Opgroeien Midden-Limburg, 15 december 2017

Page 1

Opgroeien in

vrijdag 15 december 2017

Dit is een commerciële bijlage bij De Limburger. Deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie van De Limburger.

”Som s m oetje nee zeggen.” W 8 ­ 9

B eeld: M oniek Wegdam

O p de a c h t erba nk , of ru im t e v oor zelf s t a ndigh eid?


Opgroeien in

2 vrijdag 15 december 2017 ml

Kevin trekt zich niets aan van de regen vandaag. Zijn koe krijgt zoals gewoonlijk haar portie hooi en een hele dikke knuffel, terwijl Harrie ondertus­ sen ijverig de stal van zijn paard Billy uitmest. De twee tieners ne­ men hun wekelijk­ se taken op de dagbesteding bij zorgboerderij Zwaantjeshof heel serieus.

Tekst: Willy Janssen Beeld: Charlotte Heynen

Groeien en leren op de zorgboerderij

K

zinvolle dagbesteding. “Voor onze cliënten zijn de dagen op de boerderij uitjes. Ze zijn lekker fysiek buiten bezig met de dieren en kiezen zelf voor bepaalde taakjes. Ze zijn hier tot niets verplicht, maar beretrots als ze de stallen uitgemest, de dieren gevoerd of de kippen en paarden buitengezet hebben. Ze doen soms wat langer over zo’n klusje, maar dat geeft niet, als ze zich maar vermaken. Wij genieten zelf het meest als we zien dat ’s avonds tien vrolijk dollende cliënten weer naar huis gaan. Op de zaterdagen trekken onze kinderen Guusje (6) en Cas (8) samen met de groep op. En iedere maand houden we met een kindergroep een logeerweek­ end bij ons thuis. We maken dan uitstapjes als één grote familie. Eenvoudige klusjes Tijdens zo’n dagje pretpark Vanuit haar werk in de gehandi­ bijvoorbeeld kun je ook zien of captenzorg besloot Loes tien jaar hetgeen we ze op de boerderij geleden om samen met haar man aangeleerd hebben ook in een Wilfred de familieboerderij in Echt andere setting nog werkt.” om te vormen tot een zorgboerde­ Zorg en boerenverstand rij. Inmiddels voorzien zij en hun medewerkers zes dagen per week Boer Wilfred (42) vindt de zorg­ groepen cliënten van een leuke en functie een mooie aanvulling van

inderen en jongeren als Kevin en Harrie groeien vaak vrij geïsoleerd op. Door hun niet altijd zichtbare beperkingen kunnen ze niet voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij. “Op onze zorgboerderij kunnen ze binnen de groep veilig hun sociale vaardighe­ den oefenen”, vertelt Loes Peters (39). “Ze leren bijvoorbeeld zelf hun conflicten met vriendjes oplossen en we stimuleren hun zelfredzaamheid. We laten ze ook groeien in het tevreden zijn met zichzelf, want daarin hebben ze in het verleden toch vaak een knauw gehad.”

Wanneer kan mijn kind zelf veilig naar school fietsen?

V.l.n.r.: Wilfred, Kevin, Guusje, Cas en Loes. zijn bedrijf. “Ik leer nog elke dag van Loes, haar zorgmedewerker en stagiaires en dat vind ik gewel­ dig. Maar het gezonde boerenver­ stand dat ik hier toevoeg, is minstens zo waardevol. Empathie en begrip zijn belangrijk, maar soms moet je ook grenzen stellen. Per saldo moet je immers ook een financieel gezond bedrijf blijven runnen. Goede zorgverlening is onze belangrijkste missie, maar als de zakelijke kant niet klopt, wordt

het een hopeloze missie. We moeten met beperkte dagvergoe­ dingen aan hoge eisen en een hoop papierwerk voldoen. Maar het is het waard. Onze eigen kinderen groeien hiermee op en snappen het soms moeilijke gedrag van cliënten zelfs beter dan ik. Ze oordelen niet, maar stellen vragen. Die belangrij­ ke waarden krijgen ze nu al vanzelf mee.”

Als opgroeien niet vanzelf gaat

Wij bieden hulp bij ernstige opvoedings- en opgroeiproblemen aan kinderen en jongeren van 0 - 23 jaar en hun ouders/verzorgers.

www.xonar.nl

MIRA stopt en wordt per 01-01-2018: Mirre zorg (in Heerlen en Sittard)

Opvoeden doe je niet alleen! Opvoeden en opgroeien is leuk, maar niet altijd even gemakkelijk. Daar kun je soms best hulp bij gebruiken. Het is heel normaal om vragen over opvoeden of opgroeien te hebben. We zijn er voor alle vragen, hoe klein, onschuldig of ingewikkeld ook.

www.cjgml.nl 088 43 88 300

Bij Mirre zorg kijken we, vanuit de antroposofische visie, naar het groeien en ontwikkelen van het kind en gezin. Dit doen we samen met u als ouder(s). De eigenheid en samenhang van uw gezin vormt hierbij het fundament.

www.mirrezorg.nl Antroposofische zorg voor kind en gezin


Opgroeien in

3 vrijdag 15 december 2017

Directeur Johan van den Beucken van Nieuweschool:

‘ E igent ijds onderw ijs is een perm a nent e zoek t oc h t ’

”V

Hoe ziet de basis­ school van de toe­ komst eruit? Die vraag stelden we aan Johan van den Beucken, directeur van N ieuweschool in P anningen, een basisschool die een schoolvoorbeeld is van eigentijds onderwijs.

Tekst: John Huijs Beeld: S tefan Koopmans

roeger ging leren over het geven van antwoor­ den, tegenwoordig veel meer over het stellen van vragen. De veranderin­ gen volgen elkaar in hoog tempo op. Daardoor is het moeilijk te voorspellen hoe een school er over vijf jaar, laat staan over tien jaar uit moet zien. De enige manier om invulling te geven aan eigentijds onderwijs is door rekening te houden met (onverwachte) nieuwe ontwikkelingen, ofwel zekere onzekerheden. Veel scholen denken dat ze eigentijds lesgeven door digitale middelen in te zetten. Maar een goede leerkracht is nog altijd meer waard dan honderdduizend iPads. Scholen die nu enorm investeren in digitaal onderwijs, slaan de plank mis, want dat digitale krijgen de kinderen thuis al mee en school moet juist dat bieden wat thuis niet aanwezig is.’ Nieuweschool startte 1 augustus 2014, tegelijk met het veelbespro­ ken passend onderwijs. Een belachelijke term, want eigenlijk zeg je daarmee dat het onderwijs van tevoren nooit heeft gepast. Wij zijn hier dagelijks bezig met het passend maken van onderwijs. Nieuweschool heeft een diverse populatie. Als je uitgaat van diversiteit, en dat is heel wat anders dan omgaan met diversi­ teit, moeten we onderwijs bieden dat aansluit bij datgene wat het kind aankan, ongeacht de nationa­ liteit. Klassikaal les geven is dan grotendeels achterhaald. Kinderen worden geboren met hun talenten en aandachtspunten en daar heeft het onderwijs rekening mee te houden, zonder te denken ‘oei, dat is lastig voor ons’. Natuurlijk kan het soms lastig voor ons zijn, maar daar moeten we het kind niet mee opzadelen. Elke school kan kindkenmerken omzetten in onderwijsbehoeften. Want met de vrijheid in ons onderwijssysteem is niks mis. Alleen nemen veel scholen die vrijheid niet en organiseren hun zaken nog altijd zoals ze dat altijd hebben gedaan. En als je de diversiteit in klassikale lessen wilt

COLOFON Deze uitgave is tot stand gekomen onder verant­ woordelijkheid van Con­ centra Media Nederland. Opgroeien heeft een bereik van 400.00 lezers in de provincie Limburg.

J oh an van den B euc ken bedienen, dan gaat het mis. Je zou misschien verwachten dat ouders van heinde en verre hun kinderen naar Nieuweschool willen sturen. Toch is dat niet zo. Ook ouders zijn vaak behoorlijk behoudend. Als ouders hier voor

’ ’ S chool moet leuk en interessant zijn; geen straf.”

het eerst binnenkomen, is hun reactie soms dat het wat onover­ zichtelijk is omdat de kinderen ‘overal’ aan het werk zijn. Ouders associëren dat soms met het ontbreken van structuur. Er zit juist heel veel structuur achter deze werkwijze, die kennis en vaardigheden combineert. Anders zou het janboel worden. Klassikaal onderwijs is overzichtelijker en gemakkelijker te organiseren, maar komt onvoldoende tegemoet aan datgene wat het individuele kind nodig heeft.

