Nationale Energie Week 2022

Page 1

13.10.2022 / VAKBEURS ENERGIE, BRABANTHALLEN WARMTEPOMPEN 2022 Frank Agterberg kennismiddag.vakbladwarmtepompen.nl KENNISMIDDAG Hybride, of meteen all electric?

Vakbeurs Energie, Zero Emission | Ecomobiel, PREFAB en Industrial Heat & Power worden georganiseerd door 54events en vinden plaats van dinsdag 11 oktober t/m donderdag 13 oktober 2022 in de Brabanthallen in Den Bosch.

Dinsdag 11 oktober 10.00 - 17.00 Woensdag 12 oktober 10.00 - 17.00 Donderdag 13 oktober 10.00 - 17.00

Brabanthallen

Diezekade 2 5222 AK Den Bosch

De beurzen vinden plaats in de Brabanthallen in Den Bosch. Het complex beschikt over ruim 4.000 parkeerplaatsen. Het parkeerterrein van de Brabanthallen is voorzien van een parkeersysteem waarbij de inrijdslagbomen automatisch openen. U kunt binnen in de entreehal een uitrijkaart kopen. Het parkeertarief is € 10,00.

De Brabanthallen bieden u de service om alvast uw parkeerplaats te reserveren. Hierbij ontvangt u tevens de laatste reisinformatie.

Op het terrein van de Brabanthallen Den Bosch zijn nabij ingang A en de Centrale Entree invalidenparkeerplaatsen aanwezig. Voor invaliden wordt het geldende parkeertarief gehanteerd.

Het gratis laden van uw volledig elektrische auto tijdens de beurs wordt mogelijk gemaakt door Kenter.

Kaarten zijn gratis voor professionals en alleen bij tijdige voorregistratie. Voorregistratie is mogelijk tot en met maandag 10 oktober 2022 via www. vakbeursenergie.nl of door de QR-code op deze pagina te scannen. Kaarten aan de deur kosten € 25,- exclusief BTW.

Met een toegangsbewijs voor Vakbeurs Energie bezoekt u gratis ook de vakbeurzen Zero Emission | Ecomobiel, PREFAB en Industrial Heat & Power, die gelijktijdig en op dezelfde locatie plaatsvinden.

"De

urgentie om niet langer plannen te maken maar daadwerkelijk de handschoen op te pakken, begint bij de meeste bedrijven door te dringen. We kunnen ons immers geen tweede stikstofproblematiek permitteren”, zegt van der Woude. “Het is volkomen te begrijpen dat ondernemers met landbouwbedrijven zich bedreigd voelen, maar de problematiek is al decennia bekend. Maatregelen zijn meermaals uit-

gesteld of afgezwakt omdat politici de neiging hebben om zaken over hun eigen regeerperiode heen te tillen, door lobby, door te veel optimisme dat toekomstige techniek ons wel ging redden. Planmatig incrementele stappen nemen voorkomt draconische maatregelen op de lange termijn. Nederland mag deze fouten niet nogmaals maken.” Van der Woude ziet parallellen met de energietransitie. “Per 1 januari 2023 moet een kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Dit besluit is al in 2012 vastgelegd en toch zitten we nu aan de vooravond van 2023 en er zijn nog miljoenen vierkante meters kantoorruimte die nog niet aan de eisen voldoen. Wettelijk gezien mogen de panden, als ze groter zijn dan 100 m², vanaf 2023 niet langer als kantoorruimte worden gebruikt. Ook hier geldt: als je maar lang genoeg wacht en maatregelen op de lange baan schuift of te langzaam doorvoert, dan kom je uiteindelijk voor het blok te staan.”

De klimaatdoelen zijn duidelijk en met de bestaande technieken is veel mogelijk. “Laten we daarom van de energietransitie vooral een doorlopend vooruitstrevend proces maken. We kunnen beter incrementeel de ’pijn’ nemen en volgens het schema dat met elkaar is afgesproken te velde trekken. Als je zaken opnieuw uitstelt om meer ademruimte te creëren, ook al lijken de redenen nu

legitiem, krijg je op een later moment het mes op de keel. Het is noodzakelijk dat we vaart maken en dat we continu die hoge snelheid aanhouden. Daar zitten zeker nog uitdagingen, maar met visie, de juiste technologie op de juiste plek, lef, doorzettingsvermogen en vooral ook door een integrale samenwerking is de kans dat we de doelen halen, veel groter.”

“Je moet durven buiten de gebaande paden wandelen en ook met andere sectoren in gesprek gaan. Op die manier ontstaan dwarsverbanden tussen mensen en bedrijven die kunnen leiden tot versnelling.” Dat de vier beurzen tegelijkertijd onder één dak plaatsvinden is dan ook een bewuste keuze. Van der Woude geeft een voorbeeld. “Een bezoeker van PREFAB, gespecialiseerd in het bouwen van industriële daken ontmoet een warmtepomp-

leverancier die op de Vakbeurs Energie staat. Uit een eerste gesprek volgt een tijd later een idee en project en uiteindelijk wordt een prefab-dak geconstrueerd inclusief de buitenunit van de warmtepomp. In het dagelijkse leven is iedereen ontzettend druk met de procesvoering binnen het bedrijf. Soms is het nodig om even uit de dagelijkse bedrijfsvoering te worden getrokken om dit soort zaken tot stand te laten komen. Zo’n beurs als de onze legt verbanden die je normaalgesproken zelf niet zou leggen.” Van de Geijn vult aan: “De landmacht is nog een mooi voorbeeld. Zij zijn als exposant aanwezig, maar niet met het doel om te werven of iets te verkopen. Aangezien ze tijdens hun missies te maken hebben met veel technologische vraagstukken zoals onder meer zelfvoorzienend kunnen opereren in afgelegen gebieden, hopen ze met hun deelname oplossingen te vinden voor hun issues. Ze zijn aanwezig om die toevallige ontmoeting te creëren die hen in hun uitdagingen verder kan helpen.”

Een beursbezoek leidt overigens niet alleen tot toevallige ontmoetingen. Partijen zoeken elkaar ook echt bewust op. Van de Geijn: “Zo organiseren de Federatie van Energieconsulenten en adviseurs (FEDEC) en de Vereniging van Technische Isolatie (VIB) samen een ontbijt om kennis uit te wisselen. Daarna organiseren beide organisaties hun eigen programma’s.”

Kennisuitwisseling betekent ook veel van elkaar kunnen leren. Van de Geijn: “Heb je het over integrale sa-

menwerking, dan is het belangrijk te begrijpen wat de invalshoek van wie is, zodat je weet wie waar tegenaan loopt. Zo kun je de middellange en lange termijn planning samen aanpakken en versnellen. Het begint met kennis hebben van elkaars problematiek en elkaars uitdagingen en het kennen van elkaar. Het delen van best cases leidt er bovendien toe dat niet steeds opnieuw het wiel opnieuw wordt uitgevonden. Dat gebeurt ook op de Gemeentedag. Hier wisselen gemeenten en stakeholders kennis uit en bespreken best cases om na te gaan wie wat op welke manier heeft gedaan en hoe het nog beter kan.”

Ook de industrie wil versnellen door de koppen bij elkaar te steken. Van der Woude: “FME is, in samenwerking met kenniscentrum en belangenbehartiger van zakelijke energie- en watergebruikers VEMW, Project 6-25 gestart met als ambitie om in 2025 zes megaton CO2 te kunnen reduceren. Er nemen hieraan diverse toeleverende bedrijven deel. Hun marktrijpe technologie kan leiden tot een flinke CO2 -reductie terwijl een combinatie van meerdere technologieën mogelijk een nog veel grotere besparing oplevert. Samen kunnen ze zorgen voor een versnelling. Op Industrial Heat & Power is Project 6-25 aanwezig met een paviljoen zodat hun partners zich er zichtbaar kunnen profileren.”

De basisfocus ligt daarbij vooralsnog op de hardware. “Wat je leest en hoort in de wandelgangen is dat er veel focus ligt op technieken die nodig zijn om processen te verduurzamen en in min-

dere mate op mogelijkheden om energie te besparen hoewel daar ook nog veel winst is te behalen. Op de een of andere manier lijkt dat minder sexy dan bijvoorbeeld elektrische boilers of industriële warmtepompen. Op de beurs besteden we óók aandacht aan energiebesparende technieken, soms in combinatie met andere oplossingen. Alle technieken zijn nodig om de energietransitie aan te pakken.”

Nieuwe technieken worden ook steeds intelligenter. “Tegelijkertijd is de markt in de volle breedte nog niet klaar voor de toenemende complexiteit”, stelt Van der Woude: “Neem het thema Vehicle-to-grid oftewel elektrische auto’s die een bijdrage kunnen leveren om het elektriciteitsnet te helpen balanceren. Daar is best nog veel onduidelijkheid over. Aan de ene kant zie je Koning Willem-Alexander grote bidirectionele laadpleinen openen zoals recent in Utrecht. Dat doet vermoeden dat deze techniek overal is toe te passen. In realiteit is het toch flink complexer. Wie als particulier of onderneming bidirectionele laadpalen wil implementeren met het doel om ook aan het net terug te leveren, komt nog van een koude kermis thuis.”

“Elektriciteit direct vanuit een voertuig leveren aan het net, zoals V2G suggereert, is in de dagelijkse Nederlandse praktijk nog helemaal niet mogelijk. Achter de meter aan het gekoppelde pand leveren kan wel maar de benodigde apparatuur om dit slim te faciliteren is nog helemaal niet te koop. Daarvoor moeten nog de nodige protocollen worden afgesproken waarlangs fabrikanten van voertuigen, laadpalen en huishoudelijke apparaten zo gaan leveren dat optimalisatie eenvoudig wordt. Er is al veel mogelijk op pilotniveau, maar het is nog even wachten op kant en klare oplossingen. Dit onderwerp zal tijdens Zero Emission | Ecomobiel uitgebreid aan bod komen.”

Nog een technologie die relatief in de kinderschoenen staat, is waterstof. Van de Geijn: “De interesse hierin onder onze bezoekers groeit jaar op jaar. Dat zien we terug in de 2022 editie van de Dutch Hydrogen Days.

Samen

met TKI New Gas hebben we dit jaar voor het eerst een Waterstof Innovatie Award in het leven geroepen met een totaal prijzenpakket van € 15.000,- aan cash en diensten voor de meest kansrijke initiatieven. We merken nu al dat veel serieuze partijen aanhaken.” Toch zal het nog even duren voor waterstof gemeengoed is. “Soms wordt over waterstof gesproken als een wondermiddel. We zullen echter niet op magische wijze gaan beschikken over de enorme hoeveelheden aan groene waterstof die

nodig zijn binnen de energietransitie. Voor de hoeveelheden die de komende periode wel duurzaam geproduceerd kunnen worden is het dus belangrijk te bepalen welke toepassingen het meest voor de hand liggen. De interesse en de innovaties die op de markt komen richten zich nu nog op de volle breedte: van industriële branders die waterstof kunnen bijmengen tot bakfietsen met een brandstofcel. Welke toepassingsgebieden winnaars worden zal de toekomst uitwijzen.”

“Ik merkte dat er veel terughoudendheid was vanuit gemeenten toen ze bezig waren met het opstellen van de Transitievisies Warmte. Ze waren erg voorzichtig in hun ambities en keken zeker ook naar ons, hoe wij zouden kunnen functioneren als startmotor.”

Linda Tuijt is adviseur duurzaamheid bij Woonstichting JOOST en legt uit dat duurzaamheid een belangrijk thema is bij woningcorporaties. “Het is een punt dat fulltime aandacht vraagt. Ik heb dan ook veel contact met gemeenten en andere woningcorpora-

ties hierover. We doen ook al veel aan duurzaamheid en zijn er al langer mee bezig, maar wij zijn niet de enigen die hier iets aan moeten doen. Ik merk dat gemeenten vaak nog zoekende zijn.”

Woonstichting JOOST is vooral bezig om haar woningen een basiskwaliteit te geven, legt Tuijt uit. “Dat is een hele opgave, zeker als je kijkt naar isolatie. Zonnepanelen passen voor ons ook bij het verbeteren van de woning. Daarnaast gaan we ons oriënteren op hybride warmtepompen. Maar daarbij vraag ik me wel af hoe die optimaal kunnen werken in een label D-woning. Slaat de cv-ketel dan niet veel te vaak aan? Om te kunnen overstappen naar hybride, is het zaak om een goed inzicht te verkrijgen in de gehele woningvoorraad. Daarom gaan we intensiever met onze installateurs samenwerken. Hoe staat de woning er nu bij? Wat zijn de toekomstplannen en welke installaties passen daarbij? Dan kunnen we op de natuurlijke momenten de juiste maatregelen nemen.”

All-electric is voor de meeste woningen van Woonstichting JOOST nog een stap te ver, zegt Tuijt. “Soms zou het misschien wel kunnen, maar dan heb je een paar woningen die helemaal van het gas af zijn en duizenden woningen die nog niet zover zijn. Wij streven naar een gelijke verbetering van ons be-

zit. Nu zitten de woningen gemiddeld op label B, maar we richten ons zeker niet alleen op labelverbetering. We willen vooral logische dingen doen, zodat de bewoners er ook echt op vooruitgaan.”

De standaardmaatregelen zijn relatief eenvoudig, zegt Tuijt. “We weten wel wat we moeten doen. Standaard isoleren we de vloer, plaatsen we isolerend HR++-glas en laten we de spouw vullen. Wat we heel belangrijk vinden is om goed naar kierdichting te kijken. Dat levert onmiddellijk besparing en comfort op, maar dat zie je niet terug in labelstappen.” Ook ventilatie is een vergeten kindje, legt ze uit. “We hebben in het verleden veel ventilatieroosters geplaatst, maar daardoor ervaren mensen een lager comfort en gaan ze meer stoken. Daarom zouden we nu eerder kiezen voor CO₂-gestuurde balansventilatie dan voor mechanische ventilatie. Dit zijn wel moeilijkere maatregelen in de uitvoering, maar het zijn wel de goede stappen. Aannemers en bewoners moeten we hierin goed meenemen.”

Ook de huidige ontwikkelingen met betrekking tot de hoge gasprijs en de Oekraïne-oorlog hebben een grote invloed op het beleid van de woningcorporaties. Tuijt: “We hebben onze inspanning opgeschaald om meer

woningen te kunnen verduurzamen. Daarnaast hebben we in de regio samen met de gemeenten en andere woningcorporaties de Klusbus opgetuigd. Deze gaat actief langs bij adressen die het meest getroffen worden door de hoge energieprijzen. En dan niet alleen met een tochtstrip of ledlamp. Ze helpen bewoners met klushulp en energiefixers, zodat de producten echt gebruikt worden en mensen er profijt van hebben. De tijd dat woningcorporaties met energiebesparende maatregelen moesten leuren is in ieder geval voorbij. We hebben nu bijvoorbeeld echt een run op zonnepanelen. Iedereen is aan, ze vragen aan ons: wanneer kom je?”

