21 minute read
12
from KlusVisie 7-2019
by BDUmedia
strakker voegen ONTSPANNEN
Strakker kunnen voegen, met bijna elke tegel. Nooit meer last hebben van
verbrande of verkleurde voegen. En ook ontspannen deze klus kunnen uitvoeren. Dat belooft Ardex met het voegcement G10. Dit willen we met eigen ogen zien en met eigen handen voelen, in de KlusVisie-werkplaats.
Door: Ton Beijk & Jaap van Rijn
Wellicht is het productbericht over Ardex G10 in KlusVisie 6 je opgevallen. En dacht je: daar wil ik meer over weten. Wij in ieder geval wel. Want de claims van Ardex zijn stevig. Kloppen ze, dan kunnen we een voegklus vanaf nu een stuk relaxter uitvoeren. Dus gaan we na een stevige instructie van Ardex in de werkplaats aan de slag met G10. Eerst nog een huishoudelijke mededeling: ook de (ver)bouw moet duurzamer gaan werken. Aan Ardex G10 is de EC1Plus-codering van het Duitse Emicode toegekend. Die codering geeft aan dat het voegcement op de belangrijkste milieuaspecten minder milieubelastend is dan vergelijkbare producten zonder dit keurmerk. G10 wordt volgens die norm emissiearm geproduceerd. Dat is alvast winst.
Zuigende scherf Wij verwerken tot nu toe zelden producten van Ardex in de badkamer. Omdat we nu eenmaal gewend zijn aan andere producten die prima bevallen. Dus zijn we nieuwsgierig of G10 ons op andere gedachten kan brengen. Ardex geeft aan dat G10 zich onder meer onderscheidt met een snelle verwerking. En een relatief lange opentijd na het aanmaken. Het voegcement is inzetbaar bij voegen van maximaal 10 mm tussen zo’n beetje alle denkbare kleine en grote tegels voor wand en vloer, binnen en buiten. We zouden met het product geen risico lopen op verbranding van de voeg. Denk aan tegels met een sterk wateropzuigende scherf. Ook moet de voeg kleurvast zijn, wat zichtbaar zou worden bij het sponzen. Klinkt allemaal veelbelovend. Maar eerst zien en dan geloven. We nemen de spons op!
Kristallisatie Eerst mengen we 5 kilogram basaltkleurig G10 met 1,7 liter water . De donkere kleur steekt goed af op witte tegels, zodat we kunnen zien wat er gebeurt. We laten het voegcement zo’n 2 minuten rijpen. Het product bevat Ardurapid, een al veertig jaar meegaand recept van Ardex. Het voegcement kan met deze toevoeging maximaal 100 procent van het aanmaakwater
binden, het zet water om in kristallen. Het aanmaakwater wordt dus helemaal gebruikt bij de kristallisatie en voor het verharden. Een zuigende tegelscherf zal het vocht langzamer onttrekken dan bij ander voegcement, zo belooft Ardex. Na de 2 minuten rijptijd is het cement nog relatief stug. We mixen vervolgens kort en krachtig tot een mooie glans ontstaat. De mortel wordt voelbaar lekker smeuïg. De afbindtijd bedraagt vanaf dit moment 30 minuten.
Budgettegels De budgettegeltjes die we gaan voegen zullen behoorlijk veel vocht uit een voegcement willen onttrekken waardoor ➝
deze onvoldoende zou afbinden. Daar moeten we met G10 geen last van moeten hebben. We brengen de voegmortel met een voegspaan aan in de voegen. Het eerste wat opvalt: deze pasta-achtige mortel bevat weinig zand en laat zich lekker gladjes verwerken . Wat heet: zelden met zo’n lekker verwerkbare voegcement gewerkt. G10 heeft ook een waarneembaar hoog vullend vermogen. Zand is doorgaans nodig om de spanning af te kunnen bouwen, maar bij G10 is dit blijkbaar niet nodig. Deze voeg bevat geen duidelijke grove zandkorrels, het is zeer fijn van structuur. Het cement droogt op de spaan zichtbaar niet in . Dit voorkomt dat we
ongewild droog materiaal in de voeg krijgen. De al eerder genoemde Ardurapid houdt het water zichtbaar in het voegcement, dit is met het blote oog waar te nemen. We volgen het advies op om niet te strak en lekker vol te voegen. Er mogen gerust opbollende rupsen ontstaan, de voeg klinkt niet in. Dat lossen we dan later op met het sponzen.
