Hét magazine voor duurzaam bouwen
Bouwgroen
Duurzame bouwmaterialenhandel
Circulair bouwen
Restyling vakantiewoningen
Bouwcenter RAB
Duurzaam en elektrisch vervoeren
Tips
Transitie naar aardgasvrije wijken
Bouwcenter Concordia
Renovatie met biobased materialen
zomer 2023 | nr. 12
BOUWCENTER
De materialen die we aan onze klanten in de aannemerij verkopen, leveren we veelal af op de bouwplaats. Dat is op zichzelf niets bijzonder. Toch voltrekt zich juist daarin een revolutie. We stappen immers van dieselwagens over op innovatieve elektrisch aangedreven mobiliteit. Dat deden we bij onze Bouwcenters al met e-busjes en vorkheftrucks. Daar komt nu bij dat we ook de zware transporten gaan elektrificeren. Is dat een eenvoudige ‘inruil’ van de bekende diesels voor een elektrisch aangedreven wagen? Nee, zeker niet. Samen met twee van onze vaste transporteurs onderzochten we vanuit Bouwcenter RAB in de afgelopen twee jaar alle voors en tegens. Er was veel onduidelijk over zaken als actieradius, maximaal gewicht, wet- en regelgeving naast zaken als onderhoud, opladen en nog veel meer.
Kort gezegd, toen we als driemanschap aan deze ontdekkingsreis begonnen, wisten we van niks. Inmiddels zijn we bijna experts. Dat wordt ook (h)erkend in de markt. En zelfs bij de overheid. Zo gaven Jaap Rumping en Maarten Kuijf, de transporteurs, samen met onze regiomanager Jan van Veen niet lang geleden een presentatie aan het Logistiek Platform Utrecht, dat is gericht op het mkb. Zij deelden daar als voorlopers de ervaringen en maakten echt indruk.
Met trots kan ik nu melden dat we vanaf begin 2024 twee elektrische vrachtwagens met bak en laadkraan gaan inzetten voor leveringen. Daarmee zetten we, samen met onze transporteurs, een grote stap naar verduurzaming, want de dagen van de ronkende dieselwagens in onze binnensteden zijn geteld. Wij kijken vooruit en plannen onze investeringen zo dat ze een bijdrage leveren aan de toekomst. Zo komen er bij al onze vestigingen op termijn ook (snel)laadpalen, zodat klanten die ons bezoeken ook hun wagen kunnen opladen.
We staan aan het begin van een omwenteling. Net als anderhalve eeuw geleden paard en wagen werd verdrongen door de stroomtrein, gaan we nu van diesel naar elektrisch aangedreven vervoer. Het laat zien dat we als ondernemers onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen!
Op stoom naar een duurzame toekomst Jan Jacob Rab
RAB Beheer
Directeur
Bouwgroen; Tips over du
;deeersteduurza m e b o u w m a lednahnelaret Prefab bouwenmetBouwcent er C o n c o r d ai Elektrische vrachtwagen bij Bou w c e n t e r BAR uurzaamrenoveren Cirkel 12 | zomer 2023 ( 3
Circulair bouwen, dus samenwerken!
We realiseren ons steeds meer hoe waardevol onze aarde is. We gaan voor minder verspilling en meer voor hergebruik van materialen. Op weg van een lineaire naar een circulaire economie! Het besef komt steeds meer dat afval een waardevolle bron vormt voor nieuwe grondstoffen en materialen. Daar worden al mooie stappen in gezet, maar dit kan nog beter!
Er ligt een taak voor ons allemaal. Van opdrachtgevers, architecten tot aan de bouwende partijen. En dat begint bij samenwerken! We moeten van elkaar weten wat er allemaal al kan. Ook als producent is het belangrijk om die samenwerkingen te zoeken. Want als de wereld niet weet dat je circulaire producten maakt, zetten ze je producten ook niet in als circulair materiaal. Daarom zijn wij een samenwerking aangegaan met GP Groot Recycling. Samen realiseren wij circulaire kalkzandsteen elementen.
Het streven is dat er uiteindelijk geen afval meer overblijft en dat er minder gebruik wordt gemaakt van nieuwe delfstoffen (virgin materialen). Gebouwen moeten aan het einde van hun levensduur circulair worden gesloopt. Dat betekent zodanig slopen, ontmantelen, demonteren en remonteren, dat de grondstoffen die vrijkomen weer in andere projecten hoogwaardig worden toegepast. Direct herbruikbare materialen kunnen hun weg vinden in nieuwe (bouw-)projecten. De resterende materialen worden gescheiden en de verschillende grondstofstromen kunnen via de sloper en de afvalverwerker weer naar de producent om nieuwe producten te maken. Met de steenachtige stroom materialen die vrijkomen vanuit gesloopte kalkzandsteencasco’s maken we bij Calduran weer nieuwe kalkzandsteen Caldubo elementen en is de cirkel rond.
-advertorial-
inhoud
Bouwcenter Concordia
Renovatie oude boederij met biobased bouwmaterialen
Bouwcenter RAB
Elektrische vrachtwagen
Circulair bouwen
Restyling vakantiewoningen
Duurzaam bouwen
Aardgasvrije wijken
Cirkel nieuws
Nieuwe producten uit de markt
Tips
Transitie naar aardgasvrije wijken
Duurzaam bouwen
Met gipskartonplaten
Tips
Starten met biobased bouwmaterialen
Bouwgroen
Eerste duurzame bouwmaterialenhandel
Laatste nieuws
Ontwikkelingen in de markt
COLOFON
Zomer 2023– nr. 12
© Bouwcenter, Gorinchem
In samenwerking met de Bouwcentervestigingen en Duurzaam Gebouwd. Deze Cirkel is met zorg samengesteld. Voorbehouden zijn zet- en drukfouten. Niets uit deze uitgave mag
pagina 6
pagina 10
pagina 14
pagina 16
pagina 20
pagina 23
pagina 24
pagina 29
pagina 30
pagina 35
zonder toestemming worden gedupliceerd.
