![](https://stories.isu.pub/70857291/images/1_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
5 minute read
EMBLEMATA, transcriptie van Novitius\u2019 dagboek, op zoek naar Hildegard van Bingen - Dirk Huyghe
Vele soorten ogen en pupillen kijken alle kanten uit.
Advertisement
Emblemata, een boek in beelden
![](https://stories.isu.pub/70857291/images/5_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Nu meer dan dit ogenblik. Waarom zou je oog het onmogelijke niet zien?
Denken is niet verboden, verkeerd denken wordt gestraft. De naam van de auteur, Novitius, is een pseudoniem en verwijst naar novice, kloosterleerling. De jongeman verbergt angstig wat hij meedeelt in een codetaal. De rest van de boodschap moeten we aflezen uit de illustraties. We kraakten de geheime code. Elk letterteken vervangt in dit schrift een ander. Zijn opdracht om een manuscript van Grimbergen naar Hildegard van Bingen (1098 -1179), de abdis van een benedictinessenklooster aan de Rijn, te brengen, verloopt niet zonder problemen.
We trachten zijn verhaal te reconstrueren aan de hand van zijn schrifttekens en de tekeningen die we plaatsen in hun context. De illustraties en geheime code vormen het relaas van zijn queeste naar magistra Hildegard en een zoektocht naar inzichten.
De transcriptie van de vreemde tekens staan op een grijs vlak en de interpretatie van de prenten staan op een zwart vlak. Mijn benadering in het verhaal is wellicht niet de meest objectieve. Want de dagen van intense beleving van de prenten zoog me helemaal in de queeste. Realiteit en fictie zijn daarom moeilijk te scheiden. De prent op de cover is ingekleurd door de auteur, de illustraties van het binnenwerk kan u naar eigen fantasie kleur geven. Laat iedereen zijn eigen verhaal schrijven. Ik verzon het mijne, verzin het uwe.
D.A.S.
Het is moeilijk alles te verklaren. “Het enige wat zeker is, is dat er niets zeker is”, zo schreef Plinius de Oudere.
![](https://stories.isu.pub/70857291/images/6_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Knoken tien maal tien maal geknakt. Verdicht met ravenpennen en de staart van een wolvin. Uit kopshout gesneden is dit relaas.
Analyse van de prenten
We bemerken een raaf die zijn een slagpen schenkt. Het andere afgebeelde magere beest krult zijn staart en biedt wolvenstaart aan op zijn neus. Beiden blijven achter met ontblote billen.
De vingers van de centrale figuur staan haaks als verschrikte accaciatakken. Ontdekte zijn eigenaar dat hij zich onledig hield met het tekenen op een berkenbast? Een horige hoort niet te schrijven. Verplichte zijn heer hem de vingers te breken? In zijn voorhoofd gaapt een gat. Is het een derde oog of een wonde? Ziet hij meer dan anderen? Rondom de centrale figuur liggen in de hoeken een guts, een blad, een dobbelsteen en een dolk.
De prenten zijn in kopshout gesneden, zoals de code vermeld. Hiermee wordt een dwarsdoorsnede bedoeld. De nerven van het hout vormen dan geen hindernis.
Ik verontschuldig mij voor mijn handschrift want niet twee vingers werden gebroken maar tien maal tien vingers. Toch blijf ik schrijven. Deze keer met gitzwarte ravenveren, ganzenveren zijn te dom en zwanenveren zijn te ijdel. De miniaturen wil ik schilderen met de stugge staartharen van een wolvin, niet met de zachtste haren van een das of van een jonge marter. Ik wil mijn nek sparen en noteer in mijn eigen tekens. Het leven is een vlechtwerk van toen en toekomst, gisteren en morgen vallen samen in dit ogenblik. Mandragora verdoof mij en zirkoon leid mij. Eng is mijn pad langs vroede vrouwen, onverwacht mijn stuwende kracht.