Langer wachten Menig vakman wordt zenuwachtig – wij ook – bij het opdrogen van de voegmortel op het tegelwerk. We hebben wel eens rafelige stukjes langs een voeg, omdat we dan blijkbaar net iets te lang hebben gewacht. Dus werk je bijvoorkeur snel door en in etappes, mede vanwege het sponzen. Met G10 zou je meer de tijd hebben. We wachten dan ook 15 minuten, dit is tenslotte ook een testje, zodat het materiaal goed kan aantrekken. En dan gaan we sponzen. Bij gekleurd cement heb je met deze aanpak een kans dat pigmenten vrij komen. Bij G10 is dat niet het geval . Want volgens Ardex is het voegcement nu zo stabiel dat we geen pigmenten kunnen uitspoelen. Het cement laat zich goed van de tegels halen. En met een uitgeknepen spons zijn we in staat strak werk te realiseren dat past bij de matige kwaliteit van de tegels. Voor een mooi voegbeeld lopen we het tegelwerk na met de vochtige spons .
Reactiveren Tijdens de klus kijken we met enige zorg naar het cement in de emmer. Die is zichtbaar aan het uitharden . Dat willen we niet. Maar daarover hoeven we ons niet
druk te maken. Want Ardex presenteert een truc: het reactiveren van het cement. We kunnen het cement weer lekker soepel mixen, zoals in de beginsituatie, de glans komt terug . Je kunt dit wellicht ook bij een ander voegcement doen, maar dan zal het cement daarna veel sneller gaan afbinden, net als de andere voegproducten van Ardex. Dus moet je normaal nog sneller gaan voegen. Bij G10 niet, je creëert gewoon weer een soepel verwerkbaar materiaal. Bij G10 ‘hangt’ het vrije water aan de buitenkant van de kristallen, zo krijgen we van Ardex te horen. Tijdens het mixen komt dat water als het ware weer los. Dankzij deze eigenschap gooien we minder voegcement weg, da’s fijn milieuvriendelijk werken. De kristallen vormen zich onomkeerbaar na die 30 minuten, daarna valt er niets meer te mixen.
60 minuten werktijd Bij keiharde antislip-vloertegels gaan we de grenzen opzoeken. We brengen het voegcement aan en wachten 45 minuten. Dat moet kunnen met G10 want deze tegels nemen nauwelijks water op. Laten we eerlijk zijn, we wachten vaak niet met het sponzen, want we vrezen dat we de sluier er anders niet of alleen met veel inspanning vanaf krijgen . Met G10 kunnen we wel lang wachten, een behoorlijk verbijsterende ervaring. Want dit betekent dat we vanaf nu veel relaxter zo’n voegklus kunnen uitvoeren. Tijdens het drogen zien we dat het cement niet inklinkt, een paar voegen blijven zelfs bol staan. We sponzen pas als het cement in de voeg niet meer afgeeft, wat we met een vinger testen . Na 15 minuten geeft de voeg bij de zuigende budgettegels niet meer af en bij de nietzuigende vloertegels na 30 minuten nog wel , .
Nooit te oud We halen na 45 minuten de spons over het vloertje en met de vinger constateren we dat de sluier helemaal is weggenomen. Dankzij het zandarme cement, dat de kans op krasvorming minimaliseert, zien de voegen bij beide tegelsoorten er mooi strak uit . De witte tegels lopen we nog na met een doek en concluderen ondertussen dat je nooit te oud bent om een nieuw product te accepteren . De bruto adviesprijs bedraagt 15 euro per emmer tot maximaal 20 euro per emmer van 5 kg. De prijs is afhankelijk van de gekozen kleur.