Vormgeving en ontwerp cover: Marketing team Bouwcenter
Hoofdredactie: Marvin van Kempen en Marketing team Bouwcenter
Teksten: Tim van Dorsten, Tom de Hoog en Tseard Zoethout
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 5
Renovatie oude boerderij met biobased bouwmaterialen
Het werken met biobased bouwmaterialen in de bouwsector is aan een flinke opmars bezig, merkt Giel Lieffering van Bouwcenter Concordia. “We sturen steeds meer op bouwen met ecologische bouwmaterialen, maar de vraag moet wel van de opdrachtgever komen.” Uit het Friese dorp Augustinusga kwam die vraag ook, van een eigenaar van een boerderij.
Aan de Reahel in Augustinusga staat een oude boerderij, die nodig aan een flinke verbouwing toe was. De Haan Bouwbedrijf nam de uitvoering van het uitgebreide renovatieproject op zich, die onder meer het verwijderen en opnieuw opbouwen van de gehele achterzijde inhield. De eigenaar van het bouwbedrijf, Albert, benaderde accountmanager Giel Lieffering van Bouwcenter Concordia uit het Groningse Grijpskerk eind vorig jaar, omdat hij een woning wilde gaan renoveren met natuurlijke bouwmaterialen. “We kennen Albert sinds 2021”, vertelt Lieffering. “Hij is een aannemer die altijd open staat voor nieuwe producten, maar was nog niet zo bekend met het bouwen met natuurlijke bouwmaterialen, zoals biobased bouwmaterialen. Dat was bij dit project een belangrijk punt, aangezien zijn klant het liefst zo veel mogelijk biobased bouwmaterialen in zijn gerenoveerde boerderij toegepast wilde hebben [zie meer dan alleen biobased dakpanelen]. Om hierover informatie en advies in te winnen, nam hij contact met mij op.”
Van de achterzijde van de oude boerderij is enkel de bestaande houten constructie blijven staan, maar die constructie heeft inmiddels geen dragende functie meer. Een nieuwe stalen constructie heeft deze dragende functie van het dak overgenomen. Boven op die nieuwe constructie heeft De Haan Bouwbedrijf een prefab kap van Isovlas geplaatst. “In overleg met Isovlas hebben we voor de dampopen VRD dubbelschalige dakelementen gekozen, omdat deze kap voor dit project het meest geschikt is”, legt Lieffering uit. “Deze kap zorgt namelijk voor een Rc-waarde van 6,3 en voldoet daarmee aan de Rc-eis voor nieuwbouw op het gebied van dakisolatie.” De dampopen dubbelschalige dakelementen beschikken over een ecologische natuurspaander van 12 millimeter als onderplaat, 260 mm vlaswol als isolatiemateriaal en een bovenplaat van 12 mm natuurspaander. Dit zorgt voor een totale dikte van 284 mm.
Prefab bouwen
Als extra voordeel biedt Isovlas de mogelijkheid om de kap in haar eigen fabriek op maat te maken. “De Haan Bouwbedrijf heeft de tekening van de staalconstructie van de boerbedrijf naar Isovlas gestuurd”, legt Lieffering uit. “Op basis van die tekening heeft Isovlas gezorgd voor uitstekend passende prefab elementen. Op de bouwplaats hoefde de medewerkers van De Haan Bouwbedrijf de dakelementen slechts op de juiste plaats te leggen. Hierdoor kon de kap in een ochtend tijd helemaal worden geplaatst.” Om hiervoor te zorgen, heeft het bedrijf in isolatiemateriaal ieder prefab element voorzien van vier hijslussen. Zo kon een hijskraan ieder element eenvoudig naar de juiste plek op het dak hijsen. “In onze ogen is dit echt de toekomst. Niet alleen de toepassing van biobased bouwmaterialen, maar ook het werken met prefab bouwelementen. Hierdoor hoefden de medewerkers van De Haan de elementen niet meer op de bouwplaats op maat te zagen, maar konden ze de elementen direct op de juiste plek leggen.” In totaal heeft Isovlas voor ruim 200 vierkante meter aan dampopen dubbelschalige dakelementen gezorgd voor de oude Friese boerderij. Het dak is inmiddels geplaatst, maar de werkzaamheden zijn nog niet afgerond. Naar verwachting is De Haan Bouwbedrijf eind dit jaar volledig klaar met de grootschalige renovatie van deze boerderij.
6 ) Cirkel 12 | zomer 2023
Meer dan alleen biobased dakpanelen
Niet alleen de dampopen dubbelschalige dakelementen, maar onder meer ook de binnenisolatie van de gerenoveerde boerderij in Augustinusga is afkomstig van het isolatiebedrijf Isovlas. Bouwcenter Concordia heeft voor de levering van al deze bouwmaterialen gezorgd. Dit geldt ook voor het vurenhout en het plaatmateriaal, die ook een bestemming in de gerenoveerde boerderij hebben gekregen. “De opdrachtgever wilde zo veel mogelijk ecologische bouwmaterialen in zijn boerderij toegepast hebben”, vertelt Giel Lieffering van Bouwcenter Concordia. “Gezien de toenemende vraag hebben we deze materialen steeds vaker op voorraad. Daarom konden we op tijd op de vraag reageren.”
Cirkel 12 | zomer 2023 (
Extra flexibiliteit voor begane grondvloeren
Wil jij ook extra flexibiliteit als het gaat om begane grondvloeren? De Combinatievloer van De Hoop Pekso is verkrijgbaar in vier verschillende h.o.h. afstanden! De combinatievloer biedt maatwerk voor vrijwel iedere begane grondvloer en heeft daarnaast hoge isolatiewaarden tot Rc 6,0 m²K/W.
