de Architect magazine - 2017 - editie mei

Page 1

Jaargang 48 Sted elijk e trans formatie Essay - P 026 Spotlight - P 054 Helden - P 066 Interieur - P 072
Metropolitan Architecture
Office for

Onze stille kracht

Bouwen. Daar ligt onze passie. Van niets iets maken. Samen werken aan projecten waar men dagelijks mee in aanraking komt. Soms bewust, maar meestal onbewust. Dát is onze stille kracht.

Glad afgewerkte keerwanden van de hoogste kwaliteit. U krijgt ze direct uit voorraad geleverd met 15 jaar fabrieksgarantie. Neem contact op voor een vrijblijvend 3D-ontwerp. Uw bouwproject krijgt de aandacht die het verdient, van plan tot en met plaatsing. Dát is complete ontzorging.

PARKEERTERREIN
KNVB
Ruim 100 meter aan keerwanden tot vijf meter hoog in verstek geproduceerd en afgeschuind voor het nieuwe parkeerterrein.
WWW.KEERWAND.NL
Wesselseweg 132 3774 RL Kootwijkerbroek T 0342-441050 E info@keerwand.nl

Wat wordt het

Visitekaartje van uw Gebouw?

Complexe maar rijkere architectuur

mei 2017 |

Natuurlijk ventileren werkt beter!

GRATIS SEMINARS IN JUNI

Natuurlijke dagventilatie vormt de basis voor dit totaalconcept voor een gezonde werkomgeving. Het DucoTronic System Wired zorgt dankzij de elektronisch gestuurde toevoerroosters op basis van CO2 meting voor het perfecte binnenklimaat. Duco’s buitenzonwering gaat de opwarming van het kantoorgebouw tegen. De intensieve nachtventilatie zorgt in de warme zomermaanden voor de nodige koeling.

Power Solutions, Wijnegem (BE)
DUCO AT WORK
ACTIEF BOUWEN HOUDT UW WONING GEZOND ! Meer info & inschrijvingen: www.duco.eu/seminars

Stedelijke transformatie

Herbestemming

mei 2017 P 005 P 011 P 015 P 026 P 032 P 046 P 060 P 066 P 072 P 079 P 088 P 090
Hoe stedelijke transformatie het vak van architect verandert - P 026 Metamorfose Rijnstraat 8 in Den Haag door OMA - P 032
Musée Unterlinden in Colmar (F) door Herzog & de Meuron Newport Street Gallery in Londen (GB) door Caruso St John Architects - P 046 Architectuurfaculteit in Doornik (B) door Aires Mateus - P 054
Opleving

De kunst van het weglaten

Soms draait innovatie niet om zaken toevoegen maar om weglaten. Het Sphinx Rimfree® closet heeft geen spoelrand. Daardoor kan vuil zich niet afzetten en is het closet niet alleen hygiënischer, maar ook eenvoudiger en sneller schoon te maken. Dat scheelt tijd en is fijn voor het milieu,

want er is minder schoonmaakmiddel en water nodig. De unieke spoeltechniek zorgt daarnaast voor onberispelijke spoelresultaten. Het Sphinx Rimfree® closet is verkrijgbaar in meerdere aantrekkelijke designs. Lees meer over de volgende stap in de ontwikkeling van closets op sphinx.nl.

mei 2017 Architectuur van verandering - P 060 - P 061 - P 063 - P 065 Nieuwe samenwerking Interview met Rudy Uytenhaak + Partners Architecten - P 066 Architectenwerkplaats van de 21ste eeuw Het Nieuwe Werken volgens drie Rotterdamse bureaus - P 072 Stedelijke transformatie Jaargang 48 Stedelijke transformatie Essay 026 Office for Metropolitan Architecture

System

106 Modulaire en flexibele deurstations in het Gira deurcommunicatiesysteem

Het Gira System 106 is een modulair deurcommunicatiesysteem in puristisch design. Het is gebaseerd op afzonderlijke modules, die flexibel kunnen worden gecombineerd en naar behoefte rechtop, liggend of kwadratisch kunnen worden aangebracht. Hoogwaardige en robuuste designfronten van edelstaal, aluminium en wit gelakt metaal in combinatie met een vlakke uitvoering zorgen voor een elegante uitstraling aan de deur.

Onderscheidingen: Iconic Awards 2014 Best of Best, Plus X Award 2014 in de categorie Beste product van het jaar, Plus X Award 2014 voor High Quality, Design, bedieningscomfort en functionaliteit

Meer informatie: www.gira.nl/system106

hgschmitz.de Productdesign: Tesseraux+Partner

Vakmedianet, Postbus 448 2400 AK Alphen a/d Rijn Prinses Margrietlaan 3 2404 HA Alphen a/d Rijn klantenservice (088) 5840888 redactie (088) 5840760 redactiedearchitect@ vakmedianet.nl www.deArchitect.nl

Hoofdredactie

harmtilman@vakmedianet.nl

Eindredactie

is een uitgave van Vakmedianet www.vakmedianet.nl

Motif: Concept & Design Sake van den Brule

Elke Kunneman

Redactie Redactie Redactie Grafische vormgeving Uitgever

1985 Groningen is zelfstandig architect en onderzoeker. Binnen ontwerperscollectief Open Kaart en onderzoekswerkplaats Veldacademie verkent hij de ruimtelijke implicaties van maatschappelijke ontwikkelingen. In zijn blogs en artikelen reflecteert hij op de sociale aspecten van het bouwen.

1976 Kortrijk (B) is zelfstandig fotograaf sedert 2006. Werkt en publiceert voor verschillende nationale en internationale architectuur- en interieurtijdschriften. Hij documenteert nieuwe gebouwen en projecten voor architecten en architectuurbureaus. Portretten zijn steeds meer een deel van zijn portfolio.

1981 Rotterdam is architectuurfotograaf. Met zijn fotografie is hij op zoek naar de grootschalige architectuur die doorbroken wordt door klein menselijk gebruik; naar de stedelijke plekken die weer een intimiteit krijgen door de kleinschalige, soms provisorische interventies.

1968 Nijmegen is 25 jaar werkzaam in de erfgoedsector en gespecialiseerd in transformaties van jong erfgoed. Samen met ontwerpers werkt hij momenteel aan transformatiekaders voor een arsenaal, school, kazerne en woonbuurtje in opdracht van overheden, projectontwikkelaars en woningcorporaties.

1992 Roosendaal is opgeleid tot (interieur) architect aan het akv St. Joost te Breda en Academie van Bouwkunst te Rotterdam en is sinds 2013 werkzaam bij A3 Architecten te Rotterdam. Onder andere betrokken bij projecten zoals de transformatie van de Neudeflat en de kpn-toren te Utrecht.

