hersenen veroorzaakt had. Daarvoor was hij een redelijke knaap geweest die als onderhoudsmonteur zijn geld verdiende en ondanks zijn labiele karakter een rustig leventje leidde. Die trips hadden zijn hersenen ver10/07/201878787878787878787878
78
woest en de basis van een gedisciplineerd leven dat hij met zijn labiliteit zo nodig had, bij hem weggenomen. Hij leed aan flashbacks van die ongewenste trip die hem op het laatst frequent psychotisch maakte.
Ik mocht mee toen ze hem in een ambulance naar de inrichting brachten. In een dwangbuis lag hij op de brancard met verwilderde ogen om zich heen te kijken. Ik was er diep van overtuigd dat God deze jongen zou gaan genezen en hoopte echt dat ik daarbij zou mogen helpen. Hij bleef geen drie weken maar bijna een half jaar in die inrichting, waar ze kans zagen hem heel langzaam weer redelijk te laten functioneren. Ik ging elke week bij hem op bezoek en we kregen een heel speciale vriendschapsband. Ondanks het verschil in intelligentie konden we, als hij helder was, heel goed met elkaar praten en leerden we elkaar steeds beter kennen. Ik kon hem over God vertellen, die van hem hield en hem zou helpen. Over Jezus die hem zag als Zijn kind. vooral de verhalen waarin Jezus vertelde over hoe wij met kinderen om moeten gaan - daar genoot hij van. Als hij psychotisch werd, beweerde hij altijd het stemmetje van het kleine meisje te horen. Dat miste hij nu wel, zei hij op de dag dat ik hem kwam halen en hij naar zijn huisje mocht.
Samen met de medewerkers van de koffiebar hadden we het voor hem in orde gemaakt. Dat was een smerig werkje. Er moest eerst een container vol vuil uit gehaald worden, Maar nu zag het er weer keurig uit. Izaäk keek verrast rond en fluisterde in mijn oor dat dit hem een week werk scheelde. "Kan ik lekker in het zonnetje liggen." Vijf jaar lang zou hij mijn beste vriend zijn. Nu lijkt het misschien alsof ik als een soort heilige door het leven ging, maar ei10/07/201879797979797979797979
79
genlijk begon ik mij te ontwikkelen tot dat geloofsettertje waar ik het al eerder over had. Reeds een flink aantal jaren draaide ik nu mee in het evangelisch wereldje en ik was een van de leiders geworden van de koffiebar. Het geloof begon
zich te ontwikkelen naar de ervaringen die ik opdeed met die jongeren en wat ik dacht te leren uit de eindeloze reeks bijbelstudies die ik kreeg en op het laatst zelf gaf. Je dankte God voor alles en daarmee kreeg Hij ook ongemerkt de schuld van alles. Werken onder jongeren was achteraf gezien een makkie. De ellende kwam voor mij toen ik wat ouder werd. Gespannen keek ik het kleine zaaltje in: hoeveel zouden er komen? Het zou de eerste avond worden die ik zelf georganiseerd had; eindelijk los van de koffiebar en de kerk waarin ik jeugdouderling geworden was. Binnen de koffiebar en kerk had zich een groep jongeren om mij heen verzameld die door haar opstelling in geen van beiden meer paste. Niet dat de groep of ik dacht beter te zijn, maar wel duidelijk anders: een beetje hangend tussen de pinkstergemeente en de evangelische. We noemden het een bijbelstudiegroep, in feite was het een klein kerkje, oprecht zoekend en erg, maar dan ook heel erg fanatiek en bijzonder onbezonnen. Wij zouden het anders gaan doen dan die duffe kerk of ingeslapen koffiebar.
Een uniek gezelschap, dat wel. Uiteraard was daar Izaäk, een ploegje exverslaafden, (enkele waren al meer dan vier weken clean), een gospelband (sommige waren al meer dan vier weken christen), wat ex-gedetineerden, twee ongehuwde moeders. Daarbij kwamen nog enkele op het eerste gezicht normale lui, die ze later toch niet allemaal op een rijtje bleken te hebben. Mijn Bijbelstudie was in mijn ogen die avond perfect: het zout der aarde ingewreven in de wonden van een zondig lichaam. Ademloos werd er geluisterd; bijna 10/07/201880808080808080808080
80
alle bezoekers had ik, zoals het heette, tot de Heer mogen leiden'. Een ervaring waarvan snel gedacht werd dat ik er wat mee te maken had en die mij een voorsprong gaf in geloofwaardigheid. Niet voor allemaal die avond; een van de bezoekers kwam rustig op mij aflopen, tikte mij op de schouders en gaf me zo'n knal voor m'n kop dat ik bewusteloos in het geleende drumstel geslagen werd. Voor de groep kon ik nu niet meer stuk. Het was dan wel geen steniging, maar toch niet slecht voor een beginnende voorganger. Ondanks de pijn en de gezwollen kaak waren mijn vrouw en ik dolblij. We waren ervan overtuigd dat dit was wat wij moesten doen en ons leven en ons huis vulden zich met de mensen van de bijbelstudiegroep. Ondanks de onbezonnenheid gebeurden er in de tijd die volgde echt geweldige dingen. Sommigen werden normaal; er gingen er een paar de zending in, er ging er ĂŠĂŠn werken bij de EO, een ander werd een bekende componist, twee werden dominee en weer anderen werden gelukkig door te trouwen en veel, heel veel kinderen te krijgen. De gospelband werd zelfs een beetje bekend, al gebeurde dat pas toen zij hun naam veranderden en zij hun getuigenis wat aanpasten aan het publiek. Onder de naam 'Epidemie' vertelden de bandleden uitgebreid over hun leven voordat zij in de band zaten. Tijdens een optreden op een landdag van de gereformeerde bond kwam dat nogal
schokkend over. Hun naam werd Taith' en de teksten werden netter. Natuurlijk had ik het ontzettend druk en maakte ik mij druk om de dingen die ik erg belangrijk vond. Daardoor vergat ik dat mijn vader eigenlijk ernstig ziek was. Er was enige tijd geleden een vlek op zijn long geconstateerd en de artsen besloten hem te opereren. Ik was ervan overtuigd dat mijn gebeden hem zouden genezen. De gedachte dat hij zou sterven was absurd. Het was toch wel schrik10/07/201881818181818181818181
81
ken toen i k hem een dag na de operatie zag. Een hoog bed, groene strakgestreken lakens, boven zijn hoofdeinde een paar monitoren in een kille grijze kleur en met hoge monotone piepgeluiden. Naast zijn bed hingen chroom stangen met
daaraan verschillende flessen voor het infuus. In zijn neus zat een plastic klem waaraan twee groene dunne slangen die aan beide zijden over zijn oren liepen naar de zuurstoffles, die de overgebleven long hielp te wennen aan het dubbele werk dat hij deze tijd die mijn vader nog restte zou moeten verrichten. Zijn kunstgebit hadden ze uitgenomen, waardoor hij er ondanks zijn 57 jaar uitzag als een heel erg oude man. Voorzichtig en angstig boog ik naar hem toe en keek hem in zijn half geopende ogen en stelde hem die stompzinnige vraag die zo vaak gesteld wordt aan doodzieke mensen: "Hoe gaat het?" Hij fronste zijn wenkbrauwen, glimlachte flauwtjes en antwoordde: "Prima, heb je een sigaret voor me?" Na een week mocht hij uit bed en het zag er naar uit dat met die long ook de kanker uit zijn lichaam was verdwenen. Mij was geleerd dat om behouden te worden, dus in plaats van de hel de hemel, je Jezus aanvaard moest hebben. De schrik zat er goed in bij mij. De tijd die hem nog restte, gebruikte ik om vele gesprekken met hem te voeren over mijn geloof en zekerheid en de noodzaak voor
hem om die zelfde stap te nemen. Ik ben eigenwijs, iets wat ik duidelijk van hem geĂŤrfd heb. Dat gaf die gesprekken een heel eigen karakter. Na een paar maanden verdween de angst en leek het leven weer eeuwig te duren. De bezorgdheid die gericht was op het leven na dit leven verdween en daarmee ook de aandacht voor hem. Morgen was voor mij belangrijker dan vandaag. De groep groeide gestaag en de sfeer was oprecht en intens. Maar we waren net 10/07/201882828282828282828282
82
een stel kinderen dat even alleen mocht spelen: een soort vadertje en moedertje zonder de problemen van de echte vaders en moeders. De tijd die we als gezin gaven aan de groep, de energie, het geld, het opgeven van de privacy - het was
het allemaal waard. Telkens weer veranderden mensen van doelloze wrakken tot personen die een zin vonden in hun leven. Wat we echter vergaten was dat de meesten nog een jaartje of zestig mee moesten in een wereld die daar heel anders over dacht en dat het geloof geen garantie is voor een onbezorgd leven, maar een garantie om de onvermijdelijke ellende die komt te dragen. Huilend lag hij in de isoleercel van de inrichting. Die nacht hadden ze Izaäk opgepakt, omdat hij met schroevendraaier en hamer de regelkasten van een verkeerslichtinstallatie aan het slopen was. Met de hamer was hij al bezig geweest op enkele geparkeerd staande auto's bij het kruispunt. Deze keer was hij heel agressief geweest, waardoor de opname snel geregeld kon worden, Terwijl ik door een klein rond ruitje van de celdeur wanhopig naar hem stond te kijken, kwam voor her eerst twijfel in mij op over de God zoals ik Hem dacht te kennen, "Het is beter om nog even een paar dagen te wachten voordat je bij hem naar binnengaat," zei de arts die naast mij kwam staan. Ik keek hem aan en merkte dat hij een nauwelijks opvallend zenuwtrekje aan zijn onderlip had. Bij vorige opna-
mes hadden we elkaar al een paar maal gesproken. Ondanks dat zenuwtrekje maakte hij nu een veel rustiger indruk op mij dan die vorige keren. "We hebben de vorige keer een hersenfilm van hem gemaakt, waaruit duidelijk blijkt dat die beschadigd zijn. Als je daarbij zijn erfelijke belasting en labiliteit in aanmerking neemt, is zijn ziektebeeld eigenlijk hopeloos, en wat jij doet voor die jongen is dat dus eigenlijk ook. "Ik keek hem aan en begreep dat hij er niks van begreep. "Wij denken dat datge10/07/201883838383838383838383
83
ne waar wij in geloven ons vertelt dat niets hopeloos is." Met de typische blik die zieleknijpers eigen is, keek hij mij aan. "Let op," dacht ik, "zo dadelijk legt hij zijn arm over mijn schouders, loopt met me die lege gangen door en probeert mij er van te overtuigen dat hij door zijn ervaring en studie geleerd heeft dat godsdienst een mythe is." Hij legde zijn arm over mijn schouders en begon door de gangen te wandelen. "Zijn hersenen hebben niets te maken met wat jij zijn 'ziel' noemt. Jouw geloof is niet het mijne; ik noem dat zijn persoonlijkheid. Daar is niets mis mee; zoals ik hem heb leren kennen, is hij een zachtmoedig mens met veel zorg om 'het kleine meisje', je weet wel, van dat stemmetje dat hij zegt te horen. Zijn gevoelsleven is op de een of andere manier daarop geconcentreerd. Mijn zorg is dat jullie zijn ziektebeeld verkeerd interpreteren, en daarmee ook zijn reacties op datgene wat jullie hem vertellen. Jullie praten met hem over een god die voor jullie ook niet te begrijpen is en waar jullie allemaal anders over denken. Als je stabiel bent, is dat allemaal best te verwerken en aanvaard je ook het mystieke van je geloofsbeleving. Izaäk is daar niet toe in staat. Hij zal het mystieke vermengen met zijn zieke geest. Begrippen als 'god' en 'duivel' leiden bij hem tot godsdienstwaanzin. Begrijp me niet verkeerd. Als hij bij de padvinderij zou gaan, krijgt hij padvinderij-
waanzin. Voor jezelf moet je er rekening mee houden dat zelfmoord bij hem in de lijn van het ziektebeeld ligt en dat geloof of de padvinderij daar niet de oorzaak van zal zijn." Ik was niet geschokt en niet verontrust; ook deze dokter had `Hem' nodig. Vijf weken later mocht Izaäk alweer naar huis, Het ging voor zijn doen perfect, zo goed zelfs dat hij met de band mee kon als zij een optreden hadden. Die was inmiddels redelijk bekend geworden en doorgeschoten naar wat in die tijd de top 10/07/201884848484848484848484
84
van de gospel was in Nederland. Ik was daar altijd bij als geluidsman, chauffeur, manager, penningmeester, persoonlijk begeleider van de bandleden en stickerverkoper in de pauzes. De band bestond al meer dan een jaar en van het eigen-
lijke doel dat de leden in het begin hadden, was dus niets terecht gekomen. Ze zouden gaan spelen op plaatsen waar ze voor hun glorietijd altijd waren: de clubs. Maar binnen dat jaar waren ze verstrikt geraakt in het `gospelcircuit'. Met dat stempel waren alle deuren gesloten. Iets wat mij enorm frustreerde en me aan het denken zette. Bewogenheid heb ik altijd al een zwaar beladen en arrogante term gevonden, maar als ik in die clubs op bezoek ging, kwam er iets over mij heen wat dat woord benaderde. Je trof daar in die tijd complete apathie aan. De zaal was vaak een niet meer voor zijn oorspronkelijke doel gebruikte school of doorgebroken herenhuis, ter beschikking gesteld door de plaatselijke gemeenteraad om van de zwerfjongeren af te zijn. Onder leiding van een geflipte jeugdwerker, die meer geleerd had op de sociale academie dan hij kon bevatten, bestond daar het aparte cultuurtje van semi-intellectualiteit, afgestompt door de dampen van goedkope versneden gele libanon. Natuurlijk ging niet iedereen die daar kwam naar de bliksem, maar ik vond wel dat wat wij ze te vertellen hadden een waardevoller alternatief was voor een le-
ven van zwaardere drugs en een nog diepere zinloosheid. Ik kreeg contact met een Britse band die er net zo over dacht, en waarvan de zanger nog gekker was dan ik, met ĂŠĂŠn verschil: hij was officieel predikant en ik niet. Ian Smale, `Rev. Counta and the Speedoze', de eerste en tegelijk de laatste christelijke punkband. Er kwam een tournee in het `clubcircuit'. Dat was geheel anders dan in de koffiebar of ons eigen clubje, waar wij de baas waren en de avond de kant op stuurden die wij wilden. Nu had je maar te luisteren en gelijk 10/07/201885858585858585858585
85
hadden ze, want zij betaalden de band die geboekt was om muziek te maken. Toch was er wederzijds respect. Zij zagen dat wij niet helemaal gek waren en wij dat zij minder slecht en vaak verstandiger waren dan we ooit gedacht hadden.