De combinatievloer biedt maatwerk voor vrijwel elke begane grondvloer. De combinatievloer is zeer geschikt wanneer er tegels op de afwerklaag worden geplaatst, omdat deze vloer de minste kans op rechtlijnige scheurvorming in de harde afwerking oplevert.
Eigenaren van bestaande woningen kunnen onder voorwaarden ISDE-subsidie verkrijgen als ze de thermische kwaliteit van hun pand laten verhogen door extra isolatie. De Hoop Pekso biedt vloeroplossingen die uitermate geschikt zijn voor het vervangen van oude houten vloeren. Onze combinatievloeren zijn in meerdere isolatiewaarden verkrijgbaar en uitermate snel uit voorraad leverbaar. Vraag ernaar bij jouw Bouwcenter.
-advertorial-
Lieffering
Ecologisch product
De kap van Isovlas biedt volgens Lieffering veel voordelen. “Zo zorgen de dampopen dakelementen voor de ideale temperatuur-regulerende dakisolatie en creëren ze een optimaal leefklimaat. Onder het dak blijft het in de zomer aangenaam, terwijl de gevoelstemperatuur in de winter veel langer behaaglijk blijft. Daarnaast is het materiaal vochtregulerend en zijn extra ventilatievoorzieningen niet meer nodig. En aangezien het ecologische producten zijn, zorgen ze voor CO2-opslag en daarmee ook voor milieuwinst.” Volgens Lieffering neemt de vraag naar biobased bouwmaterialen toe. “Dit was voor mij het eerste project waarin ik namens Bouwcenter Concordia voor een Isovlas-kap heb gezorgd. We merken dat de vraag naar biobased bouwmaterialen echt gigantisch in opmars is. Dit komt onder meer omdat de prijzen voor traditionele bouwmaterialen zijn gestegen, waardoor ze steeds meer met elkaar zijn gaan concurreren. Daarom hebben we ook steeds meer ecologische bouwmaterialen op voorraad liggen. Wel merken we dat veel bouwbedrijven nog steeds conservatief zijn; de vraag naar biobased bouwmaterialen moet echt van opdrachtgevers komen. Om bouwbedrijven toch meer naar de diverse soorten biobased bouwmaterialen te sturen, zijn we met informatieavonden over biobased bouwen begonnen. We merken dat die avonden aannemers over de streep kunnen trekken.”
Cirkel 12 | zomer 2023 (
Gi e l Lieffering
Vaarwel diesel, welkom elektrische vrachtwagen!
Bij Bouwcenter RAB, met negen vestigingen in de Randstad, zag directeur Jan Jacob Rab zeven jaar geleden het energieverbruik op de bedrijfslocaties. Vanuit de visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen kon dat beter en zo kwamen er zonnepanelen op de daken. Die leveren op een zonnige dag al gauw zo'n zes megawatt aan - te salderen - elektriciteit. Kon transport ook niet duurzamer? Met algemeen directeur Sandra van der Ploeg volgde hij de ontwikkelingen rondom vrachtwagens. Wordt het waterstof of elektriciteit als ‘brandstof’? Samen met twee vaste transporteurs voor het vervoer van zware materialen startte een echte ontdekkingsreis.
“We wisten er helemaal niks over. Juist dan is gezamenlijk optrekken om kennis te vergaren en te kijken hoe we dit konden gaan doen zo belangrijk”, zegt Jan Jacob Rab. “Nadat ik samen met Sandra verkennende gesprekken had gevoerd, zijn we met twee van onze vaste transporteurs voor levering van bouwmaterialen aan de aannemers, Jaap Rumping en Maarten Kuijf, informatie gaan verzamelen. Dat was zo’n twee jaar terug. Belangrijk was dat ook de business case zou kloppen voor de aanschaf van elektrische vrachtwagens, rekening houdend met de subsidiemogelijkheden.” Dat de wetgeving rond vervoer en emissies verandert, speelt voor deze ondernemers ook een rol. Rumping licht dat toe: “Voor de milieuzones in steden moet al het gemotoriseerd vervoer dat vanaf 2025 nieuw op kenteken komt en de stad in wil rijden zero emissie hebben.”
Werken met hubs geen oplossing
Jan Jacob Rab: “Grote steden willen geen ronkende diesels meer in de binnenstad. Dat begrijp ik ook wel, het is ook niet heel gezond. Zo kochten we al elektrische busjes waarmee we in Amsterdam en Utrecht kleinere bestellingen kunnen afleveren bij onze klanten. Dat gaat goed, maar in die busjes kan niet zoveel mee, want laadgewicht bepaalt de actieradius. Dus de vraag bleef hoe we de echt zware en omvangrijke leveringen konden verduurzamen. Daarbij weet ik dat de overheid voorstelt om rond de grote steden hubs in te richten, zodat daar de opdeling naar kleinere leveringen kan plaatsvinden. Dat is echter geen werkbare oplossing in onze business waar de marges dun zijn. En er is ook het risico op beschadiging vanwege de vele handelingen bij opdelen van leveringen. Het is daarom belangrijk dat transport over zo min mogelijk schijven gaat. ’Winst en verlies liggen dicht bij elkaar’, zei mijn vader als oprichter van ons familiebedrijf al.”