1980 Rotterdam heeft zijn opgeleid gevolgd aan de faculteit Bouwkunde tu Delft en is momenteel werkzaam als architect bij A3 Architecten te Rotterdam. Betrokken bij verschillende projecten, uiteenlopend van transformatie van kantoren tot de nieuwbouw van zorgclusters.

1992 Ede is afgestudeerd aan de tu te Delft. Volgt op dit moment een post-graduate Sustainable Environmental Design aan de Architectural Association te Londen. Won met haar modulaire vluchtelingenhuisvestingsoplossing de competitie a Home Away from Home.

mei 2017 |
20 dB geluiddemping 2 50 jaar verwachte levensduur 3 7 % lagere levenscycluskosten 1 T +31 (0) 162 425 190 basf-cc-nl@basf.com www.master-builders-solutions.basf.nl | T +32 (0) 11 34 04 31 basf-cc-be@basf.com www.master-builders-solutions.basf.be 1) Vergeleken met linoleum vloersystemen volgens een studie van MasterTop door BMG Engeneering AG. 2) Testrapport P-BA 219/2015e, Frauenhofer IBP. 3) 50 jaar indien correct aangebracht, onderhouden en periodieke overlaging. Alle verstrekte cijfers zijn gebaseerd op een reëel project van het multifunctioneel gebouw van de vastgoedontwikkelaar Koteng Eiendom AS in Trondheim, Noorwegen IK WENS EEN RENDABELE VERBETERING VAN DE RUIMTE AKOESTIEK MasterTop 1327-20dB: design en geluidsreductie in één kunsthars vloersysteem QUANTIFIED SUSTAINABLE BENEFITS –REDUCE YOUR FOOTPRINT AND BOOST YOUR BOTTOM LINE Met het gietvloersysteem MasterTop 1327-20dB is geluidsimpact geen probleem meer. De nieuwste kunstharstechnologie van Master Builders Solutions vermindert de geluidsimpact met 20 decibels en biedt bovendien tal van duurzame voordelen aan: lager verbruik dankzij een minimale laagdikte, hoge duurzaamheid en lage levenscycluskosten. Dit alles maakt MasterTop 1327-20dB tot de perfecte oplossing voor de kantoren in het multifunctionele gebouw van de vastgoedontwikkelaar Koteng Eiendom AS in Trondheim, Noorwegen. Ontdek meer over dit succesverhaal: sustainability.master-builders-solutions.basf.com

Het dak, plat of schuin?

mei 2017 | Architectuur & maatschappij

Amsterdam en het AUP

Het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam (aup) is meer dan tachtig jaar na dato opnieuw een actueel onderwerp. Net als in de jaren dertig en vijftig van de vorige eeuw groeit Amsterdam snel. Sinds 2010 zijn er bijna 80.000 inwoners bijgekomen en die groei lijkt de komende jaren door te zetten. Zo hoog, dat inmiddels sprake is van een ‘droogkokende’ woningmarkt. Echter binnen de gemeentegrenzen is geen plek meer om grote aantallen woningen te bouwen. IJburg is de laatste grote uitbreidingslocatie. De woningbouwopgave is zo groot dat kleinschalig uitbreiden geen optie is.

Met het aup werd het oppervlak van Amsterdam verdubbeld, waarbij een reeks tuinsteden werd gebouwd. Dat was mogelijk door de eerdere annexatie van grote delen van buurgemeenten. Het aup werd in 1935 aangenomen door de gemeenteraad, maar de uitvoering begon pas na de Tweede Wereldoorlog. De Westelijke Tuinsteden en Buitenveldert zijn in de jaren vijfig en zestig van de vorige eeuw aangelegd. Daarmee was het aup voltooid, maar de latere uitbreidingen, de Bijlmermeer/Venserpolder en IJburg, pasten in de hoofdstructuur van het aup met strak geplande stadsdelen, opgezet volgens de wijkgedachte en grote groene scheggen ertussen. Monumenten & Archeologie Amsterdam en de Van Eesteren-Fluck-Van Lohuizenstichting die de nalatenschap beheert van stedebouwkundige Cornelis van Eesteren en onderzoeker Theodoor van Lohuizen, hebben samen een tentoonstelling gemaakt die het aup in historisch perspectief plaatst. Daarbij is het boek De nieuwe grachtengordel verschenen. Het Van Eesterenmuseum verzorgt de randprogrammering, met excursies, toelichtingen en gesprekken.

Ruim wonen in het groen De makers hebben vier momenten uit de geschiedenis gekozen, die hun eigen ruimte krijgen binnen de tentoonstelling: 1935, 1958, 2006 en 2017. Aan het plan was door de afdeling Stadsontwikkeling onder leiding van Cornelis van Eesteren vanaf 1928 gewerkt. Het aup mikte op 960.000 inwoners in 2000, die grotendeels zouden worden ondergebracht in ruim opgezette woonwijken in het groen, los van andere stedelijke functies, zoals verkeer en industrie. De ambitie was om voor iedereen een betaalbare woning van goede kwaliteit te bouwen. Grote originele plankaarten en spectaculaire vo-

gelvluchten tonen het vastgestelde plan.

In de jaren vijftig werd in een noodtempo gebouwd om te voldoen aan de toenmalige woningvraag. Verkavelingsplannen en groenontwerpen werden onder hoge tijdsdruk geproduceerd. Niet alleen het tempo, maar ook de beperkte financiële middelen maakten de uitvoering tot een complexe kwestie.

2006 is het derde jaar dat centraal staat in de expositie. Op dat moment waren de tuinsteden al tientallen jaren in gebruik. De oorspronkelijke bewoners hadden vanaf de jaren tachtig plaatsgemaakt voor migranten en starters op de woningmarkt. De egalitaire idealen van het aup werden losgelaten en Amsterdam-West ging op de schop. Om plaats te maken voor koopwoningen en duurdere huurwoningen werden veel goedkope huurwoningen gesloopt. Het aup werd flink verdicht, maar de herstructurering verliep niet zonder tegenstand. Aan de ene kant werd gewezen op de waarde van het aup als erfgoed, aan de andere kant op de snelle afname van de voorraad betaalbare woningen.

