Solar special Cobouw

Page 1

SOLAR

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

Container Zonnewarmte langdurig in zouten opslaan

Erik Lysen

Bijlage bij Cobouw

“De prestaties van bedrijven objectief inzichtelijk maken�

Puzzelstukje Goed puzzelen, niet je rijk rekenen


Insulation

nieuw Unidek SolarPower DAKISOLATIE EN ENERGIEOPWEKKING IN ÉÉN PV-DAKOPLOSSING

Prefab PV-dakoplossing

Dakisolatie en energieopwekking in één

0DNNHOŬ N HQ VQHO WH PRQWHUHQ

9HUPLQGHULQJ YDQ KHW DDQWDO arbeidsgangen op de bouwplaats

75% PREFAB

WATERDICHT

PV-MERKEN

Waterdicht

8LWVWHNHQGH ZDWHUGLFKWKHLG

Geen pannen of folies nodig

*HSDWHQWHHUG JRRWV\VWHHP ,DQJNM@EG@MJDKŦ J *HVFKLNW YRRU YDQ DOOH PHUNHQ 39 SDQHOHQ

9UŬ H NHX]H LQ UDQGDIZHUNLQJ

(VWKHWLVFK HQ NZDOLWDWLHI KRRJZDDUGLJ

www.kingspanunidek.nl @kingspanunidek


SOLAR

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

Inhoud

3

Solar is here to stay

pagina 4

Op weg naar volledig duurzame energievoorziening

pagina 7

Rendement van zonnepanelen is moeilijk te voorspellen

pagina 12

Hoogste pv-rendement per vierkante meter

pagina13

Solarmarkt zet in op integratie

pagina 16

Zonneboiler houdt maandenlang warmte vast

pagina 17

Opslag van zonnestroom dempt terugleverpiek

pagina 19

Ruim baan voor BIPV

Zonnestroom, kan het mooier? Gratis energie uit een bron waar we nog zo’n vijf miljard jaar uit kunnen putten. Hoewel, gratis? Er zijn vele panelen op grote oppervlakten nodig om die zonne-energie te oogsten. De panelen worden in enorme fabrieken – vaak in China – via complexe productieprocessen gemaakt. Tal van bevestigingssystemen zijn ontwikkeld om de panelen vervolgens op het dak te monteren en met een speciale regelkast aan te sluiten op de gebouwtechnische installatie en het lichtnet. De investering in de panelen is doorgaans in een jaar of tien terug te verdienen. Verrassend genoeg houden de panelen niet van warmte. Hoe meer zon, des te meer energie, zou je zeggen. Maar de efficiëntie neemt af, want hoe warmer de panelen worden, des te minder ze leveren. Tot slot ziet het er niet altijd even fraai uit: veel blauwe panelen op rode pannendaken. Nut en uitstraling worden in mijn ogen onvoldoende op elkaar afgestemd. Gelukkig is er veel ruimte voor verbetering, in alle opzichten. Dat is mooi, wat we staan eigenlijk nog aan het begin van het solartijdperk. De eerste gigawatt ligt net op de daken. Binnen tien jaar komt er nog eens 5 GW bij, voorspellen de deskundigen. Vaker zullen er systemen zijn die niet alleen de elektrische energie aftappen maar ook de thermische energie in de vorm van warmte. Zeker is ook dat deze systemen steeds fraaier in het gebouw geïntegreerd zullen zijn, misschien zelfs wel onzichtbaar in de ramen of de gebouwschil. Daar zullen de producenten alles aan doen. Zij beseffen namelijk goed dat er geen weg meer terug is, want solar blijft. Maarten Legius

Colofon Klantenservice: (070) 3046777 Redactie: telefoon (070) 3046700 E-mail: cobouw@bimmedia.nl Postbus 16262, 2500 BG Den Haag Internet: www.cobouw.nl Hoofdredacteur a.i.: Boudewijn Warbroek Uitgever: Martin Hoogelander Redactionele coördinatie: Minas Avedissian, Maarten Legius Medewerkers: Peter Hanff, Richard Mooi, Jan Sint Nicolaas, Sander Woertman Vormgeving en opmaak: Henk van der Hoeff Abonnementen: wijzigingen, klachten bezorging en opgave nieuwe abonnees: klantenservice: (070) 3046777. Jaarabonnement binnenland €755,- (excl. btw). Opzegging uitsluitend schriftelijk: kwartaalabonnementen 1 maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode, jaarabonnementen twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode. Als niet tijdig is opgezegd, worden abonnementen automatisch met een kwartaal res p. jaar verlengd. Vanwege de aard van de uitgave, gaat BIM media uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Vanwege de aard van de uitgave wordt de abonnee geacht het abonnement in het kader van zijn beroep of bedrijf te ontvangen. Overnemen artikelen: voor het overnemen van (een gedeelte van) artikelen uit deze uitgave dient men zich te wenden tot de uitgever. Op alle artikelen in Cobouw of op Cobouw.nl berust auteursrecht. Auteursrechtelijk beschermde werken mogen niet elders openbaar gemaakt worden, gearchiveerd worden of verveelvoudigd worden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur of de uitgever. Indien bij gebruik van artikelen van dagblad Cobouw en/of Cobouw.nl niet is voldaan aan bovenstaande, is Cobouw gerechtigd hiervoor schadevergoeding te claimen.


4

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

SOLAR

“ Salderingsregeling zonnestroom blijft in ieder geval tot 2020 ”

Op weg naar volledig duurzame energievoorziening Holland Solar-voorzitter Erik Lysen bekijkt zonne-energie op lange termijn

Het gaat de goede kant op met de opwekking van zonnestroom en -warmte in Nederland. Enkele maanden geleden vierde de sector de mijlpaal van 1 gigawatt opgesteld vermogen aan zonnepanelen. De voorzitter van branchevereniging Holland Solar, Erik Lysen, meent dat de nieuwe doelstelling van 6 gigawatt in 2023 haalbaar is: “Maar laten we dan niet de zonnewarmte vergeten, want die hebben we in Nederland ook hard nodig.” Jan Sint Nicolaas

E

rik Lysen blikt graag vooruit als het gaat om zonne-energie in Nederland, maar wil de historie daarbij niet uit het oog verliezen. “Het verleden is van belang om je te realiseren dat we niet net zijn begonnen, maar al meer dan 40 jaar bezig zijn. En niet alleen met zon, maar ook met wind en biomassa”, benadrukt hij. “Het is een doorgaande beweging. Daarom maak ik me niet alleen druk om wat er de komende paar jaar gaat gebeuren, maar houd ik daarbij ook de doelen over 40 of 50 jaar in de gaten. Dat is altijd mijn drijfveer geweest: uiteindelijk een volledig duurzame energievoorziening.”

Zigzagbeleid Nederland heeft in het begin van de jaren negentig in zijn ogen een enorme kans laten liggen om een grote slag te maken met wind- en zonne-energie. “Wij hadden meer windmolens staan dan Duitsland, een betere industrie en wetenschappers die voorop liepen. Maar we hebben de Duitsers en de Denen de kastanjes uit het vuur laten halen en de commer­ ciële vruchten laten plukken.” Nog steeds klinkt er enige verontwaardiging over het toenmalige Nederlandse beleid rond duurzame energie door in zijn stem. Lysen: “Het Duitse parlement heeft in 1990 de moed gehad om door middel van het zogeheten Stromeinspeisungsgesetz bij wet te regelen dat duurzame elektriciteit altijd aan het net kon worden geleverd. En dat daar een

prijs voor werd betaald, afhankelijk van het type duurzame bron en de kostprijsontwikkeling daarvan.” Iedere Duitser betaalde mee aan het duurzame overheidsinitiatief, via een kleine omslag op de energieprijs. “En dat heeft daar een enórm effect gehad. Er zijn duizenden banen mee geschapen. Nederland voerde toen helaas een zigzagbeleid qua ondersteuning van de sector. En wachtte af. Als wij destijds zo’n wet hadden ingevoerd, had het land er nu heel anders uitgezien, dat durf ik wel te beweren.”

Salderingsregeling Holland Solar behartigt de belangen van circa 130 bedrijven die zich bezighouden met zowel het onderzoek en de ontwikkeling als de verkoop en installatie van zonnestroom- en zonnewarmtesystemen. De sector heeft in de lente het feestje gevierd van 1 gigawatt opgesteld vermogen aan zonnestroom in Nederland. En de verdere invulling van het Energieakkoord stelt een zeer ambitieuze groei naar 6 gigawatt in 2023 in het vooruitzicht. Het bijbehorende investeringsbedrag beloopt circa 7,5 miljard euro. De bekende salderingsregeling, die de particulier gemiddeld 500 euro per jaar oplevert, geeft in Lysens ogen de Nederlandse zonne-energiesector een flinke duw in de rug: “Die is héél effectief gebleken.” Andere factoren die meehelpen zijn de gunstige investeringsprijzen van de systemen, de

