18 minute read
Voor wie bij collectief ontslag of als 45-plusser in aanmerking komt en zijn of haar recht op
Elke maand laten we iemand aan het woord die vanuit zijn of haar werk naar de wereld kijkt. Deze keer is dat KINDERBEGELEIDER MARIANNE.
Kinderdagverblijven en crèches blijven ook in coronatijd open, in de eerste plaats voor kinderen van zorgverleners en mensen die niet kunnen tele werken. Een cruciaal beroep kortom, dat generatie na generatie helpt opgroeien van kleine baby tot ‘fijn wereldburgertje’.
TEKST SIMON BELLENS ILLUSTRATIE PETER GOES
Marianne* is al sinds 1990 kinderbegeleider in de omgeving van Antwerpen. ‘Vroeger noemden ze ons onthaalmoeders’, vertelt ze, ‘maar sinds 2014 hebben we een officiële naam: kinderbegeleider in de gezinsopvang. Dat vind ik fijner. Het dekt de lading van de job beter, want die is veel meer dan kindjes opvangen. Er wordt toegezien op onze pedagogische rol, op de emotionele ondersteuning van de kinderen, op de begeleiding van de ouders enzovoort. Je moet een overzichtelijke speelruimte hebben met ‘een rijk aanbod aan ervaringsgebieden’, en bij een activiteit of spelletje moeten we erop letten dat de kinderen zowel motorisch als talig gestimuleerd worden. Tegelijkertijd moet je koken en probeer je de kinderen als groep samen te houden. Soms is er een kindje dat in zijn broek plast of een slechte dag heeft … Mensen hebben niet door hoeveel verschillende aspecten het werk inhoudt. Men onderschat het beroep heel erg.’
Blokkendoos ‘Dertig jaar geleden was het bij wijze van spreken goed genoeg als je een mat en een doos blokken had. Vandaag wordt meer van ons verwacht, niet alleen door de politiek, ook de ouders zijn veeleisender geworden. Ze verwachten dat er van alles met hun kinderen gebeurt en dat ze al eens met een knutselwerkje thuiskomen. Ze hebben duidelijkere wensen, waaraan wij ons in de mate van het mogelijke proberen aan te passen. Ik kan niet zeggen dat het contact met de ouders daardoor lastiger geworden is, op al die jaren heb ik maar een paar keer meegemaakt dat het echt moeilijk werd. Al hoor ik bij collega’s wel andere verhalen. Tegenwoordig krijgen de ouders een dagverslag via mail, waarin staat of hun kind goed geslapen heeft, wanneer het gegeten heeft, waar het ongeveer gespeeld heeft. Wat soms problemen geeft, is wanneer ouders in een echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn. Dan zijn wij vaak het rustpunt voor de kinderen, die heen en weer worden geslingerd tussen hun ouders en zich nog niet daartegen kunnen weren. Scheidingen komen alsmaar vaker voor, wij moeten ervoor zorgen dat de kinderen die stress hier kunnen kanaliseren.’
‘Tijdens de coronacrisis wordt duidelijk dat de samenleving ons nodig heeft. Zonder ons zouden ouders niet allebei voltijds kunnen gaan werken, of zich bijscholen. Een alleenstaande mama die een inburgeringscursus volgt, heeft ook nood aan opvang voor haar kindje. Wij leveren een belangrijke sociale bijdrage, die tot nu toe niet altijd maatschappelijk gewaardeerd wordt. Ik hoop van harte dat dat verandert.’
Dat gebrek aan erkenning, vermoedt Marianne, zegt iets over hoe wij als samenleving met de allerjongsten omgaan. ‘Ik denk dat men die leeftijd niet zo belangrijk vond. Zodra kinderen naar school gaan, vinden we alles belangrijk, maar dat de basis daarvoor in de jongste jaren gelegd moet worden, kreeg vroeger weinig aandacht.’ ‘Het gaat om kinderen op een zeer kwetsbare leeftijd, misschien wel in de kwetsbaarste periode van hun leven. Bij mij zijn ze drie maanden oud tot ze naar de kleuterschool gaan, de echte kleintjes. Het is een enorme verantwoordelijkheid om met iemands kinderen bezig te zijn. Soms komen serieuze mistoestanden of ongevallen in de media, dat is een van de redenen waarom het beroep geprofessionaliseerd is en waarom er meer controle gekomen is.’