Geen beesten van zondaren, verscholen in donkere holen. Door dat verstandige werden we gedwongen wat meer naar hen te luisteren in plaats van andersom. De taal die ik was gaan spreken door al die jaren onder elkaar over God te zitten neuzelen, was voor hen Met meer verstaanbaar of geladen met begrippen die zij anders interpreteerden dan ik. Mijn geloof was voor hen religie; mijn God voor hen de vloek of de priester die niet van jonge jongetjes af kon blijven. Gebed was een slappe manier om je fouten goed te praten tegen het plafond. Ze zagen God niet, omdat ik ervoor stond. Zij hoorden Hem niet omdat ik er doorheen zat te kletsen. Ik zei: "Jezus is het antwoord". Maar ik had nog een tijdje nodig om te begrijpen dat ze dat niet vroegen. Wat er nodig was om in de muziek-scene ooit door te kunnen breken was een band die niet de cliché's uit ons jargon zou gebruiken en ver, heel ver weg bleef van dat enge gospelwereldje. Ian wist van een bandje in Ierland, dat die kant op wilde. Met een ploegje was hij voor hen aan het bidden en hij vroeg ons dat ook te doen en er verder alstublieft onze mond over te houden. Niet dat we pretenderen dat hun huidige succes aan
ons te danken is, vanwege onze gebeden, maar als ik zo nu en dan een CD opzet van die band, sluipt er een heerlijk gevoel van trots en hoogmoed bij mij binnen dat ik koester als een zonde die geoorloofd is. Mag ook wel, mijn knieën zijn er nog stuk van. Ongemerkt bereikte ik in mijn contacten als bezig baasje de top en crème de la crème van evangelisch Nederland. Als irritant baasje dat toch maar bossen mensen tot de Heer leidde, zwalkte ik met mijn ideeën door dat wereldje heen. Van 10/07/201886868686868686868686
86
broeder Maasbach (de Hans Kazan van Pinkster-Nederland met wonderbaarlijke prijzen) tot ingenieur Van der Graaf, het bolwerk van de Gereformeerde Bond. Daarnaast had ik ook mijn baan bij de brandweer, die een grotere invloed had
dan ik wilde erkennen. Nog nooit zoveel mensen om mij heen; gerespecteerd, gevolgd, en een vrouw naast mij die mij gaf over de grens van wat er redelijkerwijs van een vrouw gevraagd kan worden. En toch sloop langzaam de eenzaamheid weer in mijn leven. Ergens zijn met tientallen mensen om je heen die naar je willen luisteren, die bereid zijn om van jou te ontvangen, dag in dag uit; eigenlijk was dat wat ik altijd gewild had: respect, aanzien, geloofwaardigheid. Hoera, ik was wat! Maar dan wel als theatershow, een film waar ik zelf naar keek. Telkens weer ging het licht in de bioscoopzaal aan en zag ik mezelf tussen die rode stoelen midden in de zaal helemaal alleen zitten, terwijl het doek zich met een storend geluid van de rails sloot. Natuurlijk sprak ik daar met niemand over, er was toch nog steeds dat gevoel van voorzichtigheid en dat diepe wantrouwen.
10/07/201887878787878787878787
87
10/07/201888888888888888888888
88
Hoofdstuk VII Door mijn handen geen spijkers. Dus bleven ze gebald en durfde ik ze niet uit te strekken. Een verstandig besluit, zoals ik binnen een jaar overduidelijk kon erva-
ren. Daarbij werd ik geholpen door een paar figuren die mij wel eens zouden begeleiden en helpen om terug te keren in het rechte spoor van hun God. Het werd duidelijk dat de groep die ik dacht te kunnen leiden niet te leiden was, in ieder geval niet door mij. Bekeren is iets anders dan herder zijn over een kudde wilde schapen, al moet ik zeggen dat ik in die tijd het meest gelachen heb. Een niet al te heldere bezoeker had een duidelijk spraakgebrek. Hij stotterde op zo'n manier, dat wat voor geduld of gave van luisteren je ook had, je binnen een minuut in een deuk lag van het lachen. Natuurlijk helemaal fout en zeker niet christelijk. Voor mij als gerespecteerd leider en voorbeeldganger een reden om steeds een gesprek met hem te ontvluchten. Maar hij kwam met de vraag om genezing en ik zat klem. Hij had mijn studies begrepen. Eerst nog even een poging gedaan hem te vertellen van de stilte waarin wij hem en hij ons zou vinden, gewezen op zijn levensstijl, klein misdadigertje, klein dealertje, maar dat was hij aan het veranderen. Ik bidden, hij: " a.a.a.a.a .a.a.a. amen" Ik bijna lachen en mezelf schamen. Toch zat ik er mee; ergens wist ik dat zijn stotteren er met bidden
10/07/201889898989898989898989
niet beter op zou worden. Maar dat paste niet in wat ik geloofde en tegen de groep vertelde.
89
Een week later probeerde hij op zijn manier zijn kastekort aan te vullen. Met een sjaal voor zijn mond en een speelgoedpistool liep hij de plaatselijke bank binnen. Voor de balie keek hij dreigend de angstige juffrouw achter het loket aan, die ver-
moedelijk als een gek in paniek zat te verzinnen wat ze op de cursus 'wat te doen bij een overval' geleerd had. Ze deed al een greep in de la met het kasgeld, stopte halverwege en keek hem verbaasd aan. Ze kon er niets aan doen, probeerde nog haar lach in te houden maar dat was onbegonnen werk. Tranen rolden over haar wangen, terwijl ze van de knik waarop zij zat, afgleed. "...Overval!!" riep hij toch zeker drie minuten later opgelucht. "Zullen we maar naar het bureau gaan?" sprak de agent die samen met zijn collega al een tijdje achter hem stond. Het meisje had haar werk goed gedaan en bij zijn binnenkomst reeds de alarmknop ingedrukt. Ook gaf de locatie geen blijk van doordacht misdadig gedrag; de bank was naast het politiebureau. Het verhoor verliep moeizaam en langdurig, ook zijn verblijf in de gevangenis: zeven maanden. Later werd hij verkoper in onze Bijbelkiosk. Of het aan het soort boeken lag of aan hem, is nooit duidelijk geworden; de verkoop liep niet echt. Alhoewel, als ik nu zo af en toe nog eens een van die boeken inzie, was hij toch in de meeste gevallen beter te volgen. Niet dat de hele groep gelijk was aan deze jongeman,
maar er zat toch een redelijk aantal van dit soort randfiguren. Een ander had bij een vechtpartij zijn bovenarm op verschillende plaatsen gebroken. Trots liet hij ons het gips zien en wij schreven er allerlei hoog geestelijke kreten op. Die arm kenden wij al. Toen hij bij ons kwam, zat daarop een prachtig langgerekt naakt getatoeĂŤerd. Op een avond zei hij dat hij daar erg mee zat. We hebben toen een collecte gehouden en van het geld over dat naaktmodel een prachtig gekleurd jurkje laten tatoeĂŤren bij Tatoo Jack op Katendrecht. 10/07/201890909090909090909090
90
Na twee dagen in gips gelopen te hebben kon hij niet meer tegen de jeuk en hij had een simpele oplossing: gips er zelf afhalen. Die arm is nooit meer goed gekomen; hij is nu zigzag gevormd. De vrouw op zijn arm had een duidelijk pro-
bleem met haar lichaam. Als hij tijdens het zingen zijn arm omhoog stak en het One Way-teken maakte, kwam je als dat zou volgen, waarschijnlijk in het zevende melkwegstelsel, maar nooit in de hemel. Op tijd begreep ik dat dit volledig uit de hand aan het lopen was en samen gingen wij zoeken naar een oplossing. De kerken die wij in de stad hadden, zouden nooit in staat zijn dit zootje ongeregeld op te kunnen nemen. We kwamen in contact met een kerkgenootschap in Nederland van Amerikaanse afkomst: een redelijke mengeling van wijsheid en emotie. Een van de voorgangers wilde ons komen helpen om een afdeling van zijn gemeente te stichten in onze stad. Het bleek een juiste stap: velen uit de groep vonden daar hun thuis en de schade aangericht door een ploegje goed bedoelende christenen onder leiding van een brandweerman, die dacht ook voorganger te kunnen zijn, werd redelijk hersteld. Ik kreeg wat meer tijd voor mezelf en kon me meer bezig gaan houden met mijn tweede liefde: de muziek. Helaas ging het toen ook ineens een stuk slechter met
mijn vader, de kanker was weer teruggekomen. Nu niet in zijn overgebleven long, maar in zijn hersenen. Snel takelde hij af en was al heel vlug niet meer goed aanspreekbaar. Ik had hier geen antwoord op en begon de situatie te ontlopen. Als hij thuis was zo min mogelijk naar hem toe, als hij in het ziekenhuis lag zo veel mogelijk overwerken, zodat het bezoek tot een minimum beperkt kon blijven. Hoe kon ik nu angst hebben voor de dood, ik geloofde toch in Hem? Op mijn werk werd ik bijna 10/07/201891919191919191919191
91
dagelijks op de meest afschuwelijke manieren met de dood geconfronteerd: lichamen die in stukken waren gereten door ongevallen moesten wij bij elkaar zoeken om in de body-bag' te doen, mensen die stierven in mijn armen. Het vreem-
de was dat mij dat wel aangreep, maar niet zo dat ik er heel veel moeite mee had. Als ik mij 's morgens omkleedde op de kazerne om naar huis te gaan, was het alsof ik niet alleen mijn blusjas, maar ook al die ellende en dood aan de kapstok hing. Maar nu kreeg de dood ineens een heel ander gezicht, een bekend gezicht: dat van mijn vader. Hij had nog maar een paar weken, had de huisarts mij meegedeeld. Ineens klopte er niets meer van wat ik geloofde en had lopen beweren. Eigenlijk was het zo, dat die dingen mezelf nooit echt direct bedreigd of geraakt hadden. Zijn dood kwam heel dichtbij en niet alleen die van hem maar ook die van mijzelf werd een heel reĂŤle gedachte. Die hemel, was die er wel? En als die er was, kwam mijn vader er dan en zou ik er ook komen? De weken die kwamen, brachten een maalstroom van gedachten in me op gang die ik niet kon stoppen. Eigenlijk was ik jarenlang bezig geweest met de dingen die gebeurden in te passen in mijn geloof en ze daarnaar te vertalen. Als ik door een vloer gestort was tijdens mijn werk in een brandend huis en ik alleen maar
onder de blauwe plekken zat in plaats van mijn nek te breken, had Hij mij voor erger behoed. Maar hoe zat het dan met de twee verkoolde lijken die we enkele uren daarna moesten bergen uit datzelfde huis, terwijl hun enige fout zou kunnen zijn dat ze pas getrouwd waren? En wat kon er nu misgegaan zijn met die verminkte baby uit dat autowrak in dat verwoeste babyzitje op de achterbank? Als Hij mijn God was, was Hij dat toch ook van die baby?