Erik Lysen

In 2011 nam Erik Lysen afscheid van de Universiteit Utrecht als directeur van het Utrecht Centrum voor Energieonderzoek (UCE). Dit centrum werd toen samengevoegd met het Utrecht Centrum voor Aarde en Duurzaamheid (UCAD), dat onder leiding van Jacqueline Cramer verder ging als het Utrecht Sustainability Institute (USI). Lysen heeft een lange staat van dienst als onderzoeker op het gebied van duurzame energie, zowel nationaal als internationaal. Na zijn pensionering richtte hij zijn eigen adviesbureau op onder de naam Lysen Consulting Engineer. In mei dit jaar volgde hij Gerard van Amerongen op als voorzitter van Holland Solar. Enkele feiten: • Lysen is de bedenker van de term ‘Trias Energetica’. Daarmee wordt de inmiddels wijdverbreide en toegepaste driestappentheorie bedoeld voor iedere energiestrategie, die van een land maar ook die van een bedrijf of huishouden. De drie stappen zijn: (1) gebruik systemen met de hoogste energie-efficiëntie en vermijd verspilling van energie; (2) zet zoveel mogelijk duurzame energiebronnen in; (3) voor de resterende vraag: maak zo efficiënt en schoon mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen. • In 1977 verscheen van Lysens hand het boekje ‘Eindeloze energie’, het eerste over duurzame energie in Nederland. In 1981 schreef hij ‘Introduction to wind energy’, vertaald in het Chinees, Frans en Portugees. • Medio jaren zeventig werkte Lysen mee aan de ontwikkeling van de eerste voor de commerciële markt bestemde zonneboiler van de firma Nijs en Vale, samen met de heren Leijendeckers en Brouwer, bij het adviesbureau Van Heugten. • Zelf heeft Lysen zonnepanelen op het dak van zijn woning liggen die niet in China maar in Duitsland zijn geproduceerd. Dat was een bewuste keuze, omdat hij de Europese zonne-industrie wil steunen. Om dezelfde reden liet hij een inverter monteren die uit NoordBrabant komt.

vrijstelling van btw en de aanstaande verlaging van de epc. Bovendien toonde een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving en DNV GL, het vroegere KEMA, deze zomer aan dat het elektriciteitsnet de teruglevering van stroom nog tot 16 gigawatt aankan. Van groot belang is wel dat de markt voor een langere periode zekerheid wordt geboden. Lysen: “Dat was dus schrikken toen minister Kamp een half jaar geleden aankondigde dat de salderingsregeling in 2017 geëvalueerd zou worden. Als bewindslieden dat zeggen, denk je meteen aan afschaffen. Gelukkig heeft de minister duidelijk gemaakt dat de regeling in ieder geval toch tot 2020 blijft bestaan. Daarna volgt een overgangsregeling. Over wat er vervolgens moet gebeuren, zijn we nu aan het nadenken. Maar dit geeft voorlopig rust in de markt. Het lastige is alleen wel dat de regeling onderdeel is van het Belastingplan en dat wordt elk jaar ter stemming gebracht in de Kamer.” Waar de sector volgens Lysen zeker niet meer op zit te wachten zijn subsidieregelingen. Ze zijn met de huidige lage prijzen niet nodig en ze zijn dodelijk voor de markt. Zodra in de krant een bericht verschijnt dat er een subsidieregeling aankomt, stoppen meteen de verkopen en ligt alles een paar maanden plat. “Groen Links wilde anderhalf jaar geleden een subsidieregeling. We hebben ze gesmeekt: ‘Doe het niet!’”

360 PJ duurzame energie Alle inspanningen ten spijt moet Lysen vaststellen dat ‘Den Haag’ de zonne-energiebranche nog niet goed op het netvlies heeft. In het ambitieuze Energieakkoord staat nauwkeurig omschreven welke bijdrage de verschillende onderdelen van de Topsector Energie moeten leveren. Van het huidige finale energieverbruik in Nederland van ongeveer 2100 petajoule (PJ) moet in 2023 16 procent duurzaam worden opgewekt. Dat komt neer op een kleine 360 PJ aan duurzame energie. De overheid zet fors in op wind (zowel op water als op land), biomassa, bij- en meestook in centrales en biobrandstoffen voor het wegverkeer. Samen goed voor de helft van die 360 PJ. Daarnaast is er een groep ‘overige vormen van duurzame energie­ opwekking’, die de andere helft moet realiseren: zonnestroom en -warmte, houtkachels, warmtepompen, enzovoort.

Objectieve informatie Maar hoezo zonne-energie ondergebracht in een soort vergaarbak? Daarover was de sector op zijn zachtst gezegd niet te spreken. Lysen: “Het lijkt wel alsof we nauwelijks een rol spelen. Maar dat wordt nu hersteld, daar is een werkgroep hard mee bezig.” Holland Solar werkt mee aan dit project, dat de branche beter op de kaart moet zetten. Zo moet er onder andere een betrouwbare schatting komen van het opgestelde vermogen aan zonnepanelen in Nederland. Ook de prestaties van de bedrijven – bijvoorbeeld qua omzet en aantal personeelsleden – moeten op objectieve wijze inzichtelijk worden gemaakt. Samen met het bedrijf Solar Solutions en TKI (Topconsortium voor Kennis en Innovatie) Solar Energy wordt gewerkt aan een onafhankelijke rapportage over het reilen en zeilen van de sector. De gegevens voor dit Solar Trend Rapport zullen anoniem via een notaris worden ingezameld en verwerkt. “Hier is de sector bij gebaat, dus gaan wij


SOLAR

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

5

Zonnecollectoren van HRsolar worden geïnstalleerd op de daken van een nieuwbouwproject in het Drentse Kerkenveld. Foto: HRsolar

dit als Holland Solar ondersteunen, zowel financieel als met menskracht.”

SDE+ De realisering van de doelstellingen in het Energieakkoord vormt de belangrijkste opgave voor de komende jaren. Daarvoor is behalve een forse uitbreiding van het areaal PV-installaties ook een krachtige groei van het aantal zonnewarmtesystemen noodzakelijk. Deze zijn echter minder populair, omdat ze geen salderingsregeling kennen en niet in aanmerking komen voor btw-aftrek. De bestaande stimuleringsregeling SDE+ is alleen bedoeld voor grote zonnewarmtesystemen met een

oppervlakte van meer dan 100 vierkante meter. “Als we daar iets kunnen gaan organiseren voor oppervlakten tussen 20 en 100 vierkante meter, dan komt er een heel interessante markt bij. Denk bijvoorbeeld aan sportcomplexen, verzorgingstehuizen, kalvermesterijen, noem maar op. We hebben inmiddels begrepen dat dit niet via de SDE+ kan, maar dat wel een ander plan in de maak is.”

Zonnekeur Een punt van zorg bij de explosieve groei is dat de sector bedrijfjes aantrekt die vooral geïnteresseerd zijn in snel geld verdienen en niet in veilig werken of de kwaliteit van de systemen. Collectieve inkoopiniti-

atieven hebben dat gevaar ook in zich, erkent Lysen: “Er wordt meestal geknepen op het laatste stukje, de montage. Voor de installateur blijft er dan te weinig over om goed werk te kunnen leveren. Hierover hebben we regelmatig gesprekken gevoerd met partijen die collectief systemen inkopen en laten plaatsen. In sommige gevallen zijn hun procedures daarop aangepast.” Om de goede installateur in staat te stellen zich te onderscheiden, heeft Holland Solar een kwaliteitskeurmerk in het leven geroepen: Zonnekeur. “Het is van levensbelang voor de sector dat we kiezen voor kwaliteit en veilig werken en dat elk bedrijf een normale prijs krijgt betaald.”


Solar, uw partner bij PV projecten

t t t t

1SPKFDUBEWJFT FO DPOmHVSBUJF *OUFOTJFWF TBNFOXFSLJOH NFU HFSFOPNNFFSEF GBCSJLBOUFO #VOEFMJOH WBO LFOOJT BEWJFT FO MPHJTUJFLF TFSWJDF 4PMBS JT BM SVJN KBBS FFO CFHSJQ JO EF JOTUBMMBUJFCSBODIF

t t t

#SFFE BTTPSUJNFOU VJU WPPSSBBE MFWFSCBBS 0QMPTTJOHFO WPPS EF NFFTU VJUFFOMPQFOEF EBLUZQFT 4ZTUFFNDPOmHVSBUJF TFSWJDF WBO LMFJO SFTJEFOUJFFM UPU FO NFU HSPPUTDIBMJHF QSPKFDUFO

4PMBS /FEFSMBOE # 7 ] 5PFSNBMJKOTUSBBU ] 3- "MLNBBS ] ] XXX TPMBSOFEFSMBOE OM

Digitale displays voor zonnepanelen installatie

Kies voor Nederlandse kwaliteit. Zonnepanelen verdienen mĂŠĂŠr...

Soladin

WEB

Zonne-energie zichtbaar gemaakt Siebert digitale displays zijn geschikt voor elke zonnepaneleninstallatie en kunnen ook worden aangesloten op bestaande installaties.

Een bijzonder kenmerk is, dat de LED cijfers uitgevoerd zijn met de modernste SMD technologie. Met witte cijfers – optioneel ook andere kleuren – en extreem hoge lichtsterkte definiÍren deze een nieuwe standaard.

