Digitale fotografie - een gids voor 50-plussers

Page 1

Digitale fotografie Een gids voor 50-plussers


In de serie Een gids voor 50-plussers verschijnen de volgende titels: Computergebruik – Een gids voor 50-plussers Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers Genealogie – Een gids voor 50-plussers Internet – Een gids voor 50-plussers Websites maken – Een gids voor 50-plussers Windows XP – Een gids voor 50-plussers Works – Een gids voor 50-plussers

Voor meer informatie en bestellingen: Servicecentrum Uitgevers Postbus 20014 2500 EA Den Haag Telefoon: 070 - 378 98 60 Fax: 070 - 378 97 83 E-mail: bestelling@sdu.nl Internet: www.academicservice.nl


Digitale fotografie Een gids voor 50-plussers

Koos Boertjens


Wilt u in de toekomst op de hoogte gehouden worden van nieuwe uitgaven bij Academic Service? Op onze website kunt u zich aanmelden op de volgende pagina: www.academicservice.nl/opdehoogte-as.html U kunt aangeven over welke onderwerpen u informatie wenst te ontvangen.

Uitgegeven door: Academic Service, Den Haag Eindredactie: JosĂŠ van den Haspel Zetwerk: Redactiebureau R. Heyer, Markelo Omslagontwerp: Studio Kader, Stolwijk Druk- en bindwerk: Drukkerij Wilco bv, Amersfoort

Copyright Š 2003 Academic Service ISBN 90 395 2180 8 NUR 473/991

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel dit boek met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek en bijbehorende cd-rom.


VOORWOORD

Dit boek heb ik geschreven voor mijn leeftijdsgenoten, de groep 50-plussers die willen beginnen met of willen overstappen op het gebruik van de digitale camera. Het boek is echter ook geschikt voor andere beginners, omdat veel tips en opmerkingen algemeen zijn. In mijn jeugd ben ik naast mijn werk in een watersportbedrijf fotografie gaan studeren aan de Fotovakschool te Apeldoorn. Eerst heb ik reportagefotografie gedaan en daarna algemene fotografie. Voor het dagblad Leeuwarder Courant heb ik in die tijd als freelancer gefotografeerd. Naast het maken van foto’s voor mijzelf, word ik regelmatig gevraagd om voor familie of vrienden een huwelijksreportage te maken. Twee jaar geleden ben ik overgestapt op de digitale fotografie en heb ik meer dan vijfentwintigduizend foto’s gemaakt. Waarschijnlijk zijn dit meer foto’s dan ik in mijn hele leven ervoor heb gemaakt. Na de aanschaf van de digitale camera en extra geheugen om de foto’s in op te slaan, zijn de kosten van het maken en bewaren van foto’s laag. Het is dan verleidelijk om de camera elke dag mee te nemen en foto’s te maken van interessante onderwerpen. Regelmatig krijg ik foto’s van mijn familie en vrienden onder ogen van de afgelopen vakantie. Vaak leuke kiekjes en het verhaal erbij geeft een aardige indruk van de belevenissen.

V


VOORWOORD

Soms zitten er echt leuke opnamen tussen die ik zelf niet had kunnen verbeteren. Vaak echter zijn de foto’s zo slecht genomen dat de foto nauwelijks iets toevoegt aan het verhaal. Met enkele aanwijzingen, zoals in dit boek beschreven, die in praktijk worden gebracht, geven de foto’s een veel betere indruk van een leuke scène, landschap of situatie. In dit boek worden drie onderwerpen behandeld waarvan u foto’s kunt maken: Reisfotografie U gaat op reis en wilt uw familie een indruk geven van wat u hebt gezien, meegemaakt en welke mensen u hebt ontmoet. U hoeft daarvoor niet de hele dag met de camera te staan zwaaien, maar pak wel de leuke situaties. Fotografeer landschappen, mensen, historische gebouwen, kunstwerken, enzovoort. Vooral als u een cultuurreis maakt, is het leuk om een serie foto’s mee terug te nemen met verschillende onderwerpen. Belangrijk is dat deze van goede kwaliteit zijn. Voor dit hoofdstuk zijn foto’s van een reis naar het zuiden van Spanje gebruikt. De bezoeken aan bijvoorbeeld Sevilla, Cordoba en Gibraltar leverden honderden foto’s op. Portretten Portretfoto’s zijn altijd leuk om te maken. Kijk maar eens naar foto’s van uzelf, uw partner of kinderen. Let op de veranderingen van uw uiterlijk door de tijd heen. Als u dan een bepaalde periode bekijkt, zult u misschien ontdekken dat er uit bepaalde jaren foto’s ontbreken. Achteraf hebt u daar spijt van, vooral als het om uw kinderen gaat. Vanaf nu kunt u dat veranderen door regelmatig uw huisgenoten, vrienden en kennissen op de foto te zetten. Huwelijksreportage Stel dat een van uw familieleden gaat trouwen en u vraagt een aantal foto’s te nemen. Welke foto’s gaat u van de huwelijksvoltrekking nemen? Waar gaat u staan? Het is belangrijk dat u de goede momenten ‘pakt’. Voor het schrijven van dit boek ben ik voor een deel uitgegaan van foto’s uit mijn eigen archief, zoals de huwelijksreportage van Cornelis en Linda in

VI

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


VOORWOORD

Utrecht. De concepttekst is door een professionele huwelijksfotograaf gelezen en hier en daar aangevuld. Fotoarchief Zonder juiste software is het lastig om zicht te houden op de honderden foto’s in uw archief. Ik gebruik Adobe Photoshop Album om grip te krijgen op de onderwerpen van de foto’s en de datum en tijd waarop deze zijn gemaakt. Fotobewerking Veel foto’s die u maakt, zullen een nabehandeling nodig hebben. Zo is het in bepaalde situaties lastig om exact de juiste belichting in te stellen. Bij onder- of overbelichting is het mogelijk om de helderheid van de foto aan te passen. Ook kunt u bepaalde effecten toepassen om uw foto’s te veranderen voor een bepaalde toepassing, bijvoorbeeld als achtergrond voor een website of het bureaublad. Adobe Photoshop Elements wordt met veel camera’s meegeleverd en daarom in dit boek als voorbeeldprogramma gebruikt. Verder is Paint Shop Pro heel populair. In hoofdstuk 8 en 9 wordt het gebruik van dit programma beschreven. Website De foto’s die in dit boek worden gebruikt om de functies van Adobe Photoshop Album, Adobe Photoshop Elements en Paint Shop Pro uit te leggen, staan op de website van de auteur: www.boertjens.nl/digitalefotografie/gids50-plus. Gebruik is alleen toegestaan voor het werken met dit boek. Dankbetuiging In de eerste plaats wil ik iedereen bedanken die heeft meegewerkt bij het maken van de foto’s die in dit boek zijn gebruikt. Feikje in Sevilla is een goede tolk geweest bij het reizen door Zuid Spanje en heeft me hele mooie plekken van het land laten zien. Ze stond vaak geduldig model. Cornelis en Linda hebben toestemming gegeven om de foto’s van hun huwelijksreportage te publiceren. Mijn moeder was ook een dankbaar model. Als ik bij haar kwam, maakte ik foto’s van haar en het bezoek. Helaas heeft zij het verschijnen van dit boek niet meer mee mogen maken.

Voorwoord

VII


VOORWOORD

De portretten zijn van familie, vrienden en kennissen of voorbijgangers die ik op straat ben tegengekomen. Iedereen die zichzelf herkent op een van de foto’s: bedankt. Verder bedank ik mijn partner Jannie Kroes voor haar ondersteuning bij het schrijven van het manuscript en José van den Haspel van Academic Service voor de correcties en enthousiaste begeleiding. Ik hoop dat dit deel in de serie gidsen voor 50-plussers net zo goed ontvangen zal worden als bijvoorbeeld Computergebruik met Windows XP en Internetgebruik. Groningen, zomer 2003 Koos Boertjens

VIII

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


INHOUD

1.1 1.2

1.3

1.4 1.5 1.6

1.7 1.8 1.9

Inleiding

1

Aanschaf van een digitale camera

7

De aanschaf van een digitale camera Camera voor de vakantie- en gelegenheidsfotograaf 1.2.1 De lens 1.2.2 Beeldchip in plaats van film 1.2.3 Camerageheugen 1.2.4 Batterij of accu 1.2.5 Foto’s overbrengen naar de computer Camera voor de amateurfotograaf 1.3.1 LCD-scherm 1.3.2 Zoomobjectief 1.3.3 Ingebouwde flitser 1.3.4 Keuze beeldkwaliteit 1.3.5 Opnameformaten 1.3.6 Camera-instellingen 1.3.7 Opnamevarianten 1.3.8 Filmpjes maken 1.3.9 Opstarttijd 1.3.10 Laadtijd Camera voor de semi-professionele fotograaf Controlelijst bij het kopen van een digitale camera Informatie op internet 1.6.1 Startpagina’s 1.6.2 Digitale Fotografie Informatie Pagina’s 1.6.3 Internetwinkels Kosten voor afdrukken Afdrukken via internet Tot besluit

7 7 8 9 10 11 11 13 15 16 16 17 18 19 20 21 21 21 21 22 26 26 26 26 27 28 28

1

IX


INHOUD

2

Adobe Photoshop Album 2.1 2.2 2.3

2.4

2.5 2.6 2.7

2.8 2.9

3

Reisfotografie 3.1 3.2 3.3 3.4

3.5

X

Inleiding Quick Guide (Snelle gids) 2.2.1 Foto’s ophalen – Get Photos Het venster My Catalog (Mijn catalogus) 2.3.1 Menubalk 2.3.2 Standaardwerkbalk 2.3.3 Tijdlijn 2.3.4 Tags 2.3.5 De fotobron 2.3.6 De optiebalk 2.3.7 Taakvenster Properties (Eigenschappen) Foto’s indelen 2.4 1 Rangschikken van foto’s 2.4.2 Zelf rubrieken maken 2.4.3 Foto’s zoeken Foto’s uit bestanden en mappen toevoegen Fix – Een foto verbeteren 2.6.1 Opties Fix Photo Creations Wizard 2.7.1 Album 2.7.2 Het resultaat delen met anderen 2.7.3 Greeting Card (Wenskaart) 2.7.4 eCard (Een kaart per e-mail) 2.7.5 Calendar (Kalender) 2.7.6 Slideshow (Diavoorstelling) Fotobestanden exporteren Tot besluit

Wat neemt u meestal mee in de fototas ? Voorbereidingen Gebruik de opties van het toestel Fototips voor op reis 3.4.1 Accu’s en batterijen 3.4.2 De oplader 3.4.3 Camerageheugen 3.4.4 Neem uw laptop mee Mogelijke onderwerpen 3.5.1 Landschappen 3.5.2 Architectuurfotografie

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers

29 29 30 30 34 36 36 37 38 38 38 40 40 41 42 44 45 46 47 50 50 52 54 54 54 55 64 64

65 65 66 66 68 69 70 70 71 72 72 76


INHOUD

3.6 3.7 3.8 3.9

4.1

4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11

5.1 5.2

3.5.3 Kerken, kathedralen of moskeeën 3.5.4 Kastelen 3.5.5 Musea 3.5.6 Kunstroutes 3.5.7 Kunstwerken buiten 3.5.8 Beeldentuinen 3.5.9 Andere kunstwerken 3.5.10 In de bergen 3.5.11 Vanuit een vliegtuig 3.5.12 Winkel of markt 3.5.13 Excursies Onderwaterfotografie De eclips Panorama’s Tot besluit

77 79 80 81 82 82 83 84 85 86 87 89 92 93 95

Portretten

97

Aanpak 4.1.1 Ken uw camera 4.1.2 Neem de tijd 4.1.3 Bepaal de omgeving 4.1.4 Kies een goed moment 4.1.5 Rode ogen bij het gebruik van flitslicht Totaalopname Halftotaal Close-up Dubbelportret Groepsfoto 4.6.1 De opstelling Kinderfoto 4.7.1 Attractiepark Inflitsen Ouderen portretteren Vakantieportretten Tot besluit

97 98 98 98 98 100 100 101 101 103 104 104 106 106 107 108 109 110

Huwelijksreportage

111

Aanpak Belangrijke momenten 5.2.1 Voorbereiding bruid 5.2.2 Sfeerfoto’s maken 5.2.3 Aankomst bruidegom

111 112 112 114 114

Inhoud

4

5 XI


INHOUD

5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8

5.3 5.4 5.5

6

Adobe Photoshop Elements 2 verkennen 6.1 6.2 6.3

6.4

6.5 6.6

6.7

XII

De bruiloftsgasten Locatiefoto’s De trouwzaal Binnenkomst bruidspaar Toespraak door de ambtenaar van de burgerlijke stand 5.2.9 Huwelijksvoltrekking 5.2.10 Uitwisseling van de ringen 5.2.11 Tekenen van de akte 5.2.12 Afscheidswoorden 5.2.13 Gelegenheid tot feliciteren 5.2.14 Groepsfoto Kerk, moskee of spirituele bijeenkomst Receptie, diner, feest Tot besluit

Het programma openen Een afbeeldingsbestand openen Foto’s verbeteren 6.3.1 Helderheid aanpassen 6.3.2 Autocontrast 6.3.3 Achtergrondbelichting aanpassen 6.3.4 Kleurzweem verwijderen 6.3.5 Kleur verwijderen 6.3.6 Kleurvariaties Menu Afbeelding 6.4.1 Foto dupliceren 6.4.2 Een foto roteren 6.4.3 Uitsnijden 6.4.4 Afbeeldingsgrootte aanpassen Weergave 6.5.1 In- en uitzoomen Bestandenbrowser 6.6.1 Snelmenu 6.6.2 Meer opties 6.6.3 Formaat miniaturen aanpassen Afdrukken 6.7.1 Afdrukvoorbeeld 6.7.2 Pagina-instelling 6.7.3 Instellen printer

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers

115 116 118 120 121 121 122 124 125 125 126 127 127 129

131 131 132 135 135 136 136 137 138 139 141 141 141 142 142 145 145 146 147 148 149 149 150 151 152


INHOUD

6.8

6.7.4 Afdrukken op andere media 6.7.5 Fotoprinters Tot besluit

Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6

7.7 7.8

7.9 7.10

8.1 8.2

8.3

8.4

8.5

153 153 154

155

Gereedschappen 7.1.1 Opties voor gereedschappen Een deel van de foto selecteren Een deel van de foto kopiëren en plakken Tekst invoegen In- en uitzoomen op een foto Filters toepassen 7.6.1 Verscherpen 7.6.2 Vervagen 7.6.3 Creatieve filters toepassen Panoramafoto’s Webfotogalerie 7.8.1 Grote foto’s 7.8.2 Miniaturen 7.8.3 Eigen kleuren 7.8.4 Beveiliging Welkomstscherm Tot besluit

155 155 157 159 160 163 165 166 166 167 170 173 174 176 176 176 177 178

Paint Shop Pro 8 verkennen

179

Foto openen Vensterindeling 8.2.1 Palet Overzicht 8.2.2 Gereedschapsopties 8.2.3 Voorkeuren voor Bladeren (Browser) Menu Afbeelding 8.3.1 Omdraaien 8.3.2 Spiegelen 8.3.3 Roteren 8.3.4 Vergrootglas 8.3.5 Opslaan 8.3.6 Foto’s verwijderen Bewerkingen 8.4.1 Rode ogen corrigeren 8.4.2 Perspectiefcorrectie Lenscorrectie

179 181 182 183 184 185 185 186 186 186 187 188 189 189 191 195

Inhoud

7

8

XIII


INHOUD

8.6 8.7

8.8

9

Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL 9.1

9.2 9.3 9.4

9.5

9.6

10

Een foto verbeteren 9.1.1 Automatische kleurbalans 9.1.2 Automatische contrastverbetering 9.1.3 Automatische verzadigingsverbetering 9.1.4 Verhelderen 9.1.5 Onscherpte 9.1.6 Zachtheid Randen aan foto toevoegen Afbeelding, inlijsten Effecten 9.4.1 Geometrische effecten 9.4.2 Reflectie-effecten 9.4.3 Textuureffecten Selecties maken 9.5.1 Selectie 9.5.2 Selectie uit de vrije hand 9.5.3 Toverstaf Tot besluit

Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden 10.1 10.2

10.3 10.4

XIV

Een fotobestand verzenden Een foto afdrukken 8.7.1 Afdrukweergave 8.7.2 Printerinstellingen 8.7.3 Eigenschappen voor Document Tot besluit

Scannen van een foto 10.1.1 Aangepaste instellingen Oude foto’s bewerken 10.2.1 Automatisch krasjes verwijderen 10.2.2 Aanpassen, Grofkorreligheid toevoegen/ verwijderen, Automatisch krasjes verwijderen 10.2.3 Het Kloonpenseel gebruiken Cd’s branden met Windows XP Tot besluit

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers

196 196 197 200 202 204

205 205 205 208 209 210 211 211 213 216 217 217 220 221 224 224 225 227 229

231 231 233 236 237 238 239 242 246


INHOUD

Digitale fotografie op internet 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7

Startpagina’s Informatie Organisaties Kopen via internet Publiceren van foto’s op internet On line afdrukken Tot besluit

247 247 248 248 250 251 252 254

Verklarende woordenlijst

255

Register

273

Inhoud

11 A

XV



INLEIDING Het fotograferen met een digitale camera heeft twee kanten. Het is spannend om met een totaal nieuw medium aan de slag te gaan en af te stappen van het vertrouwde filmrolletje om vervolgens de wereld van pixels en computerbeelden binnen te treden. Aan de andere kant is het onzeker. Want wanneer begint u deze overstap? Welke camera gaat u kopen en wat kunt u met digitale foto’s doen? Dit boek is een gids in de wereld van de digitale fotografie.

De weg van het maken van een foto tot de afdruk in de handen is voor een leek lastig te overzien en vol hindernissen. Zeker als u pas begint, ziet u waarschijnlijk veel problemen. In dit boek wordt uitgelegd wat digitaal fotograferen zoal inhoudt. Het is tegenwoordig heel gemakkelijk om aan een digitale camera te komen. Bedrijven als Aldi en Lidl bieden soms camera’s aan onder de C 50,–. Of dit de meest geschikte camera voor u is, is de vraag. Als u weinig eisen stelt aan uw opnamen en alleen af en toe een foto maakt tijdens uw vakantie, zult u hiermee best uit de voeten kunnen. Betere camera’s zijn duurder, maar bieden scherpere afbeeldingen en u kunt onder moeilijker omstandigheden blijven fotograferen. De foto’s staan in het geheugen van de digitale camera. Als dit geheugen vol raakt, moet u de foto’s overbrengen naar de computer. Bij alle camera’s werkt dit min of meer op dezelfde manier. Het maakt daarbij niet uit of u een goedkoop cameraatje hebt of een beter exemplaar. Als u de foto’s naar de computer hebt gekopieerd, bewaart u deze in aparte mappen zodat u deze gemakkelijk kunt terugvinden. Het venster voor bestandsbeheer in Windows XP heeft goede voorzieningen om foto’s in een map te kunnen bekijken. U kunt een foto uitzoeken en meteen afdrukken met

1


INLEIDING

uw printer.Verder is Adobe Photoshop Album een handig hulpmiddel om foto’s te archiveren en terug te vinden op datum of onderwerp. Met dit programma plaatst u foto’s in een tijdlijn zodat u uw opnamen gemakkelijk terug kunt vinden.

OPMERKING Bij sommige éénuurfotoservices kunt u het geheugenkaartje inleveren. De foto’s worden op een cd-rom gekopieerd en vervolgens afgedrukt.

Foto’s op uw computer kunt u met een fotobewerkingsprogramma verbeteren. In dit boek is gekozen voor Adobe Photoshop Elements 2.0 NL en Paint Shop Pro 8 NL. Deze programma’s worden vaak bij digitale camera’s meegeleverd of zijn via internet als probeerversie te downloaden. U kunt foto’s die te donker zijn, lichter maken of te lichte foto’s donkerder. Soms is het beter om een foto bij te snijden om alleen het belangrijkste gedeelte af te drukken. Het is ook leuk om filters en effecten toe te passen. In dit boek wordt gebruikgemaakt van het besturingssysteem Windows XP dat tegenwoordig met alle nieuwe computers wordt verkocht. U kunt echter ook met Windows 98/Me/2000 werken om dit boek te gebruiken. Het boek bevat de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 1 – Aanschaf van een digitale camera Uw hobby ‘digitale fotografie’ begint met de aanschaf van een digitale camera. Waarschijnlijk zult u hierover heel wat vragen hebben. In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen aangegeven waar u op moet letten. Lees dit hoofdstuk rustig door voordat u een nieuwe camera gaat kopen en stel vast tot welke groep digitale fotografen u denkt te behoren. Hoofdstuk 2 – Adobe Photoshop Album U hebt een digitale camera gekocht en uw eerste foto’s daarmee gemaakt. Hoe krijgt u deze nu op de harde schijf van uw computer en hoe kunt u alle foto’s die u maakt uit elkaar houden? In dit hoofdstuk wordt met Adobe Photoshop Album gewerkt om enkele mogelijkheden uit te leggen.

2

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


INLEIDING

Hoofdstuk 3 – Reisfotografie Veel bezitters van een digitale camera fotograferen alleen tijdens vakanties of op reis. Ze komen dan terug met foto’s waarin ze de sfeer hebben geprobeerd vast te leggen. Meestal verbleken de herinneringen net zo snel als de bruine kleur van de huid verdwijnt, terwijl er vast veel meer was om onderweg te fotograferen. Dit hoofdstuk helpt u bij het vinden van leuke onderwerpen die u onderweg tegen kunt komen en waarop u de lens kunt richten. Hoofdstuk 4 – Portretten Portretfotografie is een aparte richting in de fotografie. Het is een combinatie van goed kunnen omgaan met uw digitale camera, maar ook met uw model(len). Het is vaak net het ene moment waarop de sluiter van uw camera open moet gaan om het mooiste beeld te pakken. Hoofdstuk 5 – Huwelijksreportage Iedereen wil graag foto’s hebben van ‘de mooiste dag van zijn/haar leven’, zoals de huwelijksvoltrekking en het feest dat daarna plaatsvindt. Niet iedereen wil of kan daar echter een professionele fotograaf voor inhuren. Als u een vraag krijgt om deze foto’s te maken, kunt u zich met behulp van de aanwijzingen in dit hoofdstuk voorbereiden. Hoofdstuk 6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen Adobe Photoshop is het meest gebruikte programma voor fotobewerking. Photoshop Elements is een eenvoudiger versie van het professionele programma Photoshop. Het programma is gemakkelijker in het gebruik en bevat functies die voor fotoamateurs probleemloos zijn te gebruiken. Hoofdstuk 7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet Het gereedschapspalet bevat een groot aantal gereedschappen die u gebruikt om foto’s te bewerken. De digitale fotografie maakt het mogelijk om uw foto’s betrekkelijk eenvoudig te

Inleiding

3


INLEIDING

manipuleren. In dit hoofdstuk worden enkele basistechnieken behandeld. Hoofdstuk 8 – Paint Shop Pro 8 verkennen Paint Shop Pro is een populair programma om foto’s mee te bewerken. De Nederlandstalige versie is gratis van internet te downloaden waarna u er 30 dagen mee mag werken. In dit hoofdstuk leert u de basisfuncties van het programma kennen. Hoofdstuk 9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL Paint Shop Pro 8 bevat een groot aantal functies om uw foto’s automatisch bij te werken en te verbeteren. In dit hoofdstuk worden de voornaamste functies besproken zoals de Eénstaps fotocorrectie, Automatische kleurbalans en contrastverbetering. Hoofdstuk 10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden Foto’s die u eerder met een gewone (analoge) camera hebt gemaakt, kunt u scannen en op de computer bewerken. In dit hoofdstuk wordt Paint Shop Pro 8 gebruikt om krasjes automatisch te verwijderen en vlekken weg te werken. Het is verstandig om uw foto’s op de computer ook naar een cd-rom te branden voor als er eens iets met uw harde schijf gebeurt. Hoofdstuk 11 – Digitale fotografie op internet Internet is een bron voor het vergaren van kennis over digitale fotografie. Hier worden diverse websites behandeld waar u deze informatie kunt vinden. Het is ook leuk om uw foto’s op internet te plaatsen op een van de websites die worden besproken. Appendix A – Verklarende woordenlijst Digitale fotografie kent een groot aantal termen waarmee u regelmatig zult worden geconfronteerd. Het is handig als u de betekenis van de termen weet, zodat bijvoorbeeld het gesprek met de verkoper in de fotozaak geen Babylonische

4

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


INLEIDING

spraakverwarring wordt. Om met andere fotografen over uw werk te kunnen spreken, is het handig als u de juiste term op het juiste moment weet te gebruiken. Tips om met dit boek te werken ■

U hoeft dit boek niet van voren naar achteren te lezen. U kunt gewoon bij het hoofdstuk beginnen dat voor u het meest interessant is. Daarnaast is een uitgebreide index toegevoegd zodat u ook op een trefwoord kunt zoeken.

Gebruik de verklarende woordenlijst als u een term niet kent.

Probeer uw foto-opnamen te blijven verbeteren ook als u daarin de eerste keren niet meteen slaagt.

Experimenteer met de mogelijkheden in Adobe Photoshop Elements 2.0 en Paint Shop Pro. Probeerversies kunt u vanaf internet downloaden en een maand gebruiken.

Lees bepaalde hoofdstukken opnieuw en herhaal de delen die u moeilijk vindt.

Inleiding

5



HOOFDSTUK 1 Aanschaf van een digitale camera Uw hobby ‘digitale fotografie’ begint met de aanschaf van een digitale camera. Waarschijnlijk zult u hierover heel wat vragen hebben. In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen aangegeven waar u op moet letten. Lees dit hoofdstuk rustig door voordat u een nieuwe camera gaat kopen en stel vast tot welke groep digitale fotografen u denkt te behoren.

1.1 De aanschaf van een digitale camera Digitale fotografie begint met de aanschaf van een camera. Er zijn inmiddels tientallen merken en honderden verschillende types. Om u te helpen bij het selecteren van een geschikte camera worden de mogelijkheden kort op een rijtje gezet. In de groep 50-plussers zijn er eigenlijk drie soorten fotografen: ■

de vakantie- en gelegenheidsfotograaf;

de amateurfotograaf;

de semi-professionele fotograaf.

In het kort worden de eigenschappen van de digitale camera’s voor deze doelgroepen besproken.

1.2 Camera voor de vakantie- en gelegenheidsfotograaf Een digitale camera voor de vakantie- of gelegenheidsfotograaf die af en toe een paar ‘kiekjes’ maakt, bestaat grofweg uit een paar essentiële onderdelen: de lens, een belichtingsapparaat, een chip die het beeld opvangt en het geheugen waar de foto wordt bewaard. Omdat de camera elektronisch werkt, is er een batterij nodig die voor de stroom zorgt. 7


HOOFDSTUK

1

Zo gezegd lijkt deze digitale camera op de eerste boxcamera van Kodak waar ook helemaal geen franje aan zat. Deze eenvoudige, goedkope digitale camera’s bevatten eigenlijk ook niets meer dan deze onderdelen. U kunt een foto maken als het licht voldoende is en u krijgt een afdruk die redelijk is, maar die u niet al te veel moet uitvergroten.

Figuur 1.1: Een eenvoudige digitale camera zonder veel opties

1.2.1 De lens OPMERKING De lichtsterkte is op de ring rond de lens af te lezen. Hoe kleiner het getal hoe meer lichtsterkte. Zo vangt een lens met een lichtsterkte van 1,8 meer licht op dan een lens met een lichtsterkte van 5,4.

De lens vangt het licht op en vormt een beeld dat als een foto in het geheugen van de camera wordt bewaard (zie figuur 1.2). Hoe beter de lens, hoe scherper, helderder en kleurrijker de foto wordt. Bij het beoordelen van een digitale camera kijkt u naar de grootte van de lens. Kleine lenzen zijn meestal niet zo erg lichtgevoelig. U kunt dan bij schemerlicht of donkere hemel geen opnamen meer maken. Als de lens een grotere doorsnee heeft, is deze lichtsterker en kunt u bij lantaarnpaallicht in het donker nog wel een redelijke foto maken.

Figuur 1.2: De lens vormt het beeld in de camera

Het licht valt op een lichtgevoelige cel: de CCD-chip. Na het omzetten van het beeld in een elektronisch signaal wordt het naar de zoeker of het LCD-scherm gestuurd. Het beeld is nu door de fotograaf te bekijken (zie figuur 1.3).

8

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1

Figuur 1.3: Het beeld verschijnt op het LCD-scherm waarna de compositie voor de foto wordt bepaald

1.2.2 Beeldchip in plaats van film Het licht dat door de lens valt, vormt een beeld op een lichtgevoelige cel die beeldchip wordt genoemd. Elk beeldpuntje wordt omgezet in een getal voor kleur en helderheid. Hoe meer beeldpunten, hoe meer getallen en hoe meer geheugenruimte een foto in het geheugen van de digitale camera inneemt. Een beeld kan variëren van enkele duizenden tot miljoenen beeldpunten (megapixel). Camera’s worden ingedeeld in klassen van een halve megapixel tot 6 megapixels (MP). 1 megapixel is één miljoen beeldpunten (zie tabel 1.1). Formaat

Aantal pixels

Categorie

800 × 600

480.000

Half MP

1152 × 8640

995.328

1 MP

1280 × 1024

1.310.720

1,3 MP

1600 × 1200

1.920.000

2 MP

2048 × 1536

3.145.728

3 MP

2560 × 1920

4.915.200

5 MP

3008 × 2000

6.016.000

6 MP

Tabel 1.1: Opslagformaten in relatie tot de categorie waarin de camera valt 1 – Aanschaf van een digitale camera

9


HOOFDSTUK

1

1.2.3 Camerageheugen In het camerageheugen worden de foto’s die u neemt bewaard. Afhankelijk van de opnamekwaliteit kan het geheugen een bepaald aantal foto’s bevatten. Dus hoe hoger de kwaliteit van de foto, hoe minder foto’s u in het geheugen kunt opslaan. Dit is een belangrijk punt om bij de aanschaf naar te kijken. Als u maar weinig foto’s maakt, hebt u aan een geheugen voor veertig foto’s misschien wel genoeg, maar als u echter veel foto’s maakt niet. Koop dan een camera waarvan u het geheugen kunt wisselen. Zodra het geheugenkaartje vol is, stopt u er een ander leeg geheugenkaartje in en kunt u weer verder fotograferen. In tabel 1.2 ziet u de verschillende uitvoeringen van camerageheugen. Merk en naam camerageheugen Aantal megabytes Sony – Memory Stick

16, 32, 64, 128 en 1000

IBM Microdrive (MD)

1000

MultiMedia Card (MMC)

32, 64 en 128

Compact Flash (CF)

32, 64, 128, en 192, 256, 512 en 1000

Kodak Picture Cards

8, 10, 16, 32, 48, 64, 96, 128 en 192

Smartmedia

16, 32, 64 en 128,

Secure Digital Card

16, 32, 64, 128, 256 en 512

Sandisk – Secure Digital (SD)

16, 32, 64, 128, 256 en 512

Tabel 1.2: Verschillende soorten camerageheugen en opslagcapaciteit

Figuur 1.4: Verschillende soorten camerageheugen

10

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1

1.2.4 Batterij of accu Een digitale camera is een elektrisch apparaat en heeft een stroomvoorziening die uit batterijen of een accu bestaat. Een accu is soms alleen in de camera oplaadbaar, maar meestal is het mogelijk om een lege accu om te wisselen voor een volle. Ook dit is belangrijk, want het opladen duurt meestal een uur of drie. Als u een accu niet kunt verwisselen, moet u dus wachten met fotograferen tot de accu weer vol is.

Figuur 1.5: Batterijen en accu’s zorgen voor de stroomvoorziening van de digitale camera

1.2.5 Foto’s overbrengen naar de computer Op een gegeven moment wilt u de foto’s overbrengen naar de computer. Moderne digitale camera’s hebben hiervoor een uitgang die wordt aangesloten op de USB-poort van de computer (zie figuur 1.6 en 1.7). In dit verband is een overdracht door middel van de parallelle en seriële poort absoluut af te raden. Dit gaat veel te langzaam. USB 1.0 geeft een redelijke snelheid, tenzij u camerageheugen van meer dan 256 MB gaat gebruiken. USB 2.0 High Speed draagt gegevens met een hogere snelheid over. Een firewire-aansluiting is ook prima (zie figuur 1.6). U kunt ook een kaartlezer aanschaffen die u op de USB-poort van de computer aansluit. Er zijn modellen waar u verschillende soorten camerageheugen in kunt stoppen (zie figuur 1.7). U hebt dan de camera niet meer nodig om het camerageheugen naar de computer over te brengen. Dit is handig als u de camera niet bij de hand hebt of camerageheugen van iemand anders op uw computer wilt kopiëren. Er zijn ook

1 – Aanschaf van een digitale camera

11


HOOFDSTUK

1

kaartlezers die u in de computer kunt inbouwen of handiger is als deze al op uw nieuwe computer wordt meegeleverd (zie figuur 1.6).

2

1

OPMERKING De aansluitingen op de camera moeten zijn afgedekt met een afdekplaatje dat aan de camera vastzit, zodat u het niet kunt verliezen. Het afdekplaatje voorkomt beschadiging door vuil of water.

1. Diverse kaartlezers 3. USB-poort

Figuur 1.6: U sluit de digitale camera aan op de USB-poort of de firewireaansluiting op de computer

Figuur 1.7: Een kaartlezer/schrijver waarmee u foto’s naar en van de computer kopieert

12

3

2. Firewire-aansluiting

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1.3 Camera voor de amateurfotograaf

1

Voor de groep mensen die meer eisen aan hun foto’s stellen en voor wie fotografie meer een hobby is, komen er ook meer opties voor de digitale camera in beeld die per se aanwezig moeten zijn. Zo is verwisselbaar geheugen en een verwisselbare accu een vereiste, maar ook het instellen van de belichtingsmogelijkheden, het bekijken van de foto’s op een LCDscherm, enzovoort (zie figuur 1.8a/b/c).

13

4

6 5

8

2

7 3

10 9

11

12 1 1. Autofocus zoomlens 2. In- en uitzoomknop 3. Ingebouwde flitser 4. Keuzeknop belichtingsmogelijkheden 5. Display camera-instellingen 6. Schoentje voor externe flitser 7. Instelling lens 8. Uitschakelen camera 9. Onder- of overbelichten 10. Aan/uit-knop flitser 11. Ingebouwde microfoon 12. Aansluitingen 13. Controlelampjes afstandsbediening

Figuur 1.8a: Een digitale camera met meer mogelijkheden

1 – Aanschaf van een digitale camera

13


HOOFDSTUK

1

3 2

1

8

4

6

5

7

1. Draaibaar LCD-scherm 2. Optische zoeker 3. Automatische belichting blokkeren 4. Beelden terugkijken op LCD-scherm 5. Joystick 6. CF/XD+ SM geheugeninstelling 7. Luidspreker 8. Aanpassen sluitertijd en diafragma

Figuur 1.8b: Een digitale camera met meer mogelijkheden

2

1

3 1. Ontspanknop 2. Display camera-instellingen 3. Keuzeknop camerafuncties

Figuur 1.8c: Een digitale camera met meer mogelijkheden

14

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1

1.3.1 LCD-scherm Het LCD-scherm heeft twee functies (zie figuur 1.9). Bij het opnemen van een foto kunt u het beeld op het schermpje bekijken en precies bepalen wat u wilt fotograferen. Let er wel op dat dit schermpje alleen goed te zien is in de schaduw. Als de zon erop schijnt, ziet u niets en kunt u beter de zoeker gebruiken. U moet het schermpje dan uitzetten. Als u een foto hebt gemaakt, kunt u het resultaat op het LCDscherm bekijken. Dit is een van de handigste eigenschappen van een digitale camera. U weet nu meteen of de foto is geslaagd of niet en kunt deze als het nodig is meteen wissen en opnieuw maken.

OPMERKING Houd er wel rekening mee dat een LCDscherm veel stroom gebruikt en u zeker een reserveaccu mee moet nemen als u het LCD-scherm de hele dag door gebruikt.

Figuur 1.9: Op het LCD-scherm bekijkt u de foto tijdens het opnemen of erna

Figuur 1.10: De instellingen van het cameramenu bekijken

1 – Aanschaf van een digitale camera

15


HOOFDSTUK

1 WAARSCHUWING Het zoombereik bestaat uit twee delen als u van groothoek naar telebereik inzoomt. Het eerste gedeelte heet optische zoom en ontstaat door het aanpassen van het lensstelsel. De lenzen in het objectief worden zodanig aangepast dat er een vergroting van het beeld ontstaat. Als het maximum is bereikt, treedt de digitale zoom in werking. In feite wordt het beeld kunstmatig vergroot. De kwaliteit van deze zoom is aanzienlijk minder door de techniek die wordt toegepast. Het is beter de digitale zoom niet te gebruiken als u scherpe opnamen wilt maken.

Verder gebruikt u het LCD-scherm om de instellingen van het cameramenu te bekijken (zie figuur 1.10). Door de menuknop in te drukken verschijnt het cameramenu. Door op de menuselectieknop te drukken bladert u naar de optie die u wilt instellen.

1.3.2 Zoomobjectief Een zoomobjectief is eigenlijk niets anders dan een verstelbare lens (zie figuur 1.11). U kunt fotograferen met een groothoek, zodat er veel op de foto komt te staan. Als u de lens instelt op telestand, haalt u het onderwerp dichterbij. U kunt bijvoorbeeld een detail in het beeld naar voren halen dat anders niet te bereiken is. Doordat de beeldhoek kleiner wordt, krijgt u minder van het onderwerp in beeld.

Figuur 1.11: Een zoomobjectief op een digitale camera

1.3.3 Ingebouwde flitser De meeste digitale camera’s hebben een ingebouwde flitser (zie figuur 1.12). Een kleine flitser geeft uiteraard maar weinig licht en is alleen geschikt om in bijvoorbeeld de huiskamer te gebruiken. Een grotere flitser kan ook in grotere ruimten worden gebruikt en verder van het onderwerp af. Meestal bevat het cameramenu een optie om de hoeveelheid licht die de flitser afgeeft in te stellen.

16

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1 OPMERKING

Figuur 1.12: De ingebouwde flitser op de digitale camera

Het is handig als u door middel van een flitsschoentje een externe flitser kunt aansluiten. Hiermee kunt u dan flitsopnamen in grotere ruimten of op grotere afstand tot het onderwerp maken.

1.3.4 Keuze beeldkwaliteit De betere digitale camera kan foto’s maken met een hogere beeldkwaliteit. Dit wordt uitgedrukt in resolutie of oplossend vermogen. Hoe hoger de resolutie, hoe meer details in het beeld worden opgenomen. Vooral bij het uitvergroten van de foto is een hoge resolutie belangrijk.

OPMERKING Een digitale camera kan foto’s maken in verschillende beeldformaten. De hoogste resolutie gebruikt u als u hoge eisen stelt aan de beeldkwaliteit. Als u genoegen neemt met een lagere beeldkwaliteit, wijzigt u in het cameramenu de optie voor beeldkwaliteit (zie figuur 1.13). Figuur 1.13: In het cameramenu stelt u de gewenste beeldkwaliteit in

1 – Aanschaf van een digitale camera

17


HOOFDSTUK

1

Figuur 1.14: Als u een digitale opname ver uitvergroot, krijgt u uiteindelijk de pixels te zien waaruit de foto is opgebouwd

OPMERKING De prijs van een digitale camera wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van de CCDchip. Deze bestaat uit kleine cellen; voor elk beeldpunt een. Hoe meer beeldpunten de CCD-chip kan opvangen, hoe beter de foto wordt.

18

Als u een foto in lage resolutie in een groot formaat wilt afdrukken, krijgt u al snel de pixels te zien waaruit het beeld is opgebouwd. Een pixel is een beeldpunt dat bij uitvergroting een vierkant blokje wordt. Een foto in hoge resolutie kunt u bijna tot posterformaat uitvergroten zonder dat u de afzonderlijke pixels ziet. Als u van grote afdrukken houdt, moet u dus een digitale camera aanschaffen die foto’s kan maken met een hoge resolutie. Als u alleen maar kleine afdrukken wilt van 10 bij 15 cm, kunt u volstaan met een eenvoudigere camera die natuurlijk ook veel goedkoper is.

1.3.5 Opnameformaten Er zijn drie opnameformaten waarin u een digitale foto kunt opslaan. Elk formaat heeft voor- en nadelen.

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

TIFF – Afkorting van Tagged Image File Format. Een bestandsformaat voor bitmap-afbeeldingen dat door veel digitale camera’s wordt ondersteund. Het is het voorkeursformaat voor drukwerk.

JPEG – Afkorting van Joint Photographic Experts Group, een standaard voor het comprimeren (inpakken) van digitale beelden. JPEG (spreek uit als: ‘jeepeg’) resulteert in een beperkt verlies aan informatie, maar is met het oog bijna niet waar te nemen.

BMP – BitMaP geeft het beeld weer als een regelmatig raster van pixels.

1.3.6 Camera-instellingen

1

TIP

De meeste foto’s kunt u maken met de digitale camera in de automatische stand. Hierbij bepaalt de camera zelf de belichtingstijd en de hoeveelheid licht die door de lens valt. Met andere woorden de sluitertijd en het diafragma. De amateurfotograaf wil bij bepaalde opnamen de sluitertijd kunnen bepalen of het diafragma instellen. Hiervoor wordt de automaat uitgezet. In de stand S kan de gewenste sluitertijd worden gekozen en in de stand P het diafragma (zie figuur 1.15). Op

1 2

3

1. Ontspanknop 2. Onder- of overbelichten 3. Keuzeknop bij M,A of S-stand

Figuur 1.15: De knop waarmee u een opname kunt over- of onderbelichten

1 – Aanschaf van een digitale camera

Ook in de automatische stand kunt u het diafragma bijstellen. Hiervoor heeft de camera een knop +/– waarmee u twee diafragmastoppen kunt over- of onderbelichten (zie figuur 1.15). Met het beeld op het LCD-scherm kunt u de belichting zo kiezen dat de kleurverzadiging precies past bij het onderwerp dat u fotografeert. Een lichte onderbelichting (–) maakt het beeld donkerder wat u bijvoorbeeld kunt doen bij landschapsfoto’s. Een lichte overbelichting (+) kunt u bijvoorbeeld bij portretfotografie gebruiken.

19


HOOFDSTUK

1 OPMERKING Er zijn meer menuopties zoals het instellen van de ISO-waarde (de gevoeligheid van de CCD-chip) en de mogelijkheid om een foto over of onder te belichten.

het LCD-scherm kunt u zien of de belichting juist is. Als u een snel bewegend voorwerp wilt fotograferen, kiest u een hoge sluitertijd, bijvoorbeeld een vijfhonderdste deel van een seconde. U kunt dan bijvoorbeeld een motorrijder op een racecircuit vastleggen zonder dat het onderwerp onscherp wordt door de beweging (bewegingsonscherpte). Als u het diafragma wilt instellen op een kleine lensopening, krijgt u scherpte van voor naar achter in het beeld. De sluitertijd is dan lang. Het deel van het onderwerp dat scherp is afgebeeld, wordt scherptediepte genoemd. Bij een grote lensopening krijgt u bijvoorbeeld een scherpe voorgrond met een onscherpe achtergrond. De sluitertijd kan dan korter zijn.

1.3.7 Opnamevarianten U kunt met een digitale camera meestal naast kleur ook zwart/wit, sepia, solarisatie en/of andere opnamevarianten opnemen (zie figuur 1.16). De vraag is of u dat zou doen. U kunt met een beeldbewerkingsprogramma, zoals Adobe Photoshop Elements, Paint Shop Pro, enzovoort hetzelfde effect achteraf bereiken. Als u een opname in zwart/wit maakt, kunt u naderhand nooit mee terug naar kleur omdat de chip de informatie die kleur geeft aan de foto, niet in het geheugen heeft opgeslagen.

Figuur 1.16: In het cameramenu kiest u uit een van de opnamevarianten

20

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1

1.3.8 Filmpjes maken Het is ook leuk als u naast foto’s filmpjes met uw digitale camera kunt maken. Zo kunt u bijvoorbeeld een korte boodschap filmen voor iemand die niet aanwezig kan zijn. Naast het beeld wordt ook geluid opgenomen. De beeldkwaliteit is meestal niet geweldig, maar de ontvanger krijgt toch een indruk van de situatie die hij/zij gemist heeft.