10/07/201892929292929292929292
92
Alsof ik wakker werd uit een droom die enkele jaren geduurd had, naderde de dood van mijn vader. Op de vroege vrijdagavond belde mijn broer, ze hadden hem gewaarschuwd en gezegd dat we allemaal naar het ziekenhuis moesten ko-
men. Mijn hart bonkte in mijn keel, ik wilde niet naar dat ziekenhuis en tegelijkertijd walgde ik van mijn gevoelens van verwarring en angst. Mijn vader was aan het sterven en ik hoorde daarbij te zijn, hoe kon het dan dat ik niet wilde? We snelden naar beneden, de auto in. Zachtjes huilend zat Eva naast mij, mijn vader was in die jaren een vader voor haar geworden, zoals zij nooit gehad heeft. Er was een speciale band ontstaan tussen die twee, een genegenheid die de pijn die ze allebei hadden moeten doorstaan, verzachtte. "Je rijdt verkeerd," zei ze zacht. Bewust had ik de verkeerde afslag genomen, in de hoop dat we te laat zouden komen. Het bezoekuur was net begonnen en we stonden in de lift, op weg naar de verdieping waar hij lag tussen de vrolijk pratende bezoekers, ons zo goed mogelijk te houden. De beide deuren naar de afdeling openden zich en we stapten de lange gang in, voor het laatst op weg naar hem. Mijn gedachten waren nog steeds heel verward. Hoe krijgen ze die grijze vloer zo glimmend? We openden de grote deur van de zaal waar hij lag en ik verbaasde me over het gemak waarmee die deur openging. Alsof ik pro-
beerde er niet bij te horen, dwaalden mijn gedachten naar die nietszeggende details; het bekende hoge bed; de zuster die het groene gordijn opende dat rond het bed hing, haar gezicht en blik heel rustig, heel volwassen. Verbaasd merkte ik op dat er nog een aantal mensen op die kamer verpleegd werd, waarvan ik later pas begreep dat het de intensive-care afdeling was. Rustig gaf de arts die bij het bed stond ons een hand. "Uw vader ligt in coma, we weten niet of hij beseft dat u allen nu hier bent." 10/07/201893939393939393939393
93
Nu durfde ik pas naar hem te kijken. Weer die lakens, alleen was er nu geen kussen onder zijn hoofd en hadden ze hem een korte plastic buis in zijn mond gestopt, zodat zijn tong niet naar achter zou zakken en zijn ademhaling zou stok-
ken. De sfeer rond het bed waar vader in lag werd er een van een vreemde rust: moeder zat naast hem en hield wanhopig zijn hand vast. Wij stonden met z'n zessen, mijn twee broers, ik en onze vrouwen. Ineens en eigenlijk voor het eerst als familie met die onverklaarbare bloedband stonden we heel dicht bij elkaar, allemaal heel sterk de behoefte voelend elkaar aan te raken. De dokter haalde de tube uit mijn vaders mond, draaide een aantal knoppen om van die onwezenlijke apparaten boven dat bed en zei met die vreemde rustige stem tegen mijn moeder: "Uw man is nu aan het sterven." De angst en verwarring waren plotseling weg en in plaats daarvan kwam het verdriet, Nog nooit had ik het leven zo reĂŤel gevoeld, hier draait het allemaal om: dit moment, alle ballast, alle conflicten, alle angst werden teruggebracht tot hun werkelijke waarden. "Mag ik bidden?" Iedereen knikte, "Here God, zegent u deze man en haal hem hier vandaan." Langzaam vloeide het leven uit hem weg, terwijl ieder voor zich en op zijn eigen manier afscheid nam van hem die ons dit leven, waarin wij nog verder moesten, had gegeven. Zwijgend verlieten we als familie het ziekenhuis. Met oprecht verdriet en genietend van die unieke band die er op dat moment was, wilden we elkaar niet loslaten, om de nacht die er aan kwam niet alleen in te moeten. Voor het eerst in ons leven zonder hem. We wilden eigenlijk bij elkaar blijven, maar ieder ging voor zich de nacht in met zijn of haar gedachten en herinneringen, om voor zichzelf afscheid te nemen. Ik keek uit het raam, Eva was eindelijk in slaap gevallen. Zwij10/07/201894949494949494949494
94
gend had ze urenlang tegen mij aan gezeten en dat zwijgen was genoeg, we hadden geen behoefte aan woorden.
Elke morgen, week in week uit, stond hij daar met zijn lange leren jas, een helm als een bloempot met twee lange leren lappen aan de zijkant eindigend in een gesp, die eigenlijk onder zijn kin vast moest maar altijd los wapperde langs zijn oren. Hij had een blauwe Vespa-scooter, gekregen van zijn baas in plaats van vier gulden reisgeld per week, tweedehands natuurlijk. Dat ding wilde alles behalve starten. Met zijn twee handen aan het stuur en een been op de kickstarter keer op keer op keer om dat pokkeding aan de gang te krijgen onder het raam waar mijn broer en ik sliepen. We werden wakker van zijn gevloek, eerst tegen die scooter en op het laatst tegen zijn baas. Als hij het eindelijk deed en we het pruttelende geluid de steeg uit hoorden wegebben, konden we nog zeker een uur doorslapen. Ik moest weer denken aan alle huizen, waarin we gewoond hadden en die hij allemaal had opgeknapt zoals mijn moeder het wilde hebben. En elke keer als hij klaar was, wilde moeder weer verhuizen, en we gingen dan ook verhuizen. De ruzie die hij en moeder constant hadden. Het zwijgen tegen elkaar dat soms
weken werd volgehouden. Of als het echt uit de hand liep, de stoelen die door de kamer vlogen en in stukken uiteen vielen als ze de muren raakten. Het huilen dat hij vaak na zo'n ruzie deed en dat ik als klein kind maar niet begreep van die grote man. Het speelgoed dat we kregen maakte hij altijd zelf. Dat moest ook wel, want de armoe was compleet. Hoe stevig hij het ook maakte, ik zag altijd kans die ophaalbrug of dat houten treintje in een kortere tijd te verwoesten dan dat hij er over 10/07/201895959595959595959595
95
gedaan had om het te maken. Een van zijn hobby's was wandelen. Ik moest altijd mee en mijn hobby was beslist niet wandelen. Elke keer probeerde ik ook onder zijn andere hobby uit te komen: knippen. Vroe-
ger, heel vroeger was hij kapper geweest. Dat beweerde hij althans. Volgens mij was hij in die tijd de weg kwijt geweest. De keukenstoel werd op het laken gezet dat midden in de kamer over het jabo-tapijt uitgespreid was. Door het gemis van de tafel, die normaal voor die stoel stond en waar ik op kon leunen, zat die stoel ineens bijzonder ongemakkelijk. Theedoek om mijn nek; hoewel mijn korte benen in het niets zweefden, moest ik vooral stilzitten, terwijl zijn duim in de ene wang, zijn vier vingers in mijn andere knepen. Ik duwde mijn bovenlip tegen mijn neus, terwijl hij met een tondeuse van voor de oorlog, die een geluid maakte als zijn scooter, over mijn hoofd ging. Dat gaf een gevoel alsof mijn hoofd in een gehaktmolen geduwd werd. "Klaar," zei hij dan trots en stapte achteruit om mijn hoofd te bekijken, alsof hij iets prachtigs gecreĂŤerd had. Ik zag eruit alsof ik als baby wel een heel ernstig ongeluk gehad moest hebben. Al die keren dat hij bij ons thuis geweest was met die versleten aktentas vol met zijn gereedschap, waar hij al die andere huizen mee opgeknapt had. Dag in dag uit kwam hij telkens weer behangen, zagen, timmeren. En hij sprak de laatste jaren heel filosofisch_ over recht-
vaardigheid, arm en rijk, gevoel, liefde, over het leven dat hij graag gehad zou willen hebben. Over God en dood. "Je denkt toch niet dat ik aan het eind van mijn leven met de staart tussen mijn benen naar God toe ga en vraag of hij me wil hebben? Ik vind dat een laf standpunt; op wie ik ben, daar rekent Hij mij maar op af. Bij die huichelaars en stiekemerds die ik om mij heen gezien heb met die uitgestreken christelijke bekkies wil ik niet horen."
10/07/201896969696969696969696
96
Langzaam werd het licht. Zonder besef van tijd had ik toch zeker enkele uren voor het raam gestaan. Er moest die dag een hoop geregeld worden. Dat gaf enige afleiding en het gevoel dat we voor hem alleen bezig waren.
Als familie hadden we veel steun aan elkaar, maar van de kant van mijn christelijke contacten gebeurde er dingen die ik beslist niet verwacht had. Vanuit de groep was er maar ĂŠĂŠn die naar ons toekwam en zei dat hij niets wist te zeggen en me alleen maar omhelsde, en daarmee alles zei wat er te zeggen viel. Die dag ben ik 's avonds zelf nog even naar de koffiebar gegaan, waar alleen maar hopeloos naar mij gekeken werd en getracht werd om mij zoveel mogelijk te ontwijken. Ze konden er niet mee omgaan en hadden deze keer geen antwoord. Zij begrepen niet dat ik dat niet nodig had, maar iets heel anders. Drie dagen later brachten we vader weg en kwam naast het verdriet een geweldig gevoel van trots dat hij onze vader was. Een gevoel dat tot op de dag van vandaag heel sterk en heel duidelijk gebleven is.
10/07/201897979797979797979797
97
10/07/201898989898989898989898
98
Hoofdstuk VIII Langzaam kwam het leven weer op gang en verwaterde de relatie met de familie. Met de eerste barst in mijn hart die is gebleven en die ik ook niet meer kwijt wil,
startte alles zich weer langzaam op: de koffiebar, waar inmiddels een gedeelte van mijn bescheiden kerkje terechtgekomen was of weer teruggekeerd; de rest naar de kerk die we naar onze stad gehaald hadden en die behoorlijk begon te groeien, waar zelfs wij als gezin dachten een thuis gevonden te hebben. Het dreigende gevaar dat ik normaal zou worden, huisvader, leuk gezinnetje, één keer per jaar naar de camping en een hond in een Ikea-mand, was beklemmend aanwezig. Izaäk bevrijdde mij van die angst. Voor de wet was hij normaal en er was dus geen enkel bezwaar tegen om hem de erfenis uit te keren van een of andere oudoom, die besloten had om de zestigduizend gulden die hij gespaard had aan Izaäk na te laten. Vrolijk gilde hij naar boven dat hij Jezus gezien had, terwijl hij uit de taxi stapte, vergezeld door een hond van immense afmetingen en met een zeer volwassen blaf over zich. Grijnzend reed de taxichauffeur luid toeterend de straat uit, Izaäk bleef achter met de hond, die een touw om zijn nek had als een strop. Met in de ene hand dat touw en in zijn andere een enorm zilveren bord met een afbeelding van een 10/07/201899999999999999999999
99
Romeinse soldaat keek hij breed lachend naar boven, waar ik uit mijn slaapkamerraam vier hoog hing. Alle zeven andere bewoners van het trappenhuis waar wij woonden, deden hetzelfde. En zouden de volgende dag met z'n allen mij ko-
men vragen wat die jongeman bezielde om vier uur 's nachts bij iedereen aan te bellen. Hij was vergeten waar ik ook alweer precies woonde. Zo snel mogelijk haalde ik hem naar boven, terwijl ik vriendelijk lachend mijn buren begroette in de hoop dat ze hetzelfde pastorale gevoel zouden hebben als ik. Dat bleek de volgende dag beslist niet zo te zijn. "Vijfduizend gulden in de lectuurbak gedaan van het Rode Kruis, gaan ze kleine kinderen mee helpen," zei hij trots. Midden in het winkelcentrum stond een soort stenen brievenbus waarin je je oude tijdschriften kon stoppen voor het Rode Kruis, die ze dan weer doorstuurde naar hun tehuizen. Hij sprak weer als een waterval. Dat was het startsein van een psychose die er aan zat te komen. Zijn zakken puilden uit van het geld en trots gooide hij een in cellofaan verpakte klomp hasj op tafel, waar de clubs die ik de laatste tijd steeds meer inging met allerlei bandjes voor weken genoeg aan gehad zouden hebben. Hij was die nacht ook een uur lang door de stad gelopen en had in opdracht van het stemmetje van het kleine meisje bij verschillende mensen steeds enkele honderden guldens
door de brievenbus gegooid, omdat op die adressen volgens het kleine meisje arme zieke kinderen zouden wonen. Ook had hij bij een juwelier tien kleine plakken goud gekocht, waarvan hij de taxichauffeurs voor elke rit er ĂŠĂŠn bij wijze van betaling gaf. Die nacht heb ik hem bij me gehouden en we zijn de volgende ochtend naar de bank gegaan om hem het geld dat nog over was op zijn rekening te laten storten. Dat vond hij een goed idee. Nog geen half uur nadat ik hem voor zijn huis 10/07/2018100100100100100100100100100100
100
afgezet had, was hij het toch maar weer op gaan nemen. 's Middags belde de politie, die mij inmiddels al bij de voornaam noemde. De kleur van de hond was kaak niet bevallen; op de stoep voor zijn huis stond hij
hem wit te verven. De politie was reeds gebeld en de twee niet al te ervaren jonge agenten wilden Izaäk naar het bureau en de hond naar het asiel brengen. Deze zat op een kleed achterin de politiewagen. Als honden nat zijn passen ze allemaal dezelfde methode toe om droog te worden. Het beest richtte zich op, strekte alle vier de poten iets uit elkaar, schudde eerst langzaam zijn kop heen en weer en toen met alle kracht zijn hele lijf. Het kleed, het dak en de ramen van de auto zaten onder de verf, maar het meeste de twee agenten, vooral toen zij in paniek die hond uit hun auto probeerden te krijgen. Wat was die hond groot en sterk. Na zich zo goed en zo kwaad als mogelijk schoongemaakt te hebben, beseften ze dat Izaäk in de paniek verdwenen was. Met door de witte vlekken heen zichtbaar rode hoofden van schaamte keerden ze terug naar het bureau. Daar was Izaäk inmiddels aangekomen, hij was maar gaan lopen. Hij zat reeds uitgebreid aan de wachtcommandant te vertellen wat er met zijn mensen gebeurd was. Die middag ging het weer verkeerd met hem en gelukkig kon ook deze keer een opname snel geregeld worden. Langzaam begon mijn op bekering gerichte geloof te veranderen. Natuurlijk vond ik dat dit de kern moest blijven, maar zonder het tegen anderen uit te spreken, vond ik dat er veel van wat ik over God geleerd had niet klopte. Genezing: ik kon er geen weg meer mee. Heel wat mensen die ik in al die jaren had leren kennen veranderden gewoon niet en velen die ik van de andere kant had leren kermen in mijn contacten met kerken en hun organisaties veranderden 10/07/2018101101101101101101101101101101
101
zienderogen. De meesten bleken in hun dagelijks leven heel anders te zijn dan op de kansel of in het boek dat ze uitgegeven hadden. In sommige gevallen stoorde me dat niet echt en ik had op die momenten dat ik ze zo meemaakte
het idee niet de enige te zijn met afwijkend gedrag en vragen. Een in die tijd bekende evangelist bij wie ik op bezoek was, bood mij een pilsje aan, nam er zelf ook ĂŠĂŠn, maar verzocht mij er beslist niet over te praten met anderen, Ze zouden het niet begrijpen en als excuus gebruiken voor hun zondige levenswandel. Begripvol nam ik na een bijzonder ontspannende middag afscheid van hem met een tevreden gevoel en sloot netjes het tuinhekje van zijn hoekwoning aan die dijk, Pas veel later hoorde ik dat hij toen al regelmatig op bezoek ging bij Maartje. ja, degene aan wie onze huisarts, dokter Bussenmaker, zijn pijp gegeven had. Ondanks de verwarring en het gevoel van heel onstabiel te zijn, bleef dat verlangen om met de losers' om te gaan en ze te helpen. Hun eenzaamheid voelde ik ook. De streken die ze hadden was voor hen vaak de oplossing, alleen misten de meesten de geslepenheid van mensen zoals ik om het te verbergen of goed te praten. Aan de onderkant van die ladder is het dringen en hopeloos om boven
te komen, constant wordt er op je handen getrapt door diegenen die staan de dringen op de tweede tree en zich weer net staande kunnen houden tegen de mensen op tree drie, enzovoort. Alleen helemaal boven sta je veilig, maar wel eenzaam, ontzettend eenzaam. Wat had ik mezelf opgewerkt! Ik zag haar voor het eerst in een van de theaters in de stad waar ik die avond beroepshalve dienst deed als brandwacht. "Kopje koffie, brandje?" vroeg de oevreu10/07/2018102102102102102102102102102102
102
se in de artiestenfoyer. "Graag," en ik bleef een tijdje bij haar staan praten, gewoon gezellig, eigenlijk over niks. Op weg naar huis kwam ze terug in mijn gedachten: aardige meid, zag er goed uit en dat korte gesprekje was verfrissend,
omdat het nergens over ging. Eigenlijk voor het eerst sinds tijden dat ik zonder strijd of discussie of om iemand ergens van te overtuigen, gesproken had. Thuisgekomen nam ik het werk van mijn vrouw over. Er was iemand in huis om af te kicken. Dat betekende dat ik de hele nacht weer verwarrende verhalen aan moest horen en met koppijn de volgende ochtend op de kazerne aan zou komen voor een hopelijk rustige 24-uurs wacht. Niet dus: twee woonhuizen, een container en een loods. Normaal noemden we dat een lekkere wacht; ik die keer niet. Die week begon ik ook aan een tour met wat Britten door Nederland. Redelijk nerveus; het was gelukt ze te boeken in Paradiso in Amsterdam. Deze tour werd een chaos; de band was strontvervelend en veeleisend. Voor elk optreden gingen we in de kleedkamer bidden en elke keer na dat bidden werd er geouwehoerd over geld. Alles wat kapot kon ging kapot, van de bus tot de keyboards; er ging maar ĂŠĂŠn ding goed en dat waren de optredens. "Hoe was het?" vroeg mijn vrouw toen ik thuiskwam van Schiphol, waar ik de jongens die in mijn ogen deze keer alleen maar op het podium hun geloof
hadden waar gemaakt, naar toe had gebracht. "Glorie!" zei ik cynisch. "Vierhonderd gulden borg kwijt voor de bus, tweeduizend gulden verlies op de verhoogde gage. En hoe was het hier?" "Glorie! Junk weg en klok weg, alles bij elkaar driehonderd." Ik heb een van die dagen de kazerne gebeld met de mededeling dat ze mij de komende weken konden opschrijven op de lijst voor overwerk-liefhebbers.