Standaard met WiFi ĂŠn web-monitoring. Verkrijgbaar in 1.050W, 1.575W, 2.200W & 3.000W uitvoering. Uw klant meer opbrengst leveren dan uw concurrenten. Voor u en uw klant in Nederlandse taal op een leuke manier zichtbaar op smartphone, tablet of PC na de simpele activering van WiFi web monitoring. Het verbluffende installatiegemak zorgt voor een voorspelbare korte installatietijd. Dataopslag veilig in Nederland. Bekijk alle specificaties en info op

Een intuĂŻtieve software maakt een eenvoudige en snelle instelling van de parameters van de display mogelijk, ook via bluetooth. Siebert Nederland B.V. Jadedreef 26, NL-7828 BH Emmen Tel. +31 (0) 591 633 444 info.nl@siebert-solar.com www.siebert-group.com

www.mastervoltsolar.nl/soladinWEB Teken hoogte 25, 55, 100, 160, 250, 350 of 700 mm


SOLAR

7

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

“ De investering voor de eigenaar,

de opbrengsten voor de gebruikers”

Financiële plaatjes van zonnestroom kloppen niet altijd. Afbeelding: Bigstock

Rendement van zonnepanelen is moeilijk te voorspellen De opbrengst van zonnepanelen hangt niet alleen af van hun kwaliteit. Ook de ontwikkelingen van de stroomprijzen, het overheidsbeleid en de techniek oefenen er veel invloed op uit. Hierdoor is zelfs voor deskundigen lastiger te voorzien wat de opbrengst zal zijn. Peter Hanff

O

p het eerste gezicht is een rendementsvoorspelling voor zonnepanelen geen raketwetenschap. Laat photovoltaïsche cellen van een A-merk plaatsen door een ervaren bedrijf met de juiste papieren. Een gemiddeld huishouden kost dat 3000 tot 6000 euro. Dankzij het dalende verbruik en terugleveringen lonkt een jaarrendement van 15 tot 18 procent. En dat tijdens de hele levensduur van de zonnecellen van minimaal een kwart eeuw. Tot zover het e-book ‘Zonnecellen voor Dummies’, van Eneco voor de consument. Maar wat zeggen onafhankelijke deskundigen? Johannes Zijlstra is voorzichtiger. De adviseur van Flynth Accountants en LTO Noord Advies maakt rentabiliteitsberekeningen rond zonnestroom voor de agrarische sector en het midden- en kleinbedrijf: “Voor particulieren is een rendement van 10 procent of meer haalbaar. Bij kleinere bedrijven ligt dat tussen 5 en 10 procent, aangenomen dat ze btw kunnen terugvragen. Bij grootzakelijk verbruik komen we tot een maximum van ongeveer 5 procent.”

Rijk rekenen De angel in Zijlstra’s berekeningen zit in niet beïnvloedbare factoren. De afnemer heeft iets te zeggen over de kwaliteit van de installatie, de locatie, de levensduur en de garantie. Maar overheidsregulering brengt onzekerheid met zich mee. Zo betalen

kleinverbruikers naar verhouding erg veel energiebelasting: 11,85 cent per kilowattuur. Die krijgen ze terug wanneer ze energie leveren. Hoe hoger het verbruik, des te lager de energiebelasting. “Vandaar dat het rendement op zonnepanelen hoger is als je minder elektriciteit verbruikt”, stelt Zijlstra. “Die terugleveringsregeling blijft tot 2020 van kracht, maar kan vervallen. Dan moeten gebruikers de overtollige stroom opslaan. Geschikte accu’s zijn nog te duur. Al kan dat veranderen door ontwikkelingen als zeezoutbatterijen.” Ook de fiscale stimulering van investeringen in zonnepanelen is een onzekere factor. Met de Energie Investeringsaftrek kunnen bedrijven 41,5 procent van de kosten in mindering brengen op het fiscale inkomen. Bij de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek gaat het tot 55.000 euro om 28 procent, daarboven is het minder. “Geen winst maken betekent een lager rendement op de zonnepanelen”, aldus Zijlstra. Dan heeft Zijlstra de stroomprijsontwikkeling nog niet genoemd. Hoe hoger straks die prijs zal zijn, des te rendabeler de investering in zonnecellen. En andersom. “Ik adviseer mijn klanten zich niet rijk te laten rekenen. 3, 4 jaar geleden bedroeg de kale stroomprijs bij het hoge tarief ongeveer 10 cent per kilowattuur. Er werd een stijging voorspeld, maar nu bedraagt de prijs 6 cent. Een rendementsberekening op basis van een prijsstijging van bijvoorbeeld 8 procent is te rooskleurig. Ik neem de actuele stroomprijs en zet daar 1 of 2 procent op.”

Rendement monitoren Als directeur/partner van BreedofBuilds levert Renate van Drimmelen duurzame oplossingen voor grotere verbruikers om verspilling van grondstoffen en geld tegen te gaan. Wanneer beschouwt zij zonnepanelen als rendabel voor bedrijven? Haar antwoord: “Als ze onderdeel zijn van een integraal concept. We hebben een plan gemaakt voor de verduurzaming van de Vergulde Hand, een bedrijventerrein in Vlaardingen met veel transportbedrijven. Een onderdeel is een wasstraat met gebruik van afvalwater. Wanneer daar bovendien elektrische auto’s kunnen opladen en wanneer in de kap van het gebouw zonnepanelen zijn gemonteerd, grijpen functie en uitstraling in elkaar.”

Van Drimmelen pleit voor gezonde businesscases op basis van echte oplossingen: “Een mogelijke subsidie pakken we natuurlijk. Maar subsidie kan zomaar ophouden en de hoogte is onzeker. Onder de SDE+ [Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie voor grootzakelijk verbruik, red.] is het bedrag niet meer gebaseerd op de aanschafwaarde. Het aantal terug geleverde kilowatturen telt.” Een waarschuwing: “Het risico bestaat dat verwachtingen over terugleveringen niet uitkomen. Onlangs zag ik een testopstelling waarbij veel energie verloren ging in de omvorming naar wisselstroom. Terwijl de tussenmeter een opwekking aangaf van 900 W, bleek er maar 500 W aan het net geleverd te worden. Het probleem komt regelmatig voor en is al lang bekend. Maar het is niet in het belang van de zonnepanelensector om dat in kaart te brengen. Wie investeert in zonne­ panelen, zal dat dus ook moeten doen in het monitoren van het rendement.”

Iconische waarde Vastgoedbeleggers hebben andere problemen om het rendement op PV-installaties te beoordelen. “Zonnepanelen kunnen de kans op een vertrek van de huurder verlagen. Maar de investering is voor de eigenaar, terwijl de opbrengsten voor de gebruiker zijn. Dat is voor een belegger niet zo prettig”, signaleert taxateur Eelco Horstman. “In de 8 jaar waarin ik bij DTZ Zadelhoff werk, heb ik één vraag gehad over de potentiële kasstroom van zonnepanelen. Misschien komt dat doordat ik vooral voor woningcorporaties werk. Bij bedrijfshallen kan het anders liggen. Maar ik denk dat een investering in zonnepanelen voor beleggers moeilijk rendabel te maken is.” Taxateurs hebben nog weinig oog voor energieverbruik, constateert Jaap van Rhijn, CEO van vastgoedadviseur Colliers: “Voor de waarde van een gebouw tellen locatie, locatie, locatie en de kwaliteit van de huurder. En niet de hoogte van de servicekosten. Enig zendingswerk binnen de taxatiebranche is dus nodig. Maar de echte stappen in duurzaamheid maak je met andere huurcontracten. Energiekosten moeten onderdeel worden van de huurprijs. Dan zullen investeringen in besparingen sterker doorwerken in de netto huuropbrengsten en dus in de waarde van het gebouw. Zo niet, dan kunnen zonnepanelen ook waarde hebben. Maar dan als icoon van maatschappelijke betrokkenheid en als manier om een beter label te krijgen.”


Walraven BIS Spectrum

®

Nieuw, innovatief PV Montagesysteem

BIS Spectrum®

PV Montagesysteem voor platte en lichthellende daken

■ Solide constructie ■ Snelle en eenvoudige installatie ■ Minimale ballast ■ Verankering aan het dak niet nodig

% 0 5 l e w t dig!

o To n t as l l a b r e d n mi

Snelle en eenvoudige installatie

Gemakkelijk te positioneren, meten niet nodig

Solide construct

Vier voorgemonteerde clips per PV paneel

Meten niet nodig dankzij perforatie in rail

Alle verbindingen zijn vervaa Alle montage-units zijn ond

Walraven B.V. | Postbus 15 | 3640 AA Mijdrecht (NL) | Tel. +31 (0)297 23 30 00 | Fax +31 (0)297 23 30 99 | info@walraven.com |


tie

ardigd van staal. derling verbonden.

| walraven.com

BIS Spectrum速

Minimale ballast

Voor meer informatie:

Door de stabiele en aerodynamische vormgeving van BIS Spectrum速 volstaat een minimale hoeveelheid ballast

Scan de QR-code of ga naar: www.walraven.com/bisspectrum


10

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

SOLAR grootste zonnedak


SOLAR

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

Op de Amsterdam ArenA ligt het grootste zonnedak van Amster430 ton CO2 in de lucht komt, een hoeveelheid die dam. Het bestaat uit 4178 zonnepanelen en 50 omvormers met 180 auto’s jaarlijks uitstoten. De installatie is in opdracht een totaal vermogen van 1128 kWp. In een jaar tijd produceert het van de ArenA gerealiseerd door hoofdaannemer Nuon, ongeveer 930.000 kWh elektriciteit. Zo wordt voorkomen dat in samenwerking met Oskomera, BAM en Arcadis.

11


12

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

SOLAR

Hoogste pv-rendement per vierkante meter Niet de zonnepanelen die op het zuiden zijn gericht maar de zonnepanelen in een oost-westopstelling op platte daken halen doorgaans de hoogste opbrengst per vierkante meter. Bovendien blijkt dan het afgegeven vermogen constanter en is de piek tussen 12.00 en 13.00 uur lager. Richard Mooi

D

e meeste installateurs plaatsen pv-panelen bij voorkeur op een dak op het zuiden, liefst met de ideaal geachte hellingshoek van 36 graden. Daarmee zou de maximale opbrengst uit pv-panelen te halen vallen. “Dat was belangrijk toen pv-panelen nog duur waren. Minder opbrengst deed de terug­ verdientijd fors stijgen en zie dan maar eens een installatie te verkopen aan consumenten”, zegt Lex Schiebaan van de blog ‘zonneenergie.eu’. “Toen de prijzen hoog waren, wilde je zoveel mogelijk energie per wattpiek opwekken.”