De kracht van het familiebedrijf
Volgens Maarten Kuijf is de drive bij het drietal om voorloper te zijn belangrijk. ”Bouwcenter RAB wilde, net als wij, er meteen bij zijn. Als transporteur willen we de boot niet missen als het om elektrificeren gaat. Daarbij spraken we in ons driemanschap af dat het geen verdienmodel van een van de partners mocht worden. Het moet echt een ‘open boek’ zijn. Dus, helder over hoe we met de kosten omgaan en ook hoe zit het met het werk en de opdrachten. Ook het verkrijgen van subsidies op de aanschaf speelde een rol. We hebben die subsidies inderdaad gekregen voor de twee wagens die nu zijn aangeschaft. Dat was een geluk, want wat daarvoor beschikbaar was in 2022 bij de overheid was binnen een kwartier overschreden.” Er op tijd bij zijn onderstreept ook Jan Jacob Rab. “Wij werken al bijna negen jaar met elektrische vorkheftrucks in onze magazijnen. Nu we deze stap met onze transporteurs gaan zetten, komt er nog veel meer bij kijken. Maar wat ik ook heel belangrijk vind, is dat we alle drie vanuit een familiebedrijf dit hebben opgepakt. ‘Zet drie bedrijven bij elkaar’ klinkt simpel, maar de praktijk is dat van de honderden opzetjes voor samenwerkingen de meeste sneuvelen binnen een jaar. Wij kennen elkaar door en door en trekken er echt samen in op. Jaap Rumping beaamt dat: “We zijn alle drie familiebedrijven en hebben geen aandeelhouders die ons beperken in onze beslissingen omdat ze bang zijn voor het rendement op hun aandelen.”
Jan Jacob Rab besluit met de constatering dat dit een ontdekkingsreis was die je alleen kunt ondernemen als je elkaar volledig kunt vertrouwen.
paaJ gnipmuR , naJ Jboca R a b e n Maarten Kuij f 10 ) Cirkel 12 | zomer 2023
Leertraject
Wat betekent het om zware lading met elektrisch aangedreven vrachtwagens te gaan vervoeren? Het zijn allereerst belangrijke, bedrijfskritische beslissingen die toekomstvast moeten zijn. Maarten Kuijf: “De eerste vrees voor ons als transporteurs is de 'actieradius'. Kan ik het werk wel doen met een e-vrachtwagen? Drie jaar geleden kon een opgeladen e-vrachtwagen nog niet meer dan 100 km rijden voordat laden nodig was. Dat was voor ons niet werkbaar, niet operationeel en niet financieel.” Jaap Rumping vertelt hoe zij dat aanpakten. “De benodigde actieradius bepaalden we door over een langere periode de kilometers die we met onze dieselvrachtwagens maakten te monitoren. Daaruit namen we het gemiddelde en keken we ook naar de uitschieters. Zo wisten we dat we niet moesten bezuinigen op accucapaciteit.”
Daarbij is de wagen zelf niet de enige factor. Voor laden en lossen zit op de wagens een laadkraan en ook die moet worden aangedreven. Dat kost stroom en dat moet worden meegerekend in de inschatting van gebruiksduur op een volgeladen accupakket. Een ander aspect is die wat elektrificatie van vervoer betekent voor bijvoorbeeld onderhoud van de wagens. Rumping: “Onderhoud wordt totaal anders. Monteurs met kennis over wagens van voor de eeuwwisseling weten niets van deze techniek. Ook de chauffeurs moeten met een andere ‘mindset’ op pad, want alles zal gaan om de actieradius. Dan is er de planning die vanwege de actieradius ook anders gaat lopen. Het is echt een revolutie …” Om kennis te vergaren nodigde het drietal experts op verschillende gebieden uit. In een aantal sessies ontstond er zo een beeld van de ontwikkelingen en ook de kosten van de overstap naar elektrische mobiliteit.
En de winnaar is …
Welke elektrische vrachtwagen kwam naar voren als het beste passend bij de taken? Kuijf: “We hebben een bakwagen nodig met een autolaadkraan voor de bouwmaterialen. Gewicht is best een ding en een kraanopbouw is ook zwaar. We kwamen bij Volvo uit die in 2022 een van de eerste fabrikanten was die wagens ontwikkelde die voldeden aan onze specificaties. Wel wilden we zes accu's onder de wagen en dat bleek best een puzzel. Nu kan het wel door deels de subsidie en omdat de actieradius en specificaties voldoen aan onze eisen. We hebben nog steeds alle drie echt geïnvesteerd om dit mogelijk te maken. We gaan er alle drie nu vanuit dat onze keuze op termijn de beste blijkt te zijn, maar dat moet zich nog bewijzen.” Jaap Rumping zegt daarover: "Technisch gezien willen we een auto hebben die meer dan negentig procent van het werk aankan. Dan kom je uit op een trekker met een 10-tons vooras. Volvo heeft die en die komt zomer 2023 in productie. Dat betekent dat we begin 2024 kunnen gaan rijden met de e-wagens, want ook de laadfaciliteiten moeten nog worden geïnstalleerd.” Uiteindelijk gaat het om grote wagenparken die moeten worden verduurzaamd. Bij Kuijf gaat het om een vloot van veertig wagens en bij Rumping omvat het wagenpark 85 trekkende en honderdvijftig getrokken eenheden.
120 kW snellaadpalen
Over de laadpalen weet Jan Jacob Rab te melden dat deze op de locaties in Alkmaar en Utrecht komen. Daarbij levert RAB Bouwcenter de elektriciteit om de e-vrachtwagens op te laden zonder kosten aan de transporteurs. “De wagens kunnen straks ’s nachts bij onze vestigingen opladen. We leveren die elektriciteit vanuit onze visie dat energie geen verdienmodel voor ons moet zijn. Het hoort gewoon bij onze kijk op maatschappelijk verantwoord ondernemen,” Daarbij ziet hij ook mogelijkheden om de laadpalen overdag te exploiteren als klanten met elektrische wagens die snel willen opladen. ‘Klanten kunnen dan met een pasje aanmelden en dan snel opladen. Dat past in ons bedrijfsmodel om servicegericht te zijn en onze klanten de faciliteiten te bieden die voor hen belangrijk zijn.”