10/07/2018103103103103103103103103103103
103
10/07/2018104104104104104104104104104104
104
Hoofdstuk IX Na een aantal wekelijkse diensten bleek de kerk die we naar onze stad hadden gehaald een aanvulling op het toch al royale aanbod te zijn. De kerk bleek voor
onze groep een oplossing te zijn. Helaas drukte zoals eigenlijk altijd de voorganger onvermijdelijk een duidelijk stempel op de gemeente. Ik kon redelijk opschieten met degene die de kerk had opgestart, al zal ik nooit iemand worden die in een groep onopvallend en zonder botsingen kan functioneren. Zeker aan de kerkgang ben ik nooit echt gewend geraakt. Te snel dwalen mijn gedachten af naar andere zaken en luisteren naar een preek in zo'n stoeltje maakt me binnen tien minuten bijna paranoĂŻde. Toch kwamen wij er en ik had het idee eindelijk daar te zijn waar ik hoorde. Dat had veel te maken met die voorganger, met wie ik vooral in het begin nauw contact had in verband met de groep watjes waar we een thuis voor zochten. Stevig drukte hij mij de hand. "Boldermalsen is de naam." We werden die avond aan de nieuwe voorganger voorgesteld. Er waren landelijk wat verschuivingen aan de gang in dat kerkgenootschap, waardoor onze eerste voorganger naar een andere stad werd beroepen en wij een nieuwe kregen. 10/07/2018105105105105105105105105105105
105
Zijn pak was dat ook, constateerde ik. Terwijl hij mijn hand, zoals Robs moeder, net iets te lang vasthield, liet ik mijn blik over dat pak dwalen. Onder het
pak droeg hij een paar korte bruine laarzen. Daarboven een keurige broek met haarscherpe vouwen, gevolgd door een colbert met knopen in dezelfde kleur als de laarzen, een hagelwit overhemd met daarop een bijna frivool bedrukte stropdas. Het hoofd iets te dik, waardoor zijn ogen me wat gluurderig leken aan te kijken. Zijn haar lag in prachtige slagen die deden vermoeden dat het gefรถhnd was. Naast hem stond zijn vrouw: jong, maar toch al met de vermoeide blik die vrouwen hebben, wanneer het huwelijk anders blijkt te zijn dan zij verwachtten. Hij gedroeg zich die avond keurig en zeer meegaand en
spreidde een bijna volmaakte nederigheid tentoon. Wel zeker vijf keer vertelde hij, zijn opdracht zonder ons niet te kunnen volbrengen, dat ondanks zijn studie van vele jaren op een bijbelschool in Zwitserland waar hij Grieks, Latijn, theologie, preekkunde en nog veel meer had gestudeerd, wij veel meer wisten dan hij. Na wat aandringen van mijn kant vertelde hij dat hij voor die studie timmerman geweest was. Het teleurgestelde voorgangersvrouwtje bleek die avond niet verder te komen dan bevestigend te knikken, als de voormalige timmerman in haar ogen iets verstandig zei. Soms gleed daarbij haar bril door de dikke glazen naar het puntje van haar neus. Toen zij uiterst vriendelijk afscheid genomen hadden, na de zegen gevraagd te hebben over de komende samenwerking en de hulp die ik volgens zijn zeggen hem daarbij zou gaan geven, keek mijn vrouw mij spottend aan en zei: "Volgens mij heb je de vriend van je leven gevonden." Die zondag preekte hij voor de eerste keer of zijn leven er van afhing en het 10/07/2018106106106106106106106106106106
106
leven zo lang mogelijk moest duren. Want hij preekte redelijk, maar dertig keer in herhaling vervallen vond ik wat overdreven. Dit zou dus niets worden en ik besloot mezelf in die kerk maar een beetje op de achtergrond te houden.
Dat was natuurlijk niet van lange duur. De ellende begon al een week later. Eén van de jongens onder aan die ladder verloor zijn moeder. Hij was alcoholist; dat was hij met vallen en opstaan al een jaar of vijftien. Tien jaar daarvoor had ik hem in de koffiebar ontmoet en vanaf die tijd kwam hij één keer per week bij ons eten. Zijn geloof was als een jo-jo; soms ging het heel goed en kon hij de drank voor een tijdje laten staan. De andere keer ging hij toch maar weer naar zijn wat duistere stamkroegje om zich vol te gooien en vervolgens de stad in te gaan voor een inbraak. Kort daarna had hij dan weer veel spijt en berouw. Zolang alles een beetje redelijk ging, was hij een knaap die altijd klaar stond om te helpen. Een soort klusjesman, werkloos, maar toch altijd bezig voor een ander. De laatste tijd ging hij trouw elke zondag naar de kerk. Vloekend en huilend belde hij mij op: zijn moeder was die middag overleden. Hij had Boldermalsen gebeld en die had hem gezegd dat hij wel een afspraak wilde maken voor de week daarop. "En nu ga ik zuipen zoals ik nog nooit gezopen
heb," sprak hij dreigend tegen me, "Lijkt me lekker Cor, maar wat vind je er van als ik nu naar je toe kom met een krat bier die we dan vannacht samen bij jou thuis op gaan zuipen." Even was het stil aan de andere kant van de lijn. "Doe je toch niet," zei hij uitdagend. De hele nacht sprak hij honderduit over zijn moeder en toen om vier uur het krat leeg was en hij in slaap gevallen was op de bank, liep ik wel erg vrolijk fluitend met dat lege krat op mijn schouder naar huis. Natuurlijk moest ik net weer een 10/07/2018107107107107107107107107107107
107
politiewagen tegenkomen met een paar agenten die mij kenden vanuit mijn christelijke hulpverlening aan de randfiguren van deze stad. Lachend draaide er een zijn raampje open en riep: "Hee Frank, we blijven toch allemaal maar men-
sen, he?" "Glorie!" riep ik hem vrolijk na. Iets wat Boldermalsen niet riep toen hij hoorde van het incident. Hij keek mij slechts verwijtend aan, maar Cor zou hij zeer vermanend toespreken. Er ontstond een duidelijk verschil van mening tussen Boldermalsen en mij. Hij vond dat ik in plaats van tegen hem, tegen God in ging en als je Hem aan je kant denkt te hebben, heeft de ander altijd ongelijk. Een tijd later kreeg hij ook contact met Izaäk en zijn diagnose over hem maakte mij woest: Izaäk was zoals hij was, omdat hij niet voor God wilde kiezen. Ik probeerde hem duidelijk te maken hoe het zat met Izaäk, maar moest helaas concluderen hoe het eigenlijk zat met Boldermalsen. Het werd een hopeloos conflict, dat zo hoog opliep dat hij bij ons thuis kwam om mij mee te delen dat ik voorlopig niet meer aan het avondmaal mocht deelnemen, totdat ik tot inkeer gekomen zou zijn. Ook had hij mensen zoals Cor en nog enkele andere een omgangsverbod opgelegd in verband met hun behoud. Verbouwereerd keek ik hem aan. "Ik ben er achter gekomen dat mensen van jou in de goot moeten blijven; zodra
zij er uitkomen wil je ze er weer in terug hebben," sprak hij vermanend. "Dat geldt zeker in het geval van mijn grootste vriend Gerben. Je staat zijn bediening in de weg en probeert hem af te houden van zijn roeping om predikant te worden in onze kerk." Nu kende ik die Gerben net iets langer en ik wist waarschijnlijk net iets meer van zijn hobby dan Bolderwalsen. Een klein mannetje die het heerlijk vond om de SM -meester uit hangen. Nu heb ik zelf ook een uitbundig seksueel leven maar ik 10/07/2018108108108108108108108108108108
108
vind wel dat er grenzen zijn, die hij in ieder geval regelmatig overschreed en ik had niet direct het idee dat hij ondanks zijn verlangen om predikant te worden daar binnen korte tijd af zou kunnen komen. "Kniel voor je meester, lik mijn voe-
ten en geef je ziel aan mij," was een van zijn uitspraken geweest tegen een meisje uit de koffiebar, terwijl zij naakt en wijdbeens voor hem moest gaan staan. Wanhopig zat ik Boldermalsen aan te kijken, niet wetend wat ik hierop moest zeggen. Mijn vrouw wist het wel: 'Mijn huis uit!" riep ze zoals ik nog nooit van haar gehoord had. Dreigend liep ze op Boldermalsen af, die heel goed begreep dat hij ontzettend snel het huis uit moest. "En gauw!" riep ze nog dreigender. Hij stond op en maakte aanstalten om toch iets te zeggen. "Als jullie maar probeerden...," herhaalde hij nog een paar keer terwijl hij de trap afliep, telkens harder onderbroken door dat korte maar zeer venijnige: "Gauw!" Drie jaar lang nog dacht hij gelijk gehad te hebben; in ieder geval wat Gerben betrof. Deze werd predikant, totdat ze er achter kwamen dat die jongen nog steeds dezelfde hobby had en daarom ook niet meer aan het avondmaal en in die kerk mocht verschijnen. Ik had gelijk gekregen, maar soms is winnen verliezen.
Op geestelijk vlak kwamen de zaken voor mij steeds moeilijker te liggen. Natuurlijk geloofde ik nog en begreep ik dat Hij van mij hield, maar de rest werd steeds moeilijker te accepteren. Wat ik voelde, wilde ik aan anderen kwijt, omdat het mij heel duidelijk geholpen had en heel diep iets wezenlijks in mij teweegbracht. Daar moest ook de liefde voor de zwakkere vandaan komen. Maar ik had het gevoel steeds weer in allerlei koninkrijkjes terecht te komen die niets anders wilden dan een groep mensen om zich heen die hetzelfde geloofden en degenen met een 10/07/2018109109109109109109109109109109
109
afwijkende mening wilden veranderen naar hun beeld. En die je, als je niet aan dat beeld beantwoordde, met liefdeloosheid een trap onder je achterste gaven. Eigenlijk zat je alleen maar goed als je er pas kwam en nog een zondaar was.