Verdichting

In 2017 is de randzone langs de A10-West in beeld als plaats voor grootschalige nieuwbouw in de vorm van woontorens. Verder is de vraag actueel waar en hoe Amsterdam verder moet bouwen. In kringen van stedebouwkundigen is het aup niet meer populair: de functionalistische stedenbouw heeft afgedaan. De kwestie van het aup als gebouwd erfgoed ligt nog steeds op tafel, maar het is de vraag of de idealen achter het plan – het

bouwen van grote aantallen betaalbare woningen – inmiddels ook tot het erfgoed behoren. Hoe dan ook: grootschalig uitbreiden is voor Amsterdam geen optie meer. Daarom zullen de tuinsteden nog wel even het toneel blijven van verdichting. De tentoonstelling is opgezet voor een algemeen publiek, maar het archiefmateriaal maakt haar aantrekkelijk voor mensen met een vakmatige belangstelling. Voor iedere tijdsperiode is een inrichting gekozen die een contemporain kantoorinterieur weerspiegelt, met een hoorspelfragment waarin de verschillende partijen in het planproces met elkaar overleggen. Dat vraagt enig concentratievermogen van de bezoeker, maar geeft een goed beeld van de belangen die hebben gespeeld in de verschillende fasen van Amsterdam-West: planning, bouw en herstructurering. De tentoonstelling is daarmee zeer aan te raden.

mei 2017 | Nieuws
colours. textures. trends. Zie en voel de echtheid van onze designs. Vraag uw gratis stalen aan via www.unilinpanels.com free. sample. service. U272 / CSTTIGER ORANGE U647 / CST FROZEN BLUE Matching colours with music. H852 / W03 ESSENTIAL OAK NATURAL U649 / CST ELECTRIC BLUE Een inspirerende collectie decoratief plaatmateriaal in 168 designs, beschikbaar in HPL, melamine en kantenband? UNILIN Evola belooft u levensechte houtdecoren en authentieke reliëfstructuren. In combinatie met een verrassend palet effen kleuren bezorgt deze collectie u creatieve vrijheid voor elk interieurproject. U640 / CST LYCHEE Ontdekdenieuwecollectieop DesignDistrictRotterdam–StandV90
mei 2017 | Architectuur & maatschappij
“Als architecten op overtuigende wijze het voortouw nemen, maken ze zichzelf weer even relevant als onmisbaar”

ALUMINIUM MAATWERK BIJ TRANSFORMATIE

Transformatie van oud-industriële complexen vraagt om maatwerkoplossingen. Kantoor- of productieruimtes moeten immers worden

omgetoverd tot appartementen of commerciële ruimtes. Dat geldt ook voor het voormalige SBP-gebouw op het Eindhovense Strijp-S. Deze oude Philips-fabriek – nu gebouw Anton –is getransformeerd naar een appartementencomplex met de statuur van weleer. Op het dak komen drie van de vijf ellipsvormige trappenhuizen elk uit in een opvallende dakopbouw, die toegang geeft tot de fraaie daktuin. Voor de dakrandafwerking van deze transparante opbouw koos architect Joost Roefs van diederendirrix Architectuur & Stedenbouw voor slank geprofileerde en gesegmenteerde aluminium muurafdekkappen.

Roval Aluminium

Roval Aluminium is marktleider in de ontwikkeling, productie en levering van kwalitatieve aluminium bouwproducten voor daken, gevels en interieur. Tot het uitgekiende assortiment behoren onder meer dakrandprofielen, waterslagen, muurafdeksystemen, balustersystemen, lamellenwanden, privacyschermen, doorvalbeveiliging en randbeveiliging. Daarnaast biedt Roval Aluminium maatwerk in zetwerk. Mooi, functioneel en duurzaam.

Ga voor meer informatie naar www.roval.eu

Schatkamer van de wederopbouw

De naoorlogse wederopbouw van Nederland heeft – in tegenstelling tot wat menigeen nog steeds denkt – een scala aan gebouwen en bouwwerken van hoge kwaliteit opgeleverd. Het betreft een erfenis die pas sinds enige jaren op waarde wordt geschat. Daaraan hebben drie eerdere publicaties onder redactie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een belangrijke bijdrage geleverd. Post-War Reconstruction the Netherlands 1945-1965 vormt een synthese hiervan en biedt een fraai gedocumenteerd overzicht van de tijd waarin Nederland zichzelf opnieuw uitvond.

Het boek is een aangepaste, Engelse versie van drie titels die in 2013 zijn verschenen: Atlas van de Wederopbouw Nederland 1940-1965, Kunst van de Wederopbouw Nederland 1940-1965 en Monumenten van de Wederopbouw Nederland 1940-1965. Deze voorlopers waren een resultante van een uitvoerig proces van inventarisatie, analyse en aanwijzing van de naoorlogse bouwproductie; een taak die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed was uitgevoerd.

De aanzet tot de waardering voor de gebouwen uit deze periode vond plaats in de stad die op 14 mei 1940 werd verwoest: Rotterdam. Het was daar dat inhoudelijk gedreven architecten en architectuurhistorici een comité oprichtten en met politieke ruggensteun de bijzondere kwaliteit van de wederopbouwarchitectuur op de agenda wisten te zetten. Hiermee leverden zij andere personen en instanties de inspiratie om dit onderwerp eveneens systematisch te gaan benaderen.

Dat dit tot mooie resultaten heeft geleid, toont deze nieuwe publicatie vakkundig aan. Door zijn opzet biedt het een goed onderbouwd overzicht van de ongelooflijke rijkdom aan

architectuur en kunst uit deze periode. Een tijdsbalk geeft een beknopt overzicht vanaf de Duitse capitulatie tot aan de inwerkingtreding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de opvolger van de Wederopbouwwet. Het is dan 1965 en de eerste maatschappelijke protesten in de vorm van acties van provo’s en krakers markeren de overgang naar een andere realiteit.

Militaire strategie De wederopbouw is in meerdere opzichten een bijzonder tijdsgewricht: met de economische depressie en de bezetting nog vers in het geheugen komt een radicale, door de overheid gestuurde modernisering op gang die uitmondt in de welvaartsstaat. Het fraaie beeldmateriaal draagt bij aan de aantrekkelijkheid van dit boek, niet in het minst door de goed gekozen, paginagrote foto’s van uitzonderlijke kunsttoepassingen. Van een louter plaatjesboek is echter allerminst sprake: de balans

tussen beeld en tekst is goed bewaakt en de essays zijn van hoog niveau. Zoals Anita Blom in haar inleiding schrijft, werden vooroorlogse tendensen op het vlak van industrie, landbouw, huisvesting, infrastructuur en gezondheidszorg versterkt voortgezet. Nieuw is echter dat de overheid nu ook op cultureel vlak actief gaat inzetten, getuige bijvoorbeeld de percentageregeling, gericht op het stimuleren van de kunsten. Ed Taverne plaatst de naoorlogse ontwikkelingen in Nederland in een ruimer Europees perspectief. Daarbij weet hij de energie en het idealisme op te roepen die na 1945 vrijkwamen en tijdens de wederopbouw vrij baan kregen.