1.3.9 Opstarttijd U ziet een leuk plaatje, maar uw digitale camera staat niet aan. Het is dan belangrijk dat het maar een korte tijd duurt voordat u uw foto kunt nemen. Sommige camera’s doen daar zo lang over dat de situatie die u zo leuk vond net voorbij is. Dat is jammer. U moet bij de aanschaf op deze eigenschap letten als u ervan houdt om ‘snap-shots’ te maken.

1.3.10 Laadtijd Nadat u een foto hebt gemaakt, slaat de camera de foto op in het geheugen. Dit duurt bij de ene camera langer dan bij de andere. Pas als de foto is opgeslagen, kunt u de volgende opname maken. Intussen moet u wachten en is het niet mogelijk om een foto te maken. Vooral bij sportopnamen en feestelijke momenten is een korte laadtijd belangrijk om geen spannend of leuk moment voorbij te laten gaan zonder dat u het hebt kunnen vast leggen.

1.4 Camera voor de semi-professionele fotograaf Als u alles uit de kast wilt halen op het gebied van digitale camera’s, komt u op het gebied van semi-professionele en professionele camera’s terecht. Deze camera’s hebben eigenschappen die u zult waarderen als u bijvoorbeeld snel foto’s achter elkaar wilt nemen of bij moeilijke belichtingsomstandigheden. Deze camera’s zijn zo gebouwd dat u geen enkel moment hoeft te missen. De laadtijd is korter doordat een opname eerst in een buffergeheugen wordt opgeslagen. U kunt een aantal opnamen achter elkaar maken, wat vooral bij sportopnamen belangrijk is.

1 – Aanschaf van een digitale camera

21


HOOFDSTUK

1

Tegenwoordig worden de digitale spiegelreflexcamera’s ook steeds goedkoper. Deze camera’s bieden de voordelen van de doorzichtzoeker gecombineerd met de CCD-chip, waarmee het beeld digitaal wordt opgenomen. Kodak heeft een model uitgebracht waarmee u tot 14 miljoen pixels kunt opnemen (www.kodak.nl). Deze chip heeft het formaat van een kleinbeeldnegatief zodat u met dezelfde objectieven van de analoge spiegelreflexcamera (Nikon) hetzelfde beeldformaat kunt opnemen.

OPMERKING Voor meer informatie over de aanschaf en het gebruik van semiprofessionele camera’s kunt u het boek Digitale fotografie van Erik Mansvelders raadplegen. Dit boek is eveneens door Academic Service uitgegeven.

Figuur 1.17: De nieuwe 14 megapixel digitale camera van Kodak

1.5 Controlelijst bij het kopen van een digitale camera Besluit voor uzelf wat voor soort digitale camera u wilt kopen. Zorg dat de aanschaf overwogen plaatsvindt en geen impulsaankoop is. De controlelijst in tabel 1.3 kan u daarbij helpen. Onderdeel

Opmerkingen

Aantal megapixels

In welke categorie moet de camera vallen als het gaat om de kwaliteit van de foto’s? Als u alleen vakantiekiekjes wilt maken, kunt u volstaan met een digitale camera van één of twee megapixels. Als u hogere eisen stelt, moet u kiezen voor een camera in een hogere categorie. vervolg ➛

22

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Onderdeel

Opmerkingen

Accu

Hoelang gaat de accu mee? Vooral als u het LCD-scherm veel gebruikt, kan de gebruiksduur nogal worden beperkt. In dit verband is het handig als u de accu kunt wisselen. Let ook op de oplaadtijd en of er een adapter beschikbaar is om de accu buiten de camera op te laden.

Automaat/ handinstelling

Kunt u de opnamesnelheid en het diafragma zelf regelen? Deze optie is handig als u bijvoorbeeld sportopnamen wilt maken. U kiest dan een hogere sluitertijd.

Datatransport

Op welke manier worden de foto’s naar de computer gekopieerd? De USB 2 High Speed-uitgang is de snelste.

Ergonomie

Ligt de camera gemakkelijk in de hand? Zitten de knoppen op een logische plaats, zodat u deze intuïtief kunt vinden? De snelheid waarmee u een instelling kunt aanpassen, is vaak de reden van een geslaagde foto.

Flitser

Is het mogelijk om een externe flitser aan te sluiten? Dit is belangrijk als u een foto in een grotere ruimte wilt maken of indirect wilt flitsen.

Garantie

Tegenwoordig is een leverancier binnen de EEG verplicht om twee jaar garantie te geven. U mag verwachten dat een camera het gedurende een bepaalde periode, bijvoorbeeld drie jaar, gewoon blijft doen. Als het apparaat eerder stuk gaat, hebt u recht op reparatie of een vergoeding.

Garantiebewijs

Zorg dat u in het bezit bent van een geldig garantiebewijs. Hierop staat de aankoopdatum en de naam van de leverancier. Bedrijven, zoals Sony doen soms verschrikkelijk moeilijk als ook de aankoopbon ontbreekt (eigen ervaring). Zorg dus dat u deze documenten op een veilige plaats bewaart zodat u deze makkelijk kunt terugvinden. 1 – Aanschaf van een digitale camera

1

vervolg ➛

23


HOOFDSTUK

1

Onderdeel

Opmerkingen

ISO-waarden

ISO geeft de gevoeligheid van de CCD aan. Meestal gaat deze tot 400. Een hogere waarde is nauwelijks interessant omdat het beeld dan onscherp gaat worden.

LCD-scherm

Handig om het beeld te kaderen. Sommige schermen zijn draaibaar zodat u de camera boven uw hoofd kunt houden en toch kunt zien hoe uw foto wordt. Ook is het handig als u een foto vanaf de grond naar boven wilt maken of om de hoek van een gebouw. Let wel op het stroomverbruik.

Macro-instelling Deze instelling is handig als u een onderwerp van dichtbij wilt fotograferen, zoals een bloem of insect. Menu-instelling Bekijk het cameramenu en welke instellingen u daarmee kunt aanpassen. Objectief (lens) De kwaliteit van een foto wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van het objectief. Twee merken springen er wat dat betreft tussen uit: Carl Zeiss en Leica. Kijk verder of het mogelijk is om een voorzetlens te plaatsen voor een grotere beeldhoek, bijvoorbeeld voor interieuropnamen? Het voorzetten van een UV-filter ter bescherming van de lens en het maken van foto’s in de bergen is eigenlijk een ‘must’. Opslagmedium

Welk opslagmedium wilt u gebruiken? Denk daarbij aan de prijs en de snelheid waarmee foto’s worden opgeslagen.

Optische/ digitale zoom

Optische zoom is echt aan te raden. Aan digitale zoom hebt u niet zoveel. vervolg ➛

24

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Onderdeel

Opmerkingen

Prijs

Stel een maximumprijs vast inclusief toebehoren, zoals extra geheugen, fototas, UV-filter, kaartlezer, enzovoort. Controleer de prijs via internet. Soms vindt u daar speciale aanbiedingen. Denk wel aan de service en garantie die u via de vakhandel krijgt! Digitale camera’s verouderen snel omdat de technische mogelijkheden nog niet zijn uitgeput. Soms kunt u een model kopen dat net is vervangen door een nieuwer model. Zorg er dan wel voor dat u een lagere prijs betaalt!

Statiefaansluiting

Is het mogelijk om de camera op een statief te plaatsen? Dit is handig als u opnamen wilt maken onder slechte lichtomstandigheden.

Testopnamen

Vraag of u een aantal opnamen met de camera mag maken en bekijk de kwaliteit op een computerscherm. Let daarbij op contrast, helderheid en kleur. Vooral de rode partijen kunnen soms slecht uitvallen (tomatensoep).

Tv-aansluiting

Een aansluiting op de tv is handig als u de foto even snel aan anderen wilt laten zien. De kwaliteit van de foto’s is wel minder dan op het beeldscherm van de computer.

Witbalans

Vooral in de tropen is een witbalans van belang in verband met de kleur van het licht. Zorg dat u deze kunt aanpassen anders moet u dit voor elke foto op de computer doen.

Zoeker

Kunt u in de zoeker het hele beeld zien dat u opneemt?

1

Tabel 1.3: Controlelijst bij het kopen van een digitale camera

1 – Aanschaf van een digitale camera

25


HOOFDSTUK

1 OPMERKING In dit boek wordt ervan uitgegaan dat u al een internetaansluiting hebt en weet hoe u daarvan gebruik kunt maken. Als dit niet het geval is, raadpleeg dan het boek Internetgebruik – Een gids voor 50plussers dat eveneens door Academic Service is uitgegeven.

1.6 Informatie op internet In hoofdlijnen weet u nu waar u op moet letten als u een digitale camera gaat kopen. Uw familie, vrienden en kennissen zijn ook informatiebronnen als deze al eerder zijn begonnen met het fotograferen met een digitale camera. Als u het advies krijgt: ‘Je moet die en die camera kopen!’, zult u toch wel iets meer willen weten. Hiervoor kunt u dan uitstekend internet gebruiken (zie hoofdstuk 11).

1.6.1 Startpagina’s digitalefotografie.pagina.nl Digitalefotografie.pagina.nl is een dochter van www.startpagina.nl. De pagina is opgedeeld in rubrieken waar u verwijzingen (links) vindt naar pagina’s die met het onderwerp te maken hebben. Zo ziet u in de rubriek Fabrikanten links naar Canon, Fuji, Hewlett-Packard, enzovoort. In de rubriek Startpaginadochters staan meer pagina’s zoals fotografie.pagina.nl, fotografen.pagina.nl en fotografenamateur.pagina.nl.

1.6.2 Digitale Fotografie Informatie Pagina’s www.dfip.nl Op deze website worden de ontwikkelingen bijgehouden op het gebied van de digitale fotografie. De laatste typen camera’s van verschillende merken worden hier besproken. In de rubriek Digitale Camera en Prijzen vindt u een overzicht van camera’s gesorteerd op merk en type met het beste aanbod. Via een link surft u naar de website waar de camera wordt aangeboden.

1.6.3 Internetwinkels Op internet vindt u winkels die digitale camera’s vaak ver onder de winkelprijs aanbieden. Meestal zijn deze camera’s echter niet direct leverbaar. U vult een bestelformulier in, waarna de camera door de leverancier wordt besteld, of deze wacht tot er meer gegadigden voor een bepaald type zijn. De camera wordt onder rembours tegen een vergoeding direct bij u afgeleverd. Let op de service en garantie! De fotozaak is

26

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

meestal iets duurder, maar levert wel service en garantie voor het geval er iets mis gaat.

1

Enkele internetadressen van winkels zijn: El Cheapo

www.elcheapo.nl

Best Sellers

www.best-sellers.nl

1.7 Kosten voor afdrukken U zult zich waarschijnlijk afvragen wat het fotograferen met een digitale camera kost. Voor het gemak wordt er hierbij van uitgegaan dat digitaal geheugen iets is dat u bij de aankoop van de camera één keer aanschaft. Dit geheugen kunt u bijna eindeloos gebruiken. U schiet het geheugen vol en maakt het daarna weer leeg. De kosten hiervan zijn nihil, want geheugen slijt niet. In tabel 1.4 vindt u een overzicht van wat een afdruk ongeveer kost. Daarbij moet u nog rekenen dat er rond C 2,– startkosten in rekening worden gebracht. Fotoformaat (digitaal)

Prijs

Min. aantal pixels

11,4 × 15cm

C 0,32

600 × 800

13 × 17cm

C 0,54

768 × 1064

15 × 20cm

C 0,98

900 × 1200

20 × 27cm

C 1,98

1200 × 1600

30 × 40cm

C 3,98

1800 × 2400

Tabel 1.4: Een overzicht van de afdrukkosten van digitale beeldbestanden

Soms kunt u een kwantumkorting bedingen als u meer dan bijvoorbeeld vijftig foto’s laat afdrukken. Vraag ook hoe u uw foto’s moet aanleveren. De meeste afdrukcentrales werken met een cd-rom waarop u de foto’s die u wilt afdrukken hebt gebrand. Maar als u dit niet kunt (of wilt), vraag dan of het ook mogelijk is om uw geheugenkaart in te leveren? Zo is dit bij PicoPrint (www.picoprint.nl) wel mogelijk, maar deze afwerkcentrale heeft lang niet overal dealers en moet u een

1 – Aanschaf van een digitale camera

27


HOOFDSTUK

1

eindje rijden om uw digitale opnamen te brengen en de foto’s na drie dagen weer op te halen.

1.8 Afdrukken via internet Veel gemakkelijker is het natuurlijk als u thuis van achter uw computer digitale fotobestanden kunt versturen om deze bij een afwerkcentrale te laten afdrukken. Er zijn enkele bedrijven waar u dit kunt laten doen. In hoofdstuk 11 vindt u een overzicht van internetadressen waar u on line foto’s kunt bestellen en laten afdrukken.

1.9 Tot besluit In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste zaken rond het aanschaffen van een digitale camera besproken. Internet is een informatiebron als het gaat om gedetailleerde gegevens die een fabrikant verstrekt, het vergelijken van prijzen, maar ook als u foto’s wilt afdrukken.

28

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 2 Adobe Photoshop Album U hebt een digitale camera gekocht en uw eerste foto’s daarmee gemaakt. Hoe krijgt u deze nu op de harde schijf van uw computer en hoe kunt u alle foto’s die u maakt uit elkaar houden? In dit hoofdstuk wordt met Adobe Photoshop Album gewerkt om u enkele mogelijkheden uit te leggen.

OPMERKING

2.1 Inleiding U kunt met Windows 98 of XP mappen maken waarin u de digitale foto’s die u maakt bewaart. Meer informatie hierover vindt u in het boek Computergebruik met Windows XP – Een gids voor 50-plussers dat eveneens door Academic Service is uitgegeven. In dit hoofdstuk wordt een apart programma behandeld waarmee u foto’s gemakkelijk kunt beheren: Adobe Photoshop Album. Hoewel het programma Engelstalig is, is het gemakkelijk in gebruik. In deze bespreking zijn de optienamen voorzien van een (vrije) Nederlandse vertaling. Als u eenmaal gewend bent om met dit programma te werken, zult u er ontzettend veel plezier van hebben. Adobe Photoshop Album is een handig programma om naast andere fotobewerkingssoftware te installeren. Het bevat veel mogelijkheden voor de beginnende digitale amateurfotograaf. Heel aardig zijn de opties in de Creations Wizard om van uw foto een wenskaart, kalender, fotoboek, e-kaart, enzovoort te maken. Zo leert u meer met uw foto’s te doen dan deze alleen op de computer op te slaan en zelf te bekijken. Foto’s via internet met anderen delen is toch veel leuker!

Een probeerversie vindt u op internet (www.adobe.com/ products/photoshopalbum/main.html). Het pakket heeft een winkelwaarde van ongeveer C 50,–. Een versie voor onbeperkt gebruik is via het internet, de boekhandel of computerzaak verkrijgbaar.

OPMERKING In dit hoofdstuk wordt ervan uitgegaan dat u het programma hebt geïnstalleerd. Vanaf internet zijn de updates voor het programma geïnstalleerd. Klik hiervoor in het programma op Help, Adobe Photoshop Album Online. Links in het venster staan de opties downloads en product info.

29


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.1: Een probeerversie haalt u van internet

2.2 Quick Guide (Snelle gids) OPMERKING Het programma kunt u installeren als u beschikt over een computer met het besturingssysteem Windows 98/SE/Me/ 2000 of XP. In dit boek wordt gebruikgemaakt van Windows XP. Het interne geheugen moet ten minste 128 MB of liever 256 MB zijn met 250 MB harde schijfruimte.

30

Het programma start met het venster Photoshop Album Quick Guide (zie figuur 2.2). Hierin staan pictogrammen van functies die u direct kunt gebruiken. Zo kunt u foto’s ophalen uit uw digitale camera of uit een andere bron, zoals een scanner of een cd-rom. Wij gaan ervan uit dat u met uw digitale camera foto’s hebt gemaakt en deze in Adobe Photoshop Album wilt bekijken.

2.2.1 Foto’s ophalen – Get Photos Om foto’s die u met uw digitale camera hebt gemaakt te kunnen bekijken, sluit u het apparaat eerst aan op de computer. Hiervoor is bij de camera een kabel en de nodige software meegeleverd. De gebruiksaanwijzing geeft uitsluitsel hoe een en ander in zijn werk gaat. Tegenwoordig beschikt de digitale camera over een USB-uitgang die u aansluit op de USB-poort van de computer. Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2 OPMERKING

Figuur 2.2: In de Quick Guide staan de belangrijkste taken voor het werken met foto’s

OEFENING 2.1 Foto’s ophalen

Meestal zit bij uw camera ook software om uw foto’s te bekijken. Deze gaat u nu niet gebruiken, maar in plaats daarvan gaat u aan de slag met Adobe Photoshop Album.

OPMERKING

1. Zorg dat uw digitale camera met de computer verbonden is. 2. Zet de camera aan. 3. Open, indien nodig, het venster Photoshop Album Quick Guide door op Shift+F1 te drukken of kies in het menu Help de optie Quick Guide. Klik op het pictogram Get Photos (zie figuur 2.2). 4. Op het tabblad Get Photos ziet u verschillende bronnen waar foto’s kunnen staan (zie figuur 2.3). Omdat u met een digitale camera werkt, klikt u op Camera.

Als u de digitale camera op de computer aansluit, krijgt het camerageheugen een stationsnaam. Misschien is het even zoeken om de juiste stationsnaam te vinden.

5. In het venster Get Photos from Camera or Card Reader selecteert u in het keuzevak Camera de naam van het station van de digitale camera (zie figuur 2.4). 6. Bepaal vervolgens waar u de foto’s wilt opslaan. Standaard worden foto’s in de map Mijn documenten, Adobe, Digital Camera Photos bewaard. U kunt ook zelf een map opgeven. 7. Klik op de knop Browse (Bladeren). 2 – Adobe Photoshop Album

31


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.3: Op het tabblad Get Photos staan verschillende bronnen waaruit u uw foto’s kunt ophalen

Figuur 2.4: Selecteer de kaartlezer om uw foto’s naar de computer te kopiëren

8. Klik in het venster Map selecteren in de lijst met stations op de naam van het station en de map waarin u de foto’s op de computer wilt opslaan (zie figuur 2.5). 9. Maak eventueel een nieuwe map als u de foto’s in een aparte map wilt bewaren. 10. Nadat u een map hebt geselecteerd, kunt u nog kiezen of u de foto’s in het geheugen van de camera wilt verwijde-

32

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2 OPMERKING

Figuur 2.5: Een station en een map selecteren op de harde schijf waar u de foto’s wilt opslaan

U kunt ook een nieuwe map maken in het geselecteerde station of als submap van een bestaande map. Deze map geeft u een naam, bijvoorbeeld een datum of een onderwerp (zie figuur 2.5). Een en ander gaat op dezelfde manier als u gewend bent in het venster Deze computer.

WAARSCHUWING Figuur 2.6: Het is mogelijk om de foto’s na het kopiëren meteen uit het geheugen van de camera te verwijderen

ren na het importeren. Selecteer de optie Delete Photos on Camera or Memory Card after Import (zie figuur 2.6). 11. Klik op OK om de foto’s op de harde schijf te importeren. U ziet in het venster Getting Photos de foto’s die naar de harde schijf worden overgebracht (zie figuur 2.7). 12. In het venster Adobe Photoshop Album klikt u op OK. (Als u alle foto’s wilt zien, klikt u op de knop Show All op de werkbalk.) 13. Sluit het venster Photoshop Album Quick Guide met de knop X.

2 – Adobe Photoshop Album

Denk eraan dat als er tijdens het overbrengen van uw foto’s naar de computer iets mis gaat, u de foto’s kwijt bent. U kunt de foto’s uit het geheugen pas beter verwijderen als u zeker weet dat er een kopie op de harde schijf van de computer staat. Meestal heeft de camera in het menu Setup een optie om het camerageheugen te formatteren (Format).

33


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.7: In het venster Getting Photos ziet u de foto’s die naar de computer worden gekopieerd

OPMERKING De foto’s die in dit hoofdstuk worden gebruikt om de functies van Photoshop Album uit te leggen, staan op de website van de auteur (www.boertjens.nl/ digitalefotografie/ gids50plus) samen met de bewerkingen die met de functie Fix zijn uitgevoerd.

34

U hebt nu uw eerste digitale foto’s naar de computer gekopieerd. In figuur 2.8 vindt u de foto’s die op onze camera stonden. Met behulp van de schuifknop rechts in het venster kunt u alle foto’s bekijken.

2.3 Het venster My Catalog (Mijn catalogus) Het venster My Catalog bevat naast de foto’s die u hebt geïmporteerd, veel knoppen en opties die u helpen bij het bekijken, indelen en bewerken van uw foto’s. Voordat we verder gaan, geven we eerst een korte rondleiding. De weergave van het venster My Catalog is afhankelijk van de hulpvensters die aan staan. In figuur 2.8 ziet u de meest gebruikte onderdelen in het venster. Deze zijn in het menu View (Beeld) geselecteerd:

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

■ Show Dates and Tags (Toon gegevens en rubrieken) (Ctrl+D) ■ Timeline (Tijdlijn) (Ctrl+L) ■ Tags (Rubrieken) (Ctrl+T) ■ Properties (Eigenschappen) (Alt+Enter)

5

1 2

8

3

4

7

6

1. Menubalk 2. Standaardwerkbalk 3. Tijdlijn 4. Taakvenster Tags 5. Zoekbalk 6. Fotobron 7. Optiebalk 8. Taakvenster Eigenschappen

Figuur 2.8: De foto’s staan in het venster My Catalog – Adobe Photoshop Album

2 – Adobe Photoshop Album

35


HOOFDSTUK

2

2.3.1 Menubalk De menubalk geeft toegang tot alle functies van het programma (zie figuur 2.9). File (Bestand) – Het menu File bevat opties om te werken met de fotobestanden. U kunt deze vanuit dit menu ophalen, archiveren, herstellen, een nieuwe naam geven, exporteren, per e-mail verzenden, afdrukken, enzovoort. Edit (Bewerken) – Hierin vindt u opties om de bestanden te bewerken, selecteren, kopiëren, bijwerken, draaien (rotate), enzovoort. View (Beeld) – Hiermee stelt u de weergave van het venster in. De opties waar een vinkteken voor staat, zijn ingeschakeld. Find (Zoeken) – Met deze optie kunt u naar beeldbestanden zoeken op datum of bestandsnaam en een gebeurtenis zoals afdrukken of exporteren, enzovoort. Creations (Creëer) – Bevat opties om uw foto’s of videobestanden te maken, zoals een fotoalbum, diashow, wenskaart of een kalender. Online Services (On line diensten) – De opties in dit menu zijn in Nederland niet beschikbaar. Help – Geeft toegang tot hulpbronnen in het programma zelf, maar ook op internet.

Figuur 2.9: De menubalk geeft toegang tot opties die u bijvoorbeeld op foto’s kunt toepassen

2.3.2 Standaardwerkbalk Deze werkbalk biedt toegang tot standaardfuncties die met een klik op een knop toegankelijk zijn. De werkbalk staat meteen onder de menubalk. Om de naam van een knop te zien plaatst u de aanwijzer op de knop waarmee de knopinfo ver-

36

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

schijnt. Bij de behandeling van de functies in dit programma wordt daar veelvuldig gebruik van gemaakt.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

1. Bladerknoppen

7. E-mail en foto’s delen

2. Alle foto’s bekijken

8. Afdrukken on line bestellen

3. Foto’s, video en audio ophalen

9. Foto’s afdrukken

11

4. Openen of sluiten van het venster met rubrieken

10. Een diapresentatie afspelen of items selecteren

5. Foto’s bijwerken

11. Open items in de kalenderweergave

6. Een nieuwe creatie starten

12. Quick Guide (snelgids) openen of sluiten

12

Figuur 2.10: De werkbalk bevat knoppen voor veelgebruikte opdrachten

2.3.3 Tijdlijn De tijdlijn maakt het mogelijk om foto’s op te zoeken op opnamedatum. Als u een datum of een periode op de tijdlijn selecteert, verschijnen foto’s die toen zijn gemaakt of opgeslagen. Wanneer u een periode op de tijdlijn kiest, bladert de fotobron naar de foto’s die binnen het bereik zijn genomen. U kunt ook naar een bepaalde maand van een jaar bladeren door deze op de tijdlijn aan te klikken. De tijdlijnen tonen hoe items langs de tijdlijn zijn verdeeld. De hoogte van elke balk komt overeen met het aantal foto’s dat in elke maand is opgeslagen.

1

3

2

1. Klik op de bladerknop om de periode te selecteren 2. Grijze balken wijzen op foto’s die buiten het bereik vallen

4

5

6

7

5. Plaats de aanwijzer op de balk om de gegevens over de reeks op te vragen (maand, datum importeren of plaats van het bestand)

3. Klik-en-sleep om de weergave te verkleinen

6. De hoogte van de balk geeft het aantal foto’s aan

4. Klik op een balk en sleep de markeeraanwijzer om

7. Paarse balken wijzen op verborgen foto’s

door de foto’s te bladeren

Figuur 2.11: De tijdlijn toont de jaren en maanden waarop foto’s zijn gemaakt

2 – Adobe Photoshop Album

37


HOOFDSTUK

2

2.3.4 Tags Tags kunt u zien als kleine plakkertjes die u op foto’s plakt met gegevens over de foto. U kunt uw foto’s in een of meer rubrieken plaatsen. Zo kan een foto van uw kind een familiefoto zijn en een foto van Lynn (of de naam van uw kind). De foto wordt bij het zoeken in beide rubrieken gevonden. ■ Om een tag of rubriek te maken klikt u op de knop Create New Tag. ■ Om een rubriek aan een foto te koppelen selecteert u een of meer foto’s en sleept u de rubriek er heen. U kunt meerdere rubrieken aan een foto koppelen. ■ Om een foto met een rubriek te zoeken klikt u op het selectievakje van een of meer foto’s. ■ Om een rubriek te bewerken selecteert u de tag en klikt u op de knop Edit (Bewerken).

2.3.5 De fotobron De fotobron is het gebied waar foto’s, videoclips, audiobestanden en creaties worden getoond: één tegelijk of in een patroon van kleine afbeeldingen. De optiebalk onder de fotobron bevat een rij knoppen die snel toegang geven naar de meest gebruikte opties om de beeldweergave te wijzigen en het sorteermenu waar de sorteervolgorde wordt getoond.

2.3.6 De optiebalk De knoppen in de optiebalk maken het mogelijk om de bestanden in de fotobron te organiseren en te sorteren. Door de aanwijzer op een knop te houden ziet u wat de functie ervan is. De optiebalk biedt ook de mogelijkheid om de weergave van de tijdlijn aan te passen. U kunt kiezen of u de datum in de fotobron in het werkgebied wilt zien en het taakvenster Properties (Eigenschappen) wilt tonen of verbergen. Het is mogelijk om de stand van de foto’s aan te passen.

38

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1

2

2

3

4

5

1. Geselecteerde foto

4. Dubbelklik om een foto te bekijken

2. Klik om de datum en tijd te bewerken

5. In de medium beeldweergave plaatst u de

3. Blader om meer foto’s te zien

aanwijzer op het pictogram om de tagnames te zien

Figuur 2.12: De fotobron

1 1. Beeldweergave 2. Sorteermenu 3. Optie datumweergave

2

3

4

5

6

5. Tonen/weergeven taakvenster Properties (Eigenschappen Links draaien) 6. Rechts draaien

4. Tonen/verbergen werkgebied

Figuur 2.13: De optiebalk

2 – Adobe Photoshop Album

39


HOOFDSTUK

2

2.3.7 Taakvenster Properties (Eigenschappen) Het taakvenster Properties toont gedetailleerde informatie over de geselecteerde foto of het geselecteerde mediabestand. In het venster staat de naam, noties die u hebt toegevoegd, opnamegegevens, de datum waarop het is geïmporteerd, creaties die met het bestand zijn gemaakt, verwijzingen naar het bestand en de plaats van het bestand op uw computer. U kunt ook audiocommentaar opnemen bij een fotobestand en dit weer afspelen. In het venster kunt u bestandnamen wijzigen, bijschriften en notities toevoegen en de datum en tijd van het fotobestand aanpassen. 1. Sluit het venster

1

2. Bijschrift van de foto, video- of audioclip

2

3. Bestandsnaam

3 4 5 6

4. Pad naar de bestandslocatie op de computer 5. Bestandsomvang en afmeting van de foto of videoclip en

7 8

speelduur van de video 6. Datum en tijd aanpassen 7. Een audiobijlage opnemen of afspelen

9

8. De volledige informatie van het bestand bekijken inclusief

10

EXIF-informatie 9. Aantekeningen invoeren

11

10. Kies welke informatie u wilt zien 11. Toont de meta-, import- en wijzigingsgegevens en ingesloten verwijzingen

Figuur 2.14: Het venster Properties (Eigenschappen)

2.4 Foto’s indelen Als u foto’s importeert vanuit de camera naar de computer, kunt u het best een vast station gebruiken. Zorg dat de harde schijf voldoende ruimte heeft om de honderden foto’s die u in de loop van de tijd gaat maken, te bevatten.

40

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

OEFENING 2.2 Een bestandsindeling voor uw foto’s maken 1. Open in Windows het venster Deze computer. 2. Selecteer het station waar u de foto’s wilt bewaren. 3. Maak een hoofdmap, bijvoorbeeld Foto’s of Afbeeldingen. Als u de foto’s met Adobe Photoshop Album importeert, kiest u de hoofdmap. Maak vervolgens voor elke serie foto’s een submap met een naam die slaat op het onderwerp of met de datum waarop u de foto’s hebt gemaakt.

2.4 1 Rangschikken van foto’s U kunt de foto’s in Adobe Photoshop Album heel goed indelen met de optie Organize (Organiseren). U voegt een ‘tag’ of rubrieksnaam aan elke foto toe door er een soort van plakkertje op te plakken. Hiermee geeft u aan tot welke rubriek de foto behoort. Met behulp van enkele geïmporteerde foto’s wordt een voorbeeld gegeven.

2 OPMERKING Als u over voldoende financiële middelen beschikt, kunt u zelfs een aparte computer aanschaffen waarop u alleen uw fotobestanden bewaart en niets anders. Zorg dan wel dat u de foto’s ook op cd-rom kunt branden, want bij een computercrash (het kapot gaan van de harde schijf) zult u toch ergens een kopie van uw fotoarchief willen hebben.

OEFENING 2.3 Foto indelen 1. Klik in de standaardwerkbalk op de knop Organize. 2. Klik op de optiebalk onder in het venster op de knop Small Thumbnail (Foto’s in postzegelformaat). In figuur 2.15 ziet u een voorbeeld van een aantal foto’s die zijn geïmporteerd vanaf een digitale camera. De foto’s zijn op dezelfde dag gemaakt, maar kunnen in twee verschillende categorieën worden ingedeeld: Family en Places (familie en plaatsen). 3. Klik in het taakvenster Tags bijvoorbeeld op Family en sleep de tag naar een van de foto’s. Als er meerdere foto’s zijn die binnen dezelfde categorie passen, kunt u eerst alle foto’s selecteren. 4. Klik op de eerste foto.

2 – Adobe Photoshop Album

41


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.15: Een foto voorzien van een rubrieksnaam

5. Druk op de Shift-toets en klik op de laatste foto in een aaneengesloten reeks. 6. Druk op de Ctrl-toets als u foto’s wilt selecteren die verspreid in de fotobron staan. 7. Sleep de tag naar de selectie (zie figuur 2.16).

2.4.2 Zelf rubrieken maken Natuurlijk passen lang niet alle foto’s in de rubrieken die in het taakvenster Tags staan. U kunt gelukkig zelf eigen rubrieken maken waarin u uw foto’s kunt plakken.

OEFENING 2.4 Een tag maken 1. Druk op Ctrl+N of klik in het menu Tags op New Tag. 2. Kies in het vak Category een categorie: People (Mensen), Family (Familie), Places (Plaatsen), Events (Gebeurtenissen) of Other (Divers). 42

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.16: Een reeks foto’s voorzien van een ‘tag’

3. Als u bijvoorbeeld voor Family kiest, kunt u een nieuwe tagnaam maken, bijvoorbeeld Ouders, Moeder, Vader, Broer <Naam>, Zuster <Naam>, enzovoort (zie figuur 2.17).

Figuur 2.17: Een nieuwe ‘tag’ maken in de tageditor voor foto’s in het archief

2 – Adobe Photoshop Album

43


HOOFDSTUK

2

4. Deze tag sleept u dan naar foto’s waarop deze rubriek betrekking heeft. 5. Deel de foto’s in uw fotoarchief in met behulp van bestaande en nieuwe rubrieken.

2.4.3 Foto’s zoeken Als u uw foto’s in rubrieken hebt ingedeeld, kunt u nadien gemakkelijk zoeken op rubriek. Foto’s van familie, vrienden, gebeurtenissen en plaatsen worden in het bronvenster getoond.

OEFENING 2.5 Zoeken op rubriek 1. Klik in het taakvenster Tags op het selectievakje voor een rubriek. 2. De foto’s die in deze rubrieken zijn ingedeeld, verschijnen in het venster (zie figuur 2.18).

Figuur 2.18: Nadat u foto’s hebt ingedeeld, kunt u gemakkelijk selecteren op een bepaalde rubriek

44

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2.5 Foto’s uit bestanden en mappen toevoegen

2

Wanneer u de principes van Photoshop Album hebt begrepen, kunt u foto’s die al op uw computer stonden bij het album betrekken. Alle foto’s komen bij elkaar in de fotobron te staan. Zijn dit veel foto’s, dan bent u natuurlijk wel even bezig om deze in bepaalde rubrieken te plaatsen. Ook zult u veel nieuwe rubrieken moeten maken.

OEFENING 2.6 Foto’s uit bestanden en mappen toevoegen 1. Druk op Ctrl+Shift+G of klik op de knop Get Photos (Foto’s ophalen) en vervolgens op From Files and Folders (Uit bestanden en mappen). 2. Selecteer in het venster Get Photos from Files and Folders in het vak Zoeken in de map(pen) waarin uw foto’s staan (zie figuur 2.19). 3. Dubbelklik eventueel op de submap. 4. Selecteer een foto. Als u alle foto’s uit de map wilt toevoegen, drukt u op Ctrl+A.

Figuur 2.19: In het venster Get Photos from Files and Folders selecteert u de foto’s die u aan Adobe Photoshop Album wilt toevoegen

2 – Adobe Photoshop Album

45


HOOFDSTUK

2

5. Klik op de knop Get Photos om de foto’s aan Adobe Photoshop Album toe te voegen.

2.6 Fix – Een foto verbeteren Nadat u een foto in Photoshop Album hebt geïmporteerd, kunt u verbeteringen aanbrengen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat u een foto tijdens de opname iets hebt onderbelicht, overbelicht of dat u had moeten flitsen, enzovoort. Het is reuze handig als u achteraf in het album nog enkele correcties kunt doorvoeren zonder daar een zwaar fotobewerkingsprogramma voor hoeven te gebruiken.

OEFENING 2.7 Een foto verbeteren 1. Selecteer de foto die u wilt verbeteren. 2. Klik in de standaardwerkbalk op Fix. Het venster Fix Photo met de naam van de foto wordt geopend (zie figuur 2.20).

Figuur 2.20: In het venster Fix Photo staat de geselecteerde foto met rechts de opties waarmee u een foto kunt aanpassen

46

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

2.6.1 Opties Fix Photo Er zijn verschillende opties die u, afhankelijk van wat er met de foto moet gebeuren, kunt gebruiken: Crop (Bijsnijden) – Hiermee selecteert u een bepaald gedeelte van de foto om hiermee een nieuwe afbeelding te maken. Met behulp van de handgrepen kiest u het gebied dat u wilt bijsnijden (zie figuur 2.21). Met de knop Apply Crop (Bijsnijden toepassen) past u de foto aan.

Figuur 2.21: Een foto bijsnijden

OPMERKING

Red Eye Removal (Rode ogen verwijderen) – Hiermee past u de kleur van de pupil van een oog aan als deze tijdens het flitsen rood is opgelicht. Door de pupil weer zwart te maken, krijgt de persoon een natuurlijke uitstraling.

Probeer rode ogen te voorkomen door tijdens de opname Red eye reduction op de camera aan te zetten.

Brightness and Contrast (Helderheid en Contrast) – Deze optie gebruikt u om lichte foto’s donkerder en donkere foto’s lichter te maken. Gebruik daarvoor de schuifknoppen tot u tevreden bent over het resultaat.

OPMERKING

Lighting (Belichting) – Hiermee stelt u de invulflits en het tegenlicht in. De optie Fill Flash (Invulflits) gebruikt u bij foto’s waarbij u tegenlicht hebt gebruikt. De schaduwpartijen zijn naar de camera toe gericht en zijn dan meestal niet goed 2 – Adobe Photoshop Album

U kunt dit effect ook gebruiken om speciale effecten te krijgen, bijvoorbeeld door het contrast extreem te vergroten.

47


HOOFDSTUK

2

doortekend (zie figuur 2.22). Door Fill Flash te gebruiken heft u dit effect enigszins op. Backlighting maakt de algemene belichting van de foto lichter of donkerder. Deze optie gebruikt u ook bij foto’s die met tegenlicht zijn genomen en daardoor meestal iets te donker zijn geworden.

Figuur 2.22: De belichting van een foto aanpassen

Figuur 2.23: Met de optie Color Saturation kunt u de kleuren van een foto aanpassen

48

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Color Saturation (Kleurscheiding) – Met deze optie kunt u de kleuren in een foto versterken of verzwakken. Deze optie gebruikt u bijvoorbeeld om een foto in zwart/wit weer te geven of een foto met zwakke kleuren te verbeteren (zie figuur 2.23).

2

Single Click Fix (Een klik verbetering) – Met de knoppen Auto Color (Automatisch kleur aanpassen) Auto Levels (Automatische lagen), Auto Contrast (Automatisch contrast aanpassen) en Sharpen (Scherper) laat u de wijzigingen in uw foto aan het programma zelf over. Om foto’s met saaie kleuren te verbeteren kunt u Auto Color gebruiken. In figuur 2.24 ziet u een foto waarop Auto Color, Auto Levels en Sharpen is toegepast. De oorspronkelijke foto is genomen in een trapgat en daardoor iets onderbelicht. Door de slechte belichting is enige bewegingsonscherpte ontstaan. Door deze drie opties te gebruiken is het resultaat veel beter dan het origineel.

OPMERKING Om een foto te verbeteren kunt u meerdere opties in het venster Fix Photo tegelijk gebruiken net zolang tot u tevreden bent over het resultaat.

Figuur 2.24: Door meerdere verbeteringen toe te passen ontstaat meestal een foto die veel beter is dan het origineel

2 – Adobe Photoshop Album

49


HOOFDSTUK

2

2.7 Creations Wizard Nadat u uw foto’s hebt geïmporteerd en verbeteringen hebt aangebracht, gaat u iets met uw foto’s doen. De Creations Wizard maakt het mogelijk om snel resultaat te bereiken, zoals het maken van een fotoalbum, een diavoorstelling of een kalender. Vanuit de Quick Guide (menu Help), tabblad Create (Maken) start u een van de acht mogelijkheden (zie figuur 2.25).

Figuur 2.25: Op het tabblad Create in de Quick Guide staan acht pictogrammen die toegang geven tot even zoveel producten die u met uw foto’s kunt maken

2.7.1 Album Met de optie Album maakt u een selectie uit de foto’s die u hebt gemaakt. U sleept foto’s uit uw archief naar het venster Workspace (Werkruimte). In oefening 2.8 ziet u hoe dit gaat.

OEFENING 2.8 Een fotoalbum maken 1. Open, indien nodig, de Quick Guide vanuit het menu Help. 2. Klik op de tab Create en vervolgens op het pictogram Album.

50

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3. Sluit de Quick Guide om meer overzicht te krijgen.

2

4. Het venster Workspace wordt geopend. 5. Selecteer in het bronvenster op de achtergrond de foto die u in het album wilt plaatsen. 6. Klik-en-sleep de foto naar het venster Workspace (zie figuur 2.26). 7. Als u alle foto’s hebt geselecteerd, klikt u op de knop Start Creations Wizard.

Figuur 2.26: U legt een album aan door foto’s naar het venster Workspace te slepen

Het eerste venster van de Creations Wizard laat u kiezen uit verschillende typen ‘templates’. Een template is niets anders dan een werkblad dat voor u is gemaakt en waar u de foto’s in past. U hebt de keuze uit: Album, Slideshow (Diavoorstelling), Video CD, Greeting Card (Wenskaart), eCard (Elektronische ansichtkaart), Calendar (Kalender) en Photo Book (Fotoboek).

2 – Adobe Photoshop Album

51


HOOFDSTUK

2

8. Omdat u een album wilt maken, laat u deze optie staan. Klik op Next (Volgende). 9. Het tweede blad van de wizard verschijnt. Hier kiest u een albumstijl (zie figuur 2.27).

Figuur 2.27: Kies een stijlblad waarmee u het album gaat opmaken

10. Klik op de verschillende stijlen en selecteer de stijl die u leuk vindt. Klik op Next. 11. Voer nu de titel voor de titelpagina in, kies het aantal foto’s per pagina en voer eventueel een kop- en voettekst in. Klik op Next. 12. U kunt het resultaat bekijken. Klik in het venster Preview Your Album op Full Screen Preview (Volledig venster). Bekijk het resultaat en wijzig eventueel iets aan de volgorde van de foto’s met de optie Rearrange Photos (zie figuur 2.28). Klik op Next als u tevreden bent.

2.7.2 Het resultaat delen met anderen Op de laatste pagina kunt u bepalen hoe u het fotoalbum wilt bekijken of via internet wilt delen met anderen (zie figuur 2.29). De mogelijkheden worden hier kort besproken. Kies zelf de mogelijkheid die voor u het beste uitkomt.

52

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.28: Het titelblad van het album verschijnt en biedt de mogelijkheid om de volgorde van de foto’s aan te passen

OPMERKING Figuur 2.29: Gebruik een van de opties in het venster om uw album te delen

Save as PDF (Opslaan als PDF-bestand) Er wordt een PDF-bestand gemaakt dat u gemakkelijk via internet kunt versturen aan familie, vrienden en kennissen. Een PDF-bestand kan door iedereen worden bekeken met behulp van de Adobe Acrobat Reader.

2 – Adobe Photoshop Album

Informatie over de Adobe Acrobat Reader en het Portable Document Format (PDF) vindt u op de website van Adobe (www.adobe.nl/products/acrobat/ adobepdf.html).

53


HOOFDSTUK

2 OPMERKING De optie Order Online is voor de gebruiker in Nederland niet beschikbaar.

Print (Afdrukken) Het album wordt afgedrukt. Om uw foto’s mooi uit te laten komen is het beter om speciaal fotopapier aan te schaffen. Dit papier is in verschillende kwaliteiten leverbaar. Vergeet niet de juiste papierkwaliteit ook in te stellen in het venster Afdrukken, Papier. E-mail Het album wordt per e-mail verstuurd. U kunt zelf het e-mailprogramma selecteren dat u daarvoor wilt gebruiken. Met de optie Add Recipient (Geadresseerde toevoegen) voegt u de voor- en achternaam en het e-mailadres van de geadresseerde toe. Burn (Branden) Het album wordt op cd-rom gebrand als u tenminste beschikt over een cd-writer in uw computer. Het album wordt daarvoor eerst als een PDF-bestand opgeslagen.

2.7.3 Greeting Card (Wenskaart) Bij het versturen van een wenskaart kunt u één foto tegelijkertijd gebruiken. U voert een titel, een groet, een boodschap en een handtekening in. Vervolgens kunt u kiezen hoe u de wenskaart gaat versturen (zie figuur 2.30).

2.7.4 eCard (Een kaart per e-mail) Een eCard is bijna gelijk aan een wenskaart, maar u kunt hierbij ook achtergrondmuziek (Background Music) toevoegen (zie figuur 2.30).