CO N T A CT Opgroeien Postbus 5100 6130 PC SITTARD els.spronk@concentrame­ dia.nl A D VER T EN T I EVER KO O P Borgerpark Media

Er staat geen hek om onze school en de deur is niet op slot tijdens schooluren. Toch lopen kinderen niet weg, omdat ze het hier naar hun zin hebben. School moet leuk en interessant zijn; geen straf. Ook voor de leerkrachten natuurlijk. Ik geef teamleden veel eigen verant­ woordelijkheden, maar ook veel vrijheid. Het gemiddelde ziekte­ percentage in het onderwijs ligt tussen de 5 en 6 procent; bij ons was dat vorig jaar 0,2 procent. Of onze manier van werken aansluit op het voortgezet onder­ wijs? Onze leerlingen komen daar als rijke personen aan; ze kennen hun talenten en tekortkomingen, kunnen plannen en beschikken over een arsenaal aan vaardighe­ den en kennis. Bovendien is het voortgezet onderwijs ook steeds meer aan het veranderen. Als wij ons conformeren aan datgene wat het voortgezet onderwijs wil, verandert er nooit iets. Ik verwacht dat de school van de toekomst gewoon een postbus­ nummer is. En dat leerlingen in een open setting, maar vooral in hun hele omgeving bezig zijn met leren, samen met ouders, het bedrijfsleven, waar het maar kan. Een stukje kennisoverdracht kan in een klas plaatsvinden, maar in

R ED A CT I E Meyke Houben John Huijs Peter Swelsen Nicolien Bout Ingrid Beckers Katja Waltmans Willy Janssen Marjolein Bongers

EI N D R ED A CT I E Maurice Ubags F O T O GR A F I E/ B EELD Moniek Wegdam Stefan Koopmans Petra Niessen Sjef Frijns Arnaud Nilwik Lé Giesen

een ideale onderwijsomgeving zoek je altijd waar je kunt verbin­ den met de echte maatschappij. Eigentijds onderwijs is een voortdurende zoektocht naar verbetering en vernieuwing, zonder de goede waarden van het traditionele onderwijs overboord te zetten. Maar je moet het wel stap voor stap doen. Als we nu helemaal los zouden gaan, verlie­ zen we de ouders. Je moet hen langzaam meenemen. Over pakweg vijf jaar kunnen we alweer een hele grote stap in de richting van het onderwijs van de toekomst gezet hebben. Een remmende factor zijn school­ gebouwen. Die worden voor veertig jaar gebouwd, terwijl we niet eens weten wat we over vijf jaar voor schoolgebouw nodig hebben, laat staan over veertig jaar. Semipermanente schoolge­ bouwen zijn een deel van de oplossing. In de huidige scholen zijn vaak de ramen afgeplakt om te voorkomen dat de kinderen naar buiten kunnen kijken. Dan denk ik: doe even normaal! Zorg voor een interessante les of laat kinderen anders alsjeblieft naar buiten kunnen kijken. Anders is het wel heel saai.”

Anne Lefevre Charlotte Heynen Bas Quaedvlieg iStock VO R M GEVI N G Wendy Beugels B U R EA U CO Ö R D I N A T I E Els Spronk


Opgroeien in

4 vrijdag 15 december 2017 n m

H elp, m ijn k ind ga a t pu beren! V eel ouders zien als een berg op tegen de periode dat hun kind gaat puberen. O mdat ze denken dat dit een lastige periode in de opvoeding wordt. G elukkig staan ouders en hun puberende kroost er niet al­ leen voor.

Tekst: John Huijs Beeld: L é G iesen

Laagdrem p elig en veilig

W

ie weleens kijkt naar de NTR­ serie Omdat ik het zeg! van Hanneke Groenteman en Roué Verveer weet dat het niet makkelijk is om puberende kinderen op te voeden. Sterker nog: de reeks maakt duidelijk dat onderwerpen als het huishouden, huiswerk, seks, smartphone, uitgaan, vakantie, drank, drugs en roken in veel gezinnen met pubers dikwijls een worsteling veroorzaken. „Heel normaal”, zegt Loes Kem­ pen, stafverpleegkundige jeugdge­ zondheidszorg en projectleider jouwGGD.nl bij GGD Limburg­ Noord. Samen met Suzan Um­ menthun, verpleegkundige jeugdgezondheidszorg en chatter bij jouwGGD.nl, houdt zij zich bezig met de zorg aan kinderen/ pubers en hun ouders.

Losm aken en loslaten „Die worsteling is heel normaal”, herhaalt Loes Kempen, „omdat de puberteit juist de fase is waarin een kind zich losmaakt van het ouderlijk gezag en waarin de ouders hun kind moeten leren loslaten.” “Klopt”, beaamt Suzan, „en daarom is het de kunst voor ouders om onderwerpen be­ spreekbaar te maken met hun

pubers, zonder hen te veroordelen voor wat zij doen of juist niet doen. Voor pubers is het belangrijk om te weten waar de grenzen van hun ouders liggen en dat hun ouders er voor hen zijn als ze ergens mee zitten, zonder dat ze hen constant controleren.” Loes: „In de praktijk is dat dikwijls makkelijker gezegd dan gedaan. Dan is het goed om te weten dat zowel ouders als pubers bij de GGD voor hulp terecht kunnen.”

N orm aliseren Wat doet de GGD Limburg­Noord dan? Suzan: „Om te beginnen proberen wij de puberteit te normaliseren. De puberteit is ook iets heel moois; het is immers de fase naar volwassenheid. Alle ouders willen dat hun kinderen zelfstandig worden, voor zichzelf

opkomen en een eigen mening hebben. Maar op het moment dat ze die hebben, straffen we hen ervoor af.” Loes: „Daarom proberen we ouders inzicht te geven in wat er bij de puberteit hoort en wat ‘normaal’ is. Vaak helpt het al een heleboel, als ouders te horen krijgen dat het normaal is dat pubers zich tegen hun ouders afzetten. Soms lopen jongeren ook tegen grotere problemen aan. Depressie, problemen rondom identiteit, onzekerheden, pestpro­ blematiek of drugsgebruik kunnen leiden tot problemen die de jongeren niet meer samen met hun ouders kunnen oplossen. In zo’n geval kunnen ze samen met iemand van de GGD kijken welke hulp passend is op dat moment.”

Ouders van scholieren in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs ontvangen van de GGD informatie met als onderwerp ‘hoepakjijdataan.nl?’ Daarmee proberen we ouders en scholieren te stimuleren om een aantal zaken te bespreken vóórdat er een probleem ontstaat. Dan is het makkelijker om dingen aan te kaarten zonder dat ouders met dat wijzend vingertje hoeven te wijzen. Suzan: „En als ouders het lastig vinden om over bepaalde onder­ werpen met hun kinderen te praten, kunnen ze bij de GGD terecht voor advies of hun pubers verwijzen naar jouwGGD.nl. Via de chat kunnen pubers alles wat ze willen, bespreken met ervaren chatters. Dat is anoniem en laagdrempelig en daarom ervaren pubers dat als heel veilig.” Om hoopvol te eindigen met Hanneke Groenteman van Omdat ik het zeg!: „Het is ook gewoon leuk om te zien dat iedereen worstelt met dezelfde dingen die over een paar jaar allemaal voorbij zijn. Dan krijgen pubers relaties en kinderen, want ja, het gáát over.” Meer informatie: www.ggdlimburgnoord.nl, www.hoepakjijdataan.nl en www.jouwggd.nl


Opgroeien in

5 vrijdag 15 december 2017

V elasca M ullenders, op g eb loeid door de j uiste b eg eleiding

V a n w erk leert ra jec t na a r een ba a n en zelf s t a ndig w onen van MTB, waar ze haar werk heel goed uitvoerde. Helaas bleek de volgende plaatsing niet zo succes­ vol hetgeen te wijten was aan gebrek aan begeleiding. Velasca: “Ik was toen nog niet zo mondig en moest veel zelf uitzoeken. Dat vond ik moeilijk en daarom ging het niet zo goed.” Velasca werd terugge­ haald naar MTB waar ze kon kiezen tussen werken in de horeca of schoonmaak. Velasca: “Ik wist het meteen. Schoonmaak bij MTB natuurlijk. Maar het duurde niet lang, want Asito zocht personeel. En zo kreeg ik via MTB mijn Tekst: N icolien Bout | Beeld: S jef F rijns eerste baan. Dat vond ik heel dubbel. Ik had het naar mijn zin bij MTB en in het traject. Nu moest ik weg naar werk. Om dat te bereiken afscheid nemen van mijn vriendin­ ocente hebben we samen geïnvesteerd in nen en mevrouw Driessen. Het Edith ‘geloven in jezelf’, ‘ontwikkelen van sollicitatiegesprek was ook Driessen: spannend. We gingen op de fiets zelfvertrouwen’ en ‘het benutten “Vanaf het naar het Provinciehuis. Ik moest van eigen kansen’. Velasca heeft allereerste hieraan hard gewerkt, met succes­ lachen, want de fiets van mevrouw moment Driessen was te klein, maar ik dat Velasca momenten en teleurstellingen, wilde niet ruilen. Dus ze heeft best maar met als resultaat een baan na school hard moeten trappen.” bij Asito Limburg Zuid.” instapte in het traject ‘voordeel Jobcoach Esther Coenen van Voor het zo ver was, startte leerlingen’ bij MTB, hebben we Asito: “Mensen zoals Velasca gewerkt aan één doel, helpen in de Velasca in het bedrijfsrestaurant

V elasca M ullenders, oud­leerlinge van de Jan Baptist school in M aastricht woont in een woonvorm. V ia het traject ‘ voordeel leerlin­ gen* ’ , een werkleertraject van de M aastrichtse Toeleverings Bedrijven ( M TB) , lukte het haar door te groeien naar een baan bij schoonmaak­ bedrijf A sito L imburg. S inds een half jaar werkt V elasca in het voornaamste gebouw van M aastricht, het P rovinciehuis, en komt ook zelfstandig wonen in zicht.

D

*H

et p roject ‘ voordeel leerlingen’ richt zich op jongeren met sociale-, emotionele- , ontwikkelings- en of gedragspr oblemen. P rovincie en bedrijven slaan de handen ineen om te werken aan hun toekomst. Valesc a M ullenders

hebben een innerlijk probleem. Door te blijven praten, kun je veel problemen aanpakken en oplos­ sen. Om dat goed te kunnen doen, heb ik zelf een cursus gevolgd (www.ikbenharrie.nl). Ik zou het toejuichen wanneer ook andere werkgevers en leidinggevenden

’ ’ V alesca bloost van de regen aan complimenten.”

zich laten coachen, al is het maar om meer begrip te kweken en onbegrip terug te dringen. Natuur­ lijk hebben ook wij gewikt en gewogen, onszelf de vraag gesteld ‘kunnen we dat, halen we dat?’ Maar het is gelukt en daar zijn we enorm blij mee.”