Hoewel sommige gemeenten nog afwachtend zijn als het om de energietransitie gaat, lopen andere gemeen-

ten zoals de gemeente ‘s Hertogenbosch voorop, beaamt Tuijt. “Daar werden we in 2019 verrast door de aangewezen buurten. In één buurt hiervan hebben we samen de mogelijkheid van een warmtenet met restwarmte uit een datacenter onderzocht. Waar we hier tegenaan liepen is dat de aansluitkosten hoog zijn. De investeringen voor zo’n warmtenet zijn flink. Je betaalt als eigenaar de hoofdprijs, zeker zonder extra subsidie. En als dat nu zou leiden tot lagere tarieven voor bewoners is het nog te overwegen, maar dat is meestal niet zo.”

Ze twijfelt er daarom aan of een warmtenet voor veel wijken de beste oplossing is. “Zoals het er nu uitziet, acht ik de kans klein dat het een betaalbare oplossing is. Misschien dat er in het land kleine warmtenetten aangelegd kunnen worden, maar ze zijn duur in aanleg en duur in het uiteindelijke gebruik. Als er niet meer subsidie komt, praat je al gauw over 10.000 euro per woning voor de aansluitkosten en dat resulteert dan nog altijd in een hoog warmtetarief voor de bewoners. En dan heb je nog het probleem dat de bewoners eigenlijk geen keuze meer hebben in energieleverancier en dat er vaak een afhankelijkheid is van maar één bron.”

Maar ook op het vlak van de elektrificatie verloopt de energietransitie ver-

re van soepel, legt Tuijt uit. “De netbeheerders worden op het moment compleet overvraagd. Maar er zal in de nabije toekomst veel afhangen van voldoende netcapaciteit.” Andere capaciteitsproblemen ziet ze in de installatiewereld. “Als je nu een hybride warmtepomp bestelt, krijg je die pas halverwege volgend jaar.” De samenwerking met installateurs is dan ook heel relevant, vertelt ze. “We koppelen onze kennis over de bouwkundige en energetische staat van de woningen aan de kennis van de installateurs en hopen zo tot een goede oplossing te kunnen komen. Daarom werken we veel met vaste partners.”

Een andere uitdaging waar woningcorporaties mee te maken hebben, is het versnipperd bezit. “Er zitten vaak in rijen van ons bezit ook woningen van particulieren. We zetten er nu op in om deze particuliere bewoners ook mee te nemen in de verduurzaming van deze woningen. Maar woningcorporaties kunnen niet alles regelen en betalen. Samenwerking met gemeenten is hierin vereist.”

De koers naar 2050 wordt voor Woonstichting JOOST steeds duidelijker. “We zetten nu in op isolatie en kierdichting. Ook de stap naar hybride zullen we maken daar waar mogelijk. Dat zijn de logische dingen om nu aan te pakken. Op termijn moeten we de slechte labels uitfaseren, slopen of renoveren. Op woningniveau gaan we voor onze woningen op hoofdlijn isolatie-installatieplannen maken en bekijken welk temperatuurniveau voor de verwarming passend is. Ik denk niet dat het logisch is om alles naar lage temperatuur te brengen, ook gezien de materiaalschaarste en de milieu-impact van materialen versus het energieverbruik in de gebruiksfase van de woning. We zullen daarom eerder de installatie aanpassen op de mate van isolatie dan andersom.”

“Net als iedereen in de wereld hebben we te maken met tekorten. Wij zien de prijzen en beschikbaarheid van diverse grondstoffen, componenten en eindproducten wel stabiliseren. Momenteel hebben wij het meeste last van het tekort aan chips hetgeen van grote invloed is op diverse producten in de installatiesector zoals warmtepompen en luchtbehandelingskasten. Naast de invloed op eindproducten voor de installaties is er ook een grote invloed op middelen voor de medewerkers om hun werkzaamheden te kunnen doen,

denk aan ICT-hardware en de automobielindustrie. Dit kan weer leiden tot lange leveringstijden van zakelijke leasewagens. Kortom, een tekort van een grondstof of klein onderdeel van een product of systeem kan leiden tot problemen in de hele keten”, stelt Imraaz Daha, inkoopverantwoordelijke bij Van Dorp.

De huidige situatie is wel anders dan bijvoorbeeld een jaar of anderhalf jaar geleden. “De coronacrisis, de blokkade op het Suez-kanaal en de oorlog in Oekraïne hebben allemaal hun eigen dynamiek. Belangrijk is dat je lering trekt uit wat er is gebeurd. Het is nog steeds vervelend, maar het is niet langer vreemd, dus je kunt erop anticiperen. Dat betekent korte lijnen hebben om tot besluiten te komen en wendbaar zijn als organisatie. Doordat wij als familiebedrijf gewend zijn om te kiezen voor de langere termijn, hebben wij dit goed opgepakt.”

Dit blijkt onder meer uit de datagedreven inkoopstrategie van Van Dorp. “Sinds 2019 is onze inkoop data driven. Gezien de huidige ontwikkelingen heeft dit inmiddels hoge prioriteit met als doel de data en category management verder te verrijken met informatie. Niet alleen met info over grondstoffen maar over economische

aspecten en spanningen in de wereld en wat voor invloed het kan hebben op een category. Op basis van een analyse op deze data kun je risico’s signaleren die je uiteindelijk zult moeten managen om waarde te kunnen blijven creëren voor de klant en de samenleving. Door meer voorspellend vermogen te creëren, word je wendbaarder en kun je tijdig anticiperen.”

Daarbij is interne communicatie erg belangrijk. “Bij voorkeur haakt de afdeling inkoop al in de aanbestedingsfase aan bij projecten. Door in dit stadium al afstemming te hebben tussen de business en inkoop, kun je elkaar verrijken met kennis, creatief vermogen en tijdig alternatieven aanreiken. Als inkoper moet je in deze fase al met leveranciers om tafel om na te gaan wat reëel mogelijk is en wat niet. En bovenal om de juiste kennis uit de markt tijdig binnen Van Dorp te brengen. Deze partners zijn er doorgaans erg genegen toe om niet alleen voor henzelf, maar ook voor ons én voor de eindklant de beste oplossing te zoeken door een goede prijs/kwaliteitverhouding te bieden en bijvoorbeeld ook voorraad aan te houden. Hiermee haal je een stuk onzekerheid weg in de keten. En als je tijdens een project onverhoopt toch te maken krijgt met tekorten, prijsverhogingen of onverwachte veranderingen, dan moet je dit zo snel mogelijk kenbaar maken

www.caleffi.com CALEFFI GUARANTEED.

richting de eindklant zodat deze niet voor verrassingen komt te staan. Dit leidt tot waardecreatie in de hele keten. Men kan zich niet langer verschuilen achter het excuus dat je het niet had zien aankomen. Dat werkt niet meer.”

Je inkoopstrategie afstemmen op alleen data, is overigens niet genoeg, zegt Daha. “De hoeveelheid kwalitatieve data die je verzamelt neemt jaarlijks toe waardoor de data en de analyse hieruit steeds waardevoller wordt, maar je erop blindstaren is niet handig. Het verzamelen en verrijken van data kost tijd,

tijd die wij niet hebben. Om op korte termijn stappen te zetten moet je gewoon beginnen en vertrouwen op je eigen ervaring en intuïtie waarbij je mede gebruik maakt van de verzamelde data. Dat tweesporenbeleid is belangrijk. Je weet wat je doelen zijn, handel hier naar. Daarnaast moet de inkoopstrategie ook afgestemd zijn op de waardeketen van het bedrijf. Zo is een van de bedrijfsdoelen van Van Dorp om haar CO2-impact te reduceren. Om dit te realiseren, zetten wij in op verduurzaming van de panden en het wagenpark, de installatiewerkzaamheden voor de klanten. Duurzaamheid is een business strategie. Vanuit inkoopperspectief is het belangrijk om te werken aan partnerships met het oog op duurzaamheid. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. Op dit moment onderzoeken we bijvoorbeeld de mogelijkheden om de logistiek van generiek materiaal dat dagelijks wordt aangeleverd nog verder te verduurzamen. Dit materiaal wordt door onze vaste partners dagelijks aangeleverd via vaste routes. Die routes proberen we te elektrificeren. Dit vraagt van alle partijen een investering. Tegelijkertijd biedt het een extra waarde voor het verduurzamen van de keten. En dat kun je weer bij aanbestedingen laten zien. De waardering van een onderneming wordt steeds meer gestoeld op ESG-componenten (environmental, social, en governance, red.), verder inzetten op deze componenten is noodzakelijk voor de waardecreatie van de onderneming.”

Parallel met tekorten en langere levertijden is de kostprijs van producten de laatste tijd sterk gestegen. “De wet van vraag en aanbod leidt ertoe dat door de tekorten ook de prijzen zijn gestegen. Toch moet je hier als inkoper goed de vinger aan de pols blijven houden. Hebben bepaalde producten echt te maken met een prijsstijging van diverse componenten of is er veeleer sprake van een prijsopdrijving? Als inkoper moet je zo nauwkeurig mogelijk de kostprijs zien te achterhalen ook al is de keten niet altijd transparant. Dat is niet altijd even eenvoudig aangezien je niet zomaar in een organisatie kunt binnenkijken om te zien wat er wordt betaald voor verschillende componenten, research & development, werknemerskosten et cetera. Uiteraard hebben de inkoopspecialisten hier wel hun methodes voor ontwikkeld, maar dit kan altijd beter.”

Wees creatief en blijf nieuwsgierig. “Wat je kunt doen, is jaarverslagen lezen en beoordelen evenals periodieke cijfers en de toelichtingen daarop. Als daar is te lezen dat een bedrijf tientallen procenten winst heeft gemaakt, vanwege prijsstijgingen kan dit betekenen dat de marges groter zijn geworden. Dat is natuurlijk mogelijk, maar het moet wel binnen alle redelijkheid blijven. Je kunt je de vraag stellen hoe bedrijven die meer winst boeken door prijsopdrijving, zich verantwoorden vanuit maatschappelijk en sociaal perspectief. Ze vragen een wellicht hogere prijs dan nodig terwijl iedereen al te maken heeft met alledaagse ‘echte’ prijsstijgingen die al invloed hebben op onderwijs en de gezondheidszorg. Bedrijven moeten - als ze dat kunnenwel hun bijdrage leveren aan de maatschappij. Maar het is te gemakkelijk om met de vinger te wijzen naar bedrijven en te roepen dat ze te veel verdienen aan bepaalde producten. Een gezonde marge is noodzakelijk om verder te innoveren en te verduurzamen. Belangrijk is dat je met hen in dialoog gaat. Door een open gesprek te voeren zie je hun perspectief en beweegredenen. Dergelijke gespreken zijn in deze tijdsgeest heel belangrijk en kunnen eveneens leiden tot nieuwe inzichten en samenwerkingsverbanden.”

“Veel mensen verwachten dat er één bepaalde techniek of innovatie de oplossing gaat zijn in de energietransitie”, zegt Debby Slofstra. “Ik geloof daar niet in. Nu, maar ook in de toekomst, blijft het volgende gelden voor de installateur: er is een combinatie van technieken, oplossingen en methodieken nodig om de transitie te realiseren. Innovaties zijn nodig, maar ook traditionele technieken blijven belangrijk. Denk maar aan isolatie, dat is de basis van energie besparen, en is en blijft – zowel in de bestaande bouw als in de nieuwbouw – gewoon heel hard nodig.”

“Er schuilt zelfs een groot gevaar in het kiezen voor één oplossing, en dat is dat je daarmee alle andere oplossingen uitsluit. Dat is in mijn optiek wat er juist niet moet gebeuren.” Slofstra pleit voor een breed aanbod. “Het gaat erom dat er beweging is, en dat bedoel ik in de brede zin. Als installateur moet je meebewegen wat betreft ontwikkeling, net zoals consumenten, leveranciers en fabrikanten. We zijn geneigd om binnen de branche in hokjes te denken; iets is E of W of IT. Dat is niet zo: die terreinen lopen steeds meer in elkaar over. We kunnen ze niet meer los zien van elkaar. Daarbij komt dat het een full circle verhaal is. Een elektrische auto is leuk, maar als je ‘m oplaadt met grijze stroom ben je nog niet goed bezig. Kortom: er zijn genoeg uitdagingen in de vele schakels van het proces.”

“Er is heel veel gaande op verschillende vlakken: capaciteit, energietransitie, nieuwe of doorontwikkelde producten, digitalisering, regelgeving, marktontwikkelingen. Dat brengt de installateurs in een lastige positie. Ze doen keihard hun best en willen graag een bijdrage leveren aan de energietransitie. Maar ze hebben het ook razend druk en dus geen tijd om zich in innovatieve technieken en producten te verdiepen. Daar loopt het scheef en dat is echt een aandachtspunt, of liever: een actiepunt!

Dat is het moeilijke voor installateurs op dit moment, en of het nu gaat om een zzp’er, een klein, een middelgroot of een groot landelijk bedrijf: daar heeft iedereen op z’n eigen manier mee te maken en tegelijk is het nu tijd om dingen te veranderen. Het is belangrijk om je niet door de waan van de dag te laten leiden. Maak tijd en ontwikkel jezelf, de klant moet maar even wachten en is daar al een beetje aan gewend.”

“Het lijkt nu echt een lastige tijd. Er zijn zoveel uitdagingen. De urgentie is – mede door de oorlog in Oekraïne – in relatief korte tijd enorm toegenomen. Ik denk dat het helpt om een en ander in perspectief te zien, als een doorgaande lijn. Kijk waar we vandaan komen en waar we nu staan. Als we dan vooruitkijken, denk ik: we komen er wel, hoe dan ook. De hele mindset is al enorm veranderd. De focus op duurzaam is nu volkomen logisch, er is niemand meer die zich afvraagt of dat nou allemaal wel zo nodig is.”

“We mogen als branche heel trots zijn op wat we allemaal al gedaan hebben. Neem alleen al de ontwikkeling van de hybride warmtepomp, dat is prachtig want dat maakt het mogelijk om in de bestaande woningbouw echt grote stappen te maken. En verder: je kunt als je wilt met je telefoon het licht bedienen en kijken wie er op je stoep staat, je kunt je wasmachine laten draaien als

FHS warmtepompboiler: Betrouwbaar en hygiënisch warm water.