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 11
Kies
samen
met FAKRO
de weg naar duurzame dakrenovatie
Kies samen met FAKRO de weg naar duurzame dakrenovatie
FAKRO staat bekend als een vooraanstaande producent van dakramen van topkwaliteit: met FAKRO creëer je ‘t mooiste licht in huis. FAKRO wil samen met de koplopers in de Nederlanse woningsector de weg inslaan naar duurzame dakraamrenovatie en ontwikkelde
FAKRO staat bekend als een vooraanstaande producent van dakramen van topkwaliteit: met FAKRO creëer je ‘t mooiste licht in huis. FAKRO wil samen met de koplopers in de Nederlanse woningsector de weg inslaan naar duurzame dakraamrenovatie en ontwikkelde
hiervoor FAKRO Life Cycle Service. Hiermee creëren we ‘t mooiste licht van vandaag én morgen.
hiervoor FAKRO Life Cycle Service. Hiermee creëren we ‘t mooiste licht van vandaag én morgen.
FAKRO Life Cycle Service is dé totaaloplossing voor duurzame, projectmatige vervanging van minimaal
FAKRO Life Cycle Service is dé totaaloplossing voor duurzame, projectmatige vervanging van minimaal 50 dakramen. Gericht op de verduurzaming van bestaande woningen, maar ook geschikt voor de bouw van nieuwe, duurzame woningen. Voor ambitieuze partijen die bij het kiezen voor circulaire bouw net als FAKRO niet afwachten maar aanpakken.
50 dakramen. Gericht op de verduurzaming van bestaande woningen, maar ook geschikt voor de bouw van nieuwe, duurzame woningen. Voor ambitieuze partijen die bij het kiezen voor circulaire bouw net als FAKRO niet afwachten maar aanpakken.
Meer informatie hierover op www.fakro.nl/lifecycleservice
Meer informatie hierover op www.fakro.nl/lifecycleservice
-advertorial-
Duurzaamheid komt van binnenuit
Het duurzaamheidsbeleid bij Trespa International BV is gebaseerd op de wezenlijke motivatie om van ‘minder slecht’ voor het milieu te verschuiven naar ‘goed’. “Daarbij realiseren we tegelijkertijd nieuwe waarden”, zegt René van Boxtel, Country Manager voor het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Nederland bij het bedrijf in Weert. Van Boxtel duidt dit heldere statement vanuit de volgende perspectieven: DO NO HARM, DO GOOD en DO BETTER.
“Biobased refereert naar de oorsprong van materialen. Deze moeten van hernieuwbare bronnen zijn (bijvoorbeeld, hout, natuurlijke vezels, suiker,...). Biobased materialen moeten binnen relatief korte periode weer aangegroeid zijn. Zo heeft Trespa® Meteon® dit productlabel van Biosourcé. Daarmee is deze uniek in combinatie met de lange referentie levensduur van minimaal 50 jaar!”
Van Boxtel tot slot: “De belangrijkste factor voor duurzaamheid is dus een lange levensduur van onze producten. Immers, hoe langer het product meegaat, des te langer is de periode waarover de milieu-impact in verband met de productie van grondstoffen en het productieproces kan worden uitgesmeerd. Omdat ze minder vaak vervangen hoeven te worden, leiden producten die lang meegaan tot een geringer gebruik van grondstoffen, een lagere uitstoot van vervuilende stoffen en minder afval dan goederen met een korte levensduur. De uitzonderlijke kwaliteit van al onze producten is een gevolg van deze visie, omdat het per definitie zeer duurzame materialen zijn die lang meegaan.”
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 13 -advertorial-
Strakke planning bij restyling vakantiewoningen
Dit voorjaar renoveerde de Geluk Groep uit Sint-Philipsland 45 vakantiewoningen in Drenthe. Voor de verhuurder was het belangrijk dat de restyling tussen de Kerst en het Paasweekeinde zou plaatsvinden. Projectleider Kevin van den Bemt vertelt hoe ze dit aanpakten.
“Wij doen grootschalig onderhoud en renovatie voor woningcorporaties, verenigingen van eigenaren (VVE's) en voor vakantieparken”, aldus Van den Bemt. “Het gaat vrijwel altijd om bestaande bouw en zowel de buiten- als de binnenkant. Voor de leisuremarkt werken we landelijk en ook over de grens in Duitsland en België, voor de andere marktsegmenten is dat Zeeland, West-Brabant en Zuid-Holland.”
Renovatie is maatwerk
De Geluk Groep kreeg van Roompot de opdracht voor restyling en renovatie van 45 woningen in het vakantiepark Hunzedal in Drenthe. De keuze voor renovatie maakt dat bruikbare en kwalitatieve onderdelen van een gebouw behouden blijven. Tegelijkertijd krijgt het een welverdiende duurzaamheidsupdate, om de tand des tijds weer decennialang te doorstaan. Van den Bemt: “De oude deuren en kozijnen waren in slechte staat en bovendien te laag, want mensen zijn gewoon langer geworden. De doorloophoogte moest dus aangepast worden. Bij de verwijdering van de oude deuren en kozijnen bleek ook dat de maatvoering per vakantiewoning niet uniform was. Er zaten verschillen waardoor we met een andere oplossing voor de kozijnen moesten werken. Bij Bouwcenter Esselink, waar we onze materialen bestellen, hebben ze ons daarover goed geïnformeerd. Met kozijnen op een standaardmaat waren we zeker in de problemen gekomen, maar Bouwcenter leverde ons de materialen waardoor onze timmermannen de kozijnen ter plekke op maat konden maken.”