Richting en hoek Maar sinds een jaar of twee zijn de prijzen voor een pv-paneel flink gedaald. Daardoor is het niet per se nodig dat ze strak richting het zuiden kijken. Bij een afwijkende opstelling is het bovendien niet zo dat de opbrengst naar beneden duikelt, zeker niet als de hellingshoek fors wordt verminderd. Schiebaan: “Zonnepanelen in een symmetrisch systeem worden onder een lage hoek van 10 graden geplaatst. Onder deze hoek maakt het niet heel veel uit in welke richting de zonnepanelen geplaatst worden.” Richting oost of west levert een paneel nog 90 procent op en zelfs op het noorden gericht nog 80 procent. De panelen hebben weliswaar een lagere opbrengst waardoor de terugverdientijd op zou lopen, maar er zijn volgens Schiebaan ook financiële meevallers: “Het montagesysteem is relatief goedkoop. En je hebt een minder zware omvormer nodig. Het is om het even. De terugverdientijd is nauwelijks langer.” Opvallend genoeg levert een oost-westopstelling de hoogste opbrengst per vierkante meter dakopper-

Weloverwogen investeren in zonne-energie

“ Toen de prijzen hoog waren,

vlakte. Directeur Jaap Baarsma van de inkooporganisatie Econed, het samenwerkingsverband van veertig middelgrote installatiebedrijven, legt uit: “Je kunt de rijtjes met pv-panelen aan elkaar vastplakken. Als je ze op het zuiden zet, komt er een hoop ruimte tussen.” Dat komt doordat een paneel gericht op het zuiden behoorlijk rechtop staat en ’s winters voor schaduw zorgt op de achterliggende panelen. Bij meerdere rijen met pv-panelen moet er daarom minstens een paar meter ruimte tussen de panelen aanwezig zijn. Om die tussenruimte wat te verkleinen, worden pv-panelen op platte daken soms al wat minder steil geplaatst. Bij een oost-westopstelling liggen de pv-panelen veel vlakker. Het aanpalende rijtje ligt zelfs lager, zodat het schaduweffect op de volgende rij in dezelfde richting al niet meer een rol speelt. “Je kunt ze eigenlijk gewoon naast elkaar plaatsen. En zo kun je een veel hogere opbrengst per vierkante meter krijgen. We hebben daarmee ook een belangrijke tender gewonnen, omdat de opdrachtgever de hoogste opbrengst per vierkante meter wilde hebben”, stelt Baarsma. Deze vlieger gaat vooral op bij kleinere daken, waar de ruimte schaars is. Een zuidopstelling is veelal de beste keuze op het platte dak van een grote fabriekshal, waar ruim voldoende ruimte beschikbaar is.

Meer omzet, minder gedoe Het aantal daken waarop een oost-westopstelling een goed alternatief is, is veel groter, betoogt Schiebaan. Zijn installatiebedrijf Xolar kiest op platte daken in bijna de helft van de situaties voor deze opstelling. Daarmee wijkt Xolar sterk af van andere installatiebedrijven. De meeste zoninstalla-

wilde je zoveel mogelijk energie per wattpiek opwekken ” teurs hebben er nog geen enkele ervaring mee. Wie het al wel eens uitprobeerde, deed dat pas de afgelopen maanden, weet Schiebaan. Volgens hem levert de oost-westopstelling extra omzet op. Particulieren willen vaak wel meer panelen, maar bij een zuidopstelling is bijvoorbeeld het garagedak snel vol. “Ik verkoop liever twaalf panelen in oost-west- dan zes panelen in zuidopstelling.” Baarsma geeft zelf aan dat de bij Econed aangesloten installatiebedrijven de laatste maanden ook bedreven raken in het plaatsen van oost-westsystemen: “Zeker bij dakprojecten waarbij men zoveel mogelijk energie wil opwekken, adviseren wij het systeem.” Het is ook een eenvoudiger systeem, heeft hij gemerkt. “Panelen worden onder een lagere hoek geplaatst en dicht naast elkaar als een soort zaagtand, waardoor er minder windbelasting is, en dan kun je met minder ballast toe.” Bevestigingsmaterialen voor oost-west zijn volop voorhanden. “Bijna elk merk heeft er materialen voor”, zegt Johan Beijert van Zon en Co. Leo Verkoelen van de SolarWindBioShop merkt dat leveranciers erop inspelen: “Licht, weinig ballast nodig, snel te monteren.” Wel moet de omvormer twee aparte ingangen bezitten. “Met MPP-trackers voor oost en west,” vertelt Beijert. In principe leveren panelen die helemaal plat liggen net iets meer op, maar Verkoelen vindt een hellingshoek van 13 graden het minimum: “Als je zonnepanelen plat legt, regenen ze niet schoon.”


SOLAR

13

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

“ De solarmarkt is jong en nog lang niet volwassen ”

Solarmarkt zet in op integratie

D

Echt spectaculair nieuws was er niet tijdens het Solar Event van de vakbeurs Energie in Den Bosch. Wel waren er opvallende trends zichtbaar. Meer integratie met het schuine dak is een mooi voorbeeld en gecombineerde panelen waar zowel elektriciteit als warm water uit komt voor de zonneboiler of warmtepomp. Richard Mooi

e solarmarkt, vooral de verkoop van pv-panelen, zit overduidelijk in de goede jaren. De cijfers spreken boekdelen. Vanaf 2010 verdubbelde steeds het opgestelde pv-vermogen in Nederland. Vorig jaar nog werd er zo’n 370 MWp aan pv bijgeplaatst, zodat deze zomer zelfs de officiële 1 GWgrens (1000 MW) werd overschreden. Een verdubbeling van het opgestelde vermogen zit er in 2014 niet meer in, zegt Maarten Geuze van groothandel/producent Orange Solar. Hij verwacht dat de teller zal uitkomen op maximaal 500 MW, een nieuw jaarrecord. Daar blijft het volgens Geuze bij, want hij verwacht dat de komende jaren de afzet zal stabiliseren op die 500 MW. Hoe lang, durft niemand te zeggen. De markt raakt een keer verzadigd, beseffen de groothandels die deze herfst aanwezig waren op het Solar Event in Den Bosch. Maar tegelijkertijd zien ze nog veel ruimte bij particuliere huiseigenaren en woningcorporaties.

Controle De solarmarkt is jong en nog lang niet volwassen, wat zich uit in een overvolle markt van aanbieders. “Ik krijg elke dag wel mails van onbekende producenten”, vertelde Roel Cals van Energiebau, een van de oudste solarimporteurs van ons land. Volgens Cals zijn er wereldwijd zo’n 600 tot 700 producenten van pv-panelen. Nog steeds starten nieuwe spelers productielijnen op. “Het is heel moeilijk om vanaf dag één een stabiele productie te draaien.” Ook de prijsdruk komt de algehele kwaliteit niet ten goede. Energiebau kiest daarom voor een stringente ‘ingangscontrole’. Steekproefsgewijs laat Cals pv-panelen meten door het Duitse TÜV. In het geval van nieuwe leveranciers wordt elke pallet bekeken, bij betrouwbare partners inspecteert Energiebau van elke geïmporteerde container nog één pallet, of zelfs nog minder. Die controle is wel nodig. Zo beloofde een producent panelen van 235 Wp, maar kwamen de panelen bij TÜV-testen nooit boven de 228 Wp. Ook panelen met slechte solderingen, gebrekkige junction-boxen of luchtbellen onder de folielaag ziet Energiebau geregeld voorbijkomen. “We hebben de afgelopen jaren al enkele megawatt aan panelen afgekeurd.” Cals geeft installateurs die zelf panelen willen importeren de tip om vooral naar flashwaardes van de panelen te vragen. “Zorg dat je weet waar je panelen vandaan komen. En vraag door: wat wordt er aan kwaliteitsborging gedaan?” Uiteindelijk voorziet Cals een uitdunning van aanbieders, zodat er nog maar een paar grote spelers overblijven die goede producten leveren.

Meer Wp

Bij voorkeur zwarte monopanelen voor een schuindakopstelling.

Ondanks of juist als gevolg van het grote spelersveld en de moordende concurrentie lukt het fabrikanten nog steeds om meer uit een standaardpaneel van zestig zonnecellen te persen. Was twee jaar geleden 235 Wp een mooi gemiddelde, vorig jaar was 250 Wp de standaard. Dit jaar op het Solar Event toonden de meeste groothandels panelen van 260 of 270 Wp. Nog elk jaar komt er zo’n 10-15 Wp bij, bevestigden

enkele importeurs. Ze durven niet te voorspellen of met de huidige productielijnen nog meer vermogenswinst valt te boeken. ECN-onderzoeker Arthur Weeber vertelde tijdens een lezing dat het eindpunt nog lang niet is bereikt: “Over 10 jaar hebben we mooie zwarte modules met een hoger rendement van 22 procent [nu is dat 15-16 procent, red.]. En ik verwacht ook dat de modules beter geschikt zijn voor gebouwintegratie, waardoor de jaaropbrengst omhoog zal gaan.” Panelen die in een gebouw zijn geïntegreerd, hebben sneller last van beschaduwing. Maar dat effect zal in de toekomst kleiner worden, verwacht ECN. “Ook bij lage lichtintensiteit zal nog een verbeterslag te realiseren zijn.”