R290

theorie en praktijk heel belangrijk is. Dat besef en bewustzijn is nodig in alle lagen. Als je het druk hebt, ben je misschien geneigd om ‘nee’ te zeggen tegen een jonge stagiaire. Of erger: om ‘ja’ te zeggen maar ‘nee’ te doen. Zonder goede begeleiding haken jonge mensen of zij-instromers af, en stapt diegene misschien wel over naar een andere branche en is dan verloren voor de techniek. Mijn advies: zet in op kennisoverdracht en geef leerlingen en zij-instromers de kans om het vak te leren. Wat dat betreft was het oude meester/gezel-principe helemaal niet gek. Het betekent dat je een inspanning moet leveren in tijd en aandacht. Als je op die manier ‘ja’ zegt en iemand goed begeleidt en behandelt, dan is de kans groot dat hij/zij blijft en een loyale werknemer wordt.”

de zon schijnt en je pv-panelen stroom opwekken. Dat hebben we als branche allemaal al mogelijk gemaakt. En richting de toekomst is het: schouders eronder en doorgaan. Blijf bewegen, en kies niet voor één oplossing, product of techniek. We hebben alles nodig om de energietransitie tot een goed eind te brengen!”

“De grote uitdaging van deze tijd is capaciteit”, vervolgt Slofstra. “Dat zit ‘m enerzijds in vraag naar voldoende professionals die het installatiewerk kunnen uitvoeren, maar er is ook voldoende kennis – in een combinatie van E en W en IT – nodig om te ontwerpen en te innoveren.”

“Wat we weten is dat onderwijs in

“Jezelf blijven ontwikkelen is belangrijk in deze tijd, ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op. Opdrachtgevers vragen om actuele adviezen en duurzame oplossingen, en vanuit de wet zijn er allerlei eisen. Daar moet je als installateur allemaal van op de hoogte zijn. Enerzijds kan dat door er zelf tijd aan te besteden. Natuurlijk kun je ook op zoek naar kennispartners. Dat kan door te netwerken, aansluiting zoeken bij bedrijven die jouw kennis aanvullen, of bij groothandels. Gebruik de kennis uit de markt van leveranciers of de groothandel. Deze partijen organiseren heel veel en zijn echt een belangrijke schakel naar de markt.”

“Als installateur kun je daar voor veel verschillende onderwerpen terecht:

qua producten en informatie natuurlijk, maar ze hebben ook trainingen, advisering en soms zelfs logistieke en administratieve diensten te bieden. De markt vraagt maatwerk en slimme oplossingen die het werk efficiënter maakt. Een groothandel heeft vaak mensen in dienst die zich juist richten op het verder ontwikkelen en professionaliseren. Doe daar je voordeel mee, dan hoeft niet iedereen het wiel opnieuw uit te vinden. Vraag ook gewoon als je iets wilt weten, je zult zien dat dat werkt.”

“Ook samenwerken met partners uit andere disciplines is nuttig. Samenwerkingsverbanden kunnen ervoor zorgen dat je tijd bespaart, meer kostenefficiënt werkt en vooral blijft innoveren. Om mij heen zie ik dat opdrachtgevers steeds vaker verduurzamen met een cluster van partners die op elkaar ingespeeld zijn en hun kennis en krachten bundelen. Dat werkt snel en kostenefficiënt, want het maakt het tenderen overbodig. Dat is een goede ontwikkeling, want tenderen zorgt ervoor dat trajecten langer duren. En het drukt de prijs. 'Alleen ben je sneller, samen kom je verder’ wordt er wel gezegd. Ik denk dat we samen sneller zijn en verder komen. Blijf bewegen, deel kennis, zoek elkaar op, werk samen. Om de energietransitie tot een goed eind te brengen hebben we elkaar heel hard nodig!"

“Hoe gaan we voor zoveel mogelijk gebouwen en woningen het energieverbruik terugbrengen? Daar is samenwerking voor nodig.” Teun Bokhoven is sinds 1 april voorzitter van het uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord. Hij volgt Maarten van Poelgeest op. Bokhoven legt uit hoe het staat met de uitvoering van het Klimaatakoord. “In de afgelopen jaren hebben we al veel afspraken uitgevoerd, maar we hebben nu een nieuw kabi-

net met een nieuw uitvoeringsprogramma dat verder gaat dan in het Klimaatakkoord staat. Waar we eerst spraken over een CO2-reductie van 49 procent in 2030, gaan we nu voor minimaal 55 procent en een ambitie van 60 procent. Dat moet komen uit mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw.”

Het nieuwe beleidsprogramma ‘Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving’ is in juni gepubliceerd en presenteert duurzaam wonen als de nieuwe standaard. De urgentie daarvoor is volgens het beleidsprogramma duidelijk. ‘Urgent is dat West-Europa haar afhankelijkheid van aardgas snel vermindert, zowel om onze geopolitieke afhankelijkheid sterk te verminderen als ter bescherming tegen de stijgende fossiele energieprijzen. In de gebouwde omgeving wordt nu meer dan 90 procent van de woningen nog met aardgas of andere fossiele energie verwarmd. We moeten dus veel minder energie gaan verbruiken, en fossiele energie gaan vervangen door duurzame alternatieven.’

Bokhoven merkt op dat de motivatie voor het nemen van concrete maatregelen sterk is toegenomen. “Je ziet dat er extra urgentie is vanwege de oorlog in Oekraïne. Alle partijen willen er nu meer vaart achter zetten. Vanwege de geopolitieke ontwikkelingen gaat

de energietransitie veel sneller. Het probleem is ook niet dat er te weinig fossiele brandstoffen zijn. We gaan een andere kant op vanwege de klimaatverandering en de geopolitieke ontwikkelingen. Dat zijn zaken waar je het beleid op aan moet laten sluiten. Er is nu gelukkig veel politiek draagvlak om energiebesparing te versnellen en van het gas af te gaan.”

Concreet is er door de wisseling van de wacht in Den Haag ook het een en ander veranderd. Dat is ook in het beleidsprogramma terug te vinden, vertelt Bokhoven. “De belangrijkste uitdaging blijft het aardgasvrij maken van anderhalf miljoen woningen voor 2030. Maar het is nu ook heel relevant geworden om de overige woningen snel minder energie te laten gebruiken. Energiebesparing is in ieder gebouw mogelijk en is altijd een no-regret-maatregel.”

In dit licht moet ook de maatregel gezien worden dat huiseigenaren vanaf 2026 verplicht worden om bij vervanging van hun cv-installatie minstens een hybride warmtepomp of een duurzaam alternatief te laten installeren. Dat kondigde minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting in mei aan. Bokhoven ziet de hybride warmtepomp overigens nog altijd als een tussenoplossing. “Je kunt hybride warmtepompen toepassen in gebieden waar

voorlopig geen collectieve oplossing voor komt. Zo kan op de korte termijn heel veel energie bespaard worden, maar ik zie het wel als een tussenstap voordat een woning volledig van het gas wordt gehaald.”

Voor installateurs gaat er veel veranderen de komende jaren, benadrukt hij. “Ik zou ze adviseren zich goed voor te bereiden op wat komen gaat, want nieuwere technieken gaan een groot deel van hun werk bepalen. Ze moeten daarom inzetten op nieuwe vaardigheden, zoals het onderhouden en installeren van warmtepompen en ventilatiesystemen met warmteterugwinning. Daarnaast gaat ook koeling een steeds belangrijkere rol spelen, zowel in woningbouw als utiliteit.” Bokhoven ziet dat ook de installatiemarkt te maken heeft met toeleveringsproblemen.

“Maar er worden van alle kanten investeringen gedaan door de leveranciers

om die problemen op te lossen. De komende jaren zullen er echt enorme hoeveelheden warmtepompen verkocht en geïnstalleerd worden. Zorg dat je je daar als sector op voorbereidt.”

Het tekort aan vakmensen is een andere belangrijke uitdaging in de energietransitie, beaamt Bokhoven. “De vraag is hoe we de capaciteit kunnen realiseren die nodig is. Het is in de eerste plaats belangrijk om mensen te behouden voor de sector. Dat doen we door ervoor te zorgen dat het leuk werk is en dat de werkomstandigheden goed zijn. Omdat je bovendien direct bezig bent met het klimaat, ben je als installateur met de goede dingen bezig.” De renovatiesector kent bovendien minder beperkingen dan de nieuwbouw, legt Bokhoven uit. “Deze sector heeft in ieder geval niet te maken met belemmeringen vanuit het stikstofbeleid, zoals de nieuwbouwsector. De werkzaamheden kunnen nu starten, omdat vergunningen niet nodig zijn.”

Ook geld is niet het probleem, merkt Bokhoven op. “We hebben nu een klimaatfonds met daarin 35 miljard euro, er zijn dus veel middelen beschikbaar. Ook voor de onrendabele top bij warmtenetten komt de overheid vol-

gend jaar met een oplossing. Er wordt dus goed geluisterd naar gemeenten die hierover klaagden in de afgelopen periode. En daarnaast is het budget voor de SDE++ voor dit jaar verder opgehoogd van 9 naar 13 miljard euro.” Bokhoven heeft geen recente cijfers over de voortgang van het aardgasvrij maken van woningen. “Maar dat moeten er inmiddels toch enkele tienduizenden zijn. Er zit zeker groei in deze aantallen en dat is voor een deel ook te danken aan de hogere energieprijzen.”

Met name op het vlak van collectieve warmtesystemen zijn er imagoproblemen, erkent Bokhoven. “Dat is niet terecht, maar het klopt dat warmtenetten geen goed imago hebben. Dat beeld moet kantelen en dat kan alleen door transparant te zijn en voldoende draagvlak te genereren. Het aanleggen van een warmtenet leidt voor veel wijken tot beduidend lagere lasten dan andere aardgasvrije oplossingen en het is een techniek die minder gevoelig is voor prijsstijgingen.” De recente ontwikkelingen zullen gaan leiden tot een kantelpunt, verwacht Bokhoven.

“Windenergie is nu al goedkoper dan kolenstroom en in de zeer nabije toekomst zullen de duurzame technieken het dan ook gaan winnen van fossiele brandstoffen.”

Voor Mennekes is slim laden tegenwoordig dagelijkse kost. Het bedrijf is producent van alle componenten rondom laadaansluitingen voor elektrische auto’s. Van contactdozen en communicatie- en vergrendelmodules tot aansluitkabels en complete laadpunten. Slim laden is voor het bedrijf dagelijkse kost en het experimenteert er op allerlei manieren mee, zowel op woningniveau als bij grotere, complexere gebouwen, die over complete laadpleinen beschikken. Bijvoorbeeld voor klanten als ASR, KIA en Gemeente Apeldoorn.

De Veen leest en hoort steeds vaker over nieuwe projecten omtrent slim laden én over de eindeloze mogelijkheden en potentie ervan. “Dan denk ik: Ja, die potentie is er zeker. Maar er moet nog ontzettend veel werk verzet worden voordat het op grote schaal toepasbaar is.”

Slim laden begint zo langzamerhand een containerbegrip te worden, waar verschillende zaken onder vallen. Dynamic Load Balancing is er een voorbeeld van, waarbij elektrische auto’s automatisch minder snel laden op momenten dat andere, belangrijkere processen veel elektriciteit vragen. Maar denk ook aan laden op momenten dat elektriciteit het goedkoopst is. Met slimme laadpalen zijn dat soort trucjes tegenwoordig mogelijk. “Het gaat om laden wanneer dat kan”, zegt De Veen. “Bijvoorbeeld als primaire processen niet op volle toeren draaien, als er veel zonne-energie beschikbaar is of als het rustig is op het elektriciteitsnet. Ontstaat er een gaatje? Dán ga je (sneller) laden. De gemiddelde auto staat 23 uur per dag stil, dus je hebt best lang de tijd om daarmee te spelen. En dat kan op verschillende schaalgroottes, van een industriecomplex tot een huishouden.”

Een derde vorm van slim laden is Vehicle-2-Grid, ofwel bidirectioneel laden, en gaat nog een stukje verder dan bovenstaande voorbeelden. In dat geval zijn elektrische auto’s ook in staat om

energie terug te leveren aan het net, op momenten dat daar vraag naar is. Inspelen op de pieken én dalen op het elektriciteitsnet dus. Volgens De Veen kan dat op den duur een belangrijk deel van de oplossing zijn voor het huidige en steeds erger wordende netcongestieprobleem in Nederland. “Máár… dan moet er wel een verdienmodel achter zitten”, zo benadrukt hij.

“Batterijen kunnen gemiddeld drie- tot vijfduizend keer volledig laden en ontladen, daarna hebben ze hun beste tijd wel gehad. Met andere woorden: batterijen slijten”, aldus De Veen. “Een leasemaatschappij stelt de elektrische auto’s in zijn vloot dus niet zomaar beschikbaar om het net te ontlasten. Daar moet een vergoeding aan vastzitten, niemand gaat dit kosteloos aanbieden. Ik verwacht dat dit op den duur een interessant extra verdienmodel kan worden voor leasemaatschappijen en grote bedrijven. Maar hoe zo’n verdienmodel er precies uit komt te zien? En voor wie het wel en niet zal gelden? Er wordt veel over nagedacht, maar dat is nog lang niet uitgekristalliseerd.”

Volgens De Veen is de onduidelijkheid over dat verdienmodel slechts één voorbeeld dat aantoont dat slim laden zich echt nog in de pilotfase bevindt. “Technisch kan het allemaal, de aansturing werkt. Met de juiste soft- en hardware doet een elektrische auto precies wat de laadpaal en het elektriciteitsnet vragen”, aldus De Veen. “Maar dan ben je er nog niet.” Standaardisatie is bijvoorbeeld ook essentieel voor de opschaling

Gree Nederland is uw specialist in impactvolle airconditioning en duurzame warmtepompen. www.gree.nl Stand E030 Hello, is it Gree you’re looking for?

van slimme laadtechnologieën. Maar momenteel zijn alleen Renault en Hyundai er serieus mee bezig. “Dat zijn de voorlopers. Die steken hun nek uit en zien het als een kans en een mogelijk belangrijke markt in de toekomst. Maar dat zijn slechts twee vissen in een héle grote vijver”, aldus De Veen. “Om slim laden op grote schaal toe te passen, moet 90 procent van het elektrische wagenpark het kunnen, op precies dezelfde manier. Met andere woorden: elke slimme auto moet kunnen communiceren met elke slimme laadpaal. Dat kan op den duur misschien wel, maar hoe we daar pre-

cies voor gaan zorgen? En wanneer?

Dat is nog lang niet in steen gehouwen. En het duurt nog jaren voordat dat wel het geval is.”

Een belangrijke eerste stap in die richting werd onlangs wel gezet. Het protocol voor bidirectioneel laden, het zogeheten ISO 15118-20- communicatieprotocol, werd definitief gemaakt. Dit protocol moet ervoor zorgen dat alle laadpalen en elektrische auto’s probleemloos en op één manier met elkaar kunnen communiceren en samenwerken. “Maar dat protocol moet nog wel verder uitgewerkt worden”, aldus De Veen. “Netwerkpartijen moeten bijvoorbeeld onderling gaan bepalen wie verantwoordelijk en/of leidend wordt in de inzet van elektrische auto’s en hoe ze V2G op een eenduidige en veilige manier integreren in de huidige systemen.”