Na een aantal maanden te zijn ingewerkt, en waarbij een vast werkschema wordt gehanteerd om Velasca zo veel mogelijk duidelijk­ heid te bieden, wordt naar een voor Velasca geschikte afdeling gezocht. Esther Coenen: “En dat is weer het voordeel van het Provin­ ciehuis, want het is groot zat.” Velasca knikt. “Het gebouw is inderdaad heel groot maar na één dag wist ik toch maar mooi de weg!” Esther Coenen: “Het is fantastisch om te zien hoe Velasca zich ontwikkeld heeft. Van een verle­ gen, in zichzelf gekeerd meisje staat hier nu een jongedame met veel meer zelfvertrouwen. Sterker nog, Velasca is dermate gegroeid dat ook zelfstandig wonen een onderwerp op de agenda is geworden, waarmee ze de stap van wonen in een woonvorm naar nog meer zelfstandigheid kan gaan zetten.” Velasca bloost van de regen aan complimenten.


Opgroeien in

6 vrijdag 15 december 2017 ml p l

V an een leuke, uitdagende hobby of sport wordt elk kind blij en geluk­ kig. Talent biedt al meer dan tien jaar begeleiding aan kinderen en ( jong) volwassenen met psychiatrische problemen en/ of een licht verstan­ delijke beperking. “Bij Talent laten we hen doen wat makkelijk gaat in plaats van moei­ lijk”, aldus gedragsweten­ schapper en zorgmanager Bente Drummen. “Want succes maakt iedereen sterker”. Tekst: I ngrid Beckers Beeld: M oniek Wegdam

T a lent la a t k inderen doen w a a r ze goed in zijn

V

anuit een optimistische focus op oplos­ singen in plaats van problemen startte Talent in 2006 met groepsbegeleiding voor een handvol kinderen. Inmiddels staat Talent bekend als een dynamische zorgorganisatie met achthonderd kinderen en (jong) volwassenen onder haar hoede. De vestiging voor jeugd in G ronsveld is in 2017 uitgebreid met een locatie in Brunssum om de jeugd in Park­ stad beter en dichterbij huis te bedienen. Volgend jaar volgt een derde vestiging in Midden­L im­ burg. “ Vanuit een oplossingsgerichte visie bieden we begeleiding die aansluit bij ieder kind”, vertelt bestuurder Jos Jurgens van Talent. “ Het aanbod bestaat uit groeps­ en individuele begeleiding ­ zes dagen per week ­ aan kinde­ ren en (jong) volwassenen met psychiatrische problemen of een licht verstandelijke beperking. Daarnaast biedt Talent begeleid wonen voor jeugdigen die niet thuis kunnen wonen. Bij ons loopt hulp gewoon door als jongeren

achttien worden, ze kunnen van alle aanbod gebruik blijven maken.” Er is veel vraag naar groepsbege­ leiding en dagbesteding voor kinderen en jong volwassen die een ex tra steuntje in de rug kunnen gebruiken. Jurgens: “ Werken vanuit meerdere locaties in L imburg heeft daarom veel voordelen. Zo hoeven onze talen­ ten uit Parkstad niet meer zo lang in de bus te zitten om deel te kunnen nemen aan onze activitei­

ten.” Daarnaast stemt Talent activitei­ ten graag af op lokale voorzienin­ gen en verenigingen, zodat de kinderen en jongeren zich gewor­ teld voelen in de buurt. Talent zet groepsbegeleiding in clubverband in. Kinderen kunnen kiezen uit een breed activiteitenscala, afgestemd op de zorgbehoefte en het talent. Er is een voetbal­, knutsel­, kook­, dieren­ en meidenclub. G edragswetenschapper Drum­ men: “ Vanuit de clubs organiseren

we zoveel mogelijk normale activiteiten in de wijk. Er zijn kinderen die meelopen met een honden uitlaatservice. We bouwen hutten, organiseren ruilacties en spelen partijtjes tegen de plaatse­ lijke voetbalclub.” De begeleiding is gebaseerd op de wens van een kind om een vaardig­ heid aan te leren of een doel te bereiken. Maar het hebben van een leuke, zinvolle dag­ of middag­ besteding is net zo belangrijk. Drummen: “ Terwijl hun broer of zus naar de voetbalvereniging gaat, gaan zij naar Talent. ” “ We spreken ook niet over cliën­ ten, maar over talenten”, vervolgt Drummen. “ Talent kijkt naar wat iemand graag doet, waar hij/ zij goed in is. Als kinderen iets doen wat ze makkelijk en leuk vinden, leren ze tien keer zo snel. Succes is heel belangrijk voor de ontwikke­ ling van onder meer zelfredzaam­ heid, sociale vaardigheden en een positief zelfbeeld.” G esterkt door Talent stromen regelmatig kinderen door naar een reguliere voetbalvereniging. Dat vinden ze natuurlijk helemaal het einde.”

Voor meer zorg dan anderen kunnen bieden: SJSJ

SJSJ Ambulant Het is belangrijk om te werken aan de toekomst en aan de tijd na SJSJ. De stap van de veilige SJSJ- omgeving, terug naar de buitenwereld, is voor veel jongeren erg groot. Een zachte landing is dan heel belangrijk. Met SJSJ Ambulant werken we aan deze zachte landing. We ondersteunen de jongeren en hun ouders of verzorgers thuis en werken samen aan een duurzame toekomst. Het ambulante traject van SJSJ is voor alle jongeren met complexe gedragsproblemen toegankelijk. Ook zonder eerder intern traject bij SJSJ. Heeft u een zorg-/begeleidingsvraag over een jongere? Neem dan contact met ons op. Wij denken graag met u mee.

Samen met jou SJSJ biedt specialistische jeugdzorg in Zuid Nederland. Wij staan klaar voor jongeren met complexe gedragsproblemen, al dan niet in combinatie met psychiatrische problematieken of een licht verstandelijke beperking. Onze medewerkers zien deze jongeren niet als probleemjongeren maar gaan samen met hen op zoek naar de mogelijkheden en dingen die wél goed gaan en die wél kunnen. Jongeren worden bij ons geplaatst via een kinderrechter. Jongeren ervaren SJSJ als een veilige omgeving. Medewerkers werken met een grote betrokkenheid samen met de jongeren. Wij betrekken ouders nauw bij het traject van hun kind. Bij SJSJ wordt de zelfstandigheid van jongeren geleidelijk opgebouwd en leren de jongeren van hun (succes)ervaringen. Want ook in probleemsituaties is veel mogelijk. De medewerkers van SJSJ staan klaar voor de jongeren én voor de mensen om hen heen.

Meer informatie? Kijk op: www.sjsj.nl Pater Kustersweg 8 6267 NL Cadier en Keer 043 4077150 info@sjsj.nl

jeugdzorg plus

Onderdeel van SJSJ


Opgroeien in

7 vrijdag 15 december 2017 n m

Het lijkt zo onge­ vaarlijk en verrij­ kend: social media. Dankzij deze handi­ ge tools verliezen we familieleden niet uit het oog, weten we perfect wat oud­klasgeno­ ten van groep 8 tegenwoordig uit­ spoken en zijn we meer met elkaar verbonden dan ooit. Denken we. M aar tijdens dat einde­ loos scrollen door I nstagram feeds bombarderen we onszelf ook met perfecte plaatjes van fitgirls, feestjes en healthy bowls en volgens onderzoek worden we daar in hoog tempo afhan­ kelijk én doodonge­ lukkig van.

Tekst: M arjolein Bongers Beeld: iS tock

D é h a rddru gs v a n dit m om ent : s oc ia l m edia

S

ocial Media zijn zo snel en massaal ons leven binnengeko­ men, dat ze niet alleen een enorme invloed hebben op ons dagelijks leven, maar ook steeds vaker onderwerp worden van wetenschappelijk onderzoek. Uit nieuwe B ritse resultaten blijkt dat social media verslavender zijn dan alcohol en sigaretten.

S lec h te invloed Oké, het kost bakken met tijd om al die social media feeds dag in dag uit bij te houden en we zijn bang om iets te missen, maar is dat dan zo erg? Absoluut, want het gevaar zit ‘m niet eens in dat enorme aanbod dat we dagelijks tot ons nemen, het zit vooral in de aard van die posts. Want door het zien van plaatjes die bewerkt zijn met tig filters lijkt het alsof onze social media vrienden een perfect leven hebben. Een mooier leven dan dat jij zelf hebt. En daar gaat het mis. Want het is menseigen om onszelf met anderen te vergelijken en dankzij deze kanalen krijgen we niet alleen een veel scherper inkijkje in het leven van onze omgeving, het is ook nog eens een geromantiseerd beeld van de werkelijkheid dat we voor waar aannemen. Met name bij jongeren leidt dit vergelijkingsgedrag vaak tot depressieve gedachten en zorgt hun social media gebruik eerder voor een ongelukkiger leven, omdat ze zien dat anderen het beter hebben en omdat ze zich zelden realiseren dat het leven dat we massaal delen op social media uiteraard geen afspiegeling van de werkelijkheid is. Vooral meiden in de leeftijd van 1 4 tot 2 4 jaar vinden het onderscheid tussen ‘echt’ en ‘gemaakt’ lastig en krijgen een laag zelfbeeld van al die perfecte foto’s. Het is dan ook geen verrassing dat het aantal jongeren met angstige of depres­ sieve gevoelens dankzij social media met 7 0 % is gestegen. Omdat het effect juist bij jongeren zo sterk is en ouders vaak geen idee hebben waar hun kind online uithangt, is controle hierop lastig. Want waar leg je – voor jezelf én je kind – de grens? Hoeveel toegang geef je je kids tot social media en vanaf welke leeftijd? Hoe ga je samen om met de risico’s en help je hen om foto’s in perspectief te zien. De gevolgen van internet – denk aan sex ting – worden immers steeds ex plicieter.