Goed geplande logistiek
Bij projecten van deze omvang is een goed uitgedachte logistiek voor aanlevering van materialen belangrijk. Enerzijds omdat veelvoudige transportbewegingen voor uitstoot van broeikasgassen zorgen. Dat willen we zo veel mogelijk beperken met het oog op het Klimaatakkoord. Daarnaast kan het af- en aanrijden van transport voor overlast zorgen op de locatie. Hoe pakte Van den Bemt dit onderwerp aan? “Wat altijd speelt is dat op een vakantiepark de huisjes wat verspreid liggen. Dan is het handig als je pakketten op pallet per vakantiewoning kunt krijgen, zodat een optimale planning van het werk mogelijk is en je geen tijd verlies.
Daarvoor biedt Svedex een speciale service. Zij leverden hun deuren op pallets die we op het terrein konden opslaan in een tijdelijke opslagunit. Vervolgens konden we volgens onze planning met een verreiker een pallet met Svedex-deuren bij elk vakantiehuisje afleveren. Ook van de sleutelservice van Svedex maakten we gebruik en daarvoor hadden we vooraf secuur aangegeven in welke deuren wat voor type slot moest komen.”
-advertorial-
14 ) Cirkel 12 | zomer 2023
“Maatwerk uit de eigen timmerfabriek Bouwcenter leverde meerdere materialen voor dit project. Naast het advies over en de materialen voor de kozijnen plus de daarbij behorende orderafhandeling en bestelling bij de leveranciers, betrof dat bovenlichten voor de vakantiewoningen. Verder maakte de Geluk Groep in de eigen timmerfabriek vensterbanken op maat voor de vakantiewoningen. Het hout - immers een biobased materiaal dat CO2 opslaat - leverde Bouwcenter Esselink ook. Van den Bemt: “We doen veel zaken met dit Bouwcenter. Zo maken we in onze timmerfabriek in Bruinisse ook producten die zij bij ons bestellen. Dat kunnen houten wanden, kappen of aanbouwen zijn voor woningen.”
Drie maanden hard werken
Van den Bemt over dit project. “Het was natuurlijk niet om de hoek voor ons. Daarom verbleven onze mensen op het vakantiepark tijdens de dagen dat zij er aan het werk waren. Dat we het konden opleveren voor het Paasweekend was echt geweldig, we hebben daar hard voor gewerkt. In drie maanden tijd is alles gedaan, van het slopen en verwijderen van de oude materialen tot aan het weer verhuurbaar maken.”
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 15
Aardgasvrije wijken: welke kansen zijn er?
Eerst was er de plotselinge afbouw van aardgaswinning uit het Slochteren veld. Vervolgens viel Putin Oekraïne binnen en explodeerde de prijs van aardgas. Het is duidelijk: we moeten zo snel mogelijk van het aardgas af, al was het alleen maar door de toenemende klimaatverandering. Het Rijk zet daarom in op aardgasvrije wijken. Hoe is het daarmee gesteld? En welke mogelijkheden liggen er?
Het kabinet wil dat de gebouwde omgeving in 2050 energieneutraal wordt, In totaal gaat het om zeven miljoen woningen en een miljoen andere gebouwen. In het Klimaatakkoord is afgesproken om al in 2030 anderhalf miljoen woningen te verduurzamen. Om die doelstellingen te halen, moeten er jaarlijks zo’n 300.000 woningen van het aardgas worden afgekoppeld. Daarom heeft de regering in 2018 het PAW (Programma Aardgasvrije Wijken) opgesteld: miljoenensubsidies voor experimenten via zogenaamde proeftuinen. Sinds begin 2023 is het PAW, samen met het ECW (Expertisecentrum Warmte), opgegaan in het NPLW (Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie). Aan deze proeftuinen nemen meer dan zestig wijken deel, verspreid over 56 gemeenten in heel Nederland.
Duurzame bronnen
Wie de transitie in de gebouwde omgeving bekijkt, valt een aantal zaken op. Haalden we onze energie eerder uitsluitend uit de grond (via fossiele bronnen), in de 21ste eeuw zullen we die steeds meer van de grond moeten halen (via duurzame opwekking). Uiteraard levert dat meer ruimtebeslag op, vooral in de vorm van grote winden zonneparken. Verder heeft duurzame opwekking uit andere bronnen zijn weerslag op de bodem en het waterleven. Denk bijvoorbeeld aan aardwarmte, diepe geothermie of de drieling TEO, TEA en TED (ofwel Thermische Energie uit Oppervlakte-, Afval- en Drinkwater). De keuze voor een combinatie van duurzame bronnen heeft grote gevolgen voor de warmtetransitievisie die onze gemeenten, in het kader van de RES (Regionale Energie Strategie), de laatste tijd hebben ontwikkeld.
Diversiteit bouw
Tussen nieuwbouw en de bestaande bouw zitten grote verschillen. Voor de nieuwbouw geldt sinds medio 2018 een aardgasverbod, d.w.z. dat huizen niet langer automatisch op het gasnet worden aangesloten. Ook is de EPC voor nieuwbouw vanaf begin 2021 vervangen door BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). In het kort komt de norm erop neer dat nieuwbouw aan drie eisen moet voldoen: minimale inzet van fossiele energie, de energievraag reduceren en een zo hoog mogelijk aandeel hernieuwbare energie. Zonnepanelen en warmtepompen zijn voor nieuwbouw bittere noodzaak. Wel lopen dergelijke all-electric wijken steeds meer aan tegen netverzwaring en moet uitvoering soms worden uitgesteld.