Wat hadden ze daar een liefde voor en wat stopten ze daar een energie en geld in, tot het moment dat die zondaar erbij ging horen. De nederigheid ende liefde die ze hadden, veranderden dan snel in de plicht van gehoorzaam en volgzaam zijn. Natuurlijk hadden deze gedachten ook te maken wet wat ik net achter de rug had in mijn kerk. Maar door die ervaring begon ik behoorlijk mijn eigen fouten van de afgelopen jaren in te zien. Eigenlijk had ik in sommige gevallen dezelfde fout gemaakt en mensen op dezelfde manier behandeld. God was het belangrijkste, zo belangrijk dat ik elke avond met mijn kinderen aan het bidden was en vergat daardoor met ze te voetballen. Dat is waarschijnlijk de reden dat zij nu meer van voetballen houden dan van bidden. Ik was elke avond met mijn vrouw aan het bidden en vergat dat zij er was om mij te helpen. Ongemerkt was ik een ontzettend eind bij haar weggerold, veel verder dan ik ooit gedacht had. "Kopje koffie, Frank?" We lachten naar elkaar op een manier waaruit duidelijk bleek dat we blij waren elkaar weer te zien. Telkens als ik moest werken in dat theater, zocht ik haar direct op; de laatste maanden steeds vaker. Er was een vriendschap tussen
ons ontstaan waar ik in ieder geval heel veel aan had. De gesprekken waren wat dieper geworden en ongemerkt heel persoonlijk: zij over haar man, met wie veel conflict was en ik over de dingen die thuis gebeurden. Die avond spraken we ook over het gevaar van onze gevoelens voor elkaar, die duidelijk verder gingen dan vriendschap. Dat we allebei aan ons gezin moesten denken en vooral aan de kinderen. De conclusie was helder en verstandig. Ik bood aan haar die avond thuis te brengen. Ze keek me heel lang aan met een 10/07/2018110110110110110110110110110110
110
blik die ik niet begreep en zei resoluut nee. Op weg naar huis was ik verward, had gevoelens die ik kon plaatsen maar niet wilde plaatsen. Waarom was ik zo geschrokken van dat 'nee'; alsof ze iemand was die zou ik verliezen. Ze was toch niet
meer dan een vrouw met wie ik af en toe een leuk ontspannend praatje kon maken? Nog geen drie dagen daarna zag ik haar weer en besefte dat ik verliefd was geworden op een ander. Dat kon dus niet en dat zou ik haar duidelijk gaan maken. "Ik breng je thuis, ik heb je nog wat te vertellen," zei ik resoluut. Die avond lagen we in elkaars armen en ervaarde ik een rust die ik jaren niet gevoeld had. We wisten niet wat er aan de hand was tussen ons twee. Had het te maken met haar en mijn situatie thuis? Op een heel rustige en zakelijke manier probeerden we achter onze werkelijke gevoelens te komen voor elkaar en voor die ander. Was dit houden van? Vluchten? Sex? We wisten het echt niet, wel dat we elkaar hard nodig hadden en dat dit niet kon. Het was voor mij op geen enkele manier in te passen in mijn geloof en in mijn huwelijk. Er volgden drie maanden van absoluut schizofreen gedrag, wat mij verbazingwekkend goed afging. Ongelofelijk hoe een mens de boel in de maling kan nemen: je kunt gewoon blijven bidden, blijven praten over God zonder ook maar een tipje van de sluier op te lichten van wat er werke-
lijk in je omgaat en waar je mee bezig bent. De avonden die ik bij haar kon zijn, gaven mij de overtuiging dat ik haar wilde voor de rest van mijn leven. Nee, dat wat je nu denkt was toen nog niet voorgekomen en speelde eigenlijk geen rol. Veel meer de rust die we bij elkaar vonden en het besef dat de ander niets van je wil en verlangt. Dat gevoel werd belangrijker dan wat dan ook, zelfs belangrijker dan God, mijn vrouw en mijn kinderen. Er moest een keus gemaakt worden, waarvan we allebei wisten hoe die uit zou vallen en die we dan ook zo lang mo10/07/2018111111111111111111111111111111
111
gelijk uitstelden. Die avond en nacht werd de moeilijkste uit mijn leven; we moesten afscheid nemen en naar huis gaan om het te vertellen. Daar lag onze verantwoording en daar waren zij die de meeste rechten hadden. We waren op een punt gekomen dat elke keus alleen maar pijn betekende en dat het afscheid definitief zou zijn. Natuurlijk heet dit overspel, maar tot op de dag van vandaag zou ik niet zonder die pijn die er nog steeds is willen leven. Ik kreeg iets wat ik niet mocht hebben. In het hele proces daarna was er maar één die in mijn ogen iets zei wat zinnig was. "Zijn tuin staat vol met de meest prachtige bloemen, maar er is er maar één die je mag hebben. Dat maakt de rest niet minder mooi, maar wel onbereikbaar." Ik heb haar nooit meer gezien. De pijn die mijn vrouw had toen ik het haar bekende, vertelde mij wie en wat ik eigenlijk was en geen mens hoefde mij te overtuigen welk een verwoestend werk ik in haar hart had aangericht. Het zou heel lang duren voordat zij weer een klein beetje de zekerheid en het vertrouwen terug zou krijgen die in een relatie horen. Heel andere problemen gaven de mensen die ons wel eens even zouden gaan helpen. Eigenlijk waren er maar twee die werkelijk in staat waren dat te doen, de rest bleek een groter probleem te hebben met zichzelf dan met ons. Altijd was ik wat anders geweest dan de christenbroeders om mij heen, maar door de 'vruchten die ik voortbracht' werd ik
redelijk met rust gelaten. Dit was nu duidelijk afgelopen. "Ik heb eigenlijk altijd al getwijfeld over je bekering en ik geloof dat je nu deze stap moet nemen: in ootmoed op je knieën gaan en belijden dat je jezelf overgegeven hebt aan hoererij.Je hebt je lichaam bezoedeld aan deze hoer die daarmee ook haar eigen behoud op het spel gezet heeft." Deze had heel veel geluk met het moment waarop hij mij dit vertelde. Ik was nog te vol van verwarring en het leek alsof mijn omgeving niet echt bestond. Alles wat er gezegd werd klonk voor mij als een radio 10/07/2018112112112112112112112112112112
112
die te zacht stond om te verstaan wat er gezegd werd. Een ander die mij zou 'helpen' had zich redelijk opgewerkt in allerlei evangelische organisaties, hoofdzakelijk omdat hij in de regio de man was met een bedrijf dat handelde in tweede-
hands auto's en die dingen ook leverde aan die evangelische organisaties. Dat was meteen ook de reden waarom veel evangelisten in die tijd vaak te laat kwamen. Hun auto had hen in de steek gelaten. Ik mocht de avond nadat hij over mij gehoord had (wat trouwens erg snel de rondte deed) in de bijkeuken van zijn riante onderkomen een kopje koffie komen drinken. Discreet schonk zijn vrouw de koffie in en vriendelijk glimlachend op een manier of er niks aan de hand was, verliet zij die bijkeuken. Begripvol keek de autohandelaar mij aan en zei dat ik maar moest beginnen. Nou had ik daar geen enkel probleem mee en ik vertelde hem uitgebreid waar ik mee zat en wat er gebeurd was. Eigenlijk zei ik het meer tegen mezelf dan tegen hem. Er over praten was voor mij het uitknijpen van een wond in een poging de pijn te verlichten. "Maar Frank, nu heb je mij nog niet verteld of je het ook met haar gedaan hebt. Ik begon weer te praten over die gevoelens en gesprekken en de pijn die ik had en die ik anderen aangedaan had. Ongeduldig zat hij te wachten op het moment dat hij mij kon onderbreken. "Hoe vaak heb je het met haar gedaan?" vroeg hij nu
zeer resoluut en streng. Nu was ik wel overstuur en flink uit balans maar plotseling begreep ik dat deze man mij beslist niet kon helpen. Ik probeerde hem nog uit te leggen dat ik dat eigenlijk het minst interessante vond, maar hij bleef aandringen. Ik nam maar afscheid van hem en maakte mijzelf niet druk over de man die wilde weten hoe ik het gedaan had, waar ik het gedaan had en hoe vaak. Later hoorde ik hoe vaak hij het gedaan had en met wie en dat was niet die vriendelijke vrouw die die avond koffie ingeschonken had. 10/07/2018113113113113113113113113113113
113
10/07/2018114114114114114114114114114114
114
Hoofdstuk X
"Eigenlijk ben je enorme zakkenwasser om ook maar het risico te nemen zonder Eva door te willen gaan. Zij is het meest lieve en lekkere ding dat ik ooit gezien
heb. Dus geef maar een seintje als je toch weggaat. Dan kom ik uit Het Dorp in mijn wagentje met de blaren op mijn handen naar haar toegesneld." "Moet je doen. Steek ik je banden lek, etter." "Zou ik niet doen, want dan stop ik met bidden voor je." Zie hem met die ongelofelijke grijns van hem, die ik in het begin toen ik hem leerde kennen maar niet begreep. Iemand had gebeld of ik op bezoek wilde gaan in het ziekenhuis in Rotterdam, waar een vriend van hem lag die niet al te veel bezoek kreeg. Hij legde uit dat hij al van kinds af aan invalide was en nu als extraatje slokdarmkanker er bij gekregen had. Ik had duidelijk wat goed te maken en ik zag in de vraag van mijn vriend een mogelijkheid om mijn imago wat op te vijzelen. Een zieke die ook nog invalide was en weinig bezoek kreeg, perfect. Devoot stapte ik met mijn vrouw in de auto op weg naar het ziekenhuis, nadenkend hoe ik deze man zou kunnen troosten, ja, misschien zelfs in huis nemen of zo. En uiteraard bidden voor zijn genezing. Op dat bed lag een onmogelijk klein mannetje met zwartgrijze haren die 10/07/2018115115115115115115115115115115
115
alle kanten uitstonden, ondanks een poging van de verpleging om zijn kapsel met veel water en een kam er fatsoenlijk uit te laten zien. Alleen daar waar het nog heel nat was leek het ergens op. Naast zijn bed een invalidewagen met daar-
in een vrouw die nog kleiner was, maar die ondanks dat een uitstraling had die onmiddellijk merkbaar over me heen kwam. Vooral haar ogen waren heel erg mooi en heel fel. Ik stelde mij voor met die te overdreven nonchalance die je krijgt, als je niet weet hoe je die hand moet geven aan een hand die niet goed meer functioneert. "Mijn vrouw," zei hij trots, haar voorstellend, en gelijk er achteraan: "En jij boft ook," terwijl hij naar de mijne keek. Alsof we elkaar al jaren kenden, startte ons eerste gesprek en we lagen binnen de kortste tijd dubbel van het lachen. De twee vrouwen keken elkaar steeds verontschuldigend aan als een van ons twee iets zei wat eigenlijk niet door de beugel kon. Pas bij het afscheid werd ik me er weer van bewust dat deze mensen invalide waren, maar ik wist wel dat ik een vriend gevonden had met een bijzonder gezond gevoel voor humor. Twee weken later werd hij ontslagen uit het ziekenhuis. "Zeker van een bevriende tweedehandsautohandelaar gekocht, die wagen van je," sprak hij met die grijns die bijna niet van zijn gezicht af te branden was, toen hij naar mij keek met zijn hoofd net bo-
ven het autoraam uit, terwijl ik die auto weer aan de praat probeerde te krijgen. Ik zou hem thuis brengen en kreeg de slappe lach op de vluchtstrook van de rijksweg naar Arnhem. Het Dorp vond hij maar niks, had hij mij al verteld: te veel invaliden op een kluitje. Bij aankomst had ik na een kwartier eindelijk zijn invalidewagen in elkaar gezet. Terwijl ik mij afvroeg waarom die dingen altijd blauw waren en chromen stangen 10/07/2018116116116116116116116116116116
116
hadden, kon ik Wim uit mijn auto halen en in het karretje zetten. Ik kreeg het idee dat hij niet echt meehielp en eigenlijk genoot van mijn onhandigheid. Ondanks verwoede pogingen om van Het Dorp een normale leefgemeenschap te
maken, straalde het een triestheid uit waaruit bleek dat je daar alleen woont als je niet goed functioneert. Het huis waarin zij beiden woonden was eigenlijk geen huis. Het was heel klein en heel functioneel. Als ik uit het raam keek, zag ik al die anderen die, ieder op zijn eigen manier, zich probeerden voort te bewegen en ik voelde mij daar niet thuis. Niemand eigenlijk. Het verloop is heel groot en er is een lange wachtlijst voor een aangepast huis. We legden Wim op zijn bed voor het raam. Het bed was veel te groot voor die kleine man. Er waren tompoucen en koffie. "Handig," zei hij, "tompoucen." Hij probeerde hopeloos zijn vork in het gebak te krijgen. Er kwam meteen al bezoek, Iemand van zijn kerk. Een oudste, zoals zij dat in zijn kerk noemen; een kerk waar ze beiden al jaren naar toe gingen en waar zij een stel goede vrienden hadden leren kennen. Die man die binnenkwam, bleek dat niet te zijn. Hij had die voor mij al bekende blik van Ik ken Jezus maar kent u hem al'. De hand die te lang in de mijne bleef, hij groette iedereen met een zachte zalvende stem alsof hij bij een stervende op bezoek was. Hij wilde even
