5 minute read
Anna werd in de bloemetjes gezet!
Anna werd in de bloemetjes gezet!
Het stond genoteerd in onze agenda: januari is de maand waarin we onze oudste bewoonster van het begijnhof al een beetje traditiegetrouw in de bloemetjes zetten.
Advertisement
Johan en ikzelf kwamen aanzetten met een ruiker bloemen, pralines, een begijnenmok en een wenskaart, geschonken door de VZW en de BewonersAdviesRaad.
91 winters werd deze lieve dame en was nog steeds blijgezind en dankbaar voor elke nieuwe dag.
Haar zoon Jean-Marc was haar trouw gezelschap en zorgde elke dag en meestal ook ‘s nacht voor haar.
Sedert geruime tijd was zij thuis aan haar rolstoel gekluisterd, al wou zij graag de begijnenbeelden nog wel eens zien die zij kende vanop het nieuwjaarskaartje BAR.
Dit kaartje stond te pronken tussen vele andere wenskaarten uitgestald op haar schouw.
Al deze kaartjes deden haar wegdromen en lieten haar vertellen over haar vroeger leven.
En vertellen kon ze als de beste, soms ook gekruid met een kwinkslag! Zo nam zij ons mee naar lang geleden, naar haar lingeriewinkel in de buurt van de Dampoort gespekt met pikante verhalen over mannen die lingerie kwamen kopen, nee nee neen, niet voor hun vrouw maar voor hun “maîtresse”, lachte zij nog na. Dat waren immers de beste klanten en het mocht wat kosten ook …
Op de vraag wat zij nog graag zou gewild hebben, antwoorde zij: “misschien nog eens het begijnhof en de begijnenbeelden zien”, want zij was sedert lang de deur niet meer uit geweest. “Maar (zuchtte zij) met mijn rolstoel op die kasseien is dat niet mogelijk of ik zou een “bolide” moeten hebben met ferme wielen”.
En toen beloofden wij haar dat als zij 100 zou worden, wij de vlaggen zouden laten wapperen in het begijnhof.
Echter, op zaterdag 4 februari kregen wij bericht van haar overlijden. Zij was zachtjes heengegaan, thuis in haar bed zoals het haar wens was.
Haar zoon Jean-Marc schreef ons dat de verjaardagskaartjes, bloemen en koffiemok haar zoveel plezier gedaan hadden, zij wou alleen nog uit die mok haar koffie drinken…
Het was zo’n lieve dame waarvan wij afscheid namen en hierbij nogmaals onze innige deelneming aan haar dochter Martine en zoon Jean-Marc en famlie.
De dienst werd verzorgd door PastoorDeken Jürgen François, hij schetste haar levensloop en die willen we graag delen als een
“ Inkijk in een Rijk gevuld leven”
Anna werd op 4 januari 1932 geboren te Kluizen in een gezin met drie kinderen (twee broers, Louis en Clemens). Vader was barbier én koster. De oorlog maakte een diepe indruk op haar.
Ze liep school in Kluizen bij de zusters en was de primus. Een anekdote: toen ze door een van de zusters aangemaand werd om toch gaan spelen op de koer, antwoordde ze: “Ik ben hier op school om te leren en niet om te spelen!”. Ze was enorm leergierig.
Op haar 16de trok ze in bij een tante die dienst deed in Gent om mee te helpen als dienstmeisje. Ze volgde ondertussen avondschool snit en naad. Ze vond als verkoopster werk in de winkel van tabakswaren, Chaumet (?) en keurde er – alvorens ze aan de klanten aan te reiken – de sigaren. Deze winkel in de Dampoortstraat werd later omgevormd tot lingeriewinkel waar ze verder de verkoop deed.
In de winkel van de tabakswaren ontmoette zij Willy Clierieck met wie ze in 1954 zou huwen. Ze werkte ondertussen in de keuken van het hotel Clarence aan het Sint-Pietersstation, gevolgd door een opdracht als conciërge bij de toenmalige verzekeringsmaatschappij Constantia in de Sint-Pietersnieuwstraat; De langste jaren bracht ze samen met haar man door als ‘kotmadam’ van een studentenhome in de Jeruzalemstraat met maar liefst 23 kamers. Ze zorgde o.a. voor ontbijt en avondmaal voor de studenten. Tekenend is dat ze nog lange jaren nadien kaartjes kreeg bij allerhande gelegenheden van studenten die bij haar in de zeventiger en tachtiger jaren hun intrek hadden genomen.
Ondertussen werd ze moeder van Jean-Marc en Martine.
Haar echtgenoot overleed na een ernstige aandoening in 1978. Dan stond ze er alleen voor met de beide kinderen maar vatte moedig haar taken als kotmadam verder aan.
In 1999 ruilde ze de woonst in de Jeruzalemstraat in voor het huisje S.Bernardus op het Klein Begijnhof. Ze las de krant (de Gentenaar) van binnen en van buiten, vulde kruiswoordraadsels in en concentreerde zich verder op haar ‘liefhebberij’: het koken. Ze kookte bijzonder lekker en fijn. Ze verzamelde hele mappen met allerlei recepten om te blijven variëren en uitproberen. Haar wereld verkleinde met het afnemen van haar mobiliteit. Ze genoot van de vogeltjes in haar voortuintje. Ze had het hart op de tong; was graag gezien, omringd door haar kinderen, familie en de buren met wie ze een band had opgebouwd.
Ze overleed thuis – zoals het haar wens was – op 4 februari en had haar uitvaart op 10 februari in de Begijnhofkerk.