2.7.5 Calendar (Kalender) U maakt van een aantal foto’s gemakkelijk een eigen kalender. Zorg voordat u begint dat u dertien foto’s beschikbaar hebt. Eén voor de titelpagina en twaalf andere, voor elke maand één. U kunt weer kiezen uit verschillende stijlen. Ook is het mogelijk om via internet nieuwe stijlbladen op te halen. Naast de titel op de titelpagina kiest u ook de maand waarmee de kalender moet beginnen en eindigen. 54

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.30: Een wenskaart voorziet u van een titel, een groet, een boodschap en een ‘handtekening’

Figuur 2.31: Een kalender maakt u snel na het selecteren van dertien foto’s

2.7.6 Slideshow (Diavoorstelling) De diavoorstelling die u met de Creations Wizard maakt, is anders dan dat u op de knop Slideshow drukt op de standaardwerkbalk. De Creations Wizard biedt een aantal stijlbladen waarin u de diavoorstelling kunt gieten. Bovendien kunt 2 – Adobe Photoshop Album

55


HOOFDSTUK

2

u meer stijlbladen van internet halen. Na het kiezen van een stijlblad voert u de titel voor de diavoorstelling in en kiest u het aantal foto’s per pagina, achtergrondmuziek, overgangen (transitions), vertoningsduur en een aantal andere opties.

OEFENING 2.9 Een diashow maken 1. Importeer, indien nodig, de afbeeldingen waarvan u een diavoorstelling wilt maken met de optie File, Get Photos (Bestand, Haal foto’s op). 2. Selecteer de foto’s op de tijdlijn. 3. Selecteer alle foto’s die u in de diavoorstelling wilt afspelen (zie figuur 2.32). 4. Klik op de knop Create (Maken). 5. Klik in de Creations Wizard in het vak Select the template type (Selecteer het type opmaakprofiel) op Slideshow (zie figuur 2.33). 6. Klik op de knop Next.

Figuur 2.32: Selecteren van de afbeeldingen

56

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.33: In de Creations Wizard kiest u voor Slideshow

7. Selecteer een stijl waarin u de diavoorstelling wilt afspelen, bijvoorbeeld Casual (Gewoon). 8. Klik op Next (zie figuur 2.34). 9. Kies een achtergrondmuziekje in het vak Background music.

Figuur 2.34: De stijl voor de diavoorstelling kiezen

2 – Adobe Photoshop Album

57


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.35: Voer de titel voor de diavoorstelling in

10. Voer de titel van de diavoorstelling in en kies het aantal foto’s per pagina (zie figuur 2.35). 11. Kies in het vak Transition (Overgang) de manier waarop de ene dia in de volgende zal overgaan: None (Geen) Dissolve (Oplossen) Fade (Vervagen) Wipe Left (Links wissen) Wipe Right (Rechts wissen) Wipe Up (Naar boven wissen) Wipe Down (Naar beneden wissen) Box In (Vierkant in) Box Out (Vierkant uit) Random (Willekeurig) 12. Kies de duur waarop de dia wordt getoond in het vak Page Duration (Duur van vertoning).

58

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

13. Stel eventueel de andere opties in:

2

Include Paly Controls (Afspeelknoppen toevoegen) Start Slideshow Automatically (Start de diavoorstelling automatisch) Pause on Start / Manual Advance (Pauzeren bij Start/ Handmatig verder gaan) Repeat Slideshow (Diavoorstelling herhalen) Allow Video to Resize (Videobeeld aanpassen toestaan) 14. Klik op de knop Next om verder te gaan. De diavoorstelling wordt gemaakt (zie figuur 2.36). U kunt de dia’s bekijken met behulp van de knoppen onder in het diavenster. ■ Met de optie Full Screen Preview (Voorbeeld op volledig scherm bekijken) ziet u hoe de presentatie eruitziet. ■ Met de optie Rearrange Photos (Foto’s herschikken) is het mogelijk om foto’s in de diavoorstelling een andere plaats te geven.

Figuur 2.36: De eerste dia van de diavoorstelling verschijnt

2 – Adobe Photoshop Album

59


HOOFDSTUK

2

15. Klik op Next om naar het laatste scherm van de Creations Wizard te gaan. In het laatste venster kiest u een optie om uw diavoorstelling met anderen te delen (zie paragraaf 2.7.2). Bij het kiezen van de optie Save as PDF krijgt u de mogelijkheid om de omvang en de kwaliteit te kiezen (zie figuur 2.38). Voor de beste presentatie op het beeldscherm kiest u Optimize for Viewing Onscreen (Optimaliseren voor beeldscherm; zie figuur 2.37).

Figuur 2.37: In het venster Save as PDF kiest u voor de eerste optie

Als het aantal afbeeldingen niet helemaal uitkomt op de laatste pagina, krijgt u een mededeling (zie figuur 2.38). 16. Klik op de knop Continue om door te gaan.

Figuur 2.38: Volg de aanwijzingen in het mededelingenvenster

17. In het venster Export PDF As kiest u in het vak Opslaan in de map waar u uw PDF-bestanden wilt bewaren (zie figuur 3.39). In het vak Bestandsnaam laat u de bestaande naam staan of u wijzigt deze als u een betere naam voor de presentatie hebt. 60

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.39: In het venster Export PDF As kiest u de map en de bestandsnaam voor uw presentatie

Een cd branden Kiest u in het venster Publish Your Slideshow (Uw diavoorstelling publiceren; stap 5 van de Creations Wizard) voor Burn (Branden), dan komt u via Continue in het venster Select Disc Setting (Selecteer cd-instelling). Er zijn twee mogelijkheden om een cd te branden: ■ Burn a CD to view on a computer – Deze optie gebruikt u als u een cd wilt branden voor het gebruik op uw computer. Als u deze cd in uw computer plaatst, wordt de diavoorstelling hierop afgespeeld. ■ Burn a Video CD to view on a DVD player – Deze optie gebruikt u als u de cd op een dvd-speler wilt afspelen, zodat de diavoorstelling ook op het tv-scherm is te bekijken. Een presentatie bekijken Na het maken van de presentatie keert u terug in het hoofdvenster van Adobe Photoshop Album. De presentaties staan boven in de fotobron (zie figuur 2.40).

2 – Adobe Photoshop Album

61


HOOFDSTUK

2

Figuur 2.40: Een presentatie starten in Adobe Photoshop Album

OEFENING 2.10 Een presentatie starten 1. U start een presentatie door erop te dubbelklikken. 2. Klik op Full Screen Preview (Voorbeeld op volledig scherm). De presentatie start in een volledig scherm op uw beeldscherm (zie figuur 2.41). 3. Gebruik de navigatieknoppen rechtsboven in het venster om uw presentatie te besturen (zie figuur 2.42).

Figuur 2.41: Een diavoorstelling in een volledig venster

62

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

1

2

3

4

5

2

6

1. Terug naar het begin 2. Een dia terug 3. Pauzeren/Starten 4. Een dia verder 5. Naar de laatste dia 6. Afsluiten

Figuur 2.42: De navigatieknoppen voor de diavoorstelling

Foto’s verwisselen of verwijderen Nadat u de presentatie hebt bekeken, komt u wellicht tot andere inzichten en wilt u uw presentatie wijzigen. U kunt foto’s toevoegen, bewerken en de volgorde aanpassen.

OEFENING 2.11 Een presentatie aanpassen 1. Start, indien nodig, de presentatie op. 2. Klik op de knop Rearrange Photos (Foto’s herschikken). 3. Klik met de rechtermuisknop als u een foto wilt verwijderen of toevoegen (zie figuur 2.43). 4. Klik op de optie Remove from Workspace (Uit werkgebied verwijderen) om een foto te verwijderen. U ziet dat de nummering van de foto’s in het venster Workspace wordt aangepast.

Figuur 2.43: Een foto toevoegen of verwijderen aan de diavoorstelling 2 – Adobe Photoshop Album

63


HOOFDSTUK

2

5. Om een foto te verplaatsen wijst u de foto aan. Klik-ensleep de foto naar de plaats waar u deze in de diavoorstelling wilt tonen. 6. Stel op deze manier uw diavoorstelling bij. Als u klaar bent, klikt u op Back to Wizard. 7. Speel vervolgens de diavoorstelling opnieuw af.

2.8 Fotobestanden exporteren Het fotoalbum bevat foto’s die u vanaf een digitale camera of cd-rom hebt geïmporteerd. Als u foto’s ergens anders op uw computer wilt bewaren, kunt u deze exporteren.

OEFENING 2.12 Fotobestanden exporteren 1. Selecteer de foto’s die u wilt exporteren. 2. Druk op Ctrl+E of klik in het menu File (Bestand) op Export (Exporteren). 3. In het venster Export Selected Items verschijnen de foto’s die u hebt geselecteerd. 4. U kunt de bestanden in verschillende bestandsformaten wegschrijven: oorspronkelijk formaat, JPEG, PNG, TIFF en PSD. 5. In het vak Photo Size past u het formaat van de foto aan. 6. In het vak Location kiest u het station en de map waar u de foto’s wilt bewaren. 7. In het vak Filenames klikt u op Common Base Name en voert u desgewenst een andere bestandsnaam in.

2.9 Tot besluit Als u foto’s hebt gemaakt met de digitale camera, wilt u daar iets mee doen. De foto’s worden op de computer geïmporteerd en gearchiveerd. U kunt dit met Adobe Photoshop Album goed doen door voor elk onderwerp een aparte categoriemap te maken. Eenvoudige bewerkingen zijn met de optie Fix goed uit te voeren. Met de Creations Wizard maakt u wenskaarten, kalenders, fotoalbums en andere creaties met uw foto’s en stuurt u deze toe aan familie, vrienden en kennissen.

64

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 3 Reisfotografie Veel bezitters van een digitale camera fotograferen alleen tijdens vakanties of op reis. Deze komen dan terug met enkele foto’s waarin men de sfeer heeft geprobeerd vast te leggen. Meestal verbleken de herinneringen net zo snel als de bruine kleur van de huid verdwijnt, terwijl er vast veel meer was om onderweg te fotograferen. Dit hoofdstuk helpt u bij het vinden van leuke onderwerpen die u onderweg tegen kunt komen en waarop u de lens kunt richten.

3.1 Wat neemt u meestal mee in de fototas ? Een amateurfotograaf zal kritisch kijken wat er mee gaat op reis. Gelukkig heeft de digitale fotograaf het gemakkelijk, want eigenlijk hoeft er niet eens zoveel mee. Verwisselbare objectieven zijn er niet en dat scheelt een boel gewicht. Wat blijft er dan over? ■ fototas; ■ digitale camera; ■ gebruiksaanwijzing van de camera; ■ extra accu of een tweede set batterijen; ■ batterij-oplader; ■ transformator; ■ verloopstekkers; ■ UV-filter; ■ lensdoekje met reinigingsvloeistof; ■ extra geheugen; ■ statief(je).

65


HOOFDSTUK

3

En eventueel: ■ een externe flitser; ■ een voorzetlens voor groothoek- en macro-opnamen; ■ voor sommige landen het aankoopbewijs van de camera; ■ een laptop om foto’s op te slaan en te beoordelen.

3.2 Voorbereidingen TIP Neem de handleiding van uw camera mee, vooral als u nog niet zoveel ervaring hebt. Het kan erg vervelend zijn als u ver van huis een bepaald probleem met uw camera niet kunt oplossen.

Voordat u in de auto of het vliegtuig stapt, kunt u eerst thuis genieten van de voorpret. Als u uw digitale camera net hebt gekocht, lees dan eerst de gebruiksaanwijzing goed door. Leer de belangrijkste functies van de camera kennen. In hoofdstuk 1 zijn deze uitvoerig besproken. Daarnaast is het belangrijk dat u oefent met uw digitale camera. Ook al bent u overgestapt van een normale camera met film op een digitale camera, dan zullen veel dingen anders zijn aan uw nieuwe toestel. U zult de opties ervan moeten bestuderen als u tenminste altijd goede opnamen wilt maken. Als oefening maakt u foto’s bij u in de buurt of als u uitgaat, neemt u de camera mee. Er gebeurt altijd wel iets wat de moeite waard is. Bekijk de foto’s op de computer en probeer te achterhalen wat u fout hebt gedaan als een foto is mislukt. Tegen de tijd dat u op reis gaat, kent u de mogelijkheden en onmogelijkheden van het toestel. Omdat digitale fotografie na de aanschaf van de camera bijna niets meer kost, kunt u maar raak fotograferen. Een fotograaf die echter zijn verstand niet gebruikt, maakt nooit een goede foto. U kunt misschien wel het onderwerp op uw gevoel benaderen, maar de techniek van de camera vereist dat u weet wat u doet. Het maakt daarbij niet uit of uw camera veel of weinig mogelijkheden heeft.

3.3 Gebruik de opties van het toestel Een vriend van ons heeft een digitale camera gekocht bij de Aldi (zie figuur 3.1). Voor C 49,– inclusief een fototasje en twee cd-roms met software. Het toestelletje werkt op twee 66

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

penlight-batterijen en kan veertig opnamen maken, eventueel met flits. Naast de opnameknop en het verstellen van het object voor veraf en dichtbij zit er nog een optie op voor het maken van een video-opname. Dat is alles. Toch is mijn vriend heel tevreden met zijn camera. Hij neemt het toestelletje overal mee naartoe en maakt aardige foto’s (zie figuur 3.2). Een dergelijke camera is heel geschikt om even een ‘snapshot’ te maken. Er hoeft eigenlijk niets te worden ingesteld en de foto is bij normale lichtomstandigheden meestal goed. De camera heeft een USB-uitgang zodat de foto’s direct op de computer bekeken kunnen worden.

3

Figuur 3.1: De digitale camera van Medion is een voorbeeld van een borstzakcamera

Figuur 3.2: Onze vriend aan het werk met zijn snapshot-camera tijdens een zondagmiddagbezoek

3 – Reisfotografie

67


HOOFDSTUK

3

Natuurlijk heeft een dergelijke camera zijn grenzen, maar zolang onze vriend daar niet tegen aanloopt of daar rekening mee houdt, is er niets aan de hand.

3.4 Fototips voor op reis Hierna volgen in het kort enkele praktische fototips voor het gebruik van de digitale camera onderweg. Vervolgens wordt ingegaan op het gebruik van batterijen of accu’s, geheugenkaartjes en andere zaken die u moet weten voordat u op reis gaat. ■ Houd de camera bij de hand zodat u meteen een opname kunt maken als er zich een leuk moment voordoet. ■ Neem bij het verlaten van de auto de camera mee. We zijn in Aux-en-Provence eens een complete foto- en video-uitrusting ‘kwijtgeraakt’ bij een auto-inbraak. ■ Leg de digitale camera niet los in het dashboardkastje want daar rammelt de camera tijdens het rijden te veel. ■ Berg uw digitale camera en toebehoren op in een vochtbestendige draagtas. Deze tas is zeker nodig bij een vakantie aan zee of op een cruise, maar ook bij kleinere boottochten en oversteken per veerboot. Zeezout is heel slecht voor elektronische apparatuur. Zeelucht bevat ook een groot zoutgehalte en kan tot in de camera binnendringen. Pas na weken kunt u de gevolgen ervan ontdekken als uw camera het plotseling niet meer doet. ■ Bewaar uw camerageheugen in het plastic doosje dat bijgeleverd wordt. Deze kaartjes zijn kwetsbaar vooral als u ze laat rondslingeren in uw fototas. U kunt de lege en de volle kaartjes gescheiden bewaren, waardoor u bij het snel wisselen van geheugen niet in de war raakt. Elk kaartje kunt u bovendien voorzien van een volgnummer. Volle kaartjes kunt u het best op de hotelkamer of op een andere veilige plek bewaren. Bij diefstal van uw fototas hebt u dan in ieder geval nog een aantal foto’s over. ■ Batterijen en accu’s hebben minder capaciteit als ze koud zijn. Tijdens een wintersportvakantie is het raadzaam om deze in uw binnenzak te bewaren of op een andere warme

68

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

plaats zoals een draagzakje onder uw trui. Let er wel op dat de batterijen geen kortsluiting kunnen maken, want dat kan hevige brandwonden veroorzaken.

3

■ Gebruik uw flits vooral bij tegenlichtopnamen om schaduwpartijen op te lichten. Uw foto’s krijgen daardoor meer detail en zeggingskracht. ■ Een klein statiefje op reis is altijd handig. Er zijn verschillende soorten zoals het microscopisch statiefje dat u op een muurtje, tafel of kerkbank kunt zetten. Andere statiefjes klemt u op een tafelrand. ■ Bij het wisselen van geheugenkaartjes, batterijen, voorzetlenzen, enzovoort gaat u op een plaats staan waar dat veilig is. Bij voorkeur niet op een steiger, hangbrug over een ravijn of in het gangboord van een schip. Het zal u maar gebeuren dat uw accu uit uw vingers glipt en weg stuitert om met een plons in een pijlloze diepte te verdwijnen. ■ Tijdens een vlucht in het vliegtuig is het vaak verboden om een digitale camera in te schakelen. Het toestel bevat soms elektronica die een storende invloed heeft op de navigatieapparatuur van het vliegtuig. ■ Maak de lens van uw digitale camera regelmatig schoon. U zult het tijdens het fotograferen niet direct merken, maar bij het bekijken is het heel vervelend als elke foto wazige vlekken vertoont.

3.4.1 Accu’s en batterijen Waar u tijdens uw vakantie het eerst tegenaan loopt, is het stroomverbruik van uw digitale camera. Als uw camera batterijen gebruikt, zorg dan dat u twee extra setjes meeneemt. In veel gevallen kunt u gewone oplaadbare batterijen van het penlite-formaat gebruiken. Camera’s die dergelijke batterijen gebruiken, werken ook op gewone alkaline-batterijen die u overal ter wereld kunt kopen. Er zijn ook camera’s die een eigen speciaal model accu gebruiken en in dat geval bent u afhankelijk van de oplader. Het is soms lastig een stopcontact te vinden om de oplader in te steken. Vandaar dat we u adviseren een tweede accu mee te nemen. Zorg dat deze altijd is opgeladen, dan kunt u snel van accu wisselen en uw

3 – Reisfotografie

69


HOOFDSTUK

3

fotosessie afmaken. Als u ergens de gelegenheid hebt om uw lege accu weer op te laden, maak daar dan meteen gebruik van. U weet immers nooit waar en wanneer u dat weer kunt doen. Op deze manier komt u nooit voor een onaangename verrassing te staan.

3.4.2 De oplader Aan uw oplader zit een stekker die past in het stopcontact bij u thuis. In het buitenland gebruikt men vaak andere stopcontacten waar de stekker van de oplader niet in past. U zit dan met de gebakken peren als u geen goede adapter bij u hebt. Daarbij komt de stroomspanning die niet overal gelijk is. In Nederland staat 230 Volt (V) op het lichtnet. In andere landen gebruikt men ook 110 V waar u de oplader niet op aan kunt sluiten. Er zijn losse batterijladers te krijgen die overweg kunnen met alle netspanningen die er bestaan. De firma Conrad heeft een dergelijke lader in het assortiment (zie www.condad.nl). U krijgt er een aantal verloopstekkers bij. Lastig is het als u de accu in de camera moet laten om deze op te laden. Om uw camera van 230 V aan te sluiten op het lichtnet van 110 V hebt u een ‘step-up’-transformator nodig. U sluit deze convertor aan op het lichtnet van een 110 V-land, eventueel door middel van een verloopstekkertje. Aan de andere kant sluit u uw digitale camera aan. U moet daarvoor echter nog één ding controleren, namelijk de netfrequentie. In Nederland is deze 50 Hz. Als u een 50 Hz-adaptor aansluit op een 60 Hz-frequentie, kan het apparaat gloeiend heet worden en zelfs in brand vliegen. Vraag uw leverancier naar een adapter die zowel voor 50 Hz- als 60 Hz-frequentie geschikt is.

3.4.3 Camerageheugen Uw digitale foto’s worden in het camerageheugen opgeslagen. Bij de meeste digitale camera’s is het mogelijk om de geheugenkaartjes te verwisselen. U kunt het best zelf inschatten hoeveel geheugenkaartjes u nodig hebt. Een en ander is afhankelijk van de resolutie waarmee u fotografeert. Als u scherpe foto’s maakt in een hoge resolutie, passen er minder foto’s op het geheugenkaartje dan foto’s in een lage resolutie. In tabel 3.1 wordt een overzicht gegeven van de resolutie en van het aantal beelden dat op een geheugenkaartje past.

70

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

Aantal beelden Resolutie

Bestandsgrootte

16 MB geheugenkaart

64 MB geheugenkaart

640 × 480

0,15 MB

77

311

1280 × 960

0,5 MB

22

88

1600 × 1200

0,85 MB

15

60

2256 × 1504

1,6 MB

8

33

2240 × 1680

1,8 MB

7

30

Tabel 3.1: Aantal beelden dat u op een 16 MB en 64 MB geheugenkaartje kunt opslaan

Om ruimte op de geheugenkaartjes te besparen fotografeert u in een lagere resolutie. De vraag is dan wel waarom u een camera hebt gekocht die veel betere foto’s kan maken. U kunt foto’s ook gecomprimeerd opslaan. In beide gevallen gaat dit ten koste van de kwaliteit van de afdruk, zeker als u ook vergrotingen wilt maken. Het beste is om foto’s te maken in de resolutie waarmee u toch redelijke afdrukken kunt maken. Al naar gelang de duur van de vakantie en de onderwerpen die u gaat fotograferen, koopt u er geheugenkaartjes bij. Voor een redelijk vakantieverslag in foto’s hebt u ongeveer 300 tot 400 foto’s nodig. Normaal maakt u waarschijnlijk nooit zoveel foto’s, maar met een digitale camera is het verleidelijk om veel te fotograferen. Wij juichen dit ook toe! U hoeft immers geen filmpjes te laten ontwikkelen en alle foto’s af te laten drukken. Niets is zo leuk als veel foto’s te maken met een digitale camera. U krijgt op deze manier een compleet beeld van de korte vakantie of de verre reis die u maakt.

3.4.4 Neem uw laptop mee Een andere mogelijkheid is het kopiëren van uw foto’s naar een laptop die u op reis meeneemt. Na een fotosessie kopieert u de opnamen meteen naar de laptop waar u meteen in groot formaat kunt zien of de foto’s gelukt zijn. Het geheugenkaartje maakt u daarna leeg.

3 – Reisfotografie

TIP Het is raadzaam om thuis een proef te doen met het kopiëren van foto’s naar de laptop. Wellicht is het nog nodig om drivers te installeren en/of extra hardware te kopen die u in het buitenland misschien moeilijk kunt krijgen.

71


HOOFDSTUK

3 TIP Bewaar uw laptop in de afgesloten kofferruimte van uw auto als u uw auto onbewaakt parkeert of neem deze mee. U kunt het beste een aparte verzekering afsluiten voor uw camera en computerapparatuur die ook dekking geeft in het buitenland. Controleer op de polis of de dekking geldt voor het land waar u naartoe wilt reizen.

Figuur 3.3: Neem een laptop mee waarop u uw foto’s tijdens de reis kunt opslaan en bekijken

3.5 Mogelijke onderwerpen Reizen is voor iedereen een andere gebeurtenis. De een vliegt naar het strand en ziet verder niets van de omgeving dan alleen blote, zonnebadende mensen. Een ander trekt voort van museum naar museum en is daarmee intens tevreden. We hebben een brede belangstelling en storten ons op veel onderwerpen. We komen dan ook elk jaar met honderden foto’s thuis. ‘Wat doen jullie met zoveel foto’s?’ wordt ons vaak gevraagd. De meeste blijven op onze multimediacomputer staan die we als diaprojector gebruiken. Voor belangstellenden en soms voor onszelf drukken we wel eens een foto af. De ‘kick’ zit meer in het maken van geslaagde foto’s, dan honderden afdrukken in een doos te stoppen.

3.5.1 Landschappen Landschapfotografie is zo oud als de fotografie al bestaat. Veel landschapschilders gebruiken de fotografie bij het maken van schilderijen. Landschappen wisselen door de dag heen vaak van stemming. Daarbij komen de seizoenen die voorbij gaan en die het landschap door een jaar heen sterk doen veranderen. De rust van een landschap wordt altijd versterkt door een liggend formaat. De meeste landschappen, stadsgezichten, groepen en panorama’s kunt u het best zo vastleggen. Hierin 72

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

bevinden zich dan de meeste liggende lijnen. Het staande beeldformaat wordt op zijn beurt ondersteund door staande lijnen: smalle gangen, hoge torens, zuilen, hoge ruimten, enzovoort. Wanneer de goede opnamestand (staand of liggend) is gekozen, kijkt u naar de beeldelementen die het belangrijkste zijn in de opname. Op de meeste foto’s is veel te veel te zien, zodat de kijker niet meer weet wat eigenlijk het onderwerp van de foto is. Er is heel veel te zien maar niets eigenlijk goed. U doet er dus goed aan zo dicht mogelijk naar uw onderwerp toe te gaan om de typische afzonderlijke beeldelementen apart te fotograferen. De foto’s in dit hoofdstuk bevatten daarvan enkele voorbeelden. In figuur 3.4a ziet u een opname die in de winter is gemaakt van een uitzicht op een meer. De horizontale lijnen in het beeld bepalen het liggende formaat. In figuur 3.4b ziet u hetzelfde uitzicht met een schitterende hoge wolkenpartij. Voor deze opname werd gekozen voor het staande formaat. De lage horizon zorgt ervoor dat de aandacht meer op de wolkenlucht is geconcentreerd. Het landschap verandert met de seizoenen. In het voorjaar komen de gewassen op en zijn er veel bloemen. De lucht is

TIP Er zijn veel plaatsen die u regelmatig kunt bezoeken om van het uitzicht te genieten. Vooral ’s morgens en ’s avonds zijn de kleuren schitterend en het strijklicht geeft interessante vormen aan het landschap. U kunt zo een serie foto’s samenstellen van mooie momenten waarvan u thuis kunt nagenieten. Figuur 3.4a: Het liggende formaat accentueert de horizontale lijnen in het beeld

3 – Reisfotografie

73


HOOFDSTUK

3

vaak helder door de koude bovenwinden. Dit levert vaak schitterende plaatjes op. In de zomer en herfst veranderen de kleuren en in de winter mag u hopen op sneeuw.

TIP Bij landschappen fotografeert u een lucht die een kleiner diafragmaopening vraagt dan het land eronder. Meestal moet u iets onderbelichten omdat anders de foto als geheel te licht wordt. U kunt dit doen met behulp van de functie onder- of overbelichten op uw digitale fototoestel. Controleer bij de opname op het LCD-scherm of de belichting juist is gekozen en maak indien nodig een nieuwe opname. Als u de donkere partijen goed wilt belichten, kunt u de lens eerst op deze objecten in de foto richten en vervolgens de ingestelde belichting vastzetten met de knop AE-lock.

74

Figuur 3.4b: De hoge wolkenlucht wordt benadrukt door het staande formaat en de lage horizon

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

Aandachtspunten Bij het fotograferen van een landschap zijn er enkele punten waar u goed op moet letten: ■ Lichtval – Strijklicht in de ochtend of avond is mooi. Het landschap krijgt dan reliëf en dat maakt het beeld interessant. Golven op het water geeft ook reliëf. Licht werpt ook schaduw dat het beeld kan versterken. ■ Kleur of zwart/wit– Kleur is meestal bepalend voor de sfeer van een landschapsfoto, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Een zwart/wit-opname kan ook heel krachtig zijn door het gebruik van veel contrast of juist het ontbreken daarvan. ■ Diepte – Een landschap krijgt meer diepte als u iets op de voorgrond mee fotografeert. Dit moet natuurlijk wel in het beeld passen. Door uw positie juist te kiezen kunt u een mooie compositie maken met een voorgrond, middendeel en achtergrond. ■ Beeldelementen – Een landschap bevat verschillende beeldelementen: de lucht met de horizon, de aarde met beplanting, gebouwen, mensen en dieren. Maak een even-

TIP U passeert interessante dorpen en steden met soms monumentale bouwwerken, kerken, musea, beelden, enzovoort (zie figuur 3.5). Een reisgids van het gebied waar u reist, is handig bij het maken van een selectie van de plaatsen die u wel of niet wilt bezoeken.

Figuur 3.5: Fotografeer elementen die een landschap typeren, zoals kerken, boerderijen of de loop van een weg in het landschap

3 – Reisfotografie

75


HOOFDSTUK

3 TIP Bij het maken van architectuuropnamen is het licht belangrijk. Ga voordat u een opname van een gebouw maakt eerst een paar keer kijken om te zien hoe het licht op het gebouw valt. Gebruik bij voorkeur ochtend- en avondlicht, want dit licht is warmer en het brengt interessante schaduwpartijen. Foto’s van gebouwen in de volle zon zijn meestal vlak met weinig diepte. Dat maakt deze opnamen daardoor erg saai.

TIP Denk bij het fotograferen van kerken, raadhuizen en schilderachtige gebouwen vooral om de keuze van een goede aantrekkelijke voorgrond: een venster, brugleuning, stadspoort, trap of iets dergelijks.

76

wichtige compositie waarin elk element zijn eigen plaats krijgt. Het is de kunst om deze elementen tot een harmonisch geheel samen te voegen tot een interessant beeld ontstaat. Dit vereist oefenen in het kijken. Fotograferen is niets anders dan leren kijken. Bewust kijken met gevoel voor compositie en kleur.

3.5.2 Architectuurfotografie Als u van architectuur houdt, zijn gebouwen een interessant onderwerp. Kijk daarbij ook naar details, zoals gevelstenen, daklijsten, pilaren en bogen. Als het gebouw open is, kunt u vragen naar documentatie waarin u bijzonderheden over het gebouw kunt lezen. Aan de hand van een plattegrond kunt u dan het gebouw verkennen. Denk erom dat motiefdelen en details veel aantrekkelijker zijn dan totaaloverzichten. Bij de belichtingsmeting niet de hemel meten maar het gebouw, anders wordt deze onderbelicht. Wanneer u gebouwen, kerken, kastelen, enzovoort wilt fotograferen, denk er dan aan dat een vlakke verlichting weinig plastiek geeft. Half zijlicht verdient de voorkeur. Om storende perspectivische vertekening te vermijden neemt u bij voorkeur afstand tot het onderwerp. Natuurlijk is het ook mogelijk de bewuste lijnen in de beeldvorming te betrekken om zo een bijzonder effect te bereiken. In dat geval kunt u dichter bij het onderwerp gaan staan. De foto’s in figuur 3.6 zijn opnamen van de stad Toledo. De eerste opname toont de oude stadsmuur met daarachter het heuvellandschap. De kijker krijgt zo een indruk van de bouwwijze van de huizen en hoe de straten zijn aangelegd. De tweede foto laat de torens op de kathedraal van Toledo zien. Het toont de verschillende bouwstijlen. Na deze halftotaalopname kunt u details fotograferen: beelden, raampartijen, hoekstenen, enzovoort. Ook hier geldt weer dat u niet volledig kunt vertrouwen op de automaat van de camera. U zult de belichting af en toe moeten corrigeren, vooral als u tegenlichtopnamen maakt.

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

Figuur 3.6: Opnamen van de stad Toledo in Spanje met zijn prachtige kathedraal

Nederland is ook rijk aan prachtige moderne gebouwen. Een voorbeeld hiervan is het Gasuniegebouw in Groningen. Het gebouw lijkt omhooggestuwd door een centraal gelegen trappenhuis dat is geschilderd in oplopende kleuren. De hal wordt verlicht door een hoge raampartij die van buiten lijkt op een waterval. Maar er zijn meer gebouwen, ook bij u in de buurt. Als u belangstelling hebt, informeert u of u binnenopnamen mag maken (zie figuur 3.7).

3.5.3 Kerken, kathedralen of moskeeën Als u van kerken, kathedralen of moskeeën houdt, kunt u de reisroute daarop afstemmen. Niet elke kathedraal is interessant, maar enkele zijn bekend door de bouwstijl, de afmeting, de kunstwerken, het orgel, enzovoort. Kerken zijn meestal nogal donker van binnen. Neem uit voorzorg een statief mee naar binnen of laat uw digitale camera steunen op de leuning van een kerkbank of stoel. Flitsen is niet altijd toegestaan. Let bij binnenkomst op wat wel en niet mag. Pas bij een slechte verlichting op voor te veel inzoomen. Door het slechte licht krijgt u extra last van bewegingsonscherpte als u uit de hand fotografeert. In dit verband is het raadzaam de zelfontspanner op de camera te gebruiken zodat de camera niet beweegt als u de sluiterknop indrukt.

3 – Reisfotografie

TIP Probeer een standpunt te kiezen waarbij u zo weinig mogelijk last hebt van obstakels. Zo kunt u bijvoorbeeld op zondag een kantoorgebouw fotograferen als de meeste, zo niet alle, auto’s weg zijn. Probeer hinderlijke lantaarnpalen, bushokjes, enzovoort te omzeilen.

TIP Corrigeer uw opname met beeldbewerkingssoftware door storende beeldelementen zoals verkeersborden, lantaarnpalen, enzovoort te verwijderen.

77


HOOFDSTUK

3

Figuur 3.7: Het Gasuniegebouw in Groningen

TIP Het flitslicht van de ingebouwde flits is meestal te beperkt om de hele ruimte te kunnen verlichten. Als u per se een opname met flitslicht wilt maken, kunt u beter een externe flitser gebruiken.

TIP Vooral door de hoogte van het interieur zijn opnamen in staand formaat interessant.

78

In Cordoba staat een schitterende moskee, de Mezquita, die in latere jaren is omgebouwd tot kathedraal (zie figuur 3.8). Het gebouw bevat meer dan duizend pilaren en bevat Moorse, Romaanse en Gotische elementen. Het is echter een lastig gebouw om te fotograferen. Sommige delen van de ruimte worden door kunstlicht verlicht, andere delen door het daglicht dat door hoge glas-in-loodramen naar binnen komt. Om de sfeer van de ruimte te laten zien, kunt u in dergelijke situaties vanaf een statief fotograferen en een lange belichtingstijd kiezen om ook de donkere partijen goed belicht op de foto te krijgen. Na de opname controleert u de opname op het LCDscherm. Een andere mogelijkheid is om een invulflits te gebruiken om de donkere partijen op te lichten. De binnenopnamen zijn gemaakt met flitslicht en het bestaande licht. Over het algemeen zijn de kleurenopnamen met bestaand licht mooier, natuurlijker. Experimenteer ook met de knop voor witbalans waarmee u de kleuren blauwer of roder kunt maken al naar gelang de sfeer die u wilt creĂŤren.

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3 TIP Probeer in een kerk ook de gezagsdragers mee te fotograferen. Als er een dienst of mis wordt opgevoerd, kunt u proberen om daarvan een paar momenten vast te leggen.

TIP

Figuur 3.8: De Mezquita moskee/kathedraal in Cordoba

Gebruik een statief als u een lange belichtingstijd moet gebruiken om de foto te maken of plaats de camera op de leuning van een kerkbank om de camera stabiel te houden.

3.5.4 Kastelen In Nederland staan in het midden van het land enkele mooie kastelen vooral langs de rivieren. Maar ook iets verder van huis, in midden Frankrijk langs de Loire staan tientallen kastelen die u meestal ook van binnen kunt bekijken. Maak naast een totaalopname ook opnamen van details, zoals ornamenten, stukken muur, bouwconstructies en de inrichting van het kasteel. Vaak geeft de lichtval door een raam een mooi lichteffect in het interieur. Ook al staat er niet veel in een kamer het is toch mooi om de ruimtes binnen te fotograferen en iets van de huidige sfeer vast te leggen. Let bij het fotograferen van kastelen op de voorgrond. Een loopbrug, gewelf of trap geeft diepte in de foto.

3 – Reisfotografie

OPMERKING De meeste camera’s beschikken over een optie voor automatische witbalans. De witbalans wordt automatisch geregeld als u bijvoorbeeld vanuit een verlicht gebouw naar buiten stapt.

79


HOOFDSTUK

3 OPMERKING De ANWB heeft een gidsje waarin kasteelroutes zijn beschreven. Dit gidsje kunt u gebruiken om kastelen bij u in de buurt te lokaliseren en om deze op een geschikte dag te bezoeken. Meestal zijn er wel brochures bij het kasteel of de VVV ter plaatse te krijgen waarin u wetenswaardigheden kunt vinden.

Figuur 3.9: Ook vervallen kastelen bevatten interessante elementen die het fotograferen waard zijn

OPMERKING

3.5.5 Musea

Als u deze foto’s aan anderen laat zien, maak dan wel een selectie want niet iedereen is in staat om de honderden opnamen van schilderijen achter elkaar te zien zonder in slaap te vallen. Laat alleen de opnamen zien waar u zelf het meest enthousiast over bent en waar u iets bij kunt vertellen. U kunt ook een cd-rom branden met de museumopnamen zodat men de foto’s in eigen tempo en met pauzes kan bekijken.

Meestal mag u in een museum foto’s maken als u de flits maar niet gebruikt. Als u een kunstliefhebber bent, zult u de neiging krijgen elk kunstobject te willen fotograferen. Zorg daar-

80

Figuur 3.10: Het Groninger Museum staat tegenover het station in het water gebouwd

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

om voor genoeg geheugen als u van plan bent dit te doen. Naast een totaalopname van een schilderij of een beeld is het ook interessant om details te fotograferen. Meestal is er een punt waar de aandacht naartoe getrokken wordt. Let daarbij op de scherpte. Gebruik de macrostand als u heel dichtbij komt en stel eventueel met de hand in als de autofocus de juiste scherpte niet kan vinden.

3.5.6 Kunstroutes Een andere manier om aan kunstfoto’s te komen is door het volgen van een kunstroute. Leuk is als de kunstenaar(es) erbij is die u uitleg kan geven en meestal ook wel even op de foto wil. U raakt zodoende ook aardig op de hoogte van de ontwikkelingen op kunstgebied bij u in de buurt of elders in het land. Fotografeer bij voorkeur met bestaand licht. Neem een statief mee om ook bij weinig licht scherpe opnamen te kunnen maken. Als u moet flitsen, doe het dan bij voorkeur indirect via het plafond of gebruik een opzetstuk op de flitser om het licht te verzachten.

3 OPMERKING Op vakantie hebt u alle tijd om even bij de plaatselijke kunstenaar binnen te stappen en rond te kijken. De kunstenaar leidt u zelf rond en meestal bent u vrij om foto’s te maken. Men zal het niet erg vinden als u vertrekt zonder iets te kopen. Let tijdens uw bezoek op het licht dat door de ramen valt. Probeer de kunstenaar in zijn atelier te fotograferen, het liefst als hij/zij aan het werk is.

Figuur 3.11: In Groningen organiseren kunstenaars regelmatig een kunstroute

3 – Reisfotografie

81


HOOFDSTUK

3

3.5.7 Kunstwerken buiten Een dorp of stad wordt meestal ‘aangekleed’ met een aantal kunstwerken. Tegenwoordig zijn de kunstwerken in de cirkel van de minirotonde in opkomst. Maar er staan ook vaak beeldhouwwerken, borstbeelden, sculpturen of herdenkingsmonumenten die de moeite van het bekijken waard zijn. Het plaatselijk museum bevat wetenswaardigheden over de plaats en u kunt daar altijd even een kijkje nemen of daar iets te fotograferen valt of u op weg helpt naar een plek die wel interessant is. Bekijk het kunstobject van verschillende kanten en probeer storende elementen uit het beeld te laten.

Figuur 3.12: Op veel plaatsen langs de weg vindt u kunstwerken als markeringspunt

3.5.8 Beeldentuinen Op veel plaatsen in het land vindt u beeldentuinen waar u gratis of tegen een kleine vergoeding in mag. Bij beelden in de openlucht bent u altijd afhankelijk van het weer en het licht. Een beetje bewolking geeft een diffuse verlichting die goed is vanwege het contrast tussen schaduw en licht. Harde schaduwlijnen bij volle zon kunt u beter vermijden. Op een zonni82

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

Figuur 3.13: De internationale beeldentuin in Farum – Denemarken

ge dag kunt u ook even wachten tot er een wolk voor de zon drijft en dan uw foto’s maken. De foto’s in figuur 3.13 zijn gemaakt in Farum, Denemarken waar een internationale beeldentuin is opgericht. De projectontwikkeling is gedaan door onze vriendin Yaël Artsi uit Israël. Het beeld The Cloud (linkerfoto) is door haar gemaakt (www.yael-artsi.com).

3.5.9 Andere kunstwerken Naast de kunstwerken in gebouwen en musea zijn er andere kunstwerken in het wegennet en de vaarwegen. Zo is een aquaduct of een sluis een kunstwerk. Als u de mogelijkheid hebt om de auto te stoppen en een foto te maken, probeer dan een moment te kiezen waarop de functie van het kunstwerk het best tot uiting komt. Bij een aquaduct is dat het moment waarop een schip en een auto elkaar kruisen. Bij een sluis bijvoorbeeld als de schepen binnen zijn en de deuren juist dichtgaan.

3 – Reisfotografie

83


HOOFDSTUK

3

Figuur 3.14: De werken van Rijkswaterstaat zijn niet alleen functioneel, maar ook schitterend ontworpen

3.5.10 In de bergen

TIP In dit verband is het goed om ook het gebruik van het polarisatiefilter te noemen. Hiermee filtert u de schittering uit het water en de lucht weg. Vooral op een mooie zomerse dag krijgt u schitterende blauwe luchten.

84

De beste bergfoto’s maakt u ’s ochtends of in de avonduren. Door de lage zonnestand toont het berglandschap de beste plastiek. De schaduwen zorgen voor meer diepte. Aan de hand van ansichtkaarten van het gebied vindt u de beste plekken om uw foto’s te maken. Panoramafoto’s vragen om een liggend formaat. Een staand formaat kunt u kiezen wanneer de indruk van diepte en hoogte versterkt moet worden bij bergspitsen en diepe kloven. De grootsheid van een berglandschap is goed te zien als u de grootte-verhoudingen duidelijk laat zien. Laat iemand in de foto staan of skiën. Een goede voorgrond geeft diepte, zoals bomen, struiken, stenen, enzovoort. Richt de camera niet op ver weg gelegen bergen, want deze worden meestal te klein weergegeven. Een wateroppervlak kan in de zomer voor sfeer zorgen door er de bergen in te laten weerspiegelen. Als u van

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

wandelen houdt of bergbeklimmen, kunt u opnamen van boven of naar beneden maken. Breng het onderwerp iets scheef in het beeld, dan krijgt u de meeste diepte. Als u tijdens de wintersportvakantie of ’s zomers de bergen in gaat, is het monteren van een UV-filter noodzakelijk. Hierbij wordt het blauwe licht weggefilterd zodat de andere kleuren beter tot hun recht komen. Daarbij is het de beste bescherming van de lens.

3

Figuur 3.15: In de bergen is het gebruik van een UV-filter noodzakelijk om het licht te neutraliseren

3.5.11 Vanuit een vliegtuig Het maken van luchtopnamen door het raampje van een vliegtuig is soms goed mogelijk. Verwijder wel het polarisatiefilter want hiermee ontstaan kleurafwijkingen die u niet wilt. Schroef in plaats daarvan het UV-filter voor de lens. Let op dat het vliegtuigraampje gecondenseerd kan zijn, wat enige onscherpte geeft.

3 – Reisfotografie

85


HOOFDSTUK

3

WAARSCHUWING De meeste vliegtuigmaatschappijen verbieden dat er tijdens de start en landing elektronische apparaten, zoals laptops en film- en fotocamera’s aan blijven staan.

Figuur 3.16: Vanuit het vliegtuig kunt u prachtige panoramaopnamen maken van de route waar u langs vliegt

3.5.12 Winkel of markt Neem bij het bezoeken van een dorp of stad ook de camera eens mee naar een winkel of markt. In een winkel vindt u vaak typische artikelen die specifiek voor het land zijn. Dit kunnen gebruiksvoorwerpen zijn, etenswaren, kleding, enzovoort. Ook in winkeltjes waar men curiosa verkoopt, kunt u vaak mooie opnamen maken. Ook op beurzen en markten is het leuk om mensen te fotograferen die intensief bezig zijn met het zoeken in de aangeboden spullen. Maak zo veel mogelijk gebruik van het bestaande licht om de sfeer van de ruimte vast te leggen. Plaats de camera op een statief en maak een tijdopname. Gebruik indien nodig een flitser om de donkere partijen op te lichten. 86

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

Figuur 3.17: Zoeken naar boeken in de A-kerk te Groningen

3.5.13 Excursies Maak tijdens uw reis gebruik van de mogelijkheid om een excursie te volgen. U leert dan iets van de plaatselijke specialiteiten of folklore (zie figuur 3.18). Ook hier kunt u proberen om zo veel mogelijk met bestaand licht te fotograferen. Maak

Figuur 3.18: In de bodega van Sandeman in Jerez de la Frontiera ziet u het proces van het maken van sherry

3 – Reisfotografie

87


HOOFDSTUK

3 TIP Via www.woudagemaal.nl kunt u zich opgeven. U krijgt per e-mail bericht wanneer het gemaal gaat draaien.

een selectie van een aantal foto’s die kort en bondig laten zien waar de excursie precies over is gegaan. Sommige gebouwen worden vanuit een historisch belang opengesteld voor het publiek. Een ervan is het Wouda-gemaal in Lemmer dat op de werelderfgoedlijst van beschermde monumenten van de UNESCO staat. In het gebouw staan een viertal stoomturbinemotoren die bij hoog water in Friesland gaan draaien. Dat is dan ook het moment om het gebouw te bezoeken. U ziet dan de grote vliegwielen draaien en alles bewegen. Door de grote raampartij is het mogelijk om ook zonder te flitsen opnamen te maken. Door met de sluitertijd te spelen kunt u bewegingsonscherpte creëren waardoor de foto’s dynamisch worden.