In deze publicatie mocht een bijdrage van de in september 2015 onverwacht overleden Koos Bosma niet ontbreken. Bosma, bekend om zijn eigenzinnige benadering van de architectuurgeschiedenis van de twintigste eeuw, ontvouwt een andere kijk op de naoorlogse stede-

bouw. Terwijl het beleid van ruimtelijke spreiding tot nu toe aan planologen en stedebouwkundigen werd toegeschreven, werkt Bosma de theorie uit dat de naoorlogse suburbanisatie tevens een resultante is van militaire strategie, gericht op het beperken van schade bij toekomstige bombardementen.

Afwezige overheid

In haar essay over de uitdagingen en ambities van ruimtelijke planning beschrijft Anita Blom dit misschien wel meest bepalende onderdeel van het naoorlogse overheidshandelen. De aanleg van de IJsselmeerpolders, de Deltawerken en de vormgeving van stedelijke gebieden getuigen daarvan en vormen een scherp contrast met een welhaast afwezige overheid op dit beleidsterrein anno 2017.

Toegepaste kunst vormde een wezenlijk onderdeel van de naoorlogse bouwproductie. Frans van Burkom, Yteke Spoelstra en Simone Vermaat bieden in drie essays inzicht in dit boeiende onderwerp. Daarbij komt niet alleen het experimentele karakter van de samenwerking tussen kunstenaars en architecten aan bod, maar wordt tevens ingegaan op het dilemma hoe te handelen wanneer een gebouw uit die periode wordt gesloopt.

Een goed gedocumenteerde keuze uit gebouwen, wijken en landelijke gebieden die vanwege hun bijzondere waarde de status van rijksmonument hebben gekregen, vormt het tweede deel van deze publicatie. Samen met de essays maakt het de schatkamer van de wederopbouw toegankelijk voor een internationaal publiek.

mei 2017 | Nieuws

Kunsthistoricus en -theoreticus

mei 2017 | Architectuur & maatschappij
Daglicht Ventilatie Brandveiligheid Onderhoud

Stedelijke transformatie

mei 2017 |
Newport Street Gallery door Caruso St John Architects

Hoe stedelijke transformatie het vak van architect verandert

Herbestemming was tot voor kort een specialistisch werkveld. Tussen 2010 en 2015 stimuleerde de overheid met een Nationaal Programma de functiewijziging van leegstaande gebouwen. Tegenwoordig is deze praktijk zo alledaags dat het niet meer het vermelden waard lijkt. Kerken worden scholen, scholen worden woningen, woningen doen tevens dienst als kantoor of winkel, winkels worden bedrijfsverzamelgebouwen en bedrijfspanden krijgen een maatschappelijke functie. Functies als buurthuizen en postkantoren zijn bij andere organisaties ondergebracht en zelfs gevangenissen maken tegenwoordig deel uit van een wijk.

De klassieke samenhang tussen vorm en functie gaat daarmee ten onder. Of anders gezegd: we bevrijden ons ervan. Het is maar hoe je het ziet. Het aankondigen van een einde klinkt fatalistisch, maar gaat vaak met optimisme gepaard. De socioloog Daniel Bell analyseerde in The End of Ideology (1960) dat de grote ideologieën die de wereld verdeelden, een leeg begrip zouden worden. En de politicoloog Francis Fukuyama voorspelde in zijn essay The End of History dat de wereld na de val van de muur één grote vrije democratie wordt. Beiden getuigen van het gevoel dat impliciete kennis begint te ontstaan over wat goed is. Een consensus die het overbodig maakt hierover te debatteren of deze precies onder woorden te brengen.

Maar dat laatste maakte Fukuyama uitgesproken cynisch. Hij meende dat “de wereldwijde ideologische strijd die een beroep doet op lef, moed, fantasie en idealisme, zal worden vervangen door economische berekening, het eindeloze oplossen van technische problemen, bezorgdheid om het milieu, en de bevrediging van de steeds verfijndere wensen van de consument.” Voor een politiek filosoof is dat geen uitnodigend perspectief. Maar hoe uitnodigend is het einde van de typologie voor een architect? En is dat een goede ontwikkeling?

Survival of the fittest

In de architectuur zijn we gewend om over typologie te spreken en te schrijven. De definitie ervan is vrij eenvoudig: “een onderverdeling van een object of verschijnsel op basis van bepaalde kenmerken”. Het benoemen van typologieën is een eeuwenoude bezigheid1 die je bij biologen, psychologen, antropologen en ook ontwerpers tegenkomt. Dit biedt niet alleen overzicht, maar bewerkstelligt ook dat verschillen en eigenschappen bespreekbaar worden.

Anders dan op andere vakgebieden, staat bouwen gelijk aan iets toevoegen. Het feit dat bestaande typologieën herkenbaar en bespreekbaar zijn, máákt dat anderen ze overnemen. Als ware het een zichzelf versterkende evolutie, worden de meest succesvolle typologieën vaker overgenomen dan andere, en daardoor ook vaker opgemerkt en weer toegepast. In dat proces ontstaat een nauwe verwantschap tussen vorm en functie. Gebouwen die blijken te werken als werkplaats, ambtswoning of bejaardenoord worden opnieuw gebouwd voor die functie. Daarmee is typologie symbool gaan staan voor de samenhang tussen functie en verschijningsvorm.

Deze samenhang komt van pas in de communicatie van verwachtingen tussen opdrachtgever, ontwerper en bouwer. Je hebt er geen BIM-model voor nodig om een gezamenlijk beeld te scheppen van een basisschool of kantoor. Bovendien draagt het proces van selectie, mutatie en recombinatie bij aan kennisoverdracht en optimalisatie. Bij iedere uitvoering van een bepaald type laat deze zich weer verbeteren en actualiseren. In historische steden en streken zijn zo bouwwijzen ontstaan die aansluiten op plaatselijke gebruiken en omstandigheden.

Genetische modificatie

Na de Tweede Wereldoorlog is het gedaan met deze organische evolutie. Overheden en

| mei 2017
Het einde van typologie?
mei 2017 |

Het einde van typologie?

Op basis van big data van huizenzoekmachine Funda ontwierpen Jeroen Atteveld en Dingeman Deijs het rijtjeskasteel. Naar eigen zeggen vormt dit Fundahuis een nieuwe woontypologie die zich in haar ruimtelijke opzet onderscheidt van de standaard rijtjeswoning. Tegelijkertijd kun je het rijtjeskasteel in elke doorsneestraat van Nederland inpassen. bouwers stonden voor een gigantische opgave. De wederopbouw vroeg om grootschalige productie van stukken stad. Daarbij hadden planners en stedebouwers behoefte aan herkenbare bouwstenen om deze stukken stad te bouwen. Ze ontwikkelden woningen voor verschillende huishoudens, scholen, winkels, kantoren, sportvoorzieningen, gemeenschapsgebouwen en bejaardentehuizen. Functie en verschijningsvorm hingen sterk met elkaar samen. Hierdoor ontstonden leesbare wijken en dat paste goed bij de ambities van een open, democratische en maakbare maatschappij.