met de zieke praten en vroeg ons hem alleen te laten. Discreet gingen wij aan de eettafel zitten in de hoek van die te kleine kamer. Ik hoorde hem zachtjes praten, zijn stem klonk streng. "Waarom sta je je genezing in de weg?" Ik keek verbaasd op van mijn tompouce en zag dat hoopje wanhoop in dat bed, alsof er een kussen dwars neergelegd was. Hij huilde en kon niet uit zijn woorden komen. De oudste ging verder, "Het wordt tijd dat je eindelijk eens je zonden belijdt, zodat God de ruimte krijgt om je te genezen." 10/07/2018117117117117117117117117117117
117
Ik stond op, wilde naar die man toelopen en hem het pak slaag geven dat hij volgens mij nu nodig had. Verschrikt keek mijn vrouw mij aan. "je zoekt het toilet?" zei ze, terwijl ze me aankeek met een blik die weinig anders toeliet dan alleen het
toilet te zoeken. Ik liep door de aangepaste keuken naar het toilet met al die beugels en stangen die genadeloos vertellen dat de mensen die hier wonen alleen maar kunnen leven als er beugels, stangen en verpleging in de buurt zijn. Altijd in alles afhankelijk van de ander. Keihard sloeg ik met mijn vuisten op de hagelwitte tegels in dat toilet. De hand die de oudste naar mij uitstak bij zijn vertrek weigerde ik. Maar zelfs dat begreep hij niet en hij keek mij aan met die gemaakte lach die duidelijk moest maken dat hij Jezus kende. Ik wilde nog iets zeggen over de stank die als een walm op mij afkwam vanachter zijn gelige tanden, waarin niet alleen de stukken zichtbaar waren van de tompouce die ik betaald had en die hij gulzig had zitten opeten, Maar ik liet het er maar bij en knikte heel kort met samengeperste lippen naar dit evangelische product van liefdeloosheid. "Ik ben niet echt kwaad op die man," zei Wim later tegen mij. "Ze zitten daar al jaren voor ons te bidden dat we zullen genezen en ze begrijpen niet dat het
maar niet gebeurt. En รกls het gebeurde, zou God aan mij mogen uitleggen waarom Hij er nu pas mee komt. Ik zit al mijn leven lang in die wagen, het komt wel goed als ik boven ben. Daar is een rijverbod voor dat ding." Het contact met hem werd voor mij iets heel bijzonders. Bijna hetzelfde karakter, dezelfde humor; hij werd iemand tegen wie ik alles tegen durfde te zeggen over mijzelf en wat ik meegemaakt had. Alleen durfde hij met die humor verder te gaan dan ik, terwijl de grens voor mij behoorlijk ruim is. Een keer was hij bij ons en we gingen samen 10/07/2018118118118118118118118118118118
118
naar het winkelcentrum. Ik achter die kar en duwen, terwijl hij steeds weer stiekem de rem er op zette. Nou liep ik toch al ongemakkelijk door dat winkelcentrum. Duwen achter zo'n
ding geeft een heel onbestendig gevoel; je voelt een beetje wat diegene voelt die erin zit. Mensen kijken naar je zoals ze in de sauna naar elkaar kijken: 'kijk dan, ik kijk Met'. "Is dat gedonder met die rem nu een keer afgelopen of niet?" Hij probeerde op te kijken naar me en wenkte dat hij iets wilde zeggen. Ik boog mijn hoofd naar hem toe. "Let op," zei hij met die grijns van hem, Hij liet zijn onderlip naar voren komen liet er wat kwijl overheen lopen en begon plotseling te gillen. De mensen die in de buurt van ons waren of net het wagentje wilden ontwijken, stopten om te kijken wat er aan de hand was. "Help, hij slaat me!" riep hij verschillende malen, angstig naar mij kijkend. Het is dat hij kort daarop zelf in de lach schoot, anders had het publiek ook mij in een invalidewagen geslagen. De gesprekken met hem over ons geloof gingen heel diep. Ze gingen vaak over zijn diepe verlangen naar de hemel. Hij wist zeker dat hij er naar toe zou gaan. Over de realiteit van God in zijn leven, die hij niet de schuld gaf van zijn handicap. Ik leerde van hem dat er een God is die mee-lijdt, mee-huilt; dat geloven in een God die geneest geen geloof is, maar vragen om zijn handen te laten zien
met die spijkers. "Als ik straks boven kom, mag die kar niet mee en ik zal als ik er uitstap om naar binnen te gaan, proberen zo te mikken dat die op je harses valt, waarna ik een stevige tevreden wandeling zal maken. Om te beginnen een ommetje van zo'n drie-, vierhonderd jaar." Een tijdje later stierf zijn vrouw. Verdrietig, maar met een vreemde blijdschap in zijn ogen zei hij tegen mij op haar begrafenis, dat zij vanaf nu een perfect lichaam had. Nog geen jaar later stierf hij ook. 10/07/2018119119119119119119119119119119
119
10/07/2018120120120120120120120120120120
120
Hoofdstuk XI Langzaam begon ik te wennen aan de manier waarop ik benaderd werd door veel van de mensen die ik had leren kennen in mijn koffiebar-jaren, de korte tijd
van beginnend voorganger en organisator van vrome concerten. Het leek wel of alles wat ik zei en deed, gewogen werd en dat de verhouding die ik gehad had steeds weer aan die andere kant van de weegschaal gelegd werd. Ik had en heb er nog steeds geen moeite mee om er over te praten. Ik merkte gaandeweg dat ondanks het feit dat ze het over mij hadden, velen van hen er zelf het meest mee zaten. Niet om mijzelf te verdedigen - ik had wat ik gedaan heb niet willen missen - maar als zij in staat geweest waren om er over te praten, had het voor de meesten niet zo ver hoeven komen, zoals nu langzaam duidelijk begint te worden. Als je de mensen een standaard voorhoudt die niet te leven is, zo strak en star, kom je op een punt dat je het niet meer kunt maken om eerlijk te zijn zonder je eigen prediking te verloochenen. Wie was die God die ik had leren kennen, wat waren al die dingen die ik daarna geleerd had en leerde aan anderen? Zoals het er staat, zo is het: de bijbel is het onfeilbare woord van God. En gaandeweg faalde in mijn ogen dat woord keer op keer en telkens weer koos ik voor de optie 10/07/2018121121121121121121121121121121
121
dat niet het woord- zoals ik het uitlegde - faalde, maar ikzelf en de mensen om mij heen. Daar kon het alleen maar aan liggen. Het stond toch in dat woord dat Hij altijd zou helpen? Mensen zouden genezen, alleen als je Hem aangenomen
had kwam je in de hemel, Hij zou je kleden als je geen kleren had, Hij zou je voeden als er geen eten was en Hij zou je gelukkig maken zonder behoefte aan al die dingen die een mens kapot konden maken. Ineens begreep ik die jongen van die eerste bijbelstudie en begreep ik ook dat hij niet in mijn schaduw kon staan, als het ging om rechtlijnigheid. Het krampachtig vasthouden moest wel, anders was er de kans dat ik de God die ik had leren kennen op dat klapstoeltje in die tent zou verliezen. Die ervaring, die ene seconde van absolute realiteit, die wilde ik niet kwijtraken. Stel dat het andere wat ik geleerd had niet waar was, dan zou dat moment ook niet waar zijn. Om kort te zijn: ik zat in een geloofscrisis, zoals het zo mooi genoemd wordt, en begon te tornen aan de uitleg van het woord dat mij gegeven was. Voor de ander een duidelijke reden en verklaring voor mijn zondig gedrag. Als ik hun dan vroeg waarom een sjagerijnige profeet een stel kinderen die hem liepen te pesten met zijn kale hoofd, door een stel beren liet opvreten, draaiden ze alle kanten op met hun exegese en mochten ze zich gelukkig prijzen dat de ouders van die kleuters hen niet konden horen. Izaäk werd steeds onbereikbaarder. De momenten dat het goed ging, werden steeds korter. De bijbelstudies waar hij bij geweest was, kregen de uitwerking waar zijn dokter mij voor gewaarschuwd had. Het mystieke trok hem steeds meer aan. Hij bleek voor zichzelf steeds in Openbaringen gelezen te hebben. Ik moest bij hem komen, omdat hij in het vuur van zijn kachel de duivel zag, die hem vertelde dat hij het eeuwige vuur in moest. Angstig zat hij in een hoek van zijn kamer op de grond, met zijn knieÍn opgetrokken, armen daaromheen, zich zo klein 10/07/2018122122122122122122122122122122
122
mogelijk makend met grote ogen naar zijn kachel te kijken. Op zijn bovenarm zat een brandwond die een lucht verspreidde die ik al zo vaak op mijn werk geroken had. Met een lepel die hij witheet gemaakt had, was hij bezig geweest een tatoe-
ëring uit die bovenarm te branden. "De dood zal het antwoord geven. Die duivel in die kachel wil mij hebben."
Izaäk waarvan de gekken zeiden dat hij gek was Ondanks allerlei pogingen kreeg ik het die dag niet voor elkaar dat hij opgenomen werd. De dienstdoende arts vond hem geen gevaar voor zichzelf of voor derden. Izaäks stemmingen wisselden in de dagen die kwamen heel sterk en ik durfde hem eigenlijk niet alleen te laten. Zijn vriendin zou komen, zei hij. Vriendin was nieuw voor mij en nieuwsgierig wachtte ik af wat dat dan wel zou zijn. 10/07/2018123123123123123123123123123123
123
Ze had maar één schoen aan die heel lang geleden wit geweest moest zijn; de andere voet liet nagels zien die te lang en afgebrokkeld waren. Het vuil van de wandeling die zij had moeten maken om bij hem te komen (ze was geweigerd in de bus) stak tussen haar tenen uit. Onder dat verse vuil zat het vuil van de afgelopen weken dat nog niet zo hard geworden was dat het er afbrokkelde. Het jurkje dat zij aan haar broodmagere lijf had, plakte op sommigen plaatsen tegen haar aan. Slierten haar bedekten haar hoofd waarin de ogen heel diep stonden en waaruit de jukbeenderen ver naar voren staken. In haar mond stond nog maar één hele tand die bruingeel naar voren stak, voor de rest wat diepzwarte stompen. Aan haar armen was aan die blauw gele plekken, waarop de kapot gestoken aders zichtbaar waren, duidelijk te zien dat ze al heel lang verslaafd moest zijn. Haar pupillen verraadden dat zij een shot genomen had. Op dit moment was zij heel gelukkig en was er niets dat haar ongelukkig kon maken. "Ik kom bij Izaäk wonen en ga er voor zorgen dat alles weer goed komt," zei ze overtuigd en zeer vrolijk. Het viel mij ineens op dat er een spoor van bloed aan de binnenkant van haar been naar beneden liep. Ik dacht dat zij ergens in haar bovenbeen een ader gevonden had om te spuiten. "Een wondje?" vroeg ik haar, terwijl ik op haar been wees. "Nee hoor, ongesteld." Kokhalzend zei ik dat ik de
andere dag nog wel even langs zou komen en verliet zo snel mogelijk het huis. De andere dag werd er niet opengedaan en gebruikte ik de sleutel die ik had om naar binnen te gaan, behoorlijk ongerust en angstig voor wat ik aan zou treffen. De afgelopen tijd had de vervuiling weer toe geslagen en we lieten het maar zo. Te vaak hadden we de boel daar uitgemest en te vaak was het weer geworden zoals het nu was. De hoop dat hij ooit zou veranderen had ik eigenlijk al heel 10/07/2018124124124124124124124124124124
124
lang opgegeven, zonder het te willen erkennen. De stank van de uitwerpselen van zijn hond vermengd met de lucht van zijn wc die al weken stuk was, sloeg op mijn keel terwijl ik over de half opgerolde vloerbedekking van zijn gang stapte en door
de deur liep die half uit zijn hengsels hing. Er heerste daar een schemerdonker door de vaal bruine overgordijnen. Ondanks het feit dat ze dicht waren, lieten ze aan de bovenkant golvend het zonlicht door. De helft van de wieltjes die aan de rails behoorden te zitten zat los. Langzaam wenden mijn ogen aan het duister. Op de salontafel met een verweerd bovenblad lagen de resten van de nasi die ze de vorige dag gegeten hadden. De peuken van de filtersigaretten lagen er tussen. In een hoek van de kamer lag een matras op de grond naast de kachel die in zijn hoogste stand stond te loeien. De lichtgrijze blokken afgewisseld door donkergrijze van de matras vloeiden in elkaar over door de vlekken die je normaal ziet in een kindermatrasje, als het eens een nacht niet goed gegaan was en moeder mopperend voorzichtig de natte lakens naar buiten bracht. Op de matras ontwaarde ik langzaam die twee mensen. Zij lag zachtjes snurkend met haar hoofd op de vloer en haar nek nog net op de matras. Haar armen langs haar hoofd, haar voeten beide aan het eind van de matras, elk aan een kant met de hielen de vloer rakend. Boven op haar lag Izaäk. Beide waren ze naakt. Tussen die
vier benen was duidelijk te zien dat zij nog steeds ongesteld was. Woedend knalde ik de buitendeur zo hard ik kon dicht. Dit was hopeloos en mensonterend. Die dokter had gelijk, verspilde energie. Deze knaap zou mij nooit meer zien. Een maand later stond hij voor mijn deur, zo vuil dat ik hem niet binnenliet. "Bloemen kopen, bloemen kopen?" was het enige dat hij uitbracht. Geen idee wat hij wilde, maar ik ging maar met hem mee, moedeloos. Onderweg werd duidelijk dat hij bloemen wilde gaan zetten op het graf van zijn vader. Natuurlijk niet een 10/07/2018125125125125125125125125125125
125
normaal bosje. Hij kocht een bos die hij met beide handen met moeite vast kon houden. "Hoe is het met je vriendin?" vroeg ik.