Figuur 3.19: Het Wouda-gemaal in Lemmer draait alleen bij hoog water

88

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

3.6 Onderwaterfotografie Een aparte tak is de onderwaterfotografie. Dit is niet de goedkoopste manier om aan mooie foto’s te komen, maar wel een grote uitdaging voor velen die deze hobby bedrijven. Zo kennen wij Goos van der Heide en Patrick Beijk van de mannenclub McMen (www.mcmen.com) uit Groningen. Zij gaan een paar keer per jaar samen op stap om fotoreportages te maken. De reisdoelen liggen meestal aan de andere kant van de wereldbol, zoals Bonaire, Egypte, Cuba, de Malediven, de Seychellen, de Filippijnen en andere exotische oorden. Om onderwaterfotografie te bedrijven hebt u allereerst een duikbrevet nodig. Mondiaal gezien is de organisatie van PADI – ongeveer 60% van de markt – het grootst. Het voordeel van deze organisatie is dat uw duikbrevet overal erkend zal worden. Verder is het in sommige landen verplicht om een medische verklaring te hebben voor het duiken. Ook voor ouderen is het duiken een mooie sport, zeker gezien het gewichtloos rondzweven waarbij de zwaartekracht wordt opgeheven. Hierbij is het wel verstandig rekening te houden met sterke stromingsgebieden waarbij een goede conditie nodig zou kunnen zijn. Om onder water goed te kunnen fotograferen is het belangrijk enige ervaring te hebben met het duiken daar u anders te veel bezig bent met uw duikuitrusting en de controle over uw drijfvermogen. Onervaren duikers beschadigen vaak koraal bij het maken van foto’s of lopen zelf verwondingen op door tegen bijvoorbeeld brandkoraal of andere giftige koraalsoorten of beesten aan te komen. Het duurt tientallen jaren voordat afgebroken stukken koraal weer aangroeien. Na het behalen van een duikbrevet gaat u over tot de aanschaf van een behuizing voor uw camera. Behuizingen zijn niet voor alle modellen digitale camera’s verkrijgbaar. Het is dus zaak om bij de aanschaf van een digitale camera al rekening te houden met de mogelijkheid bij het toestel een behuizing te kunnen kopen. De behuizing is waterdicht en bestand tegen de onderwaterdruk die per tien meter één atmosfeer toeneemt. Verder moet het mogelijk zijn om de belangrijkste knoppen van het toestel te kunnen bedienen.

3 – Reisfotografie

TIP Voor alle soorten behuizingen kunt u het beste kijken op de website www.digideep.com.

TIP Controleer de behuizing voor elke duik even in een badje voordat u met de camera naar beneden gaat. Als één sluiting of O-ring niet goed afgesloten is, dringt het water naar binnen. Het zout vreet echt alles aan, dus helaas einde verhaal.

89


HOOFDSTUK

3 TIP Een goede onderwaterfotograaf heeft altijd een reserve digitale camera bij zich.

TERZIJDE Voor de betere digitale spiegelreflexcamera’s zijn er vaak meerdere merken qua onderwaterbehuizing mogelijk. Er dient wel rekening gehouden te worden met verschillende doompoorten die nodig zijn afhankelijk van het objectief. De investering is dan behoorlijk groot in verhouding met een compactcamera. Hierover kan men bijvoorbeeld op www.digideep.com informatie vinden. Voor digitale compactcamera’s zijn er vaak bijbehorende onderwaterhuizen van hetzelfde merk te koop. Deze huizen zijn over het algemeen relatief goedkoop met meestal de beperking dat er geen directe aansturing mogelijk is voor een externe flits. Dit kan eventueel opgelost worden door een flits met een sensor. Bij alle onderwaterhuizen is enige discipline van belang qua onderhoud van O-ringen en het afspoelen van zeewater na de duik.

Bij het fotograferen onder water hebt u flitslicht nodig om op grotere diepte ook foto’s te kunnen maken. Een systeem met twee flitsers, één aan elke kant van het toestel, is optimaal om een goede lichtverdeling te krijgen. Voor macrofotografie kan men het vaak met één flitser af. Bij onderwaterfotografie is de verlichting het allerbelangrijkste. Het water werkt als een soort filter van de zon waarbij er steeds minder kleur en licht overblijft hoe dieper men komt. Op grotere diepte – vanaf ongeveer 20 meter – zal alles grauw en donker lijken met vooral een blauwe boventoon. U zult zien dat indien de belichting optimaal is, de kleuren heel erg indrukwekkend zijn met een waanzinnige diversiteit aan kunstzinnige en bijzondere onderwerpen. De onderwaterwereld is fantastisch mooi. Op bepaalde plaatsen zijn duizenden vissen te zien in tientallen soorten. Sommige vissen zijn langzaam en gemakkelijk in beeld te brengen. Een bijkomend effect onder water is echter dat alles 25% groter en dichterbij lijkt dan in werkelijkheid. Het maken van de juiste compositie is hierbij gewoon een kwestie van oefenen. Verder zwemmen sommige vissen razendsnel voor de lens langs en u moet dan snel zijn om de juiste opname te maken. Bij de meeste digitale camera’s ontstaat er een vertraging bij het indrukken van de ontsluitingsknop. Dit veroorzaakt een extra dimensie wat betreft de timing. Het is erg frustrerend als alleen de staart van die voorbij flitsende dolfijn er maar

90

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

op staat. De oplossing hiervoor is dat u de ontsluitingsknop even half ingedrukt houdt voordat u afdrukt. Zo heeft de camera het meeste rekenwerk zoals focus en lichtberekening al gedaan.

3

Figuur 3.20: Onderwaterfotografie in de Filippijnen (foto’s Patrick Beijck – Groningen)

De praktijk leert dat u tientallen en soms honderden foto’s moet maken om er een paar goede uit te halen, maar uiteindelijk zal het percentage van bijzondere foto’s steeds groter worden.

3 – Reisfotografie

91


HOOFDSTUK

3

Voor liefhebbers worden speciale duikreizen georganiseerd waarbij het fotograferen onder water centraal staan. Kijk bijvoorbeeld op de website www.duikreizen.info en www.ewdr.com. Meer informatie vindt u op de website van Scubcompagny (www.scubacompany.nl) en dan met name voor uitleg op www.scubacompany.nl/Search/NL_SearchHelp.html. Voor wereldkampioenschappen onderwaterfotografie kunt u kijken op www.marmarafestival.com/english/ 2003_festival_default.htm. Als u weer thuiskomt, kunt u uw indrukwekkende foto’s in een digitaal fotoalbum plaatsen op bijvoorbeeld www.albumprinter.com.

3.7 De eclips Een eclips is het verduisteren van de zon door de maan. De maan gaat voor de zon langs en bij een volledige eclips wordt het aardedonker. Dit hemelverschijnsel komt maar zelden voor, maar op 31 mei 2003 was het weer raak.

WAARSCHUWING Kijk zelf niet recht in de zon. Dit kan een blijvende beschadiging van het netvlies veroorzaken.

De zon komt die dag om half zes bij Noordpolderzijl (Groningen) op en is dan al enigszins afgedekt door de maan. Hoe brengt u dit verschijnsel zo goed mogelijk in beeld? We hebben zelf de beste opname gemaakt door met de knop +/– het diafragma een paar stops te verkleinen. Hierdoor wordt het beeld donker, maar het felle licht van de zon is dan nog goed te zien. Een andere mogelijkheid is het gebruik van een filter dat u voor de lens plaatst. Hierdoor is alleen het licht van de zon zichtbaar. Dit filter hebt u zeker nodig als de zon al een flink stuk boven de horizon is gerezen. Een inventieve oplossing werd door de broer van de auteur bedacht. Deze hield het glas van een lasmasker voor de lens waardoor de afgedekte zon nog duidelijk is te zien (zie figuur 3.21).

92

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

Figuur 3.21: De eclips gefotografeerd door het glas van een lasmasker (foto boven Piet Boertjens)

Voor de liefhebbers volgen hier de data waarop u een eclips in beeld kunt brengen. Kijkt u wel even in de krant waar u deze het beste kunt fotograferen voordat u naar Noordpolderzijl rijdt! ■ 3 oktober 2005, 29 maart 2006, 1 augustus 2008, 4 januari 2011, 20 maart 2015, 10 juni 2021 en 25 oktober 2022. Meer informatie vindt u op de website www.hemelwacht.net.

3.8 Panorama’s Vanaf een hoog gelegen punt kijkt u over de hele stad en kunt u beneden u de woonwijken zien liggen. Met de groothoekinstelling legt u een groot deel van de stad beneden u vast,

3 – Reisfotografie

93


HOOFDSTUK

3

maar u kunt ook inzoomen op details. U kunt ook een cirkelbeweging maken en het panorama in meerdere beelden vastleggen. Zorg ervoor dat de opnamen elkaar iets overlappen. Met Adobe Photoshop Elements is het mogelijk om deze foto’s aan elkaar te plakken (zie hoofdstuk 7).

Figuur 3.22: Het panorama van Sevilla vanaf de Giralda genomen

Mooie beelden krijgt u als u wacht tot het schemerig wordt. De lichten van de stad gaan al aan, maar de lucht is nog niet helemaal donker. Hierdoor kunt u nog zien wat u fotografeert, zeker als u eerst overdag bent gaan kijken wat u precies wilt fotograferen. De volgende opnamen zijn gemaakt vanaf het dakterras van een huis in Sevilla. Door met de sluitertijd te experimenteren kwamen we tot de juiste belichtingstijd.

94

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

Figuur 3.23: Sevilla bij het ondergaan van de zon op een mooie zomeravond

3.9 Tot besluit Reisfoto’s blijven altijd een geliefd onderwerp omdat iedereen wel wil zien waar u bent geweest. Aan de hand van de foto’s kunt u uw reisverhaal uit de doeken doen aan uw buren, familie en kennissen. Deze zullen het waarderen als u met mooie foto’s thuiskomt. Maak foto’s van verschillende onderwerpen dat maakt het beeldverslag interessant.

3 – Reisfotografie

95



HOOFDSTUK 4 Portretten Portretfotografie is een aparte richting in de fotografie. Het is een combinatie van goed kunnen omgaan met uw digitale camera, maar ook met uw model(len). Het is vaak net dat ene moment waarop de sluiter van uw camera open moet gaan om het mooiste beeld te pakken.

De digitale fotografie stelt ons in staat om opnamen te maken zonder een studio te hoeven gebruiken. Natuurlijk zullen beroepsfotografen hiervan wel gebruikmaken, maar een amateurfotograaf kan zijn modellen ook zonder lampen en schermen goed in beeld brengen.

TIP Als u uw eigen gezinsleden als model gebruikt, zorg dan dat u uw camera bij de hand hebt als zich een leuk moment voordoet om een foto te maken. U hoeft niets af te spreken. U bent er gewoon met uw camera. Neem de camera mee tijdens een familiebezoekje of uitstapje. Probeer ook om ongemerkt foto’s te maken of als er actie is waarbij niemand meer op u let.

4.1 Aanpak Er zijn talloze manieren om uw model in beeld te brengen. Elke fotograaf kiest een aanpak die bij hem of haar past. Er

WAARSCHUWING Niet elke situatie leent zich om een foto te maken. Er zijn momenten die iemand voor zichzelf wil houden en niet wil delen met een onbekende die daarvan een foto bekijkt. Ook al is het plaatje nog zo mooi, als uw model u niet toestaat om daarvan een opname te maken, kunt u het beter laten.

Figuur 4.1: Fotografeer als er zich een leuke gelegenheid voordoet

97


HOOFDSTUK

4

zijn echter wel enkele regels voor te geven die werken om uw model zo natuurlijk mogelijk in beeld te krijgen.

4.1.1 Ken uw camera In de eerste plaats is het belangrijk dat uw digitale camera geen struikelblok is bij het maken van portretfoto’s. Het is zonde als u staat te prutsen om de camera juist in te stellen of op het moment suprême het geheugen moet verwisselen of een lege batterij moet vervangen. Als u blindelings kunt scherpstellen (autofocus), het juiste beeld kunt bepalen en daarbij uw model ook nog op zijn/haar gemak kunt stellen, bent u klaar om met een model te werken.

OPMERKING Het kan voorkomen dat er factoren zijn waardoor de opnamen niet kunnen doorgaan. Er zit net een groep hangjongeren op dat favoriete bankje of een technicus moet juist bij het bureau van uw model zijn. Het is dan beter om een nieuwe afspraak te maken of te wachten tot u wel bij de plek kunt komen die u in gedachten hebt.

4.1.2 Neem de tijd Het is belangrijk dat uw model weet dat u alle tijd hebt. Even snel een fotootje maken, leidt zelden tot een goed resultaat. Het maakt ook verschil of u uw model al kent of dat u voor het eerst kennismaakt. Met een nieuw model kunt u beter eerst een kennismakingsgesprekje voeren onder het genot van een kop koffie, een kop thee of een ander drankje. Pas als het ijs gebroken is en er een ontspannen sfeer ontstaat, gaat u aan de slag.

4.1.3 Bepaal de omgeving ‘Waar gaan we de foto maken?’ is een van de meest gestelde vragen van een model. Natuurlijk hebt u daar al over nagedacht. U kent de interesses van uw model, beroep, hobby’s, enzovoort. Dit zijn aanknopingspunten voor het kiezen van de omgeving. Zo kunt u uw model in zijn/haar werkomgeving fotograferen. Achter het bureau in de werkkamer, maar ook zijn/haar lievelingsplek opzoeken, bijvoorbeeld op een bankje in het park, de dierentuin en ga zo maar door.

4.1.4 Kies een goed moment Het moment waarop u uw model gaat fotograferen, is heel belangrijk. U spreekt een dag en een tijdstip af waarop u beiden kunt. Spreek ergens af waar u eerst nog even kunt bijpraten en waar vandaan u naar de plek kunt gaan waar u de op-

98

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

4

Figuur 4.2: De omgeving bepaalt voor een groot deel de stemming van de foto

namen gaat maken. Ga er echter ook van uit dat er iets tussen kan komen. Als blijkt dat uw model er ‘verkreukeld’ uitziet door een nacht doorwaken of om een andere reden, kunt u ook beter een ander moment afspreken. Uw foto komt misschien jaren lang aan de muur te hangen, dan wilt u toch ook dat uw model er fatsoenlijk op staat.

Figuur 4.3: Kies op een goed moment de juiste plaats om de opnamen te maken

4 – Portretten

99


HOOFDSTUK

4 OPMERKING Bij het flitsen in het donker is de tijd tussen de eerste en de tweede flits vaak te kort. Het model is dan nog niet bijgekomen van de eerste flits en zit nog met de ogen dicht. Het is dan beter om de voorflits maar achterwege te laten en rode ogen met fotobewerkingssoftware aan te passen.

4.1.5 Rode ogen bij het gebruik van flitslicht Bij het gebruik van flitslicht ligt het gevaar van het rode ogen effect op de loer. Als het licht via de pupil direct op het netvlies valt, wordt rood licht teruggekaatst. Op de foto zijn de pupillen dan rood gekleurd. Dit is te voorkomen door in het cameramenu de optie Red eye reduction in te stellen. De flits werkt dan twee keer. De eerste flits zorgt ervoor dat de pupil zich verkleint waardoor bij de tweede flits de weerkaatsing van het rode licht van het netvlies wordt tegengegaan.

4.2 Totaalopname Een totaalopname is een foto waarop het model van hoofd tot voeten te zien is. Dergelijke foto’s laten vaak zien waar het model, werkt, woont of zijn vrije tijd doorbrengt. Een totaalopname van een model stelt eisen aan de kleding die hij/ zij draagt, omdat deze op de foto te zien zal zijn. Verder zal een deel van de omgeving waar de opname is gemaakt op de foto staan. Dit kan van alles zijn, maar het maakt wel deel uit van de compositie. Voor het maken van een totaalopname houdt u enige afstand tot uw model. De foto kan zowel met groothoek als met een teleobjectief worden gemaakt.

Figuur 4.4: Een model ten voeten uit heet een totaalopname

100

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

4

4.3 Halftotaal Een halftotaal is een opname van middel tot hoofd. De fotograaf komt dichterbij of gebruikt de telezoom om het onderwerp naar voren te halen. Meer details van het gezicht en de kleding worden zichtbaar. Omdat de armen vanaf de schouder tot aan de dijen reiken is het belangrijk dat u de handen tijdens het fotograferen in de gaten houdt. Als u uw model iets in de hand geeft, komt deze omhoog en onder een hoek te staan. Voorkom dat u een opname met ‘afgehakte’ handen krijgt. Wanneer u een deel van het hoofd weglaat, moet dat een bewuste keuze zijn en passen in de compositie. Een model met een halve schedelpan is geen gezicht. Bij een closeup is dat wel toegestaan, omdat u dan alleen een deel van het gezicht in beeld brengt.

Figuur 4.5: Een halftotaal is een opname van middel tot hoofd

4.4 Close-up Een close-up is een opname die van dichtbij is gemaakt. Alleen het gezicht of een gedeelte daarvan wordt in beeld gebracht. Als u dichtbij iemand komt, heeft dit psychologische gevolgen. U komt binnen het territorium van de andere en deze krijgt de neiging zich onveilig te voelen en wil zich terug trekken. Bij het maken van een close-up is het daarom be-

4 – Portretten

101


HOOFDSTUK

4

langrijk dat uw model zich op zijn/haar gemak voelt. Als u elkaar beter leert kennen, keert het gevoel van veiligheid terug en kan er zelfs een sfeer van intimiteit ontstaan. Dit zijn de momenten waarop u de camera kunt pakken en uw foto kunt maken. In figuur 4.6 ziet u een opname die tijdens een feestje is gemaakt.

Figuur 4.6: Een close-up is een opname van dichtbij

Een andere methode om een close-up te maken is het gebruik van de tele-instelling van het objectief. U haalt daarmee het model dichtbij zonder zelf dichterbij te komen. Deze metho-

Figuur 4.7: Een opname maken met het objectief in de telestand

102

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

de kunt u bijvoorbeeld gebruiken op straat, markt of tijdens feesten. Als u werkt met mensen die niet weten dat ze worden gefotografeerd, krijgt u vaak heel ongedwongen opnamen. De kans op mislukken van een foto is echter groter, omdat het model bijvoorbeeld plotseling beweegt. Hiermee ontstaat bewegingsonscherpte of het model zit niet meer in de scherpte zoals u die hebt ingesteld. Hierbij komen de voordelen van de digitale camera goed tot zijn recht, want u kunt net zolang blijven fotograferen tot u de juiste opname te pakken hebt.

4

4.5 Dubbelportret Een dubbelportret is een foto waar twee personen op staan. Dit kunnen vrienden of partners zijn, maar ook een bekende Nederlander samen met een van uw familieleden. In het laatste geval hebt u meestal maar weinig tijd om de foto te maken. Blijf echter kalm en wordt niet zenuwachtig omdat u een foto mag maken van die bekendheid. Tenslotte is deze ook maar een mens en zal het waarderen als u rustig blijft en tijdens de opnamen een leuk gesprek blijft voeren. In het algemeen geldt dat u een paar uurtjes uittrekt om met uw modellen op te trekken. U kunt naar een bepaalde plek gaan die voor beiden interessant is en u laat uw modellen gewoon hun

Figuur 4.8: Een dubbelportret laat twee modellen zien

4 – Portretten

103


HOOFDSTUK

4

gang gaan. De foto’s in figuur 4.8 zijn twee voorbeelden van dubbelportretten die tijdens een uitstapje zijn gemaakt.

4.6 Groepsfoto Vroeger gingen we als familie naar de fotograaf om een foto van het hele gezin te laten maken. Vader en moeder in het midden, de kinderen links en rechts om hen heen en de jongste bij moeder op schoot. Even lachen naar de fotograaf en we konden in onze nette kleren weer naar huis. Tegenwoordig gaat dat wat anders. Veel kinderen hebben geen zondagse kleren meer en het colbertjasje van vader is ook al jaren oud. Groepsfoto’s worden meestal spontaan genomen als het gezin toevallig helemaal compleet is en er iemand met een fototoestel langskomt. Als u dat bent, wordt er meestal van u verwacht dat u de regie voor het maken van de foto op u neemt. Iedereen is al bezig met het moment dat de foto zal worden gemaakt. U moet er echter voor zorgen dat dat moment er ook komt! Met een digitale camera is een buitenopname het beste. Zet bij het bij elkaar zetten van de groep de langste mensen achter en de kleinste voor. Er zijn twee belangrijke regels:

4.6.1 De opstelling Bij het maken van een groepsfoto wilt u de hoofden van de mensen zo groot mogelijk op de foto afbeelden. Dit lukt alleen als de groep niet te breed is en u daardoor niet te ver achteruit hoeft te lopen om iedereen in beeld te krijgen. Neem uw standpunt in en plaats zowel links als rechts in het kader van uw zoeker een persoon. Deze vormen de breedte van de opstelling. De andere leden van de groep krijgen een plaats daartussenin. De eerste regel is dat de langste mensen achteraan komen te staan, daarvoor een rij personen die iets kleiner zijn en de kinderen vooraan. De tweede regel is: wie de camera niet kan zien, komt ook niet op de foto. Vooral bij een grote groep is het bijna onmo-

104

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

gelijk om iedereen in de gaten te houden. Deze verantwoordelijkheid legt u bij de groepsleden zelf neer. Zeg dus gewoon dat als ze de camera niet zien, anders moeten gaan staan omdat ze niet op de foto komen. Geef desnoods een paar aanwijzingen tot u een aardige compositie hebt bepaald. Neem een aantal opnamen achter elkaar. Intussen maakt u een paar grappen zodat de groep steeds meer ontspannen wordt. Er zit gegarandeerd een opname bij die geslaagd is.

4

In figuur 4.9a ziet u een groepsfoto van bewoners uit een buurt die deze foto als afscheidsgeschenk aan een vertrekkende bewoner willen aanbieden. De andere foto is gemaakt in een ziekenhuis in Sneek. Moeder krijgt bezoek van al haar kinderen.

a

b

Figuur 4.9: Ook op een groepsfoto probeert u elke persoon goed in beeld te krijgen

4 – Portretten

105


HOOFDSTUK

4

4.7 Kinderfoto Baby’s en kinderen zijn een dankbaar onderwerp, maar lastig omdat ze zo beweeglijk zijn en onderhevig aan stemmingen. U kunt kinderen het best fotograferen tijdens het spel, alleen of met andere kinderen. Neem daarbij een laag standpunt in zodat u op ooghoogte met het kind komt. Om de wereld van kinderen te fotograferen moet u door de knieën of vanaf een stoel foto’s maken. Maak uw foto’s tussen de 80 cm en 120 cm vanaf de grond. De foto van deze vader met zijn baby is opgenomen tijdens de zomerweek op Meeuwenveen in Havelte. Terwijl zijn vrouw binnen bezig is, loopt vader Hans rond op het terrein. De baby wordt door de wandeling in slaap gewiegd.

Figuur 4.10: De baby slaapt lekker in zijn hangdoek

4.7.1 Attractiepark Als u ongedwongen foto’s wilt maken, kunt u uw (klein-) kinderen meenemen naar een pretpark. In de verschillende attracties hebt u de gelegenheid om de kinderen alleen of met elkaar in beeld te brengen. Kijk ook naar mogelijkheden om kinderen vóór een kleurrijke achtergrond te fotograferen. Sommige attracties zijn qua vorm ook interessant, zoals de

106

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

achtbaan. Bedenk bij het maken van foto’s in deze omgeving aan de minimale belichtingstijd. Omdat de kinderen nogal beweeglijk zijn, kunt u het beste fotograferen met de automaat uitgeschakeld. Zet de belichtingstijd minimaal op 1/125 per seconde.

4

Figuur 4.11: Kinderen in het pretpark

4.8 Inflitsen Tijdens een wandeling in de avonduren komen we langs een klein jongetje dat samen met zijn moeder twee kleine hondjes probeert kwijt te raken. Het plaatje is te mooi om zomaar voorbij te lopen. Het jongetje draait net op het moment dat de flitser afgaat zijn mooie hoofdje naar de camera. Een beetje geluk moet je als fotograaf hebben!

Figuur 4.12: Met behulp van de ingebouwde flitser is deze foto gemaakt

4 – Portretten

107


HOOFDSTUK

4

4.9 Ouderen portretteren Regelmatig maken we van onze ouders foto-opnamen. Voor later als ze er niet meer zijn. Het grote aantal rimpels in het gezicht, de vorm van de handen en de teerheid van de huid zijn een uitdaging voor een fotograaf om dit esthetisch vorm te geven. In figuur 4.13 ziet u een foto van de moeder van de auteur. Deze is gemaakt in een Chinees restaurant na een gezellig dagje uit.

Figuur 4.13: Het invallende avondlicht verlicht de mooie grijze haren van deze oude moeder van 91 jaar

Er zijn natuurlijk heel wat situaties te bedenken waarin u de oudere kunt portretteren: in huis, bij werkzaamheden in de tuin, bij het beoefenen van een hobby of sport, en als het mogelijk is op het werk of als de oudere al gepensioneerd is, kunt u teruggaan naar een van de werkplekken. In figuur 4.14 ziet u twee opnamen van een oude monnik in het klooster bij Deventer. De bruine pij verdwijnt tegen de achtergrond. Het gezicht van deze oude monnik komt mooi naar voren tegen de donkere achtergrond. De huid op de handen is dun. De aderen schijnen er doorheen. Dit detail laat de kwetsbaarheid van de ouderdom goed zien.

108

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

4

Figuur 4.14: Pater Johannes in een klooster bij Deventer

4.10 Vakantieportretten Een van de leuke kanten tijdens de vakantie is dat u heel verschillende soorten mensen tegenkomt. Zo hebben de meeste mensen in Spanje voornamelijk zwarte haren, maar in Zweden zijn ze overwegend blond. Ook de gelaatstrekking van mensen zijn per land verschillend. Het is leuk om portretten te maken van lokale bewoners. Als u bijvoorbeeld in een stad of dorp bent, kunt u vanaf een bankje rustig mensen observeren. Met sommige camera’s is het mogelijk om het LCDscherm te draaien ten opzichte van het camerahuis. Hierdoor ontstaat een soort ‘verborgen’ camera die u op uw knieën kunt leggen. Door van bovenaf in het scherm te kijken, kunt u gemakkelijk uw omgeving in de gaten houden en een opname maken van passerende wandelaars. Maar u kunt het ook aan mensen vragen op een terrasje of in een café als u een foto wilt maken. Let erop dat de mensen geneigd zijn om de fotograaf aan te kijken in plaats van te kijken in de lens van de camera.

4 – Portretten

109


HOOFDSTUK

4

Figuur 4.15: Een vrouw voedt haar kind op een terrasje in Ronda, Spanje

Figuur 4.16: Een man geniet van zijn spelende kind op zijn schoot

4.11 Tot besluit Portretfotografie is een aparte tak binnen de fotografie. Om een goed portret te kunnen maken, zorgt u eerst voor een ontspannen sfeer. Na het inschieten waarbij de geportretteerde aan de camera gewend raakt, gaat u echt aan de slag. Foto’s kunt u maken in de woon- of werkomgeving, maar ook tijdens een bijeenkomst, het uitgaan of als uw model zijn/ haar hobby beoefent.

110

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 5 Huwelijksreportage Iedereen wil graag foto’s hebben van ‘de mooiste dag van zijn/haar leven’, zoals de huwelijksvoltrekking en het feest dat daarna plaatsvindt. Niet iedereen wil of kan daar echter een professionele fotograaf voor inhuren. Als u een vraag krijgt om deze foto’s te maken, kunt u zich met behulp van de aanwijzingen in dit hoofdstuk voorbereiden.

TIP Als u de regie van de fotosessies lastig vindt, zoek dan een ‘maatje’ die u tijdens deze dag assisteert en deze taak van u overneemt.

OPMERKING

5.1 Aanpak Als men u voor de eerste keer vraagt om deze belangrijke foto’s in het leven van het paar te maken, heeft het aanstaande bruidspaar blijkbaar vertrouwen in uw fotografische kwaliteiten en daar mag u best trots op zijn en zelfvertrouwen uit halen. Dit betekent namelijk dat uw foto’s gewaardeerd worden. Een ander punt is dat u naast het maken van de foto’s ook de regie van de bruiloft gedeeltelijk in handen moet nemen. Er wordt van u verwacht dat u de juiste momenten kent waarop foto’s gemaakt moeten worden. Het is belangrijk dat u een idee krijgt van de verwachting die het bruidspaar van het resultaat van de opnamen heeft. U kunt daarvoor een afspraak maken voor een ‘interview’ waarin het bruidspaar kan aangeven van welke gebeurtenissen foto’s gemaakt moeten worden. Naast stadhuis en eventueel kerk (moskee of ander samenzijn), wil men meestal ook een aantal trouwfoto’s. U kunt afspreken waar en wanneer u die wilt maken. U maakt voor uzelf aantekeningen en verwerkt deze tot een soort draaiboekje zodat u weet wat er wanneer gebeurt en wat er dan van u verwacht wordt.

Er valt iets voor te zeggen om met twee fotografen te werken, zoals wij dit hebben gedaan bij de huwelijksreportage van Cornelis en Linda die in dit boek wordt gebruikt. Het paar vroeg om analoge opnamen (met een gewoon fototoestel) en digitale opnamen. Wij hebben toen besloten om beide te doen. Naast twaalf rolletjes van 36opnamen hebben we ook meer dan vierhonderd digitale opnamen gemaakt. De digitale opnamen zijn op een aantal cd-roms gebrand en aan de betrokken familie uitgedeeld. De analoge opnamen heeft het bruidspaar gebruikt om zelf een fotoalbum samen te stellen.

111


HOOFDSTUK

5

5.2 Belangrijke momenten Aan de hand van een aantal voorbeelden ziet u de belangrijkste elementen uit de huwelijksreportage. De belangrijkste momenten worden daarvoor even op een rij gezet die fotografisch gezien interessant zijn. ■ voorbereiding bruid; ■ aankomst bruidegom met het bruidboeket; ■ huwelijksvoltrekking in de trouwzaal; ■ locatiefoto’s maken in tuin of binnen; ■ inzegening in de kerk; ■ bruidstaart aansnijden; ■ receptie na afloop; ■ diner met huwelijksfeest.

5.2.1 Voorbereiding bruid De voorbereiding van een ‘standaard’ huwelijksdag begint vaak al ’s morgens als de bruid zich aankleedt en opmaakt. Ze wordt daarbij vaak geholpen door de moeder en/of de bes-

Figuur 5.1: De bruid maakt zich mooi voor haar geliefde

112

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

te vriendin(nen). Het ritueel van het opmaken, het schikken van de jurk, het vastmaken van de bruidssluier biedt genoeg leuke momenten om vast te leggen.

5

Opnametechniek Probeer de sfeer vast te leggen zoals deze is, zonder flitslicht te gebruiken. Met flits verstoort u de natuurlijke schaduwwerking dat door het bestaande licht wordt veroorzaakt. U kunt (meer) daglicht binnenlaten door een gordijn te openen. Gebruik eventueel een statief als de belichtingstijd onder de kritische grens van 1/60 per seconde komt. Of u vraagt de bruid een ogenblik stil te staan in een bepaalde positie, bijvoorbeeld bij het opbrengen van make-up of het schikken van de bruidsjurk.

Figuur 5.2: De bruiloftsgasten vermaken zich met de bruid

5 – Huwelijksreportage

113


HOOFDSTUK

5 OPMERKING Het gebeurt niet vaak dat alle familieleden bij elkaar komen en netjes gekleed gaan. Dit is dan ook een leuke gelegenheid om alle familieleden op de foto te zetten. In het vorige hoofdstuk is het maken van portretten besproken. Lees dit hoofdstuk door als u van plan bent om naast het bruidspaar ook de overige familieleden in beeld te brengen.

5.2.2 Sfeerfoto’s maken De bruid ziet er op haar mooist uit. Iedereen bewondert haar en wil graag een bijdrage leveren aan de schikking van de kleding of accessoires. Ook de naaste familie ziet er anders uit in nette kleren en vinden het leuk om daarmee op de foto te komen. Voor u een prima gelegenheid om wat sfeerfoto’s te maken (zie figuur 5.2). Opnametechniek Als familie van de bruid of bruidegom kent u de familieleden van de andere partij niet. U zult geneigd zijn om vooral bekende familieleden op de foto te zetten. Probeer in dit stadium contact te maken met de bruiloftsgasten die u niet kent en zet deze ook op de foto. Zo krijgt u foto’s die voor beide kanten van de familie interessant zijn.

5.2.3 Aankomst bruidegom Dan is het gespannen wachten op de bruidegom met het bruidsboeket. Deze heeft de avond daarvoor meestal een vrijgezellenavond gehad en kan zich wel eens verslapen hebben. Iedereen is ook benieuwd hoe het bruidsboeket eruitziet. Leuk is het moment dat de bruidegom aan komt lopen, fietsen of meestal per auto verschijnt. Het drukken op de deurbel. De bruid die de deur opendoet en het bruidboeket in ontvangst neemt. De bruidegom heeft ook de corsages bij zich die de bruiloftsgasten kunnen opspelden. De heren dragen deze links met de bloem omhoog, de dames links met de bloem omlaag. Hiervan kunt u leuke foto’s maken. Opnametechniek Zorg ervoor dat u op tijd buiten bent zodat u de bruidegom ziet aankomen en deze meteen in beeld kunt brengen. Let erop dat de witbalans van uw toestel goed is ingesteld. Als u binnen met kunstlicht hebt gefotografeerd, wijzigt u de witbalans voor fotograferen met daglicht.

114

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

Figuur 5.3: De bruidegom komt aan met het bruidsboeket

5.2.4 De bruiloftsgasten Het komt niet vaak voor dat de hele familie bij elkaar komt. Een ontmoeting tussen de families van bruid en bruidegom met ooms en tantes, neefjes en nichtjes is een unieke bijeenkomst. Het is leuk om hier ook een aantal foto’s van te maken. Er is meestal wel een plaats in huis waar u een aantal gasten samen met de bruid of bruidegom kunt fotograferen. Probeer zo veel mogelijk intieme momenten vast te leggen. Opnametechniek Verdeel de opnamen tussen beide families. Wellicht is er gelegenheid om enkele groepsfoto’s te maken van zowel de familie van de bruid als van de bruidegom. Maak zo veel moge5 – Huwelijksreportage

115


HOOFDSTUK

5

Figuur 5.4: De bruiloftsgasten maken zich op voor het huwelijksfeest

OPMERKING Locatiefoto’s kunnen natuurlijk ook na de huwelijksvoltrekking worden gemaakt. Als u erin slaagt om het bruidspaar ontspannen te krijgen en naar een paar leuke plekken voert, zal het officiële gedeelte meestal ook wel wat meer ontspannen verlopen.

116

lijk gebruik van bestaand licht. U kunt de gasten op een stoel of bank laten zitten op een plek bij het raam.

5.2.5 Locatiefoto’s De locatiefoto is een voorbeeld van een dubbelportret dat meestal tot doel heeft om op het dressoir in de huiskamer te staan en op de slaapkamer van de wederzijdse ouders. Voor u is dit een artistieke uitdaging om daar iets moois van te maken. De omgeving waar u deze foto’s gaat maken, speelt daarbij een grote rol.

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

Opnametechniek Spreek van tevoren met het bruidspaar af waar u naartoe gaat. Neem eventueel accessoires mee die u bij de opnamen wilt gebruiken. In deze reportage maken we gebruik van ballonnen, champagne met glazen, enzovoort. Sommige bruidsparen gaan heel ver in hun wensen en zijn bereid om alles te doen om een originele foto te krijgen tot een parachutespong uit een vliegtuig toe! Ook een duik in zee wordt niet gemeden, waarbij het niet uitmaakt dat de huwelijkskleding tot een eenmalig gebruiksvoorwerp wordt gedegradeerd.

Figuur 5.5: Trouwfoto’s zijn voor het bruidspaar een blijvend hoogtepunt uit de huwelijksreportage

5 – Huwelijksreportage

117


HOOFDSTUK

5

5.2.6 De trouwzaal De trouwzaal hoeft niet per se in het stadhuis, stadskantoor of gemeentehuis te zijn. Er zijn ook diverse kastelen en monumentale panden die over een trouwzaal beschikken. Voor u is het belangrijk dat u de route kent. Het beste is om zelf plaats te nemen in de trouwauto. Als u voorin zit, kunt u het bruidspaar tijdens de rit fotograferen en bent u meteen aanwezig bij het in- en uitstappen.

Figuur 5.6: Neem bij voorkeur plaats in de auto van het bruidspaar

De parkeerruimte bij de trouwzaal is het verzamelpunt voor het hele gezelschap dat de huwelijksplechtigheid gaat bijwonen. Veel gasten kennen elkaar, maar hebben elkaar een lange tijd niet gezien. Opnametechniek Het is leuk om van deze ontmoeting een paar foto’s te maken. Meestal moet u toch wachten omdat er nog een bruidspaar wordt getrouwd. Bij sommige trouwzalen gaat dat namelijk de hele dag door. Laat uw modellen niet in het zonlicht kijken. Denk ook aan de schaduw van gebladerte onder bomen. Deze kunnen storende patronen vormen op gezicht en kleding Bij aankomst in de trouwzaal wordt het bruidspaar even in een aparte kamer gezet. Dit intieme moment zo vlak voor de plechtigheid is aardig om vast te leggen. De laatste schikkingen aan de kleding worden gedaan en er zijn korte overdenkingen op hetgeen te gebeuren staat.

118

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

Figuur 5.7: Het gezelschap ontmoet elkaar bij de trouwzaal

Opnametechniek Het is leuk om deze momenten vast te leggen. Dit zijn de laatste minuten van het ongetrouwde bruidspaar. Sommige stellen zijn zichtbaar zenuwachtig, andere gebruiken dit moment

Figuur 5.8: Het paar wordt voor de voltrekking van het huwelijk in de wachtkamer gezet

5 – Huwelijksreportage

119


HOOFDSTUK

5

van alleen samen zijn om zich helemaal voor te bereiden op wat komen gaat. U kunt trachten deze sfeer in enkele beelden vast te leggen. Het bruidspaar komt als laatste de trouwzaal binnen en het wachten duurt tot alle gasten plaats hebben genomen. Terwijl de trouwzaal volloopt, hebt u gelegenheid om even kort met de ambtenaar van de burgerlijke stand te praten over wat u van plan bent te gaan doen. Overleg waar u het beste kunt gaan staan en vraag of er nog bijzondere momenten zijn die het waard zijn om vast te leggen. In het algemeen kunt u de volgende gebeurtenissen verwachten:

5.2.7 Binnenkomst bruidspaar Meestal komt het bruidspaar samen binnen, vergezeld van bruidsmeisjes of bruidsjonkers. Soms zijn daar ook kinderen bij van het bruidspaar zelf of de kinderen uit een eerder huwelijk. Bij een traditioneel huwelijk neemt de bruidegom plaats op de voor hem bestemde stoel en wordt de bruid door de vader, de oom of een andere persoon naar binnen gebracht. Deze ‘geeft de bruid weg’ waarna zij plaatsneemt op de stoel naast de bruidegom. Van voor gezien zit de man links en de vrouw rechts.

Figuur 5.9: De bruid wordt binnen geleid

120

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

Opnametechniek De binnenkomst van het bruidspaar is een moment dat u zeker moet vastleggen. Zorg dat uw flitser op de camera is gemonteerd en werkt. Meestal is de trouwzaal zodanig verduisterd dat u moet flitsen om bewegingsonscherpte te voorkomen en om de schaduwpartijen op te lichten.

5.2.8 Toespraak door de ambtenaar van de burgerlijke stand De ambtenaar houdt een korte toespraak naar aanleiding van het voorgesprek dat met het toekomstig paar heeft plaatsgevonden. Hierin wordt de eerste ontmoeting gememoreerd, de familieanekdotes worden erbij gehaald, enzovoort. Een mooi moment om het bruidspaar te fotograferen maar ook het luisterende publiek in de zaal.

Figuur 5.10: Toespraak van de ambtenaar van de burgerlijke stand

5.2.9 Huwelijksvoltrekking Dan komt het moment suprème. Bruid en bruidegom verklaren zich man en vrouw ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand en de getuigen. Probeer op het juiste

5 – Huwelijksreportage

121


HOOFDSTUK

5

moment de blik van de bruid en bruidegom vast te leggen als het jawoord wordt uitgesproken.

Figuur 5.11: Tijdens de huwelijksvoltrekking kiest u de beslissende momenten

Opnametechniek Kijk vóór het nemen van deze foto’s naar het geheugen van uw camera. Als u twijfelt of u voldoende opnamen kunt maken, plaats dan een leeg kaartje in de camera zodat u genoeg opnamen achter elkaar kunt maken. Tijdens de huwelijksvoltrekking en het uitwisselen van de ringen hebt u nauwelijks tijd om zich met de technische problemen van de camera te bemoeien.

5.2.10 Uitwisseling van de ringen Als er na het burgerlijk huwelijk geen kerkelijke inzegening plaatsvindt, worden de ringen in de trouwzaal omgedaan. Dit is een moment dat u niet mag missen. Het is ook een van de moeilijkste momenten. Het is belangrijk dat de ring goed op de foto te zien is. U mag daarbij enige regie toepassen.

122

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

Opnametechniek Zorg van tevoren dat u de juiste plaats hebt ingenomen. Bedenk dat iedereen het heel natuurlijk vindt als u om het bruidspaar en de ambtenaar van de burgerlijke stand heen loopt.

Figuur 5.12: De uitwisseling van de ringen is een belangrijk moment

5 – Huwelijksreportage

123


HOOFDSTUK

5

5.2.11 Tekenen van de akte Na het voltrekken van het huwelijk en het wisselen van de ringen vindt het tekenen van de huwelijksakte plaats. Bruid en bruidegom tekenen deze als eerste waarna de getuigen mogen tekenen. Altijd leuk om te fotograferen. Opnametechniek Let op dat dit alles in een korte tijd plaatsvindt en dat u snel moet fotograferen. De ambtenaar van de burgerlijke stand tekent als laatste. Vergeet niet om een foto van de getekende akte te maken.

Figuur 5.13: Het tekenen van de huwelijksakte

124

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

5.2.12 Afscheidswoorden Nadat het bruidspaar officieel is getrouwd en zich ‘man en vrouw’ mag noemen, vertelt de ambtenaar van de burgerlijke stand meestal nog iets over hoe het verder zal gaan met het bruidspaar. Woorden als huwelijksbootje, zwaar weer, tegenwind, voor- en tegenspoed vallen meestal, maar soms is het verhaal ook vrolijker.

Figuur 5.14: De ambtenaar van de burgerlijke stand spreekt nog een paar woorden om de feestvreugde te vergroten

5.2.13 Gelegenheid tot feliciteren Het pas getrouwde paar verlaat als eerste de trouwzaal en staan in de hal de genodigden op te wachten. Iedereen mag nu de bruid (en bruidegom) zoenen waarvan meestal volop gebruikgemaakt wordt. Ook de wederzijdse ouders worden gefeliciteerd. Opnametechniek De wederzijdse ouders mogen als eerste bruid en bruidegom feliciteren. Leg deze momenten vast. Dit is een vreugdevol moment. Iedereen is blij en vrolijk. Maak een aantal foto’s waarin deze sfeer goed overkomt.