![](https://stories.isu.pub/70857291/images/8_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Ik, Novitius, hongerig en net bij jaren van verstand, vlucht naar de kloosterschuren.
Een man met een angstig gelaat verbergt zich in het struikgewas, verkleumt met lege handen in de lucht. Hij bezit niets. Een maretak, het enige groen in de winter, lokt hem. Een hand wordt opgepikt door een ekster.
Een gedrocht half konijn, half fallus staat bovenop een hemelbed. Het is iemand van een hogere stand. Een heer die het warm heeft in de winter. Naakte vrouwen dwarrelen neer in zijn vertrek. Elke vrouw kan hij lenen.
Geloven is je twijfels begraven. Mijn kap bedekt mijn ware gelaat. Ik bid voor het zielenheil van de meest biedende. ―
De blote billen worden gelikt door een lange wellustige tong. Met pauwenveren in hun aars verbergen figuren zich achter ekstermaskers.
De gekluisterde mens zit gefnuikt in een cocon van een vlinder.
Achterdochtige monniken willen mekaar ontmaskeren en trekken aan de kappen om het ware gelaat te ontfutselen. Falussen slingeren zich als serpenten rond hun lichamen. Ogen zijn overal.
Koste wat kost wil ik in dit claustrum blijven, ook al declameert de lector donderpreken bij de soep: “Je hele land zal door zwavel en zout verschroeien. Vervloekt ben je in je komen en gaan. Verwarring is je oogst. Zweren barsten open van je voetzool tot je kruin. Razernij en waanzin zullen je overvallen. Bestolen en slaaf zal je worden. Dit alles en nog veel erger zal ik wensen als je anderen vereert dan Mezelf.” Hun haarsnit als de doornenkroon van Christus veinst zuiverheid. Is die kale plek de toegangspoort van de Heilige Geest?
In mijn kluis denk ik aan mijn bloedbroeder. Het kind dat gevangen zat in zijn eigen lichaam, de vlinder in een versteende cocon. Een bloemknop die niet onluikt. Hij kan niet uitbreken. Alleen knarsetanden was zijn taal. Je mag mee in mijn hoofd. Iedereen vreest het hellevuur, maar jij niet.
De vertwijfeling slaat toe. Novitius geest is vrij en kronkelt naar alle uithoeken, noord, oost, zuid, west. De eerste letters van de windstreken kunnen we op de prent vinden.
De hanekoppen verwijzen wellicht naar Christus woorden: ‘Deze nacht zal de haan niet kraaien voordat je driemaal geloochend hebt dat je mij kent’.
Novitius zinkt in de muil van een hellegebroed met een allesverslindende vurige mond. Zijn straf voor zijn Thomas-geloof, de eeuwige twijfelaar. Zijn hoofd tolt.
![](https://stories.isu.pub/70857291/images/13_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Het ware in mij wentelt zich als een windhaan.
Emblemata, transcriptie van Novitius’ dagboek, op zoek naar Hildegard van Bingen
Te koop in een aantal geselecteerde boekhandels (zie site: www.novitius.be) of rechtstreeks bij de uitgever.
Bestelformulier eveneens op www.novitius.be
Prijs: € 20,
ISBN: 9789082710038
![](https://stories.isu.pub/70857291/images/15_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Dirk Huyghe is grafisch vormgever bij De Standaard en kunstenaar. Hij publiceerde “Novitius, een queeste in code” over Hildegard van Bingen (2017).
Hij studeerde aan het Sint-Lukas, Brussel - LUCA I School of Arts.
Zijn werk geniet internationale waardering. In Tokio kreeg hij de Gouden Medaille van het dagblad Yomiuri Shimbun voor zijn tekeningen. Op het Internationaal Festival te Knokke ontving hij de persprijs.
Hij stelt zijn plastisch werk regelmatig ten toon.
Contact: dirk.huyghe@telenet.be
www.novitius.be
![](https://stories.isu.pub/70857291/images/1_original_file_I0.jpg?width=720&quality=85%2C50)