Both ENDS Policy Brief October 2017
Small Grants, Big Impacts
Connecting people for change
Wereldwijd werken duizenden grassroots groepen en organisaties aan de bescherming en de verbetering van het milieu, de mensenrechten en de leefomstandigheden van lokale gemeenschappen. Lokaal opgezette ‘small grants funds’ kunnen de schakel zijn tussen het grote geld en deze grassroots organisaties – die vanuit de gemeenschap zijn ontstaan en de mensen op lokaal niveau effectief kunnen ondersteunen. Terwijl steeds meer private donoren de rol van small grants funds erkennen, zijn ze nog te vaak onzichtbaar voor grote internationale donoren en financiers, zoals het Green Climate Fund. Ook financiering vanuit Nederland kan effectiever lokale actoren bereiken door gebruik te maken van dit soort fondsen. Daarnaast zou Nederland financiële instellingen en andere bilaterale donoren moeten oproepen meer gebruik te maken van de structuren van bestaande small grants funds.
Geld van grote fondsen, donoren, overheden en ontwikkelingsbanken zoals de Wereldbank komt slechts bij hoge uitzondering terecht in de haarvaten van onze mondiale samenleving. Het ‘grote geld’ gaat vooral naar grote – vaak internationale - investeerders. Grassroots groepen en organisaties kunnen vanwege hun geringe omvang niet voldoen aan de eisen die worden gesteld door grote internationale fondsen, donoren en financiële instellingen, of zijn simpelweg onzichtbaar. Sommige kunnen vanwege de veiligheid niet openlijk opereren, laat staan dat ze een ‘track record’ kunnen laten zien.
ACHTERGROND
SMALL GRANTS FUNDS: SCHAKEL TUSSEN GROOT GELD EN LOKALE PRAKTIJK
Handel, investeringen, grootschalige landbouw, mijnbouw en klimaatverandering hebben vaak grote gevolgen voor mensen in ontwikkelingslanden. Net als in Nederland, laten de bewoners in bedreigde dorpen en gemeenschappen steeds vaker van zich horen. Zij organiseren zich noodgedwongen om problemen zoals landonteigening, wateronttrekking, vervuiling, droogte en overstromingen het hoofd te bieden. De milieu- en mensenrechtenorganisaties en -groepen die zo zijn gevormd, staan middenin de lokale realiteit. Samen vormen zij een wereldwijde beweging die niet alleen verwoestende ontwikkelingen tegenhoudt maar ook
werk maakt van alternatieve, efficiënte manieren van duurzame ontwikkeling. Ze zijn een bron van inspiratie voor de groeiende groep mensen die zich nog niet georganiseerd hebben, maar wel steeds meer worden bedreigd en in het nauw gedreven. De praktijk leert dat klimaatadaptatie, bosherstel en duurzame productie maatwerk vereisen, zodat effectief op de lokale realiteit kan worden ingespeeld. Bewoners moeten initiatief kunnen nemen en inspraak hebben, zodat gebruik kan worden gemaakt van specifieke kansen, of op de juiste manier kan worden omgegaan met specifieke problemen. Helaas is ons financieringssysteem er niet of nauwelijks op ingericht om deze partijen te ondersteunen.
Om ervoor te zorgen dat groot geld wel terecht komt bij de mensen die met hun voeten in de klei staan, zijn wereldwijd tientallen ‘small grants funds’ opgericht. Deze nationale of regionale fondsen vragen financiering aan bij grote donoren en financiers, om dit geld in kleine bedragen - maximaal een paar duizend euro - door te sluizen aan lokale organisaties en groepen. Small grants funds kennen de actuele lokale situatie goed doordat ze actief contact houden met de bevolking en groepen die steun nodig hebben en bovendien direct geadviseerd worden door mensen die zelf actief zijn in de lokale milieu- en mensenrechtenbewegingen. Veel internationale grote fondsen zoals
bijvoorbeeld het Adaptatiefonds of het GEF beschikken weliswaar zelf over een small grants facility, maar laten zich niet leiden door een dergelijk fijnmazig netwerk van adviseurs en ervaringsdeskundigen. Maar er is meer: small grants funds verstrekken niet alleen financiering, ze delen ook informatie en kennis, ze ondersteunen bij het opbouwen van netwerken en het voeren van gezamenlijke lobby. De ontvangende organisatie blijft altijd zelf bepalen waar het geld aan besteed wordt. Samenwerking leert deze organisaties en groepen ook dat zij niet alleen staan in hun ogenschijnlijk onmogelijke gevecht tegen de
bierkaai. Zo vergroten small grants de bewustwording over cruciale thema’s zoals ontbossing, klimaatverandering en de rechten van vrouwen en versterken ze de nationale en internationale duurzaamheidsagenda’s in brede zin. Small grants funds kunnen bovendien snel en adequaat reageren op crisissituaties, bijvoorbeeld als mensen die opkomen voor milieu- en mensenrechten, bedreigd worden. Met kleine bedragen kunnen deze mensen snel in veiligheid worden gebracht. Het bezwaar dat het voldoen aan vele kleine giften voor een groot fonds zoals het Green Climate Fund ondoenlijk zou zijn, wordt
ondervangen als deze kleine giften via een lokaal small grants fund lopen. Small grants funds treden dus op als schakel tussen de grote donoren en kleine lokale organisaties en zorgen ervoor dat geld en verdere ondersteuning terecht komt bij hen die het echt goed kunnen en zullen gebruiken. Both ENDS is medeoprichter van een aantal small grants funds en werkt nauw samen met fondsen die zich richten op milieu- en mensenrechtenverdedigers. Onze ervaring leert dat deze fondsen onmisbaar zijn om gedoneerd geld op de juiste plek terecht te laten komen om met minimale middelen een zo groot mogelijk effect te creëren.