5 – Huwelijksreportage

125


HOOFDSTUK

5

Figuur 5.15: Na de huwelijksvoltrekking is er gelegenheid om de bruid te kussen

5.2.14 Groepsfoto Nu het huwelijk is voltrokken, kan er een groepsfoto worden gemaakt. Deze maakt u op de trap van het gemeentehuis, stadhuis of eventueel op een plaats ervoor. Opnametechniek Het bruidspaar stelt u in het midden op en wederzijdse ouders, broers, zusters en getuigen eromheen. In het vorige hoofdstuk vindt u meer aanwijzingen voor het opstellen van een groep mensen.

126

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

Figuur 5.16: De groepsfoto maakt u bij voorkeur na het verlaten van de trouwzaal

5.3 Kerk, moskee of spirituele bijeenkomst Voor veel bruidsparen is de bijeenkomst in de kerk of elders, waar dieper wordt ingegaan op de stap die beide partners hebben genomen, belangrijker dan het burgerlijk huwelijk. Hier komt men meer tot bezinning en gaat men in op het motief dat heeft geleid tot het nemen van de uiteindelijke stap om elkaar ‘eeuwig trouw te zweren’. Het verloop van een dergelijke bijeenkomst is heel wisselend. Opnametechniek Het enige advies dat we u kunnen geven, is dat u overlegt met de voorganger over wat er te gebeuren staat en waar u wel of niet mag staan. Meestal kunt u zich wel verdekt opstellen en met een tele-instelling van het objectief foto’s maken.

5.4 Receptie, diner, feest Denk niet dat u er bent na de zware klus van de huwelijksreportage. Nu staat de receptie te wachten met het diner en wellicht een feest.

5 – Huwelijksreportage

127


HOOFDSTUK

5

Opnametechniek Leuke momenten om vast te leggen zijn:

OPMERKING De laatste tijd worden steeds vaker op de tafels ‘weggooi’-camera’s neergelegd, waarmee de genodigden zelf foto’s kunnen maken. Laat het maken van foto’s echter niet alleen over aan goed bedoelende feestgangers. Meestal valt er weinig resultaat te verwachten, omdat men niet goed weet hoe men het apparaat moet gebruiken.

■ binnenkomst van de genodigden; ■ tekenen van het receptieboek; ■ aansnijden van de bruidstaart en elkaar een hapje voeren; vanaf nu eten bruid en bruidegom uit elkaars hand; ■ de toespraak van het bruidspaar, wederzijdse ouders en ceremoniemeester; ■ sketches die worden opgevoerd door familie en vrienden; ■ groepsfoto’s aan de tafeltjes; ■ kinderen die zich vermaken. Neem verschillende standpunten in en fotografeer ook een deel van de omgeving zodat de kijker een indruk krijgt waar het feest zich heeft afgespeeld. Voor het fotograferen van individuele feestgangers of groepjes verwijzen we naar hoofdstuk 4 in dit boek.

Figuur 5.17: Maak tijdens de receptie en het feest erna een aantal foto’s van de ceremoniemeester, de sprekers, enzovoort

128

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5

5.5 Tot besluit Aan de hand van een aantal foto’s hebt u gezien wat er tijdens bruiloften en feesten zoal te fotograferen valt. We hopen dat u uit de voeten kunt met deze handreikingen en deze in praktijk gaat brengen.

5 – Huwelijksreportage

129



HOOFDSTUK 6 Adobe Photoshop Elements 2 verkennen Adobe Photoshop is het meest gebruikte programma voor fotobewerking. Photoshop Elements is een eenvoudiger versie van de professionele versie Photoshop. Het programma is gemakkelijker in het gebruik en bevat functies die voor fotoamateurs gemakkelijk zijn te gebruiken. In dit hoofdstuk ziet u wat u met dit programma kunt doen.

Bij het toonaangevende PC Magazine (the independent guide to technology www.pcmag.com) komt dit programma met een score van vijf punten als een van de beste uit de test. Het gaat hier om een uitgeklede versie van de professionele versie van Adobe Photoshop. Voor de amateurfotograaf is dit programma echter veel beter om de eerste beginselen van de digitale beeldbewerking te leren.

6.1 Het programma openen In hoofdstuk 2 is het beheer van uw foto’s op uw computer behandeld. U hebt uw foto’s op onderwerp of opnamedatum in mappen geplaatst. Adobe Photoshop Album bevat een tijdlijn waarmee u foto’s gemakkelijk op datum kunt terugvinden. Bij het openen van een foto in Photoshop is het handig als u weet in welke map uw foto staat.

OEFENING 6.1 Photoshop Elements openen 1. Start Adobe vanuit de programmalijst. (Bij de installatie wordt er een aparte map Adobe gemaakt, waarin u de programmanaam terug kunt vinden.) Op het scherm verschijnt het openingsvenster met een aantal hulpvensters (zie figuur 6.1).

OPMERKING Het programma Adobe Photoshop Elements wordt vaak meegeleverd met scanners, digitale camera’s of andere apparatuur voor digitale fotografie. Bij de bespreking in dit boek wordt gebruikgemaakt van de Nederlandstalige versie, maar de Engelstalige optienamen staan er tussen haakjes achter. U kunt namelijk alleen de Engelse 30-dagenversie downloaden vanaf internet (www.adobe.nl/ products/tryadobe/ main.html).

131


HOOFDSTUK

6 1 2

6 3 4 5

7

8

1. Menubalk (Menu bar)

5. Tips (Hints)

2. Sneltoetsbalk (Shortcut bar)

6. Palettenvak (Layers)

3. Optiebalk (Options bar)

7. Hoe kan ik (How To)

4. Gereedschapspalet (Toolbox)

8. Welkomstscherm (Welcome Screen)

Figuur 6.1: Het openingsvenster van Adobe Photoshop Elements

OPMERKING Met de optie Paletlocaties herstellen (Reset Palette Locations) kunt u de uitgangspositie van alle venster zoals deze tijdens het openen van Photoshop op het beeldscherm staan, herstellen.

De vensteronderdelen die u tijdens het werken met Photoshop ziet, zijn ingesteld in het menu Venster (Window; zie figuur 6.2). U ziet voor vensteronderdelen een vinkteken staan. Vensteronderdelen die al op het scherm staan, kunnen worden verborgen door op de vensteroptie te klikken. 2. Open, indien nodig, de vensteronderdelen waarvoor in figuur 6.2 een vinkteken staat en sluit andere vensteronderdelen.

6.2 Een afbeeldingsbestand openen Eerst wordt een foto geopend vanuit het fotoarchief. De foto’s die worden gebruikt, staan op de website van de auteur (www.boertjens.nl/digitalefotografie/gids50plus).

132

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

6

Figuur 6.2: In het menu Venster kunt u instellen welke programmaonderdelen op het scherm verschijnen

OEFENING 6.2 Een foto uit het fotoarchief openen 1. Klik op de knop Welkomstscherm sluiten (Exit Welcome Screen). 2. Sluit ook het venster Tips (Hints) en Hoe kan ik (How To) met de knop X (Sluiten). 3. Druk op Ctrl+O of kies in het menu Bestand (File) de optie Openen (Open). 4. Klik in het venster Openen (Open) op de knop ▼ achter het zoekvak. 5. Selecteer het station waar de map met de foto staat en open deze map (zie figuur 6.3). U ziet de foto’s in de map die in dit hoofdstuk worden gebruikt. 6. Dubbelklik op de bestandsnaam, bijvoorbeeld DSC00279. De foto verschijnt in het venster (zie figuur 6.4). 7. Klik op de knop Maximaliseren om de foto in het midden van het werkgebied van Adobe Photoshop Elements te plaatsen. 6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

133


HOOFDSTUK

6 OPMERKING Met de optie Venster (Window), Welkom (Welcome) is het mogelijk om het welkomstvenster opnieuw te tonen.

Figuur 6.3: In het venster Openen opent u de map en selecteert u het afbeeldingsbestand dat u wilt bewerken

Figuur 6.4: In het venster verschijnt de foto die u in de map hebt geselecteerd

134

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

6

6.3 Foto’s verbeteren Nadat u uw foto’s naar de computer hebt gekopieerd, zult u kritisch moeten kijken of uw foto’s technisch wel in orde zijn. U kunt nog zo’n leuk plaatje hebben geschoten qua compositie en onderwerp, als deze te licht of te donker is, zult u deze fout willen corrigeren. De grootste behoefte bestaat dan ook uit het verbeteren van foto’s, het bijsnijden, kleurcorrecties toepassen, enzovoort bij het werken met een beeldbewerkingsprogramma zoals Adobe Photoshop Elements. Deze handelingen zijn vrij eenvoudig uit te voeren. Het menu Verbeteren (Enhance) bevat een aantal opties waar u dit mee kunt doen, zoals Snel repareren (Quick Fix) , Autocontrast (Auto Contrast), Automatische kleurcorrectie (Auto Color Correction), Belichting aanpassen (Adjust Lighting), Kleur aanpassen (Adjust Color) en Helderheid/contrast aanpassen (Adjust Brightness/Contrast).

TIP Bewaar wel het origineel van de foto. U kunt dus het best met een kopie van een foto werken voor het geval er tijdens de bewerking iets fout gaat.

6.3.1 Helderheid aanpassen Foto’s die te licht of te donker zijn gaat u verbeteren. De foto in figuur 6.4 is te donker doordat de opname snel met tegenlicht gemaakt moest worden. Pas dit als volgt aan:

OEFENING 6.3 De helderheid van een foto aanpassen 1. Kies in het menu Verbeteren (Enhance) de optie Helderheid/contrast aanpassen (Adjust Brightness/Contrast), Helderheid/contrast (Brightness/Contrast). 2. In het venster Helderheid/contrast (Brightness/Contrast) gebruikt u de schuifknop Helderheid (Brightness)om de foto iets lichter te maken. 3. Vervolgens past u met de knop Contrast (Contrast) de doortekening van de foto aan. 4. Klik op de knop OK als u klaar bent. 5. Sla de foto op onder een nieuwe naam. Druk op Shift+Ctrl+S of kies de optie Bestand (File), Opslaan als (Save As). 6. Geef het bestand een nieuwe naam. 6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

135


HOOFDSTUK

6

Let bij het bewerken op de lichte en donkere partijen in de foto. De donkere partijen mogen niet dichtlopen waardoor u geen details meer ziet. Dit geldt ook voor de lichte partijen deze mogen niet zo licht worden dat de details verbleken. In figuur 6.5 ziet u het resultaat. Eerst is de helderheid aangepast en daarna het contrast.

Figuur 6.5: De helderheid en contrast aanpassen

OEFENING 6.4 Een foto donkerder maken 1. Foto DSC00325 is te licht. Pas de helderheid en het contrast van deze foto aan. 2. Sla de foto opnieuw op onder een nieuwe naam.

6.3.2 Autocontrast Sommige foto’s die iets te licht of te donker zijn, kunt u eenvoudig corrigeren met de optie Autocontrast (Auto Contrast). Druk hiervoor op Auto+Shift+Ctrl+L of kies deze optie in het menu Verbeteren (Enhance).

6.3.3 Achtergrondbelichting aanpassen De achtergrondbelichting in een landschap zorgt voor een natuurlijk decor. In oefening 6.3 hebt u de helderheid en het contrast aangepast, maar daarmee ging de doortekening in de lucht verloren. In oefening 6.5 wordt de foto lichter gemaakt, zonder de wolken op de achtergrond te verliezen.

136

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

OEFENING 6.5 De achtergrondbelichting aanpassen

6

1. Open de foto DSC00279 opnieuw. 2. Klik in het menu Verbeteren (Enhance) op de optie Belichting aanpassen (Adjust Lighting), Achtergrondbelichting aanpassen (Adjust Backlighting). 3. Sleep de schuifknop in het venster Achtergrondbelichting aanpassen (Adjust Backlighting) naar links tot de waarde +50 in het tekstvak verschijnt. U ziet dat in de wolkenpartij een mooie doortekening ontstaat, alleen wordt de foto in zijn geheel donkerder. 4. Klik op OK. De wijziging wordt doorgevoerd. 5. Pas nu de helderheid en het contrast aan (zie rechts in figuur 6.6). De foto is nu lichter zonder het verlies van doortekening in de wolkenpartij. 6. Sla de foto op onder een nieuwe naam.

Figuur 6.6: De achtergrondbelichting past u aan waardoor de doortekening in de wolkenpartij behouden blijft

6.3.4 Kleurzweem verwijderen Kleurzweem ontstaat meestal als twee lichtsoorten worden gemengd, bijvoorbeeld TL-licht en daglicht. Ook onderbelichting kan kleurzweem veroorzaken. Een kleurzweem herkent u als een groene, paarse of gele laag die over de foto heen lijkt te liggen. U kunt deze verwijderen met de optie Verbeteren (Enhance), Kleur aanpassen (Adjust Color), Kleurzweem (Color Cast). 6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

137


HOOFDSTUK

6

OEFENING 6.6 Kleurzweem verwijderen 1. Open foto DSC00168. 2. Kies in het menu Verbeteren (Enhance) de optie Kleur aanpassen (Adjust Color) en vervolgens Kleurzweem (Color Cast). 3. Plaats de aanwijzer op een grijs, wit of zwart gebied in de foto en klik met de muisknop (zie figuur 6.7). 4. Als de keuze van het vlak waarop u klikt niet het gewenste resultaat oplevert, probeert u een ander vlak tot u tevreden bent over de kleuren in de foto. 5. Klik op OK en sla de foto op onder een nieuwe naam.

Figuur 6.7: De kleurzweem past u aan door in het venster op een grijs, zwart of wit gebied te klikken

OEFENING 6.7 Kleurzweem verwijderen 2 1. Open foto DSC00167 en verwijder de kleurzweem uit deze opname.

6.3.5 Kleur verwijderen Sommige foto’s worden pas interessant als u kleur verwijdert. Het accent komt dan meer op de compositie, contrast en helderheid te liggen. U kunt elke foto omzetten naar grijswaarden (zwart/wit) door op Shift+Ctrl+U te drukken (Verbeteren (Enhance), Kleur aanpassen (Adjust Color), Kleur verwijderen (Remove Color).

138

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

OEFENING 6.8 Kleur verwijderen

6

1. Open de foto die u in zwart/wit wilt weergeven, bijvoorbeeld foto Denemarken 062. 2. Druk op Shift+Ctrl+U. De foto wordt direct in zwart/wit weergegeven. 3. Pas, indien nodig, de helderheid iets aan. 4. Sla de foto op onder een nieuwe naam.

Figuur 6.8: De kleuren zijn uit de foto verwijderd zodat deze in grijswaarden wordt weergegeven

6.3.6 Kleurvariaties U kunt met kleur spelen in het venster Kleurvariaties (Color Variations). Als u een kleurenfoto kiest die goed is belicht, zult u zien dat de foto is opgebouwd uit de kleuren rood, groen en blauw. Het is mogelijk om de intensiteit van elke kleur te beĂŻnvloeden.

OEFENING 6.9 Kleurintensiteit aanpassen 1. Open foto DSC00311. 2. Kies in het menu Verbeteren (Enhance) de optie Kleur aanpassen (Adjust Color), Kleurvariaties (Color Variations). Het gelijknamige venster wordt geopend (zie figuur 6.9). 3. Selecteer het gebied van de foto dat u wilt aanpassen.

6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

139


HOOFDSTUK

6

Figuur 6.9: In het venster Kleurvariaties kunt u met kleur experimenteren

U hebt daarbij de keuze uit: Middentonen (Midtones) – dit zijn de delen in een beeld die ongeveer dezelfde toon hebben, halverwege tussen de hoge lichten en schaduwen. Schaduwen (Shadows) – de donkere partijen in het beeld waar geen direct licht op valt. Hoge lichten (Highlights) – de lichte gebieden in een foto. Verzadiging (Saturation) – een kleureigenschap die u ervaart als diepte of felheid in een foto. 4. Pas de kleurintensiteit aan door de schuifknop naar links of naar rechts te slepen. De veranderingen ziet u aan de knoppen rechtsonder in het venster. 5. Klik op een van de knoppen om de foto aan te passen. 6. Als het resultaat tegenvalt of u wilt een andere optie proberen, klik dan op de knop Ongedaan maken (Step Backward). Met de knop Afbeelding herstellen (Step Forward) keert u terug bij het origineel. 140

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Meer opties om uw foto’s te bewerken worden besproken in het volgende hoofdstuk. In de volgende paragraaf worden de opties van de menubalk besproken.

6.4 Menu Afbeelding Het menu Afbeelding (Image) bevat eveneens opties die u vaak zult gaan gebruiken. Deze opties worden aan de hand van een aantal voorbeelden besproken.

6.4.1 Foto dupliceren In dit boek gebruikt u foto’s die op de website van de auteur staan (zie paragraaf 6.2). Als u uw eigen foto’s gebruikt, is het verstandig om deze voor een bewerking direct te dupliceren en daarmee de bewerkingen te doen. Zo voorkomt u dat een foto door een fout onherstelbaar veranderd wordt.

OEFENING 6.10 Een foto kopiëren 1. Open de foto waar u mee wilt werken. 2. Klik in het menu Afbeelding (Image) op de optie Afbeelding dupliceren (Duplicate Image). 3. Voer in het gelijknamige venster de nieuwe naam voor de foto in. Automatisch (As) wordt de naam van het origineel gegeven met de toevoeging ‘kopie’.

6 WAARSCHUWING Nadat u uw foto’s van de digitale camera naar de computer hebt gekopieerd, is het raadzaam deze op een cd-rom te branden (zie hoofdstuk 10). Als u nog ruimte over hebt op de cd-rom, kopieer dan eveneens de foto’s die u de vorige keer op een cdrom hebt gebrand. Op deze manier beschikt u over twee cd-roms waar dezelfde foto’s opstaan. Dit voor het geval een van de cdroms verloren raakt.

6.4.2 Een foto roteren Foto’s staan niet altijd in de juiste stand in het archief. Na het kopiëren van de foto’s naar de computer kunt u deze tijdens het bekijken draaien. Als dit niet gebeurt en u vraagt een foto in Adobe Photoshop Elements op, moet u dat alsnog doen.

OEFENING 6.11 Een foto draaien 1. Vraag de foto op die u wilt bewerken, bijvoorbeeld DSC02082. 2. Klik op het menu Afbeelding (Image).

6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

141


HOOFDSTUK

6

U ziet dat er nogal wat opties in dit menu staan. De opties voor roteren gebruikt u al naar gelang de stand van de foto die is opgevraagd. Met de opties Horizontaal draaien (Flip Horizontal) en Vertikaal draaien (Flip Vertical) is het mogelijk om een foto te spiegelen. Links wordt rechts en boven wordt onder. Normaal is dit geen probleem tenzij er een tekst of, bijvoorbeeld een klok in beeld staat. Dan valt deze bewerking wel meteen op. 3. Experimenteer met de opties uit dit menu. Met de optie Afbeelding rechttrekken (Straighten Image) kunt u een foto die scheef in het kader staat rechtop plaatsen.

6.4.3 Uitsnijden Soms bevat een foto te veel informatie. U kunt alleen dat deel van de foto uitsnijden waar het werkelijk omgaat. Uit een groepsfoto haalt u bijvoorbeeld één persoon en bij een landschapsfoto laat u alleen de horizon met een stukje lucht en land zien.

OEFENING 6.12 Een foto uitsnijden 1. Open de foto die u wilt uitsnijden, bijvoorbeeld Brekken 039. 2. Druk op Shift+C om het gereedschap om mee uit te snijden te selecteren. U kunt ook klikken op de knop Uitsnijden (Crop Tool) in het gereedschapspalet. 3. Selecteer het gebied van de foto dat u wilt overhouden na het uitsnijden (zie figuur 6.10a). 4. Kies in het menu Afbeelding (Image) de optie Uitsnijden (Crop; zie figuur 6.10b). In het scherm verschijnt de uitsnede langs de lijnen die u hebt gekozen (zie figuur 6.10c).

6.4.4 Afbeeldingsgrootte aanpassen Het komt regelmatig voor dat u een foto via internet wilt versturen. In de hoogste resolutie kan de bestandsomvang van een foto oplopen tot meer dan 2 MB. Voor het verzenden via 142

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

6 b

a

c

Figuur 6.10: Een uitsnede maken van een foto

internet is dit niet handig, omdat het postvak van de ontvanger dan wel erg snel vol raakt. Vanuit Adobe Photoshop Elements is het mogelijk een foto te verkleinen.

OEFENING 6.13 De afbeeldingsgrootte verkleinen 1. Selecteer de foto die u wilt aanpassen, bijvoorbeeld DSC00202.

6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

143


HOOFDSTUK

6

2. Kies in het menu Afbeelding (Image) de optie Vergroten/ verkleinen (Resize), Afbeeldingsgrootte (Image Size). Het gelijknamige venster verschijnt. 3. Kies in het vak Documentgrootte (Document Size) de nieuwe breedte, bijvoorbeeld 10. 4. Als de optie Verhoudingen behouden (Constrain Proportions) is geselecteerd, wordt de hoogte meteen aangepast

Figuur 6.11: In het venster Afbeeldingsgrootte past u de documentgrootte en daarmee de bestandsomvang aan

144

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

(zie figuur 6.11). Achter de optie Pixelafmetingen (Pixel Dimensions) verschijnt de nieuwe bestandsgrootte.

6

5. Klik op OK. U ziet dat de foto in een klein formaat (postzegelformaat) op het scherm wordt getoond. 6. Sla de foto op onder een nieuwe naam.

6.5 Weergave In het menu Weergave (View) staan de opties waarmee u de grootte van de foto op het beeldscherm aanpast. Zo kunt u de foto in een nieuw weergavevenster plaatsen, inzoomen, uitzoomen, enzovoort. Naast de opties in dit menu is het gebruik van de sneltoetsen op het toetsenbord ook erg handig. Inzoomen (Zoom In)

Ctrl++

Uitzoomen (Zoom Out)

Ctrl+-

In venster (Fit on Screen)

Ctrl+0 (nul)

Werkelijke pixels (Actual Pixels)

Alt+Ctrl+0 (nul)

Linialen (Rulers)

Ctrl+R

6.5.1 In- en uitzoomen Om een detail van een foto te bekijken kunt u inzoomen. Dit is gemakkelijk als u bijvoorbeeld een detail wilt bewerken. Op deze manier is het werken met de gereedschappen gemakkelijk. Het is alsof u onder een vergrootglas werkt (zie hoofdstuk 7).

OEFENING 6.14 Inzoomen op een foto 1. Klik, indien nodig, in het venster van de foto op de knop Maximaliseren. 2. Druk op de toetsen Ctrl++. Herhaal deze handeling tot u op het gewenste detailniveau bent. U kunt nu een bewerking uitvoeren of uitzoomen. 3. Druk op Ctrl+– om uit te zoomen. Details in de foto worden kleiner zodat u meer van de foto te zien krijgt.

6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

OPMERKING In hoofdstuk 2 is het gebruik van Adobe Photoshop Album besproken. Hiermee kunt u de foto’s op uw computer beheren. Het is verstandig om uw foto’s in mappen op te slaan. Een map geeft u een naam die past bij het onderwerp dat u hebt gefotografeerd of u kunt de map de datum geven waarop de foto’s zijn gemaakt.

145


HOOFDSTUK

6

6.6 Bestandenbrowser De ingebouwde bestandenbrowser is handig bij het selecteren van foto’s die u wilt bekijken, bewerken of afdrukken. U zoekt in de browser eerst naar het station dat de map met foto’s bevat die u wilt openen. Vervolgens kunt u met de bladerknop rechts in het venster de foto opzoeken (zie figuur 6.12).

Figuur 6.12: In de Bestandenbrowser selecteert u de foto die u wilt bekijken of afdrukken

OEFENING 6.15 Een foto selecteren in de bestandenbrowser 1. Klik in het menu Venster (Window) op de optie Bestandenbrowser (File Browser) of klik op de knop Bladeren (Browse) in de standaardwerkbalk. 2. Selecteer met de knop Een niveau omhoog (Up One Level) de map Deze computer (My computer).

146

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3. In het linkervenster verschijnt de lijst met mappen die op uw computer zijn gemaakt. Hierin klikt u op de naam van het station waar de map staat die u wilt openen.

6

4. Klik op de map die de foto’s bevat of open een submap, bijvoorbeeld in de map Afbeeldingen. 5. Klik op de foto die u wilt openen. Linksonder verschijnt de foto in het voorbeeldvenster. 6. Als u dubbelklikt op de foto, verschijnt deze in Adobe Photoshop Elements waar u deze kunt bewerken of afdrukken.

6.6.1 Snelmenu Als u met de rechtermuisknop op een miniatuur klikt, verschijnt het snelmenu. Hierin vindt u enkele opties die u op een miniatuur of selectie kunt toepassen (zie figuur 6.13). Zo is het handig dat u alle foto’s die in het formaat staand zijn opgenomen rechtop kunt zetten met de optie Roteren (Rotate). Als u de foto opent, past Elements automatisch de rotatie toe in het bewerkingsvenster.

Figuur 6.13: Het snelmenu van het miniatuur openen

6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

147


HOOFDSTUK

6

Om meerdere foto’s te selecteren gebruikt u de volgende sneltoetsen: De Ctrl-toets indrukken en klikken met de linkermuisknop – willekeurig foto’s in de browser selecteren. De Shift-toets indrukken en klikken met de linkermuisknop – aangesloten foto’s in de browser selecteren. Klik naast het venster met de miniatuurweergaven om de selectie op te heffen.

6.6.2 Meer opties Rechtsboven staat enigszins verscholen de knop Meer (More), (zie figuur 6.14). In dit verband zijn de opties interessant waarmee u het formaat van het miniatuur kunt aanpassen.

Figuur 6.14: Na het klikken op Meer krijgt u opties te zien voor het werken met de miniaturen in de Bestandenbrowser

148

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

6.6.3 Formaat miniaturen aanpassen

6

Standaard worden de foto’s als grote miniaturen in de browser weergegeven. Als er veel foto’s in een map staan, kunt u de miniaturen een of twee maten kleiner maken. Hiervoor gebruikt u de opties Middelgrote miniatuur (Medium Thumbnail) of Kleine miniatuur (Small Thumbnail). Als u details van een foto wilt zien, zoals het opnameformaat, datum waarop de foto is opgenomen, de afmeting, enzovoort kiest u de optie Details (Details). Op een 17-inch beeldscherm ziet u dan vijf opnamen (zie figuur 6.15).

Figuur 6.15: Details van een foto bekijken

6.7 Afdrukken Nadat u uw foto hebt verbeterd en/of bewerkt, kunt u deze vanuit Adobe Photoshop Elements afdrukken. Omdat aan de kwaliteit van de afdruk van foto’s hogere eisen worden gesteld, is een juiste aanpassing van de printer tegenover het papier dat wordt gebruikt noodzakelijk.

6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

149


HOOFDSTUK

6

6.7.1 Afdrukvoorbeeld In het venster Afdrukvoorbeeld (Print Preview) stelt u de positie en de afmetingen van de foto af op het papierformaat dat u kiest in het dialoogvenster Pagina-instelling (Page Setup). Voordat u een afdruk maakt, is het raadzaam om dit venster eerst te openen voordat u uw kostbare papier en inkt

Figuur 6.16: Een willekeurige foto in het venster Afdrukvoorbeeld

Figuur 6.17: Na het selecteren van de optie Schaal passend maken voor medium verschijnt de foto helemaal in het voorbeeldvak

150

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

verknoeit. In het voorbeeldvenster ziet u de foto zoals deze met de huidige pagina-instellingen zal worden afgedrukt. In figuur 6.16 ziet u daarvan een voorbeeld. In het vak Geschaalde afdrukgrootte (Scaled Print Size) ziet u de maten van de foto, bijvoorbeeld 33,867 hoog en 45,153 breed. Om de foto op A4 af te drukken klikt u op het selectievakje voor de optie Schaal passend maken voor medium (Scale to Fit Media). De foto verschijnt dan in vol formaat in het voorbeeldvenster (zie figuur 6.17). Omdat de stand van het papier meestal Staand (Portrait) is, ziet u waarschijnlijk een witte rand boven en onder de foto. De afdrukstand past u aan in het venster Pagina-instelling (Page Setup).

6.7.2 Pagina-instelling Om de foto in het voorbeeldvenster aan te passen, klikt u op de knop Pagina-instelling (Page Setup). Het gelijknamige venster verschijnt (zie figuur 6.18). De stand van de foto moet u aanpassen aan het fotopapier. Afdrukstand (Orientation) – Om een foto op A4-formaat af te drukken klikt u in het vak Afdrukstand (Orientation) op Liggend (Landscape). Formaat (Paper Size) – Het is natuurlijk ook mogelijk om foto’s op een ander formaat papier af te drukken. Klik daarvoor

6 OPMERKING Er zijn verschillende soorten fotopapier. Zo is er mat, half mat en glanspapier in verschillende gewichten. Hoe zwaarder het papier is, hoe dikker. Dik papier kunt u echter lang niet in alle printers gebruiken. De meeste printerfabrikanten maken ook papier dat bij de printer hoort. Als u zonder problemen wilt afdrukken, kunt u het beste hetzelfde merk papier, inkt en printer gebruiken. Koopt u papier van een ander merk dan is het resultaat onzeker en zult u even moeten experimenteren. In het algemeen is het goed om het papier na het afdrukken even te laten liggen om de inkt te laten drogen.

Figuur 6.18: In het venster Pagina-instelling past u de afdrukstand aan 6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

151


HOOFDSTUK

6

op de knop achter het vak en er verschijnt een waslijst aan papierformaten waaruit u een keuze kunt maken.

6.7.3 Instellen printer Als u op fotopapier wilt afdrukken, is het noodzakelijk dat u uw printer daarop instelt. Als u dit nalaat, krijgt u een resultaat waar u zeker niet tevreden over zult zijn. Het instellen van de printer kan vanuit het venster Pagina-instelling (Page Setup). Dit venster opent u vanuit het menu Bestand (File) of u drukt op de toetsencombinatie Shift+Ctrl+P. Klik vervolgens op de knop Printer (Printer). In het vak Printer (Printer) kiest u de naam van de printer waarmee u de afdruk wilt maken (zie figuur 6.19). Als er meer printers op uw computer zijn aangesloten, verschijnen de namen in de keuzelijst. Elke printer heeft een aantal eigenschappen die u voor het afdrukken van de foto even langs moet lopen. Klik daarvoor op de knop Eigenschappen (Properties).

Figuur 6.19: In het vak Printer kiest u de naam van de printer waarmee u de foto’s wilt afdrukken

In dit voorbeeld is de HP Deskjet 815C-printer van Hewlett Packard in de Nederlandse versie van Windows aangesloten. In het eigenschappenvenster ziet u onder andere Papier/Kwaliteit. Ladenselectie – Bij dik papier is het raadzaam om dit handmatig in te voeren. In de keuzelijst Papierinvoer kiest u daarvoor de optie Handmatige papierinvoer. In het vak Media kiest u het soort papier dat u gaat gebruiken (zie figuur 6.20).

152

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

6

Figuur 6.20: Op het tabblad Papier/Kwaliteit kiest u de papiersoort waarop u de foto wilt afdrukken

6.7.4 Afdrukken op andere media Transparanten – Het is heel eenvoudig om uw eigen overheadsheets te maken met behulp van transparantfilm. T-shirts bedrukken – Er zijn etiketten te krijgen die u afdrukt waarna u het geheel op een T-shirt strijkt. Wijnetiketten maken – U kunt wijnetiketten kopen en bedrukken. Deze gebruikt u dan bijvoorbeeld voor een flesje die u cadeau doet aan iemand. Of u drukt een foto af op de zak waarin u de fles verpakt.

6.7.5 Fotoprinters Voor het beter afdrukken van foto’s hebt u een printer nodig met fotokwaliteit. De printkop is in staat om zeer fijne druppeltjes kleurstof op het fotopapier te spuiten waardoor u een scherpe afdruk krijgt. Een printer met een resolutie van 600 dpi geeft een redelijk resultaat. Er zijn enkele merken printers voor amateur- of semi-professioneel gebruik zoals Canon (www.canon.nl) en Hewlett Packard (www.hp.nl).

6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen

153


HOOFDSTUK

6

6.8 Tot besluit Adobe Photoshop Elements 2 is zeer geschikt om foto’s mee te verbeteren voordat u deze gaat afdrukken. Met behulp van de Bestandenbrowser (File Browser) selecteert u een opname en opent u deze in het bewerkingsvenster. Er zijn allerlei opties om de foto te bewerken. Voordat u de foto afdrukt, bekijkt u deze in het voorbeeldvenster. Na het instellen van de juiste eigenschappen van de printer drukt u uw foto af.

154

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 7 Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet De digitale fotografie maakt het mogelijk om uw foto’s betrekkelijk eenvoudig te bewerken. Met behulp van Adobe Photoshop Elements doet u dit eenvoudig en snel. In dit hoofdstuk worden enkele basisfuncties uit het gereedschapspalet behandeld.

7.1 Gereedschappen Bij het openen van Adobe Photoshop Elements staat links in het venster het gereedschapspalet. Het bevat een groot aantal gereedschappen die u gebruikt om foto’s te bewerken (zie figuur 7.1). Diverse basisgereedschappen worden behandeld die u nodig zult hebben als u enkele eenvoudige correcties op uw foto’s wilt uitvoeren.

7.1.1 Opties voor gereedschappen De knop van een aantal gereedschappen heeft een klein driehoekje. Door met de rechtermuisknop op dit gereedschap te klikken, opent u een keuzemenu waarmee u meer specifieke opties kunt uitoefenen.

OEFENING 7.1 Opties voor gereedschappen bekijken 1. Klik op de knop Rechthoekig selectiekader (Rectangular Marquee Tool). 2. Er verschijnt een keuzemenu waarin u ook kunt kiezen voor Ovaal selectiekader (Elliptical Marquee Tool). Als u op een van de knoppen in het gereedschapspalet klikt, worden de opties in de werkbalk Opties (Options) aangepast. 155


HOOFDSTUK

7

5. Aangepaste vormen (Custom Shape Tool) (U)

1

6. Emmertje (Paint Bucket Tool) (K)

2

14 3

4

15

5 6

10. Spons (Sponge Tool) (Q)

17

8

19 20

9 10

18. Verloop (Gradient Tool) (G) 19. Potlood (Pencil Tool) (N)

24 25 27 28

16. Uitsnijden (Crop Tool) (C) Tool) (T)

23

13

14. Verplaatsen (Move Tool) (V)

17. Horizontale tekst (Horizontal Type

22

12

13. Handje (Hand Tool) (H) 15. Toverstaf (Magic Wand Tool) (W)

21

11

11. Tegenhouden (Dodge Tool) (O) 12. Kloonstempel (Clone Stamp Tool) (S)

18 7

8. Gummetje (Eraser Tool) (E) 9. Vervagen (Blur Tool) (R)

16

OPMERKING U kunt het gereedschapspalet verplaatsen door op het blauwe balkje te klikken. Houd de muisknop ingedrukt en sleep het palet naar de plaats waar u het wilt hebben. Om het gereedschapspalet te minimaliseren klikt u tweemaal achter elkaar op de blauwe balk.

7. Penseel (Brush Tool) (B)

26

20. Rode ogen verwijderen (Red Eye Brush Tool) (Y) 21. Verscherpen (Sharpen Tool) (P) 22. Natte vinger (Smudge Tool) (F) 23. Doordrukken (Burn Tool) (J) 24. Pipet (Eyedropper Tool) (I) 25. Zoomen (Zoom Tool) (Z)

1. Ga naar Adobe Online (Go to Adobe Online) 2. Rechthoekig selectiekader (Rectangular Marquee Tool) (M) 3. Magnetische lasso (Lasso Tool) (L) 4. Selectiepaneel (Selection Brush Tool) (A)

26. Achtergrondkleur instellen (Set background color) 27. Voorgrondkleur instellen (Set foreground color) 28. Standaard voor- en achtergrondkleuren (Default Foreground and Background Colors)

Figuur 7.1: Het gereedschapspalet bevat de knoppen waarmee u uw foto’s kunt bewerken

Zo ziet u in het openingsvenster de opties voor inzoomen in de werkbalk Opties (Options) staan, maar als u voor een selectiekader kiest, verschijnen de opties die u nodig hebt voor het selecteren in de foto.

156

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7.2 Een deel van de foto selecteren

7

U gebruikt de knop Rechthoekig selectiekader (Rectangular Marquee Tool) om een deel van de foto te selecteren, bijvoorbeeld als u dat wilt bewerken of kopiëren naar een nieuwe foto.

OEFENING 7.2 Een deel van de foto selecteren 1. Open de foto DSC05411. Op de foto ziet u twee duiven die boven op een lantaarnpaal zitten te koeren. Om het accent op de twee duiven te leggen, gaat u deze selecteren. 2. Klik op de knop Rechthoekig selectiekader (Rectangular Marquee Tool).

OPMERKING De foto’s die in dit hoofdstuk gebruikt worden, staan op de website www.boertjens.nl/ digitalefotografie/ gids50plus.

3. Plaats de aanwijzer op de linkerbovenhoek van de foto waar u de selectie wilt beginnen. 4. Klik-en-sleep de aanwijzer naar een plaats rechtsonder in het venster waar u de selectie wilt beëindigen. In de foto verschijnt een rechthoek die is omgeven door een onderbroken kaderlijn (zie figuur 7.2).

Figuur 7.2: Een deel van de foto selecteren in een rechthoekig selectiekader 7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

157


HOOFDSTUK

7

Het gedeelte van de foto dat in het selectiekader staat, kunt u nu afzonderlijk bewerken. Het is echter ook mogelijk om juist het gedeelte van de foto te bewerken dat niet in het selectiekader valt. U kiest hiervoor de optie Selectie omkeren (Select Inverse). Het geselecteerde gedeelte kunt u nu niet meer bewerken, maar alleen het gedeelte eromheen. 5. Klik met de rechtermuisknop op de selectie en kies de optie Selectie omkeren (Select Inverse) uit het snelmenu. 6. Plaats de aanwijzer buiten het selectiekader. De aanwijzer verandert in het selectiegereedschap. U gaat nu de omgeving rond de duiven donkerder maken waardoor de aandacht van de kijker juist naar de duiven getrokken wordt. 7. Klik in het menu Verbeteren (Enhance) op de optie Helderheid/contrast aanpassen (Adjust Brightness/Contrast), Helderheid/contrast (Brightness/Contrast; zie ook hoofdstuk 6).

Figuur 7.3: De duiven zijn in een donkerder kader geplaatst

158

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8. Breng de helderheid terug naar –77. Het resultaat ziet u in figuur 7.3.

7

9. Sla de foto op onder een nieuwe naam, bijvoorbeeld Duiven 01.

7.3 Een deel van de foto kopiëren en plakken Nadat u een deel van de foto hebt geselecteerd, kunt u dat gedeelte kopiëren en in een nieuwe foto plakken. Zo ontstaat een nieuwe foto waarop u een of meer bewerkingen kunt toepassen zonder het origineel te verliezen of te wijzigen.

OEFENING 7.3 Een nieuwe foto maken 1. Open een nieuwe foto, bijvoorbeeld DSC05825 vanaf de website. 2. Selecteer een deel van een foto uit uw archief bijvoorbeeld de duif (zie figuur 7.4).

OPMERKING U kunt de eerste foto minimaliseren door op de knop Minimaliseren te klikken.

Figuur 7.4: Een deel van de foto selecteren 7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

159


HOOFDSTUK

7

3. Druk op Ctrl+C of klik in de menubalk op Bewerken (Edit) en kies de optie Kopiëren (Copy). 4. Klik op de werkbalk Snel toetsen (Quick Keys) op de knop Nieuw (New). Het gelijknamige venster verschijnt (zie figuur 7.5).

Figuur 7.5: In het venster Nieuw voert u een nieuwe naam voor de foto in

5. Voer in het vak Naam (Name) de naam in voor de nieuwe foto, bijvoorbeeld Duiven 02 en klik op OK. 6. Zorg dat het nieuwe venster is geselecteerd en klik in het menu Bewerken (Edit) op Plakken (Paste). De selectie uit de vorige foto verschijnt in het nieuwe venster (zie figuur 7.6). 7. Sla de foto opnieuw op onder de naam Duiven 02.

7.4 Tekst invoegen Het is gemakkelijk om een foto van tekst te voorzien. Hiervoor kiest u het tekstgereedschap. Op de optiebalk verschijnen tekstverwerkingsfuncties die u kent uit andere tekstverwerkingsprogramma’s.

OEFENING 7.4 Tekst aan de foto toevoegen 1. Open de foto waar u de tekst aan wilt toevoegen, bijvoorbeeld DSC05356.

160

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.6: De selectie staat in een nieuw venster op het scherm

2. Pas het formaat van de foto aan (Afbeelding (Image), Vergroten/verkleinen (Resize), Afbeeldingsgrootte (Image Size)). In dit voorbeeld is gekozen voor het formaat 15 breed en 11,25 hoog. 3. Klik in het menu Weergave (View) op Afdrukgrootte (Print Size). U ziet de foto dan op ware grootte en kunt daarmee beoordelen hoe de grootte van de tekst ten opzichte van het formaat uitkomt. 4. Klik in het gereedschapspalet op de knop Horizontale tekst (Horizontal Type Tool). Let op de wijziging van de werkbalk Opties (Options bar; zie figuur 7.7).

TIP Foto’s die u hebt geopend, komen onderaan in het menu Venster (Window), Afbeeldingen (Images) te staan. Als u de vorige foto wilt tonen, klikt u in deze lijst op de naam van de foto.

5. Klik in de foto op de plaats waar u de tekst wilt plaatsen. 6. Voer de tekst in, bijvoorbeeld ‘Groeten uit Sevilla’. 7. Vervolgens kiest u een tekstkleur die contrasteert met de achtergrond.

7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

161


HOOFDSTUK

7 1

2

3

4

5

7 6

11

9 8

1. Letterstijl instellen (Set the font style) 2. Lettertypefamilie instellen (Set the font family) 3. Lettergrootte instellen (Set the font size) 4. Anti-aliased (Anti-aliased) 5. Vet (Faux Bold) 6. Cursief (Faux Italic) 7. Onderstrepen (Underline) 8. Doorhalen (Strikthrough) 9. Tekst links uitlijnen (Left align text) 10. Tekst centreren (Center text)

13 12

10

16 14

15

11. Tekst rechts uitlijnen (Right align text) 12. Tekstkleur instellen (Set the text color) 13. Verdraaide tekst maken (Create warped text) 14. Tekstrichting wijzigen (Change the text orientation) 15. Alle huidige wijzigingen annuleren (Cancel any current edits) 16. Alle huidige wijzigingen vastleggen (Commit any current edits)

Figuur 7.7: De werkbalk Opties bevat knoppen waarmee u de tekstweergave instelt

Figuur 7.8: Het lettertype kiezen

162

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8. Klik op de knop ▼ in het vak Lettertypefamilie instellen (Set the font family) en kies het lettertype dat u wilt gebruiken (zie figuur 7.8). Met de schuifknop kunt u door de hele lijst bladeren. 9. In het vak Lettergrootte instellen (Set the font size) past u het formaat van de letter aan. Bij het formaat van 15 breed 11,25 hoog kiest u bijvoorbeeld 48 pt. 10. Pas de tekstkleur aan door op de knop Tekstkleur instellen (Set the text color) te klikken. In het venster Kleurkiezer (Color Picker) klikt u op de gewenste kleur (zie figuur 7.9).

7 WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de tekst voldoende contrasteert met de achtergrond om deze te kunnen lezen.

Figuur 7.9: Tekst aan een foto toevoegen, bijvoorbeeld als u deze gaat gebruiken als ansichtkaart

7.5 In- en uitzoomen op een foto Als u een nieuwe foto opent, verschijnt deze in een apart venster op het scherm. Het zoompercentage is afhankelijk van de resolutie waarin de foto is opgenomen. U kunt op details van de foto inzoomen om deze beter te bekijken. Zo is het mogelijk om op pixelniveau te werken aan uw foto. 7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

163


HOOFDSTUK

7

OEFENING 7.5 Inzoomen op de foto 1. Open de foto die u wilt bewerken, bijvoorbeeld DSC05416. 2. Klik, indien nodig, in het gereedschapspalet op de knop Zoomen (Zoom Tool). 3. Het zoomgereedschap is ingesteld op inzoomen. Als u de aanwijzer op de foto plaatst, verschijnt er een vergrootglas met het plusteken. 4. Plaats het vergrootglas op het gebied in de foto waarop u wilt inzoomen. 5. Klik een aantal keren met de linkermuisknop. Het detail waarop u hebt geklikt, verschijnt vergroot op het scherm.