Wijst die extra controle ook op minder vertrouwen? Dat gevoel heeft Marianne niet: ‘Ik geloof dat er vooral een beter begrip van het beroep uit spreekt. Men denkt niet meer: Zet de kinderen ’s morgens af, kom ze ’s avonds halen en voor de rest van de dag laat je ze maar doen. Wij bereiden de kinderen voor op school. Het is de bedoeling dat we ze als fijne wereldburgertjes afgeven aan de juf. Dat ze een beetje weerbaar zijn, dat ze zich kunnen redden in een groep. Dat ze zich kunnen openstellen en nieuwsgierig zijn. Ik probeer er altijd voor te zorgen dat mijn kindjes – dat zijn er vijf, zes of zeven – elkaar leren kennen en een vriendengroepje worden.’
Karaktertjes ‘Nu heb ik een groep met veel peutertjes, daar kun je al iets tegen zeggen of een kleine activiteit mee doen. Dan is het plezant om te zien dat ze met hun leeftijdsgenootjes samenspelen. Het allerleukste vind ik dat je ze ziet evolueren. Ze komen binnen op drie of zes maanden en een paar jaar later mag je ze aan school afgeven als een babbelaartje of als iemand die goed haar plan kan trekken. Mijn oudste meisje is bijvoorbeeld iemand die hier heel de boel regelt: Nu gaan we dit doen, dat is het zus, dan is het zo. Je ziet op jonge leeftijd al meteen hun karaktertje bovenkomen.’
In die dertig jaar heeft Marianne dus heel wat mensenkennis opgedaan. ‘Vaak zie je de kinderen niet meer terug, maar soms is dat wel het geval en blijf je die karakters van vroeger terugzien. Een paar weken geleden kwam een kind van vroeger nog eens op bezoek, ondertussen is ze veertien. De mama was destijds in een echtscheiding verwikkeld en kwam van Limburg naar Antwerpen. Ze was eigenlijk alles kwijt. Ze zei me dat ik op dat moment eigenlijk de enige volwassene was tegen wie ze kon praten. Zonder jou had ik niet geweten hoe ik het had moeten bolwerken, vertelde ze. Omdat ik er was voor haar kind, kon ze daar toch al gerust in zijn. Ze kon daardoor een cursus volgen en werkt nu in een bejaardentehuis. Met sommige mensen ontwikkel je een blijvende band.’
MARIANNE, KINDERBEGELEIDER
‘Ik heb al kindjes van overal gehad’, verteld Marianne. ‘Van elk werelddeel, behalve Australië. Vroeger had ik veel Marokkaanse kindjes, maar het is allemaal nog veel diverser geworden. Van alle mogelijke sociale afkomsten ook, in een groep kan de mama van de een advocaat zijn en die van de ander caissière bij de Makro. Soms staan de ouders financieel aan de onderkant van de maatschappij of spreken ze niet goed Nederlands. Dan is het soms met hand en tand uitleggen wat je bedoelt, met gebaren of icoontjes, zoals een flesje voor het eten. Wij moeten hen allemaal kunnen helpen.’
‘Alle ouders proberen zo goed mogelijk hun best te doen voor hun kinderen. Moeder- en vadergevoel is iets van over de hele wereld. Of ouders wat nonchalanter zijn in hun opvoeding heeft echt niet te maken met sociale klasse of afkomst. Het is niet omdat de papa dokter is dat hij geen last heeft met zijn kinderen. Dat ligt, geloof ik, vaker aan wat ze zelf als kind hebben meegekregen.’
‘Ik zou jonge ouders vooral willen zeggen dat ze moeten genieten van elk moment met hun kind. Als je veel aandacht en liefde geeft, komt het allemaal goed. Ik denk ook dat het belangrijk is om te luisteren naar de behoeften van hun kind. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze de hele dag moeten kunnen snoepen.’
ZO ZIT DAT
Zal ik als arbeider mijn vakantiegeld op tijd ontvangen? COVID-19
Zo’n 1,7 miljoen arbeiders en kunstenaars ontvangen hun vakantiegeld via de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV). De overheidsdienst verzekerde dat ze tijdens de coronaperiode de dienstverlening verderzetten. Het vakantiegeld 2020 zal dus zoals gewoonlijk betaald worden tussen 2 mei en 30 juni. De RJV raadt aan om de toepassing ‘Mijn vakantierekening’ (www.mijnvakantierekening.be) te raadplegen. Daar vind je onder meer informatie over het bedrag van het vakantiegeld, het aantal dagen waarop je recht hebt en de datum en het bankrekeningnummer waarop het gestort zal worden. Je kunt er indien nodig ook je rekeningnummer doorgeven of wijzigen. Zonder bankrekeningnummer kan het vakantiegeld niet uitbetaald worden. Je kunt dit ook doorgeven via het onlineformulier op www.rjv.fgov.be, Mijn rekeningnummer meedelen. Heb je geen toegang tot internet, bel dan naar het contactcenter: 02 627 97 60.
Heb ik een beroepsziekte als ik als zorgverlener corona krijg? COVID-19
Als je werkt in de gezondheidszorg en besmet raakt met Covid-19, dan kun je in aanmerking komen voor een vergoeding door een be roepsziekte. Een labotest die de aanwezigheid van het coronavirus bevestigt, is vereist.
Het Federaal Agentschap voor Be roepsrisico’s (Fedris) erkent het coronavirus als een beroepsziekte voor personeel uit de gezondheids zorg. Het gaat onder meer om ambulanciers die betrokken zijn bij het vervoer van besmette personen.
In de ziekenhuizen is dat personeel werkzaam in spoeddiensten, dien sten voor intensieve zorg, diensten voor long- en infectieziekten of an dere diensten waar patiënten met Covid-19 zijn opgenomen. Ook het personeel in andere diensten of verzorgingsinstellingen waar zich een uitbraak van het virus heeft voorgedaan, komt in aanmerking. De regeling geldt eveneens voor leerlingen en studenten die stage lopen.
Besmette personeelsleden die patiënten verzorgen en niet tot de vermelde categorieën behoren, kunnen voor erkenning in aanmer king komen als een attest aantoont dat de besmetting het gevolg is van contact met een patiënt.
Om recht te hebben op een vergoe ding, dien je een aanvraag in. Je doet er goed aan zoveel mogelijk informatie te geven zoals de aard van je beroepsactiviteit, de medi sche evolutie van de aandoening en de duur van de arbeidsongeschikt heid. Voeg zeker de resultaten toe van de labotest die de infectie aan tonen. Die zijn noodzakelijk. Als werknemer uit de privésector of als stagiair dien je je aanvraag rechtstreeks in bij Fedris. Je moet ook een aangifte van arbeidsonge schiktheid indienen bij je werkgever en je ziekenfonds.
Ben je personeelslid van een pro vinciale of plaatselijke overheidsdienst? Dien dan je aanvraag in via je werkgever.
Ben je tewerkgesteld in een andere overheidsdienst (federale over heid, gewesten of gemeenschappen), dan ben je niet door Fedris verzekerd. In dat geval moet je een aanvraag bij je werkgever (over heidsdienst) indienen volgens de voorgeschreven procedure.
>>> www.fedris.be
Kan ik mezelf testen op coronavirusinfectie door mijn adem in te houden? COVID-19: FAKE NEWS
Diep ademhalen en nadien de adem tien seconden inhouden. Als je dat zonder ongemak of benauwdheid kunt doen, is dit geen bewijs dat je niet besmet bent met het coronavirus.
Met deze eenvoudige ademhalingstest zou je zelf snel kunnen nagaan of het coronavirus je al dan niet te pakken heeft. Wanneer je longen besmet zijn met het virus, vermindert hun capaciteit om zuurstof af te geven aan het bloed. Je zal bijgevolg sneller in ademnood geraken in vergelijking met iemand met gezonde longen. Zeker als je nog eens tien seconden niet ademt.
Maar dat is geen reden om het argument om te draaien. Het is niet omdat je je adem geen tien seconden kunt inhouden, dat je met een longinfectie zit. Bovendien is er geen enkel bewijs dat deze test geschikt is om een infectie door het coronavirus op te sporen. Een eenvoudige verkoudheid, astma en andere longaandoeningen kunnen ook ademnood veroorzaken, zeker na tien seconden zonder te ademen.
Een corona-infectie gaat bovendien niet altijd gepaard met een longontsteking. Het kan even goed zijn dat je de ziekte doormaakt zonder longproblemen. Je adem al dan niet tien seconden kunnen inhouden, vertelt je dus niet of je besmet bent met het coronavirus.
CM-VERZEKERINGEN Terugbetaling verloopt normaal
De CM-kantoren zijn voorlopig gesloten. De medewerkers blijven bereikbaar via te lefoon, mail en website om ook je vragen over CM-verzekeringen te beantwoorden. De controle van je ziekenhuisfactuur en de uitbetaling van de tegemoetkoming verlo pen zoals gewoonlijk. Bezorg je aangifteformulier samen met je ziekenhuisfactuur via de CM-brievenbus.
Op 1 april heropende Kind en Gezin de consultatiebureaus. Het is belangrijk dat jonge kinderen de nodige vaccinaties krijgen. Voldoende afstand en de hygiënische maat regelen respecteren, blijft belangrijk. Er worden vrijwilligers tussen 18 en 65 jaar gezocht om hierop toezicht te houden. In teresse? Bezorg je contactgegevens en de gemeente waar je kunt meewerken. >>> info@kindenpreventie.be
OKRA Beweegtips online
Ben je op zoek naar inspiratie om ook in je kot te bewegen? OKRA verzamelt tips on line. Elke dinsdag en vrijdag komen nieuwe oefeningen op de website. >>> https://www.okra.be/BeweegInUwKot
VACATURES
CM ZOEKT
Directeur Aankoop Adviserend Arts Stafmedewerker Strategie Stafmedewerker Dynamische Overleginstanties Actuarieel Analist
Stafmedewerker Diversiteit Onbepaalde duur – 100 % – Schaarbeek
Teamverantwoordelijke ICT Onbepaalde duur – 100 % – Haren (Sint-Michielsbond)
www.cmjobs.be
ACV ZOEKT
Secretaris/esse voor het Secretariaat Dagelijks Bestuur Onbepaalde duur – 100 % – Schaarbeek vacatures.hetacv.be
BOUW Weerverletzegels
Werk je als bouwvakker bij een onderneming waarvan het RSZ-kengetal met 024 of 054 begint? Dan heb je recht op weerverletzegels. Het bedrag waarop je recht hebt is 2 procent van het verdiende bru toloon aan 100 procent, over het gehele jaar 2019. Tot 3 april werden de premiekaarten rechtstreeks aan de werknemers verzonden. De eerste betalingen volgen vanaf 27 april. Niets ontvangen maar denk je toch recht te hebben op de premiekaart? Neem dan contact op met het ACV of rechtstreeks met het beroepsverbod ACVBIE. Inge vulde kaarten kan je opsturen of deponeren in een ACV-brievenbus aan een van de kantoren. Die worden ook in deze tijden regelmatig gelicht.
CHEMIE Syndicale premies arbeiders
Arbeiders uit PC 116 en die ook lid zijn bij het ACV hebben recht op een syndicale premie van 145 euro. Vanaf eind deze maand wordt 110 euro van dat bedrag uitbetaald. De rest volgt in september. De attesten voor de premie werden eind maart per post verzonden naar de leden. Een ingevuld attest mag je afgeven aan de afgevaardigde of zelf in een ACV-postbus bij een dienstencentrum droppen.
ELEKTRICIENS, METAALHANDEL, GARAGES, EDELE METALEN EN KOETSWERK Aanvullende vergoeding
Voor de sectoren elektriciens (PSC 149.01), metaalhandel en garages (PSC 149.04 en PC 112), edele metalen (PSC 149.03) en koetswerk (PSC 149.02) zijn een aanvullende vergoeding voorzien voor werknemers in tijdelijke werkloosheid door corona. Elektriciens hebben recht op een aanvullende vergoeding van 11,63 euro per dag in tijdelijke werkloosheid. In de andere sectoren bedraagt de vergoe ding 12,70 euro per dag. Dat bedrag komt bovenop de algemene aanvullende vergoeding van 5,63 euro per dag, zoals voor iedere werknemer in tijdelijke werkloosheid door corona. Om het zo eenvoudig mogelijk te maken, zorgt ACV-CSC METEA er bovendien voor dat de betaling van de aanvullende vergoeding automatisch gebeurt. Het is dus niet nodig om een bijkomend formulier in te vullen.
Kazou komt online naar je toe Het coronavirus houdt ook Kazou in haar greep. De geplande initiatieven in de paasva kantie kunnen jammer genoeg niet doorgaan. Onze gezondheid primeert, de rest is even van ondergeschikt belang. Maar Kazou bleef na het opgelegde vakantieverbod niet bij de pakken zitten. Creatieve vrijwilligers toverden een heuse online huis- en tuinva kantie uit hun hoed. Tijdens de tweede week van de paasvakantie bieden zij een afwisse lend activiteitenprogramma voor drie leeftijdsgroepen: 7-10 jaar, 11-14 jaar en 15-18 jaar. Alles verloopt via een Facebookgroep waarin de ouders of de kinderen zich kunnen aanmelden. Toch een Kazou-vakantiegevoel met Pasen dus, maar dit keer thuis. Ont spanning voor de jongeren en even rust voor de ouders verzekerd.
TEXTIELSECTOR Coronamaatregelen
Voor zowel arbeiders als bedienden uit de sector Textiel (PC 120 en PC 214) in tijde lijke werkloosheid wordt voor de periode van 13 maart tot en met 14 mei in een tege moetkoming voorzien. De vergoeding bedraagt 2,60 euro per dag (bij een vijfdagenweek) of 2,17 euro per dag (zesdagenweek). De werkgever zal die vergoeding uitbetalen bij de loonafrekening van april en mei. Daarnaast heb je als werknemer in die sector en bij tijdelijke werkloosheid ten ge volge van corona ook recht op de algemene aanvullende tussenkomst van 5,63 euro per dag.
Voor werknemers die ondanks corona wel aan de slag kunnen blijven, is er een verho ging van 2 euro per maaltijdcheque. Werknemers die voordien al maaltijdcheques van 8 euro ontvingen, krijgen een premie van 2 euro (bruto) per gepresteerde dag.
HUISHOUDHULPEN Economie of gezondheid voorop?
ACV Voeding en Diensten maakt zich zorgen over de huishoudhulpen die via dienstenchequebedrijven werken. Terwijl er wordt opgeroepen om zoveel mogelijk thuis te blijven en voldoende afstand te be waren, ervaren huishoudhulpen druk om toch maar opnieuw aan de slag te gaan.
Onbegrijpelijk, vinden ze bij de ACV-centrale. Want anderhalve meter afstand houden tijdens huishoudelijk werk is vaak onmogelijk. Daardoor zouden huishoudhulpen niet alleen hun eigen gezondheid maar ook die van hun gezin en die van de klanten in gevaar brengen. Beschermend materiaal zou een oplossing kunnen bieden, maar daar is dan weer een tekort aan. Een bib berpremie van een euro, waarmee sommige werknemers gelokt worden, noemt ACV een aalmoes.
Het leven is vaak rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Net daarom staat Visie graag even stil en stellen we een Bekende of Boeiende Vlaming tien vragen om tot rust te komen.
Deze week acteur en presentator Jan Van Looveren (51)
TEKST WIM TROCH FOTO ID/GREGORY VAN GANSEN
Jan,
1Waarvoor is er te weinig aandacht in de samenleving? ‘Armoede. Ik denk dat te weinig hebben in onze samenleving heel moeilijk is. De kloof tussen arm en rijk is opnieuw groter aan het worden. Het is soms hallucinant wat mensen verdienen in sommige takken van onze samenleving. Op zich gun ik iedereen dat, maar het verontrust me wel een beetje dat het verschil tussen arm en rijk groter wordt. Daar moeten we meer aandacht aan besteden. De gele hesjes zijn een teken dat de mensen dit verschil niet meer aanvaarden. Als je je kinderen geen eten, kleren of onderwijs meer kunt geven, dan kom je in opstand.’
2Welke mooie waarde dank je aan je ouders? ‘Ik heb er veel meegekregen. Ik ben opgegroeid in een warm gezin. Ik denk openstaan voor problemen van mensen en daar naar luisteren. Moeilijke situaties niet laten passeren. Mijn vader heeft me bijvoorbeeld geleerd om altijd iets te geven aan een bedelaar. Want iemand die bedelt, doet dat niet voor zijn plezier. Die heeft elke cent echt nodig.’
3Wat zou je graag beter kunnen? ‘Ik zou graag Thomas Vanderveken (met wie Jan FactCheckers op één presenteert, red.) willen zijn. (lacht) Thomas is zo’n talentenbak qua presenteertalent, qua woordkeuze, qua intelligentie … Ik zou dus een klein beetje meer van Thomas willen hebben, niettegenstaande dat ik toch tevreden ben met mezelf, hoor. Maar een mens wil toch altijd een beetje iemand zijn die hij niet is.’
4Waaraan besteed je te veel tijd? ‘Ik denk dat ik te veel tijd besteed aan onbenullige dingen, zoals mijn auto wassen. Dat heb ik nu al afgeleerd. Bezig zijn met materiële dingen, waarvan je dan achteraf denkt: Had ik in die tijd niet beter kunnen gaan wandelen met mijn kinderen, of een gezelschapsspel spelen?. Nog zoiets waar ik geen tijd meer aan wil besteden is de tuin onderhouden. Ik maai af en toe het gras, maar voor de rest … Laat het onkruid maar groeien!’
5Welke film heeft laatst indruk op je gemaakt? ‘Three Billboards Outside Ebbing, Missouri. Wat ik mooi vond aan die film is dat, hoewel het verhaal op zich vrij dun is, er zo sterk geacteerd werd. Ik was helemaal mee met die film. Een aanrader.’
6Wat zou je uitvinden om van de wereld een betere plek te ma ken? ‘Ik zou graag een pilletje willen uitvinden dat alle ziektes uit de wereld zou helpen. Daar is natuurlijk een kanttekening bij: als we dat doen, dan gaan we met heel veel mensen zijn op deze wereldbol, wat dan weer andere problemen met zich meebrengt. Maar als ik dan één ding zou moeten uitvinden, dan zou het toch iets zijn waardoor kinderen niet ziek kunnen zijn. Kinderen moeten plezier hebben, leven, onbezorgd zijn.’
7Waar op de wereld zou jij je nog thuis kunnen voelen? ‘Parijs. Place du Tertre om meer specifiek te zijn. Als ik daar met mijn vrouw heen ga, hebben we daar elke keer opnieuw een romantisch moment. Het is de stad die ons het meest ontroert. We gaan dan op de Place du Tertre altijd een Leffe drinken. Dat kost daar vijf of zes euro (lacht), maar we zitten dan onder een dekentje bij de warmtelamp en dat is voor mij een moment waarop ik dan denk: zie ons hier nu zitten, we hebben het toch goed gedaan.’
8Wat zou iedereen op school moeten leren? ‘Verdraagzaamheid. Dat iedereen anders is, dat je dat moet aanvaarden, en dat je van elkaar kunt leren. Als dat aan te leren valt, natuurlijk.’
9Stel dat je eens zou kunnen afspreken met een bekend persoon, met wie zou je dan een terrasje willen doen? ‘Ricky Gervais (de Britse komiek en acteur, onder meer bekend van The Office, red.). Ik denk dat dat zo’n geestige mens is. De manier waarop hij de presentatie van de Golden Globes doet, hoe hij alles in het belachelijke trekt, zonder daarbij op z’n bek te gaan, dat is sterk. Met hem zou ik wel eens een uurtje willen praten. Uit professioneel oogpunt dan, want eigenlijk denk ik dat hij niet zo’n fijne persoonlijkheid is. (lacht) Het is een gevoel, maar ik denk dat hij een heel moeilijke, veeleisende man is. Maar ik zou wel veel van hem kunnen leren.’
10 Welk be- roep zou je uitoefenen, als je niet kon doen wat je nu doet? ‘Ze mogen mij altijd bellen om met zo’n grote kraan putten te graven of huizen af te breken. Als ik die mannen bezig zie met die hendels te manoeuvreren – soms met brute kracht en soms heel precies – dan denk ik: Waw, dat wil ik graag leren.’