De bestaande bouw van circa zeven miljoen woningen aardgasvrij maken is echter de grootste uitdaging. Dat gaat gepaard met forse investeringen voor renovatie en aanleg van infrastructuur. Waar meerinvesteringen voor duurzame nieuwbouw circa 15.000 euro per woning bedragen, liggen die voor de bestaande bouw, zowel particuliere als huurwoningen, een factor vier hoger. Het spanningsveld tussen duurzaamheid en betaalbaarheid heeft de overheid recent ook erkend. Naast het NPLW zet men eveneens in op de hybride route waarbij woningen deels door aardgas, deels door duurzame bronnen via een warmtepomp worden verwarmd wanneer de CV-ketel aan vervanging toe is. Dat gaat veel sneller en bespaart op de kosten voor de energietransitie, beamen bouwexperts.
De bestaande bouw kent uiteenlopende woning- en wijktypen. Woningen tussen de Tweede Wereldoorlog en de jaren ’80 zijn slecht geïsoleerd, om over monumentale gebouwen maar te zwijgen. Vanaf de jaren ’80 werden rijtjeshuizen neergezet en verrees er hoogbouw in grote steden. Die kunnen sterk worden verbeterd en via warmtenetten (qua warmte) veel duurzamer worden gemaakt. Bebouwing op het platteland, vooral in dorpen en buurtschappen, is verspreider, met vaak minder en lagere aansluitingen op het elektriciteitsnet.
16 ) Cirkel 12 | zomer 2023
Aardgasloze opties
Voor aardgasvrije wijken staat een aantal mogelijkheden open. Behalve voldoende financiering voor de verhuurder of huiseigenaar is de keuze mede afhankelijk van de energetische staat van de woningen, de dichtheid van bebouwing, aansluiting op het elektriciteitsnet en de ligging (bodem, water en natuur). Inmiddels bestaat er een scala aan technologieën voor toepassingen op woning- en wijkniveau. Warmtepompen, individueel of collectief, springen het eerst in het oog. Verder worden bronnen als WKO (warmte/koudeopslag voor complexen), groengas, aqua- en geothermie in toenemende mate ingezet.
Warmtenetten (of wijkverwarming) zijn een aparte tak van sport waarmee grote investeringen gemoeid zijn. Weliswaar komen wijken op die manier van het aardgas af, het betekent nog niet altijd dat de bron duurzaam is. Vooral oudere warmtenetten – of uitbreidingen daarvan - halen warmte op hoge temperatuur uit fossiele energiebronnen (zoals de energiecentrale in Diemen) of uit industriële restwarmte (zoals de Rotterdamse haven). In tegenstelling tot lagere temperatuurnetten – die warmte onder de 50 °C opkrikken – hoef je weinig aanpassingen uit te voeren; een uitkomst voor oudere, slecht geïsoleerde woningen.
Cirkel 11 | winter 2022/2023 ( 17
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 17
Halve-doosin-doos
Fermacell biedt een veelbelovende oplossing voor de renovatie van verouderde woningen in Nederland: het halve-doos-in-doos concept! Dit innovatieve droogbouwsysteem maakt het mogelijk om bestaande woningen te renoveren tot nieuwbouwniveau (K=3), terwijl de sociale structuur en architectonische kwaliteit van de buurt behouden blijven.
Duurzaam renoveren van een groot deel van bestaande Nederlandse woningen is een absolute noodzaak: een lagere energierekening, verhoogd wooncomfort én een positieve bijdrage aan de klimaatdoelstellingen. De halve-doos-in-doos renovatiemethode van Fermacell draagt bij aan het behalen van de energiebesparingsdoelstellingen en het verminderen van de uitstoot van schadelijke stoffen.
Met behulp van de systeemoplossing voor vloeren, plafonds en wanden binnen het halve-doos-in-doos concept kunnen woningscheidende wanden aan slechts één zijde van het systeem worden aangebracht. Deze oplossing voldoet aan de eisen die door het bouwbesluit zijn gesteld op gebied van geluidsisolatie, brandwerendheid en thermische isolatie.
Renoveren volgens het halve doos-in-doosconcept van Fermacell:
• Tot Bouwbesluit Niveau (K=3).
• Minder manuren.
• Minder materiaal.
• Minimaal verlies aan verhuurbaar oppervlak.
• Thermische verbetering.
• ≥ Rc 3,5 m2K/W en ≥ Rc 5,0 m2K/W.
De technische adviseurs van Fermacell staan klaar om mee te denken aan jouw renovatie- en/ of transformatieproject!
Wil je meer weten over dit duurzame renovatieconcept? Download onze brochure ‘Renovatie halve-doos-in-doos’ op www. fermacell.nl/nl/downloads
-advertorial-
Platteland
Voor dorpen en buurtschappen op het platteland zijn warmtenetten en individuele warmtepompen vaak geen optie: te duur en te weinig volume. Toch zijn er succesvolle creatieve oplossingen, van Friesland tot Noord-Brabant.
Neem Wijnjewoude, gemeente Opsterland (Fr.). Daar hebben boeren en burgers via coöperatie WEN (Wijnjewoude Energie Neutraal) de handen ineen geslagen voor een vergister, de ‘Friese Drieslag’. Met dagverse mest kan men één miljoen m3 groengas voor het dorp opwekken, terwijl twintig boeren hun stikstof en CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen. Het plan van WEN heeft de steun van LNV, LTO Noord, de gemeente en de provincie. Uitvoering van het PAW project steekt op toestemming van het Ministerie van EZK: voor de onrendabele top wil WEN in de SDE-regeling een aparte categorie voor lokale, coöperatieve en circulaire projecten.
Of kijk naar Terheijden-Hier is al jaren het Traais Energie Collectief actief. Het warmtenet van Traaie - de Brabantse naam voor Terheijden – is vorig jaar tot het meest duurzame warmtenet van Nederland uitgeroepen. In 2027 wil het een energievrijstaat worden. Een eigen windturbine langs de A16 zorgt voor stroom waarmee enkele collectieve warmtepompen worden aangedreven. Deze krikken de warmte uit het water van de Mark, aan de rand van het dorp, in de Energiebrouwerij tot 70 °C op en slaan deze op. Vervolgens gaat die warmte naar tachtig woningen in het centrum van het dorp. Eind 2023 hoopt men tweehonderd extra woningen op het wijkwarmtenet aan te sluiten.