Figuur 7.10: Inzoomen op een deel van de foto

Als u steeds verder inzoomt, krijgt u op een gegeven moment de pixels in de foto te zien. U bekijkt dan de foto op pixelniveau (zie figuur 7.11).

164

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.11: Als u verder inzoomt, begint u de pixels te zien waaruit de foto is opgebouwd

OEFENING 7.6 Uitzoomen op een foto 1. Om opnieuw een groter gebied van een foto te zien, klikt u op de werkbalk Opties (Options bar) op de knop Uitzoomen (Zoom Out). 2. Klik op het gebied waarop u wilt uitzoomen. U ziet nu meer van de foto in het afbeeldingsvenster verschijnen.

7.6 Filters toepassen Filters wijzigen een foto zonder dat u daarvoor zelf veel handelingen hoeft te verrichten. De foto wordt meteen heel anders met een druk op de knop. En als het resultaat u niet bevalt, kunt u de bewerking ongedaan maken. U gebruikt een filter om een aantal redenen, bijvoorbeeld om een foto te verbeteren of om een artistieke uitstraling te geven. In dit hoofdstuk worden filters gebruikt om een foto te verbeteren.

7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

165


HOOFDSTUK

7

7.6.1 Verscherpen Een foto die net een tikkeltje onscherp is geworden, kunt u gemakkelijk bijwerken met het filter Verscherpen (Sharpen) uit het menu Filter (Filter). Verscherpen maakt vage randen scherper en maakt de foto helderder. Het filter bevat een viertal opties die u op de foto kunt toepassen (zie figuur 7.12).

Figuur 7.12: Het filter verscherpen op een foto toepassen

7.6.2 Vervagen Misschien vindt u het juist beter om de sfeer in de foto juist te vervagen zodat er een andere sfeer ontstaat (Filter, Vervagen; Filter, Blur). Vervagen maakt harde randen of gebieden in een foto vager, zodat er details verloren gaan. U kunt bijvoorbeeld een gezicht vervagen in een groepsfoto als deze persoon niet gezien wil worden.

166

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

OEFENING 7.7 De gereedschappen Vervagen en Verscherpen gebruiken

7

1. Klik in de gereedschapsbalk op de knop Vervagen (Blur) of Verscherpen (Sharpen). 2. Kies in de optiebalk boven in het venster een penseel uit het rolmenu (zie figuur 7.13). 3. Kies de afmeting voor het penseel door in het vak Afm (Size) de schuifknop te verslepen. De omvang van de aanwijzer geeft de penseelgrootte aan. 4. In het vak Modus (Mode) kiest u het soort bewerking dat u wilt uitvoeren, bijvoorbeeld Donkerder (Darken) of Lichter (Lighten), de Kleurtoon (Hue), Verzadiging (Saturation), Kleur (Color) of Lichtsterkte (Luminosoty). 5. In het vak Sterkte (Strength) stelt u met behulp van de schuifknop de overvloeimodus en de sterkte van de streek in. 6. Sleep over het deel van de foto dat u wilt vervagen of verscherpen.

OPMERKING Als u een foto wilt vervagen of verscherpen op basis van gegevens uit alle zichtbare lagen in het documentvenster, schakelt u Alle lagen gebruiken (Use All Layers) op de werkbalk Opties (Options bar) in. Als u alleen de actieve laag wilt aanpassen, schakelt u deze optie uit.

Figuur 7.13: Op de werkbalk Opties kiest u de instellingen voor het penseel

7.6.3 Creatieve filters toepassen Uw foto’s worden interessant als u er een filter op toepast. U moet daarbij wel oppassen dat niet elke foto geschikt is voor het filter dat u uitkiest. Het is daarom belangrijk dat u het juiste filter kiest. Als u meer ervaring hebt, kunt u bij het maken van de foto al rekening houden met het filter dat u erop wilt toepassen. 7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

167


HOOFDSTUK

7

OEFENING 7.8 Een filter toepassen 1. Selecteer een foto waarop u een filter wilt toepassen, bijvoorbeeld DSC06006. 2. Klik op Filter (Filter), Penseelstreek (Brush Strokes) en vervolgens op een van mogelijkheden, bijvoorbeeld Arcering (Crosshatch; zie figuur 7.14).

Figuur 7.14: Met behulp van het menu Filters kunt u de foto snel bewerken

3. In het venster Arcering (Crosshatch) stelt u met behulp van de schuifknoppen het effect van het filter in. In het voorbeeldvenster ziet u direct het resultaat van de wijziging (zie figuur 7.15). 4. Klik vervolgens op de knop OK. 5. Bekijk het resultaat in het filtervenster (zie figuur 7.16).

168

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.15: In een apart venster ziet u het effect op de foto

TIP U kunt de bewerking ongedaan maken door in het menu Bewerken (Edit) op Ongedaan maken (Undo) te klikken of met de toetsencombinatie Alt+Ctrl+Z.

Figuur 7.16: Het filter is toegepast op de foto

7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

169


HOOFDSTUK

7

Het toepassen van effecten gaat op dezelfde manier. In plaats van een voorbeeldvenster wordt het effect direct op de foto toegepast. U hebt echter de mogelijkheid om het effect ongedaan te maken door in het mededelingenvenster op Nee (No) te klikken.

7.7 Panoramafoto’s Een veel voorkomend probleem is dat de beeldhoek van uw lens te klein is om het hele beeld van een panorama vast te leggen. U zult dan een paar beelden moeten maken en deze met behulp van Adobe Photoshop Elements 2 aan elkaar plakken. Tijdens Delfsail 2003 (zie www.delfsail.nl) maakten we een serie foto’s van de stad en natuurlijk van de windjammers in de haven (zie www.boertjens.nl/delfsail2003). Drie foto’s van de Damsterkade in Delfzijl hebben we als volgt aan elkaar geplakt.

OEFENING 7.9 Photomerge 1. Kies in het menu Bestand (File) de optie Photomerge maken (Create Photomerge) waarna het venster Photomerge (Photomerge) wordt geopend. 2. Klik op de knop Bladeren (Browse) en selecteer in het venster Openen (Open) de fotobestanden die u aan elkaar wilt plakken. Gebruik daarbij de Shift- of Ctrl-toets. In Windows XP selecteert u in het menu Beeld (View) de optie Miniatuurweergaven (Small Thumbnails; zie figuur 7.17). 3. Klik op OK als u de foto’s hebt geselecteerd. 4. In het venster Photomerge (Photomerge) staan nu de bronbestanden die u hebt geselecteerd (zie figuur 7.18). Mochten er nog andere bestandsnamen in het venster staan, dan verwijdert u deze. Klik op OK. Photomerge probeert nu de bestanden automatisch te rangschikken op basis van beeldelementen die in de fotobestanden overeenkomen.

170

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.17: Selecteer in het venster Openen de foto’s waarvan u een panorama wilt maken

TIP Zorg bij het maken van panoramafoto’s dat de beelden elkaar iets overlappen zodat Adobe Photoshop Elements de foto’s kan rangschikken.

Figuur 7.18: In het venster Photomerge staan de bronbestanden die u combineert tot een panoramische foto

7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

171


HOOFDSTUK

7

5. Als het rangschikken niet lukt, sleept u de miniaturen van de foto’s naar het werkgedeelte om een panorama te maken. Kijk daarbij goed naar de beeldelementen die op beide foto’s gelijk zijn en plak deze op elkaar (zie figuur 7.19). 6. Als u de foto’s goed hebt gerangschikt, kunt u nog een perspectiefpunt bepalen en de vervloeiing tussen twee foto’s aanpassen. 7. Klikt op OK om de photomerge tot stand te brengen. 8. U kunt nu de panoramafoto onder een nieuwe naam opslaan (zie figuur 7.20).

Figuur 7.19: De foto’s kunt u naar het werkgebied slepen en aan elkaar plakken

172

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.20: De foto slaat u op als fotobestand in Adobe Photoshop Elements

7.8 Webfotogalerie Een moderne manier van het delen van foto’s met anderen is het maken van een webfotogalerie. Adobe Photoshop Elements maakt automatisch een webpagina die u naar uw website kunt kopiëren (zie Websites maken – Een gids voor 50plussers; eveneens uitgegeven door Academic Service). U gaat daarbij als volgt te werk.

OEFENING 7.10 Webfotogalerie maken 1. Plaats de foto’s die u op internet wilt zetten in een aparte map. 2. Zorg dat de foto’s zijn gecorrigeerd op helderheid, contrast, kleur, enzovoort en dat de foto’s in de goede stand staan waarin ze moeten worden bekeken.

7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

173


HOOFDSTUK

7

3. Kies in het menu Bestand (File) de optie Webfotogalerie maken (Create Web Photo Gallery). 4. Kies een stijl voor de webpagina in het vak Stijlen (Styles), bijvoorbeeld Vakantie (Vacation). Rechts in het venster ziet u een voorbeeld van een webpagina zoals deze er met de gekozen stijl zal uitzien. 5. In het vak E-mail (E-mail) voert u uw e-mailadres in. De bezoeker van uw webfotogalerie kan u desgewenst een e-mail sturen, bijvoorbeeld om het fotobestand in hoge resolutie te vragen. 6. In het vak Extensie (Extension) kiest u voor de opmaak htm of html. 7. In het vak Mappen (Folders) kiest u de map op uw computer waar de foto’s staan. 8. Klik op Doel (Destination) en kies de map waar de bestanden staan van uw website en van waaruit u deze kopieert naar uw domein op internet. Maak een nieuwe map in de doellocatie, bijvoorbeeld met de naam fotogalerie (zie figuur 7.22). Klik op OK. 9. In het vak Opties (Options) kiest u de instellingen voor de Banner (Banner), Grote Afbeeldingen (Large Images), Miniaturen (Thumbnails), Eigen kleuren (Custom Colors) en Beveiliging (Security).

OEFENING 7.11 Webbanner maken 1. Voer de naam voor de fotogalerie in. 2. Typ in het vak Fotograaf (Photographer) uw naam. 3. Bij Contactinformatie (Contact Info) geeft u aan hoe men u kan bereiken. 4. Voer vervolgens de datum, het lettertype en bij Corps (Font Size) de lettergrootte in (zie figuur 7.21).

7.8.1 Grote foto’s Het is belangrijk te weten dat u uw foto’s op internet plaatst waar anderen deze kunnen bekijken. U moet beslissen of anderen uw foto’s mogen afdrukken of dat u dit in eigen hand 174

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.21: In het venster Webfotogalerie geeft u de stijl aan en kiest u de opties voor het maken van uw eigen fotopagina’s voor internet

Figuur 7.22: Na het kiezen van de bronmap maakt u een doelmap van waaruit u de webgalerie naar uw website kopieert

7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

175


HOOFDSTUK

7 OPMERKING De ervaring leert dat u even moet experimenteren met de volgende opties tot u het resultaat krijgt waarmee u tevreden bent.

wilt houden. In het laatste geval moet u de pixelgrootte klein houden. Bezoekers kunnen dan een e-mail sturen waarin men u zelf vraagt om een afdruk te maken. Net wat u wilt. Als u de JPEG-kwaliteit laag houdt, zet u kleine bestanden op het web die snel kunnen worden geopend en niet door anderen gekopieerd kunnen worden. Houd de bestandsgrootte klein als u veel foto’s op uw website wilt plaatsen. Verder kunt u titels op de webpagina plaatsen met de bestandsnaam, een bijschrift, een titel en de vermelding van het copyright.

7.8.2 Miniaturen De foto’s zijn als een kleine afbeelding op de webpagina geplaatst. Het is beter om deze miniaturen niet te klein te maken, zodat de bezoekers uw foto’s goed in het klein kunnen bekijken. Als de bezoeker op de miniatuur klikt, verschijnt een grote afbeelding in het venster.

7.8.3 Eigen kleuren U kunt zelf de kleuren bepalen voor de achtergrond, de tekst, de internetkoppeling, de reclamevaandel (banner), de actieve koppeling en de bezochte koppeling.

7.8.4 Beveiliging U kunt uw foto’s beschermen door een tekst over de foto te plaatsen. Het is dan voor de bezoeker die tegen uw zin een eigen afdruk wil maken, minder interessant omdat er een tekst over de foto heen komt te staan. Deze tekst kunt u centreren door het midden van de foto linksonder of linksboven of rechtsboven of rechtsonder te plaatsen. 5. Nadat u alle instellingen hebt gekozen, klikt u op de knop OK. De webpagina’s voor uw fotogalerie worden automatisch gegenereerd. U hoeft deze vervolgens alleen nog maar aan uw website toe te voegen en een koppeling vanaf de homepage naar de webgalerie te maken.

176

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.23: Een voorbeeld van een webgalerie met miniaturen die na het openen een grote afbeelding van de foto toont

7.9 Welkomstscherm Bij het starten van Adobe Photoshop Elements verschijnt het Welkomstscherm (Welcome Screen). U kunt dit venster sluiten en vervolgens opnieuw openen met de optie Venster (Window), Welkom (Welcome). Binnen het bestek van dit boek zijn alleen de belangrijkste opties behandeld. Het is echter mogelijk om vanuit het Welkomstscherm (Welcome Screen) de helpinformatie te openen. U klikt daarvoor op de knop Veelvoorkomende problemen (Common Issues; zie figuur 7.24). De knop Zelfstudie (Tutorial) leidt naar helpinformatie over onderwerpen die niet zijn behandeld.

7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet

177


HOOFDSTUK

7

Figuur 7.24: Het welkomstscherm van Adobe Photoshop Elements

7.10 Tot besluit U hebt kennisgemaakt met de opties voor beeldbewerking in Adobe Photoshop Elements. De meest voorkomende bewerkingen zijn behandeld zoals het verscherpen en vervagen van delen in een foto en het bijsnijden en oplichten van bepaalde delen. U gebruikt de optie Photomerge (Photomerge) om panoramaopnamen te maken en plaatst foto’s op uw website met behulp van het venster Webfotogalerie (Web Photo Gallery).

178

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 8 Paint Shop Pro 8 verkennen Paint Shop Pro is een populair programma om foto’s mee te bewerken. De Nederlandstalige versie is gratis van internet te downloaden waarna u er 30 dagen mee mag werken. In dit hoofdstuk leert u de basisfuncties van het programma kennen.

OPMERKING Voor het downloaden van een 30-dagen versie surft u naar de website van Broco (www.broco.nl/ download/ download_jasc.htm). Klik op de hyperlink Paint Shop Pro 8 Taal NL)

De installatie van Paint Shop Pro 8 is zo eenvoudig dat u alleen maar de juiste optie hoeft te kiezen en achterover kunt leunen. Als de installatie is voltooid, vindt u een pictogram op het bureaublad om het programma mee te starten. De meeste pictogrammen zijn nog grijs en worden pas actief als u een foto gaat openen. Met het pictogram Ophalen van Twain is het mogelijk om een foto via een scanner naar binnen te halen (zie hoofdstuk 10).

8.1 Foto openen Vanuit een map opent u de foto die u wilt bekijken. Hierbij is het handig om de browser te gebruiken. Een browser in Paint Shop Pro toont de inhoud van een map en laat van elke foto een miniatuurweergave zien.

OEFENING 8.1 De browser in Paint Shop Pro openen 1. Klik in het menu Bestand op de optie Bladeren of druk op Ctrl+B. 2. In het venster Bladeren klikt u op Deze computer en vervolgens op het station waarin de map staat waar u de foto’s naartoe hebt gekopieerd (zie figuur 8.1).

OPMERKING In dit hoofdstuk wordt ervan uitgegaan dat u een aantal foto’s op de harde schijf hebt staan. Nadat u uw camera aan de computer hebt verbonden, kopieert u de opnamen naar een bepaalde map op de computer (zie hoofdstuk 10). De foto’s die bij de oefeningen gebruikt worden, zijn vanaf de website van de auteur te downloaden (www.boertjens.nl/ digitalefotografie/ gids50plus).

179


HOOFDSTUK

8

Figuur 8.1: In het venster Deze computer kiest u het station en de map waar uw foto’s staan

Figuur 8.2: Een foto selecteren in de browser van Paint Shop Pro

180

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3

1

2

8

8

7

5

6

4 1. Werkbalk Foto

5. Werkbalk Gereedschappen

2. Werkbalk Script

6. Palet Lagen

3. Werkbalk Standaard

7. Palet Overzicht

4. Werkbalk Status

8. Palet Opties voor gereedschap

Figuur 8.3: De foto verschijnt in het werkvenster van Paint Shop Pro

3. Van elke foto in de map wordt een miniatuurafbeelding in de browser geplaatst met daaronder het nummer van de foto (zie figuur 8.2). 4. Dubbelklik op de miniatuurafbeelding als u deze in Paint Shop Pro wilt openen. De foto wordt in het werkvenster van het programma weergegeven (zie figuur 8.3). 5. Door nogmaals op Ctrl+B te drukken keert u opnieuw terug in de browser.

8.2 Vensterindeling Het venster bevat een hoofdmenu en aantal werkbalken waarmee u de fotobewerking kunt uitvoeren. De volgende werkbalken zijn geactiveerd: Foto, Script, Standaard, Status en

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

OPMERKING Alle foto’s zijn op station D: geplaatst in de map Afbeeldingen. Elke nieuwe serie foto’s wordt naar een aparte map gekopieerd. De nummers die door de camera worden gegeven, laten we staan. Elke nieuwe map krijgt de naam van het onderwerp of de datum waarop de foto’s zijn gemaakt.

181


HOOFDSTUK

8

Gereedschappen (zie figuur 8.3). Het is niet mogelijk om alle werkbalken en knoppen te bespreken. De belangrijkste functies komen aan de orde. Naast werkbalken vindt u een aantal paletten waarvan Lagen, Overzicht en Opties voor gereedschap zijn geactiveerd. Paletten kunt u gemakkelijk openen en sluiten met behulp van een functietoets (zie Beeld, Paletten).

8.2.1 Palet Overzicht Voor het bekijken van een foto is het palet Overzicht rechts in het venster handig. In het venster staat de hele foto. Met de knoppen – en + kunt u uit- en inzoomen op de foto. Bij het inzoomen verschijnt een oplichtend kader dat aangeeft welk deel van de foto in het werkgebied wordt getoond (zie figuur 8.4). Als u de aanwijzer in het voorbeeldvenster plaatst, verschijnt de kruisaanwijzer. Hiermee kunt u het kader in het voorbeeldvenster verplaatsen. ■

Experimenteer met de opties in dit venster.

Op het tabblad Info vindt u een verkorte gegevenslijst over de foto in het werkgebied. De afbeeldingsbreedte en -hoogte

1

2

3

4

5

6

1. Tabblad Voorbeeld

4. Knop uitzoomen

2. Tabblad Info

5. Knop inzoomen

3. Percentage inzoomen

6. Ware grootte

Figuur 8.4: Het palet Overzicht

182

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

wordt in pixels getoond. De waarden komen overeen met de instelling van uw digitale camera tijdens het maken van de foto. â–

8

Bekijk de gegevens van een opname op het tabblad Info.

Meer gegevens over de huidige foto krijgt u te zien als u op Shift+I drukt. Het venster Gegevens huidige afbeelding bevat drie tabbladen. Bekende gegevens staan ingevuld. Andere gegevens kunt u aanvullen zoals de gegevens over de maker en EXIF-gegevens.

Figuur 8.5: In het venster Gegevens huidige afbeelding voert u ontbrekende gegevens in

8.2.2 Gereedschapsopties Het palet Opties voor gereedschap toont de mogelijke opties die u met een bepaald gereedschap kunt uitvoeren. Gereedschap Pannen is standaard actief. Het palet Opties voor gereedschappen laat zoomopties zien (zie figuur 8.6). De knoppen op het palet Opties voor gereedschappen zijn handig als u een foto op de meest geschikte manier in het venster wilt zien. U kunt in- en uitzoomen, de foto op ware grootte weergeven of het venster aanpassen aan de foto, en-

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

183


HOOFDSTUK

8 1

2

3

4

5

6

1. Voorinstellingen

5. Ware grootte

2. Zoompercentage instellen

6. Venster aanpassen aan foto

3. 1 stap zoomen

7. Aanpassen aan venster

4 . 5 stappen zoomen

8. Schermvullend maken

7

8

Figuur 8.6: Opties voor het gereedschap Pannen

zovoort. Zodra u links in het venster op de werkbalk Gereedschappen een ander gereedschap kiest, verschijnen er andere knoppen op het palet Opties voor gereedschappen.

8.2.3 Voorkeuren voor Bladeren (Browser) OPMERKING In dit boek wordt met de standaardinstellingen van het venster Paint Shop Pro 8voorkeuren gewerkt.

Steeds als u een andere foto wilt bekijken, kunt u deze met behulp van de optie Bestand, Bladeren opzoeken. U opent de browser gemakkelijk door op Ctrl+B te drukken. U sluit het venster door op Ctrl+F4 te drukken. Het is handig dat u de miniaturen in de browser kunt aanpassen. Vooral voor mensen die slechter zien, is deze optie belangrijk om meteen maar goed in te stellen.

OEFENING 8.2 De browser instellen 1. Zorg dat de browser in het scherm staat (Ctrl+B). 2. Plaats de aanwijzer in het venster en klik met de rechtermuisknop. 3. Klik in het snelmenu op de optie Voorkeuren. Het venster Paint Shop Pro 8-voorkeuren wordt geopend. Het tabblad Browser ligt voor. 4. Selecteer in het vak Grootte miniatuurweergave de breedte voor de foto in de browser. 5. Wijzig indien gewenst andere opties en klik op OK. De browser wordt getoond met de instellingen zoals u die hebt gekozen.

184

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8

8.3 Menu Afbeelding In het menu Afbeelding vindt u opties om de weergave van de foto in het venster te wijzigen. U kunt foto’s omkeren, roteren of spiegelen, maar ook randen toevoegen of de foto inlijsten.

8.3.1 Omdraaien Hierbij wordt de foto omgeklapt rond een horizontale as van links naar rechts door het midden van de foto. U kunt dit bijvoorbeeld toepassen bij een foto met een weerkaatsing van een object zoals een boom of een gebouw in het water. Het water komt dan boven in de foto en het object onderin.

Figuur 8.7: De foto van dit bruggetje in Groningen is omgekeerd om een vervreemdingseffect te bereiken

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

185


HOOFDSTUK

8

8.3.2 Spiegelen Hierbij wordt de foto gedraaid om een verticale as van boven naar beneden. (Een dergelijke foto staat spiegelverkeerd.) Spiegelen kunt u bijvoorbeeld doen als het gaat om natuuropnamen of opnamen zonder tekst.

8.3.3 Roteren Bij het inladen van de foto’s komt het voor dat de foto’s die in een staand formaat zijn genomen een kwartslag links- of rechtsom gedraaid moeten worden. Hiervoor is de optie Roteren handig.

8.3.4 Vergrootglas Om details in de foto te bekijken is het gebruik van het vergrootglas erg handig. Na het instellen van dit hulpmiddel verschijnt er een apart venster op het scherm met daarin het detail dat met de cursor wordt aangewezen.

Figuur 8.8: Details bekijkt u door het vergrootglas in te stellen

186

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

OEFENING 8.3 Het vergrootglas gebruiken

8

1. Klik in het menu Beeld op de optie Vergrootglas. 2. Klik-en-sleep over het gedeelte van de foto dat u wilt vergroten. Het geselecteerde gedeelte wordt weergegeven met het hoogst mogelijke percentage dat in het venster past.

8.3.5 Opslaan Nadat u een foto hebt bewerkt (zie hoofdstuk 9) kunt u de foto opnieuw opslaan onder dezelfde naam of deze een andere naam geven. De volgende sneltoetsen zijn daarvoor handig om te gebruiken: ■

Bestand, Opslaan (Ctrl+S)

Bestand, Opslaan als (F12)

In het venster Opslaan als voert u een nieuwe naam in en kiest u desgewenst een andere map. In het vak Opslaan als

Figuur 8.9: Een foto in een andere bestandsopmaak opslaan

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

187


HOOFDSTUK

8

kunt u een andere bestandsindeling kiezen bijvoorbeeld *.psp voor als u de foto in een ander programma wilt kunnen bekijken (zie figuur 8.9).

8.3.6 Foto’s verwijderen Tijdens het bekijken van uw foto’s in de browser van Paint Shop Pro 8 kunt u foto’s die niet zijn geslaagd, meteen verwijderen. Dit bespaart geheugenruimte op de harde schijf.

OEFENING 8.4 Foto’s verwijderen 1. Open de browser en selecteer de map met de foto’s die u wilt bekijken en verwijderen. 2. Selecteer de foto’s die u wilt verwijderen. Gebruik daarbij de Ctrl-toets terwijl u op de te verwijderen foto’s klikt. Met de Shift-toets ingedrukt, klikt u op de eerste en de laatste foto van een reeks foto’s die u wilt verwijderen.

Figuur 8.10: Foto’s verwijderen in de browser van Paint Shop Pro 8

188

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3. Plaats de aanwijzer op een van de geselecteerde foto’s en druk op de rechtermuisknop.

8

4. Klik in het snelmenu op de optie Verwijderen.

8.4 Bewerkingen Het geweldige voordeel van het werken met digitale foto’s is dat u direct aanpassingen kunt doen als er iets in de foto is dat u niet bevalt.

8.4.1 Rode ogen corrigeren Rode ogen ontstaan als u vol flitst in de ogen van uw model of een gezelschap. Het licht valt via de openstaande pupil direct op het netvlies dat een rode kleur heeft. Het weerkaatste licht wordt door uw camera opgevangen en dat maakt dat de ogen rood zijn in plaats van zwart. De meeste camera’s hebben een optie Red eye reduction die u instelt bij het flitsen van personen. De flitser geeft een korte voorflits. Het oog reageert hierop door de pupil iets te sluiten. Vervolgens wordt de flitsfoto gemaakt en is het rode netvlies nog nauwelijks zichtbaar.

OEFENING 8.5 Rode ogen verwijderen 1. Selecteer de foto met de rode ogen. 2. Kies in het menu Aanpassen de optie Rode ogen verwijderen. Het gelijknamige venster verschijnt (zie figuur 8.11). Het venster bevat twee afbeeldingen. In de rechterafbeelding plaatst u met behulp van het handje het rode oog in de foto dat u wilt aanpassen. 3. In de linkerafbeelding verschijnt een kruisaanwijzer als u de cursor in het venster plaatst. 4. Klik-en-sleep over het rode oog en maak het rondje even groot als de pupil die u wilt aanpassen. 5. Met behulp van de aanwijzer kunt u het rondje verplaatsen en met de handgrepen is het mogelijk om het rondje nauwkeurig in te stellen.

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

189


HOOFDSTUK

8

6. Kies vervolgens in het vak Kleurtoon de kleur van het oog. Er zijn verschillende opties als Aqua, Blauw, Bruin, Grijs, Groen en Violet. 7. In het vak Kleur kunt u uit vijftien kleurnuances kiezen voor de best mogelijke vergelijking met het oog op uw foto.

Figuur 8.11: In het venster Rode ogen verwijderen plaatst u de cirkel op de pupil van het rode oog

De optie Doezelen gebruikt u om de randen van het gecorrigeerde oog te wijzigen. Kleinere waarden maken de randen scherper, grotere waarden mengen de randen met de omringende afbeeldingsgebieden. De optie Onscherpte mengt het oog met de omringende pixels wanneer de foto een korrelig uiterlijk heeft. Verhoog de instelling met één eenheid per keer totdat het oog op natuurlijke wijze met de rest van de foto versmelt. Met Glans in midden markeert u het selectievakje om de glans naar het midden van de pupil te verplaatsen. Schakel het se-

190

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8

Figuur 8.12: Pas de kleur van het oog aan

lectievakje uit om de glans op de oorspronkelijke positie te laten staan. Gebruik de optie Verfijnen als het oog in de oorspronkelijke foto gedeeltelijk verborgen is. Als het oorspronkelijke oog gedeeltelijk door het ooglid verborgen wordt, moet dit in het gecorrigeerde oog ook zo zijn. Gebruik de schuifbalk Verfijnen om de correctie te verminderen. Sleep de schuifbalk geleidelijk naar links om de correctie te verminderen en de overlapping met de omgevende huid te minimaliseren.

8.4.2 Perspectiefcorrectie Het is vaak lastig om de horizon recht in het beeld te plaatsen. Heel vaak verstoort een scheve horizon het beeld en zou u dit willen herstellen. In Paint Shop Pro 8 is dit geen probleem. Het programma bevat het gereedschap Rechttrekken waarmee u ook het perspectief van overhellende gebouwen kunt aanpassen.

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

191


HOOFDSTUK

8

OEFENING 8.6 Een horizon rechtzetten 1. Selecteer de foto met de scheve horizon, bijvoorbeeld DSC09558. 2. Klik links in het venster op de knop â–ź van het Gereedschap Rechttrekken. 3. In de foto verschijnt een rode lijn. 4. Klik-en-sleep de rode lijn met behulp van de hendels zo in het venster dat deze over of parallel met de horizon ligt (zie figuur 8.13).

Figuur 8.13: Plaats de rode lijn over de horizon

Als u de foto meteen wilt bijsnijden, selecteert u deze optie in het palet Opties voor gereedschappen. 5. Klik op de knop Herstellen in het palet Opties voor gereedschappen. 6. De foto wordt zo gedraaid dat de horizon recht komt te staan (zie figuur 8.14).

192

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8

Figuur 8.14: De foto is gedraaid en meteen bijgesneden

Bij het fotograferen van gebouwen, zowel binnen als buiten treedt meestal perspectivische vervorming op. Het lijkt dan alsof voorwerpen hellen of gebogen zijn. Deze vervorming treedt op wanneer de camera niet recht op het voorwerp is gericht. In oefening 8.7 ziet u hoe u dit kunt corrigeren.

OEFENING 8.7 Perspectiefcorrectie 1. Open de foto waarin u de perspectiefcorrectie wilt doen, bijvoorbeeld DSCO09557. 2. Klik in het gereedschap Perspectiefcorrectie op de knop Perspectiefcorrectie. In de foto verschijnt een grensvak met hoekhendels. 3. Maak een keuze uit een van de volgende opties in het palet Opties voor gereedschap: Rasterlijnen – Geef in het invoervak het gewenste aantal lijnen op als u rasterlijnen in het grensvak wilt weergeven.

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

193


HOOFDSTUK

8

Afbeelding bijsnijden – Schakel dit selectievakje in om de foto bij te snijden tot het oorspronkelijke formaat nadat de perspectiefcorrectie is toegepast. Gebieden die buiten de oorspronkelijke grootte vallen, worden verwijderd. 4. Klik-en-sleep elke hendel naar de corresponderende hoek van een element dat rechthoekig hoort te zijn. Bijvoorbeeld bij een gebouw zijn de zijkanten niet recht maar gebogen. 5. Stel de positie van het grensvak bij door de X- en Y-waarde van de vier hoekhendels op te geven in het palet Opties voor gereedschap. 6. Dubbelklik op de foto of klik op Toepassen.

Figuur 8.15: Het grensvlak plaatst u langs de lijnen van het gebouw

194

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8

Figuur 8.16: Na de correctie is door het bijsnijden een deel van het huis afgevallen

8.5 Lenscorrectie Cameralenzen kunnen vervormingen in foto’s creëren. Vooral groothoekfoto’s en dichtbij-opnamen tonen deze vervormingen. Een aantal van deze vertekeningen kunt u met Paint Shop Pro 8 oplossen. Tonvormige vertekening – Als uw foto een tonvormige vertekening heeft, ziet de foto er in het midden breder uit. Lijnen die recht horen te zijn, worden in het midden naar buiten gebogen. U moet deze lensvervormingen bijwerken voordat u de foto bijsnijdt. Als u wilt dat vervormingscorrecties goed werken, moet de as van de cameralens met het midden van de afbeelding samenvallen. In oefening 8.8 ziet u hoe tonvormige vertekening kan worden bijgewerkt.

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

195


HOOFDSTUK

8 OPMERKING Met de optie Aanpassen, Lenscorrectie, Bolvormige vertekening corrigeren past u foto’s aan met een visoogvervorming. De foto ziet er dan uit of deze op een bol is geplakt of als een ballon is opgeblazen. Lijnen die recht horen te zijn, zijn krom en de randen van de foto’s zien er gecomprimeerd uit.

OEFENING 8.8 Tonvormige vertekening bijwerken 1. Kies in het menu Aanpassen de optie Lenscorrectie, Tonvormige vertekening corrigeren. 2. Stel vervolgens de Kracht van de correctie in. Wijzig de waarden zodanig dat de vervorming verdwijnt. Zoek de lijnen in de foto die krom zijn en wijzig de krachtwaarde tot ze recht zijn. Het formaat van de foto wordt gewijzigd naarmate u deze waarde aanpast. Middenschaal behouden – Hiermee bepaalt u of de schaal in het midden van de foto hetzelfde blijft of wordt gewijzigd. Als u deze lijnen selecteert, worden pixels aan de foto toegevoegd of eruit verwijderd. Schakel deze optie uit als u het formaat van de foto of laag niet wilt wijzigen.

8.6 Een fotobestand verzenden Met een internetaansluiting is het gemakkelijk om een foto via internet te versturen naar familie, vrienden en kennissen. U kunt een foto als bijlage versturen met het programma Outlook Express of een ander e-mailprogramma. In figuur 8.17 ziet u een voorbeeld van een dergelijk e-mailbericht.

OPMERKING In het boek Internetgebruik – Een gids voor 50-plussers (eveneens door Academic Service uitgegeven) wordt deze mogelijkheid uitgebreider besproken.

OEFENING 8.9 Een bestand per e-mail verzenden 1. Open het bestand dat u wilt versturen. 2. Pas indien nodig correcties toe. 3. Klik in het menu Bestand op de optie Verzenden. Het e-mailprogramma wordt geopend. In het vak Bijlage staat de naam van het bestand dat u hebt geselecteerd. 4. Kies een afzender en voer het onderwerp in. 5. Voer de tekst voor uw e-mailbericht in.

8.7 Een foto afdrukken Voor het afdrukken van een foto hebt u de juiste apparatuur nodig, als u tenminste een goed resultaat wilt bereiken. De printer moet een redelijke resolutie aan kunnen van ten min-

196

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8

Figuur 8.17: Een foto als bijlage per e-mail versturen

ste 300 dpi (dotch per inch of puntjes per vierkanten inch). Op gewoon papier krijgt u maar een matige kwaliteit en het is daarom beter om speciaal fotopapier te kopen. Er zijn verschillende merken en soorten net als bij gewoon fotopapier. De meeste printers werken met het A-4 formaat. Dit formaat komt niet helemaal overeen met het fotoformaat zodat u de foto moet bijsnijden in Paint Shop Pro 8 of een stuk van de witrand om de afdruk moet afsnijden (zie figuur 8.20).

8.7.1 Afdrukweergave In het venster Afdrukweergave stelt u de afdruk in met behulp van de opties in het menu en de werkbalk.

OEFENING 8.10 Een foto afdrukken 1. Open de foto die u wilt afdrukken.

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

197


HOOFDSTUK

8

2. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukweergave. Het venster Pagina-indeling wordt geopend (zie figuur 8.18).

Figuur 8.18: Dubbelklik in het venster Pagina-indeling op de foto die u wilt afdrukken

3. Dubbelklik in de balk met miniaturen op de foto die u wilt afdrukken. De miniaturen geven alle geopende fotobestanden in Paint Shop Pro 8 weer. Omdat de foto alleen op het papier past na verkleining, klikt u op de knop Ja als u deze mededeling krijgt. 4. Draai een liggende foto een kwartslag om zodat de papiergrootte in de printer optimaal wordt gebruikt (zie figuur 8.19). 5. Klik op de knop Afbeelding centreren om de foto naar het midden van het werkblad te verplaatsen. U kunt rond de foto een witrand maken. Een grote witrand is handig als u de foto wilt inlijsten zonder een passe-partout te gebruiken (zie figuur 8.20). 6. Pas met behulp van de handgrepen het formaat van de foto aan.

198

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8

Figuur 8.19: Klik op de knop Kwartslag rechtsom om voor een liggende foto het papier optimaal te benutten

Figuur 8.20: De afbeelding centreren waardoor een witrand rond de foto ontstaat 8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

199


HOOFDSTUK

8

7. Misschien moet u nog eens op de knop Afbeelding centreren klikken om de foto opnieuw in het midden van de afdruk te centreren. 8. Als u het papier optimaal voor de foto wilt gebruiken, klikt u op de knop Linksonder plaatsen en sleept u de handgreep rechtsboven naar de rechterbovenhoek van het werkblad (zie figuur 8.21).

Figuur 8.21: Het papier optimaal benutten met behulp van de knop Linksonder plaatsen en de handgrepen

8.7.2 Printerinstellingen Voordat u de foto gaat afdrukken, is het raadzaam om de printerinstellingen te controleren.

OEFENING 8.11 De printerinstellingen controleren 1. Klik in het menu Bestand op Printerinstellingen. Het gelijknamige venster wordt geopend (zie figuur 8.22).

200

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

8

Figuur 8.22: In het venster Printerinstelling controleert u de opties voor het afdrukken

Printer – In het vak Printer staat de naam van de printer die met uw computer is verbonden. U kunt ook afdrukken naar een bestand om de foto op een ander moment of een andere printer af te drukken.

OPMERKING De opties zijn afhankelijk van de geïnstalleerde printer.

Exemplaren – Selecteer het aantal exemplaren dat u van de foto wilt maken. Oriëntatie – Kies of u de foto Staand of Liggend wilt afdrukken. Door de voorbereiding in de vorige oefening is de afdrukstand goed ingesteld. Afdrukuitvoer – U kunt de foto ook in grijswaarden (zwartwit) afdrukken of CMYK-scheidingen aanbrengen. Kleuroptie – Het is mogelijk de foto in de negatief kleurweergave af te drukken. Selecteert u daarbij Achtergrond, dan wordt er een zwarte rand om de foto geplaatst. Afdrukmarkeringen – Deze zijn handig als u de foto later wilt bijsnijden. U kunt meerdere afdrukmarkeringen kiezen. Met de optie Afbeeldingsnaam wordt de bestandsnaam van de foto mee afgedrukt. Dit is handig als u later het origineel op de computer wilt opzoeken. In het vak Header kunt u een koptekst aan de foto toevoegen. Deze komt boven de foto te

8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

201


HOOFDSTUK

8

staan. Met de optie Footer maakt u een tekst die onder de foto komt te staan. 2. Pas de printerinstellingen aan.

8.7.3 Eigenschappen voor Document Het is belangrijk om ook de opties in het venster Eigenschappen voor Document te controleren (zie figuur 8.23). Als u het normale papier omwisselt voor fotopapier, moet de printer dit weten. Fotopapier wordt op een andere manier bedrukt in een hogere resolutie.

OEFENING 8.12 Eigenschappen voor Document aanpassen 1. Klik in het venster Printer instellingen (zie vorige oefening) op de knop Eigenschappen. Het venster Eigenschappen voor Document <naam printer> verschijnt (zie figuur 8.23).

Figuur 8.23: In het venster Eigenschappen voor Document stelt u de opties voor Papier/Kwaliteit in

Belangrijk is dat u de instellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit controleert. Hiermee bepaalt u namelijk het resultaat van de afdruk van uw foto.

202

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Ladenselectie – Hier selecteert u de manier waarop het papier wordt ingevoerd in de printer. De instelling Automatisch selecteren is meestal goed.

8

Media – Selecteer de papiersoort die u hebt gebruikt. Als deze er niet bij staat, gebruikt u een vergelijkbare optie. Instellingen voor kwaliteit – Kies hier voor Best om een zo goed mogelijk resultaat te verkrijgen. Kleur – Kies voor Zwart-wit of Kleur. Geavanceerde opties Met de knop Geavanceerd in het venster Eigenschappen voor Document opent u het gelijknamige venster voor de geselecteerde printer (zie figuur 8.24). U vindt hier meer geavanceerde instellingen voor de documentinstellingen.

Figuur 8.24: In het venster Geavanceerde opties voor <Naam printer> kiest u opties voor Papier/Uitvoer

Papier/uitvoer – Kies hier het papierformaat, bijvoorbeeld A4, A5, A6, Envelop of een ander formaat (zie figuur 8.25). De rest van de opties in dit venster zijn meestal niet van toepassing voor het resultaat of kunt u niet wijzigen. 8 – Paint Shop Pro 8 verkennen

203


HOOFDSTUK

8 Figuur 8.25: U kunt uit verschillende formaten kiezen

2. Kies de juiste instellingen voor het papier en de printer die u gebruikt. 3. Klik op OK om terug te keren naar het venster Eigenschappen voor Document. 4. Klik op OK om terug te keren naar het venster Printerinstellingen. 5. Klik op Sluiten als u alle instellingen juist hebt gekozen. 6. Klik in het venster Afdrukken op Afdrukken als u de afdruk wilt maken.

8.8 Tot besluit In dit hoofdstuk hebt u met een aantal basisfuncties van Paint Shop Pro 8 leren werken. De browser is handig om de juiste foto te vinden of om mislukte foto’s te zoeken en deze te verwijderen. Foto’s met een scheve horizon of een verkeerd perspectief kunnen worden bijgesteld.

204

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 9 Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL Paint Shop Pro 8 bevat een groot aantal functies om uw foto’s automatisch bij te werken en te verbeteren. In dit hoofdstuk worden de voornaamste functies besproken zoals de Eénstaps fotocorrectie, Automatische kleurbalans en contrastverbetering.

9.1 Een foto verbeteren Hoewel het vaak lijkt of uw foto goed is belicht, valt er in de regel nog wel het en ander te verbeteren. In Paint Shop Pro 8 gebruikt u daarvoor de optie Foto verbeteren op de standaardwerkbalk.

OEFENING 9.1 Eénstaps fotocorrectie 1. Open de foto die u wilt verbeteren (zie figuur 9.1a). 2. Klik op de knop Foto verbeteren en vervolgens op Eénstaps fotocorrectie. In figuur 9.1b ziet u de aanpassingen. U ziet dat de foto veel pittiger is geworden.

9.1.1 Automatische kleurbalans De kleurbalans bepaalt of uw foto er wat kleur betreft natuurgetrouw uitziet. Foto’s kunnen er te groen, blauw of rood uitzien. Dit wordt een kleurzweem genoemd. Een groen kleurzweem, bijvoorbeeld kan ervoor zorgen dat het lijkt of de personen op de foto zeeziek zijn. U kunt deze zweem verwijderen in het venster Automatische kleurbalans.

205


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.1a: Deze foto van het skĂťtsjesilen vertoont een blauwzweem

Figuur 9.1b: De foto is nu veel pittiger geworden

206

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

OEFENING 9.2 Automatische kleurbalans toepassen

9

1. Open de foto waarvan u het kleurzweem wilt verwijderen. 2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren. 3. Klik op de optie Automatische kleurbalans, het gelijknamige venster wordt geopend (zie figuur 9.2). Een verbeteringsvenster bevat twee voorbeeldvakken. In het linkervak ziet u een detail van de geopende foto. In het rechtervak ziet u het resultaat van de bewerking. Onder deze voorbeeldvakken staan enkele knoppen waarmee u kunt inen uitzoomen of een ander detail van de foto kunt bekijken. De knop met het oog gebruikt u om het effect op de oorspronkelijke foto te beoordelen.

Figuur 9.2: In het venster Automatische kleurbalans past u de verlichtingstemperatuur aan

Verlichtingstemperatuur Ideaal is de verlichtingstemperatuur van 6500K. De K staat voor graden Kelvin waarmee de kleur van het licht wordt uit9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

207


HOOFDSTUK

9 OPMERKING Dit is de reden dat u beter dit licht kunt mijden. Fotografeer bij voorkeur aan het begin van de ochtend of in de namiddag. De kleuren zijn dan warmer.

gedrukt. Zonlicht is 6500K. Naarmate de verlichtingstemperatuur daalt, wordt het licht roder, zoals bij de zonsop- en ondergang. In het midden van een zomerse dag als de zon hoog aan de hemel staat, is het licht blauwer.