F O M O en N om op h obia Waar pijn vaak de drijfveer is tot vooruitgang, zorgt angst juist voor

het gebrek daaraan. En juist die angst ligt aan de oorsprong van twee nieuwe trends: F OMO en Nomophobia. F OMO, de afkorting voor F ear Of Missing Out, is iets waar jongeren veel last van hebben. Z e willen alles zien en meemaken. Door het grote aanbod is dat echter niet realistisch: je

tijdelijk beschikbaar én moet je wel acuut kijken om het filmpje niet aan je voorbij te laten gaan. Dit zorgt ervoor dat jongeren dwangmatig social media blijven checken, slechter slapen, minder goed eten, zich gestresster voelen en een minder goed zelfbeeld ontwikkelen. Nomophobia is iets dat hiermee te maken heeft. Nomophobia staat voor ‘No Mobile P hobia’ en daar wordt de stress en angst mee bedoeld die jongeren ’ ’ S ocial media ervaren als ze hun mobiele telefoon niet bij zich hebben. Een zijn verslavender bekend probleem? Niet voor 4 0 % dan alcohol van de ouders van deze jongeren die niet eens van het bestaan van en sigaretten.” deze angsten afweet. Is Instagram dan de enige boos­ doener in het social media land­ schap? Z eker niet. Naast Insta­ kunt niet iedere foto, ieder filmpje gram is deze slechte invloed op en iedere post zien als je daarnaast jongeren ook sterk zichtbaar op ook nog een normaal leven wil Snapchat en F acebook. B ij Y outu­ leiden. Het aanbod is simpelweg te be valt de ‘schade’ vaak juist mee. groot. B edrijven spelen op deze De verklaring daarvoor ligt voor nieuwe angst in: zo is content op de hand: de wereld op het video­ Snapchat of Instastories slechts platform is een stuk minder

gepolijst en populaire vloggers laten naast hun ‘fortune and fame’ ook regelmatig hun ‘struggles’ en mindere momenten zien.

En nu? Moeten we social media dan volledig uitbannen om weer een stressvrij leven te krijgen? Natuur­ lijk niet, maar het aloude ‘gebruik, maar gebruik het met mate’ helpt wel. Daarnaast is het zinvol om jezelf er regelmatig aan te herinne­ ren dat je jouw echte leven nooit kunt vergelijken met het social media­leven van anderen. Social media zijn geen afspiegeling van het echte leven, het zijn etalages. Kun je zelf af en toe prima relative­ ren en heb je kinderen of neefjes of nichtjes? C heck dan eens samen hun Instagram tijdlijn, praat samen over wat je ziet en draag deze boodschap uit. Dan wordt social media weer waar het ooit voor bedoeld was: tools om je leven mee te verrijken.


Opgroeien in

8 vrijdag 15 december 2017

V a n a c h t erba nk genera na a r h a ngm a t ou der A ls het gaat om onze kinderen, is alleen het aller­ beste goed genoeg. We overstelpen ze met speelgoed, geven ze onze onverdeelde aan­ dacht en lossen het liefst alle pro­ blemen voor ze op. P erfecte ouders willen we zijn, met perfecte kinderen. M aar er klinkt ook een tegengeluid, dat ruimte biedt aan de zelfstan­ digheid van het kind.

Tekst: M eyke Houben Beeld: M oniek Wegdam

jes hielpen met het strikken van heid van ouders – wat niet per se veters, of legden de schoolspullen de fy sieke aanwezigheid hoeft te klaar. Ik herinner me dat de zijn ­ is wel belangrijk om bij te kraamverzorgster van Twan sturen of te begrenzen en veilig­ boterhammen wilde smeren voor heid te bieden. De hersens van de oudste twee. Ik heb haar gezegd kinderen zijn namelijk pas in de dat de kinderen alles wat ze begin twintiger jaren volledig konden, zelf deden en dat zij vooral ontwikkeld. K inderen en pubers leuke dingen met ze moest doen. reageren vooral vanuit emotie in Veel later vertelde ze me dat ze dat plaats vanuit ratio. Zij zijn nog niet altijd heeft onthouden.” in staat om hun eigen acties en de K inderen leren er niets van, als je gevolgen daarvan te overzien.” ze alles voorkauwt, meent Cindy . Het is de kunst om een goede Het is zoals de balans te vinden Amerikaanse tussen je kind psy chothera­ vrijlaten en peut Jean grenzen stellen, Liedloff be­ meent de psy cho­ schrijft in haar ’ ’ S oms moet je nee loge. “Voortdu­ boek ‘Op zoek zeggen tegen je kind.” rend de wensen naar het van je kind verloren geluk’, inwilligen, kan waarin ze laat leiden tot grenze­ zien hoe loos gedrag. Een kinderen uit de goede opvoeding Y eq uanastam al jong zelfredzaam is een opvoeding waarin een kind zijn, initiatieven nemen en zich ook ‘nee’ te horen krijgt. Het is bijna nooit bezeren. Liedloff belangrijk dat je kind leert om te schrijft: “Iemand wiens initiatief gaan met eventuele frustratie als Zelfredzaam voortdurend wordt overgenomen het zijn zin niet krijgt. Ook voor Zelf werd Cindy vrij streng door welwillende vaders en later: je kind gaat als volwassene in opgevoed. “Bij ons thuis was het moeders kan zich niet tot een een maatschappij functioneren die altijd ordelijk, spontaniteit was niet vanzelfsprekend. Dat probeer zelfbewust en zelfstandig persoon vaker dan eens nee zal verkondi­ ontwikkelen.” gen.” ik nu anders te doen. Natuurlijk, Cindy draagt een voorbeeld aan, met vijf kinderen is het druk, maar dat beide aspecten combineert. ook gemakkelijk. Ze vermaken B alans “Onze kinderen krijgen pas in de zich samen en de jongsten trekken Manon Budy , psy choloog en tweede klas van de middelbare zich op aan de oudsten.” Van meet gedragswetenschapper bij BOEI­ school een mobieltje. Ik gun ze hun af aan heeft Cindy haar kinderen Limburg, weet hoe ouders soms geleerd zelfstandig te zijn. “Al vrij worstelen met de opvoeding. Zij is vrijheid, vroeger wist je als ouder immers ook niet altijd waar je kind vroeg liepen ze samen naar school. het ermee eens dat kinderen de was. Als het echt dringend is, is er En toen de jongsten negen waren, vrijheid moeten krijgen om altijd wel een manier gingen ze met mijn pinpas alleen ervaringen op te doen. waarop ze ons kunnen naar de supermarkt. Ik merkte wel “De aanwezig­ bereiken. Tegelijker­ het verschil met tijd leren ze zo, dat andere kinderen. je niet alles hoeft Ouders van te hebben wat vriend­ anderen ook hebben.”

edereen voedt zijn kind op zoals hij of zij denkt dat het goed is. Maar terwijl onze generatie er meestal op vertrouwt dat het vanzelf wel goed komt, zoeken jongere ouders werkelijk alles op via internet. Dat gaat mij te ver”, vindt Cindy Bastiaens (4 4 ), moeder van vijf kinderen. “Ik was 2 6 toen ik onze zoon Daan (nu 1 8 ) kreeg. Daarna volgden F leur (1 6 ), Twan (1 2 ) en de tweeling Josje en Jolie (1 0 ). Ik heb altijd gezegd dat ik vijf kinderen wilde. Maar dat heeft mijn man Jos en mij er nooit van weerhouden om de dingen te doen die we graag wilden doen. Al toen ze nog baby ’s waren, reden we met de kinderen in de auto in één ruk naar Barcelona. Dat ging prima.”

“I

R egels Dat klinkt dan weer best streng. K lopt, zegt Cindy , in het gezin Bastiaens gelden zeer duidelijke regels. “Op een krijtbord in de keuken schrijf ik de taken die iedereen die week moet uitvoeren. Dat varieert van de afwasmachine inrui­ men tot de dieren verzorgen. Vanaf hun vijftiende moeten de kinderen een bijbaantje nemen. Zo leren ze wat de waarde van geld is en ook om zich staande te houden in deze maatschappij. Dat is veel moeilijker als je door je ouders altijd als prins of prinses bent behan­ deld.” Zien de kinderen dat ook zo? Zin om te helpen heeft hij niet altijd, geeft zoon Daan toe. “Mijn vrienden komen uit kleinere gezinnen. Daar ruimt de moeder bijvoorbeeld hun kamer op, waardoor zij meer vrije tijd hebben. Bij ons thuis helpen we allemaal mee, anders is het niet te doen. Als ik dan wil afspreken is dat niet fijn, maar aan de andere kant erger ik me ook als het thuis een puinzooi is.” Een enkele keer merkt Cindy wel dat niet ieder­ een haar manier van opvoeden begrijpt. Lachend: “Mensen met meer kinderen snappen het vaak beter.” Laat je daar vooral niet door beïnvloeden, vindt Manon Budy . “Het voornaamste is dat je kind zich goed ontwikkelt bij jouw opvoedings­ stijl en dat jij je er ook goed bij voelt. Opvoe­ den is een zoektocht, zeker met alle uitdagingen van de huidige tijd. G un je daarin ook de ruimte om te sparren met anderen die in hetzelfde schuitje zitten.”