Ardex levert een voegenbox met voegstalen en bijpassende kitkleuren zijn ook aanwezig
Zat vrouwen willen mannen met rechterhanden Goed nieuws voor de vakman. Want dertig procent van de Nederlandse vrouwen heeft weinig op met mannen met een hoog inkomen en twee linkerhanden. Dit blijkt uit een onderzoek van Offerteadviseur onder 1022 Nederlanders. Vooral vrouwen uit Flevoland en Zeeland
vinden de handigheid van hun partner in de meeste gevallen belangrijker dan de hoogte van het salaris.
Luxe keukens tegen wil en dank?
Veel consumenten zeggen dat zij vooral kiezen voor efficiëntie in plaats van luxe. Maar toch halen ze ondertussen luxere keukens met innovatieve functies in huis.
Dit blijkt uit de Keuken Monitor van USP. Het aantal consumenten dat geïnteresseerd is in een smart kitchen stijgt, maar het aandeel van deze keuken in het totaal aantal verkochte keukens blijft onder de 25 procent. Zes op de tien consumenten vindt kwaliteit belangrijker dan prijs. En bijna driekwart van de consumenten geeft aan liever over inbouwapparaten dan vrijstaande apparaten te beschikken. Overigens is Nederland koploper in het gebruik van smartproducten in vergelijking met andere Europese landen. Naar verwachting zal het gebruik van de slimme apparaten toenemen. Denk aan een koelkast die waarschuwt wanneer voedsel op dreigt te raken. Of een fornuis dat meedenkt als een chefkok en een vaatwasser die zijn energie en watergebruik kan aanpassen aan de hoeveelheid vaat.
De Offerteadviseur is een organisatie die met de offerte tussen de potentiële klant en vakmensen gaat staan.
Klanten kiezen een offertemodule en vullen een formulier met een beschrijving van een klus. De klant kan informatie vinden op de kostenpagina’s en bij verbouwcalculators. Ook biedt de site checklists en tips.
De Offerteadviseur deed ook onderzoek naar verduurzaming bij huiseigenaren.
Maar liefst 63 procent van de Nederlandse huizenbezitters denkt serieus na over het verduurzamen van de woning. Voor bijna zes op de tien ondervraagden zijn financiële overwegingen de voornaamste reden om de woning te vergroenen. Uit het onderzoek blijkt dat vooral veertigers deze of een andere duurzame oplossing overwegen. Het overgrote deel van de mensen waarmee de onderzoekers spraken, geeft aan twijfels te hebben over de financiële haalbaarheid van een verduurzaming van de woning. 72 procent denkt dat dit voor de gemiddelde consument niet te betalen is. Onder jongeren tot dertig jaar bedraagt dit percentage 59 procent.
Meer informatie: www.offerteadviseur.nl
een hoog inkomen en twee linkerhanden
Stikstofbeleid zet werk op de tocht
De komende vijf jaar staan voor 14 miljard euro aan bouwprojecten op losse schroeven. Dat is het gevolg van de uitspraak van de Raad van State over de
beperking van stikstofuitstoot. De financiële raming komt uit de koker van onderzoekers van ABN Amro. Tot en met 2023 is voor minimaal jaarlijks 1 miljard euro aan nieuwe woningen onzeker geworden. Het is al lange tijd bekend dat er stikstof vrijkomt bij de bouw en het gebruik van wegen en gebouwen. Sinds de hoogste bestuursrechter beperkingen heeft opgelegd, wordt de bouwsector direct geraakt. Voor alle toekomstige projecten waar het algemeen belang niet duidelijk aan te tonen is, moet worden gevreesd. Alle bouwprojecten die stikstof uitstoten, moeten vanaf nu aantonen dat zij geen significant effect hebben op 118 van de ruim 160 Natura 2000-gebieden in Nederland. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de werkgelegenheid. Zo’n vooral 70.000 ingehuurde zelfstandigen in de bouw staat een onzekere toekomst te wachten.
Keurmerk Kwaliteitsvakman trekt klanten die kwaliteit zoeken
EEN OPDRACHT KRIJGEN OMDAT JE KUNT LATEN ZIEN DAT JE KWALITEIT BIEDT. KLANTEN TREKKEN DIE NIET UIT ZIJN OP EEN KOOPJE MAAR KWALITEIT WILLEN EN BEREID ZIJN DAARVOOR TE BETALEN. DAT IS VOOR WIM DE VINK DE ESSENTIE VAN HET KEURMERK KWALITEITSVAKMAN; EEN KEURMERK VOOR ZZP’ERS IN DE BOUW, OPGERICHT DOOR ZZP’ERS IN DE BOUW.
Wim de Vink renoveert keukens en is al jaren zzp’er. Hij was een van de eersten die zich houder van het Keurmerk Kwaliteitsvakman mocht noemen en sinds kort is hij ook contactpersoon van het keurmerk. “Het keurmerk is zo’n negen jaar geleden opgericht door zzp’ers die een klussensite wilden waar het niet om de laagste prijs draaide maar om vakmanschap”, zegt De Vink. “In die tijd hadden veel zzp’ers het zwaar. Zij boden – gestimuleerd door al bestaande klussensites – tegen elkaar op om opdrachten tegen de laagste prijs binnen te halen. Een vakman kon zo nauwelijks nog een fatsoenlijke snee brood verdienen. Sommige biedingen zaten zelfs onder de materiaalprijs. En als opdrachtgever kun je dan toch geen fatsoenlijke verbouwing meer verwachten?” De situatie is nu gelukkig heel anders. Veel zzp’ers zitten voor maanden vol. Maar het Keurmerk kwaliteitsvakman voorziet nog steeds in een behoefte, vindt De Vink. “Ik heb destijds het keurmerk aangevraagd om me te kunnen onderscheiden. Om te kunnen laten zien dat ik een vakman ben die service biedt. Om te kunnen laten zien dat mensen van mij op aan kunnen. En dat geldt nog steeds. Met het keurmerk trek
Met het keurmerk trek je klanten, klanten die gaan voor kwaliteit en vakmanschap waarderen, klanten die uitdagende klussen hebben
je klanten, klanten die gaan voor kwaliteit en vakmanschap waarderen, klanten die uitdagende klussen hebben.”
MOND-TOT-MONDRECLAME
Nog steeds is mond-tot-mondreclame belangrijk voor het binnenhalen van nieuwe klanten en opdrachten. Particulieren die een dakkapel willen, hun huis willen laten schilderen, een aanbouw willen etc. vragen vaak aan vrienden en bekenden of zij een goede vakman weten. Veel mensen zoeken ook op internet naar klantbeoordelingen. Het Keurmerk Kwaliteitsvakman biedt de consument extra houvast. Want een zzp’ er met het keurmerk is een echte vakman, komt afspraken na, is betrouwbaar en klantvriendelijk. Daar staat het keurmerk voor. Op de site van het keurmerk – kwaliteitsvakman.nl - kan de consument gericht op zoek naar de juiste vakman bij hem of haar in de buurt.
EIGEN PAGINA
Elke keurmerkhouder heeft een eigen plekje op die site. Daar kan hij zich voorstellen, foto’s plaatsen van zijn werk, eventueel een eigen filmpje. En heel belangrijk: op de site komen ook de klantbeoordelingen. Op de pagina staat ook het telefoonnummer, email-adres en eventueel de eigen website van de keurmerkhouder vermeld. De klant kan zo rechtstreeks contact zoeken en een offerte aanvragen. Het keurmerk zorgt voor promotiemateriaal en biedt de keurmerkhouder telefonische ondersteuning.
OOK KEURMERKHOUDER WORDEN?
Een keurmerkhouder moet in ieder geval aan een zelfstandig vakman/vakvrouw zijn en beschikken over 5 jaar werkervaring als werknemer of zelfstandige, of een relevant vakdiploma hebben en 2 jaar werkervaring.
Meer weten? Vraag dan informatie aan via een mailtje aan info@keurmerkkwaliteitsvakman of bel 0348 349009.
ONNO VAN BEEMDELUST UIT UITHOORN IS EEN ECHTE ZZP’ER HIJ WERKT HET LIEFST ALLEEN EN DOET ALLES ZELF. OF LIEVER: BIJNA ALLES. “STUCWERK BESTEED IK UIT EN ALS ER EEN GROTE ELEKTRISCHE INSTALLATIE GEPLAATST MOET WORDEN DAN NEEM IK EEN ERKEND INSTALLATIEBEDRIJF IN DE ARM.”