Daarnaast moeten autofabrikanten overtuigd worden om slim laden massaal te omarmen. En dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Om bidirectioneel laden bijvoorbeeld mogelijk te maken, moeten elektrische auto’s over een extra component beschikken. Namelijk een omvormer die zowel ac-stroom kan overzetten naar dcstroom als vice versa. Dat betekent extra kosten, terwijl een autofabrikant juist zo min mogelijk kosten wil maken. “Die omvormer zullen autofabrikanten niet zomaar toevoegen”, aldus

De Veen. “Wel op pilotschaal natuurlijk, om de mogelijkheden te onderzoeken. Maar massaproductie? Dat is een ander verhaal, verwacht ik. Behalve als het gemeengoed wordt, dan worden de hard- en software voor slim laden vanzelf goedkoper. Vergelijk het met de 40 ampère aardlekschakelaar in je meterkast. Die is goedkoper dan de aardlekschakelaar van 25 ampère, omdat hij in veel grotere oplage geproduceerd wordt.”

Een andere mogelijkheid die De Veen ziet, is dat de transitie richting slim laden in de aankomende jaren voornamelijk bij dc-laadpalen plaatsvindt en dat het concept zich vooral daar verder ontwikkelt. “Dan is de extra hardware niet nodig en dat scheelt in de kosten. Dan gaat het puur om de afstemming tussen laadpaal en elektrische auto en het werkend krijgen van de software. Dat maakt de drempel lager.”

De Veen verwacht zeker dat slim laden steeds voorkomt in de aankomende jaren en dat het op den duur de norm is. Want, zegt hij, de potentie is groot. De vraag blijft echter hoeveel jaren eroverheen gaan voordat het daadwerkelijk gemeengoed is. “Daarom zijn de pilotprojecten die momenteel plaatsvinden zo belangrijk; die laten zien wat er kan en wat er nog uitgekristalliseerd moet worden. Maar laten we vooral niet uit het oog verliezen dat we ons inderdaad dáár bevinden: in de pilotfase.”

“Momenteel hebben we te maken met twee zaken die de energieprijzen beïnvloeden: enerzijds is er de geopolitieke onrust en het daarmee gepaard gaande sanctiebeleid en anderzijds hebben we structureel te maken met het verduurzamingsthema. Dat zijn twee verschillende thema’s, maar ze versterken elkaar op dit moment”, zegt Timmer.

“We hebben de afgelopen decennia al een paar grote schommelingen gezien. Denk aan de financiële crisis waarbij de energieprijzen omhoog werden gedreven door speculatie, in 2016 zagen we weer een daling en gedurende de coronatijd daalden de energieprijzen opnieuw." Afgelopen zomer hadden we te maken met een historisch hoogtepunt. Wanneer wordt dit record opnieuw ver-

broken? "Het is moeilijk voor te stellen hoe dit op lange termijn verder zal evolueren. Feit is echter dat de huidige economische verdienmodellen geen rekening hebben gehouden met dergelijke hoge energiekosten. Mogelijk is het voor het rijke Westen nog niet zo problematisch, maar armere landen zullen sneller grote problemen ondervinden. Het hoge prijsniveau zal na enige tijd daarom vermoedelijk weer moeten matigen. Hoe snel dit zal gebeuren hangt onder meer af van de verdere geopolitieke ontwikkelingen en of we in een diepe economische crisis terechtkomen, enzovoort.”

Bedrijven kunnen op de prijsvolatiliteit anticiperen, stelt Timmer. “Ten eerste is het belangrijk om als bedrijf de energiemarkt te begrijpen.” Hij geeft een korte introductie. “Als je kijkt naar elektriciteit, dan is op dit moment de spotmarkt leidend (zie ook kader Spotmarkt versus Future markt). Die prijs wordt door de verduurzaming steeds belangrijker in de berekening van energietarieven. Waarom? Vanuit de geschiedenis hadden we aan de aanbodzijde veel stabiliteit door voorspelbare energieopwekking via gas- en kolencentrales. De enige variabele die in zekere mate fluctueerde was de afnemer. Het afnameprofiel was nog relatief goed te voorspellen aangezien mensen een vrij gestandaardiseerd leven hadden met vaste kantoortijden. Daar zien we nu

meer diversificatie in waardoor het afnameprofiel lastiger is te voorspellen. Aan de productiezijde leidt de verschuiving van fossiele energie naar duurzame opwekking uit wind en zon tot minder goed voorspelbare opwekprofielen en een enorme volatiliteit. Op het moment dat er daar een inschattingsfout wordt gemaakt, kan dit al gevolgen hebben voor de energieprijs. Stel dat weersmodellen inschatten dat er veel Atlantische wind aankomt, maar die wind bereikt de windturbines pas een uur later dan ingeschat, dan kan dit al betekenen dat we bij wijze van spreken door het donker gaan in Nederland. De klimatologische modellen worden ontzettend belangrijk.”

De verduurzaming en het juist kunnen voorspellen uit zich in zowel de spotmarkt als in de onbalansprijzen. “De spotmarktprijs is de handelsbeurs van vandaag voor de uren van morgen. De onbalansprijzen worden medebepaald door de mate van afwijking door werkelijke aanbod en afname ten opzichte van de verwachtingen. Is er een grote onbalans, dan zal dit ook moeten worden doorberekend en betaald. Het hoogspanningsnet en de onderliggende netten moeten immers in stand worden gehouden.”

De stijgende spotmarktprijzen en onbalansprijzen drijven de energieprijzen omhoog. “Dit geldt voor zowel afnemers op de spotmarkt als voor bedrij-

ven die langetermijncontracten met een vaste prijs willen afsluiten. Vanwege verduurzaming wordt de spotmarkt volatieler en wordt het financiële risico voor leveranciers met betrekking tot een vaste prijscontract eveneens groter.”

Er is daarom een aantal primaire aandachtspunten voor de afnemer met betrekking tot het verbruik. “Of en in welke mate een bedrijf kan reageren op de schommelende energieprijzen is sterk afhankelijk van het bedrijfsprofiel. Op het moment dat je je vraag kunt sturen, kun je energielevering via de spotmarkt overwegen. Denk bijvoorbeeld aan koel- en vrieshuizen. In de goedkope uren kunnen ze hun producten een paar graden extra invriezen. In de uren dat de tarieven hoger liggen, laten ze de koelinstallaties minder harddraaien. Ze hebben een bandbreedte waarmee ze kunnen spelen.” Ook de glastuinbouw heeft vaak die bandbreedte. “Kassen waarin bloemen, groenten en fruit worden gekweekt, zijn vaak nog voorzien van een WKK voor warmte, maar elektriciteit wordt via de spotmarkt ingekocht. Het is doorgaans geen probleem om de lichten gedurende een aantal dure uren uit te doen. Dit leidt ertoe dat de teelt mogelijk een paar dagen later tot wasdom komt, maar tegelijkertijd kan er veel

energie (lees: geld) worden bespaard. Andere bedrijven kunnen mogelijk hun vraag sturen door hun productie af te schakelen. Het is zeker aan te bevelen om te onderzoeken wat hierin de mogelijkheden zijn binnen het bedrijf.”

Ook de aanschaf van opslagsystemen kan interessant zijn. “Bedrijven die investeren in opslagsystemen kunnen op momenten dat de elektriciteit goedkoop is, deze inkopen en op een later

moment gebruiken of misschien veel duurder doorverkopen. In veel gevallen is de aanschaf van opslagsystemen economisch nog niet haalbaar aangezien een grootschalige uitrol er nog niet is, maar dit kan op termijn veranderen.”

Leveranciers kijken steeds meer naar het afnameprofiel van bedrijven. “Leveranciers moeten het gebruikersprofiel van bedrijven kunnen inschatten. Als je bijvoorbeeld een langetermijncon-

tract wilt afsluiten voor de periode van 2024-2026, dan zal de energieleverancier rekening houden met je verbruik op basis van je historische meetdata. Daarbij wordt ook gekeken of er sprake is van alleen een vraagprofiel, dan wel een vraag én aanbodprofiel door bijvoorbeeld de aanwezigheid van zonnepanelen. Leveranciers houden rekening met de prijsvolatiliteit op de markt en moeten de risico’s van de onbalanskosten en in welke mate deze gaan stijgen, in kaart brengen. Dit alles tezamen zal leiden tot een voorstel voor een contract, al dan niet met een prijs die wordt gefixeerd voor de komende tijd.”

Addertje onder het gras zijn de zonnepanelen. “Bedrijven die zonnepanelen willen plaatsen, moeten goed nadenken wat de elektriciteitsopwekking kan betekenen. Op het moment dat er veel zon is, kunnen er door het grote overaanbod ook negatieve prijzen ontstaan op de spotmarkt. Je moet dan in feite betalen om terug te leveren omdat de

prijzen negatief zijn op de markt. Partijen die op de spotmarkt zitten, zijn zich bewust dat dit kan gebeuren, maar veel bedrijven die een vast prijscontract hebben, weten dit nog niet.”

Door het groeiende aantal PV-installaties zullen leveranciers de voorwaarden in hun contracten ook aan moeten passen met betrekking tot dit onderwerp. “Eenzelfde prijs voor terug geleverde als afgenomen kilowatturen wordt geen vanzelfsprekendheid meer. Die koppeling zal steeds meer worden losgelaten. Er zal vaker een vaste prijs worden vastgelegd voor de afname terwijl voor terugleveringen steeds vaker de spotmarktprijs zal worden gebruikt door het toenemende risico voor de leveranciers. Het is belangrijk om hierop te letten bij het afsluiten van een nieuw contract. Een aantal energieleveranciers zal grote bedrijven met PV-installaties mogelijk zelfs niet meer in hun klantenbestand willen opnemen. Mijn advies is om goed door te rekenen hoeveel energie je nodig hebt en je energieopwekking daarop af te stemmen zodat je zo min mogelijk moet terug leveren. Een combinatie met energieopslag of de mogelijkheid om af te schakelen is eveneens een optie. Daarnaast is het aan te bevelen om – indien dit mogelijk is – zoveel mogelijk productie naar de zonne-uren te verschuiven. Op die manier kun je optimaliseren.”

Leveranciers lopen meer risico’s en passen de voorwaarden van hun contracten aan. “Naast de prijsmethodiek die in contracten wordt vastgelegd, is het belangrijk om goed naar de overige contractvoorwaarden te kijken zoals de net genoemde voorwaarden met betrekking tot terugleveren. Daarnaast moet je goed weten wat je volumebrandbreedte is. Stel dat je 10 miljoen kilowattuur wilt contracteren. Dan zal er in de voorwaarden worden gesteld dat je bijvoorbeeld zonder meerprijs 20 procent meer of minder mag afnemen. Val je daarbuiten, dan zul je andere prijsvoorwaarden krijgen omdat de leverancier dit niet kan indekken. Je bedrijfsvisie en eventuele uitbreidingen en investeringen in eigen energieopwekkingen moeten meegenomen worden in de berekeningen om de volumebandbreedte te bepalen.”

Bij multi-sites is ook de mutatiebandbreedte van belang. “Wanneer je meerdere vestigingen hebt, is het belangrijk te weten hoeveel van deze locaties je mag aan- en afschakelen. Bij winkelketens is dit bijvoorbeeld van belang aangezien op bepaalde locaties extra winkels zullen worden geopend en op andere locaties mogelijk winkels sluiten.”

Welke strategie het beste is voor een bedrijf, is afhankelijk van het afnameprofiel, de vraagsturing, energieopslag en -opwekking en het risico dat een bedrijf wil nemen. “Dit is erg bedrijfsafhankelijk. Wel zien we dat het steeds gebruikelijker is voor het subtopsegment om een contract aan te gaan op de handelsbeurs. Een leverancier stelt een energieopslag ter beschikking en het bedrijf gaat afhankelijk van de prijsontwikkeling een tijds- budget- of prijsgedreven strategie toepassen. Hiervoor is wel enige ervaring nodig en het vermogen om cycli te herkennen en een langere periode vooruit te kijken. Maar als je op zowel de hele lange als de heel korte termijn kunt inkopen en daarbij kunt diversifiëren, kun je echt inspelen op de marktontwikkelingen en veel geld besparen. Eenvoudig is dit niet en dat zal het ook nooit meer worden gezien de ontwikkelingen.”

“Een hybride warmtepomp is een uitstekende oplossing om direct al flink te besparen op het gebruik van aardgas. Maar uiteindelijk is hybride een tussenstap op weg naar een 100% gasloze toekomst. Om te voorkomen dat de energietransitie straks stagneert, moeten we er dus voor zorgen dat we nu geen halve maatregelen nemen. Kortom: kies je voor hybride, ga dan in elk geval voor een All-Electric Ready oplossing!”

Rob Spoelman, Managing Director van NIBE, benadrukt dat hij de huidige populariteit van hybride warmtepompen zeker toejuicht. Toch brengt hij tegelijkertijd graag enige nuance aan in de huidige trend, omdat hierbij volgens hem een locked-in situatie van de cv-ketel dreigt te ontstaan. Spoelman: “De snelgroeiende belangstelling voor hybride warmtepompen is dit jaar – aangewakkerd door de sterk gestegen gasprijs – uitgegroeid tot een ware run op deze producten. Terwijl we in mei jongstleden nog de aankondiging kregen dat de hybride warmtepomp vanaf 2026 de minimale norm wordt, lijkt die datum nú al te ver weg. Waar ik een kanttekening bij plaats, is dat men hierbij lijkt te willen vasthouden aan de bekende combinatie van een warmtepomp met een cv-ketel, waarbij de warmtepomp niet zonder de cv-ketel kan werken.

Dit zou je in mijn optiek eigenlijk niet meer

moeten willen. Het zou beter zijn als de normen worden opgesteld aan de hand van de actualiteit waarbij wordt gestuurd op een All-Electric Ready hybride variant als tussenstap.”

Vertraging energietransitie voorkomen Spoelman benadrukt dat de hybride warmtepomp in veel gevallen absoluut een uitkomst kan zijn. “Zeker wanneer het niet mogelijk is om de overstap naar 100% gasloos in één keer te maken, levert een hybride warmtepomp toch al een flinke reductie op het gasverbruik op en dat is uiteraard pure winst voor consument én klimaat. Maar wat ik hierbij signaleer, is dat veel woningeigenaren – net als partijen uit de toeleveringsketen – vooral naar het heden kijken en minder naar de lange termijn. Hierdoor wordt de combinatie warmtepomp/cv-ketel al gauw gezien als dé oplossing die de komende 15 jaar voor verwarming en warm water zorgt en komt de All-Electric warmtepompinstallatie daarna pas in beeld. Maar wat nu als de ketel na een aantal jaar het eind van zijn levensduur bereikt, terwijl de hybride warmtepomp nog niet aan vervanging toe is? Als de warmtepomp niet zonder een cv-ketel kan werken, bijvoorbeeld omdat er geen boiler aan kan worden gekoppeld of omdat het vermogen van de warmtepomp te weinig is voor voldoende cv-verwarming, zit er niets anders op dan de cv-ketel weer om te wisselen voor een nieuwe. Hierdoor blijf je weer jarenlang gas verbruiken waarmee je de energietransitie in feite vertraagd.”