Opgroeien in

9 vrijdag 15 december 2017

t ie

Colum n P ub ercursus P ubers moeten nog veel leren. O uders en/ of verzorgers van pu bers ook. I k heb zelf geen kinderen maar kreeg er zes jaar geleden twee bij van toen 1 2 (L isa) en 1 0 jaar ( J ason). De gemeente O pm eer bood mij en andere ouders met pu bers aan om – gratis – een pu bercursus te volgen. I k kon de cursus wel gebruiken gelet op mijn moeilijke start met Lisa. E n ik ben leergierig. Dus ik kreeg zes avonden uitleg van deskundigen op het gebied van het pu berbrein en pu bergedrag. W at ik onthouden heb: de neo- cortex bij pu bers is nog niet volgroeid, zodat een pu ber er geen gevaar inziet om op een opg evoerde brommer zonder helm allerlei stunts te gaan uithalen. N og meer: pu bers hebben op de gekste momenten veel slaap nodig. Laat ze daarom rustig op de bank liggen, ook als het klaarlichte dag is. P ubers worden onzeker over zichzelf, bijvoorbeeld als ze jeugdpu istjes krijgen. B elangrijk was de les dat je met pu bers kunt onderhandelen. “W at doen we als je weer te laat thuiskomt? Dan spr eken we af dat je je mobiele telefoon twee uur inlevert. O K ? ” Dat idee. Dan hebben pu bers vooraf al zelf voor een sanctie gekozen en kunnen ze een afweging maken. I dem met zakgeld: laat ze er gerust mee ex pe rimenteren en laat ze vooral fouten maken. De telefoon inleveren was een sanctie die ik overigens zelf al had uitgedacht. B ijzonder effectief. E en pu ber kun je niet treffender straffen dan hem of haar verpl icht digitaal te laten afkicken. E n – zeker voor deze column – de alleraardigste les was dat je als ouder grenzen moet stellen. P ubers moeten hun eigen identiteit ontwikkelen en dat doen ze onder meer door zich af te zetten tegen het ouderlijk gezag. A ls er geen grenzen zijn, hebben ze niks om zich tegen af te zetten. Dus is het goed om te zeggen: tot hier en niet verder. E n dan is het dus ook goed als pu bers de grenzen op zoeken of erover heen willen gaan. W ant anders weten ze nooit waar de grens ligt. T oen ik een van de cursusavonden thuiskwam p aste ik dit laatste inzicht meteen toe, toen dochterlief weer eens rebelleerde. “Lisa, wat je nu doet: pe rfect! I k kom net van de cursus en heb geleerd dat p ubers zich moeten afzetten tegen hun ouders. J ij doet dat geweldig. W e hebben de pe rfecte pu ber in huis. G a zo door. Dat is goed voor je! ” Ha ar antwoord was verrassend kort: “W hat the fuck is this? ” J aren later – Lisa is nu bijna 1 9 – kan ik zeggen dat de cursus enorm geholpe n heeft. De sfeer in huis is uitstekend. O nthoud: A lle begin is moeilijk, ook met pu bers. M aurice U bags Cindy B astiaens m et h aar 5 kinderen F leur, T w an, J osje, J olie en D aan.


Opgroeien in

10 vrijdag 15 december 2017 ml

I n L imburg zijn relatief veel men­ sen laaggeletterd. Dat betekent vaak dat zij hun kinde­ ren niet voorlezen en het lezen onvol­ doende kunnen stimuleren. De kinderen zijn hier­ door voor hun leesopvoeding volledig aangewe­ zen op de basis­ school. De R oer­ mondse biblio­ theek Bibliorura gaat ouders leren hoe ze moeten voorlezen.

Tekst: John Huijs Beeld: Charlotte Heynen

( V oor) lezen is een onm is ba a r onderdeel v a n de opv oeding

V

oorlezen is al lang geen standaard onderdeel meer van de opvoe­ ding. U it onder­ zoek blijkt dat slechts 1 3 procent van de laagopge­ leide ouders hun kinderen voor­ leest. Van hoogopgeleide ouders leest 38 procent hun kroost voor. Daardoor neemt het aantal laaggeletterden nog verder toe. En wie niet (goed) kan lezen, kan ook niet (goed) leren.

In N ederland is ongeveer een op de acht mensen laaggeletterd. In de provincie Limburg zijn dat er meer, in sommige gemeenten zelfs veel meer. In Venlo en R oermond bijvoorbeeld is bijna een op de vijf inwoners laaggeletterd.

D igiT aalh uis

Lidy Vos en Cindy T h olen.

A c h terstand Kinderen die thuis niet worden voorgelezen komen al met een taalachterstand op school binnen. Een groot deel van hen haalt deze achterstand nooit meer in. Het gevolg is dat 1 8 procent van de twaalf­ tot achttienjarigen onvol­ doende kan lezen om zich zelfstan­ dig te kunnen redden in de maat­ schappij. „ Lezen en voorlezen doe je dus zeker niet alleen omdat het zo leuk is”, zegt Lidy Vos, manager publieksdiensten bij openbare bibliotheek Bibliorura in hartje

R oermond. „ Leesvaardigheid heb je nodig om te functioneren in onze maatschappij. Denk hierbij aan zaken als solliciteren, brieven van de overheid begrijpen en een toeslag aanvragen.” Lidy Vos en ook haar collega Cindy Tholen, leesconsulent volwasse­ nen, zeggen dat vooral ouders die zelf moeite hebben met lezen het belang van taalvaardigheid onderschatten. Ook onderschatten veel ouders hun invloed op de (lees)opvoeding van hun kind. Lidy Vos: „ Onderzoek toont aan dat de

invloed van ouders op hun kinde­ ren vijf keer groter is dan de invloed van bijvoorbeeld een leerkracht. Terwijl veel ouders voor de overdracht van kennis en vaardigheden juist volledig op de leerkracht vertrouwen. Dus ook als je als ouder maar af en toe voorleest en als je zelf maar zo nu en dan in het bijzijn van je kinde­ ren een boek of krant pakt, is dat toch waardevol. A lleen al de aanwezigheid van boeken in huis heeft een positief effect op de leesopvoeding.”

„ J e bent dus zeker niet alleen als je moeite hebt met lezen en schrij­ ven. Laaggeletterde ouders hoeven zich daarom niet te schamen”, zegt Cindy Tholen. „ A ls je moeite hebt met lezen en taal kunnen wij je als bibliotheek verder helpen, bijvoor­ beeld door ouders in het DigiTaal­ huis te helpen bij het vinden van passend taalonderwijs.” Daarnaast gaat de bibliotheek ouders leren hoe ze kunnen voorlezen en hoe leuk dat dit kan zijn. Bibliorura gaat daartoe samenwerken met de consultatie­ bureaus om zodoende nog beter en tijdiger in de opvoeding mensen te kunnen helpen. Lidy Vos is hoopvol dat deze samenwerking gaat aanslaan. „ Iedere ouder wil toch het beste voor zijn kind? ”

Hulp bij slecht eten of overgewicht Maak je je zorgen over het eetpatroon van je kind? Eet hij niet goed of juist

te veel en ongezond? Het Laurentius Ziekenhuis biedt zorg op maat bij eetproblemen van kinderen. Orthopedagoog Marlies Reijnen vertelt meer over de eetpoli en het Obesitas Centrum en geeft tips waar je als ouder op kunt letten.

Niet goed eten “Als ouder wil je graag dat je kind goed eet. Als dat niet lukt, kun je je daar zorgen over maken. Vaak is niet goed eten bij kinderen tijdelijk van aard, en komt het vanzelf weer goed. Geef als ouder het goede voorbeeld, eet gevarieerd en eet samen met je kind aan tafel. Zorg ook dat het eten een leuk, gezellig moment is en betrek je kind bij het koken of de tafel dekken. Soms gaat het probleem echter niet vanzelf over en is hulp van de huisarts of het consultatiebureau ook niet voldoende. Bij de eetpoli ben je dan aan het juiste adres. We zien hier kinderen van 6 maanden t/m 12 jaar die om verschillende redenen ‘niet goed eten’. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kinderen die maar niet kunnen wennen aan vaste voeding. Of kinderen die erg weinig eten, veel spugen of sondevoe-

ding hebben (gehad). Soms ontstaan moeilijkheden na ziekte of is er een lichamelijke oorzaak voor het slechte eten. Bij de eetpoli zijn een kinderarts, diëtist, orthopedagoog en pre-logopedist betrokken.” Overgewicht en obesitas “Naast kinderen die niet goed eten, zijn er ook kinderen die juist te veel of te ongezond eten en een ongezonde leefstijl hebben of ontwikkelen. De afgelopen 20 jaar is het aantal kinderen dat te zwaar is verdubbeld. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor dit probleem en is hulp hierbij mogelijk. Het Obesitas Centrum van ons ziekenhuis biedt een uitgebreid behandelingsprogramma voor kinderen en jongeren tot 17 jaar met ernstig overgewicht, inclusief begeleiding aan hun ouders.”

Tips van Marlies om overgewicht te voorkomen • Eet samen aan tafel, zonder afleiding van TV, tablet of telefoon. Zo eet je veel bewuster, proef je beter en ben je sneller verzadigd. • Breng regelmaat in het eten van je kind. Zorg altijd voor ontbijt, lunch en avondeten met 2x een tussendoortje. • Kijk kritisch naar wat en hoeveel je kind eet. Frisdrank en sapjes zijn vaak ‘verborgen boosdoeners’ met grote hoeveelheden suiker. • Op het gebied van bewegen is het belangrijk dat je kind hier plezier in heeft. Zoek een activiteit of sport die hij/zij echt leuk vindt en graag doet. • Voorkom dat je kind veel uren op de dag alleen maar zit of passief is. Maak over ‘beeldschermtijd’ goede afspraken en spreek vaste momenten daarvoor af. Meer informatie? Heeft u vragen over de eetpoli of het Obesitas Centrum? Neem contact op met de poli kindergeneeskunde via tel. 0475-382025 of mail obesitascentrum@lzr.nl. Voor beide poli’s heeft u een verwijzing nodig van huisarts of consultatiebureau.