Toch is hij eigenlijk een beetje bij toeval zzp’er in de bouw geworden. ”Ik heb 32 jaar bij KPN gewerkt, als monteur. Bij de zoveelste reorganisatie raakte ik mijn baan kwijt. Ik was 48 en moest weer solliciteren. In de tijd dat ik zonder werk zat, was mijn zoon betrokken bij de sportschool hier. Daar moest worden verbouwd. Ik had altijd al thuis en bij vrienden en kennissen geklust. Dus hij zei: ‘pa, je hebt toch tijd’ en ik ging helpen. Ik heb er van alles gedaan.” En hij vond het leuk. Zo leuk dat hij het solliciteren liet voor wat het was en besloot een heel nieuwe weg in te slaan. In 2005 richtte hij zijn eigen bedrijf op: OnderhoudKlus- & Renovatie Bedrijf OVB Services. Nooit spijt van gehad. “Mijn eerste betaalde opdracht was bij een kennis, een badkamer verbouwen. En via mond-tot-mondreclame begon het te lopen.” Inmiddels is hij een allround vakman. Een nieuwe badkamer, een andere keuken, dakkapellen plaatsen, maar ook een tuinhek neerzetten of laminaat leggen: hij doet het allemaal. Hij werkt veel voor particulieren maar verricht ook werkzaamheden voor de gemeente Uithoorn, zowel bij de sporthal als een scholencomplex. “Ik doe het liefst alles zelf. Als je met iemand samenwerkt, moet je er goed mee overweg kunnen. Dat weet je niet van tevoren.” Bij grote klussen maakt hij wel een uitzondering. “Die doe ik samen met een gepensioneerde zzp’er. Vroeger heb ik veel met hem samengewerkt. Hij is nu 72 en wil af en toe nog wat bijklussen.”
KEURMERK
Sinds een jaar of vier/vijf is Van Beemdelust Keurmerk Kwaliteitsvakman. “Ik zag een advertentie van het keurmerk en het leek me wel wat. Ik voldeed aan de eisen en heb me erbij aangesloten. Om klanten te trekken”, vertelt hij. Met een keurmerkhouder
weten klanten zeker dat ze een vakman in huis halen. Een keurmerkhouder biedt bovendien een jaar garantie op het geleverde werk. Ook dat is voor (potentiele) klanten interessant. “Of het werkt? Ik denk het wel maar eerlijk gezegd hou ik niet echt bij hoe mensen bij mij terecht komen. Maar laatst had ik iemand die het logo van het keurmerk op mijn bus had zien staan. Bij hem heb ik de badkamer gerenoveerd.”
MEEDENKEN
Een goede vakman is niet alleen uitvoerder maar denkt ook mee. Klanten kunnen zich niet goed een voorstelling maken van het eindresultaat, is de ervaring van Van Beemdelust. “Een voorbeeld: ik heb laatst een zolder verbouwd. Een architect had de bouwtekening gemaakt en een wandje ingetekend. Maar dat kwam vlak achter een dakspant. Die architect was niet op de zolder geweest maar ik zie meteen dat dat niet mooi wordt.” Om te weten wat een klant echt wil, moet je altijd doorvragen. “Hier”, en hij wijst op de zolder waar hij aan het werk is, “heb ik een dakkapel geplaatst en ik ben nog bezig met het plafond. De zolder moet een slaapkamer worden. Dan wil ik ook weten wat ze met de verlichting willen. Of ze een tvaansluiting willen. Daar hadden ze nog niet bij stilgestaan. Maar dat moet je wel weten voordat je het plafond dichtmaakt.”
Dimmen van led BLIJFT EEN UITDAGING
De verlichtingssector constateert dat consumenten worstelen met ledlampen die niet
eenvoudig zijn te dimmen. De industrie zal beter moeten samenwerken om dit hardnekkige probleem op te lossen. Dit valt te lezen in het Nationaal LED + Elektro Trendrapport 2019. Dit rapport baseert zich op een onderzoek onder fabrikanten, installatiebedrijven, groothandels en andere bedrijven uit de verlichtingssector.