Langetermijnvisie essentieel

Het is volgens Spoelman dan ook belangrijk om al bij de keuze voor een hybride warmtepomp rekening te houden met de mogelijkheid om op termijn alsnog over te kunnen stappen op een All-Electric installatie. “Zo’n zogeheten All-Electric Ready hybride warmtepomp kan namelijk – net als een All-Electric warmtepomp – onafhanke-

lijk van een cv-ketel functioneren. Wél is het hiervoor van belang dat bij het ontwerp van de hybride installatie als eis wordt meegenomen dat de warmtepomp op termijn eenvoudig op een warmwaterboiler kan worden aangesloten. Dit voorkomt een locked-in situatie van de cv-ketel wanneer men later op een gasloze installatie wil overstappen.”

Spoelman pleit er daarom voor om de handen ineen te slaan en er samen voor te zorgen dat All-Electric de norm wordt en –wanneer de situatie om een hybride oplossing vraagt – in elk geval in te zetten op een All-Electric Ready warmtepomp. “Is het bijvoorbeeld mogelijk om op termijn op het gebied van woningisolatie nog een of twee verbeterstappen te maken, dan zou je daarop kunnen anticiperen door in de hybride installatie een warmtepomp op te nemen die past bij de warmtebehoefte van de woning ná het uitvoeren van die extra stappen. Tot die tijd werkt de All-Electric Ready warmtepomp dan samen met de cv-ketel, daarna kan hij het alleen af. Zo kan een woningeigenaar gefaseerd toewerken naar een gasloze comfortinstallatie. Deze langetermijnvisie is nodig om de energietransitie tot een succes te maken. We weten allemaal dat we uiteindelijk tóch van het gas af moeten, dus laten we dan nú alvast de juiste keuzes maken. Wat NIBE betreft betekent dit: All-Electric waar het kan en All-Electric Ready hybride in alle overige situaties. Zo houd

je de toekomstige optie voor 100% gasloze installaties altijd open.”

Wat Spoelman zeker niet onderbelicht wil laten, is dat een All-Electric Ready oplossing in principe niet méér hoeft te kosten als je de juiste keuzes maakt. “Normaliter is een warmtepomp natuurlijk al ontworpen om All-Electric te kunnen werken en het hele jaar door – bij buitentemperaturen van -20 °C tot +40 °C – zonder cv-ketel te functioneren. Als je er daarnaast voor zorgt dat het mogelijk is om – als de cv-ketel is afgeschreven – eenvoudig een warmwaterboiler op de warmtepomp aan te sluiten, dan kan de overstap naar 100% gasloos op termijn vlekkeloos en relatief voordelig verlopen.”

All-Electric vaak mogelijk zónder hybride tussenstap

Doordat de focus momenteel vooral op hybride warmtepompen ligt, blijft volgens Spoelman vaak onderbelicht dat veel bestaande woningen best in één keer kunnen worden voorzien van een 100% gasloze cv-installatie. “Terwijl dát uiteindelijk toch de bedoeling van de hele energietransitie is. We hebben bij NIBE meer dan 40 jaar ervaring met de toepassing van All-Electric warmtepompen in het veeleisende Zweedse klimaat en passen deze warmtepompen ook in Nederland al meer dan 20 jaar toe. Hierdoor weten we uit de praktijk dat warmtepompen in heel veel situaties best in één keer autonoom in een all-electric cv-installatie kunnen functioneren.''

Dit artikel is gesponsord door NIBE Energietechniek

“In de gebouwde omgeving zie je steeds vaker moderne installatietechnieken en besturingssystemen. Het aantal slimme systemen evenals hun complexiteit neemt toe. Gebruikers moeten ze niet alleen begrijpen en onderhouden, maar de systemen moeten ook aansluiten op hun behoefte en daar gaat het soms mis. Ik merk dat bij pilots en andere recente projecten regelmatig nieuwe techniek het doel heeft om energieen milieuprestaties te bereiken waarbij voorbijgegaan wordt aan de behoeftes van de gebruiker. De mens erbij betrekken of centraal stellen wordt nog wel eens vergeten”, zegt Boerstra.

"Zo zie je in kantoorgebouwen of scholen vaak dat ruimtes naast ramen zijn voorzien van een mechanisch ventilatiesysteem dat moet zorgen voor gekoelde lucht. Het beleid in dergelijke omgevingen is vaak dat ramen niet mogen worden geopend. In sommige gevallen zijn ze zelfs dichtgeschroefd. Dit om ervoor te zorgen dat ‘het ventilatiesysteem optimaal kan functioneren’ en ‘anders niet voor een gezond binnenklimaat kan zorgen’. Je maakt – bij wijze van spreken – het installatiesysteem het naar zijn zin en niet de mens. Maar als de behoefte er is om ramen te blijven gebruiken, zijn de ventilatiesystemen misschien niet goed ontworpen of ingesteld om te voorzien in de behoefte aan meer frisse lucht. Wat je beter kunt doen is: een win-win situatie creeren, waarbij bijvoorbeeld de te openen ramen sensoren krijgen en het mechanische systeem automatisch uitschakelt zodra ramen langere tijd open staan.”

Ontwerpers van installaties - en soms ook installateurs en beheerders - zouden volgens Boerstra wat vaker een ergonomische bril moeten opzetten. “Techneuten zien een probleem en maken de techniek complexer en complexer om bijvoorbeeld een energieprobleem op te lossen. Ze ontwerpen bijvoorbeeld systemen die het hele jaar door woningen een constante temperatuur van 22,5 graden kunnen voorzien, ongeacht de buitentemperatuur.

Maar uit onderzoek blijkt dat als het buiten koud is, een binnentemperatuur van 20 graden ook als aangenaam wordt ervaren, terwijl bij extreem warme zomers een binnentemperatuur van 26 graden eveneens prima is. Die 22,5 graden is geen heilige graal waar je aan moet vasthouden. Mensen kunnen bovendien nog een jasje uittrekken of een ventilator aanzetten. Enige flexibiliteit bieden is belangrijk.”

Boerstra geeft nog een voorbeeld. “Technici zijn tegenwoordig in staat om op basis van kunstmatige intelligentie systemen zodanig in te stellen dat ze kunnen voorspellen wat de gewenste temperatuur is, afgaande op historische data. Het is geweldig dat dit kan, maar ook hier zullen er uitzonderingen zijn. Het idee dat het altijd maar exact gemeten en geregeld moet zijn, daar moeten we echt vanaf. Een techneut ontwikkelt te vaak op basis van specificaties maar zo werkt het in de praktijk niet. Je moet kunnen uitzoomen en naast energiebesparing ook de hoofdlijnen blijven zien: het bieden van gezondheid en comfort voor de gebruiker. Prima om voorspellend te regelen, maar zorg met name in ruimtes voor langdurig gebruik dat de eindgebruikers een finetune mogelijkheid houden.”

Een evenwicht vinden ten aanzien van zowel energieprestaties als gezondheids-

Steeds meer mensen kiezen voor een warm huis zónder aardgas. We zullen uiteindelijk ook móeten. De oplossing: een warmtepomp, in combinatie met vloerverwarming. Maar door uitstraling naar de koudere kruipruimtebodem en funderingsmuren verliezen vloeren warmte.

TONZON vloerisolatie is het enige systeem dat deze straling tot vrijwel nul reduceert.

Wie het nieuws ook maar een klein beetje volgt kan het niet ontgaan zijn: de hoge gasprijzen. Daarbij komt: in het Klimaatakkoord staat dat in 2030 zo’n twee miljoen woningen van het gas af moeten zijn. En in 2050 gaat de gaskraan helemaal dicht, weet ook directeur Ton Willemsen van TONZON, uitvinder van een isolatietechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van lucht die overal aanwezig is. Het bedrijf uit Enschede is in 1980 groot geworden met het thermoskussen voor vloerisolatie, maar intussen worden ook voorzetwanden, daken, radiatoren en ligbaden op deze unieke manier geïsoleerd.

Per dag gaan tientallen huishoudens in ons land over op de energiezuinige en hernieuwbare energie van een warmtepomp in combinatie met lage temperatuur verwarming (zoals vloerverwarming). Willemsen: “Een prachtig systeem, toch wordt de warmte vaak niet doelmatig gebruikt. Er gaat onderweg te veel warmte verloren. Anders gezegd: er zijn lekken. Daarom is goede isolatie zo belangrijk. Het basisprincipe van isoleren is simpel: als je de warmteweerstand verdubbelt, halveer je de warmtestroom. Bovendien draag je bij aan de klimaatopdracht waar we met z’n allen mee te maken hebben.”

Het warmteverlies van een warmtepomp begint volgens Willemsen al in het stookhok, de technische ruimte waar zich de pomp en boiler bevinden. “Het is de warmste ruimte in huis. Zonde. De boiler zelf is vaak niet goed geïsoleerd, net als de buizen die de warmte naar onder meer de vloerverwarming transporteren. Wij hebben speciale folies ontwikkeld die de warmte vasthouden. Wat je niet verloren laat gaan, hoef je immers ook niet te betalen.”

Als producent van isolatiemateriaal maakt TONZON de meest klimaatefficiënte producten ter wereld, vervolgt Willemsen. “Vergeleken met andere isolatiematerialen als wol, piepschuim en EPS gebruiken wij veel minder grondstoffen. Ook hebben we geen vrachtwagens nodig om onze producten te vervoeren. Woon jij in Utrecht? Dan is de kans zelfs groot dat iemand met een bakfiets het isolatiemateriaal komt leveren.”

De thermoskussens en folies van TONZON isoleren bovendien op een effectievere manier dan alle andere vloerisolaties, vervolgt Willemsen. “Met onze producten reduceer je het warmteverlies naar vrijwel nul. Je wooncomfort verbetert en de energierekening gaat fors omlaag. Niet alleen geschikt voor woningen, maar bijvoorbeeld ook voor kantoorruimten, sporthallen en zwembaden. Wie iets aan het klimaat wil doen, moet bij ons zijn.”

Dit artikel is gesponsord door Tonzon.

prestaties, daarvoor is enige flexibiliteit nodig. “We hebben systemen nodig die je tot op zekere hoogte op elk moment kunt aanpassen aan de persoonlijke behoefte. Ruimtes in gebouwen zijn vaak multifunctioneel waardoor afhankelijk van de activiteiten andere eisen worden gesteld. Het is daarom belangrijk om goed na te gaan wat de eindgebruiker – in verschillende omstandigheden – nodig heeft.” Alles volledig centraal regelen is volgens Boerstra echter geen goed alternatief. “Gebruikers de volledige vrijheid geven is ook geen goede oplossing aangezien dit wellicht ten koste gaat van energiebesparing. Daarom is handmatig finetunen een must. Je kunt systemen ontwikkelen en inregelen die binnen bepaalde grenzen optimaal functioneren waardoor er ruimte is om van het ideale ijkpunt af te wijken zodat persoonlijke binnenklimaatwensen – binnen bepaalde grenzen –kunnen worden gerealiseerd.”

“Een voorbeeld. In scholen is er vaak CO₂-sturing waarbij het circuleren van

verse lucht afhankelijk is van de hoeveelheid aanwezigen in de ruimte. Er zullen echter momenten zijn waar het handmatig overrulen nodig is, bijvoorbeeld vanwege geurhinder tijdens een handenarbeid les of in verband met een geluidsissue. Als je ervoor zorgt dat je enige mate van handmatige aanpassing inbouwt, zet je die ergonomische bril op. Pas dan ben je echt slim bezig. Je houdt rekening met de behoeften van de mensen maar zorgt tegelijk voor voldoende automatische regeling op de achtergrond.”

Nog een aandachtspunt is de robuustheid van de installatie, zegt Boerstra. “In ziekenhuizen of grote kantoortorens is beheer en onderhoud van alle systemen normaliter goed geregeld. In kleinere kantoorgebouwen, scholen of verpleeghuizen ontbreekt vaak de kennis om echt complexe installaties te doorgronden. Dan is het belangrijk om de installaties voldoende fool proof te maken. Persoonlijke beïnvloeding is belangrijk, maar robuustheid van de systemen evenzeer, met name in de woningbouw en de kleinschaliger utiliteitsbouw. Vaak wordt een ontwerp bedacht, waarbij er veel componenten – de toeters en bellen – worden toegevoegd die ook snel stuk kunnen gaan. Soms moet je één of twee stappen terug doen met je ontwerp. Keep it simple stupid, dat is een mooi devies in deze context. En denk dan niet alleen aan comfort en energiegebruik, maar ook aan aspecten als circulariteit en milieu-impact van de gebruikte materialen.”

Robuuste systemen met de nodige aandacht voor energiezuinigheid, comfort en gezondheid zijn van belang. Maar hoe de toekomstige installatietechniek eruit zal zien, is lastig te voorspellen. “Welke technieken zullen worden toegepast, is heel locatieafhankelijk. Als je naar woningbouw kijkt, dan zul je zien dat er in sommige gebieden bijvoorbeeld het plan is opgevat om een warmte- of koudenet aan te leggen of gebruik te maken van restwarmte van bijvoorbeeld datacentra of de industrie. In grotere steden werkt het mogelijk beter om op wijkniveau de energietransitie aan te pakken terwijl in landelijke gebieden afzonderlijke oplossingen wellicht de voorkeur zullen hebben.

Kortom, het zal wellicht een mix van technieken en mogelijkheden worden afhankelijk van de locatie terwijl innovatie op alle vlakken moet gebeuren. Wat belangrijk is daarbij, is om je te realiseren dat we haast hebben. Er komt steeds meer druk op de ketel.”

Er wordt wat betreft innovatie veel gekeken naar nieuwbouw. “Dit is slechts één route, maar tegelijkertijd is er nog veel te winnen in de bestaande bouw door het toepassen van betere isolatie, dubbel glas en bijvoorbeeld het gebruik van slimme thermostaten. Met relatief eenvoudige down-to earth maatregelen kun je ook al grote slagen maken. Denk in dit verband bijvoorbeeld ook aan oververhitting voorkomen, niet door - zonder nadenken - ‘een airco’ op te hangen maar door voor goede zonwering te zorgen en mogelijkheden voor zomernachtkoeling met natuurlijk doorventileren. De energieprijzen zijn al flink aan het stijgen, maar de energiecrisis zal de komende tijd nog zwaarder toeslaan. Dit zou ook een aanleiding moeten zijn om in de volle breedte ook naar de eenvoudige maatregelen te kijken die niet de grootste investeringen vergen. En dat begint vaak met bewustwording. Hoe goed is dat dak eigenlijk geïsoleerd? Is het echt nodig om een heel pand ’s winters op 20 graden te houden? Zijn er echt geen radiatoren die eigenlijk prima in de ‘vorstvrij’ stand kunnen staan? Niet alles hoeft of kan met installatietechnisch vernuft worden opgelost. Het is wat mij betreft echt een EN-EN-verhaal.”