Dakintegratie Nu de markt in Nederland op stoom komt, zie je interessante randverschijnselen. Zo zijn er mooie pv-paneeltjes die op speciale dakpannen worden gemonteerd. Deze zijn zelfs beschikbaar voor een bestaand dak met sneldekkers. Ook opvallend is de integratie van pv- en zonthermische panelen. Veel tegenstanders vinden een dak met pv-panelen al een lelijk gezicht. Het wordt helemaal een lappendeken als er een indak-zonnecollector van de zonneboiler naast wordt geplaatst die qua maat en kleur afwijkt. Een hybridepaneel, een pv-paneel met ingebouwde zonnecollector, is dan een elegant alternatief. Diverse importeurs toonden 2power, een Duits hybridepaneel. Het Nederlandse SolarTech heeft zelf een Multi Energy-paneel ontwikkeld. Daaronder wordt een vloerverwarmingbuis in isolatie gelegd. Behalve elektriciteit levert dit paneel ongeveer 600 W aan warmte. HRsolar toonde een zonnecollector die dezelfde afmetingen heeft als een pv-paneel en eveneens op het dak wordt geplaatst, en dus niet indak zoals de meeste zonnecollectoren. Qua warmte­ opbrengst is een echte zonnecollector in het voordeel vanwege de speciale afdekplaat, de absorber. Die laat warmte door maar kaatst deze niet meer terug. De glasplaat van een pv-paneel heeft niet deze eigenschappen en zet ook nog wat warmte om in elektriciteit, zodat de temperatuur van het warme water uit een hybridepaneel toch iets minder heet is. HR Solar kan wat de ‘echte’ zonne­ collector met de afmetingen van een pv-paneel betreft ‘de hoogste opbrengst’ garanderen. Voor een doorsneegezin zijn twee tot drie collectoren voldoende. Nelskamp dakpannen spant de kroon met pv ingebouwd in dakpannen en zelfs zonthermisch erbij. Bij het SolarPowerpack zijn onder de dakpannen met ingebouwde pv-paneeltjes dunne kunststof waterkanaaltjes aangebracht. Ook nieuw zijn systemen voor het indak plaatsen van pv-panelen. Het paneel wordt niet meer op de dakpannen gelegd, maar in een waterdicht frame, zodat ze eigenlijk verzonken liggen tussen de dakpannen.

Pv-paneeltjes op dakpannen.

Het gaat om dezelfde techniek als bij zonneboilers. Of deze nieuwe technieken echt massaal doorbreken, waagt Geuze te betwijfelen: “De vraag is hoeveel men bereid is daarvoor te betalen.” Overigens kiezen de meeste consumenten bij een schuindakopstelling steeds vaker voor zwarte monopanelen. De blauwkleurige polypanelen zijn verbannen naar platte daken. Weeber verwacht ook dat ramen elektriciteit gaan opwekken: “Bepaalde vensters in een gebouw zullen een zekere transparantie hebben, en dat er toch pv in is geïntegreerd.”

Wifi Ook bij de omvormers is een trend zichtbaar: de vermogenselektronica beschikt steeds vaker over wifi. Was wifi een jaar geleden bij sommige merken nog een optie, nu zit deze er bij veel nieuwe omvormers standaard op. Handig om via een webbrowser of app de dagopbrengst even te controleren of om een mooi staafdiagram op het computerscherm te toveren. Wifi kan eventueel frustraties opleveren. Soms is namelijk de reikwijdte van de wifi-router ontoereikend om de afstand te overbruggen tot bijvoorbeeld de zolder of het schuurtje waar omvormers meestal komen te hangen. Het beste is een netwerkkabeltje, betoogde een specialist van Solar Clarity. Maar ook CAT-bekabeling naar de uithoek van de woning trekken, is niet zo handig. En dan moet je bovendien een omvormer hebben die over een netwerkaansluiting beschikt.

Bliksem Nu de solarmarkt enige omvang heeft gekregen, duiken er diverse problemen op. Zo kan de omvormer bij een blikseminslag in de nabije omgeving schade oplopen, om nog maar te zwijgen over de verwoestende schade bij een directe blikseminslag op de woning. Toch dekt een opstalverzekering zelden de bliksemschade. Even de stekker uit de wandcontactdoos trekken, zoals de meeste Nederlanders bij tv- en computer­ apparatuur doen, is onmogelijk. De eenvoudige oplossing is op twee plaatsen een overspannings­ beveiliging monteren: in de DC-bekabeling tussen de panelen en omvormer en in de 230 V-aansluitleiding naar de omvormer. Hoe dan ook blijft de solarmarkt de komende jaren aantrekkelijk voor importeurs, toeleveranciers van bevestigingsmaterialen en installateurs. De eindgebruikers hebben op hun beurt een dak vol sexy panelen, een lage energierekening en een voldaan groen gevoel.


KIES VOOR HET ZONNEPANEEL MET UITHOUDINGSVERMOGEN

PRIJS�KWALITEITVERHOUDING IN EEN DYNAMISCHE PV�MARKT Inleiding SolarWorld geldt als een van de meest gerenommeerde PV-merken van Europa en de wereld. Het merk staat binnen de branche bekend als de ‘Miele onder de zonnepanelen’. De Duitse fabrikant geeft kwaliteit een nieuwe dimensie. Met deze white paper wil SolarWorld inzicht geven in de (bouw) kwaliteit van haar producten. Want het leveren van kwaliteit is niet vanzelfsprekend. Het vereist vakmanschap, toewijding en doorzettingsvermogen om al meer dan 25 jaar deze hoge kwaliteitsstandaard na te streven. Door zelf de wafers, zonnecellen en de zonnepanelen te produceren is er de maximale waarborging van het product. Met de typische duitse standaard voor kwaliteit. Hiermee bewijst het bedrijf al jaren dat een investering in hun zonnepanelen op de lange termijn lonend is. De Nederlandse PV-markt kan omschreven worden als zeer dynamisch. Uit cijfers van het CBS is er tot eind vorig jaar 722 MWp aan zonne-energievermogen in Nederland opgesteld. Eind 2011 was dit totaal nog 5 keer zo klein. De vraag naar zonnepanelen is dus flink toegenomen. Inmiddels de magische grens van 1 GW aan geïnstalleerd vermogen gepasseerd en dit is met name in het residentiele segment. Het begin is er. Een van de verklaringen van deze toenemende vraag zijn de scherp gedaalde prijzen van zonnepanelen. (zie de onderstaande grafiek van Stichting Zonnestroom).

Ton Kroef, regional manager bij SolarWorld Benelux, biedt de markt volop kansen: “De Nederlandse markt is een interessante markt omdat we hier een organische groei zien zonder subsidies en andere marktverstorende maatregelen. De constant hoge en mogelijk verder stijgende elektriciteitsprijs en de tot 2020 zeker blijvende salderingsregeling zijn genoeg prikkels om in zonne-energie te investeren en zelfvoorzienend te worden.

Overaanbod Ook de aanbodkant is in korte tijd geëxplodeerd. Enerzijds de vele installateurs actief op de Nederlandse markt. Anderzijds de enorme verscheidenheid aan merken zonnepanelen en omvormers met evenzoveel verschil in kwaliteit. Hierin schuilt het gevaar voor de particulier om een juiste keuze te kunnen maken. De Nederlander heeft een toenemende interesse in zonne-energie. Een groot deel is bereid om (spaar) geld te steken in de aanschaf, maar de gemiddelde klant kan door het overaanbod en een gebrek aan merkbeleving, geen keuze maken en stelt deze veelal uit. Of men weet niet wat voor ‘merk’ of ‘kwaliteit’ men in huis haalt. De Nederlandse klant kan en wil best meer betalen, maar hij wil wel weten waarom, en de zekerheid hebben dat zijn extra investering op de lange termijn loont. Er simpelweg vanuit gaan dat elk paneel, omdat ze er nu eenmaal allemaal hetzelfde uitzien, zomaar 25 jaar meegaat is een vorm van zelfbedrog. ‘Voor weinig krijg je weinig.”

Vergroot je toekomstig rendement De klant is dus in grote mate afhankelijk van de voorlichting die hij krijgt. “Een klant zal een advies om een goed product te verkiezen boven een minder product niet snel in de wind slaan. Maar het ontbreekt in de huidige markt aan juiste en volledige voorlichting over de meerwaarde van paneelkwaliteit, de producent en de haalbare garanties. Als dat niet gebeurt, zal die lonkende lage prijs echter vaak een gerechtvaardigd excuus zijn om een onbekend of mogelijk inferieur product te kiezen. Verkopen over de prijs-as is nu eenmaal gemakkelijker dan een verdedigbare hogere prijs. “SolarWorld doet er met zijn keuze van componenten, de bouwwijze en de testmethodes alles aan om de enorm lange opbrengst garantie van 25/30 jaar geloofwaardig te maken. In beginsel lijken veel panelen qua garanties op elkaar. De ´marathon´ van 25 jaar is echter voor veel panelen van een zodanige bouwkwaliteit simpelweg te lang.


Continue kwaliteit

Verzekerd

Deze kwaliteit is inmiddels ook in Nederland ‘ontdekt’. Installateurs hebben met SolarWorld een merk in handen waarmee hij echt meerwaarde kan verkopen en zich met een Duits paneel kan onderscheiden door kwaliteit en degelijkheid, zaken die volgens ons niet vanzelfsprekend zijn. Fabrikant en installateur moeten bij elkaar passen qua klantbenadering (het seriues nemen van een klant) en merkbeleving zodat de eindklant een keuze kan maken op basis van het juiste advies. In prijs georiënteerd Nederland zullen we qua volume niet zo gauw koploper worden maar het netwerk van installateurs die het Solarwordl verhaal kunnen en durven te vertellen is snel groeiend. Het is voor de installateur prettig om te werken met een fabrikant die continu kwaliteits zonnepanelen levert met een hoge en voorspelbare opbrengst.”