Een van de belangrijkste conclusies van het Nationaal LED + Elektro Trendrapport 2019 is dat de ervaringen van respondenten met ledverlichting vaker positief zijn dan negatief. Ondanks problemen rond dimmen, flikkeringen, netvervuiling en compatibiliteit gaat het over de hele linie vooruit met betrekking tot de kwaliteit.
Rolf Heynen van onderzoeksbureau Dutch
New Energy Research constateert dat de afgelopen twee jaar de kleurechtheid sterk is verbeterd. Tegelijkertijd zorgen zaken als dimmen, flikkeringen of netvervuiling nog te regelmatig voor problemen. “Of een lamp werkt met een bepaalde dimmer hangt nog te vaak af van welke fabrikant er wordt gekozen.
Dat leidt tot verwarring en is niet goed voor het imago van ledverlichting”, aldus Heynen.
“Led is uitgegroeid tot een basisartikel dat op iedere straathoek verkrijgbaar is. Maar als je het totale aanbod bekijkt, lijkt het soms nog steeds het wilde westen. Het zou goed zijn als fabrikanten hun producten meer op elkaar afstemmen zodat consumenten altijd weten waar ze aan toe zijn.”
Heynen stelt dat nieuwe technologieën kunnen zorgen voor lagere energiekosten en een hogere productiviteit: “De snelheid waarmee ze nu opkomen, betekent wel dat de kennis van elektriciens snel veroudert. Wij sporen de sector dan ook aan om de komende vijf jaar stevig te investeren in het kennisniveau van personeel en vooral installateurs.”
Keurmerk of kwaliteitslabel gewenst Een derde van de vakmensen geeft in het trendrapport aan dat zij (zeer) negatieve ervaringen heeft met het dimmen van led, flikkeringen, compatibiliteit en netvervuiling. Denk bij netvervuiling aan de power factor, inschakelpiek en harmoniseren. De meeste respondenten geven aan op zoek te zijn naar meer informatie over het dimmen van led. Uit de vragen die zij stellen rondom het dimmen, komt naar voren dat vereenvoudiging van de (toepassing van) dimtechnieken door standaardisatie en nieuwe producten voor veel respondenten gewenst is. Wat opvalt is dat veel mensen die meewerkten aan het rapport, denken dat veel problemen zijn te voorkomen door niet te bezuinigen op kwaliteit en te kiezen voor een A-merk. Zij wensen dat de kwaliteit van producten herkenbaar wordt gemaakt met een keurmerk of kwaliteitslabel. Zodat niet alleen op prijs geconcurreerd hoeft te worden.
ERKENNINGSREGELING BINNENVERLICHTING Techniek Nederland heeft het startschot gegeven voor de erkenningsregeling binnenverlichting. Advisering en ontwerp zijn belangrijke aandachtspunten in deze erkenningsregeling. Na het afronden van een cursus ontvangt de deelnemer een certificaat Binnenverlichting, in combinatie met de erkenningsregeling Eisen voor Bedrijfserkenning op het gebied van laagspanningsinstallaties. De erkenning Binnenverlichting is aan te vragen bij InstallQ. Deelnemers aan de cursus Lichtadvies Binnenverlichting kunnen gedeeltelijk zelf bepalen wanneer zij de lesstof volgen. Want een deel van de cursus wordt aangeboden via de e-learningmodules Basis licht en verlichtingskunde en Lichtbronnen en armaturen en controls. Daarnaast zijn er klassikale cursusonderdelen Lichtontwerp interieur, Lichtsoftware en Soft skills/ adviesvaardigheden. Meer informatie: www.technieknederland.nl
NETVERVUILING DOOR LED In Nederland en internationaal wordt regelmatig onderzoek gedaan naar verstoring door apparatuur met elektronica die wisselstroom omzet in gelijkstroom en omgekeerd. Naast bijvoorbeeld omvormers van zonnepanelen en opladers van accu’s, valt ook ledverlichting in deze categorie. Het gebruik van dit type apparaten neemt toe en daarmee ook de mogelijke effecten op het net en op andere apparaten in een huishouden, zoals wifi-routers of audioapparatuur. Waarschijnlijk om de kosten zo laag mogelijk te houden, kan worden gekozen voor minder deugdelijke elektronica. Goedkoop is dan duurkoop. De onderzoekers van Nationaal LED + Elektro Trendrapport denken dan ook dat het zinvol is om consumenten en installateurs te informeren over waar op te letten bij de aanschaf en installatie van leds.