"Pleiten. Kon niet koken ook. Mocht ook niet van het kleine meisje. Praat gelukkig weer vaak met me; van haar moest ik ook die bloemen gaan kopen voor mijn vader." Ik had inmiddels begrepen dat het contact dat hij met zijn vader gehad had niet ideaal geweest was. Hij sprak er maar heel weinig over. Natuurlijk regende het wat. Het weer gaf de begraafplaats de sfeer zoals hij die behoorde te hebben. De harde wind, donkere wolken, kale bomen en het geluid dat wij beiden maakten met het lopen over dat grindpad gaven me onbewust het idee dat ik de rust die er eigenlijk hoorde te heersen aan het verstoren was. Telkens weer versnelde hij, als hij dacht het graf gevonden te hebben. En telkens weer was het het graf van een ander. "Zet ze maar gewoon ergens neer." Ik hoopte dat hij het zou doen en we zo snel mogelijk weg konden gaan. Het gevoel van onbehagen en het idee dat ik, als ik hier eenmaal zelf zou liggen, nog tijd zat zou hebben om rond te dolen en te wennen, werd steeds sterker. "Daar" riep hij keihard over de begraafplaats. Hij verstoorde het verdriet van een
oude vrouw in het zwart gekleed en met een hele grote zwarte paraplu, die we al een paar maal waren gepasseerd. De simpele grafsteen was vuil en door de regen was het marmer veel donkerder en valer dan het zou zijn, als het droog was en de zon er op kon schijnen. Marmer is dan heel levend. Nu niet. Het gaf een accent van dood en verval. Op die steen stond de naam en de datum van geboorte en overlijden. Izaäk ging er zwijgend voor staan. Ik deed een stap terug en stond geboeid naar hem te kijken. Zou hij wat gaan zeggen, gaan huilen mis10/07/2018126126126126126126126126126126
126
schien? De vrouw een eindje verder keek naar ons, vanonder die paraplu, licht verbaasd. Ze probeerde te plaatsen wat ik en die vreemd uitgedoste man daar deden en voor wie we kwamen. Izaäk stond daar, met zijn verwilderde haren die aan zijn hoofd plakten door de zacht naar beneden druilende regen, zijn Afghaanse jas waarde slierten wol aan hingen, triest druppelend van het regenwater en kleine plassen in een cirkel om die te grote schoenen zonder veters vormend. Plotseling draaide hij zich naar mij toe, terwijl hij zijn handen uitstrekte met daarin die immense bos bloemen. "Hou vast," zei hij terwijl hij er een bloem uithaalde. Ik zag de ontstemde blik van de oude dame toen hij over het graf in plaats van erom heen naar die steen liep, Met twee handen legde hij de bloem voorzichtig bij de steen. Even was hij stil. "Zo, en nu het meisje�. Vrolijk pakte hij snel en ongeduldig de grote bos uit mijn handen en liep naar het graf naast dat van zijn vader. Hij plaatste daar die bos. Verbaasd keek ik naar hem, niet begrijpend wat hij aan het doen was. Ik liep naar dat graf en schoof voorzichtig de bos bloemen opzij, zodat ik kon lezen wat er op de steen stond: de naam van een meisje met de datum van haar geboorte en haar sterven; daar-
tussen nog geen vijf jaar. Gestorven een paar weken voor de vader van Izak. Zijn meisje, zijn stemmetje, zijn reden en liefde voor kinderen, zijn reden om verkeerslichten te vernielen en auto's, want al die dingen waren gevaarlijk voor kinderen, had het meisje tegen hem gezegd. Vermoedelijk had hij het verdriet dat hij om zijn vader had, niet willen hebben en het gegeven aan zijn stemmetje. Het duurde niet lang voor hij weer opgenomen werd en ik hem huilend aantrof in de zoveelste isoleercel. Een tijdje later, toen ik op weg was naar Engeland met 10/07/2018127127127127127127127127127127
127
een band voor een optreden tijdens een festival, kreeg ik het bericht dat hij zich had opgehangen aan de lamp die midden in zijn kamer hing. Die kamer waar nog steeds die deur steun zocht tegen de muur, die tafel vol etensresten en al dat
vuil dat alleen maar meer geworden was.
10/07/2018128128128128128128128128128128
128
Hoofdstuk XII Op mijn werk ging het steeds minder goed. De vreemde angst om telkens die confrontatie aan te moeten gaan, werd groter. De meeste tijd was ik geplaatst op
een wagen die speciaal was ingericht voor het bevrijden of bergen van slachtoffers. Het directe werk van brandbestrijding werd steeds minder. Als ik ergens van hield, was het wel een dijk van een brand. Hoe groter, hoe beter de kick die je kreeg, als je als eerste aankwam. Samen met je maat een huis binnengaan waar de vlammen al uitsloegen en waar je door je beschermende kleding de hitte op je af voelde komen - ik vond het heerlijk. Je lag dan samen echt te vechten tegen dat vuur dat met een denderend geluid op je afkwam, terwijl het stukwerk door de hitte met kleine explosies van de muren afknalde. Er zagen altijd wel wat van die stukken kans om ergens tussen je kleding van die kleine brandplekken te veroorzaken. Het denderende geluid als er ergens in dat pand een muur instortte, heerlijk. De sfeer onderling was hard en morbide in plaats van vriendelijk en beleefd. De humor was speciaal en anders en had veel te maken met het soort werk dat er gedaan werd. Lachen, veel lachen. Het vier verdiepingen tellende bordeel brandde als een tierelier, Toen wij aankwamen, werd er door de bevelvoerder onmiddellijk groot alarm gegeven. Dat bete10/07/2018129129129129129129129129129129
129
kende dat niet alleen al het beschikbare materiaal zou komen, maar ook de bobo -bus met de commandant, de ondercommandant, de burgemeester enzovoort. De mensen die uit het pand renden bleven niet op een afstand staan kijken, maar bleven rennen. Dat had veel te maken met de fotografen van de pers. Ze hadden waarschijnlijk thuis verteld dat zij moesten overwerken. De brand was vernietigend hevig, maar snel onder controle
De eerste ploeg mocht even voor koffie en soep naar de Leger des Heils-wagen die altijd kwam bij groot alarm. Zes doornatte brandweermannen, nagenietend 10/07/2018130130130130130130130130130130
130
van die brand. Ik kreeg een koffie aangereikt door een heilssoldaat, die het volgende bekertje al stond in te schenken voor de drie employĂŠ's van het bordeel die lachend kwamen aanlopen. Twee zagen er bijna uit of zij niet in dit vak zaten,
maar nummer drie was een karikatuur van haar beroep. Zwarte netkousen, een heel erg kort roodleren minirok, blote buik met daarboven een roodleren BH die een hopeloze strijd aan het voeren was met twee borsten die duidelijk besloten hadden de vrijheid desnoods met geweld af te dwingen. De omvang van haar lippen was verdubbeld door een rode kleur die gelijk was aan de kleur van de tientallen voertuigen die wij ter plaatse hadden. Op haar hoofd een blonde pruik die zo duidelijk op een pruik leek, dat je je automatisch verbaasde dat er geen prijskaartje aan hing. "De nachten zijn voor de hoeren en de brandwachten," sprak mijn collega om het gesprek op gang te brengen. Ze bleek zeer sympathiek en het gesprek ging over werken 's nachts en overdag proberen te slapen, terwijl je ook nog die twee kinderen hebt om voor te zorgen. Tijdens dat gesprek zag ik de bobo-bus aankomen en daaruit stapte onze burgemeester en slijmend daar achter aan zijn gevolg. De ondercommandant (Kees Hoekman, alleen die naam al) die ook zojuist aanÂŹgekomen was, vond de burge-
meester ineens belangrijker dan het nagaan of alles goed was met zijn manschappen. Hij liep op de burgemeester af, bracht zijn hand volgens het boekje aan zijn pet en begon hem uitgebreid te informeren, hoe hij zijn mannen ingezet had. ik keek weer naar dat blondje en kreeg het idee van het jaar. "Zie je die man daar met die pet met al dat goud erop?" vroeg ik haar. "Jazeker, schatje." Ook zij kon moeilijk los komen van haar werk. 10/07/2018131131131131131131131131131131
131
"Doe ons de lol van ons leven, loop even naar die gouden pet en zeg dan even: 'Flรก, die Kees'." Ze begreep het onmiddellijk. "Voor jou doe ik alles, mop." Ze gaf mij de donkergrijze paardedeken, die zij inmiddels gekregen had om over haar
schouders te leggen tegen de kou en onze blikken. Ze schudde met haar enkels om wat steviger te kunnen staan in de veel te hoge punthakken aan haar zilverkleurige schoenen en ze liep zoals je alleen maar kan lopen, als je heel lang in dat vak zit. Als een stel kwajongens kropen wij dicht tegen elkaar, alvast genietend van wat er zou komen voor Kees de ondercommandant. Die stond inmiddels samen met de burgemeester de pers te woord, in een poging uit te leggen hoe die brand ontstaan en bestreden was. Resoluut liep ze op hem af door dat ploegje journalisten die met bewonderende blikken een stap opzij deden. Met haar lichaam golvend van rechts naar links bereikte zij Kees, die net verstoord naar de man stond te kijken die zijn blik van hem afwendde en over zijn schouders keek naar wat er aan kwam. Zij tikte hem op de schouder, keek met een verbaasde blik vol van herkenning, kneep hem zachtjes in zijn wang en zei heel luid en heel helder: "Kees, hoe gaat het jochie?" Kees was met stomheid geslagen. Hij keek hulpeloos naar de burgemeester en
naar de journalisten en zag aan hun blikken dat wat hij ook zou zeggen, niemand, maar dan ook niemand hem zou geloven. Vrolijk lachend kwam de vriendin voor het leven teruggetippeld om de deken weer in ontvangst te nemen. Ik draaide mij om naar de deken die lag te wachten op de wagen van het Leger des Heils en keek verbaasd naar de heilssoldaat, die verstijfd en krampachtig voor zich uit stond te staren met de soeplepel in zijn hand. De geloofsstrijd die hij voerde, was bijna letterlijk af te lezen van zijn ge10/07/2018132132132132132132132132132132
132
zicht. Hij verloor. Langzaam, met nog steeds die soeplepel in zijn hand, ging hij door de knieĂŤn, hevig naar lucht happend tussen zijn bulderende lach door. Zijn ene hand op zijn maag, de andere aan die lepel waarmee hij op de straatstenen
sloeg. Heel vaag zag ik in het donker op de grote klok aan het eind van de slaapzaal de tijd: half drie. Ondanks het feit dat ik de dekens al van mij afgeslagen had, lag ik te zweten en te luisteÂŹren naar de geluiden die mijn tien andere collega's maakten. De beklemmende angst was al begonnen op het moment dat het licht uitgedaan werd. Ik wist dat we er ook deze nacht uit zouden moeten, zoals al die andere nachten. Met de speciale wagen naar weer een drama, zoals ik er de afgelopen weken teveel gehad had. Die man onder de tractor, terwijl zijn zoontje verbaasd stond te kijken naar de resten van zijn vader, met wie hij die dag mee mocht. Een vertegenwoordiger, gewoon netjes gestopt bij het verkeerslicht. De vrachtwagen die achter hem kwam aan denderen zag dat niet door de laagstaande zon. We hadden nog gelachen toen we zijn stoffelijk overschot uit die wagen haalden. Onder zijn schoenen zat nog het prijskaartje: 49 gulden. Natuurlijk sprak ik met geen woord tegen mijn collega's over de angst die steeds meer grip op mij kreeg. In plaats daarvan was ik voor mijn collega's steeds on-
handelbaarder geworden. Als een klein kind dat plotseling merkt dat moeder niet meer bij hem in de kamer is en ineens met heel angstige ogen keihard begint te zingen. Ik wilde er niet aan denken, maar oncontroleerbaar kwam telkens weer een ander incident waar ik de afgelopen jaren bij aanwezig geweest was als een dia voor mijn geest. Haarscherp, met die vreemde kleine details: manchet knopen naast de naakte arm, de autoradio die nog speelde in de donkere nacht en het enige was dat het nog deed in de auto die met grote snelheid de boom ge10/07/2018133133133133133133133133133133
133
raakt moest hebben. Het geluid van de ritssluiting van de bodybag als hij gevuld was met de stoffelijke resten en je hem dicht deed. Vanzelfsprekend probeerde ik het met bidden, maar dat werkte averechts. Het bracht mijn gedachten alleen
maar sterker terug naar die dood, waar ik geen weg mee wist. Ik begreep dat ik mijn grens bereikt had en dat als ik nog een beetje normaal wilde blijven, ik een punt achter dit werk moest zetten. Voorgoed. Maar ik hield van mijn vak. Al die fantastische branden, de adrenaline als je er naar toe reed en aan de rook kon zien dat het al heerlijk uit de hand aan het lopen was. Het publiek dat op afstand stond te kijken, als je uit dat pand kwam, bezweet, helm in je hand, je masker nonchalant over je schouder tussen de banden van de twee flessen met samengeperste lucht die loodzwaar op je rug hingen. De theaters waar brandwacht gelopen moest worden en die hun eigen gevaar hadden. Door de intercom werd het attentiesignaal gegeven, terwijl de verlichting in de slaapzaal aanging. Verstijfd lag ik te wachten. Na dat signaal zou de gesproken boodschap komen welke wagen moest gaan rijden en wat de melding was. Tussen het gevloek door, dat traditioneel altijd door die slaapzaal klonk als we wakker gemaakt werden, kwam de melding. Hij was voor de wagen waar ik op zat. 'Parkeerplaats politie voor beknelling,' klonk het helder en nuchter.