“Wat nog maar weinig mensen beseffen, is dat het in de toekomst niet alleen over warmte zal gaan, maar ook over koude of koeling. De klimaatverandering leidt ertoe dat we steeds vaker extreem warme periodes zullen meemaken en de gemiddelde temperatuur zal stijgen. Richting 2050 wordt het koelen van huizen een veel groter probleem. Nu isoleren we door de energietransitie huizen erg goed, maar koelen heeft zeker in deze situaties aandacht nodig om een onaangenaam warm binnenklimaat te voorkomen.”

Het aantal installaties van airco’s neemt toe. “Dit leidt tot een hoog energie-

verbruik en een hoge energierekening. Warmtepompen die het vermogen hebben om zowel te verwarmen als te koelen zijn ook een oplossing, evenals warmte-koude opslag of een slim gebouwontwerp waardoor de zon niet direct op de ramen schijnt. Ik ben niet zozeer tegen aircotechniek – alle technieken hebben een functie – maar er moet veel meer aandacht worden besteed aan het voorkomen van opwarming. Door dit aspect mee te nemen in het ontwerp kun je de implementatie van extra maatregelen achteraf voorkomen.”

De architecten zijn dus ook aan zet. “Veel architecten zijn kundig qua vormgeving, maar op energetisch gebied slaan ze nog wel eens de plank mis. Ze werken nog te weinig samen met andere partijen vanaf het allereerste moment waardoor beslissingen niet voldoende zijn overwogen. Ze zijn kunstenaar maar moeten ook de grenzen van hun eigen kunnen kennen. Op het moment dat je met meerdere deskundigen aan tafel zit, kun je elkaars kennis gebruiken en kun je tot betere duurzame oplossingen komen.” Samenwerking is essentieel. “Het is iets dat binnen de wetenschap al gemeengoed is in onder meer de internationale samenwerkingsprojecten in het kader van de Internationale Energy Agency, zoals de IEA Annex 81 Data Driven buildings. Hierin werkt de TU Eindhoven,

door ondersteuning vanuit de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) samen met 20 topinstituten om tot optimale oplossingen voor de toekomst te komen.”

Synergie leidt ook tot systeemintegratie. “Dit wordt veel belangrijker in de gebouwde omgeving. We moeten van het gas af waardoor er een elektrificatietrend gaande is. Het aantal warmtepompen groeit, dus ook de all electric conditionering van gebouwen. Er komen meer elektrische voertuigen op de markt, er is een toename van decentrale energieopwekking door pv-panelen enzovoort. Deze ontwikkelingen leiden ertoe dat het elektriciteitsnet het zwaar te verduren krijgt. Mogelijk dreigt zelfs congestie met lokale black-outs in buurten. Daarom wordt de integratie en interactie om stroom wisselend op te nemen en terug te leveren aan het net veel belangrijker. Er is behoefte aan energieflexibiliteit zodat de wisselingen tussen vraag en aanbod niet leiden tot een fatale onbalans in het laagspanningsnet.”

“Je moet het kantoorgebouw als onderdeel van de gebouwde omgeving niet zien als een probleem, maar juist als de belangrijkste sleutel richting de oplossing”, gaat hij verder. “Kantoorgebouwen met een overschot aan opgewekte energie afkomstig van hun pv-panelen

op hun daken en batterijopslag kunnen deze energie mogelijk leveren aan omringende woonwijken. Die hebben vooral ’s avonds een energiepiek. In kantooromgevingen is bovendien meer ruimte om energie op te slaan in vergelijking met grondgebonden woningen.”

Belangrijk is dus om uit te zoomen. “Een integrale aanpak moet leiden tot energieflexibiliteit. Kantoorgebouwen moet je niet langer zien als alleenstaande projecten. Je moet ze zien als onderdeel van een systeem met daarin niet alleen andere gebouwen, maar ook energieopslagsystemen, de mogelijkheid tot bidirectioneel laden van elektrische auto’s… De complexiteit van de besturing en regelingsinstallaties zal uiteindelijk exploderen. Gelukkig zien we vanuit de wetenschap dat data-analyse en machine learning veel mogelijkheden bieden. Denk aan het maken van voorspellende regelingen waardoor installaties autonoom en proactief op elkaar kunnen reageren. Ook op dat front zien we ontwikkelingen. Maar helaas lopen deze ontwikke-

lingen achter op de explosief groeiende vraag naar elektriciteit die momenteel plaatsvindt. De situatie in Oekraïne en het mogelijk versneld dichtdraaien van de Russische gaskraan zal een en ander nog verder versnellen.”

“Daarom merken we nu al dat we een ongelooflijk tekort hebben aan deskundigen en dat zal nog verder toenemen. We moeten veel meer investeren in opleidingen. Niet alleen de zogenaamde ‘handjes’ zijn nodig zoals Doekle Terpstra vaak roept. Natuurlijk zijn er vakmensen nodig, maar je hebt ook hersenen nodig die de handjes aansturen. Voor een integrale systeemintegratie zijn hoogopgeleiden nodig die kunnen uitzoomen en het energievraagstuk op strategisch niveau kunnen aanpakken. We zullen ze zelf moeten opleiden en verleiden om voor ons vakgebied te kiezen omdat het belangrijk is voor de samenleving en een duurzame toekomst. Dat is een belangrijke trend waar nog niet iedereen zich van bewust is. We moeten ook de tijd nemen en het overzicht bewaren om ons goed te realiseren wat er nog meer op ons af zal komen en waar we nog meer in zullen moeten investeren. Dat zijn niet alleen de handjes van nu, maar ook de brains van morgen. Deze brains van morgen moeten we toepassen in onze gebouwen. Dat is een van de doelen van het RVO-project Brains for Buildings B2B, waarin TU Eindhoven samenwerkt met 39 andere kennisinstellingen en marktpartijen.”

Uiteindelijk moeten we volledig van het gas af gaan. Op de vraag of ons dit zal lukken, zegt Zeiler volmondig JA. “Als je naar de mensheid kijkt, dan bestaan we nog steeds ondanks alle rampen die de afgelopen 40.000 jaar de mensheid al heeft getroffen. Het zal ons zeker lukken om van het gas af te gaan, maar of het zal lukken op de manier zoals het nu wordt bedacht? Ik vermoed van niet. Op het moment dat we nu de verwarming elektrificeren en massaal overstappen op warmtepompen in combinatie met elektrisch rijden en pv-installaties dan zal dit op sommige plekken tot congestie leiden. Als je nagaat dat het gemiddelde elektriciteitsverbruik van een huishouden ongeveer 2 kWh is, maar dit verdubbelt of verdrievoudigt door de elektrificatie, dan zal iedereen begrijpen dat de capaciteit niet voorhanden is.”

“Je moet daarom proberen het probleem op te lossen waar het zich voordoet, en dat is in het huis of in het gebouw. Je zult in eerste instantie moeten nagaan wat je kunt doen om de energievraag zoveel mogelijk te beperken. Op dit moment gebruiken we 20 procent van onze energie nutteloos door verkwisting. Denk aan het verkeerd afstellen van je thermostaat, het onnodig verwarmen van ruimtes wanneer dit niet nodig is enzovoort. Dergelijke zaken leiden tot veel onnodig energieverlies. Daar moet echt meer aandacht aan worden besteed. Daarnaast zijn veel systemen niet goed ingeregeld waardoor ze niet optimaal werken. Als je de nutteloze verkwisting elimineert en daarnaast maatregelen neemt om energie te besparen zoals isoleren, het plaatsen van dubbel of triple glas, energiezuinige verlichting, en het gebruik van energiezuinige apparaten, … dan kun je de warmte- en energievraag mogelijk halveren. Heb je het dan over de verdubbeling van de vraag, dan past het ineens wel. We moeten met andere woorden veel meer het principe van de installatietechniek volgen. Als er een lekkage is, moet je niet meteen gaan dweilen, maar moet je de oorzaak achterhalen en het lek dichten. Pak het bij de bron aan en niet aan het einde van de rivier.”

Dit is een impressie. Wijzigingen onder voorbehoud.

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 10.15 – 14.15 uur

Wat: Elk bedrijf heeft financiering nodig om te groeien. Verschillende financieringsbronnen hebben hun eigen voorwaarden en hun eigen voor- en nadelen. Om meer inzicht te krijgen in hoe en waar u financiering voor uw innovatie kunt vinden, organiseert het Financieringsloket van de Topsector Energie een Masterclass Financiering voor MKB-ondernemers. Experts delen hun ervaringen en geven een update van financiële instrumenten voor ondernemers in de energiesector, zowel publiek als privaat. Ben je een start-up of scaleup en actief in de energiesector? En ben je op zoek naar het financieringsinstrument dat het beste bij jouw bedrijf past? Sprekers uit de wereld van subsidieverleners, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, crowdfunding, business angels, Venture Capital en banken geven meer inzicht over de diverse financieringsmogelijkheden. Ze geven een realistisch beeld van welke innovaties vooral kansrijk zijn. Notabene: “projectfinanciering” (zoals bijv. financieren van zonne- en windparken) komt in deze Masterclass niet aan de orde.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 11.30 – 12.30 uur

Wat: Tijdens deze sessie staat kennis- en netwerkgroep Smart Energy NL stil bij de laatste ontwikkelingen op het gebied van Smart Energy. Nederland wil (versneld) verduurzamen, maar tegelijkertijd de kwaliteit en betaalbaarheid van haar energie-infrastructuur behouden. Een mooie uitdaging die om innovatieve oplossingen vraagt! Met stellingen en discussievragen wordt voor interactie met het publiek gezocht.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 13.00 – 14.30 uur Wat: In 2 presentaties praat TVVL u bij over Comfort prestaties in gebouwen. Aan bod komen ‘Lage temperatuur CV-installaties: comfort, energiebesparing en de transitie naar aardgasvrij.’ En ‘Klimaatinstallatiecheck.nl – Snel inzicht in de prestaties van jouw klimaatinstallatie.’

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 15.00 – 15.30 uur

Wat: zie www.vakbeursenergie.nl

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 15.30 – 17.00 uur

Wat: Besloten bijeenkomst

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit Wanneer: dinsdag 11 oktober, 10.30 – 11.15 uur Wat: De doorbraak van elektrisch rijden heeft belangrijke positieve gevolgen voor de batterijontwikkelingen. En hogere dichtheden geven mogelijkheden voor luchtvervoer. Een nieuw mobiliteitssegment kan ontstaan op het gebied van regionale luchtvaart, met een bereik tot voorlopig 500 km, met vliegtuigen tot enkele tientallen personen.

Er wordt een miljardenmarkt voor dit soort elektrische regionale vliegtuigen en ook voor luchttaxi’s voorspeld. Inmiddels zijn er ruim twintig bedrijven wereldwijd die nieuwe elektrisch aangedreven eVTOLs (vertical take off and landing) en eCTOLs (conventioneel) ontwikkelen. De voordelen van eVTOLs en eCTOLs zijn korte reistijden vanwege de hoge snelheden, het ontbreken van files en lage brandstofkosten door het gebruik van batterijen voor elektrische aandrijving. Mogelijke nadelen zijn geluidsoverlast en het opwaaien van stof, met name voor VTOLs. Individueel bestuurbare en elektrisch aangedreven propellers zouden dit echter kunnen beperken. De draaisnelheid van de propellers, het aantal bladen, de vorm en de plaats op het toestel kunnen zo worden gekozen dat de geluidsniveaus laag zouden kunnen blijven.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 16.00 – 16.30 uur

Wat: Energiebesparing kan altijd slimmer! Vakbeurs Energie is ook dit jaar weer op zoek naar het meest innovatieve concept of product dat energie bespaart en Nederland helpt verduurzamen. Als leidend platform voor warmte, elektriciteit en energiebesparing juicht de Vakbeurs Energie innovatie aan met de vakprijs Innovative Energy Solutions Award. Voor een volle zaal pitchen genomineerden hun concept of product waarna een vakjury onder leiding van energiespecialist Mark Meijer het meest vernieuwende idee aanwijst als winnaar.

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 11.30 – 12.30 uur

Wat: In NEON, 35 young full time researchers from 8 knowledge institutes find out how we can accelerate the transition from fossil fuels to zero emission energy and mobility. They are supported by over 20 senior academics and financed by NWO and 20 companies. NEON director Auke Hoekstra and several senior researchers will give an exciting overview of what they’ve learned so far. Warning: there will be singing involved.

Waar: Bosch Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 12.45 – 14.00 uur

Wat: Over 10 NEON researchers will exhibit and explain their work on optimizing electric fleets (from motor to fleet composition and routing), last mile delivery from a moving truck, and self-driving which will in turn leads to MAAS (mobility-as-a-service). This is your chance for an “ask me anything” with these cutting edge researchers. Warning: anything is still possible and nothing is sure yet. We are all finding this out as we go along.

Wat: Deelconcepten voor scooters, elektrische fietsen en bakfietsen zijn inmiddels een veelvoorkomend beeld in diverse Nederlandse steden. Op het gebied van zakelijke toepassingen is echter nog een wereld te winnen. Ondanks diverse pilots waarbij dit soort voertuigen zijn ingezet binnen bezorging of servicelogistiek blijft het aandeel in de totale vervoerbeweging teleurstellend laag. Terwijl de voordelen voor de bedrijven die ze inzetten veel verder gaan dan een tijdelijke PR boost. Waar ligt de business case voor een structurelere uitrol? Wat is de impact op tevredenheid van personeel in deze krappe arbeidsmarkt? Hoe organiseer je als bedrijf de evolutie van bestelbus naar LEV?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 13.00 – 14.00 uur

Geïnteresseerd hoe uw bedrijf zijn voordeel kan doen met de inzet van LEV? In deze sessie leert u van organisaties die u voorgingen en krijgt u inspiratie van experts uit de markt.

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: dinsdag 11 oktober, 11.30 – 12.30 uur

Wat: In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Logisch, gezien het tekort aan handjes en de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Qua kosten, kwaliteit en digitalisering is nog een wereld te winnen en industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en prefabricage spelen daarbij een belangrijke rol. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk.Een sessie over de huidige status en kansen van prefabricage in de bouw.

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: dinsdag 11 oktober, 13.00 – 14.00 uur Wat: Op 1 januari 2023 treedt de ‘Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen’ (Wkb) eindelijk in werking. De Wkb bewaakt de kwaliteit van ontwerp en uitvoering en garandeert (zo) de conformiteit van het eindresultaat aan de eisen van het Bouwbesluit.