STUDENT CHALLENGE moet linoleum lonend circulair maken
Een groep derdejaarsstudenten Sustainability van de Universiteit Utrecht heeft een bedrijfsplan voor Forbo Flooring gemaakt om
linoleum lonend circulair te maken. Met het resultaat van deze Student Challenge wil Forbo post-consumer linoleum gaan inzetten als grondstof voor nieuwe producten.
Op dit moment wordt linoleum zo’n dertig jaar gebruikt als vloer, waarna het vaak wordt verwijderd en weggegooid. Forbo wil nu faciliteren dat dit ‘afval’- linoleum wordt opgehaald, schoongemaakt, gegranuleerd en geperst waardoor een nieuw product ontstaat. Dat kan gebruikt worden als grondstof voor nieuwe producten zoals bijvoorbeeld schoolmeubilair. De eerste stap in het proces van het sluiten van de ‘linoleum-loop’ bestond uit het volgen van het linoleum dat is toegepast als vloer. Aangezien Forbo beschikt over alle klantgegevens en dus weet waar zijn vloeren liggen, kwam de focus van stap 1 te liggen op het vinden van bedrijven die het linoleum willen en kunnen verwijderen. Met de inventarisatie van de studenten heeft Forbo daar nu verbeterd inzicht op.
Grotere hoeveelheden Voor recycling zijn alleen grotere hoeveelheden postconsumer linoleum interessant. Hele kleine oppervlakken kosten te veel om te transporteren en verwerken. Daarom
is het advies van de studenten als volgt: vloer-, demontage- en sloopbedrijven moeten beginnen met het verwijderen, scheiden en transporteren van linoleum uit projecten van 300 vierkante meter of groter. De volgende stap in het recyclageproces is het transport van het verwijderde linoleum van de verwijderingslocatie naar de recyclinglocatie(s). Voor het proces maakt het niet uit wie dit precies doet. Na aankomst op de recyclinglocatie moet het post-consumer linoleum gerecycled worden. Omdat het ‘afval’-linoleum in verschillende vormen, maten en condities aankomt, moest een recyclingmethode worden gevonden die bij al deze linoleumvormen paste. Na onderzoek van de verschillende opties, bleek de meest haalbare - en dus geadviseerde - recyclingmethode de volgende: borstel het materiaal schoon en granuleer het, waarna het kan worden verhit en geperst tot een nieuw product. Voor specifieke toepassingen kunnen er ook nog enkele nieuwe grondstoffen worden toegevoegd om zo de eigenschappen van het materiaal te verbeteren. Forbo legt op dit moment de laatste hand aan een intern onderzoek naar de technische eigenschappen van het materiaal.
Laatste stap De laatste stap in het ‘closing the loop’- onderzoek bestond uit het vinden van nieuwe toepassingen voor het gerecycleerde product. De studenten vonden meerdere interessante toepassingen zoals het gebruik in schoolmeubilair. Daarnaast adviseerden ze om de haalbaarheid als boekbindmateriaal en schoolbordafdekking verder te onderzoeken. Met de inkomsten uit de verkoop van het nieuwe materiaal lijken de kosten van verwijdering en recycling te worden gedekt. Forbo Flooring gaat nu op zoek naar verschillende partners om het plan ook daadwerkelijk te realiseren.
Daarnaast wordt de haalbaarheid van het nieuwe materiaal als boekbindmateriaal en schoolbordafdekking - zoals hierboven beschreven - verder onderzocht.
Contact Iedereen die geïnteresseerd is om deel te nemen aan dit project, wordt door Forbo Flooring uitgenodigd om contact op te nemen met Marjolein van Gelder, programmamanager duurzaamheid bij het bedrijf. Haar e-mailadres is: marjolein. geldervan@forbo.com. Voor meer informatie kijk op www.forbo-flooring.nl/duurzaamheid.