De geleidelijk lokale evolutie van bouwtypen maakte in dit proces plaats voor genetische modificatie. In het lab ontwikkelden architecten de verschillende typologieën door tot precies passende handschoenen voor specifieke functies of doelgroepen. Ze lieten niets aan het toeval over, want de efficiëntie en maakbaarheid van de bouwtypen stonden voorop. Waar typologie voorheen stond voor het losjes indelen van bestaande diversiteit aan bouwwijzen, lag ze nu aan de basis van een enorme productiegolf. De typologieën werden door het hele land gebouwd en waren zo herkenbaar als ‘standaard’.

Nieuwe ideeën voor oude gebouwen

Met het verstrijken van de tijd zijn deze standaard bouwtypen niet meer opgewassen tegen de snel veranderende buitenwereld. Het huis is zo toegespitst op zijn primaire functie, dat het woning is gaan heten.2 In het huis waren combinaties van wonen en werken

| mei 2017

In deze documentaire onderzoeken Abel Heijkamp en Julij Borštnikde de gevolgen van de flexibilisering van wonen en werken. Ze brengen de groeiende onzekerheid die dit met zich mee brengt in beeld. Dit schetst een samenleving waarin zekerheid alleen is weggelegd voor degenen die zich dat kunnen veroorloven.

geen uitzondering, net als het inwonen van familieleden. De naoorlogse woningen zijn hier echter niet op berekend. De toegenomen welvaart en culturele diversiteit zorgen voor een ander gebruik dat tot toegespitste typologieën als kangoeroewoningen, woon-werkwoningen en halalwoningen leidt.

Op dit moment maakt de verzorgingsstaat plaats voor de participatiesamenleving en de geplande stad voor de organische stad. Bewoners die zelf hun woningen realiseren in een leegstaande school of ondernemers die nieuw leven blazen in oude havengebieden, winnen aan terrein. Dat vraagt om andere ontwerpvaardigheden, namelijk het benutten van ruimtelijke kwaliteiten van gebouwen die met een andere intentie zijn gerealiseerd. Maar het heeft ook impact op de leesbaarheid van de stad. Bij sommige transformaties spat de nieuwe functie van de gevel, in andere gevallen ontstaan hybride verschijningsvormen die van alles kunnen vertegenwoordigen.

mei 2017 |

Het einde van typologie?

In ‘Learning from Las Vegas’ (1977) introduceren Robert Venturi en Denise Scott Brown de termen ‘Duck’ en ‘Decorated Shed’. Deze verwijzen naar gebouwen die respectievelijk in hun vorm hun functie representeren en anonieme dozen waar de functie afleesbaar is van een reclamebord.

Opkomst van ‘queer’ gebouwen Filosofe Simone van Saarloos stelde onlangs de vraag hoe het leven in Queertopia eruit ziet. De typologische indeling van hetero en homo groeit uit tot een steeds langere letterreeks, met als laatste tussenstand lgbtqia.3 Er ontstaat kortom, net als bij de kangoeroeen woon-werkwoningen, behoefte aan een bredere reeks typologieën.

Het label queer, dat vaak als een onbestemde tussenfase wordt gezien, moet die reeks volgens Van Saarloos vervangen. Queer verheft de openheid van het onaffe en imperfecte tot identiteit. Zoals de liefde voor systeemplafonds is ingeruild voor industriële en rauwe gebouwen, waar nog van alles aan kan veranderen. “Als wij intelligent genoeg zijn om chaos te herkennen, zijn we dan niet ook in staat deze te accepteren zonder hem in stukken op te breken?”4 Queer gebouwen kunnen van alles zijn of worden. Vrij vertaald is de uitdaging om die eigenschap bij een transformatie te behouden of bevestigen. De vraag is dan wat de rol van typologie in communicatie en kennisoverdracht nog is. Het cynisme van Francis Fukuyama en de kritiek op het postmoderne denken komen erop neer dat het omarmen van het ongedefinieerde leidt tot een onvermogen om onderwerpen te bespreken en doordenken. Als de typologie zou verdwijnen, wordt ieder project dan uniek en daarmee een opgave voor architecten? Of vergroot deze ontwikkeling de kloof tussen architect en opdrachtgever, omdat zij niet goed meer over ideeën en verwachtingen kunnen communiceren?

Bouwen voor de massa, ontwerpen voor het individu Verrassend is dat over deze kwesties al lang wordt nagedacht. Na de wederopbouw wendden veel architecten zich af van de geïndustrialiseerde bouwwijzen. Maar John Habraken werkte met de Stichting Architecten Research juist aan ideevorming over draagstructuren die verschillen in gebruik opvangen. Zijn bekende onderscheid tussen drager en inbouw verenigt massaproductie met een grote diversiteit aan woonwensen. De technische mogelijkheid om in een project vierhonderd verschillende woningplattegronden te realiseren vraagt echter om een effectieve ontwerpdialoog tussen architect en gebruiker.

De inbouwsystemen zijn niet meer verkrijgbaar en het veranderen van de indeling blijkt

| mei 2017

De stichting Goed Wonen hield zich in de jaren vijftig en zestig bezig met ‘smaakopvoeding’.

Ze wilde bewoners helpen om te schakelen van traditionele woonvormen naar de moderne woning en bijbehorend interieur. Daarmee sloot de ambitie van de stichting aan bij de architectuur van het Nieuwe Bouwen uit deze periode.

niet veel vaker te gebeuren dan in het traditionele bouwen. Toch kan het Open Bouwen op hernieuwde belangstelling rekenen.5 Met het verstrijken van de tijd blijken de dragers waarover John Habraken filosofeerde, onbedoeld te zijn gebouwd als school, kerk of bedrijfsgebouw. En deze dragers worden nu getransformeerd tot atelier, tandartspraktijk of woning. De kennis die is ontwikkeld om veranderingen in gebruik te faciliteren en effectief met gebruikers te ontwerpen, is opnieuw relevant.