GEZONDE BESSEN EN ZONNE-ENERGIE IN AMAZONE In het uiterste Noordoosten van Brazilië, midden in een natuurreservaat waar de Amazone uitmondt in vele zijtakken om uiteindelijk te eindigen in de Atlantische oceaan, ligt de gemeente Gurupá. De inwoners zijn voor hun levensonderhoud grotendeels afhankelijk van de consumptie en de verkoop van de açaibessen die overal om hen heen groeien. Deze voedzame bessen worden verkocht aan handelaren die per boot komen en gaan. Omdat de bessen niet lang bewaard kunnen worden in het warme, vochtige klimaat, was er in de oogsttijd altijd een overschot aan açaibessen. De prijzen daalden dan drastisch en bewoners zagen hun inkomen zienderogen slinken. Om dit probleem op te lossen wilden de verzamelaars, die zich hebben verenigd in het boerengenootschap ‘ATRAEIB’, een minifabriekje en opslagruimte bouwen om de açaibessen tot pulp te kunnen vermalen en bewaren. Pulp is veel langer houdbaar dan bessen en bovendien makkelijker te verkopen. Het systeem moest op zonne-energie draaien, want het dorp is te afgelegen om te worden aangesloten op het elektriciteitsnet.
Small Grants Fund ‘Fundo Socioambiental CASA’ doneerde een bedrag van iets meer dan 7500 euro voor de bouw van de pulpfabriek en opslag, en verzorgde een aantal trainingen. Sindsdien is het leven voor de bewoners aanzienlijk verbeterd: de açai wordt nu verhandeld tegen een veel betere prijs. Ook de vrouwen in het dorp hebben nu inkomen: zij verwerken de bessen die door de mannen in het bos worden geoogst tot pulp. De koelinstallaties op zonne-
energie worden behalve voor de açai, ook gebruikt voor ander bederfelijk voedsel, waardoor de bewoners van het dorp nu het hele jaar door genoeg te eten hebben. De school in de regio biedt nu het hele jaar door de traditionele, gezonde en door kinderen geliefde açai-lunch aan, in plaats van uit de stad geïmporteerd voedsel. Dit praktijkvoorbeeld laat vooral zien dat met een klein bedrag een groot resultaat behaald kan worden en zal daarom wellicht navolging vinden in de regio en daarbuiten.
DE VRUCHTBARE SAHEL
Landdegradatie is een van de grootste bedreigingen voor miljoenen mensen op het platteland in de droge gebieden van de Sahel. Landen als Niger, Burkina Faso en Senegal gaan al decennia regelmatig gebukt onder droogte en voedseltekorten. Deze situatie verergert jaar na jaar omdat steeds meer vruchtbaar land verloren gaat door onduurzaam landgebruik, overbegrazing en de gevolgen van klimaatverandering. Gelukkig worden sommige stukken land in de Sahel juist groener en vruchtbaarder. In de jaren ‘80 begonnen boeren en boerinnen in het Zuiden van Niger met het herstel van hun land volgens een traditionele methode die in vergetelheid was geraakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het in de bodem nog steeds aanwezige ‘ondergrondse bos’ van zaden, wortels en stronken: de loten die spontaan uit de bodem ontspringen worden beschermd tegen vee en ongebreidelde kap en er worden speciale snoeitechnieken
toegepast die jonge bomen helpen om sneller te groeien. De tot wasdom gekomen bomen vormen vervolgens buffers die bescherming bieden tegen zandstormen en erosie, en verschaffen bovendien schaduw, groenbemesting, veevoer en hout voor eigen gebruik en verkoop. De bodemvruchtbaarheid en de grondwaterspiegel gaan omhoog, waarna tussen de bomen zelfs voedselgewassen kunnen worden geplant. De technieken die de boeren gebruikten, samengevat onder de noemer ‘Farmer Managed Natural Regeration’ (FMNR), bleken zeer effectief, goedkoop en gemakkelijk uitvoerbaar. Om deze methode ook aan collega-boeren in andere regio’s te kunnen doorgeven, was vooral vervoer nodig om boeren (m/v) te kunnen laten reizen en zelf het verhaal te laten vertellen. Met een small grant via Both ENDS van rond 5000 euro werden dergelijke uitwisselingen gefinancierd. Meer boeren gingen de methode toepassen en begin deze eeuw overtuigden de succesvolle
resultaten een groter fonds, de Turing Foundation, om het initiatief verder te ondersteunen. Met die financiering – die ook weer voornamelijk werd gebruikt voor vervoer om in een groot gebied trainingen te kunnen geven - zijn al 80 dorpen in het district Dogonkiria overgegaan op deze traditionele agro-forestry technieken, waardoor al elfduizend hectare land herstellende is. Onderzoek heeft aangetoond dat het vergroende landschap behalve meer biodiversiteit, inderdaad betere oogsten oplevert en dus meer inkomen én voedselzekerheid. De resultaten bleken zo hoopvol, dat ze aanleiding waren voor een groter fonds om financiering te overwegen voor de komende jaren. Dit geeft een enorme impuls aan de vergroening van de hele regio. Hiermee blijft niet alleen de continuïteit gewaarborgd van bestaande vergroeningsinitiatieven, maar kan de methode op veel andere plekken in de regio worden verspreid. Zo kan een succesvol klein initiatief het begin zijn van iets groots.