OEFENING 9.3 Automatische kleurbalans toepassen (vervolg) 1. Klik-en-sleep de knop op de balk in het vak Verlichtingstemperatuur naar links om warmere tonen (oranje) of naar rechts om koelere tonen (blauw) in de foto aan te brengen. 2. Klik op de knop met het oog om het resultaat in het rechtervoorbeeldvak te bekijken. 3. Breng net zo lang wijzigingen aan tot u tevreden bent over het resultaat. 4. Klik op OK als u klaar bent.

9.1.2 Automatische contrastverbetering Bij het fotograferen hebt u te maken met lichte en donkere partijen in de opname. Soms is de lichte partij zo licht of de donkere partij zo donker dat details ontbreken. Door het aanpassen van het contrast kunt u proberen deze detaillering terug te krijgen. Afhankelijk van de opname geeft u de voorkeur van detaillering in de donkere partij of in de lichte partij.

OEFENING 9.4 Contrast verbeteren 1. Open de foto waarin u het contrast wilt aanpassen. 2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren, Automatische contrast verbetering. Het gelijknamige venster verschijnt (zie figuur 9.3). 3. Selecteer het deel in de foto waarvan u het contrast wilt beoordelen. 4. Kies een van de opties in het vak Afwijking en/of Kracht en/of Uiterlijk. 5. Klik op het pictogram met het oog om het resultaat in het rechtervak te beoordelen. 6. Klik op OK als u tevreden bent met de wijzigingen. 208

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.3: Het contrast in een foto aanpassen

9.1.3 Automatische verzadigingsverbetering Sommige foto’s kunnen pittiger, hardere kleuren gebruiken, bijvoorbeeld zacht rood naar knal rood of elke andere kleur. U kunt kleuren intenser maken of verzachten met de optie Automatische verzadigingsverbetering.

OEFENING 9.5 Kleurverzadigingsverbetering toepassen 1. Open de foto waarin u het contrast wilt aanpassen. 2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren, Automatische verzadigingsverbetering. 3. Selecteer het deel in de foto waarvan u de kleur wilt beoordelen. 4. Selecteer in het vak Afwijking een van de opties; Minder kleurrijk voor zachtere kleuren of Meer kleurrijk voor hardere kleuren. 5. Met de opties in het vak Kracht kiest u het effect op de bewerking. 6. Als er huidtinten in de foto aanwezig zijn, selecteert u de optie Huidtinten aanwezig.

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

209


HOOFDSTUK

9 OPMERKING Het woord ‘slap’ wordt gebruikt om aan te geven dat een foto contrast mist en daardoor lijkt op een ‘grijze soep’. Het woord ‘pittig’ duidt op een duidelijk onderscheid tussen de objecten op de foto en duidelijke overgangen van de grijswaarden.

9.1.4 Verhelderen Foto’s die wat slap zijn of waarvan de scherpte te wensen overlaat, kunt u verhelderen of verscherpen zodat de foto pittiger wordt. Details zijn dan beter te zien en de objecten in de foto steken beter af.

OEFENING 9.6 Verheldering toepassen 1. Open de foto waarin u het contrast wilt aanpassen. 2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren, Verhelderen. 3. Selecteer in het venster Verhelderen het deel in de foto waarvan u het resultaat van het effect wilt beoordelen. 4. Stel de optie Kracht van effect in door een waarde te kiezen (zie figuur 9.4). 5. Klik op de knop Proef om het resultaat in het voorbeeldvak te bekijken. 6. Klik op OK als u tevreden bent over het resultaat.

Figuur 9.4: Verhelderen toepassen om de foto pittiger te maken

210

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

9

9.1.5 Onscherpte U gebruikt de optie Onscherpte om een foto te verzachten. U kunt dit bijvoorbeeld doen voor fotoretouche of om grofkorreligheid in de foto te verwijderen. Deze optie is erg geschikt voor oude foto’s die u hebt ingescand (zie hoofdstuk 10). Deze effecten maken overgangen vloeiender en verminderen contrast door pixels vlakbij randen en gebieden met sterke kleurovergangen te middelen. Door deze optie meermalen toe te passen versterkt u het effect.

9.1.6 Zachtheid U gebruikt het menu Aanpassen Zachtheid, Zachte focus om details uit de foto weg te nemen. Verzachting geeft een gelijkmatige onscherpte aan uw foto. De optie Nog zachter past de opdracht Verzachten met meer intensiteit toe. Met Zachte focus (Soft focus) ziet de foto eruit alsof de foto met een camera met een zachte-focusfilter is genomen.

OEFENING 9.7 Zachte focus toepassen 1. Selecteer de foto, bijvoorbeeld een portret waarop u de bewerking wilt toepassen. 2. Kies in het menu Aanpassen de optie Zachtheid, Zachte focus. 3. Centreer in het voorbeeldvenster het belangrijkste deel van de foto. 4. Pas de optie in het venster aan met het effect dat u wilt bereiken. Zachtheid – Hier vult u het percentage in om de kracht van de correctie in te stellen. Bij een lage waarde vindt een kleine verzachting plaats, bij een hogere waarde wordt de vervaging groter. Benadrukking rand – Bij lagere waarden worden de randen van de foto verzacht. Bij hogere waarden blijven details van de randen behouden.

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

211


HOOFDSTUK

9

Met verspreid licht – Markeer dit vakje als u wilt dat heldere gebieden op de achtergrond van de foto worden verzacht. Hoeveelheid – Hier vult u een percentage in om de kracht van het stralenkranseffect te kiezen. Bij lagere waarden wordt de stralenkrans alleen aan de zeer heldere gebieden in de foto toegevoegd. Bij hogere waarden wordt er een stralenkranseffect rond heldere gebieden gecreëerd. Grootte stralenkrans – Kies hier een percentage om de grootte van de stralenkrans te kiezen. Bij lagere waarden is de stralenkrans klein. Bij hogere is het stralenkranseffect groot. Zichtbaarheid stralenkrans – Vul hier een percentage in om de kracht van de zichtbaarheid te kiezen. Bij lagere waarden is het stralenkranseffect maar gering. Bij een hogere waarde veel duidelijker.

Figuur 9.5: De foto van de monnik wordt verzacht om rimpels weg te werken

212

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.6: Door zachte focus toe te passen krijgt het meisje iets dromerigs

9.2 Randen aan foto toevoegen Bij het bekijken en afdrukken van foto’s gaat de foto direct over op het wit van het afdrukpapier. U kunt bij het bijsnijden van de foto een witrand overlaten. U bereikt echter een mooier resultaat door een rand rond de foto toe te voegen. De kleur van deze rand kunt u afstemmen op de kleuren in de foto. Hiervoor gebruikt u het Palet Kleur.

OEFENING 9.8 Een rand toevoegen 1. Selecteer de foto die u van een rand wilt voorzien. 2. Klik in het menu Afbeelding op de optie Randen toevoegen. In het venster verschijnt het dialoogvenster Randen toevoegen. 3. Kies eerst de kleur van de rand door in het venster Randen toevoegen op het vak Kleur te klikken (zie figuur 9.7). 4. In het venster Kleur ziet u linksboven een kleurenvlak. Als u de aanwijzer erop plaatst, verschijnt het pipet waarmee u een kleur kunt selecteren (zie figuur 9.8). De eigenschappen van de kleur of de waarden voor de kleur R, G, B staan onder in het venster Kleur. Het kleurvak Huidige toont de kleur die u met behulp van het pipet hebt geselecteerd.

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

213


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.7: In het venster Rand toevoegen klikt u op het vak Kleur

WAARSCHUWING U kunt meerdere randen toevoegen. Als u niet tevreden bent over de kleur van een rand, moet u deze eerst verwijderen met de knop Ongedaan maken. Vervolgens kiest u een nieuwe kleur voor de rand en voegt u deze toe.

Figuur 9.8: In het vak Kleur klikt u op de kleur voor de rand om uw foto

214

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5. Klik op de knop OK om deze kleur als achtergrondkleur te kiezen.

9

6. Kies de breedte van de randen in de vakken Boven, Links, Rechts en Onder en klik vervolgens op OK (zie figuur 9.9). Het resultaat ziet u in figuur 9.10.

Figuur 9.9: In het venster Randen toevoegen kiest u de breedte van de rand om de foto

Figuur 9.10: In het venster Kleur is de kleur voor de rand gekozen en ingesteld 9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

215


HOOFDSTUK

9

9.3 Afbeelding, inlijsten In plaats van een echt lijstje te kopen kunt u ook met behulp van het venster Inlijsten een lijst om uw foto maken. Deze lijst wordt samen met de foto afgedrukt.

OEFENING 9.9 Een foto inlijsten 1. Selecteer de foto die u wilt inlijsten. 2. Klik in het menu Afbeelding op de optie Fotolijst. 3. In het venster Fotolijst kiest u in het vak Fotolijst de lijststijl voor de foto. Rechts in het venster ziet u een voorbeeld van de lijst zoals deze met de foto wordt afgedrukt. 4. Selecteer de lijst die bij uw foto past. Selecteer de optie Zilver 03. U kunt natuurlijk ook een ander lijstje selecteren (zie figuur 9.11).

OPMERKING De lijst lijkt de foto te omsluiten in dezelfde laag. Dit is niet het geval. De foto bestaat uit twee lagen; één waarin de foto staat en één met de lijst. Bij het opslaan van de foto worden beide lagen samengevoegd.

Figuur 9.11: In het venster Fotolijst selecteert u een fotolijststijl

5. U kunt kiezen of u het frame binnen de foto wilt plaatsen of er buiten. In het eerste geval zal een deel van de foto achter het frame verdwijnen. Door het frame buiten de foto te plaatsen blijft het hele formaat van de foto zichtbaar. 6. Sla de foto opnieuw op onder een andere naam.

216

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

9 Figuur 9.12: De foto wordt in een lijst getoond

9.4 Effecten U kunt met Paint Shop Pro een groot aantal effecten aan uw foto’s toevoegen. Het effect dat u kiest, is afhankelijk van het resultaat dat u wilt bereiken. De artistieke effecten gebruikt u als u van uw foto een kunstwerkje wilt maken. Zo kunt u uw foto veranderen in een kleurpotlood- of houtskooltekening, maar u kunt ook penseelstreken toepassen.

9.4.1 Geometrische effecten De geometrische effecten wijzigen de afmetingen van de foto of passen een bepaald effect toe waardoor de vorm van de foto helemaal verandert. Het resultaat kunt u gebruiken voor een bepaalde toepassing, zoals een poster waar u tekst aan toevoegt of als onderzetter. Cirkel Bent u ook zo’n liefhebber van Terschelling? Maak dan uw eigen onderzetters door het geometrische effect Cirkel toe te passen.

OEFENING 9.10 Het geometrische effect Cirkel toepassen 1. Selecteer de foto die u als geometrisch effect wilt toepassen, bijvoorbeeld DSC01725 (zie figuur 9.13).

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

217


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.13: Een foto van Terschelling met een standaardlens

2. Kies in het menu Effecten de optie Geometrische effecten en vervolgens Cirkel. In het venster Cirkel kunt u uitzoomen totdat u het effect in het voorbeeldvak ziet verschijnen. De foto wordt nu in een cirkel weergegeven. Het perspectief van de opname is aangepast, zodat het lijkt op een opname die door een vissenooglens (fish eye) is gemaakt (zie figuur 9.14). In het vak Randmodus van het venster kunt u een aantal opties instellen. Het voorbeeldvak toont het effect. Klik op OK als u tevreden bent met het resultaat. 3. Door de doorsnede van de foto aan te passen kunt u deze foto geschikt maken om als onderzetter te gebruiken. U kunt een aantal afdrukken maken en deze plastificeren.

218

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.14: In het venster Cirkel kiest u de opties voor het effect Cirkel

Figuur 9.15: De foto lijkt op een vissenoogopname

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

219


HOOFDSTUK

9

9.4.2 Reflectie-effecten U kunt een reflectie-effect ook gebruiken door zelf een achtergrond te creĂŤren voor een website, bureaublad, enzovoort. In oefening 9.11 wordt daarvan een voorbeeld gegeven.

OEFENING 9.11 Het reflectie-effect Caleidoscoop toepassen 1. Selecteer de foto waarop u het effect wilt toepassen, bijvoorbeeld DSC01913 uit het archief (zie figuur 9.16). 2. Kies in het menu Effecten, de optie Reflectie-effecten, Caleidoscoop. 3. Pas in het gelijknamige venster de opties voor het effect aan en bekijk het resultaat in het voorbeeldvak. Als u bijvoorbeeld de Horizontale verschuiving instelt op 12%, krijgt u het effect uit figuur 9.17 te zien.

Figuur 9.16: De basis voor de achtergrond

220

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.17: Het effect Caleidoscoop toepassen

Aan de hand van de gegeven voorbeelden kunt u verder experimenteren. Bij het kiezen van effecten is het wel belangrijk dat u de juiste foto’s gebruikt. Door een uurtje te experimenteren krijgt u wel het gevoel wat kan en niet kan.

9.4.3 Textuureffecten Met Textuureffecten maakt u uw eigen patronen zoals u deze ook op textiel en behang aantreft. De foto DSC01812 is een geschikte foto om mee te beginnen (zie figuur 9.18). Deze foto is gemaakt van een blok labradorgraniet dat honderd jaar op de bodem van de Noordzee heeft gelegen. Op Terschelling wordt hiervan door de Israëlische kunstenares Yaël Artsi (www.yael-artsi.com) een monument gemaakt.

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

OPMERKING Meestal is het mogelijk om de kracht van het effect in te stellen. Als een effect te heftig werkt, kunt u de bewerking ongedaan maken en het nog eens proberen met andere instellingen.

221


HOOFDSTUK

9

OEFENING 9.12 Textuureffecten toepassen 1. Open de foto waarop u het effect wilt toepassen, bijvoorbeeld DSC01812 (zie figuur 9.18). 2. Pas een textuureffect toe, bijvoorbeeld MozaĂŻekstukjes. 3. In het gelijknamige venster kunt u de opties voor Mozaiekstukje, Afbeelding en Licht aanpassen (zie figuur 9.19). In figuur 9.20 ziet u het resultaat. Door de opties in het venster Mozaiekstukjes te wijzigen krijgt u steeds een ander resultaat.

Figuur 9.18: De foto van een blok labradorgraniet is het uitgangspunt voor het effect

222

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

9

Figuur 9.19: In het venster Mozaïekstukjes stelt u de opties voor het effect in

Figuur 9.20: Het resultaat voor het toegepaste effect

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

223


HOOFDSTUK

9

9.5 Selecties maken U kunt delen van een foto selecteren met behulp van de selectiegereedschappen. U maakt een selectie om een deel van een foto te knippen, te kopiëren of te bewerken. Zo kunt u een donkere partij in een foto selecteren en alleen deze selectie helderder maken of een kleurcorrectie uitvoeren. De selectiegereedschappen staan in een vervolgmenu op de werkbalk Gereedschappen. U kunt steeds één gereedschap tegelijkertijd gebruiken. Om de andere selectiegereedschappen te gebruiken klikt u op de knop ▼ aan de rechterkant van het gereedschap. ■

Gebruik de Esc-toets om de selectie op te heffen.

Gebruik de rechtermuisknop om de selectie af te sluiten.

9.5.1 Selectie Met de optie Selectie maakt u een selectie van een bepaalde vorm, zoals een rechthoek, cirkel of ster. De vorm kiest u in het palet Opties voor gereedschappen.

OEFENING 9.13 Een selectie maken 1. Open de foto waarin u de selectie wilt maken. 2. Klik in de werkbalk Gereedschappen op de knop Selectie en kies, indien nodig, Selectie. 3. Selecteer in het palet Opties voor gereedschap het gewenste Selectietype. U hebt onder andere de keuze uit: Rechthoek, Vierkant, Afgeronde rechthoek, Afgerond vierkant, enzovoort. In het vak Modus kunt u een van de opties Vervangen, Toevoegen (Shift) of Verwijderen (Ctrl) kiezen. Dit heeft invloed op hetgeen wordt geselecteerd. Vervangen – Een bestaande selectie wordt door een nieuwe selectie vervangen. Toevoegen – Klik op een ander gebied van de foto om deze aan de selectie toe te voegen.

224

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Verwijderen – Klik binnen de oorspronkelijke selectie om de selectie te verwijderen.

9

4. Klik-en-sleep de aanwijzer om het deel van de foto dat u wilt selecteren (zie figuur 9.21). 5. Plaats de aanwijzer in de linkerbovenhoek van hetgeen u wilt selecteren. Klik-en-sleep de aanwijzer naar de rechterbenedenhoek. 6. U kunt nu een andere bewerking doen op de selectie, zoals kopiëren of de selectie wijzigen met de opties in het menu Aanpassen.

Figuur 9.21: Een selectie maken

9.5.2 Selectie uit de vrije hand Hiermee maakt u een selectie met een onregelmatige vorm of om de randen van een object. Hiermee kunt u alles selecteren van de omtrek van een hoofd tot de onregelmatige vorm van een blad.

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

225


HOOFDSTUK

9

OEFENING 9.14 Selectie uit de vrije hand maken 1. Open de foto waarin u de selectie wilt maken. 2. Klik in de werkbalk Gereedschappen op de knop Selectie en kies Selectie uit vrije hand. 3. Selecteer in het palet Opties voor gereedschap het gewenste Selectietype. Intelligente randselectie – Klik langs de randen van onregelmatig gevormde gebieden en Paint Shop Pro 8 zoekt de randen. Gebruik deze selectie om een rand te maken tussen twee gebieden die qua kleur of licht een sterk contrast vormen. Randzoeker – Klik op de randen van onregelmatig gevormde gebieden en Paint Shop Pro 8 zoekt de randen tussen twee gebieden met subtiele kleur- of lichtverschillen ertussen. Van punt tot punt – Klik van punt tot punt en Paint Shop Pro 8 tekent een rechte rand tussen de punten. Gebruik deze optie wanneer u een selectie met rechte randen wilt maken. Vrije hand – Klik-en-sleep om het gebied te selecteren alsof u een tekening uit de vrije hand maakt. Gebruik dit type voor onregelmatige vormen wanneer u snel een selectie wilt maken. 4. Selecteer in het vak Modus een van de opties (zie oefening 9.11). Doezelen – Dit bepaalt de breedte in pixels tussen 0 en 200 waar de selectie langs de randen wordt vervaagd. Doezelen regelt de scherpte van de randen in een selectie. Anti-alias – Kies of u binnen of buiten het selectiekader wilt anti-aliassen. Anti-aliasing lijkt op doezelen maar is exacter omschreven. Hiermee krijgt u een selectie met een gladde rand doordat langs die rand een deel van de pixels wordt ingevuld zodat deze halfdoorzichtig wordt. Als u geen anti-aliasing toepast, kunnen de randen van de selectie rafelig lijken. Anti-aliasing is nuttig wanneer u foto’s combineert en wanneer u met tekst werkt.

226

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

5. Plaats de aanwijzer aan het begin van waar u de selectie wilt beginnen en sleep het kruisje naar het volgende punt waar u de selectie wilt stoppen.

9

6. Gebruik de Shift-toets om de selectie aan de bestaande selectie toe te voegen.

Figuur 9.22: Een selectie maken met het gereedschap Selectie uit vrije hand

9.5.3 Toverstaf U gebruikt de Toverstaf voor het selecteren van een ingewikkeld gedeelte in een foto dat duidelijk andere pixels heeft dan in andere delen, zoals een persoon tegen een blauwe lucht. Het gereedschap gebruikt vier soorten waarden voor het maken van selecties: kleur (RGB-waarde), kleurtoon, helderheid of dekking.

9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

OPMERKING Het selecteren van delen in een foto vraagt enige oefening.

227


HOOFDSTUK

9

OEFENING 9.15 Een selectie maken met de Toverstaf 1. Kies de naam van de laag als de foto uit meerdere lagen bestaat. 2. Klik in de werkbalk Gereedschappen op het gereedschap Toverstaf. 3. Kies in het vak Modus een van de opties. 4. Kies in het palet Opties voor gereedschap de Afstemmingsmodus om te bepalen hoe Paint Shop Pro 8 de selectie maakt. Geen – Alle pixels worden geselecteerd. RGB-waarde – Kiest pixels die overeenkomen met de rode, groene en blauwe waarde van de kleur die u in de foto selecteert. Kleur - Kiest pixels van dezelfde kleur. Kleurtoon – Kiest pixels gebaseerd op de plaats in het kleurenwiel van de kleurtonen die u in de foto selecteert. Helderheid – Kiest pixels op basis van de helderheid van de kleur die u in de foto selecteert. U kunt deze optie bijvoorbeeld gebruiken om lichte gebieden van een foto te selecteren. Geheel dekkend – Kiest alleen gebieden met pixels. Er worden geen transparante gebieden geselecteerd. Dekking – Kiest pixels op basis van hun dekking. 5. Kies in het palet Opties voor gereedschap uit de volgende extra opties: Tolerantie – Hiermee bepaalt u hoe nauwkeurig de geselecteerde pixels overeen moeten komen met de oorspronkelijk aangeklikte pixel. Bij lage instellingen moeten de waarden dicht bij elkaar liggen. Bij hogere instellingen selecteert de Toverstaf een breder bereik van pixels. Kleurselectie samengevoegde lagen – Selecteer deze optie wanneer u de Toverstaf naar overeenkomende pixels in de samengevoegde foto wilt laten zoeken. Schakel deze optie uit om de selectie tot de actieve laag te beperken.

228

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Doezelen – Bepaalt de breedte in pixels tussen 0 en 200 waar de selectie langs de randen wordt vervaagd. Doezelen regelt de scherpte van de randen in een selectie.

9

Anti-alias – Kies of u binnen of buiten het selectiekader wilt anti-aliassen. 6. Klik op het deel van de foto waar pixels in staan die u wilt afstemmen (zie figuur 9.23). Het selectiekader omringt alle overeenkomende pixels. Als de Toverstaf meer of minder pixels selecteert dan de bedoeling is, wijzigt u de Tolerantiewaarde en maakt u een nieuwe selectie. 7. Als u de selectie wilt wijzigen, kiest u uit de vervolgkeuzelijst Modus.

Figuur 9.23: Een selectie maken met de toverstaf

9.6 Tot besluit Paint Shop Pro is erg geschikt om correcties in uw foto’s aan te brengen. Verder bevat het een groot aantal effecten waarmee u uw foto’s kunt bewerken. Als u deze effecten leert ken9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL

229


HOOFDSTUK

9

230

nen, is het interessant om bij het maken van een foto al rekening te houden met het resultaat van het effect. Zo kunt u een opname vervreemden tot een interessant beeld. U maakt selecties om een bepaald gedeelte in een foto te bewerken.

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 10 Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden Foto’s die u eerder met een gewone (analoge) camera hebt gemaakt, kunt u scannen en op de computer bewerken. In dit hoofdstuk wordt Paint Shop Pro 8 gebruikt om krasjes automatisch te verwijderen en vlekken weg te werken. Het is verstandig om uw foto’s op de computer ook naar een cd-rom te branden voor als er eens iets met uw harde schijf gebeurt.

10.1 Scannen van een foto U kunt bestaande afdrukken van foto’s met behulp van een scanner digitaal maken. Het digitale bestand is dan in Adobe Photoshop Elements of in Paint Shop Pro 8 te bewerken. Deze programma’s bevatten overigens ook opties in het menu Bestand om een foto direct in het programma te scannen. In dit hoofdstuk wordt gebruikgemaakt van de Wizard Scanner en camera dat standaard met Windows XP wordt meegeleverd.

OEFENING 10.1 Een foto scannen 1. Zorg dat de scanner op de computer is aangesloten. Gebruik bij voorkeur een scanner die is voorzien van een USB-uitgang die op de USB-poort van de computer onder Windows XP kan worden aangesloten. 2. De scanner gaat automatisch aan als u deze aansluit. 3. Leg de foto op de glasplaat onder het deksel van de scanner. Zorg dat het deksel goed op de foto valt zonder dat de foto verschuift.

OPMERKING Na het aansluiten van de scanner in Windows XP wordt deze automatisch gevonden en geïnstalleerd. De scanner kan dan meteen worden gebruikt.

4. Klik op Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires en vervolgens op Wizard Scanner en camera. De wizard verschijnt op het scherm (zie figuur 10.1). Klik op de knop Volgende.

231


HOOFDSTUK

10

5. In het volgende venster kiest u het type foto (zie figuur 10.2). 6. Klik op de knop Aangepaste instellingen. Het venster Eigenschappen wordt geopend (zie figuur 10.3).

Figuur 10.1: Het eerste venster van de Wizard Scanner en camera

Figuur 10.2: Kies het type foto dat u gaat scannen

232

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

10

Figuur 10.3: Op het tabblad Geavanceerde eigenschappen stelt u de helderheid, contrast en resolutie in

10.1.1 Aangepaste instellingen Op het tabblad Geavanceerde eigenschappen gebruikt u de schuifknoppen in het vak Vormgeving om de Helderheid en het Contrast in te stellen. Het voorbeeldvenster laat het resultaat zien. In het keuzevak Resolutie (DPI) kiest u de scherpte van de foto. Hoe hoger de resolutie hoe scherper de foto wordt gedigitaliseerd. Dit gaat wel ten koste van de procestijd want het scannen in een lagere resolutie gaat nu eenmaal sneller. In het vak Type afbeelding staat de optie die in het vorige venster is ingesteld. Met de knop Beginwaarden kunt u de oorspronkelijke instellingen terugzetten. 7. Kies de instellingen die u voor het scannen van de foto wilt gebruiken. 8. Klik op de knop OK als u klaar bent. 9. Om een proefscan te maken klikt u eerst op de knop Voorbeeld. Dit kan even duren, maar het wachten wordt beloond. Het resultaat ziet u in voorbeeldvenster (zie figuur 10.4). Klik op Volgende. 10. U kunt nu de naam en locatie opgeven van de map waar u de foto wilt bewaren (zie figuur 10.5).

10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden

233


HOOFDSTUK

10

Figuur 10.4: In het voorbeeldvenster verschijnt de foto als u op de knop Voorbeeld klikt

Figuur 10.5: Een naam van de foto in de scanner opgeven en een map selecteren waar deze wordt opgeslagen

11. Klik op de knop Bladeren om een map te zoeken waar u de foto wilt opslaan of voer een nieuwe naam in. Klik op

234

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Volgende. De scanner maakt nu de definitieve scan in de resolutie die u hebt gekozen. In het vak Voortgang kunt u zien hoever het scannen is gevorderd (zie figuur 10.6).

10 OPMERKING Standaard worden de gescande foto in de map C:\Documents and Settings\<Uw naam>\Mijn documenten\Mijn afbeeldingen\<Naam map> opgeslagen.

Figuur 10.6: Volg de voortgang van het scannen in het voorbeeldvenster

Figuur 10.7: U kunt verder werken met de foto door deze bijvoorbeeld op het web te publiceren

10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden

235


HOOFDSTUK

10

12. Afhankelijk van de grootte van de foto duurt het scannen één of meer minuten. 13. Na het scannen kunt u nog andere opties kiezen (zie figuur 10.7). Laat de optie Geen van beide staan en klik op Volgende. Klik vervolgens op Voltooien. De scanner wordt uitgeschakeld.

10.2 Oude foto’s bewerken WAARSCHUWING Het is raadzaam de computer af te sluiten en opnieuw op te starten met de aangesloten scanner. Paint Shop Pro 8 herkent de printer en installeert de optie Van scanner of camera in Bestand, Importeren. In het andere geval geeft het programma een foutmelding. In het venster Connection moet u dan de juiste opties instellen (zie figuur 10.8). Wij gebruiken met onze scanner: ■ Connet Via: TWAIN ■ Available TWAIN devices: WIA-Hewlett-Packard ScanJet 5200C

Als u over een oude foto beschikt die nogal beschadigd is door het gebruik, is het mogelijk om deze in te scannen en te bewerken. U kunt de foto met de Wizard Scannen en camera inscannen, maar ook vanuit het programma waarmee u de foto wilt bewerken. In het voorbeeld wordt Paint Shop Pro 8 gebruikt. Er wordt een pasfoto gebruikt die eerst wordt bijgewerkt en vervolgens wordt afgedrukt.

Figuur 10.8: Kies in het venster Connection de gegevens voor de verbinding

OEFENING 10.2 Een oude foto scannen 1. Open Paint Shop Pro 8 (zie hoofdstuk 8). 2. Kies in het menu Bestand de optie Importeren, Van scanner of camera. 3. Scan de foto volgens de manier zoals eerder in dit hoofdstuk is uitgelegd. 4. Maak een voorbeeld en beoordeel Helderheid en Contrast. Stel desgewenst deze opties bij tot u een goed voorbeeld hebt. Als de scan is gemaakt, verschijnt de foto in het werkgebied van Paint Shop Pro 8 (zie figuur 10.9). Deze scan is gemaakt van een pasfotootje.

236

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

10

Figuur 10.9: De gescande foto in Paint Shop Pro 8

10.2.1 Automatisch krasjes verwijderen Op de werkbalk Gereedschappen vindt u het gereedschap Krasjes verwijderen. Hiermee kunt u pluisjes, krasjes, vlekjes en andere ongewenste beeldverstorende elementen verwijderen.

OEFENING 10.3 Krasjes verwijderen 1 1. Klik in de werkbalk Gereedschap op het gereedschap Krasjes verwijderen en vervolgens op Krasjes verwijderen. 2. Kies in het palet Opties voor gereedschappen de vorm van het selectievakje. 3. Stel de breedte van het selectievakje in. 4. Klik met de kruisaanwijzer met het paletmesje op de vlekjes in uw foto.

10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden

237


HOOFDSTUK

10

10.2.2 Aanpassen, Grofkorreligheid toevoegen/ verwijderen, Automatisch krasjes verwijderen Een krachtiger gereedschap is de optie Grofkorreligheid toevoegen/verwijderen, Automatisch krasjes verwijderen in het menu Aanpassen. Als u de juiste instellingen kiest, verdwijnen de krasjes in één handeling.

OEFENING 10.4 Krasjes verwijderen 2 1. Klik in het menu Aanpassen op Grofkorreligheid toevoegen/verwijderen, Automatisch krasjes verwijderen. Het gelijknamige venster verschijnt (zie figuur 10.10). 2. Markeer het selectievakje voor het type krasje dat u wilt verwijderen. U moet ten minste één optie kiezen.

Figuur 10.10: In het venster Automatisch krasjes verwijderen kiest u de plaatselijke contactgrenzen en de kracht van de bewerking

Donkere krasjes verwijderen – Markeer dit selectievakje om krasjes te verwijderen die donkerder zijn dan hun achtergrond. Lichte krasjes verwijderen – Markeer dit selectievakje om krasjes te verwijderen die lichter zijn dan hun achtergrond.

238

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

3. Geef aan hoe krasjes worden verwijderd in de twee groepsvakken.

10

4. Gebruik de knop Laatste opdracht ongedaan maken of druk op Ctrl+Z als u niet tevreden bent over het resultaat en andere instellingen in het venster Automatisch krasjes verwijderen wilt maken. Plaatselijke contrastgrenzen Dit is het verschil in contrast tussen een krasje en zijn achtergrond. Gebruik een waarde die de grenzen instelt tot waar deze de beste resultaten bereiken. Begin met de grens Onder op 0 en de grens Boven op 50. Als er krasjes blijven staan, kan de optie Automatisch krasjes verwijderen ze niet verwijderen. Verdwijnen de krasjes, dan wijzigt u de grenzen om het verlies van beelddetail zo minimaal mogelijk te houden. Wijzig de grens Onder tot de instelling net onder waar de krasjes weer verschijnen. Wijzig de grens Boven tot de instelling net boven waar de krasjes weer verschijnen. Kracht De kracht van de krasjesverwijdering kunt u instellen op Mild, Normaal of Agressief. Selecteer de laagste instelling waarmee krasjes worden verwijderd. Bekijk alle gebieden van de foto om ervoor te zorgen dat er geen belangrijke details verloren gaan.

10.2.3 Het Kloonpenseel gebruiken U gebruikt het Kloonpenseel als er vlekken op de foto staan zoals in figuur 10.11. Het Kloonpenseel is een krachtig gereedschap waarmee u uw foto’s kunt bewerken door een gedeelte van een foto als verfbron te gebruiken. U kunt ook elementen in uw foto verwijderen, bijvoorbeeld een gezicht, door er met een ander gedeelte van de foto overheen te verven.

OEFENING 10.5 Het Kloonpenseel gebruiken 1. Klik in de werkbalk Gereedschappen op de knop Kloonpenseel en vervolgens op Klonen.

10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden

239


HOOFDSTUK

10

2. Als u de aanwijzer op de foto plaatst, verschijnt het Kloonpenseel (zie figuur 10.11). 3. Kies in het palet Opties voor gereedschap de penseelpunt, vorm, grootte, dekking en andere opties (zie figuur 10.12).

Figuur 10.11: Het Kloonpenseel verschijnt op de foto

Figuur 10.12: Pas de penseelpunt aan bij de vlek die u wilt weg werken

240

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Dekking – Hiermee wordt bepaald hoe goed de verf het oppervlak van de foto dekt. Bij 100% dekking bedekt de verf alles. Bij 1% dekking is de verf bijna transparant. Mengen – Dit bepaalt hoe geverfde pixels worden gemengd met pixels van onderliggende lagen. Ononderbroken streek – Hiermee specificeert u of er zich verf opbouwt terwijl u meerdere streken van minder dan 100% dekking over hetzelfde gebied toepast. Als deze optie is ingeschakeld, behoudt de verf een ononderbroken kleur en heeft het opnieuw verven van een gebied geen effect meer. Is dit selectievakje niet gemarkeerd (standaard), dan wordt er met elke penseelstreek over hetzelfde gebied meer verf toegevoegd. De kleur wordt steeds donkerder tot 100% dekking is bereikt.

10 OPMERKING De vlek in figuur 10.9 is lastig. Er zijn verschillende vormen voor het Kloonpenseel gebruikt om de vlek weg te werken. Vergeet niet af en toe met de rechtermuisknop te klikken om de juiste kleur voor het verven te gebruiken.

4. Plaats de aanwijzer vlak bij de vlek en klik op rechtermuisknop om de juiste kleur van de verf te selecteren.

Figuur 10.13: De vlek op de foto is bijgewerkt met het Kloonpenseel

10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden

241


HOOFDSTUK

10

5. Klik op de vlek en bekijk het resultaat. Stel desgewenst de opties voor het Kloonpenseel bij. In figuur 10.13 ziet u het resultaat van het bijwerken van de vlek. Hoe meer tijd u in het wegwerken steekt en hoe nauwkeuriger u werkt, hoe beter resultaat u bereikt.

10.3 Cd’s branden met Windows XP Als u uw foto’s naar de computer kopieert en het camerageheugen leegmaakt, hebt u geen ‘back-up’ meer. Het is daarom raadzaam om regelmatig een cd-tje te branden van de foto’s die u het laatst hebt gemaakt. Er zijn speciale programma’s zoals Nero Burning Rom en Easy CD Creator, maar vanuit Windows XP is dit ook goed te doen. U moet alleen van tevoren even naar de omvang van de te branden mappen kijken of deze allemaal op de cd-rom passen.

TIP Gebruik bij het selecteren de Shifttoets om een reeks aaneengesloten foto’s te selecteren. Gebruik de Ctrl-toets om verspreide foto’s te selecteren. Houd de toets ingedrukt terwijl u op de foto’s klikt.

U hebt voor het schrijven van een cd-rom een cd-romspeler nodig waarmee u cd’s kunt branden. Dit staat op de cd-romspeler aangegeven met de letters RW. Verder moet u beschikken over lege beschrijfbare cd-roms (CD R).

OEFENING 10.6 Een cd-rom branden 1. Selecteer in Deze computer de mappen of losse foto’s die u op de cd-rom wilt branden. 2. Klik in het taakvenster links op het scherm onder Afbeeldingstaken op Naar cd kopiëren (zie figuur 10.14). Als u deze optie niet ziet staan, klikt u met de rechtermuisknop op een van de geselecteerde mappen of bestanden en klikt u in het snelmenu op Kopiëren naar, Cd-rw-station <Naam>. Op het scherm verschijnt het venster Bezig met kopiëren waarin u kunt zien welke bestanden naar het cd-romstation worden gekopieerd. Het branden is nog niet begonnen. U ziet onder in het venster de mededeling verschijnen Er staan bestanden in de wachtrij voor de cd. Als u op deze mededeling klikt, krijgt u in het venster Cd-rw-station <Naam> de bestanden en mappen te zien die u naar de cd-rw kunt branden (zie figuur 10.15).

242

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

10

Figuur 10.14: De geselecteerde bestanden kopieert u naar de cd-rom

Figuur 10.15: De bestanden kunnen op de cd-rw gebrand worden 10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden

243


HOOFDSTUK

10

3. Klik in de tekstballon onder in het bureaublad of kies de naam van het station in het venster Deze computer. In het venster Cd-rw-station <Naam> krijgt u een aanwijzing te zien voor het openen van de map met de beschrijfbare cd. Plaats een vinkteken in het selectievakje als u de geselecteerde actie altijd wilt uitvoeren en klik op OK om door te gaan. (Als dit venster niet verschijnt, ziet u direct het venster van het station.) 4. Plaats een lege beschrijfbare cd-rom (cd-r) in de cd-rwspeler van de computer. Wees er zeker van dat de cd-rom niet eerder is gebruikt en voor kopiĂŤren is afgesloten. 5. Klik in het Taakvenster op Deze bestanden op cd zetten (zie figuur 10.15). De Wizard Cd branden wordt gestart. U kunt de cd een naam geven in het daarvoor bestemde vakje (zie figuur 10.16). Klik op Volgende om het branden van de cd te starten.

WAARSCHUWING U kunt tijdens het branden van de cd de computer niet voor andere taken gebruiken.

Figuur 10.16: Voer een naam in voor de cd-rom in het venster Wizard cdbranden

Het branden van de cd duurt enige tijd afhankelijk van de hoeveelheid bestanden die u hebt geselecteerd. De resterende tijd wordt in het wizard-venster aangegeven.

244

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

10

Figuur 10.17: De beeldbestanden worden naar de cd-r geschreven

Figuur 10.18: In het venster krijgt u mededelingen over de fase waarin het brandproces verkeert

Als het branden klaar is, wordt de lade van de cd-rw-speler geopend en kunt u uw cd eruit halen of de lade sluiten en controleren in het venster Deze computer of alle bestanden goed op de cd terecht zijn gekomen. 6. De Wizard Cd branden biedt de mogelijkheid om dezelfde bestanden ook op een andere cd te zetten. Als u meerdere

10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden

245


HOOFDSTUK

10

cd’s wilt maken met dezelfde inhoud, plaatst u een vinkje voor deze optie. Klik vervolgens op Volgende. 7. Als u klaar bent met het kopiëren van de bestanden naar het cd-rw-station, klikt u op de knop Voltooien om de Wizard Cd branden te sluiten. De tijdelijke bestanden worden uit het cd-romstation op de computer verwijderd.

10.4 Tot besluit Met behulp van een scanner en de Wizard Scannen en camera kunt u foto’s digitaal maken en bewerken met behulp van bijvoorbeeld Paint Shop Pro 8. Krasjes kunnen automatisch verwijderd worden of handmatig met behulp van het Kloonpenseel. Het is verstandig om regelmatig uw fotobestanden op cd te zetten voor het geval er iets met de harde schijf in uw computer gebeurt.

246

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK 11 Digitale fotografie op internet Internet is een bron voor het vergaren van kennis over digitale fotografie. In dit hoofdstuk worden enkele websites behandeld waar u deze informatie kunt vinden. Het is ook leuk om uw foto’s op internet te plaatsen op een van de websites die worden besproken.

11.1 Startpagina’s Startpagina’s bevatten een verzameling koppelingen naar websites over een bepaald onderwerp. Ook voor fotografie en digitale fotografie zijn er enkele startpagina’s die u kunt bekijken. De startpagina’s bevatten verschillende rubrieken en categorieën waar u informatie kunt vinden. Verder zijn er ontmoetingsplaatsen waar u werk van andere fotografen kunt bekijken. Naam website

Internetadres

Digitalefotografie.nl

digitalefotografie.nl

Digitalefotografie.pagina.nl

digitalefotografie.pagina.nl

Fotografie.pagina.nl

fotografie.pagina.nl

Boogolinks.nl

digitalefotografie.boogolinks.nl

Fotografen.start.be

fotografen.start.be

World Press Photo

www.worldpressphoto.nl

De ontmoetingsplaats voor fotografie

www.fotograaf.com/ indnl.htm

247


HOOFDSTUK

11

11.2 Informatie Digitale camera’s zijn onderhevig aan een snel veranderende techniek. Op internet blijft u bij door websites te bezoeken die de veranderingen bijhouden en informatie verschaffen over nieuwe camera’s, tests geven, enzovoort. Naam website

Internetadres

Lets go digital.nl

www.letsgodigital.nl

Digital Photography Review www.dpreview.com

11.3 Organisaties Er zijn verschillende organisaties waarin amateurfotografen en professionals zijn verenigd. Via internet kunt u informatie over deze verenigingen opvragen.

Figuur 11.1: Digitalefotografie.pagina.nl is een dochter van Startpagina.nl

248

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

Naam website

Internetadres

Fotobond

fotobond.nl

Belgische Federatie van FotoKringen

www.bffk.be

Beroeps Fotografen Nederland

www.bfn-fotografen.nl

Nationale Vereniging van Beroepsfotografen

www.beroepsfotografen.be

Nederlands Foto Instituut

www.nfi.nl

Masters of Photography

www.masters-ofphotography.com

11

Figuur 11.2: Voor het vinden van actuele informatie bezoekt u Lesgodigital.nl

11 – Digitale fotografie op internet

249


HOOFDSTUK

11

Figuur 11.3: Fotobond is de bond van de Nederlands amateurfotografen

11.4 Kopen via internet Het is mogelijk om een camera via internet aan te schaffen. U kijkt daarvoor bijvoorbeeld op de website van El Cheapo.nl (www.elcheapo.nl). De laagste cameraprijzen komen meestal van dozenschuivers die verder weinig informatie kunnen verstrekken over het product. Het is daarom zaak dat u zich eerst goed oriĂŤnteert voordat u tot aanschaf overgaat. Als u prijs stelt op service, kunt u toch beter bij een fotozaak kopen, omdat men daar bij de aanschaf alle tijd voor u heeft en u uw vragen direct kwijt kunt.

250

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

11

Figuur 11.4: El Cheapo is een uitgebreide informatiesite over aankopen via internet

11.5 Publiceren van foto’s op internet Er zijn verschillende mogelijkheden om foto’s op internet te publiceren. De foto’s op de website van de auteur (www.boertjens.nl/delfsail2003) zijn automatisch gemaakt met behulp van Adobe Photoshop 7.0; File, Automate, Web Photo Gallery). U geeft een paar parameters op, voert hier en daar een tekstregel in en klaar is Kees. Verder kunt u gebruikmaken van MSN Groepen. De website geeft uitleg over hoe een en ander in zijn werk gaat (www.msn.nl). Het grote voordeel is dat u waar u ook bent foto’s en tekst kunt toevoegen. Maakt u bijvoorbeeld een wereldreis, dan gaat u naar een internetcafé en u voert tekst in. Meestal is het ook mogelijk om digitale foto’s direct op uw groep te plaatsen.

11 – Digitale fotografie op internet

251


HOOFDSTUK

11

Figuur 11.5: Foto’s publiceren via internet

OPMERKING Voor het plaatsen van foto’s op een website kunt u een domeinnaam aanvragen. Dit is een uniek adres waar u alles op kunt plaatsen wat u maar met anderen wilt delen. In het boek Websites maken – Een gids voor 50plussers, eveneens uitgegeven bij Academic Service, wordt uitgebreid ingegaan op het zelf ontwerpen van een website.

252

11.6 On line afdrukken Veel bedrijven waar u foto’s kunt laten afdrukken (fotoservice), bieden ook on-linediensten aan. Het is mogelijk om uw foto via de website te versturen. Foto’s haalt u op bij een van de filialen. Albert Heijn, Hema en andere grootwinkelbedrijven werken zo. U vindt op de website alle informatie zoals resolutie, afdrukformaat en prijzen.

