3 minute read

Mijn vaders hand

Bert Jansen

De bekende dichter en schrijver, de BN-er, Bart Chabot schrijft in zijn net verschenen spraakmakend boek "Mijn vaders hand", dat hij afschuwelijke ouders heeft gehad. Vooral zijn tirannieke vader stelt hij aan de kaak. Met de regelmaat van de klok kreeg Bart van zijn vader een pak slaag. Bijvoorbeeld toen hij de gebeden niet goed kon opzeggen. Of toen hij een lievelingsbeeldje van zijn vader in de kamer met een bal aan diggelen schoot. Bijna nooit was er opzet in het spel, maar voor Barts vader was de maat al gauw vol. Bart is stellig een belhamel geweest. Vooral op school haalde hij kwajongensstreken uit. Kwam hij dan met een slecht cijfer thuis, dan zwaaide er wat. Wij hebben Bart onder andere in het tv-programma "De wereld draait door" leren kennen als een vriendelijke, humoristisch persoonlijkheid. Wat wringt is, dat hij voor zijn vader een stuk verdriet was. En het hoofd van de toenmalige lagere school zei bij het afscheid, dat hij Bart nooit heeft gemogen. Geen wonder, dat Bart een traumatisch verleden heeft. De 64-jarige Bart gaat in 2018, als hij belandt in een ziekenhuis, op zoek naar de rol van zijn ouders bij zijn opvoeding. Bart was in die tijd getroebleerd met beide ouders. Ook met zijn moeder, die zich nooit verzet had tegen het autoritaire optreden van haar man. Een verpleegkundige, die Barts dementerende vader verzorgt, verzoekt hem zijn vader te bezoeken. Hij kan het echter niet opbrengen. Vaders overlijden verneemt hij uit de krant. Ook met zijn moeder heeft hij tot vlak voor haar einde een gespannen verhouding. Maar met haar sluit hij uiteindelijk vrede.

Boeken uit de studietijd van mijn Spoolder jeugdvrienden en van mij, uit de vijftiger jaren vorige eeuw, voeren ook hoofdpersonen ten tonele, die hun kinderen hard aanpakten of zelfs een geestelijke terreur op hen uitoefenden. Ik moet dan denken aan het boek "Karakter" van Bordewijk, waarbij de hoofdpersoon Katadreuffe, het boek is ook verfilmd, voortdurend in het maken van zijn carrière wordt tegengewerkt door zijn vader. Want het karakter moest gestaald worden. In romans als "De aansprekers" van Maarten ’t Hart of "Kort Amerikaans" van Jan Wolkers verzetten de hoofdpersonen zich ook tegen de geestelijke dictatuur van de ouders, vooral van die van hun vaders.

Mijn Spoolder jeugdvrienden en ik, tijdgenoten van Bart Chabot, wij hebben bij mijn weten geen van allen zo’n agressieve vader gehad. Wij zijn in en na de oorlog wel opgegroeid in een patriarchale samenleving, waar vanzelfsprekend bij de vader als hoofd van het gezin het gezag lag. Hij verdiende de kost en onderhield de contacten naar buiten toe. Daar viel ook de school onder. Het was de tijd van aanpakken, je best doen, van plichtsbetrachting. En wie niet luisteren wilde, moest maar voelen. De straf op school bestond meestal uit strafwerk maken, maar soms gaf de leraar ook een tikje van de liniaal over mijn vingers. Van mijn vader kreeg ik slechts een enkele keer een draai om mijn oren. En ofschoon ik soms brutaal was, een pak slaag heb ik nooit gehad. Mijn Spoolder jeugdvrienden, bij wie ik veel over de vloer kwam, hadden ook geen vader, die zijn kinderen van tijd tot tijd te na kwam. Wij hadden beschaafde ouders. Maar ze waren wel ,naar de normen van die tijd, zakelijk ingesteld. Knuffelen bijvoorbeeld was er niet bij. Eens vertelde een vriend aan mij: Ik had geen vader aan wie je vroeg hoe je een meisje moest versieren. Ik denk dat wij, mijn Spoolder jeugdvrienden en ik, naar de normen van onze tijd, onze vaderrol flexibeler ingevuld hebben. Wij gingen vaker met onze kinderen op pad.

In de populaire kindromans uit onze jeugd, zoals bijvoorbeeld Dik Trom en zijn dorpsgenoten, Pietje Bell en Ciske de Rat, deze boeken zijn ook verfilmd, worden ons hoofdpersonen voorgeschoteld, die wel heel ondeugend waren, maar net als Bart het hart op de goede plaats hadden. Als Griet, de moeder van Dik Trom ’s avonds haar man vertelt wat voor streken Dik weer had uitgehaald, was vaders reactie: “Griet, het is een bijzonder kind en dat is ie”. Ook onze ouders hadden eerder de neiging hun kind op een voetstuk te plaatsen dan het onder handen te nemen.

De pedagoog Langeveld noemt straf een bijzonder opvoedingsmiddel, omdat het, zo stelt Langeveld, leed berokkent. Elke straf dient ter opscherping van het geweten, dient het kind wakker te schudden. Daarmee is de routinestraf, die Bart Chabot in zijn jeugd heeft ondergaan, veroordeeld. Langeveld roept de opvoeders op om je in te stellen op de overbodigheid van de straf.

Ik vind het een wonder, dat Bart Chabot na zo’n schrikbarende jeugd, zo positief in het leven staat.

Bert Jansen, geb.Nilantsweg 77

This article is from: