3 minute read
Enthousiast: Wim Keizer gegrepen door
NIEUWS KORT
moet hebben, zoals de Raad adviseert. De Tweede Kamer zal op 15 april overleggen over de evaluatie van de Wsob, waarbij onder andere zal worden ingegaan op de nog te ontvangen reactie van de minister op de evaluatie en het advies van de Raad voor Cultuur en haar nog te ontvangen antwoorden op de Kamervragen.
Advertisement
Symposium ‘De bieb in actie’ Bibliotheekdirecteuren en wethouders kwamen op 24 januari in het Haagse Mauritshuis bijeen om in discussie te gaan over de vermaatschappelijking van de bibliotheek. Behalve lovende woorden van onder anderen SER-voorzitter Mariëtte Hamer en Kamerlid Lodewijk Asscher over de openbare bibliotheek in haar veranderende - maatschappelijke - rol, zijn er ook kritische geluiden van enkele bibliotheekdirecteuren, die aangeven dat de tijdelijke investeringsgelden als gevolg van de zogeheten motie-Asscher weliswaar welkom zijn, maar dat er behoefte is aan een structurele oplossing. Zij pleiten voor een vastgesteld bedrag dat gemeenten per hoofd van de bevolking verplicht zouden moeten zijn aan de bibliotheek te besteden. Aanwezige wethouders wijzen op het feit dat zij vaak met de rug tegen de muur staan vanwege (te) beperkte - en vaak op de lange termijn onzekere - financiële middelen vanuit het Rijk en tegelijkertijd een toenemend aantal taken dat op het bordje van de gemeenten terechtkomt.
Personalia
Op 1 september aanstaande treedt Harm Smit, na 43 jaar lang werkzaam te zijn geweest in de bibliotheekwereld, terug als directeur/bestuurder van de Bibliotheek aan de Vliet. Hij gaat met vervroegd pensioen. Smit trad in 1998 aan als directeur van de Bibliotheek Rijswijk, die in 2012 met Bibliotheek Leidschendam-Voorburg fuseerde tot de Bibliotheek aan de Vliet, waarvan hij de eerste directeur/bestuurder werd. TEKST: BART JANSSEN
Mensen enthousiast maken voor lezen: belangrijke bibliothecaristaak. Wim Keizer vertelt ter inspiratie waar hij al lezend door getroffen werd.
Dit jaar gedenken we 75 jaar bevrijding. In 1913 vierden onze voorouders 100 jaar bevrijding: in 1813 had Napoleon de Slag bij Waterloo verloren. In Rijssen was een optocht waarin stadsomroeper ‘Gait met de panne’ verkleed was als Napoleon en diens echte steek droeg (als omroeper gebruikte hij een bekken, vandaar die ‘panne’). De steek was uitgeleend door het Overijssels Museum in Zwolle, waar hij ooit was terechtgekomen. Gait leek veel op Napoleon en bloedverwantschap was niet onwaarschijnlijk: ‘De keizer was immers ook in Holland geweest en het was bekend dat hij vrouwen even gemakkelijk overwon als legerscharen’. Na de optocht hield Gait stiekem de steek en dacht hij echt Napoleon te zijn. Hij moest naar het gekkenhuis, maar door zijn toedoen kwamen in Nederland gekken aan de macht. Wie vermoedt dat hier en daar gekken de baas zijn, moet Het laatste getuigenis van Belcampo lezen. Het verhaal staat in de bundel Al zijn fantasieën, waarin ik regelmatig, als ik mezelf wil opmonteren, verhalen herlees. Ook prachtig is Het verhaal van Oosterhuis, over een man die in India in een kloof valt en daar kennismaakt met een heel liefdevolle bevolking. Ze begaan maar één duidelijke zonde: om in leven te kunnen blijven laten ze reizigers in de kloof vallen en beroven ze de lijken van hun bezittingen (Oosterhuis had het bij toeval overleefd). Maar ze weten nog duidelijk wat goed en kwaad is, in tegenstelling tot onze maatschappij. Het allermooist vind ik Het grote gebeuren, een verhaal over het laatste oordeel in en boven Rijssen. Belcampo zegt dat er nooit een tijdelijke en dus valse leuze op Rijssenaren vat had. ‘Met een geestelijk leven, gegrondvest op eeuwig en onwrikbaar geloof en een economisch leven, beheerst door nog eeuwiger en onwrikbaarder natuurwetten heeft Rijssen zich door alle tijdsgewrichten heen gehandhaafd. Het beste vindt dit zijn uitdrukking in het antwoord dat sinds onheuglijke tijden de Rijssenaren geven op de vraag hoe het er mee gaat: “Och wat za’k oe zeng, de bokse wier an en de
bokse wier oet”. Dat betekent zoveel als: het leven gaat zijn sukkelgang. Maar zou het nu altijd zo moeten doorgaan met die bokse? Zou het niet één keer komen: an en nooit meer oet of oet en nooit meer an?’ Nou, het kwam inderdaad: engelen voerden op de jongste dag 60% van de Rijssenaren naar de hemel,
duivels 40% naar de hel. Over zichzelf stelde Belcampo het oordeel uit door zich als duivel te verkleden,
maar toen hij hoorde dat engelen hem zochten, wist hij dat hij goed zat.
Hulde aan bibliotheken met een Belcampocafé!
TEKST: WIM KEIZER
Belcampo, Al zijn fantasieën. Amsterdam, Querido, 1979. Diverse verhalen staan
integraal op internet (inclusief YouTube).