Het verwachte effect van de Wkb op de (gestandaardiseerde) bouw is groot. De sleutel tot snel en hoogwaardig bouwen komt te liggen bij standaardisatie vanaf het ontwerp. Een voordeel voor conceptueel bouwen, prefabricage en industrialisatie dus, zeker ten opzichte van traditioneel bouwen; zowel in nieuwbouw als renovatie. Vanuit de kwaliteitsborging, maar ook vanuit certificering. In deze sessie staan we stil bij de status en insteek van de Wkb. Maar voornamelijk gaan we in op de vraag hoe fabrikanten, aannemers, architecten, bouwers, ontwikkelaars en opdrachtgevers voordeel kunnen halen uit gestandaardiseerde bouw. Vanuit kwaliteitsborging en certificering. En welke stappen zij nú al kunnen zetten, ter voorbereiding op de nieuwe wet.

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: dinsdag 11 oktober, 14.30 – 15.30 uur Wat: In de bouw draait het steeds meer om oplossingen. Daarbinnen speelt digitalisering een belangrijke rol. Zowel in de productie als in het engineering/ontwerpproces kan de bouw niet zonder digitalisering.

Geautomatiseerde productielijnen en digitaal aangestuurde fabrieken zijn geen uitzondering meer en zijn ook niet enkel voorbehouden aan de grote bouwers, maar ook inzetbaar en (financieel) haalbaar voor het MKB. Digitalisering leidt tot meer efficiëntie en minder bouwfouten. Ook de mogelijkheden met betrekking tot klantgericht produceren vormen een voordeel. In de engineerings- en ontwikkelfase is digitalisering een tool om efficiënter te werken, materiaalkeuzes vast te leggen en gegevens uit te wisselen.

In deze sessie komen beide aspecten rondom digitalisering ter sprake aan de hand van interessante praktische inzichten.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: dinsdag 11 oktober, 15.45 – 16.15 uur

Wat: Voor de derde keer reikt Platform PREFAB de Prefab Efficiency Award uit.

Organisaties die een product, systeem of methode ontwikkelden die slim en snel bouwen in de Nederlandse bouw- en in-

stallatiesector verder helpt of prefabricage in Nederland stimuleert konden zich inschrijven voor de Prefab Efficiency Award.

Tijdens de uitreiking presenteren de 3 finalisten hun inzending en reikt Platform PREFAB de award uit aan de winnaar.

Waar: Hal 2, Podium Industrie Wanneer: dinsdag 11 oktober, 11.30 – 13.00 uur Wat: In de huidige gas- en energiecrisis is het spaarzaam omgaan met energie van levensbelang voor bedrijven. Toch is nog lang niet alles uit de kast gehaald om processen en bedrijven maximaal energie-efficiënt te maken. Project 6-25 biedt het industriële groot- en middenbedrijf onafhankelijk advies en (financiële en technische) hulp bij het implementeren van maatregelen. Wil je op de hoogte zijn welke technieken betrouwbaar, maximaal energie-efficiënt en betaalbaar zijn? Kom dan naar dit event.

Waar: Hal 2, Podium Industrie Wanneer: dinsdag 11 oktober, 14.00 – 15.30 uur Wat: Flexibiliseren is het anticiperen op de extreme dynamiek in energie- en emissiekosten. Net als de marktprijs van aard-

gas is de elektriciteitsprijs sterk gestegen. Er is echter 1 groot verschil, de prijs van elektriciteit varieert sterk van uur tot uur, afhankelijk van de productie op het landelijke elektriciteitsnet met zon en wind. Daarvan kunnen bedrijven gebruik maken om hun elektriciteitskosten te verlagen. Een flexibele afname en/of flexibele productie zijn daarbij het toverwoord. Daar zijn mogelijkheden voor in het productieproces, bij de stoomproductie of met een E-boiler.

Waar: Carrouselbar, avenue Brabanthallen Wanneer: dinsdag 11 oktober, 14.00 – 16.00 uur Wat: www.industrialheatandpower.nl

Waar: Bosch Zaal, avenue Brabanthallen Wanneer: dinsdag 11 oktober, 15.00 – 17.00 uur Wat: www.industrialheatandpower.nl

Waar: Bosch Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 12 oktober, 08.00 – 10.00 uur

Wat: Meer info en aanmelden via www.tvvl.nl

gewacht en de markt schreeuwt erom. Voor een acceptabele prijs een betrouwbaar energieadvies.

Waar: Hertog Zaal, avenue Brabanthallen

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: woensdag 12 oktober, 10.30 – 11.00 uur

Wat: Onze huidige Nederlandse energie-infrastructuur zit aan haar limiet. We staan voor een grote opgave om onze infrastructuur die we in de afgelopen 75 jaar hebben opgebouwd te verdubbelen binnen 25 jaar. We weten dat de energievraag gaat verdubbelen en wellicht gaat verdrievoudigen. Hoe krijgen we balans in onze energie-infrastructuur en energie-aanbod? Wat zijn de logische stappen om te zetten? Welke technologische ontwikkelingen zijn te verwachten en welke rol speelt energieopslag in dit vraagstuk? Fabrikanten zullen deze oplossingen moeten gaan ontwikkelen en leveren. Hoe kijken zij hiernaar?

Wanneer: woensdag 12 oktober, 14:00 - 16:00 uur. Wat: De toenemende netcongestieproblemen zorgen ervoor dat ons elektriciteitsnet onder druk staat. De vraag is hoe we een stabiel energiesysteem kunnen creëren op de korte termijn om deze problemen te verhelpen maar ook een langetermijnoplossing vinden als we definitief stoppen met fossiele energie als buffer in ons energiesysteem. Energieopslag, in de vormen van elektriciteitsopslag, warmteopslag en moleculenopslag, biedt een tijdelijke en langetermijnoplossing voor deze uitdagingen. Tijdens de Energy Storage Day zullen leden van Energy Storage NL hun technologie en bijdrage aan een stabiel energiesysteem aan u toelichten. Daarnaast zullen we ook ingaan op de belangrijkste randvoorwaarden om energieopslag op de juiste manier in te zetten. Op de beursvloer in Hal 3 is tevens het Energy Storage NL Paviljoen te vinden.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: woensdag 12 oktober, 11.15 – 12.15 uur Wat: Op 12 mei 2022 zijn de eerste contouren van het vernieuwde maatwerkadvies onder NTA8800 gepresenteerd op het FeDEC congres in Woerden. Momenteel zijn we een stap verder, zijn er concept-ISSO publicaties uitgewerkt en wordt er hard gewerkt aan software en certificering. I.s.m. ISSO willen we dan ook graag de laatste inzichten delen en het inhoudelijke gesprek met de adviseurs aangaan.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: woensdag 12 oktober, 13.00 – 14.30 uur Wat: Wat is er al gedaan op dit gebied (waterstof bijmengen in aardgasnet)? Wat gebeurt nu en wat is het doel voor de komende jaren? Voor Stedin is dat o.a. de conversie van aardgas naar waterstof van een heel dorp in 2025, gebruikmakend van het bestaande aardgasnet. Een van de facetten is ‘waar moet waterstof naar gaan ruiken, welk luchtje voegen we toe opdat mensen waterstof met de neus kunnen waarnemen?’

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 12 oktober, 14.00 – 16.30 uur Wat: Per begin 2023 is het dan eindelijk zo ver: om de kwaliteit te waarborgen kunnen vakbekwame (gediplomeerde) energie adviseurs onbder certficiaat weer een maatwerkadvies opstellen. Nu conform de NTA8800. We hebben er lang op

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: woensdag 12 oktober, 13.00 – 14.00 uur

Wat: Elektrische auto’s hebben veel energie nodig, maar met slimme technieken en een goede analyse van laad- en rijgedrag kunnen zij het energienet juist ontlasten. Hoe werkt het in de praktijk?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: woensdag 12 oktober, 14.30 – 15.30 uur

Wat: De energietransitie van fossiele brandstoffen naar duurzame elektriciteit zal worden versneld door de komst van

e-trucks en e-bestelbussen; zware voertuigen met een hele specifieke energievraag. Door de opkomst van Zero Emissiezones in de steden en het grote aanbod van nieuwe e-trucks die op de markt gaan komen, zal de vraag en verkoop toenemen. Testen van zware batterijvoertuigen is dan van groot belang. Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer je zo’n zwaar apparaat aansluit op een laadpaal? Wat als je er drie tegelijk aansluit? Om de transitie ook voor zwaar vervoer zo soepel mogelijk te laten verlopen, richt het Testlab van ElaadNL zich nu ook op e-trucks. Wat leren de resultaten uit het Testlab ons nu al? Hoe zetten we (zwaar) transport zodanig in, dat ze het net niet verstoren?

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: woensdag 12 oktober, 11.00 – 12.00 uur

Wat: In een aantal gebieden in Nederlandse steden staan de leefbaarheid en veiligheid onder druk zo concludeert het Kabinet. Problemen op het gebied van onderwijs, armoede, gezondheid, werk, wonen en veiligheid stapelen zich op. Het kabinet probeert deze problematiek samen met lokale overheden, partners en bewoners aan te pakken. Met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid wordt er vanuit verschillende ministeries geïnvesteerd om de stapeling van problemen aan te pakken. Vanuit volkshuisvesting is er € 600,- miljoen beschikbaar om te zorgen voor betere volkshuisvesting.

Prefabricage, modulair- en conceptueel bouwen kan een rol spelen bij het versnellen van de wijkaanpak zoals die al decennia wordt ingezet sinds de tweede wereldoorlog. In deze sessie laten we de kansen zien en bekijken we ook de mogelijkheden in de relatie tussen de welstandscommissies en de prefab/conceptuele toepassingen die al jaren gespannen lijkt.

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: woensdag 12 oktober, 12.30 – 13.30 uur Wat: De programma’s om de bouw op te laten schalen tuimelen over elkaar heen. Lokale, regionale, provinciale en landelijke programma’s streven opschaling van de bouw na. Verschillende (financiële) prikkels worden ingezet om de bouw te bewegen om op te schalen. Bij de meeste van deze programma’s wordt ingezet op de rol van prefabricage, modulair en conceptueel bouwen. Tijdens deze sessie kijken we naar de verschillende programma’s en bespreken we de mogelijkheden voor de bouwers, aanbieders, toeleveranciers en opdrachtgevers.

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: woensdag 12 oktober, 14.00 – 15.00 uur Wat: Met het woningtekort, de immigratiegolf en het tekort

aan studentenwoningen ziet men in flexwonen een ideale oplossing. Zo ook het kabinet dat begin september aankondigde het bouwen van flexwoningen te gaan versnellen door een bouwstroom op gang te brengen.

De doelstellingen uit het programma Woningbouw zijn versneld en opgehoogd naar de realisatie van in totaal 37.500 flexwoningen in de periode 2022-2024. Welke kansen liggen er? Hoe gaan we voor de versnelling zorgen? En welke rol is er voor de bouwers/leveranciers?

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: woensdag 12 oktober, 15.15 – 16.15 uur Wat: Eén van de oplossingen voor het woningtekort is binnenstedelijk bouwen en transformeren. Zeker met het oog op de verstedelijking van Nederland. Steeds meer oplossingen zijn dan ook logischerwijs gericht op binnenstedelijk bouwen, denk daarbij bijvoorbeeld aan optoppen, maar ook aan prefab toepassingen zoals kant-en-klare badkamers en wanden om panden snel te kunnen transformeren. Binnenstedelijk bouwen en transformeren brengt echter ook uitdagingen met zich mee waaronder vergunningstrajecten, logistiek en het bouwen op de postzegel. Hoe kunnen we deze uitdagingen aangaan? En welke oplossingen liggen voor het oprapen?

Waar: Carrouselbar, avenue Brabanthallen Wanneer: woensdag 12 oktober, 15.30 – 17.00 uur Wat: We zien het nog steeds veel te vaak; papieren tekeningen die gebruikt worden in de productie maar ook op de bouwplaats. Op zich werkt dat, maar het is veel handiger om iets te hebben wat eigenlijk altijd up-to-date is, waar je altijd bij kunt en wat een keurig nette kwaliteit heeft op het niveau van je tablet. En waarbij je goed voorbereid bent op de Wet kwaliteitsBorging (WkB). Tijdens deze sessie laten we u kennis maken met de BIM4Production Elementen App.

Waar: Bosch Zaal, avenue Brabanthallen Wanneer: woensdag 12 oktober, 08.00 – 12.00 uur Wat: Besloten bijeenkomst

Waar: Hal 2, Podium Industrie Wanneer: woensdag 12 oktober, 10.30 – 12.00 uur Wat: In industriële processen gaat veel meer energie verloren dan in gebouwen. Dat komt omdat bedrijven vaak kiezen voor een relatief laag isolatieniveau. Bijvoorbeeld omdat ze de isolatiespecificatie baseren op veiligheidseisen in plaats van energiebesparing. In bestaande isolatiesystemen treedt onnodig energieverlies ook op door slechte isolatie of niet-geisoleerde onderdelen. Met een keuze voor de meest optimale isolatiedikte/-prestatie en regelmatig onderhoud zijn de energieverliezen sterk te beperken. Grote verbruikers krijgen een wettelijke onderzoeksplicht voor energiebesparende maatregelen. Doelmatig beheer en onderhoud, ook voor isolatie, is verplicht.

u als bedrijf van ambitie tot realisatie? Het verduurzamen van uw bedrijf is een ingewikkelde opgave die omgeven is met vele onzekerheden en wordt beïnvloed door onder meer investeringsmogelijkheden, terugverdientijden en beschikbare energiebronnen. Reden voor de partners van het platform Verduurzaming Industrie om u bij te praten over de elektrificatie mogelijkheden voor de industrie en op weg te helpen om elektrificatie plannen daadwerkelijk van de grond te krijgen. Sprekers uit de industrie delen hun ervaringen en uitdagingen aan de hand van een praktijkcase. Na afloop is het mogelijk om verder te praten in de stand van platform Verduurzaming Industrie met partners VEMW, FedEC, NVDE en RVO.

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen Wanneer: woensdag 12 oktober, 12.00 – 14.00 uur Wat: De verduurzamingsdoelstellingen van Europa, Nederland en bedrijven worden steeds ambitieuzer. Maar hoe komt

Wanneer: woensdag 12 oktober, 14.00 – 15.30 uur Wat: Een groot aandeel van het energieverbruik in de industrie gaat naar de opwekking van warmte. Besparing op energiekosten en het reduceren van uitstoot, zowel CO2 als NOX, is een zoektocht die bij veel industriële bedrijven speelt. In dit programmaonderdeel nemen ervaringsdeskundigen uit de voedingsmiddelenindustrie u mee in hun zoektocht en realisatie van ambitieuze CO2-doelstellingen en energiebesparing. Hierbij gaan ze in op de rol van energie roadmaps, subsidies, vergunningen en technische innovatie. Kortom genoeg inspiratie voor beslissers om ook aan de slag te gaan!