Ik wist uit ervaring wat deze melding inhield. Er was een ongeval geweest waarbij de slachtoffers niet door de dienstdoende wagen in die sector op een beetje fatsoenlijke manier uit hun autowrak gehaald konden worden. De wagen werd dan op een truck geplaatst en naar de parkeerplaats van de politie gebracht, waar we ongestoord en zonder publiek ons werk konden doen. Trillend stapte ik uit mijn bed en zei tegen de collega naast mij dat hij moest gaan. Het hoge woord was er uit: ik durfde niet. De officier van dienst bracht mij 10/07/2018134134134134134134134134134134
134
die nacht naar huis. Om vier uur stapte ik mijn slaapkamer in en maakte haar wakker. "Wat is er gewond?" vroeg zij slaperig. Ik was in de loop van de tijd al een paar keer 's nachts thuisgebracht als het even fysiek was misgegaan. Het enige
dat ik uit kon brengen was dat ik stopte en ik begon te huilen tot de ochtend kwam. Sindsdien heb ik nooit meer op een brandweerauto gezeten. Ik ben nooit meer in een brandweerkazerne geweest en mijn uniform hangt thuis in de kast in zo'n plastic zak met een ritssluiting die klinkt als een bodybag.
10/07/2018135135135135135135135135135135
135
10/07/2018136136136136136136136136136136
136
Epiloog "Doe mij er nog maar een en neem zelf ook wat, Ab." De man achter de bar keek verstoord op. Hij was het duidelijk zat. In zijn mondhoek hing al een hele tijd een
sigaret die niet meer brandde en die nat geworden was van het speeksel, dat via die peuk een uitweg zocht. Verveeld was hij de glazen aan het schoonmaken met een vette en te natte theedoek. Hij hield het wijnglas aan het voetje vast en bekeek het glas tegen het licht houdend op de vettigheid, die hij zo egaal mogelijk probeerde te verdelen. `Bar Bodega' stond er buiten op de gevel in neon. De 'a' en de `d' hadden al een tijd geleden opgehouden te branden. Tegelijkertijd waarschijnlijk ook die man achter de bar. Zijn vermoeide blik sprak boekdelen. Al die verhalen die hij al had aangehoord van achter die bar. Als niemand meer wilde luisteren, bleef alleen nog maar de barkeeper over als maatschappelijke hoer, die voor een fooi en een pils belangstellend luisterde en je altijd gelijk gaf. Hij had elke klaagzang en klacht al honderden malen gehoord uit evenzovele monden, waaruit de lucht van alcohol zich vermengde met die verhalen, "Begrijp je," probeerde ik hopeloos om zijn bevestigende mening te horen. Met 10/07/2018137137137137137137137137137137
137
een trieste blik knikte hij. "Zo ga je pas van dieren houden, als je de mens leert kennen. "Een opmerking waarvan hij uit ervaring wist dat, waar het ook over ging, hij het altijd wel deed. Hij zette het glas bier aan zijn mond in de hoop dat
ik nu weer verder zou gaan en hij alleen maar zonder te luisteren hoefde te knikken. Bij het inschenken van mijn pils had hij gezegd dat het de laatste ronde zou zijn. Hij haalde de pen uit de borstzak van zijn vale witte overhemd en liet daar telkens weer een kleine blauwe streep achter. Nonchalant maar zeer professioneel zette hij weer een streep te veel op mijn bon, die onder de overkapping lag waar mijn beide ellebogen de vettigheid aan het opnemen waren van opgedroogd bier. Hij begon de kas op te maken en liet me merken dat hij nu even geen tijd had. Ik keek rond in deze tempel van zelfmedelijden, terwijl vanuit het verlaagde vergeelde plafond waarin op een slordige manier een aantal autoluidsprekers ingebouwd was, zachtjes de Zangeres Zonder Naam klonk, 'Ach vader lief, toe drink niet meer. Je deed het al zo menige keer.' Als een psalm in een kerk waar ook niet naar geluisterd werd. Ik nam nog een slok en keek naar de gokkast, die uitnodigend aan het eind van de bar mij probeerde te verleiden met zijn oplichtend vrolijkheid. Drie kerkklok-
ken op een rij waren de jackpot en zouden je zorgen wegnemen. Boven het koffiezetapparaat achter de bar een hele rij ansichtkaarten met daarop afbeeldingen van hoofdzakelijk blote meisjes aan een tropisch strand ergens heel ver weg. Door de vaste klanten opgestuurd aan Ab, van wie ze zelf nooit een kaart zouden krijgen. Kaarten die door de afbeeldingen een wanhopige ontkenning waren van hun door de drank verwoeste potentie. Daaromheen hingen tegeltjes, uitgeknipte krantenkoppen en wat foto's van hoogtepunten in deze kroeg, Lachende 10/07/2018138138138138138138138138138138
138
mannen met een opgeheven glas bier naar de fotograaf, terwijl hun andere hand om de middel lag van een vrouw die niet de hunne was. Op die tegels de literatuur van de hopelozen: 'Een vriend is iemand die voor je vecht en bidt... Van het concert des levens... In de hemel is geen bier daarom drinken wij het hier.' Andere met een poging om sex los te koppelen van liefde die er niet meer is of bruut en onherroepelijk afgenomen was: 'Beter een kleine die steigert dan een grootte die weigert.' Daartussen een lei met een loshangende lijst met daaraan een gerafeld touwtje met het krijtje. 'Warme ballen 5 gulden.' Ik zat er al de hele avond en was de laatste klant. "Ik ga even wat drinken," zei ik tegen haar aan het begin van de avond. Al maanden lang probeerde ze wanhopig mij te begrijpen en te helpen. Me lief te hebben met altijd weer die angst dat mijn woede-aanvallen of de dagen dat ik helemaal niets zei en alleen maar uit het raam stond te staren, te maken hadden met die ander. De vragen die zij en anderen niet begrepen en waar geen antwoord op was. De hele dag thuis, geen werk, alleen maar het verleden aan de andere kant van de onoverbrugbare kloof die steeds wijder werd. "Begrijp je?" had ik de figuur naast mij aan die bar gevraagd. Zwijgend was hij
binnengekomen aan het begin van die avond. Aan zijn uiterlijk te zien een zeeman: duffelse jas, dikke gouden oorring en een schipperspet. Hij had alleen maar naar mijn glas gewezen, toen Ab hem vroeg of hij wat wilde drinken. Zijn uiterlijk leek op dat van de predikant die ik had leren kennen. Of dat het zijn uiterlijk was of zijn vriendelijke ogen, dat doet er eigenlijk niet toe. Ik had het idee iemand gevonden te hebben die wilde luisteren. Alles kreeg hij te horen. Het oog, juffrouw Van Dijk, meester Schneider, Coby, Vader, Izak, Wim, Eva, de brandweer en 10/07/2018139139139139139139139139139139
139
het gevoel op het klapstoeltje. Wat kon deze man luisteren en mij het gevoel geven dat hij het begreep! Geen enkele keer onderbrak hij me en bleef me vriendelijk aankijken.
"Begrijp je?" zei ik nogmaals hoopvol aan het eind van mijn verhaal. Met een glimlach bracht hij zijn beide wijsvingers naar zijn oren en keek mij verontschuldigend aan. "Parlez vous francais?" vroeg hij hoopvol. "Ab, geef die pastorale verzorger wat te drinken en schenk gelijk voor mij een dubbele in." De rest van de avond moest ik luisteren naar een werkloze loodgieter. Hij probeerde mij tot vervelens toe een kettingbrief te verkopen. Zo niet dan zou de duivel een bak ellende over mij heen gooien, die zijnweerga niet kende en zou ik uiteindelijk in de hel belanden. De gesprekstechniek van de loodgieter kwam mij bekend voor. En, terwijl ik rondkeek, die hel eigenlijk ook wel. "Dan moet je het zelf maar weten," zei hij toen hij eenmaal doorhad dat hij van mij naar die hel kon lopen. Keek me nog een keer dreigend aan en verliet toen de bar. Ik liet me van de bar kruk afglijden om nog een keer, zoals ik die avond al zo vaak gedaan had, de wc op te zoeken. Een smalle gang waar de muffe lucht hing van opgedroogde urine, aan het eind de wc waarvan de bril al jaren gele-
den gesneuveld was. De verlichting bestond uit een kale bol die vast zat aan twee losse draden die uit het plafond staken. Ik liep terug door het gangetje, met mijn ene hand de portemonnee zoekend in mijn broekzak, mijn andere hand uitstrekkend naar de deurknop. Eerst dacht ik dat hij klemde, maar zelfs met twee handen was er geen beweging in te krijgen. Geintje van die barkeeper dacht ik eerst. "Leuk hoor!" riep ik een paar maal. Er volgde alleen maar een absolute stilte. Ik 10/07/2018140140140140140140140140140140
140
zou me niet laten kennen en bleef zelf muisstil in die gang staan, totdat Ab er genoeg van zou krijgen en die deur weer open zou doen. Vaag werd de stilte onderbroken door zacht bonkend geluid van barkrukken die
verschoven werden over een ongelijke tegelvloer, glazen die elkaar raakten en verschrikt helder reageerden. Een kassalade werd dichtgedaan en dan weer even die stilte. Ik luisterde naar de voetstappen, waarvan het geluid steeds moeilijker hoorbaar werd, het rammelen van een sleutelbos, een deur die dichtslaat en een slot dat omgedraaid wordt. Verbaasd probeer ik mijn gedachten op een rij te krijgen. Ik heb weer wat. De hele nacht in dat gangetje, totdat de schoonmaaksters komen die in ieder geval al jaren lang dit gangetje vergeten zijn. Had ik misschien toch zo'n kettingbrief moeten kopen? Met mijn voeten tegen de ene kant en mijn rug tegen de muur met het vergeelde behang aan die andere kant van dat smalle gangetje zit ik voor mij uit te staren. Verbaasd dat er geen gevoelens van angst of wanhoop komen, alsof die al op zijn en er alleen maar onverschilligheid overgebleven is, kijk ik naar de deur die mij nu pas opvalt. Hij is naast die deur van het toilet. Ik sta op, loop er naar toe. Ik zie een bordje, op ooghoogte opgeplakt, waar als tranen de resten van de bisonkit hard en vergeeld aan de onderkant uitgelopen zijn. Privaat' staat er met zwarte letters op het grijskleurige plaatje. Ik
duw de deur open en steek mijn hoofd er door zonder over de drempel te stappen. Vaag zie ik de contouren van een grote ruimte, terwijl het licht vanuit de gang als een mes een streep trekt die grijs is van het fijne stof dat in die ruimte dwarrelt. Ik stap naar binnen en mijn hand zoekt over de muur naar de schakelaar van het licht, die er niet is. Gedreven door mijn nieuwsgierigheid, die altijd al groter is geweest dan mijn angst, loop ik voorzichtig schuivend de ruimte in. Zachtjes sluit de 10/07/2018141141141141141141141141141141
141
deur zich achter mij en mijn ogen beginnen te wennen aan het schemerdonker. Het ruikt er naar vers hout en boenwas. Dit is een een klaslokaal, besef ik als ik aan de muur aan het eind vaag iets zie wat lijkt op een schoolbord. Roken heeft ook zijn voordelen, denk ik als ik mijn aansteker oplicht. In dat flikkerende gele licht zie ik dat het een schoolbord is. Een breed middenstuk met uitgeklapt de twee zijpanelen, Verstijfd en met een hart dat als een razende bonkt, kijk ik naar het oog. Hetzelfde oog als toen in dat klasje. Nu echter van een God die ik dacht te kennen, maar nu niet meer begrijp. "Je weet het niet," hoor ik Schneider zeggen, als ik voor het schoolbord sta met achter mij die dertig andere kinderen, genietend, omdat zij niet gevraagd zijn om het antwoord naast de som op het bord te schrijven. "Ik zal het uitleggen," zegt hij vriendelijk. Hij voelt aan dat hij even mijn zijde moet kiezen. Hij klapt de twee zijpanelen naar elkaar toe, waar hij de antwoorden en de uitleg van tevoren opgeschreven heeft. Dat moment schiet door mij heen, als ik naar dat oog sta te kijken. Ik pak de twee zijpanelen, klap ze naar binnen en doe een paar stappen achteruit om te zien
wat er op staat. Een hart met een prachtige zacht rode kleur. Zachtjes zie ik het kloppen, terwijl er vanaf de zijkanten barsten en scheuren in komen die een violet licht doorlaten. Het licht wordt steeds helderder en licht het schoollokaal op. Ik voel mijzelf als een onzichtbare toeschouwer. Achterin staat mijn vader, keurig in een maatkostuum, kaarsrecht en met trotse blik geanimeerd te praten met Wim, die nonchalant leunend tegen de muur op een stel versleten schoenen met die grijns naar hem staat te luisteren. Daarnaast Izaks heldere ogen, die naar het 10/07/2018142142142142142142142142142142
142
meisje kijken, dat op haar tenen moet staan om zijn hand vast te kunnen houden. Ze praat druk tegen Izaak, die vriendelijk knikkend met zijn hoofd schuin naar haar kijkt. In de andere hoek zit Eva op haar knieën zachtjes huilend te praten, een zakdoek in de ene hand, terwijl de andere de rok die zij aan heeft probeert naar haar knieën te duwen. Heel vaag vang ik flarden op van wat ze zegt. "Wees bij mijn kinderen, help Frank, alstublieft." Voor mij staat de klapstoel uit die tent en met diezelfde onverklaarbare rust die er toen was, ga ik zitten op die stoel. En voor heel even begrijp ik alles. “Ring the bells that stal can ring Forget your perfect offermg There is a crack in everything Thea's how the light gets in” Leonard Cohen
10/07/2018143143143143143143143143143143
143
10/07/2018144144144144144144144144144144
144
10/07/2018145145145145145145145145145145
145
10/07/2018146146146146146146146146146146
146