Met het oog op de transformatieopgave is het zaak deze methoden verder te ontwikkelen. In een praktijk waarin herbestemming de norm is, volstaat het niet meer te verwijzen naar bekende typologieën. Je hebt verbeeldingskracht en instrumenten nodig om effectief met opdrachtgevers en gebruikers te communiceren over hun wensen in relatie tot bestaande panden. Ook heb je handvatten nodig om de kennis uit eerdere projecten in te zetten bij volgende opgaven. Als architecten deze methoden nieuw leven weten in te blazen zonder te vervallen in standaardoplossingen, ontstaan kansen om maatwerk te leveren. Het einde van typologie wordt daarmee omgebogen tot uitnodigend perspectief om de relatie tussen architect en gebruikers te vernieuwen.

mei 2017 |

Het ministerie van vrom was bij de oplevering in 1992 door het serreconcept van Jan Hoogstad een vernieuwend architectonisch gebouw. Op dit moment ondergaat het gebouw, onder leiding van Ellen van Loon (oma) een metamorfose, waarbij het aangepast wordt aan huidige gebruikseisen, terwijl tegelijkertijd het oorspronkelijke concept wordt verbeterd en versterkt. De vraag wat je met vrom kunt doen is daarmee nadrukkelijk onderdeel van de architectuur. De meest opmerkelijke verandering is dat het gebouw meer bij de stad wordt betrokken en deze opnieuw ordent.

| mei 2017
8 in
OMA
Rijnstraat
Den Haag door
Harm Tilman Ossip van Duivenbode
mei 2017 |

Rijnstraat 8 in Den Haag door OMA

Het leeuwendeel van de gebouwen in Nederland gaat een tijd tegemoet van verandering en voortdurende transformatie

| mei 2017

De transformatie in 2008 door Meyer en Van Schooten Architecten van het uit 1975 stammende ministerie van Financiën was een pilotproject van de Rijksgebouwendienst voor de nieuwe DBFMO-contractvorm. Het vernieuwde, energiezuinige gebouw voor 1.850 medewerkers heeft een transparante dubbelehuidfaçade die over het bestaande betonnen casco is gespannen.

mei 2017 |
| mei 2017
8 in Den
OMA
Rijnstraat
Haag door

In het Wijnhavenkwartier van Den Haag ontwierp Geurst en Schulze de transformatie van de voormalige ministeries van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken. In deze gebouwen zijn woningen, commerciële ruimten en de Faculteit Campus Den Haag gehuisvest. Leon Thier nam het interieur voor zijn rekening.

mei 2017 |
| mei 2017
8
Rijnstraat
in Den Haag door OMA
mei 2017 |

Rijnstraat 8 in Den Haag door OMA

Het ontwerp van OMA is in feite te beschouwen als een ‘post-occupancy report’ van het oorspronkelijke ontwerp

| mei 2017

Het ministerie van Sociale Zaken (1990) is ontworpen door Herman Hertzberger. Kenmerkend zijn de zestien achthoekige kantoortorens die rondom een langgerekte straat liggen. In 2003-2006 heeft een ingrijpende, inwendige renovatie plaatsgevonden, die ook door het bureau van Hertzberger is gedaan. Eind 2016 is het complex door het Rijksvastgoedbedrijf verkocht aan Litoro Investments.

mei 2017 |
| mei 2017
Rijnstraat
8
in Den Haag door OMA
mei 2017 |

Rijnstraat 8 in Den Haag door OMA

Op basis van het motto ‘efficiënt en aantrekkelijk’ worden rijkskantoren uitgebouwd tot flexibele werkomgevingen waarin onafhankelijk van tijd en plaats kan worden gewerkt

| mei 2017
mei 2017 |

Al sinds lange tijd wordt kunst niet alleen in daarvoor ontwikkelde musea tentoongesteld, maar ook in diverse bouwwerken die daarvoor zijn getransformeerd. Claus Käpplinger bezocht twee recente transformatieprojecten en ontdekte zowel verschillen als parallellen.

| mei 2017
Claus Unterlinden Museum in Colmar en Newport Street Galerie in Londen
mei 2017 |
| mei 2017
Unterlinden Museum in Colmar en Newport Street Galerie in Londen

Herzog de Meuron past vaker baksteen toe in musea. Zo opende in Londen vorig jaar de uitbreiding van Tate Modern, een sculpturale toren bekleed met opengewerkt metselwerk. Ook won het bureau de internationale competitie voor het museum des 20. Jahrhunderts op het Museumsinsel in Berlijn. Voor meer informatie zoek op ‘Herzog de Meuron’ op dearchitect.nl.

mei 2017 |
| mei 2017
Unterlinden Museum in Colmar en Newport Street Galerie in Londen

In het oeuvre van Caruso St John staan veel musea en galeries. Naast nieuwe gebouwen zoals de New Art Gallery Walsall en de Nottingham Comtemporary werkte het bureau ook veel aan bestaande gebouwen. Bij de transformatie voor het V&A Museum of Childhood is een nieuw entree paviljoen voor bestaande hallen geplaatst.

mei 2017 |
| mei 2017
Unterlinden Museum in Colmar en Newport Street Galerie in Londen
mei 2017 |

Met een nieuw volume hecht Aires Mateus een gefragmenteerd bouwblok samen tot architectuurfaculteit. De transformatie is een combinatie van sloop, herbestemming en nieuwbouw, die het stedelijk weefsel versterkt. Criticus Marc Dubois beschrijft het project als chirurgische ingreep.

| mei 2017
Marc Dubois
Architectuurfaculteit in Doornik
mei 2017 |
| mei 2017 Architectuurfaculteit in Doornik

De gebroeders Manuel en Francisco Aires Mateus studeerden beiden architectuur in Lissabon. Voor ze hun eigen bureau oprichtten, werkten ze voor Gonçalo Byrne. Momenteel hebben ze twee bureaus in hun studiestad en werken voor internationale opdrachten veel met lokale partners samen.

mei 2017 |
| mei 2017 Architectuurfaculteit in Doornik
mei 2017 |

Architectuur van verandering

| mei 2017 Architectuur van verandering

Het kantoorpand Bakenmonde is gelegen langs de A2 in Nieuwegein. De stalen schil rondom het gebouw en de extra verdieping op het dak geven het gebouw een woonuistraling. De stalen constructie maakt het tegelijkertijd mogelijk om de buitenruimten aan het gebouw te bevestigen.

mei 2017 |

GeoCeramica®

Sierbestrating geïnspireerd door natuurlijke materialen en industrieel design

ESTHETISCHE MEERWAARDE DOOR ALUMINIUM

Aluminium maatwerkoplossingen van Roval Aluminium zijn bij uitstek geschikt voor herbestemmingsprojecten. Het Hobij-pand in Veghel heeft dankzij duurzaam aluminium maatwerk als onderdeel van een ingrijpende transformatie, veel aan allure gewonnen.

Door de speling van het zonlicht op het aluminium, heeft de gevel een levendige dynamiek gekregen. Een bewuste keuze van architect Bert Voss van architectuurbureau Voss: “Koper of zink verweren, waardoor het effect van het zonlicht veel minder zou zijn.”