Opgroeien in

11 vrijdag 15 december 2017

V a s t pa t roon h elpt pu ber bij h et leren De overgang van de basisschool naar de middelbare school vraagt nogal wat van leerlingen. O p­ eens krijgen ze te maken met uurroos­ ters, verschillende docenten, toetswe­ ken. E n – voor som­ migen helemaal nieuw – bergen huis­ werk. Hoe ga je daarmee om? E n hoe leer je eigenlijk leren?

Tekst: M eyke Houben Beeld: M oniek Wegdam

H

oeveel boeken er ook al over geschre­ ven zijn, het puber­ brein stelt ons nog steeds voor verrassingen. Kunnen leerlingen in de hoogste klassen van de basis­ school vaak heel gestructureerd werken en netjes hun weektaak inplannen, zodra de puberteit toeslaat, lijkt alle zelfdiscipline op slag verdwenen. Op de rangorde van belangrijke zaken bungelt huiswerk maken zo’n beetje onderaan. Alle interesse gaat uit naar vrienden/vriendinnen, social media en vrije tijd. En áls er al wordt geleerd, dan vaak met muziek erbij en telefoon/tablet/tv in de aanslag. Want kom op, multitasken weet je wel. “Onzin”, zegt Hans Coumans, teamleider 3­6 vwo van het Graaf Huyncollege (GHC) in Geleen. “Multitasken werkt niet. Als je huiswerk gaat maken, is het belangrijk om je telefoon weg te leggen. Zeker prikkelgevoelige pubers moeten de afleiding zo veel mogelijk beper­ ken.” Coumans weet dat dat voor veel jongeren lastig is. “Ouders

kunnen hun kind daar bij helpen. Een puber kan niet alles zelf. Het puberbrein is pas rond het 25ste levensjaar volledig ontwikkeld. Dus het is gelegitimeerd om ook je kind van 15 of 16 te ondersteunen bij schoolwerk.” “Of en hoe een kind studeert, is mede afhankelijk van de thuissitu­ atie”, vult directeur Marcel Janssen aan. “Niet elk kind heeft een eigen kamer of een plek in huis waar het rustig kan werken. Op ons vmbo­plein zitten sommige leerlingen al om kwart voor acht in de ochtend te studeren. Zij hebben zelf de omstandigheden gecreëerd waaronder ze het beste functione­ ren.”

Zes- stap p enp lan Omdat de docenten op het GHC merkten dat de leerlingen wel wat hulp konden gebruiken bij hun studievaardigheden, heeft de school enkele jaren geleden een zes­stappenplan geïntroduceerd. Met dat model als uitgangspunt kunnen de leerlingen hun werk via een vast patroon organiseren. Coumans: “De eerste stap is plannen. In de brugklas starten de leerlingen bijvoorbeeld met het maken van een weekplanning. Door in te kleuren wanneer ze

verplichtingen hebben, zien ze meteen wanneer ze niet kunnen studeren. Zo leren ze vooruit te denken. De tweede stap is het verkennen van de stof, gevolgd door het onderdeel lezen en begrijpen. Als ze de stof niet snappen, kunnen ze direct actie ondernemen. Dan begint het verwerken, bijvoorbeeld aan de hand van een samenvatting. Daarna komt het lastigste onder­ deel, controleren en reflecteren.

’ ’ G een huiswerk bestaat niet.”

Dat vereist discipline. Kom je er achter dat je de stof niet goed genoeg kent, dan moet je hem herhalen.” Vooral dat laatste is belangrijk. “Meerdere keren achter elkaar kort leren levert veel meer op dan twee keer lang leren.”

O uders Voor leerlingen is het prettig dat ze een vast patroon hebben, dat hun helpt het huiswerk te organi­ seren. Coumans: “We oefenen het model niet alleen in het mentoruur, maar hebben het ook doorgevoerd in een groot aantal vaklessen. En we betrekken de ouders erbij, omdat we merken dat ook zij worstelen met dit thema. De ouderavonden die we recent hebben gehouden, waren zo drukbezocht dat we nu overwegen om volgend jaar ouders een cursus ‘leren leren’ aan te bieden.” Of leerlingen daadwerkelijk met het model aan de slag gaan, hangt af van het resultaat. Janssen: “Een puber kijkt vooral wat het hem oplevert als hij de zes stappen volgt. Meestal valt het kwartje wel, omdat hij merkt dat het leren hem minder tijd kost. Daardoor neemt de motivatie toe.” “Soms zeggen leerlingen wel eens dat ze geen huiswerk hebben”, zegt Coumans. “Dan help ik ze meteen uit de droom: geen huiswerk bestaat niet. Je kunt immers altijd de stof herhalen. Uiteindelijk doen ze dat dan ook, herhalen is de moeder van het leren…”


Opgroeien in

12 vrijdag 15 december 2017 ml zl

O u ders a a n zet bij ‘ K inderen u it de K nel’ E en vechtscheiding is voor de ouders al geen pretje, nog veel moeilijker wordt het als er kinderen bij betrok­ ken zijn. A maCura in G eleen, een sa­ menwerkingsver­ band van ervaren professionals op het gebied van gees­ telijke gezondheids­ zorg, biedt kinde­ ren én ouders per­ spectief met het programma Kinde­ ren uit de Knel.

Tekst: M eyke Houben Beeld: A maCura

K

inderen die te maken hebben met een vechtscheiding van hun ouders, doen het op allerlei fronten minder goed. Ze worden verscheurd door loyaliteitsgevoelens voor beide ouders. Dat is slecht voor hun identiteit. Hun stressniveau is constant te hoog, waardoor ze problemen krijgen. Sommige kinderen worden boos of opstan­ dig, anderen juist teruggetrokken of ex treem verdrietig. In het verleden gingen we dan met het kind aan de slag om te probe­ ren het weerbaarder te maken. Maar dat helpt niet, weten we nu. Ook de ouders en het netwerk rond het gezin spelen immers een belangrijke rol. Daarom betrekken we bij Kinderen uit de Knel alle partijen. Het kind staat centraal, maar de ouders gaan aan het werk. Doel van Kinderen uit de Knel is het creëren van een veilige omge­ ving voor de kinderen, waarin zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De ouders moeten samen naar de intake komen en samen deelne­ men aan het programma. Ook moeten eventuele juridische procedures worden gestopt of gepauzeerd. Voor sommige ouders

is het een stap te ver om zichzelf aan te melden. Maar als de situatie dat vereist, kunnen zij door de (toegang)teams Jeugd van de gemeenten, de R aad voor de Kinderbescherming of de recht­ bank worden verplicht c.q . geacti­ veerd om mee te doen aan Kinde­ ren uit de Knel. “ Kinderen helpt het enorm als hun ouders zich aanmelden”, zo leert de ervaring van Maya Magnus (psychodynamisch kinderthera­ peut/ kinder­ en jeugdpsycholoog) en Karolien C elis (psychiater). Zij zijn als hulpverleners binnen AmaC ura betrokken bij Kinderen

uit de Knel. “ Het is een eerste stap om een kind te laten zien dat hun ouders iets voor ze doen.” Het belangrijkste is, dat wij niet gaan vertellen hoe de ouders het moeten doen”. Maya Magnus geeft Meer informatie over Kinderen uit aan: “ Wij observeren vooral en de Knel en het verdere aanbod van laten ze oefeningen doen. Doordat AmaC ura : www.amacura.nl. we met meerdere ouderparen tegelijk werken, leren de deelne­ mers patronen te herkennen en kunnen ze elkaar ook steunen” Tijdens de bijeenkomsten worden de kinderen (in de leeftijd van 4 tot 18 jaar) opgevangen in een eigen groep met enkele therapeuten. Het voordeel van de groep is, dat de

LVO Weert

Kies het onderwijs dat bij jou past! Maak jij binnenkort een keuze voor een school voor voortgezet onderwijs? Weet je al welke school het wordt? Zoek je een Topsport Talentschool? Wil je graag Tweetalig Onderwijs volgen? Of zoek jij het meer in de Techniek? De scholen van LVO Weert bieden een breed onderwijsaanbod met veel onderwijskundige extra’s. Zo is er altijd wel een school die past bij jouw talent. LVO Weert LVO Weert maakt onderdeel uit van de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs en verbindt de Philips van Horne, Het Kwadrant, Het College Weert én het BRAVO! College Cranendonck. Door de intensieve samenwerking tussen de vier scholen kan het brede onderwijsaanbod en de kwaliteit van het onderwijs in de toekomst worden gegarandeerd. Naast het reguliere onderwijsaanbod op de scholen biedt LVO Weert een nieuwe vorm van onderwijs, KOERS. Bij deze vorm van onderwijs voor de onderbouw mavo, havo en atheneum geef je zelf richting aan en ben je zelf eigenaar van je eigen leerproces. Levensecht leren Leren doe je niet alleen uit een boek, maar vooral door dingen zelf te ervaren. Leren in de echte wereld. Door excursies, gastdocenten, projectonderwijs, masterclasses en bedrijfsbezoeken. Havisten en atheneumleerlingen werken binnen het Technasium in groepen aan uitdagende bèta-opdrachten, terwijl Vmbo-leerlingen een groot aantal praktijklessen en bedrijfsstages hebben. Door jarenlange samenwerking met bedrijven in de regio Weert zijn er veel mogelijkheden om ervaringen op te doen.

kinderen elkaar tips geven en hun ervaringen kunnen delen. Tijdens de zesde sessie maken ze voor hun ouders een boodschap over de scheiding in de vorm van een brief, een filmpje of een tekening. Dat helpt hen, maar is ook voor de ouders vaak een eyeopener.” Kinderen uit de Knel boekt betere resultaten dan andere therapieën. “ Een derde van de deelnemers kan na het programma op eigen kracht verder, een derde komt in een nazorgtraject terecht en een derde beweegt niet”, blijkt uit onderzoek volgens Karolien C elis. De thera­ peuten realiseren zich dat de drempel voor deelname bij veel ouderparen hoog is. “ Het vraagt lef van ouders om hun kwetsbaar­ heid te tonen”. “ Maar het is belangrijk dat ze hier komen als ouders, niet als ex ­partners.”

www.college.nl Atheneum Gymnasium Koers

www.philipsvanhorne.nl Mavo Havo

www.hetkwadrant.nl VMBO-basis/kader Praktijkonderwijs Vakmanschapsroute

“Je hoeft nergens in uit te blinken, maar het mag natuurlijk wel!” Rust, regelmaat en ruimte De scholen van LVO Weert hebben een uniek lesrooster met elke dag dezelfde begin- en eindtijd. Zo is er rust en structuur op school. Bovendien zijn er op deze manier nauwelijks tussenuren in het rooster. En dat is wel zo prettig! Na afloop van de reguliere lessen is er tijd voor extra’s. Hierbij kun je denken aan ondersteuning in de vorm van steunlessen taal en rekenen of deelname aan een huiswerkklas. Maar je kunt ook meedoen met plusprogramma’s zoals onze sportklassen, de kunst+ klas of de vooropleiding voor het conservatorium.