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


HOOFDSTUK

11

Figuur 11.6: Via Onlinefotoservice.nl krijgt u informatie over alle fotocentrales

OPMERKING

Fotocentrale Internetadres Albert Heijn www.ah.nl/nl/AH/content/onlinediensten/ fotoservice/printservice Combi

www.combi.nl

Dixons

www.dixons.nl

Etos

www.etos.nl

Fotoquelle

www.fotoquelle.nl

Gofoto.nl

www.gofoto.nl

Hema

www.hema.nl/fotoservice

Voor een overzicht van alle fotocentrales bezoekt u de website Onlinefotoservices.nl (www.onlinefotoservices.nl).

vervolg âž›

11 – Digitale fotografie op internet

253


HOOFDSTUK

11 OPMERKING Het maandblad PC Active heeft begin januari 2003 fotocentrales doorgelicht. Op de website vindt u dit artikel terug (www.pcactive.nl/toonArtikel. asp?artikelID=4444).

Fotocentrale Internetadres Kruidvat

www.kruidvat.nl/fotoservice

Picoprint

www.picoprint.nl

Prestoprint

www.prestoprint.nl

Primera

www.primera.nl

Spector

www.spector.nl

Trekpleister www.trekpleister.nl

11.7 Tot besluit In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste websites genoemd die u kunt bezoeken om meer informatie op te vragen over de verschillende aspecten van digitale fotografie. Via deze websites kunt u meestal een antwoord krijgen op hetgeen u wilt weten.

254

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX A Verklarende woordenlijst Digitale fotografie kent een groot aantal termen waarmee u regelmatig zult worden geconfronteerd. Het is handig als u de betekenis van de termen weet, zodat bijvoorbeeld het gesprek met de verkoper in de fotozaak geen Babylonische spraakverwarring wordt. Om met andere fotografen over uw werk te kunnen spreken, is het handig als u de juiste term op het juiste moment weet te gebruiken.

16.6 miljoen kleuren – Maximumaantal verschillende kleurtinten dat een systeem met 8 bits per kanaal kan weergeven. 24-bits – Het aantal bits dat tegelijk door een programma wordt gebruikt. Een 24-bits scanner gebruikt per pixel 24-bits om de kleur vast te leggen, 8-bits per kanaal. Dit levert een kleurdiepte op van 224 of meer dan 16 miljoen verschillende kleuren. 256 kleuren – Het maximumaantal kleuren dat meestal in een webafbeelding wordt gebruikt. Als de afbeelding meer kleuren bevat (en de afbeelding continue tonen bevat, dus 24-bits is), duurt het downloaden veel langer. Meer kleuren is dus niet praktisch. Acrobat Reader (Adobe) – Een programma waarmee u bestanden kunt bekijken in het PDF-formaat. PDF staat voor Portable Document Format. Analoog – Analoog staat tegenover digitaal. Een analoge waarde kan elke waarde bezitten. (Zie ook digitaal.) Applicatie (programma) – Software ontworpen om de computer een specifieke taak te laten uitvoeren. Een beeldbewerkingsprogramma is dus een applicatie, net als een tekstverwerkingsprogramma. Systeemsoftware is echter geen

255


APPENDIX

A

applicatie, omdat het voor de besturing van de computer zelf zorgt. Archief – Opslag over een lange periode van computerbestanden, zoals afbeeldingen. Dit vereist een opslagmedium dat ook op lange termijn stabiel blijft, zoals een harde schijf, cd-rom, enzovoort. Back-up – Een kopie van de originele bestanden die wordt gemaakt als bescherming tegen verlies of beschadiging. Beeldbewerkingsprogramma – Software waarmee een gescand of digitaal opgenomen beeld kan worden verbeterd en aangepast. Beeldcompressie – Een digitale procedure waarbij de bestandsgrootte van een beeld kleiner wordt gemaakt door minder belangrijke data te verwijderen. (Zie ook compressie.) Beeldformaat – De vorm waarin een beeld elektronisch wordt opgeslagen. Er bestaan vele beeldformaten, elk ontwikkeld door een andere fabrikant en met elk zijn specifieke voordelen, afhankelijk van het type afbeelding en de toepassing van het beeld. Sommige formaten zijn geschikter voor beelden in hoge resolutie, andere voor objectgeoriënteerde beelden. (Zie ook: BMP, JPEG en TIFF.) Beeldgrootte aanpassen – Het veranderen van de resolutie of het formaat van het beeld wijzigen. Door de resolutie van een beeld te verlagen gaat er onvermijdelijk beeldinformatie verloren, omdat overbodige pixelwaarden worden weggegooid. Beeldverhouding – De verhouding tussen breedte en hoogte van een beeld. Een belangrijke eigenschap voor filmformaten en ook belangrijk bij de opslag van digitale foto’s. De klassieke verhouding is 4:3. Belichting – Het toelaten van licht tot lichtgevoelig materiaal of sensoren om een latent beeld te creëren, bijvoorbeeld door de sluiter te openen of in het donker een onderwerp te belichten met een flitser.

256

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

Bestandsformaat – De methode van het schrijven en het opslaan van een digitaal beeld. Dit wordt bepaald door de structuur en de organisatie van de gegevens en de specifieke codes die daarbij worden gebruikt. Veelgebruikte formaten bij digitale fotografie zijn onder andere TIFF, PICT, BMP en JPEG (laatstgenoemde is tevens een compressiemethode).

A

BMP – Een bestandsformaat voor uit bitmap bestaande beelden onder Windows/pc-systemen. Het geeft een beeld weer als een regelmatig raster van pixels (BitMaP). Het ondersteunt RGB, geïndexeerde kleuren, grijswaarden en bitmaps. Kan tot 24-bits zijn. Brandpuntsafstand – Afstand van het brandpunt (het punt waar evenwijdig invallende lichtstralen samenkomen) tot het dichtstbijzijnde hoofdvlak van een lens. Bureaublad (Desktop) – Het openingsvenster in Windows dat de pictogrammen en de taakbalk bevat en waarop de vensters worden afgebeeld. Byte – Een byte bestaat uit 8-bits. Een byte kan één teken bevatten: een letter, cijfer of teken. Het is de basisrekeneenheid van data in computers. CCD – Afkorting van Charge Coupled Device. Een zeer kleine fotocel, extra gevoelig gemaakt door toevoeging van een elektrische lading voor de belichting. CCD-chips met een hoge resolutie worden in scanners en digitale camera’s gebruikt om het beeld op te nemen. De CCD-chip bevat duizenden – soms miljoenen – kleine, gevoelige sensoren. CMYK – Afkorting van Cyaan Magenta Yellow Key. De eerste drie letters staan voor de primaire kleuren die worden gebruikt bij subtractieve kleurmenging – de manier waarop de meeste gedrukte beelden min of meer correcte kleuren kunnen overbrengen. Wanneer de drie kleuren in pure vorm over elkaar worden gedrukt of gemengd, ontstaat zwart. Om diepe schaduwen te kunnen drukken wordt er aan de drie primaire kleuren nog eens een zwarte drukgang toegevoegd.

A – Verklarende woordenlijst

257


APPENDIX

A

CompactFlash-kaart – Een van de bekendste soorten losse geheugenkaarten voor digitale camera’s. CF-kaarten worden gebruikt door Canon, Fuji en andere leveranciers. Complementaire kleuren – Paren van kleuren die wit licht produceren als ze additief worden gemengd. Compressie – Het verminderen van de omvang van een digitaal bestand door de manier te veranderen waarop de gegevens zijn gecodeerd. Er zijn methoden waarbij informatie verloren gaat, zoals bij JPEG-compressie. Bij andere methoden, zoals ZIP, gaat geen informatie verloren. Contrast – Het helderheidbereik van een beeld, met name het verschil tussen de hoogste en laagste helderheid. Ook kleuren die tegenover elkaar op de kleurschijf liggen, worden contrasterend genoemd. Crash – Het plotseling vastlopen van de computer door een fout in het programma of door een overbelasting van het interne geheugen. Cyaan – Een blauwgroene kleur. Densiteit – Zwarting of de mate van donkerheid of kracht van een beeld. Dia – Film waarop het beeld zichtbaar wordt door doorvallend licht – meestal in kleur. Dialoogvenster – Een venster in een programma waar instellingen kunnen worden opgegeven om een bepaalde opdracht uit voeren. Diafragma – Een aantal overlappende lamellen waarmee de lensopening wordt vergroot of verkleind. Digitaal – 1. Een waarde die bestaat uit een 1 of een 0 (binaire getallen). Een computer werkt met digitale waarden. 2. Een manier om data weer te geven als een hoeveelheid afzonderlijke eenheden. Een digitaal beeld heeft zeer veel eenheden

258

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

nodig om voor het oog een realistisch beeld op te leveren; afgebeeld bestaan deze eenheden uit pixels.

A

Digitaal beeld – Beeld op een computerscherm of LCDscherm van een digitale camera. Digitale camera – Gebruikt lichtgevoelige cellen om een afbeelding op te nemen in plaats van film. De resolutie is afhankelijk van het aantal cellen en de kwaliteit van de hoeveelheid informatie die de chip kan verwerken. Digitale zoom – Een onecht zoomeffect dat in sommige goedkopere digitale camera’s wordt toegepast; informatie op het midden van de CCD wordt door middel van interpolatie vergroot. Digitaliseren – Het omzetten van een analoog (echt) beeld naar een digitale vorm door middel van een scanner, zodat de computer deze kan lezen en bewerken. Doortekening – Helderheid en detaillering van (een deel van) een foto of digitaal beeld. Downloaden – Via internet een digitaal bestand kopiëren vanaf een andere computer naar de eigen computer. Dpi – Afkorting van dots per inch. Dit is een maateenheid voor het bepalen van de resolutie (scherpte) van een beeldscherm of afdrukkwaliteit van een printer. Het geeft het aantal puntjes per inch aan. Driver – Een stuurprogramma dat zorgt voor de besturing van een hardwarecomponent, bijvoorbeeld een grafische kaart. DVD – Afkorting van Digital Versatile Disc (Versatile verwijst naar het grote aantal verschillende gebruiksmogelijkheden). Een DVD-schijfje ziet eruit als een gewone cd-rom, maar de opslagcapaciteit is 7 tot 26 keer groter. Extern geheugen – Geheugen dat als een randapparaat met de computer is verbonden, zoals een harde schijf of een diskette. A – Verklarende woordenlijst

259


APPENDIX

A

Filter – Beeldsoftware in een beeldbewerkingsprogramma die bepaalde beeldkwaliteiten van een hele afbeelding of een gedeelte ervan wijzigt. Sommige filters geven hetzelfde effect als de optische filters die bij fotografie tijdens de opname worden gebruikt en waarnaar ze zijn genoemd; andere creëren effecten die uniek zijn voor elektronische beeldbewerking. Firewire – Standaard voor uiterst snelle gegevensoverdracht. Fixed focus – Lens met een vaste brandpuntsafstand. Flare – Weerspiegeling van een lichtbron in het lenzensysteem. Komt veel voor bij opnamen met tegenlicht. Formaat – 1. Vorm en afmetingen van een foto. 2. De breedtehoogteverhouding van een beeld. 3. Het soort computerbestand. Frame – Afzonderlijk beeldje in een film of animatie. F-waarde – Een getal dat de relatieve diafragmaopening van een cameraobjectief aangeeft. Gamma – Een schaal voor de hoeveelheid lichte en donkere tonen en contrast die een afbeelding bevat. Gammacurven worden soms gebruikt in de software van uw scanner, zodat u de hoeveelheid lichte en donkere tonen en contrast in de uitvoer kunt aanpassen. GB (Gigabyte) – Ongeveer een miljard bytes (exact 1.073.741.824). GIF – Afkorting van Graphic Interchange Format. Een compressieformaat voor beeldbestanden. Gebruikt een standaardset van 216 kleuren (8-bits), veel gebruikt op internet. Grijswaarden – Het aantal duidelijk te onderscheiden stappen tussen zwart en wit dat door een beeldbewerkingsprogramma kan worden vastgelegd of weergegeven. Voor gewone reproductiedoeleinden is een grijswaardeschaal van ten minste 256 stappen vereist.

260

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

Halftoon – Wordt gebruikt om grijstonen te maken, bestaat uit een reeks zwarte puntjes die in een patroon worden weergegeven. De grootte van de puntjes en de afstand tussen de puntjes verschillen, zodat verschillende grijstonen worden gesimuleerd.

A

Hard copy – Afdruk van een computerbestand op papier of film. Helderheid – 1. De hoeveelheid licht die een voorwerp lijkt uit te stralen of te weerkaatsen. 2. Helderheid van kleur in relatie tot contrast of tot de tint en verzadiging. Hogelichten – Lichte gebieden in een afbeelding. Hoogte-breedteverhouding – De verhouding tussen de hoogte en de breedte van een beeld, scherm of bladzijde. Importeren – Een bestand dat in een ander programma is gemaakt, openen in het huidige programmaformaat. Inkleuren – Een beeld in grijswaarden van kleur voorzien zonder de oorspronkelijke helderheid te veranderen. Invullen – Het lichter maken van schaduwen die door de hoofdverlichting ontstaan – dat kan zowel de zon of ander beschikbaar licht zijn als verlichting in een studio. ISO – Afkorting van International Standards Organization. De instantie die standaards voor ontwerp, fotografie en publicatie definieert. JPEG – Afkorting van Joint Photographic Experts Group; een standaard voor het comprimeren van digitale beelden. JPEG (zeg ‘jeepeg’) resulteert in een beperkt verlies aan informatie, maar dit is dit bijna niet door het oog waar te nemen. De compressieverhouding ligt gewoonlijk tussen 10:1 en 20:1. Bij het afdrukken van een JPEG-bestand in een groot formaat moet u wel rekening houden met kwaliteitsverlies.

A – Verklarende woordenlijst

261


APPENDIX

A

K – 1. Afkorting van KiloByte, 1024 bytes. 2. Key colour, oftewel zwart. De vierde kleurscheiding die wordt gebruikt bij CMYK-reproductie. Kalibratie – Aanpassen van een beeldscherm of printer. Een printer kalibreert u om te zorgen dat deze de kleuren juist afdrukt. Een beeldscherm kalibreert u door de helderheid en kleurbalans in te stellen, zodat deze een reeks kleuren op dezelfde manier weergeeft als de betreffende standaardreeks op de standaardkleurenkaart. Kb – Kilobyte. Maateenheid voor het aangeven van de grootte van een bestand. Een kilobyte is 1024 bytes. Klembord – Deel van het geheugen in de computer dat wordt gebruikt om tijdelijke bestanden vast te houden. Kleurbalans – Bepaling van de mate waarin de kleuren evenwichtig zijn verdeeld. Hierbij wordt zichtbaar of bepaalde kleuren overheersen of ontbreken in het beeld. Kleurbereik – Het aantal kleuren dat beschikbaar is voor een apparaat wordt ook wel ‘kleurbereik’ of `kleurruimte’ genoemd. Kleuren die op een beeldscherm niet kunnen worden weergegeven, liggen buiten dit bereik. Een RGB-beeldscherm kan op deze manier meer kleuren weergeven dan een CMYKprinter kan afdrukken. Kleurdiepte – Het aantal kleuren dat een camera, monitor, grafische kaart of systeem kan weergeven. Bij een kleurdiepte van 16-bits kunnen duizenden verschillende kleuren worden weergegeven, bij een kleurdiepte van 24-bits miljoenen kleuren (8-bits per kleurkanaal). Dit is het maximum dat het menselijk oog kan onderscheiden. Kleurscheiding – Het proces van het onderverdelen van een beeld in de proceskleuren cyaan, magenta, geel en zwart (CMYK) als voorbereiding op drukken. Kleurtemperatuur – De kleur van een lichtbron gemeten in graden Kelvin (K).

262

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

Kleurzweem – Tint waarmee het beeld gelijkmatig is bedekt.

A

Klonen – In een beeldbewerkingsprogramma het dupliceren van pixels uit een bepaald deel van de afbeelding naar een ander deel. Knippen, Kopiëren en Plakken – Het verwijderen of overnemen van een tekst, een selectie van een beeld of de inhoud van een cel en die tijdelijk op het klembord plaatsen, waarna deze later weer op een andere plaats kan worden ingevoegd. Lagen – (layer) Manier die in grafische programma’s wordt gebruikt om verschillende afbeeldingen of delen van dezelfde afbeelding over elkaar heen te leggen. LCD – Afkorting van Liquid Crystal Display. Plat beeldscherm dat in camera’s en sommige monitoren (laptops) wordt gebruikt. De weergave geschiedt met behulp van vloeibare kristallen, die zich onder invloed van een elektronische lading in bepaalde patronen richten die al dan niet (gekleurd) licht doorlaten. Licht – Het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum van ongeveer 380 tot 760 nm (namometer). Bij oudere mensen neemt dit spectrum af. Lichtsterkte – Helderheid van kleur. Dit heeft geen invloed op de tint of de kleurverzadiging. Lijntekening – Meestal een tekening in grijswaarden. Kan pixelgebaseerd zijn, maar is meestal een EPS. M – Magenta; een blauwrode kleur. Macro – Een enkele opdracht, gewoonlijk een sneltoets, die een reeks instructies uitvoert. Bepaalde handelingen die vaak worden verricht, zijn eenvoudig met macro’s uit te voeren. Manipulatie – Het veranderen van een afbeelding.

A – Verklarende woordenlijst

263


APPENDIX

A

Master – Het origineel van een foto, bestand of geluidsopname en het exemplaar dat wordt gebruikt om vervolgens kopieën van te maken. MB (Megabyte) – Maateenheid voor het aangeven van de grootte van een bestand. Een megabyte bevat 1.048.576 bytes. De capaciteit van harde schijven in de computer wordt uitgedrukt in afgeronde MB’s. Megapixel – Een miljoen of meer pixels. De term wordt gebruikt bij de specificaties van digitale opnameapparatuur, zoals digitale camera’s en geeft het aantal pixels aan op een CCD. Menu – Een lijst met keuzen op het beeldscherm. Microdrive – Zeer kleine harde schijf, zodanig ontworpen dat deze in de sleuf voor de geheugenkaart in een camera past om de opslagcapaciteit te vergroten. Middentonen – Die delen in een beeld die ongeveer dezelfde toon hebben, halverwege tussen hoge lichten en schaduwen. Modus – Een bepaalde instelling uit een aantal mogelijke instellingen voor een programma. Zo zijn in een beeldbewerkingsprogramma Kleur en Grijswaarden twee verschillende modi. Monochroom – Foto of ander beeld dat is opgebouwd uit zwart, wit en grijstinten; in plaats van zwart kan ook een andere kleur worden genomen. Montage – Een afbeelding die bestaat uit een aantal andere afbeeldingen. MPEG – Afkorting van Moving Pictures Expert Group, een standaard voor het opnemen en afspelen van videobestanden. Natte vinger – Gereedschap om kleuren in een afbeelding uit te smeren.

264

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

Netwerk – Een systeem van computers die met elkaar zijn verbonden.

A

Noise-filter – Grafische software die de gebruiker in staat stelt ruis aan het beeld toe te voegen om een bepaald effect te creëren, gewoonlijk spikkels, of om vervormingen zoals streperigheid te verbergen. (Zie ook Ruis.) Off line – Werken op de computer terwijl alle benodigde bestanden en programma’s voorhanden zijn op de eigen pc of in het lokale netwerk. On line – Een verbinding via internet met een andere computer. Onscherp masker – (Unsharp Mask) Verscherpingstechniek waarbij een licht vervaagd negatief van een beeld wordt gecombineerd met het oorspronkelijke positieve beeld. Opslagcapaciteit – De hoeveelheid data die een opslagmedium, zoals een harde schijf kan bevatten. Deze wordt uitgedrukt in MB’s. Opslagmedia – Elektronisch-mechanische apparatuur om grote hoeveelheden digitale gegevens op te slaan, zoals harde schijven, tapedrives en diskettes. De optisch-elektronische media zijn cd-roms en DVD’s. Palet – In tekenprogramma’s en beeldbewerkingprogramma’s worden kleine verplaatsbare vensters gebruikt om functies en gereedschappen, zoals penselen en de daarbij behorende opties (penseelgrootte, enzovoort) bij de hand te hebben terwijl u deze gebruikt. PC-kaart – Opslagmedium voor bijvoorbeeld het tijdelijk opslaan van digitale foto’s. PDF – Afkorting van Portable Document Format. Standaard die op alle platforms kan worden gelezen wanneer de juiste lezer is geïnstalleerd. PDF’s kunnen ook in plaats van PostScript worden gebruikt voor hoge resolutieafbeeldingen.

A – Verklarende woordenlijst

265


APPENDIX

A

Penseel – Gereedschap voor het bewerken van beelden, dat kan worden gebruikt om effecten als Kleur, Vervagen, Doordrukken en Tegenhouden plaatselijk toe te passen. De werking is te vergelijken met een echt penseel. Photo CD-systeem – Merknaam van een systeem om beelden digitaal te catalogiseren en op te slaan op cd. Een uitvinding van Kodak in samenwerking met Philips. PhotoShop – Digitaal beeldbewerkingspakket van Adobe. Pipet – Een gereedschap in een beeldbewerkingsprogramma waarmee kleur uit een beeld kan worden gekozen om vervolgens te gebruiken om bijvoorbeeld een vlak te vullen of een verloop te maken. Pixel(PICture ELement) – Kleurpunt in een afbeelding. Het is de kleinste eenheid van de digitale beelden, zoals die in apparatuur wordt gebruikt of gereproduceerd. Pixels zijn altijd gerangschikt in een regelmatig raster of patroon, dat meestal een vierkant als grondvorm heeft. Pixelatie – Effect waarbij de afbeelding blokkerig overkomt en de pixels zichtbaar zijn. Plug-and-Play – Een systeem dat is bedoeld om het inbouwen van uitbreidingskaarten en het aansluiten van randapparaten gemakkelijker te maken. Het Plug-and-Play-systeem zorgt zelf voor de juiste instellingen, mits een geschikte BIOS- en PNPadapterkaart aanwezig is. (Ook wel gekscherend Plug-andPray genoemd.) Plug-in – (insteekmodule) Software die samenwerkt met een veel groter toepassingsprogramma, waar het deel van lijkt uit te maken als het eenmaal is geïnstalleerd. Ppi – Afkorting van pixels per inch. Een maateenheid voor de pixelresolutie van een afbeelding. Primaire kleur – Een van de kleuren groen, rood of blauw. Het menselijke oog is extra gevoelig voor deze kleuren.

266

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

Processor – De centrale rekeneenheid van de computer in de vorm van een chip. De snelheid van de processor is van groot belang bij de bewerking van digitale beeldbestanden.

A

PSD – Standaardbestandsformaat van Adobe Photoshop. RAM – Afkorting van Random Access Memory. Het hoofdgeheugen van de computer, waar data snel en in willekeurige volgorde kunnen worden opgeslagen en uitgelezen: hoe meer, hoe beter. Beeldbewerkingssoftware als Paint Shop Pro gebruikt wel vijf keer zoveel ruimte als de bestanden waarmee u werkt groot zijn. Vermijd dus het gebruik van langzame schijfruimte. Randapparaat – Toegevoegde hardware, aangesloten op en bestuurd door de computer, zoals een schijfstation of een printer. Randverscherping – Het accentueren van randen om ze gemakkelijker zichtbaar te maken en daardoor de indruk te wekken dat het beeld scherper is. Digitaal wordt dat meestal gedaan door verscherpfilters te gebruiken die plaatselijk het contrast een klein beetje verhogen. Raster – Een regelmatige rangschikking van punten, zoals de adresseerbare punten van een uitvoerapparaat, zoals een printer, diabelichter of monitor. Resolutie – Oplossend vermogen van een beeldscherm, printer of scanner. Het aantal pixels per inch/cm is een maateenheid. Een hoge resolutie geeft een scherper beeld of betere afdruk. RSI – Afkorting van Repetitive Strain Injury: een ziekte die optreedt bij het veelvuldig maken van dezelfde beweging. RGB – Rood (R), Groen (G) en Blauw (B). Kleurmodel dat kleuren definieert in termen van hoeveelheden rood, groen en blauw waaruit ze zijn opgebouwd. In dit model is bij de kleur zwart de grootte van de drie componenten nul, terwijl de maximale hoeveelheid rood, groen en blauw in wit resulteert.

A – Verklarende woordenlijst

267


APPENDIX

A

Ruis – Een willekeurig patroon van kleine vlekken op een digitaal beeld die doorgaans ongewenst zijn, veroorzaakt door elektrische signalen die geen beeld vormen. Scannen – Het proces van het omzetten van een analoog origineel in een digitaal bestand. Scanner – Een randapparaat waarmee een afbeelding of foto wordt omgezet in een digitaal bestand voor weergave op de monitor van de computer. Een scanner gebruikt meestal CCDtechnologie. Er zijn twee typen scanners: vlakbed- en transparantiescanners. Schermafbeelding – Afbeelding opnemen (meestal met een lage resolutie) direct vanaf het scherm. Scherptediepte – Het afstandsbereik waarover ieder voorwerp voor de lens een aanvaardbare scherpte heeft. Dit gebied ligt voor en achter het vlak waarop het objectief is scherpgesteld en wordt groter naarmate de lensopeningen wordt verkleind. Schijfcache – Kleine hoeveelheid RAM die wordt gebruikt om veelgebruikte informatie tijdelijk op te slaan. Selectie – Een deel van de afbeelding op het beeldscherm, gemarkeerd en afgebakend door een lijn, waarop veranderingen worden uitgevoerd of dat wordt verplaatst. Selectiekader – Selectiegereedschap dat bij beeldbewerkings- en grafische software wordt gebruikt. Slepen – Een techniek waarbij een selectie met de muis van de ene plaats naar de andere wordt overgebracht. SmartMedia – Uiterst compact en lichtgewicht geheugenkaartje. Deze passen alleen in de cameramodellen van het merk Fuji, hoewel er ook adapters voor pc-kaarten op de markt zijn. Streperigheid – Ongewenst effect bij een kleur- of helderheidsverloop waarbij er strepen in plaats van een geleidelijke

268

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

overgang opduiken. Dit is te corrigeren door een hogere resolutie en meer stappen te kiezen en door ruis toe te voegen om de strepen in dat deel van het beeld minder zichtbaar te maken. (Zie ook Noise-filter.)

A

Subtractieve primaire kleuren – De drie secundaire kleuren cyaan (C), magenta (M) en geel (Y) die samen met zwart (K) worden gebruikt in de meeste drukprocessen. Voor zwart wordt de K gebruikt in plaats van de B om verwarring met black en blue te voorkomen. Hoge resolutieafbeeldingen moeten in dit formaat worden opgeslagen voor drukwerk. SVGA – Afkorting van Super Video Graphics Array. De SVGAkaart stuurt informatie naar het beeldscherm of de monitor en bepaalt de beeldkwaliteit. Super CCD – Een CCD waarbij de pixels als diamanten zijn georiënteerd. Het inlezen van elke lijn met pixels vereist enige interpolatie, maar de resolutie is hoger dan het aantal pixels. Tekenprogramma – Objectgeoriënteerd (vector)programma voor het creëren van illustraties, te onderscheiden van schilderprogramma’s die zijn gebaseerd op pixels. Tekentablet – Een plat rechthoekig bord met elektronische circuits, gevoelig voor druk van een grafische pen. Aangesloten op een computer kan het tekentablet zodanig worden geconfigureerd dat het de dimensies heeft van het beeldscherm. Het kan worden gebruikt om mee te tekenen. Thumbnail – (letterlijk.:duimnagel) Zeer kleine weergave in postzegelformaat van het beeld die bijvoorbeeld voor identificatie kan dienen. TIFF – Afkorting van Tagged Image File Format. Een bestandsformaat voor bitmap-afbeeldingen. Het ondersteunt bestanden voor CMYK, RGB en grijswaarden met alfakanalen, als ook Lab en geïndexeerde kleuren. TIFF’s kunnen ook worden gecomprimeerd met de LZW-methode. In tegenstelling tot JPEG resulteert LZW-compressie niet in gegevensverlies. TIFF’s zijn afbeeldingsbestanden die in veel programma’s

A – Verklarende woordenlijst

269


APPENDIX

A

kunnen worden gebruikt. Het is het voorkeursformaat voor drukwerk. Tint – Een kleur gedefinieerd door zijn positie op het spectrum; wat de leek normalerwijze onder ‘kleur’ verstaat. Toetsencombinatie – Een combinatie van toetsaanslagen waardoor een opdracht op de computer kan worden uitgevoerd. Tool – (gereedschap) Een functie ontworpen om een speciaal effect op het scherm te produceren, geactiveerd door het kiezen van een pictogram dat daarna als cursor wordt gebruikt. Bij beeldbewerking zijn veel gereedschappen ontleend aan traditionele grafische gereedschappen, zoals penseel, potlood en spuitbus. Toonwaarde – Helderheid van een pixel of gebied van een beeld. Toverstaf – Gereedschap om een aangesloten gebied van pixels met een soortgelijke kleur te selecteren. Transparant – Een fotografische dia. TWAIN – Afkorting van Toolkit Without An Important Name. De standaardset voor het opnemen van een afbeelding. TWAIN is ingebouwd in softwareprogramma’s, zodat het systeem ook werkt wanneer u andere software gebruikt dan de scannersoftware. Uitvoerapparaat – Een apparaat dat is verbonden met de computer en dat het resultaat van een bewerking presenteert, zoals een beeldscherm en een printer. Uitsnijden – Het verkleinen van een beeld door een deel ervan te wissen om de compositie te verbeteren of om het formaat aan te passen. Upgrade – Een nieuwe versie van een programma of een verbetering van de hardware door toevoeging of vervanging.

270

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


APPENDIX

Uploaden – Het verzenden van computerbestanden, beelden, enzovoort naar een andere computer.

A

USB – Afkorting van Universal Serial Bus. Een moderne manier om randapparaten zoals een digitale camera, opslagmedia of een printer aan te sluiten op de computer. Inmiddels is USB 2 de nieuwe standaard geworden. Vensters – (Windows) Rechthoekige kaders op het scherm van een computer waarin toepassingsprogramma’s en documenten worden geopend. Verloop – Type invulling waarbij de zwarting, tint of kleur geleidelijk verandert van licht naar donker of andersom. De vorm kan willekeurig zijn. Verzadiging – Objectieve maat voor een kleureigenschap die subjectief wordt ervaren als ‘diepte’ of ‘felheid’ in een afbeelding. De verzadiging wordt meestal verminderd door de aanwezigheid van een witte of grijze component in een kleur. Vignetteren – Tekortkoming in een foto-objectief waarbij het licht aan de randen van het beeld wordt tegengehouden of gereduceerd door obstakels in de lensconstructie. Virtueel geheugen – Het gebruik van vrije ruimte op een harde schijf als tijdelijk (maar traag) geheugen. Virus – Een programma dat onopgemerkt de computer binnenkomt en daarin een bepaalde voorgeprogrammeerde opdracht uitvoert met als doel de stabiliteit van het systeem te ondermijnen. Vlakbedscanner – Zie scanner. Vrije selectie of lasso – Gereedschap voor het maken van willekeurige selecties (dus niet rechthoekig, rond of ovaal) in een afbeelding. Vullen – Deze term wordt gebruikt om het toepassen van een kleur, patroon of structuur op een twee- of driedimensionale ruimte aan te geven.

A – Verklarende woordenlijst

271


APPENDIX

A

Ware kleur – Een weergave op het beeldscherm met een kleurdiepte van 24-bits. Warme kleuren – Subjectieve term voor kleuren met een groot gehalte aan rood, geel en oranje. Vaak is een warme kleurzweem acceptabeler dan een koude kleurzweem. Windows – Besturingssysteem voor de pc, ontwikkeld door Microsoft, met een grafische interface. Witafvlakking – Neutraliseren van kleurzwemen. Bij digitale camera’s wordt meestal het bestaande licht geanalyseerd en wordt de opname automatisch gecorrigeerd. Achteraf kan witafvlakking ook met een beeldbewerkingsprogramma worden uitgevoerd. Www – Afkorting van word wide web. Zachter maken – Het reduceren van de zichtbaarheid van ongewenste vervormingen in een gecomprimeerde afbeelding. Zoom – 1. Optische zoom is een verandering in de instelling van het objectief zonder dat de scherpstelling op het onderwerp verandert. Bij de gegeven afstand kan het onderwerp worden vergroot of verkleind. 2. Een softwarematige equivalent waardoor het mogelijk is om de afbeelding van een bestand in te stellen op de detaillering die nodig is. 3. De pixels op het scherm groter of kleiner maken. Uiteindelijk zult u een paar enorm gekleurde vierkanten op uw scherm zien (1:32 is de maximale zoom in Paint Shop Pro waarbij de afbeelding 32 maal groter is dan normaal). Kan worden gebruikt om creatieve effecten te bereiken wanneer pixelatie wenselijk is. Zwart – 1. Beschrijving van een gebied waarin geen kleur te vinden is doordat alle licht wordt geabsorbeerd. 2. De maximale densiteit van een foto. Zweem – Wanneer de kleurbalans van een scan verkeerd is, bijvoorbeeld als de afbeelding te blauw of te rood lijkt.

272

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


REGISTER A aanpassen afbeeldingsgrootte 142 accu 11, 23, 68 achtergrondbelichting 136 Adobe Photoshop Album Creations Wizard 50, 56 diavoorstelling 56 Fix Photo 47 fotoalbum 50 fotoalbum afdrukken 54 fotobewerkingssoftware 29 fotobron 38 foto's indelen 40 foto's ophalen 30 foto's zoeken 44 menubalk 36 My Catalog 34 optiebalk 38 Quick Guide 30 standaardwerkbalk 36 taakvenster Properties 40 taakvenster Tag 42 tijdbalk 37 Adobe Photoshop Elements 20, 131 afdrukken 149 bestandenbrowser 146 creatieve filters toepassen 167 filters toepassen 165 formaat miniaturen aanpassen 149 gereedschappen 155 Gereedschapspalet 155 in- en uitzoomen 145 menu Afbeelding 141 menu Weergave 145

nieuwe afbeelding maken 159 openen 131 Photomerge 170 snelmenu 147 tekst invoegen 160 venster Afdrukvoorbeeld 150 Webfotogalerie 173 werkbalk Opties 162 AE-lock knop 74 afbeelding grote ~ 174 kleine ~ 176 menu 141 scannen 231 versturen 196 afbeeldingsbestand openen 132 afdrukken 149, 196 andere media 153 fotopapier 151 kosten 27 on line 252 via internet 28 afdrukvoorbeeld 150 pagina-instelling 151 Afdrukweergave 197 amateurfotograaf 29 keuze camera 13 organisaties 248 anti-alias 226 architectuurfotografie 76 attractiepark 106 autocontrast 136

273


REGISTER

B batterij 11, 68 beeldbewerking Paint Shop Pro 205 beeldbewerkingsprogramma 20 beeldchip 9 beeldelement landschapfotografie 75 beeldentuin 82 beeldkwaliteit 17 belichting 47 belichtingstijd 19 bergfoto 84 Bestandenbrowser 146 beveiliging 176 bijsnijden 47 BMP 19 browser 179 Paint Shop Pro 179, 188 Bureau-accessoires Wizard Scanner en camera 231

C Calendar 54 camerageheugen 10, 70 bewaren 68 CCD-chip 8, 18 beeldpuntje 9 cd branden 242 cd-rw-station 242 close-up 101 Color Saturation 49 computer foto overbrengen naar ~ 11 USB-poort 11 contrast 47 contrastgrens 239 contrastverbetering 208 controlelijst aanschaf digitale camera 22 Cordoba 78

274

Creations Wizard 56 Photoshop Album 50

D datatransport 23 diafragma 19 automaat 23 handinstelling 23 diavoorstelling 55 bekijken 61 maken 56 op cd-rom 61 op dvd 61 publiceren 61 wijzigen 63 digitale camera 14 miljoen pixels 22 aanschaf 7 AE-lock knop 74 afdrukken 27 amateurfotograaf 13 batterij en accu 11, 68 camerageheugen 70 CCD-chip 8, 18 controlelijst 22 diafragma 19 filmpjes 21 flits 69 flitser 16 fototips 68 geheugen 10 informatie op internet 26, 248 instellingen 19 internetwinkels 26 knop +/- 19 kopen via internet 250 laadtijd 21 LCD-scherm 15 lens 8, 69 oplader 70 opstarttijd 21 opties 66 professioneel 21

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


REGISTER

resolutie 17, 71 sluitertijd 19 stroomverbruik 69 USB-uitgang 67 zoomobjectief 16 digitale fotografie flitsen 100 rode ogen 100 document eigenschappen 202 doezelen 190, 226 downloaden Adobe Photoshop Album 29 Adobe Photoshop Elements 131 Paint Shop Pro 179 dubbelportret 103 dupliceren foto 141

E eCard 54 eclips 92 effecten 217 eigenschappen document 202 ergonomie 23 excursie 87 exporteren fotobestanden 64

F filter 165 creatief ~ 167 firewire-aansluiting 11 Fix Photo opties 47 flits 69 flitsen 107 flitser 16, 23 foto achtergrondbelichting 136 afdrukken 149, 196 autocontrast 136 bewerkingen 189 bolvormige vertekening 196

contrastgrens 239 contrastverbetering 208 deel selecteren 157, 224 donkere partijen 136 dupliceren 141 effecten toevoegen 217 filters toepassen 167 geometrische effecten 217 glans in midden 190 grootte aanpassen 142 helderheid aanpassen 135, 210 horizon rechtzetten 192 indelen 40 inlijsten 216 inzoomen 163 kleur verwijderen 138 kleurbalans 205 kleurvariaties 139 kleurzweem 137 kopiĂŤren 159 krasjes verwijderen 237 middenschaal behouden 196 naar computer 11 on line afdrukken 252 onscherpte 211 ophalen 30 opslaan 31 oude ~ bewerken 236 panorama 170 plakken 159 publiceren op internet 251 randen toevoegen 213 rangschikken 41 rechttrekken 142 reflectie-effect 220 roteren 141 scannen 231 tekst invoegen 160 textuureffect 221 toevoegen 45 tonvormige vertekening 196 uit geheugen verwijderen 33 uitsnijden 142 uitzoomen 163 verbeteren 46, 135, 205

Register

275


REGISTER

verlichtingstemperatuur 207 verscherpen 166 vervagen 166 verwijderen 188 verzadigingsverbetering 209 verzenden 196 vlekken 239 zachte focus 211 zoeken 44 foto verbeteren Photoshop Album 46 fotoalbum afdrukken 54 delen met anderen 52 maken 50 op cd-rom zetten 54 versturen per e-mail 54 fotobestanden exporteren 64 fotobewerking Photoshop Elements 131 fotobron 38 fotocentrale 253, 254 fotograaf gelegenheids- 7 professionele ~ 21 vakantie- 7 fototips op reis 68

G garantie 23 -bewijs 23 Gasuniegebouw 77 gegevens huidige afbeelding Paint Shop Pro 183 geheugen camera 10 foto’s verwijderen 33 geheugenkaart aantal foto’s 70 geometrisch effect 217 gereedschappen opties 155 Gereedschapsopties 183

276

gereedschapspalet 155 Get Photos 45 Glans in midden 190 Greeting Card 54 groepsfoto 104 huwelijksreportage 126 opstelling 104

H halftotaal 101 helderheid 47 aanpassen 135 horizon rechtzetten 192 huwelijksreportage 111 aankomst bruidegom 114 aanpak 111 belangrijke momenten 112 bruiloftsgasten 115 diner 127 groepsfoto 126 huwelijksvoltrekking 121 kerk 127 locatiefoto’s 116 receptie 127 sfeerfoto’s 114 tekenen akte 124 trouwzaal 118 uitwisselen ringen 122 voorbereiding bruid 112

I inflitsen 107 Info Paint Shop Pro 182 internet afdrukken foto’s 28 digitale fotografie 247 foto’s publiceren 251 informatie op 26 kopen digitale camera 250 startpagina's 247 internetwinkel 26 inzoomen 145, 163 ISO-waarde 20, 24

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


REGISTER

J JPEG 19

K kaartlezer 11 kalender 54 kasteel 79 -routes 80 kathedraal 77 Kelvin 207 kerk 77 kinderfoto 106 kleur bepalen 176 verwijderen 138 kleurbalans 205 kleurscheiding 49 kleurvariatie 139 kleurzweem 137 Kloonpenseel 239 Kodak 22 kopiĂŤren 159 krasjes verwijderen 237 kunstfoto 81 kunstroute 81 kunstwerk 82 ander soort 83

L laadtijd 21 landschapfotografie 72 aandachtspunten 75 beeldelementen 75 laptop op reis 71 LCD-scherm 8, 15, 24, 74 lens 8, 69 lichthoeveelheid 19 UV-filter 85 lenscorrectie 195 lettertype 162 luchtopname 85

M macro-instelling 24 markt 86 megapixel 9, 22 menu-instelling 24 menubalk 36 miniatuur 176 moskee 77 museum 80 My Catalog 34

N New Tag 42

O omdraaien 185 foto 185 onderbelichting 19 onderwaterfotografie 89 onscherpte 190 foto 211 oplader 70 oplossend vermogen 17 opnameformaat 18 opnamevariant 20 opslaan foto 31, 187 opslagmedium 24 opstarttijd 21 optie scannen 233 optiebalk 38 ouderen 108 Outlook Express foto verzenden 196 overbelichting 19 Overzicht, palet tabblad Voorbeeld 182

P pagina-instelling 150 afdrukvoorbeeld 151 Paint Shop Pro 4, 20 afdrukken 197 afdrukweergave 197

Register

277


REGISTER

automatische kleurbalans 205 automatische verzadigingsverbetering 209 Bestand 179 bladeren 184 contrast verbeteren 208 downloaden 179 éénstaps fotocorrectie 205 effecten 217 foto randen toevoegen 213 foto verbeteren 205 geometrische effecten 217 gescande foto bewerken 237 helderheid aanpassen 210 importeren, Van scanner of camera 236 lenscorrectie 195 omdraaien 185 onscherpte 211 opslaan 187 optie Inlijsten 216 palet Overzicht 182 perspectiefcorrectie 191 printerinstellingen 200 reflectie-effect 220 rode ogen corrigeren 189 selecties maken 224 textuureffecten 221 toverstaf 227 vensterindeling 181 zachtheid 211 palet Opties voor gereedschappen 183 Overzicht 182 palet Overzicht Paint Shop Pro 182 panoramafoto 93, 170 PDF-bestand Photoshop Album 53 perspectiefcorrectie 191 Photomerge 170 Photoshop Elements fotobewerking 131 plakken 159

278

portretfotografie 97 close-up 101 dubbelportret 103 halftotaal 101 ouderen 108 rode ogen 100 totaalopname 100 prijs digitale camera 25 printer instellen 152 printerinstellingen controleren 200 Properties taakvenster 40

Q Quick Guide 30

R randzoeker 226 Red eye reduction 189 reflectie-effect 220 reisfotografie benodigdheden 65 onderwerpen 72 voorbereidingen 66 resolutie 17, 71 rode ogen 47, 100 corrigeren 189 roteren 186 foto 141 Paint Shop Pro 186 rubriek zoeken 44

S scannen opties 233 scanner 231 selectie deel foto 157 maken 224 toverstaf 227 uit vrije hand 225 Slideshow 55

Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers


REGISTER

sluitertijd 19 snelmenu 147 soft focus 211 spiegelen 186 Paint Shop Pro 186 standaardwerkbalk 36 startpagina 26, 247 statief 69 statiefaansluiting 25 stroomverbruik 69

vergrootglas Paint Shop Pro 186 verhelderen foto 210 verlichtingstemperatuur 207 verscherpen 166 vervagen 166 verwijderen 188 verzadigingsverbetering 209 voorkeuren bladeren 184 vrije hand selectie 225

T taakvenster Properties 40 Tags 42 tabblad Info Overzicht, palet 182 tag categorieĂŤn maken 42 maken 42 taakvenster 42 tekst invoegen foto 160 testopname 25 textuureffect 221 TIFF 19 tijdbalk 37 Toledo 76 totaalopname 100 toverstaf 227 tv-aansluiting 25 Twain 179

U uitsnijden 142 uitzoomen 145, 163 USB-poort 11 UV-filter 24, 85

W webfotogalerie 173 website met foto's 179 weergave menu 145 Welkomstscherm 177 wenskaart 54 Windows XP cd’s branden 242 winkel 86 witbalans 25 Wizard Cd branden 244 Wizard Scanner en camera 231 woordenlijst 255

Z zachte focus 211 zachtheid foto 211 zoeker 25 zoom digitale 24 optische 24 zoomobjectief 16 zoompercentage 163

V vakantieportret 109 vensterindeling Paint Shop Pro 181 verbeteren foto 135 verfijnen 191

Register

279


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.