SolarWorld staat in de branche bekend als het duurdere merk. Gemiddeld 15 tot 20 procent meer dan een gemiddeld Aziatisch paneel echter op installatienivo is dit prijsverschil nog slechts 7 tot 8%. Natuurlijk is zijn de extra euro´s echt geld maar afgerekend over een levensduur van 25 jaar is het prijsverschil de waarde van één kopje koffie per maand voor een gemiddeelde particuliere installatie. Een geringe premie voor de kwaliteitsverzekering die onze panelen over een periode van 25 jaar bieden. Het is een verstandige koop zonder je ooit nog af te hoeven vragen of het de juiste is geweest. Koop op basis van wat je écht gelooft en niet van wat je wordt beloofd. Dit product moet 25 jaar een gegarandeerde opbrengst leveren, dan kun je je geen mindere kwaliteit veroorloven.”

Praktijkervaringen installateurs Patrick Daniels van DSA Beheer: “ik werk met Solarworld omdat mijn bedrijf voor kwaliteit en bedrijfszekerheid gaat. Wij hebben het paneel bekeken en dit zit zo goed in elkaar, dat wij wisten dat dit het paneel wordt dat bij DSA thuis hoort. Voordat ik bij een klant ben geweest gaat het bij de klant, uit onwetendheid, alleen om de prijs. Als ik de verschillen heb onderbouwd, dan zien de mensen wel dat ze voor kwaliteit moeten kiezen. Wie investeert in kwaliteit, kan goede rendementen verwachten. Neem je risico in kwaliteit dan neem ook risico met je investering”. Leon Jurg van Cobalt Energieoplossingen: “Als bedrijf willen we ons focussen op kwaliteit, alleen daarmee kan je langere termijn klanten houden en bedienen. Wij zien in de praktijk dat panelen van SolarWorld bovengemiddeld presteren en geen uitval vertonen”. Het product steekt qua afwerking en uitstraling met kop en schouders uit boven het midden segment. Daarnaast is het product zeker betaalbaar gezien de kwaliteit en prestatie.” Sjoerd Jagersma van Zonsimpel: “SolarWorld is een betrouwbare fabrikant met veel ervaring. Een zonnepaneel waarbij over ieder component zeer goed is nagedacht. Garantie is het best afgedekt met een goed product.” Sebastiaan Eikendal van SlimSolarSystems: “Je krijgt als installateur de mogelijkheid om het productieproces met eigen ogen te zien. Solarworld laat graag zien wat ze kunnen en zijn heel open over allerlei testmethodes. Het productieproces zit facinerend goed in elkaar.

www.solarworld-benelux.com


16

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

SOLAR

“ Zeoliet vervangen door natriumsulfide ”

Zonneboiler houdt maandenlang warmte vast Volgens onderzoeksinstituut TNO is er binnen enkele jaren een zonneboiler verkrijgbaar die maandenlang zijn warmte vasthoudt. Zelf werkt TNO aan de opslag van zonnewarmte in zouten. ECN, een ander onderzoeksinstituut, streeft zelfs naar een seizoensopslag van zonnewarmte. Richard Mooi

H

oe kun je in de winter water uit een zonneboiler gebruiken dat vooral in de zomer wordt opgewarmd? Dat is de hamvraag. In Almere en Culemborg zijn als antwoord woningen gebouwd rond reusachtige buffervaten met een inhoud van 40 kuub. Ze zijn bedoeld om warm water maandenlang op te slaan om ’s winters de vloerverwarming van gratis warm water te voorzien. Ideaal is zo’n opslag niet. Elk buffervat is enorm groot en verliest veel warmte. Een andere techniek biedt wel de mogelijkheid om warmte compact, lang en met weinig verlies vast te houden. Door een thermochemisch proces kan in zouten of synthetische materialen als zeoliet of silicagel warmte worden opgeslagen. Al jaren werken TNO en ECN aan deze materie en ze hebben vooral in 2014 belangrijke stappen gezet.

Werking van warmteopslag Het principe van ‘compacte warmteopslag’ is eigenlijk heel eenvoudig, vertelt Hans van ’t Spijker van TNO: “In de zomer droog je de zouten met zonnewarmte met zonnecollectoren op het dak. In de winter voeg je waterdamp aan het zout toe. Daarmee wordt warmte gegenereerd.” De proef­ systemen die deze zomer op enkele plaatsen zijn geïnstalleerd, hebben een diameter van 30 cm en zijn 1 of 2 m hoog. Ze zijn gesloten: het thermo­ chemische materiaal komt niet in aanraking met de omgevingslucht en ook de scheikundige reactie vindt in het gesloten vat plaats. Door het adsorptiemateriaal loopt een warmte­ wisselaar waar in de zomer warm water uit de zonneboiler doorheen wordt gepompt. Het zout wordt nu gedroogd en daarbij komt waterdamp vrij. Van ’t Spijker: “Onder in het opslagvat heb je een aparte module die met een klep van de zoutopslag gescheiden is. Door die klep te openen kan het water verdampen en langzamerhand wordt het zout weer vochtig en warm. Via de warmtewisselaar in het vat, waarmee zomers de zouten worden gedroogd, wordt de warmte overgedragen aan het cv-water.” Deze zomer wil TNO enkele prototypen installeren, onder meer in het eigen lab en bij partners. Deze proeftoestellen zijn al wel compact, maar bevatten nog niet het eigenlijke absorptiemateriaal, het zouthydraat. In plaats van zout wordt nog het hygroscopisch materiaal silicagel gebruikt, bekend van de drooghoudzakjes in elektronische appara­ tuur. Het zeoliet heeft minder opslagcapaciteit, maar is wel stabieler dan zouten.

Dat zouten al op korte termijn beschikbaar zullen zijn, daar is Van ’t Spijker hoopvol over. Samen met diverse universiteiten werkt TNO aan het stabiel krijgen van een zouthydraat dat meer energie kan opslaan, en daardoor nog compactere systemen mogelijk maakt. De proef die deze zomer is gestart, krijgt daarom al volgende zomer een veel groter vervolg. TNO heeft dan opschaling in de planning staan, waarbij het zeoliet is vervangen door natrium­ sulfide. “Dat is de fase om productiemethoden te versimpelen en op te schalen.” Deze grootschalige testperiode duurt naar verwachting twee jaar. Mocht de warmteopslag goed functioneren, dan kan al de commerciële marktintroductie volgen. Dat is overigens iets wat TNO niet zelf doet, maar overlaat aan fabrikanten. “Onze rol is initiëren”, aldus Van ’t Spijker. Als alles volgens plan verloopt, kunnen al over drie tot vier jaar de eerste zonneboi­ lers met langetermijnopslag op de markt komen. In theorie kan met de warmteopslag in zouten zelfs aan de complete verwarmings- en tapwatervraag in de winter worden voldaan, maar dat vereist wel een grote opslag. Minstens 5 tot 6 kuub zout, schetst Van ’t Spijker: “Dat is vrij fors.”

ECN-onderzoek naar seizoensopslag ECN richt zich ook op warmteopslag in het hygro­ scopische materiaal zeoliet. Het afgelopen jaar deed ECN in het kader van het Europese samenwerkings­ project E-HUB onderzoek naar de mogelijkheid om seizoensopslag te realiseren. De test in het lab van ECN is geslaagd, vertelt Robert de Boer van ECN. Het experiment is gebaseerd op een ander systeem­ concept dan dat van TNO. ECN gebruikt namelijk

Open systeem van ECN. Foto: Richard Mooi

een open systeem en bekijkt of daarmee seizoens­ opslag mogelijk is. De Boer legt uit: “Wij hebben een open sorptieproces met zeoliet. Het zeoliet zit in een grote container en daar wordt lucht doorheen geblazen. Zo kun je het materiaal bevochtigen of drogen.” ’s Zomers wordt de luchtstroom via een kanaalwarmtewisselaar opgewarmd met warm water uit de zonnecollector. ’s Winters levert de opgewarmde luchtstroom uit de zeolietcontainer warmte voor warm tapwater en voor het cv-systeem. Het experiment in het lab van ECN leverde goede resultaten op, hoewel de opslagcapaciteit van zeoliet nog niet het hoogste is. “Waar wij naar streven, is dat het in 10 kuub actief materiaal opgeslagen kan worden. Liever nog iets minder. Dat is nog steeds groot, maar als je het in water wilt doen zit je aan 40 tot 50 kuub.” De container met warmtebufferend materiaal zou in de kruipruimte of op zolder kunnen worden opgesteld. Net als TNO ziet ook ECN een ‘echt’ zouthydraat als ideaal opslagmedium vanwege de hoge energie­ dichtheid, maar deze techniek geeft nog geen stabiel adsorptieproces. “De zouten reageren soms traag en dan kun je te weinig vermogen uit het systeem trekken. En soms zijn er stabiliteitsproble­ men, waardoor het zout al na drie of vier keer een deel van zijn prestaties begint te verliezen. Dat zijn materiaalissues waaraan gewerkt wordt.”