Waar: Bosch Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 13 oktober, 08.00 – 10.00 uur

Wat: In Nederland staan we voor een gigantische opgave; de energietransitie. Energiebesparing in bestaande bouw is hier een groot onderdeel van. De energiezuinigheid van een gebouw kan je toetsen met het energielabel. Maar dat zegt alleen iets over de theoretische energiebesparing van de isolatie en installaties in het gebouw. De WEii (werkelijke energie intensiteit indicator) toont wat het werkelijke energieverbruik van een gebouw en de gebruiker is. Een slimme manier om beide methodes te combineren is het EnergieKompas. Een verduurzamingsinstrument dat voor gebouweigenaren en gebruikers inzichtelijk maakt welke acties zij het beste kunnen nemen. Regelgeving blijft ervoor zorgen dat je continu moet verbeteren. En om aan het Klimaatakkoord te voldoen en de kosten beheersbaar te houden moet je energiezuiniger worden. Het EnergieKompas toont de juiste route naar Paris Proof. In een paar stappen weet je waar je staat en waar je naartoe moet. Meer info en aanmelden via www.tvvl.nl

Wanneer: donderdag 13 oktober, 10.30 – 11.30 uur

Wat: Bijna 30 procent van de kantoren voldoet niet aan energielabelplicht. Vanaf 1 januari 2023 is voor kantoorgebouwen in Nederland minimaal energielabel C verplicht. Eigenaren van panden die daar niet aan voldoen riskeren dwangsommen of in het uiterste geval sluiting. Veel vastgoedeigenaren moeten hun pand nog laten labelen. Hiermee gewacht tot het laatste moment? Dat laatste moment is nu aangebroken!

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: donderdag 13 oktober, 11.30 – 12.30 uur

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wat: Bedrijventerreinen spelen een sleutelrol in een toekomstbestendig Nederland. Bedrijventerreinen hebben een enorm onbenut potentieel als het gaat over energie, ruimte en klimaat. De verduurzaming van bedrijventerreinen levert een grote bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen. Maar dat moeten we samen doen. In dit programma bekijken we de verduurzaming van bedrijventerreinen vanuit 3 invalshoeken: het duurzaam verwarmen en koelen van een bedrijfsgebouw; het opwekken van energie; en vanuit de mobiliteit. En sluiten we af met een bedrijventerrein aan het woord: waar loop je tegenaan? En wat is nodig?

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 13 oktober, 13.00 – 14.00 uur

Wat: Defensie is een energie-intensieve organisatie met kampementen, schepen, vliegtuigen, rups- & wielvoertuigen. Daarbij opereert Defensie wereldwijd onder sterk wisselende klimatologische en terrein omstandigheden. Dit vraagt veel van mens en machine, ook qua energiegebruik. Nieuwe (duurzame) energie technologieën bieden kansen om de gevechtskracht- en het voortzettingsvermogen te vergroten en leidt daarnaast tot een duurzamere Defensie. De Landmacht werkt actief samen met kennisinstituten en bedrijven om te leren en experimenteren wat er allemaal al kan en hoe veelbelovende oplossingen geschikt te maken zijn voor militair gebruik.

*Aanmelding studenten kan via het aanmeldformulier op Vakbeurs Energie, tot een max. van 500 studenten. Er wordt voorrang gegeven aan eindejaarsstudenten.

Waar: Hal 3, Podium Energie Wanneer: donderdag 13 oktober, 13.00 – 14.30 uur Wat: zie www.vakbeursenergie.nl

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: donderdag 13 oktober, 14.45 – 16.30 uur Wat: Tijdens deze sessie stellen de deelnemende start-ups aan Vakbeurs Energie en Zero Emission | Ecomobiel zich voor, tijdens hun 5 minute-pitch! Met welke innovatieve producten en diensten helpen zij de energietransitie versnellen? Laat u inspireren door deze jonge ondernemingen, en wellicht ziet u kansen om met hun de versnelling verder invulling te geven. Vanuit samenwerking, investering, of door zichtbaarheid in uw netwerk.

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 13 oktober, 10.30 – 12.30 uur

Wat: HNCP organiseert een interactieve workshop voor vervoerders en verladers. Daarin komt één deskundige die gelooft in batterij-elektrisch en één die gelooft in waterstof zodat het publiek beide verhalen hoort. Experts belichten allerlei aspecten: voertuigen, chauffeurstraining, ritprofielen, energiebehoefte, wheel-to-wheel energieprofielen, infra, eigen opwek en integrale kostenplaatjes. Welke ritpatronen in mijn bedrijf zijn te elektrificeren met batterijen of met waterstof? Welke Zero-Emissie voertuigen passen in deze ritpatronen? Zijn die voertuigen al te koop? Hoe en waar kan ik laden? Wat moet ik daarvoor regelen? Hoe kan ik het beste de energie organiseren? Hoe betaalbaar is de overstap naar Zero-Emissie?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 13 oktober, 13.00 – 14.00 uur

Wat: Zowel netbeheerders als de service-, bouw- en instal-

latiesector dragen bij aan de verduurzaming van Nederland. Door plaatsing, installatie en bouw van duurzame producten, door advisering over hoe e.e.a. beter kan worden ingeregeld én door verduurzaming van de eigen organisatie. Hoe pakken ervaringsdeskundigen dit aan? Wat komt er kijken bij implementatie van nieuwe technieken? Hoe verduurzamen netbeheerders, installateurs en servicemonteurs hun eigen transport en logistiek?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 13 oktober, 14.30 – 15.30 uur Wat: De auto als batterij voor je zonnepanelen, of voor ongebruikte duurzame energie. Kan dat al en waar kun je die energie weer voor gebruiken? In deze sessie kijken wij naar wat er kan, wat er gaat gebeuren en wat er allemaal nodig is om op een slimme manier met duurzame energie en elektrische voertuigen om te gaan. Wat is het verschil tussen V2G en V2X? Hoe ver zijn we nu werkelijk met het terug leveren vanuit het voertuig aan het net; het balanceren van het net; en het gebruiken van het voertuig als opslagmedium voor elektriciteit.

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: donderdag 13 oktober, 11.00 – 12.00 uur

Wat: De opgave is 100.000 nieuwe woningen per jaar. Met 70.000 in 2020 en 69.000 in 2021 heeft bouwend Nederland de afgelopen jaren de doelstelling niet gehaald. De consequentie is dat we jaarlijks niet alleen de opgave moeten halen, maar ook een jarenlange achterstand moeten inhalen. Een aantal aspecten zoals vergunningstrajecten, nutsvoorzieningen en de beschikbaarheid van materialen zorgen voor een vertragende werking, maar duidelijk is dat prefabricage de snelheid binnen de bouwkolom aanzienlijk kan verhogen. Met een garantie op kwaliteit én prijs. Welke stappen kunnen we samen zetten voor de toekomstige en toekomstbestendige woningbouwopgaven? Wie neemt de regie? En hoe gaan we de uitdagingen aan?

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: donderdag 13 oktober, 12.30 – 13.30 uur

Wat: De renovatie- en verduurzamingsopgaven zijn enorm in de gebouwde omgeving. Alle woningen in 2050 CO2-neutraal én bestaande kantoren in 2023 verplicht naar minimaal energielabel C. Een grootse uitdaging die zich richt op miljoenen objecten. Prefabricage en modulariteit is het antwoord om de doelstellingen te behalen en te komen tot versnelling, standaardisatie en opschaling. Aspecten die noodzakelijk zijn gezien de opgaven.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: donderdag 13 oktober, 14.00 – 15.00 uur

Wat: Op een andere manier bouwen vergt ook een andere manier van opdrachtgeverschap. Met een enorme nieuwbouw- en renovatieopgave zijn corporaties daarin wellicht het

sturende mechanisme.

Welke rol spelen opdrachtgevers in het nieuwe bouwen? Hoe kan er in de aanbesteding al gestuurd worden op aspecten zoals bouwsnelheid, kwaliteit en duurzaamheid?

Wat: In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Logisch, gezien het tekort aan handjes en de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Qua kosten, kwaliteit en digitalisering is nog een wereld te winnen en industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en prefabricage spelen daarbij een belangrijke rol. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk.

Een sessie speciaal voor studenten over de huidige status en kansen van prefabricage in de bouw.

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: donderdag 13 oktober, 11.00 – 12.30 uur Wat: Elektrificatie is één van de mogelijke transitiepaden om tot een duurzame energievoorziening te komen, CO2-neutraal te produceren en onafhankelijk te zijn van Russisch of Gronings gas. De mogelijkheden om dit te doen hangen af van de in uw bedrijf aanwezige processen en installaties. Vaak is er meer mogelijk en noodzakelijk dan enkel gas vervangen door elektriciteit. Twee am bitieuze managers nemen u mee in het proces dat ze doorlopen hebben om de productie in hun organisatie te elektrificeren.

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: donderdag 13 oktober, 15.00 – 16.30 uur Wat: Reductie van de energievraag en de inzet van hernieuwbare bronnen vormen belangrijke ingrediënten om de afgesproken emissiereductiedoelen te kunnen bereiken. Waterstof vervult daarbij naast energiedrager ook een rol als grondstof voor de industrie bij de synthese van chemische producten en materialen. Waterstof heeft daarnaast de potentie om een belangrijke rol te spelen in de systeemintegratie tussen gas en elektriciteit, tussen moleculen en elektronen.

Waar: Hal 1, Podium Prefab Wanneer: donderdag 13 oktober, 15.15 – 16.15 uur

Handelsstraat 19, 8630 Veurne, België

Tel. +32 (0)58 330033

info@duco.eu - www.duco.eu

DUCO Ventilation & Sun Control zet gezondheid en de bewoner in al zijn ontwikkelingen op vlak van ventilatie- en zonweringsystemen centraal, steeds met een knipoog naar optimaal bewonerscomfort en maximale energie-efficiëntie.

Sinds de oprichting in 1991 is DUCO uitgegroeid tot een toonaangevende speler op de Europese markt van slimme ventilatie- en zonweringsystemen. Voor elke situatie heeft DUCO de oplossing in huis: natuurlijke ventilatieroosters voor het kozijn of de gevel, ventilatieboxen voor systeem C en D, dakventilatoren én ook buitenzonwering. Ontdek de slimme oplossingen van DUCO in hal 3.

wonen - volgens de klimaateisen van morgen - vandaag al mogelijk. Reeds in 2002 bracht Itho Daalderop zelf ontwikkelde en geproduceerde grondgebonden water/water warmtepompen op de markt en is sindsdien in de nieuwbouw hiermee marktleider. Inmiddels worden vele duizenden hiervan real time gemonitord. Naast deze warmtepompen levert Itho Daalderop ook innovatieve lucht/water warmtepompen, zowel met als zonder buitendeel. In totaal werken er bij Itho Daalderop meer dan 450 medewerkers.

Opgericht in 1924 | 4.000 medewerkers wereldwijd | levert warmtepompen sinds 1976

Adm. De Ruyterstraat 2 3115 HB Schiedam Tel. +31(0)88 427 5500 info@ithodaalderop.nl www.ithodaalderop.nl

Met haar innovatieve producten en systemen (warmtepompen, ventilatie, boilers, regeltechniek) zorgt Itho Daalderop voor een comfortabel, gezond en energiezuinig binnenklimaat. Het bedrijf maakt energieneutraal

Daviottenweg 36 5222 BH ’s-Hertogenbosch Tel. +31 (0)73 623 0000 info@stiebel-eltron.nl

STIEBEL ELTRON biedt duurzame totaaloplossingen voor verwarming, ventilatie en warm water. Voor eindklanten betekent onze oplossing comfort, gezonde ventilatie en lagere energiekosten. Voor installateurs betekent het een duurzame, kosteneffectieve, installatievriendelijke en onderhoudsarme oplossing aan te kunnen bieden. Uiteraard biedt STIEBEL ELTRON ondersteuning tijdens het gehele proces. Ook na de installatie bieden wij ondersteuning op het gebied van kennis en service. STIEBEL ELTRON biedt zorgeloos comfort voor eindklanten en installateurs door de perfecte warmtepompoplossing voor nieuwbouw en renovatie (zowel hybride als all-electric).

Blauwe Engel 1 8265 NL Kampen

Tel. +31(0)38 333 50 86

Info-nl@wolf.eu

WOLF Energiesystemen is een systeemaanbieder van energiebesparende klimaatoplossingen. De energiebesparende concepten bieden een oplossing op het gebied van luchtbehandeling, ventilatie, verwarming en koeling. Met onze toepassingen in luchtbehandeling zijn wij marktleider in Europa. WOLF produceert ruim 20.000 luchtbehandelingskasten per jaar. In het begin van de jaren ‘80 is de onderneming toegetreden tot de verwarmingsmarkt. WOLF biedt hierin een breed assortiment aan van onder andere warmtepompen, zonnecollectoren en warmtepompboilers. Door toepassing van de modernste regelcomponenten wordt een optimale energiebenutting en efficiëntie gewaarborgd. Wij blijven innoveren en ontwikkelen met een focus op duurzaamheid, energieverbruik, hygiene, levensduur, onderhoudsgemak en Total Cost of Ownership.

- benut

uit de bodem

Itho Daalderop warmtepompen; alles in huis voor een duurzaam thuis Nieuwbouw

Projectmatig

De best presterende bodemwarmtepomp van Nederland. Door de bodemenergie is voor het verwarmen én koelen van de woning zeer weinig energie nodig. Er zijn verschillende hoogwaardige voorraadvaten beschikbaar voor elke warmwaterbehoefte.

HP-S - benut energie uit de buitenlucht

Nieuwbouw

Renovatie Renovatie

Projectmatig

Particulier

Deze warmtepomp kan de woning zowel verwarmen als koelen. Met een prachtig design, een fluisterstille werking en hoog rendement, kan deze warmtepomp zowel hybride als all-electric opgesteld worden. Er zijn verschillende hoogwaardige voorraadvaten beschikbaar voor elke warmwaterbehoefte.

Vincent - de nieuwe naam in warmtepompen

Renovatie

Projectmatig

Particulier

Tijdens de Vakbeurs Energie van 11 t/m 13 oktober in de Brabanthallen laten we u graag kennismaken met Vincent, onze nieuwste lucht/water warmtepomp die uit alleen een binnendeel bestaat. Deze warmtepomp is ideaal voor zowel de nieuwbouw als de bestaande bouw. Waarom dat zo is, vertellen we u graag op onze stand B076 in hal 3 !

www.ithodaalderop.nl 22_0163 | ID 19-09-2022
WPU 5G
energie
Nieuwbouw

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.