Kijk voor meer inspirerende projecten op www.roval.eu

Het monumentale kantoorgebouw ‘Estel’ in Nijmegen van architect Alexander Bodon uit 1974 krijgt momenteel een woonbestemming. Om de optimale balans te vinden tussen erfgoedwaarden en ontwerpopgave maakten architectuurhistoricus Leon van Meijel en architect Teake Bouma in opdracht van vastgoedfonds FiduVast een transformatiekader.

Architectuur van verandering
mei 2017 |

EEN VEILIG GEVOEL

Optimale bescherming voor gebouwen én mensen. Daar draait het om bij renovatieproject Rijnstraat 8 in Den Haag. Het is het grootste beveiligingsglasproject ooit, waarbij een overheidsgebouw van hoog tot laag wordt beschermd. De juiste mix aan veiligheidsbeglazing uit de PROTECT- serie, waaronder Vetrogard® en Polygard® maakt dit mogelijk. Meer weten over onze glasoplossingen? Kijk op www.vetrotech.com | testreports.nl Email vetrotech.benelux@saint-gobain.com Telefoon +31 (0)495 57 44 35

Project Rijnstraat 8, Den Haag Architect

architectenbureau OMA Foto © Rob Glastra Fotografie - Schoonhoven

De gereformeerde kerk vrijgemaakt in Gouda staat voor een grote renovatieopgave van hun kerkgebouw uit de jaren zeventig. De gemeenteleden zijn samen verantwoordelijk voor de keuzes en de financiering van de verbouwing. Dat vraagt om een zorgvuldig en co-creatief proces. Open Kaart ontwerpt de verbouwing in nauwe samenwerking met de gemeenteleden. Beeld Open Kaart

mei 2017 |
Architectuur van verandering

Interview met Rudy Uytenhaak + Partners Architecten

Samen met Rudy wonnen we vier van de vijf inzendingen en kwam onze samenwerking in een stroomversnelling terecht.”

“Vanaf dat moment zijn we met onze bureaus steeds intensiever gaan samenwerken”, vult Rudy Uytenhaak hem aan. “In de afgelopen drie jaar zijn onze visie en ambities organisch naar elkaar toegegroeid en zijn we nu op het punt gekomen dat we met zijn drieën gezamenlijk verdergaan onder één bureau. Doordat we in deze samenstelling over zowel de ervaring als het jonge inzicht beschikken, ontstaat er een interessante dialoog. Daarmee trekken we ons op zakelijk en architectonisch gebied aan elkaar op en spelen we in op de moderne Zeitgeist.”

“Dat deze drang naar perfectie het eindresultaat ten goede komt, hebben we laten zien bij het Poolhouse”, vertelt Wesselink. “Dat is een energieneutraal bijgebouw met een zwembad en sauna aan de achterkant van een vrijstaande woning. We hebben het bijkomende technische programma volledige uitgeplozen en geordend om het terug te brengen naar de basisprincipes. Zo hebben we de toevoer van de ventilatie geïntegreerd met de ruwbouw en het kozijn en is het dak afgestemd op de benodigde hoeveelheid PV-cellen. Het ontwerp heeft daardoor een verfijnde eenvoud, waarin duurzaamheid, techniek en materiaal bij elkaar komen.”

In de voormalige technische school De Huygens in Amsterdam Nieuw-West bevindt zich het nieuwe onderkomen van Rudy Uytenhaak + Partners Architecten. Tussen de kasten met een uitgebreide verzameling aan materialen, boeken en maquettes werkt een jong team van architecten aan verschillende projecten. Het is kenmerkend voor de koers die het bureau op dit moment vaart, waarbij ervaring en jonge inzichten samenkomen en elkaar versterken.

Aan tafel zitten Rudy Uytenhaak, Duco Uytenhaak en Rob Wesselink naast elkaar. Ze zijn enthousiast over de nieuwe samenwerking die ze zijn aangegaan. Na het afronden van de zakelijke wijzigingen de afgelopen maanden hebben ze sinds januari 2017 met zijn drieën de leiding over Rudy Uytenhaak + Partners Architecten. “Rob en ik kennen elkaar van onze tijd aan de TU Delft, waar we goede studievrienden waren”, begint Duco Uytenhaak het gesprek. “Na ons afstuderen gingen we allebei aan de slag bij het Vlaamse META architectuurbureau. Overdag deden we ervaring op bij de grote projecten van het bureau en in de avonduren werkten we in onze 28 vierkante meter grote studio aan eigen projecten en competities. Na vier jaar in Antwerpen besloten we in 2014 om terug te gaan naar Amsterdam en ons volledig op onze eigen projecten te storten.

Deze moderne aanpak komt naar voren in de rol die het bureau inneemt als architect. “We streven naar integrale gebouwen, waar we gedurende het hele proces heel actief bij betrokken blijven”, vertelt Rob Wesselink. “We zijn in dat opzicht echt een vertegenwoordiger van de opdrachtgever. Een instelling die we hebben meegenomen uit België, waar de architect meer de rol van een multidisciplinair denker inneemt. Waar we in Delft juist conceptueel hebben leren denken, hebben we in België echt leren bouwen. Deze combinatie zetten we nu in door zowel na te denken over het idee als over de maakbaarheid, duurzaamheid en haalbaarheid ervan. Op deze manier ontstaat een compleet verhaal, waarbij een project vanaf de context tot aan het detail is uitgewerkt.”

“Dat komt bijvoorbeeld naar voren in ons ontwerp voor de Amsterdamse Immanuelschool”, aldus Duco Uytenhaak. “Met onze analytische aanpak zijn we de dialoog aangegaan met de opdrachtgever en gebruiker. Aan de hand van variantenstudies maken we de consequenties van bepaalde keuzen inzichtelijk en nemen we iedereen mee in het ontwerpproces en genereren zo een breed draagvlak. Tegelijkertijd zoeken we naar de optimale uitwerking van het plan, misschien wel een doorgedreven vorm van rationaliteit. We voeren de prefab onderbouw overal exact in dezelfde maat uit en hebben de plaats en het aantal kolommen van de constructie geoptimaliseerd. Daarbij denken we echt integraal na over het ambacht van architectuur als bouwwerk, wat de uitvoering alleen maar ten goede komt.”

Opvallend is de grote diversiteit aan projecten waaraan het bureau op dit moment werkt. Naast utiliteitsbouw en woningen is Rudy Uytenhaak + Partners Architecten ook betrokken bij stedebouwkundige opgaven en het ontwerp van interieurs. “Een aanpak zo oud als het drieslagstelsel van Karel de Grote”, lacht Rudy Uytenhaak. “Waar bij dat landbouwstelsel de grond gezond bleef door ieder jaar een ander gewas te planten, focussen wij ons telkens op een ander soort project. Dat houdt ons niet alleen lenig, maar stelt ons ook in staat om principes en kennis van projecten mee te nemen naar een totaal andere typologie.”