Talent Iedere leerling heeft talent. De uitdaging is dit in jezelf te ontdekken. Samen met jou ontdekken we waar je talenten liggen. Mentoren en vakdocenten begeleiden je op weg naar zelfstandigheid. We dagen je uit om het beste uit jezelf te halen en daar ook trots op te zijn! Aanmelden op de LVO-scholen kan op maandag 12 en dinsdag 13 maart 2018 (19.00-21.00 uur). WWW.LVO-WEERT.NL

www.bravocollege.nl Vierjarige MAVO HAVO/Atheneum onderbouw

Voorlichtingsavonden en proeflessen: 15 t/m 18 januari 2018 Masterclasses: 31 januari en 7 februari 2018 Meer info op www.lvo-weert.nl


Opgroeien in

13 vrijdag 15 december 2017

N iet s w ipen, m a a r s port en Klimmen, rennen, springen: kinderen hebben er steeds vaker moeite mee. I niti­ atieven om scholieren meer te laten be­ wegen, boeken mondjesmaat resultaat. “Het mobieltje is heilig, dat nemen ze het liefst mee de gymzaal in.” Tekst: M eyke Houben | Beeld: M oniek Wegdam

M auric e Goes

“M

et de motoriek van veel leerlin­ gen is het schrikbarend slecht gesteld. Een bal vangen of een koprol maken, krijgen ze niet voor elkaar. Terwijl dat toch basisvaardighe­ den zijn.” A an het woord is Mauri­ ce Goes, docent lichamelijke opvoeding aan Vmbo Maastricht. Hij ziet de achteruitgang met lede ogen aan. “De interesses van kinderen zijn veranderd. In plaats van naar buiten te gaan, zitten ze liever achter een schermpje te N etflix en, te gamen of te S nap­ chatten.” Volgens de nieuwste beweegricht­ lijnen, die de Gezondheidsraad enkele maanden geleden presen­ teerde, zouden kinderen tussen 4 en 1 8 jaar zich dagelijks minstens een uur matig intensief moeten inspannen. Daarnaast zouden ze minimaal drie keer per week spier­ en botversterkende activiteiten

moeten doen. Dat betekent niet dat elk kind het krachthonk in moet duiken. Ook touwtjesprin­ gen, rennen, dansen of klimmen op een klimrek zijn prima oefeningen. Daarnaast adviseert de Gezond­ heidsraad om de tijd dat een kind achter de televisie, computer, telefoon of tablet zit, te beperken tot max imaal twee uur.

GGD, F ontys S porthogeschool en het A ZM. Goes legt uit wat het programma inhoudt: “In de brugklas meten we lengte, ge­ wicht, handkracht, lenigheid en buikomvang. Door middel van de shuttle run testen we de conditie en het uithoudingsvermogen van de brugklassers. De volgende schooljaren krijgen de leerlingen twee keer per jaar een health check. Buiten de normale gymles­ H ealth c h ec k sen van een blokuur per week, Te weinig bewegen is, naast lopen we met leerjaar 1 en 2 aan ongezonde voeding, de belangrijk­ het eind van het schooljaar de vijf ste oorzaak van overgewicht. Het Centraal Bureau voor de S tatistiek kilometer van de hardloopwed­ berekende dat in 20 1 6 1 0 ,6% van de strijd Maastrichts Mooiste. In 20 1 8 doen we voor het eerst ook mee kinderen en adolescenten (4­20 aan de A lpe d’Huez. Wie wil en jaar) matig overgewicht heeft en genoeg doorzettingsvermogen 2,7 % ernstig overgewicht. “Ik heeft, kan mee om te fietsen, te verwacht dat er een keerpunt wandelen of te rennen.” komt, want dit kan niet zo blijven doorgaan”, meent Goes. Op zijn O uders eigen school is vier jaar geleden Hart­stikke is ook onderdeel van het gezonde leefstijlprogramma de biologieles, waar het thema Hart­stikke geïntroduceerd, voeding aan de orde komt. Goes: waarin Vmbo Maastricht samen­ “Eerstejaars maken onder meer werkt met Maastricht S port, de

een maaltijd en nodigen daarvoor hun ouders uit. A l etend vertellen ze over het belang van gezonde ingrediënten.” Daar heeft de docent meteen een heikel punt te pakken, want de steun van de ouders is cruciaal bij het aanleren van een gezonde leefstijl. “Te zware kinderen zoeken vaak een ex cuus om niet mee te hoeven sporten of een health check te doen. Ze schamen zich, voelen zich onzeker. In die gevallen praten we met de ouders en stellen we voor om het kind door te verwijzen naar Coach, het centrum voor kinderen en jong volwassenen met overge­

wicht. Maar als de ouders dat niet willen, stopt het traject.” “Ouders, en later rolmodellen, hebben een grote invloed op de leefstijl van kinderen”, weet Goes. “Het is belangrijk dat ze zich daarvan bewust zijn. Mijn tip: geef het goede voorbeeld q ua voeding. En betrek je kind van jongs af aan bij het sporten, laat zien hoe leuk dat is.” De gymdocent realiseert zich dat er nog een wereld te winnen valt. Maar er zijn licht­ puntjes: “S inds we vier jaar geleden begonnen met Hart­stik­ ke, zien we een kleine positieve verandering.”


Opgroeien in

14 vrijdag 15 december 2017 n m

Hoofdluizen zijn de schrik van iedere ouder met jonge kinderen. Helaas melden die grijze of roodbruine para­ sieten zich nu ook al op de middelbare school. O nderzoe­ ker Desireé Beauje­ an van het R I V M stelt dat vooral meiden met lang haar tussen de twaalf en twintig er last van hebben. De luizenplaag ontstaat letterlijk over de hoofden van pubers heen, tijdens het maken van een selfie of het uitdelen van een knuffel.

Tekst: P eter S welsen Beeld: iS tock

O nderzoeker R I V M : ‘ S elf ies en knuf f elg edrag zij n oorzaken’

K opzorgen ov er h oof dlu is bij m iddelba re s c h olieren

B

asisscholen zijn op alle fronten voorbereid op luizenplagen. Er ligt altijd een keurig luizenpro­ tocol in de kast en luizenmoeders pluizen met de regelmaat van de klok vlijtig de hoofden van jonge kinderen na, op zoek naar deze hardnekkige rakkers. Op middelbare scholen hadden ze vroeger nauwelijks last van deze diertjes. Langzaam maar

5 anti- luizen tip s 1 . Luizenkam K am iedere dag laagje voor laagje heel nauwkeurig je haren. Dat kun je het beste doen met een spe ciale luizenkam, waarmee je zowel de luizen als de neten uit je haar haalt.

2 . Gebruik een anti- luizenm iddel Naas t het kammen kun je een anti-l uizenmiddeltje gebruiken. Dimeticon is het bekendste niet-che mische middel.

3 . Waarsc h uw anderen W aarschuw even de school, je familie en vriendinnen.

4 . Ch ec k je fam ilie Z org dat ook je familieleden hun haar checken en eventueel behandelen.

5 . B lijf c ontroleren Na veertien dagen zou het luizenpr obleem van de baan moeten zijn. Zi jn er toch nog luizen? B egin dan opni euw met de behandeling.

zeker nestelen luizen zich echter steeds vaker op de hoofden van meiden met lang haar in de puberleeftijd. Met name de knuffelcultuur bij jonge meiden en het maken van selfies, waarbij ze de hoofden tegen elkaar houden, speelt een rol. Dit blijkt uit onder­ zoek op middelbare scholen van RIVM door heel Nederland. Een luizenprobleem op een middelbare school is van andere orde dan op een basisschool, omdat de verant­ woordelijkheid meer bij ouders en leerlingen komt te liggen. Logisch, want een puber zit niet te wachten op een luizenmoeder die vlijtig op zoek gaat naar grijze griezels op je hoofd. Rector Geert Tummers van Lyceum Schöndeln in Roermond denkt dat je over luizen nuchter moet blijven. De laatste paar jaar zijn er op zijn school geen luizen geweest, maar hij heeft wel een jaar of vier geleden met het probleem te maken gehad. “Op zo’n moment is het vooral de taak van de school om leerlingen en ouders goed te informeren. Niet talmen, maar direct communice­ ren met betrokkenen. Het is belangrijk dat een mogelijke luizenplaag in de kiem wordt gesmoord, want het kan behoorlijk hardnekkig zijn.”