WAT NEDERLAND KAN DOEN Een sterk maatschappelijk middenveld staat of valt bij burgers die strijden voor een duurzame samenleving en is van vitaal belang voor het behoud van natuur en respect voor mensenrechten wereldwijd. Grassroots groepen en organisaties signaleren niet alleen misstanden, ze zijn ook aanjagers van alternatieve, inclusieve ontwikkelingsmodellen. Financieringhoe klein ook- is daarbij onontbeerlijk. Enerzijds maakt de Nederlandse overheid zich binnen de partnerschappen met het Nederlandse maatschappelijke middenveld hard voor het respecteren van mensenrechten en duurzaam land- en waterbeheer en trekt ze vaak samen met maatschappelijke organisaties en Nederlandse bedrijven op om maatschappelijk verantwoord ondernemen internationaal op de kaart te zetten. Binnen het ‘Samenspraak en tegenspraak’programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zet de Global Alliance for Green and Gender Action (GAGGA) een stevig programma neer waarin small grants funds een leidende rol spelen. Anderzijds geeft het Nederlandse buitenlandbeleid van de laatste jaren het lokale maatschappelijke middenveld echter zo goed als geen aandacht. Sinds in Nederland in 2012 de hulp- en handel-agenda samengingen, wordt er steeds meer op vertrouwd dat de private sector een grote rol kan spelen in het brengen van duurzame ontwikkeling voor de allerarmsten. Dat kan alleen als lokale groepen in en buiten Nederland serieus betrokken worden bij het plannen van investeringen en programma’s. Het is daarom belangrijk om internationale financieringsstromen op veel grotere schaal naar lokale actoren te laten stromen.
Een aantal kansen ligt voor het oprapen: met het Green Climate Fund (GCF), het VN-Klimaatfonds dat werd opgericht om juist die mensen te bereiken die het hardst getroffen worden door klimaatverandering, heeft Nederland een belangrijk instrument in handen. Het is nu zaak om het bestuur van het GCF, dat zeer eenzijdig lijkt te focussen op grootschalige financiering om snel geld weg te zetten, echt te laten kiezen voor lokale betrokkenheid. Nederland heeft een zetel in dat bestuur en kan er op aansturen dat de voornemens van het Fonds in de praktijk worden gebracht, door gebruik te maken van bestaande small grants funds. Andere mogelijkheden voor Nederland zijn: • Nederland zou zich nog veel sterker kunnen richten op kleinschalige financiering voor lokale organisaties, door ervoor te pleiten dat alle internationale financiële instellingen (IFI’s) waar ons land geld aan geeft - van de Wereldbank tot het Green Climate Fund - ook geld gaan uitzetten via het al bestaande netwerk van small grants funds. • Daarnaast kan Nederland een deel van haar eigen bilaterale giften verdelen via small grants funds. • Nederland kan ook andere donoren, fondsen en financiers aansporen gebruik te maken van small grants funds om de lokale bevolking op een effectieve manier te ondersteunen. Om ervoor te zorgen dat ontwikkelingssamenwerking doet wat het beoogt, namelijk duurzame ontwikkeling brengen aan iedereen, moeten grassroots groepen en organisaties worden betrokken en gesteund. Small grants funds zijn de schakel tussen deze grassroots organisaties en grote financiers. Nederland zou er goed aan doen in de uitvoering van haar beleid gebruik te maken van bestaande structuren van small grants funds.
Voor meer informatie over small grants funds en hoe deze effectief kunnen worden ingezet, kunt u contact opnemen met: Annelieke Douma: a.douma@bothends.org Tamara Mohr: t.mohr@bothends.org
Connecting people for change
Both ENDS Nieuwe Keizersgracht 45 1018 VC Amsterdam The Netherlands Telephone +31 20 530 66 00 Fax +31 20 620 80 49 E-mail info@bothends.org Website www.bothends.org