“Dat is goed te zien bij het project Boseilanden in Hoofddorp,” vult Rob Wesselink aan.

“Oorspronkelijk lag er een plan voor zes zelfbouwkavels, die door een sterke groenstructuur van elkaar gescheiden zijn. Wij hebben door deze bestaande structuur een nieuwe compositie geweven, waarop uiteindelijk zeventien villa’s komen te staan. In het architectonische ontwerp hebben we de nokrichting diagonaal geplaatst, waardoor een gevarieerd silhouet van daken ontstaat. Op deze manier gaan de eigenwijze woningen een dialoog aan met het groen en komen architectuur en stedebouw bij elkaar.”

“We streven echt naar de brede focus zoals de klassieke architect had, maar dan met een moderne, integrale aanpak. Op deze manier begeven we ons als de spin midden in het web van een project om alle betrokken partijen te verbinden”, concludeert Duco Uytenhaak. “Als drie-eenheid staan we zowel vakinhoudelijk als zakelijk sterker en brengen we projecten uiteindelijk naar een hoger niveau.”

| mei 2017
Marieke Giele
Interview met Rudy Uytenhaak + Partners Architecten
mei 2017 |

Het nieuwe bureau van Rudy Uytenhaak + Partners Architecten is gevestigd in het bedrijfsverzamelgebouw Vliegbasis De Huygens aan de Jan Evertsenstraat. Deze voormalige technische school heeft een industriële en transparante uitstraling. Kenmerkend is het zaagtanddak van de laagbouw aan de achterzijde van het gebouw.

| mei 2017
Interview met Rudy Uytenhaak + Partners Architecten

Voor het ontwerp van het Poolhouse werd niet enkel een bestek geschreven, maar ook een beschrijvende hoeveelhedenstaat. Daarin staan voor alle benodigde materialen, van het glas tot de schroefjes, de eisen beschreven en hoeveel er precies van nodig is. Hierdoor hoeft niet elke aannemer zelf het bestek om te rekenen en zijn offertes duidelijk met elkaar te vergelijken.

mei 2017 |
“We streven naar de brede focus van de klassieke architect, maar met een moderne, integrale aanpak”

Architectenwerkplaats van de 21ste eeuw Ontvangstruimte van Group A in Rotterdam

mei 2017 |

Het Nieuwe Werken volgens drie Rotterdamse bureaus

| mei 2017
Het Nieuwe Werken volgens drie Rotterdamse bureaus
mei 2017 |

Het Nieuwe Werken volgens drie Rotterdamse bureaus

Het postsorteergebouw uit 1959 naast het Centraal Station Rotterdam is ontworpen door architecten E. en H. Kraaijvanger. Door de ligging en de ongebruikelijke maatvoering en logistiek leek het gebouw lange tijd moeilijk te hergebruiken. Kaan Archtitecten heeft het herontwikkeld tot een monumentaal, eigentijds en multifunctioneel kantoorgebouw voor de creatieve industrie.

| mei 2017
mei 2017 |
| mei 2017
Het Nieuwe Werken volgens drie Rotterdamse bureaus

Architecten Hugh Maaskant en Willem van Tijen realiseerden in het naoorlogse Rotterdam kort na elkaar drie verzamelgebouwen voor de industrie: aan de Oostzeedijk (1947) en de Goudsesingel (1952) en niet lang daarna het bekende Groothandelsgebouw aan het Weena (1953). Later zou Maaskant nog het Verzamelgebouw Zuidplein bouwen.

mei 2017 |
maastricht
ARCHITECTEN ADVISEURS mei
rotterdam
architects and planners

Renovatie en nieuwbouw

Alles in een app

Ultraslank voor renovatie

Niet van blank te onderscheiden

Veilig en strak

Veel mogelijk

mei 2017 |
Katja van Roosmalen

Gigantische opdracht

De hoofdzetel van het voormalig ministerie van Landbouw, Handel en Nijverheid is gebouwd in de jaren 1912 tot 1917 onder leiding van Daniël E.C. Knuttel. Het gebouw vormt in tijd en architectuur het slotstuk van het klassieke rijksgebouw. In 1991-1994 is het ministeriegebouw uitgebreid (met 6.000 vierkante meter) op basis van een ontwerp van Hans Ruijssenaars.

Innovatief ventileren in duurzaam kozijn

Statig, krachtig en elegant

Voor passiefhuizen

Als een geheel

| mei 2017
JUNG.NL JUNG STANDNR. V 29 7, 8, 9 JUNI VAN NELLE FABRIEK, ROTTERDAM
exclusief: de tijdloze schakelaar LS 990 in de 63 unieke, matte, kleuren van Les Couleurs® Le Corbusier.
Harmonie. Kleurrijk opgebouwd. Wereldwijd

Veilig lopen over het dakraam

Voor grote glasoppervlakken

Optische illusie

Genieten van het uitzicht

Hoe veilig is de deur?

mei 2017 |

Over het nieuwe gebouw voor de Europese Raad en Europese Unie schreven criticus Jean Attali en architect Philippe Samyn dit overzicht van alle bouwfasen en het complete project. De buitengevel is opgebouwd uit een ‘patchwork’ van afgedankte, nadien gerestaureerde eikenhouten kozijnen uit de verschillende lidstaten. Tegelijkertijd doet het dienst als thermische en akoestische barrière.

218 unieke ramen

Lucht en licht van boven

| mei 2017
Hospitality W-Hotel, Bank-gebouw,Amsterdam
NIEUW! PROBEER 1 MAAND GRATIS Maak er werk van! ZODRA HIJ TOE IS AAN BELANGRIJKE KEUZES, BENT U DE EERSTE DIE HET WEET...
mei 2017 |
| mei 2017 2016

Kerkcentrum Goede Rede in Almere

90 | mei 2017

HIER ONTSTAAT HET NIEUWE FINANCIËLE CENTRUM VAN SYDNEY

Direct naast de haven van Sydney in de nieuwe zakenwijk Barangaroo ontstaat het toekomstige economische centrum van de regio Azië – Stille Oceaan: de International Towers Sydney. Om de 131 verdiepingen van drinkwater te voorzien, kozen de opdrachtnemers consequent voor Viega Profipress (volgens Australische standaard). Dit systeem beschikt niet alleen over uitstekende hygiënische eigenschappen, maar is ook snel en eenvoudig te verwerken. Dat is een groot voordeel bij zo‘n omvangrijk project met een krappe tijdsplanning. Viega. Höchster Qualität verbunden.

viega.nl/Over-ons
Duizenden fittingen van koper zorgen ervoor dat elke verdieping over drinkwater van uitstekende kwaliteit beschikt
International Towers Sydney, Sydney, Australië

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.