Kaal of kam m en Het belangrijkste symptoom van luizen is jeuk op je hoofd. Bij het

ontdekken van luis is ‘schaamte’ de eerste reflex. Zeker bij pubers kunnen luizen hard aankomen, want het is nu eenmaal geen cool beestje. Besef echter dat iedereen luizen kan krijgen. Het maakt niet uit of je heel schoon bent, want die minivampiertjes springen simpel­ weg van het ene naar het andere hoofd. Ze leven van bloed, dus blijven ze het liefst zo lang moge­ lijk op je kop zitten. Daarbuiten gaan ze snel dood. Het enige wat goed helpt tegen een luizenbol is kammen, kammen en nog eens kammen. Doe dit veertien dagen lang meerdere keren per dag en behandel je hoofd hiernaast met een goed niet­chemisch anti­ hoofdluizenmiddel zoals dimeti­ con. Dit is een siliconen­achtig middel dat de luizen als het ware smoort. Zo’n middel kun je gewoon kopen bij apotheek of drogist. Besef dat luizen een hardnekkig, maar relatief onschuldig ongemak zijn. Je komt er altijd wel weer vanaf. Een geheel luizenvrij leven zit er helaas niet in. Of je moet je hoofd helemaal kaalscheren. Maar dat is natuurlijk geen oplossing. Laat die haren vooral lekker lang groeien, blijf knuffelen en maak leuke selfies. En als dan toch een keer bloedzuigertjes op je hoofd verschijnen, ben je open en ga je ze gewoon effectief te lijf.

5 luizige m isverstanden 1 . A ls je luizen h ebt, ben je een viesp euk V roeger hadden kinderen met luizen het stigma dat ze niet netjes of schoon waren. Dit is onzin. Luizen spr ingen simpe lweg van het ene op het andere hoofd.

2 . J e m oet extra w assen en stofzuigen E x tra wassen en stofzuigen is niet nodig, want die luizen overleven niet buiten het hoofd. He t wassen van beddengoed, uitpl uizen van knuffels of het stofzuigen van de auto hoeft dus absoluut niet.

3 . H ul je zo snel m ogelijk in een luizenc ap e Z o’ n luizencape lijkt een goed hulpm iddel, maar blijkt eigenlijk niks te doen. Dat scheelt weer stress!

4 . H oud je kind een tijdje th uis N og steeds denken veel ouders dat ze een kind met luizen een tijdje thuis moeten houden, maar dat hoeft dus niet.

5 . Ch em isc h e m iddelen h elp en beter S ommige ouders denken dat chemische middelen zoals P ermetrine en M alathion beter werken dan niet chemische middelen zoals Dimeticon. Dit is onjuist: ze werken niet beter maar anders. He t pr obleem van die chemische middelen is dat ze bijwerkingen kunnen geven zoals oogirritatie.


Opgroeien in

15 vrijdag 15 december 2017 n m w m mh

Financiële tips voor ouders Duidelijk is dat kinderen een financiële factor van belang zijn. Het opvoeden van meerdere kinderen is voor de meeste mensen zelfs de allergrootste kostenpost. Het is dus belangrijk om je daar van te voren op in te stellen. Met de volgende tips kom je een heel eind.

1. Budgetteer Begin al voordat de eerste baby er is met het maken van een serieus budget. Op Nibud.nl kun je precies zien wat een baby kost. Denk aan duizend euro voor de spulle­ tjes (als je die nieuw koopt), maar let ook op inkomensver­ lies als één van de partners minder gaat werken of als er kinderopvang nodig is.

2. Maak een spaarplan Studeren is door het ontbre­ ken van een basisbeurs steeds duurder geworden. Geld opzij zetten voor de studie van zoon­ of dochterlief is dan ook geen overbodige luxe. Banken hebben zowel voor kleine als grotere kinderen interessante spaarplannen, die vaak ook nog een relatief hoge rente bieden. Bepaal eerst je gewenste spaarbedrag, kies de juiste rekening en houdt vooral vol!

3. Stel eisen

U iteraard willen we onze kinderen niet missen, want ze zijn onbetaal­ baar. N a een nuch­ tere analyse blijkt dit niet alleen fi­ guurlijk zo te zijn maar ook in letter­ lijke zin... M et name aan pubers blijkt een wel heel fors prijskaartje te hangen. Hoe snel ze precies je beurs leegtrekken, wordt hier op een rijtje gezet. Tekst: P eter S welsen Beeld: iS tock

P rij skaartj e p ub er is niet m isselij k

‘Reken op €7.000,- per jaar!’

I

n een van rendement doortrokken maat­ schappij ga je als ouder natuurlijk niet de hele dag uitrekenen wat je kinderen nu eigenlijk kosten. Dat zou behoor­ lijk ongezond zijn, want het ‘krijgen van kinderen’ is niet in de eerste plaats een economische keuze. Het gaat vooral om liefde, gezelligheid en familieverbanden. Toch? Maar eerlijk is eerlijk: ook

Wat kost me dat? ­ Puber 13­19: €7.000,­ per jaar ­ Opvoeding tot 18: 100.000 euro ­ Eén kind: gemiddeld 17% van besteedbaar inkomen ­ Twee kinderen: gemiddeld 26% van besteedbaar inkomen ­ Uitwonende student: gemiddeld plusminus € 1.219 (inclusief collegegeld) per maand. Hoeveel zo’n student jou daadwerkelijk kost, ligt uiteraard aan het bedrag dat hij of zij gaat lenen.

aan het krijgen van kinderen zit ­ net als aan de meeste andere aspecten van het leven ­ wel degelijk een economische compo­ nent. Het opvoeden van kinderen kost in de praktijk echt klauwen vol geld. Ga er heel voorzichtig maar eens even van uit dat je in ieder geval plusminus 100.000 euro nodig hebt voor het opvoeden van een kind tot zijn of haar 18e levensjaar. Uiteraard is dit slechts een gemiddelde. Wat een kind precies kost ligt onder meer aan het besteedbaar inkomen in jouw huishouden, persoonlijke keuzes en ook aan het aantal kinderen dat je hebt. Naarmate je er meer hebt, worden ze per stuk gelukkig relatief goedkoper. Het CBS heeft becijferd dat één kind gemiddeld 17 procent van het besteedbaar inkomen kost. Je besteedbaar inkomen bestaat uit al je inkom­ stenbronnen bij elkaar opgeteld. Tel als je dit wil berekenen dus niet alleen alle netto­inkomens in je huishouden op, maar denk ook aan vakantiegeld, dividend, kinderbij­

slag en andere toeslagen. Twee kinderen kosten gemiddeld 26 procent van het besteedbaar inkomen, drie kinderen 33 procent en vier kinderen 40 procent. Twee kinderen snoepen zo al snel gemiddeld tussen de vierhonderd en twaalfhonderd euro netto per maand van een huishouden op. Dit gaat dan alleen nog maar over het gemiddelde kind. Een baby zal in eerste instantie duurder uitpakken omdat je allerlei extra spulletjes en luiers en dergelijke moet kopen. Kinderen van een jaar of acht zijn relatief goedkoper, als je tenminste geen hoge kosten voor kinderop­ vang moet maken. Aan pubers hangt gemiddeld het allerhoogste prijskaartje. Uit onderzoek blijkt dat pubers tussen de 13 en 19 jaar hun ouders ruim €7.000,­ per jaar kosten. Het meeste geld gaat op aan dagelijkse dingen als eten en drinken.

Geven is goed. Maar stel ook eisen aan je kind, want dat doet de maatschappij straks ook. Beloof je puber bijvoor­ beeld die mooie smartphone, maar eis wel dat hij of zij minstens vijftig euro per maand zelf gaat verdienen in een bijbaantje en het abonne­ ment volledig zelf gaan betalen vanaf een bepaalde datum. Daar leren ze enorm van.

4. Geef zélf het goede voorbeeld Uit onderzoek blijkt dat kinderen die al jong hebben leren omgaan met geld het later op financieel vlak beter doen. Vooral tussen zes en twaalf jaar wordt hiervoor de basis gelegd. Leer ze in ieder geval zakgeld tellen en uitstellen. Laat ook zien dat je zelf spaart voor grote uitgaven en niet op de pof leeft.

5. Zakgeld en kleedgeld Zakgeld en – op latere leeftijd – kleedgeld, zijn erg nuttig om kinderen te leren budgetteren. Doen dus!

6. Op = op Kom afspraken over geld na. Als een kind opeens niet meer genoeg geld heeft, moet je dat niet zo maar aanvullen. Ze moeten leren dat op ook echt op betekent.

7. Bespreek kosten huishouden Hou niet alles weg bij je kinderen. Laat ze zien wat het huis, de auto, energie en verzekeringen kosten. Het is belangrijk dat ze een idee hebben van wat er in een huishouden financieel gebeurt. Transparantie is goed voor hun financiële ontwikkeling.


webshop

In 2018 elke dag een glimlach

Bestel nu de nieuwe Toos & Henk scheurkalender

€ 14,95

Gun uzelf komend jaar weer een dagelijkse lach van het populaire duo Toos en Henk. Plezier verzekerd tot in het kleinste kamertje.Bestel twee kalenders voor € 24,95 (zonder verzendkosten) en geef de tweede kalender cadeau aan een vriend of familielid. Totaal is het setvoordeel € 8,45! > delimburger.nl/webshop of bel 088-7766550

webshop

€ 19,95

€ 39,95

€ 19,95

Spaarpot en beurs

Vintage wereldkaart

Herenparaplu

Avontuurlijk sparen

Voor de ontdekkingsreiziger

Met wereldkaart-print

Sparen voor je volgende reis was nog nooit zo leuk als met deze terracotta spaarpot in de vorm van een reiskoffer. Bewaar je kleingeld in de handzame portemonnee.

Geef aan waar u allemaal bent geweest op deze klassieke wereldkaart met vintage look. Heeft een handig ophangsysteem met houten latjes en koord. De afmeting is 100 x 73 cm.

Een stevige herenparaplu met een diameter van 110 centimeter die met één druk op de knop de hele wereld opent. Voorzien van metalen baleinen en een houten handgreep.

> delimburger.nl/webshop of bel 088-7766550


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.