SOLAR

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

17

Sunny Boy Smart Energy. Foto: SMA

Opslag van zonnestroom dempt terugleverpiek Op zonnige dagen wekken zonnepanelen veel vermogen op. De transformatoren en de kabels naar de woningen zijn echter doorgaans niet berekend op het gelijktijdig transporteren van hoge vermogens. De toekomst is die energie opslaan. Richard Mooi

H

et stallen van overtollige elektriciteit uit zonnepanelen in het openbare elektriciteitsnet om deze op zonloze dagen terug te halen, wordt vanaf 2017 minder lucratief. Over drie jaar neemt de rijksoverheid het salderen kritisch onder de loep. Indien de jaarlijkse verdubbeling van het opgestelde pv-vermogen doorzet, is het vrijwel zeker dat het salderen bijna verdwijnt. Doemdenkers op allerlei weblogs zijn van mening, dat de rijksoverheid het salderen wil schrappen omdat de staatskas veel energiebelasting misloopt. De huidige discussie wordt echter vooral ingegeven door technische beperkingen. De transformatoren en de kabels naar de woningen zijn niet uitgelegd op het gelijktijdig transporteren van hoge vermogens. Per woning is de bekabeling en vooral de wijktrafo berekend op een gelijktijdige afname van ongeveer 1100 W. Doordat niet alle huishoudens gelijktijdig dat vermogen afnemen, kan de huis­aansluiting toch veel hogere vermogens aan, bij 1 x 40 A wel 9,2 kW. In het geval van pv ligt dat wat anders. De zon staat bij iedereen op hetzelfde tijdstip even hoog en tussen 11.00 en 14.00 uur is het eigenverbruik gering. Iedereen is aan het werk of op vakantie.

Zwakke netten In landen waar zonnepanelen al langer booming zijn, zoals Duitsland, België en Italië, is op sommige plekken te zien wat ze op het net doen. De spanning loopt op en omvormers schakelen automatisch af. In Spanje zijn de problemen het meest nijpend, vertelt Amelie Veenstra van Holland Solar op een bijeenkomst: “Door de zwakke netten in veel regio’s mogen geen pv-panelen meer aangesloten worden. Er is te veel congestie op het net.” Holland Solar is nauw betrokken bij het Europese onderzoek ‘PV-grid’ naar netwerkproblemen door

zonnestroominstallaties. Onlangs deelde Holland Solar de onderzoeksresultaten met Nederlandse technici. Veenstra vindt Nederland een bijzonder land: “De netten zijn prima en er zijn nog geen problemen of de problemen zijn zeer beperkt.” Toch zullen bij deze snelle groei ook in ons land problemen ontstaan. “We weten niet wanneer. We weten wel dat iedere keer de groei boven verwachting is.” In Duitsland eisen netbeheerders een ‘slimme’ omvormer die zorgt dat de netinpassing verbetert. Veenstra vat samen hoe die werkt: “Door het invoeden van blindvermogen en door trapsgewijs af te schakelen bij frequentieverschuivingen en spanningsproblemen.” Plaatst een pv-eigenaar een standaardomvormer, dan mag die maximaal 70 procent van het piekvermogen van de pv-panelen bedragen. De terugleverpiek wordt daardoor minder hoog. Daarnaast heeft de Duitse overheid een subsidiepot geopend voor accuopslag bij eindgebruikers.

Grootte van opslagsysteem Hoe kan een pv-installatie zo worden opgebouwd dat salderen wordt beperkt en daarmee ook de belasting van het elektriciteitsnet? Omvormer­ fabrikant SMA heeft al wat ervaring. Voor met name de Duitse markt ontwikkelde het bedrijf de Sunny Boy Smart Energy met een ingebouwde lithiumionbatterij. Het doel is de piek rond het middaguur laten verdwijnen. Het aantal opslagsystemen zal naar de verwachting van SMA op korte termijn flink groeien, van 100 MW in 2013 tot 1400 MW in 2017. SMA ontwikkelde een theoretisch model dat de ideale grootte van een opslagsysteem uitrekent. Conclusie: bij een opslagsysteem dat het minst teruglevert, is het piekvermogen van de panelen ongeveer gelijk aan de opslagcapaciteit in kWh. Een installatie van

“ De netten zijn prima en er zijn nog

geen problemen of de problemen zijn zeer beperkt ”

5000 Wp krijgt dan een opslagcapaciteit van 5 kWh. Zonder accuopslag wordt ongeveer 30 procent van de opgewekte zonnestroom direct gebruikt, de rest gaat het net in. Door een accu van 5 kWh in de woning op te nemen, stijgt het eigen verbruik naar circa 60 procent. Nog maar 40 procent gaat het openbare elektriciteitsnet in. Een verdubbeling van de accucapaciteit naar 10 kWh leidt slechts tot een iets hoger eigen verbruik, zo’n 69 procent, terwijl de kosten wel enorm toenemen.

Experimenten met accu’s Ook in Nederland zijn de eerste experimenten met accuopslag gestart. Pionier Hugo Niesing installeerde afgelopen winter in zijn elektrische bijboot (gelegen naast een woonboot in Amsterdam) accu’s die zijn gekoppeld aan twintig pv-panelen van elk 200 Wp. Omvormerfabrikant Mastervolt en netbeheerder Liander zijn bij het project betrokken. De bijboot levert de overdag opgeslagen energie ’s avonds terug aan het huishouden. Het doel is overdag minder elektriciteit terugleveren aan het net. Want ook Niesing is ervan overtuigd dat het salderen ooit minder aantrekkelijk wordt: “Door software wordt besloten of de stroom die binnenkomt naar de accu’s gaat, direct wordt geconsumeerd of terug het net in gaat.” In het project zijn bestaande componenten gebruikt. Mastervolt heeft al een uitgebreid programma aan omvormers met ingebouwde acculader. De twee accu’s in de boot hebben een totaal opslagvermogen van 10 kWh. “Dit zijn de nieuwste van lithium-ion, die op zijn minst 5000 tot 7000 ontlaadcycli moeten hebben.” Of de accu’s inderdaad zo lang meegaan, moet in de praktijk blijken, zo besluit Niesing.


Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

Appartementencomplex krijgt 53 zonneboilers Corporatie Duwo plaatste 53 zonneboilers op een appartementencomplex in Delft. De Soliors van Itho Daalderop vervangen een 20 jaar oude, relatief veel ruimte innemende zonneboilerinstallatie. Duwo koos voor een compacter zonneboilersys-

➤ Eerste grote zonnestroomcentrale in Suriname Op het terrein van een Surinaamse goudmijn leveren bijna 17.000 zonnepanelen een vermogen van 5 MW aan zonnestroom. Door de

economische groei stijgt de vraag naar elektrische energie jaarlijks met ongeveer 8%. En omdat de reguliere energievoorziening hier niet in kan voorzien, worden soms hele wijken in het donker gezet. De zonnecentrale is een pilot voor de verdere ontwikkeling van duurzame energie. De centrale staat op het terrein van de Rosebel-goudmijn in Brokopondo. De energie die voldoende is voor ruim 900 huishoudens zal worden gebruikt door de goudmijn zelf, die daarmee het net ontlast. Minister Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen: “Deze nieuwe centrale alleen is niet voldoende om het tekort op te lossen. Er moeten er snel meer komen.” Steve Letwin, CEO van het Canadese Iamgold, dat de exploitatie van de goudmijn ter hand neemt: “We verdienen op een zonnige dag tussen de 4000 en 5000 Amerikaanse dollar.” De centrale op Rosebel verdient zichzelf in 8 jaar terug en heeft een levensverwachting van 20 tot 25 jaar.

Euroborg Stadion van FC Groningen. Voetbalclub FC Groningen neemt de stroom af. De bijna 400 paneeleigenaren krijgen daarvoor een vergoeding. Het gaat om het grootste collectieve zonnestroomproject in Nederland tot nu toe. Het zonnedak is in twee fasen gebouwd. De eerste 531 zonnepanelen leverden in februari van dit jaar hun eerste stroom. Daar zijn er nu 561 bijgekomen. Samen zullen ze naar verwachting jaarlijks zo’n 240.000 kWh elektriciteit opwekken. De eigenaren van de panelen deden mee met een crowdfunding-actie van de stichting 1 Miljoen Watt en energiebedrijf Essent. Ze schaften voor 550 euro een Zonbligatie aan, die symbool staat voor de adoptie van één zonnepaneel.

Zonnecentrale van stadion particulier gefinancierd

Heijmans maakt werk van ‘energieke’ geluidsschermen

In Groningen is een zonnecentrale geopend met 1092 door particulieren gefinancierde zonnepanelen. De panelen liggen op het dak van het

Heijmans Wegen bereidt een veldtest voor met geluidsschermen die verkeerslawaai reduceren en zonlicht omzetten in elektriciteit. De proef met

advertentie

Kingspan Unidek ontwikkelde samen met partner SCX Solar een prefab pv-dakoplossing voor het hellende dak. Unidek SolarPower combineert dakisolatie en energieopwekking in een geïntegreerd prefab systeem. Het heeft veel weg van een indak-systeem, maar gaat verder. Zo wordt een traditioneel indak-systeem pas op de bouwplaats tussen de dakpannen gezet. Unidek SolarPower daarentegen bestaat uit een geïntegreerd pv-bevestigingssysteem met pv-panelen dat prefab in de fabriek wordt aangebracht op Unidek Aero (voor nieuwbouw) of Unidek RenoAero (voor renovatie). In één hijsbeweging zijn het dakelement, het pv-bevestigingssysteem én de pv-panelen op het dak te bevestigen.

➤ Isolatie en opwekking in één systeem

teem. Opzichter Technische Installaties Koen van Dijk: “In de woningen stond eerst een 300 l boilervat met een leegloopvaatje met pomp ernaast voor de zonnevloeistof. Het vervallen van dit vat maakte het erg gemakkelijk om onze keus te verkopen aan de bewoners. Iedereen is blij als er een vierkante meter vrijkomt in de woning.” Duwo koos de Solior echter vooral om de eenvoudige techniek, aldus Van Dijk. Het is een plug-en-play zonneboiler die in zijn geheel op het platte dak wordt geplaatst. De zonnecollector vangt het zonlicht op en zet dit direct om in bruikbare warmte. Omdat het opslagvat en de zonnecollector geïntegreerd zijn, gaat er geen warmte verloren. Er is geen besturing of pomp nodig dankzij het natuurlijke proces van warmte die stijgt ten opzichte van kouder water.

SOLAR

18

deze Solar Noise Barriers, SONOB, begint in 2015 in Den Bosch. De praktijk moet onder meer leren hoeveel energie het systeem met nieuwe en bestaande technieken genereert en welke kosten ermee gemoeid zijn. Het proefscherm komt aan de Ring West tegenover het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. Als de verwachtingen bewaarheid worden, ligt voor Heijmans de weg open om elders soortgelijke geluidsschermen te plaatsen. Het concept van de SONOB bestaat al langer, zegt innovatiemanager Stijn Verkuilen van Heijmans. De basis ligt in wat officieel een ‘luminiscent solar concentrator’ heet en in de praktijk als een lichtversterker zonlicht bundelt, zodat zonnepanelen meer elektriciteit opwekken. Een soort tunnelconstructie vangt het zonlicht met een groot samengesteld oppervlak op en geleidt het naar de cellen die als een smalle strip in het frame van het scherm zijn geïntegreerd. De cellen blijven er koel, zodat het rendement ook bij hogere temperaturen constant blijft.


SOLAR

Vrijdag 14 november 2014 nummer 199

19

“ Nederland loopt achter op totaal

geïnstalleerd vermogen, maar voor op productniveau ”

Ruim baan voor BIPV De integratie van PV-cellen in de architectuur staat nog in de kinderschoenen. Maar terwijl de zonnecellen technisch worden doorontwikkeld, vindt er veelbelovend onderzoek plaats naar hoe ze kunnen worden verwerkt in diverse producten. In Eindhoven bijvoorbeeld verdiepen enkele partijen zich onder de naam SolarBEAT samen in buildingintegrated photovoltaics (BIPV). De voorspelde doorbraak lijkt een kwestie van tijd. Sander Woertman

Z

onnecellen lijken tegenwoordig vooral onderdeel uit te maken van een simpel rekensommetje waarin de terugverdientijd centraal staat. Nu vormen daken veelal niet het mooiste onderdeel van een gebouw, maar met zonnecellen wordt het utilitaire karakter ervan wel heel erg leidend. Op schuine daken zijn zonnecellen daardoor niet zelden een doorn in het oog van omwonenden.

Geïntegreerde zonnepanelen Zonnecellen zijn juist als positief onderdeel van het esthetische beeld in te zetten, meent onder andere Jaap Orgers, directeur van RoosRos. Al in 2006 integreerde dit architectenbureau zonnecellen in glazen panelen in een Rabobank-vestiging te Oud-Bijerland. Door de zonnecellen toe te passen in een lichtstraat, zijn de lichtinval en de daarbij horende warmtelast te temperen en is tegelijkertijd energie op te wekken. Bij een recentelijk opgeleverd woningproject van RoosRos is één zijde van een schuurdak voorzien van zonnepanelen. Deze vervangen de traditionele pannen. Om de panelen goed te kunnen integreren in het dak, is de draagconstructie aan die kant lager ontworpen. Zo sluit de boeiboord overal netjes aan. Onder de panelen liggen eenvoudige dakdozen die met bitumen zijn afgewerkt voor de waterkering. Voor de energiebehoefte van de woning kan eigenlijk worden volstaan met minder panelen, maar voor het beeld is het hele dakvlak gevuld.

LOCI-project Dat er kansen liggen op het gebied van het integreren van zonnecellen in gebouwen, snappen de onderzoekers van het Solar Energy Application Centre (SEAC) te Eindhoven. Sinds 2012 verdiepen ze zich in het kader van het LOCI-project in vernieuwende toepassingen van zonnecellen en geïntegreerde systemen. Ze ontwikkelen onder andere een goedkope prefab PV-unit die thermische isolatie, waterkering en energieopwekking combineert. Daarbij gaan ze uit van producten die gewoon commercieel verkrijgbaar zijn, zoals standaard dakdozen en frameloze PV-laminaten. De te realiseren de building-integrated photovoltaics (BIPV)-elementen zullen snel gemonteerd moeten kunnen worden en uiteindelijk ook kosteneffectief moeten kunnen worden toegepast in sociale woningbouwprojecten. Om de performance van BIPV-producten in kaart te brengen, startte het SEAC dit jaar met de Technische Universiteit Eindhoven onderzoekslaboratorium SolarBEAT. Producenten kunnen op aanvraag hun product een jaar lang laten testen door het SolarBEATteam. De eerste testopstellingen staan al op het dak van de faculteit Bouwkunde. Twee halve zadeldaken zijn bekleed met zonnepanelen: het ene met een standaardproduct dat nu al op de markt te koop is en het andere met het LOCI-systeem. De eerste testopstelling dient ter controle van de testresultaten van de experimentele producten. De komende maanden zullen er nog ten minste vier testopstellingen bij komen. Naast dakpanelen gaat het in een aantal gevallen ook om gevelbekleding.

Roland Valckenborg, vanuit het SEAC projectleider van het SolarBEAT-project, is optimistisch over de opmars van BIPV in ons land: “We mogen dan achterlopen op het gebied van totaal geïnstalleerd vermogen, op productniveau loopt Nederland wel voor op omringende landen. Als enige land hebben we een normering voor BIPV. In de NEN 7250 staat precies beschreven waar een product aan moet voldoen op het gebied van draagkracht, constructie, geluid, et cetera. Zonder norm is er ruimte voor het toepassen van prototypes die niet goed uitontwikkeld zijn. Dat werkt ongelukken in de hand en extra kosten bij gebrekkige prestaties of productiefouten.” Als alles goed gaat, is LOCI over een jaar verkrijgbaar. Dit product is specifiek ontwikkeld voor de Nederlandse markt. Valckenborg: “We hebben wat betreft de energieprestatie rekening gehouden met de EPC-norm, dat is een typisch Nederlandse normering.”

Voldoende rendement? Klopt de veelgehoorde kritiek dat het integreren van zonnepanelen in gebouwen tot rendementsverlies leidt door opwarming? Valckenborg geeft aan dat er nog te weinig testresultaten binnen zijn om harde conclusie te trekken, maar dat het reuze mee lijkt te vallen. Hij verwijst naar de opkomst van BIPV-producten die tevens warmte opwekken, de hybrid-PVT (Photovoltaic & Thermal)-elementen. Doordat in deze elementen water of lucht de warmte afvoert en voor de verwarming van het gebouw gebruikt, is er sowieso geen rendementsverlies van de zonnepanelen te verwachten. Er zijn veel fabrikanten bezig met PVT en Valckenborg

erkent dat het een harde noot is om te kraken: “Het is lastig om elektriciteit- en warmteopwekking te combineren in één robuust product dat betaalbaar is, voldoende rendement behaalt en goed geïntegreerd kan worden in de logistiek van het huis.”

Dalende kosten In het dichtbevolkte Nederland lijkt het een kwestie van tijd dat zonnepanelen standaard worden geïntegreerd in daken. De opdrachtgevers betalen voorlopig nog een meerprijs voor een dergelijke oplossing, maar de dalende kosten zullen uiteindelijk de esthetische overweging rechtvaardigen. Juist daarom is gekozen voor de bouwkundefaculteit als standplaats voor de SolarBEAT-testopstellingen. PV-producenten kunnen volgens Valckenborg lastig inschatten hoe een product zich uiteindelijk tot de gebouwde omgeving verhoudt. Architecten en bouwkundigen kunnen dat wel goed en van daaruit aanbevelingen doen voor aanpassingen. Orgers vindt dat architecten een belangrijke voortrekkersrol hebben te vervullen als het gaat om het goed integreren van PV-cellen in de architectuur. Er is bij opdrachtgevers nauwelijks bekend wat de mogelijkheden zijn, dus daar zul je als ontwerper op moeten wijzen. Zodra je het aandraagt als optie en voorrekent dat er nauwelijks meerkosten zijn, is de keuze al snel gemaakt, weet hij.

LOCI-testopstelling: op de voorgrond het meetstation voor de zonne-instraling, op de achtergrond de zonnepanelen. Foto: Sander Woertman


Solar energie opslag Zeg je JA tegen zonnepanelen dan zeg je JA tegen de TOPBOX!

Je slaat je eigen opgewekte energie op, CO2 neutraal Je bent niet meer volledig afhankelijk van energiemaatschappijen Je bent goed bezig voor het milieu en je eigen portemonnee

Duitslandweg 13 | 2411 NT Bodegraven | Tel. 0172 - 650 737 www.energie-opslag.nl | info@topsystems-energy.nl

TSMC SOLAR - THIN FILM

Solar Bear Zonnepaneel-bevestiging én ballast in één! Ook voor uw oost-west opstelling

145Wp | 150Wp | 155Wp | 160Wp Milieu vriendelijk

 Haal meer rendement uit uw dak!  Minder last van schaduw en warmte  Hoge mate van esthetiek  Volledig zwart paneel  Nieuwste technologie  Op maat projecten mogelijk

4Solar Langewijk 416a 7701 AT Dedemsvaart 085 1044 942 www.4solar.nl Ook voor legservice, keuring of complete installatie.

Steeds vaker voorgeschreven in het bestek!

Bijlestaal 44b • 1721 PW Broek op Langedijk • 088 - 9000 272 info@se-products.nl • www.se-products.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.