Vertraging oplossen
De struikelblokken voor aardgasvrije wijken liggen niet bij de techniek, maar bij de organisatie, tijdrovende procedures en remmende wet- en regelgeving. Dat blijkt ook uit recente cijfers van onder meer het PBL: slechts een magere tweeduizend woningen en vijfhonderd gebouwen zijn dankzij het PAW van het aardgas gehaald. Een schijntje in het licht van de beoogde doelstelling van 300.000 woningen per jaar.
Volgens deskundigen zal de rijksoverheid dan ook veel sterker de regie in handen moeten nemen en de knelpunten in procedures en tegenstrijdige wet- en regelgeving moeten oplossen. Daarnaast kunnen marktpartijen de vraag bundelen en integrale concepten voor wijken ontwikkelen. Zo tuigen Factory Zero, Bouwgroep Dijksma Draisma en Rc Panels vanaf 2025 een renovatiefabriek op die jaarlijks 25.000 duurzame gevels zal produceren. Ook heeft TNO eind vorig jaar een contingentenaanpak opgezet via het consortium Integrale Energietransitie Bestaande Bouw (of IEBB) waaraan circa 125 deelnemers in 38 deelprojecten samenwerken. Het vertrekpunt daarbij is niet de woning, maar verduurzaming van wijken die min of meer dezelfde kenmerken hebben. Maatwerk op grote schaal dus.
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 19
NIEUWS
Duurzaam werken. We helpen je er graag bij. Speciaal voor Cirkel selecteren wij de meest duurzame alternatieven en noviteiten uit ons brede assortiment. Zo zorgen wij ervoor dat jij je klus klaart.
BIA BETON
Volledig Circulair en als BIO-Based materiaal is het hennepblok terug te geven aan de natuur. Een hennepblok bestaat uit drie grondstoffen; hennep, kalk (als bindmiddel) en water. De hennepblokken vormen het omhulsel van het gebouw en geven het de nodige thermische inertie (is het vermogen van een materiaal om warmte of koelte op te nemen en daarna weer vrij te geven) voor optimaal comfort, zowel in de zomer voor het buitenhouden van de warmte als in de winter het vasthouden van de warmte.
DEWIN
Het Dewin FermaPIR© element is vernieuwd met PIR waarvan een belangrijk deel afkomstig is uit gerecyclede polyurethaan isolatie. Dat zorgt voor een nog lagere milieubelasting. FermaPIR is daarmee dé handige en duurzame oplossing voor het isoleren van gebouwen aan de binnenzijde.
LJ SOLUTIONS
Neolife is een natuurzuivere, onderhoudsvrije en moderne gevelbekleding. Door en door gekleurd, eenvoudige montage en je belast het milieu niet!
Clad 4 en 14 worden door het lijnenspel veel toegepast. Veel natuurlijke lichte en donkere kleuren. Kies Smart, Link of de Cover serie voor een hogere brandklasse.
Cirkel 12 | zomer 2023
REMIX
Remix heeft de ambitie om de meest milieuvriendelijke mortelfabrikant te zijn. Hiervoor is de Green Collection ontwikkeld, een lijn milieubewust geproduceerde mortels. Deze lijn is uitgebreid met blokkenlijm, met een CO2 reductie van ruim 50%, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en verwerkbaarheid.
UBBINK
De Valetis is een revolutionair product vervaardigd uit regranulaat. Hierdoor krijgt afval als dakdoorvoer een tweede leven op het dak. Zonder aan kwaliteiten in te boeten! Door de toevoeging van een UV-stabilisator blijft de Valetis bestand tegen weersinvloeden en blijven de technische en esthetische kwaliteiten behouden.
SDS OMMEN
De Ruukki Classic felsbanen zijn enorm veelzijdig. Ze zijn namelijk geschikt voor zowel daken als gevels. Deze stalen felsbanen worden in drie verschillende breedtes geleverd en gemonteerd. Zo creëer je ook op kleinere oppervlakten de herkenbare klassieke look van deze dak- en gevelbedekking. Ideaal voor projecten, zoals een dakkapel, aan- of uitbouw. Onze felsbanen hebben een werkende breedte van 475, 355 of 271mm.
SAINT-GOBAIN
Vernieuwd! Isover Comfortpanel. Dé keuze voor o.a. het isoleren van voorzetwanden, hellende daken, vloeren en plafonds.
• Zacht
• Duurzaam & natuurlijk
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 21
GROEN BEZIG! Nu ook verkrijgbaar in SILO
Net zo sterk
Weber Beamix heeft de ambitie om in 2050 CO2 neutraal te zijn. En daar worden nu al grote stappen voor gezet. Naast het terugdringen van de uitstoot tijdens productieprocessen, wordt er ook gekeken naar de samenstelling van producten. Met de intro[1]ductie van Weber Beamix Beton 75 eco heeft Weber Beamix weer een grote stap gezet richting de genoemde klimaat ambitie. En nu is dit product ook beschikbaar in silo!
Het gemak van een silo
Weber Beamix introduceert Beton 75 Eco. Een beton die door zijn bijzondere samenstelling een CO2-reduc[1]tie van 50% realiseert, terwijl de sterke eigenschappen intact blijven. Beton 75 eco voldoet aan de norm EN 206, heeft de sterkteklasse C20/25 en is KOMO en BSBgecertificeerd.
Voor werken vanaf 7,5 m3 (15 ton) is het ook mogelijk om Beton 75 eco in een silo te bestellen. De hoeveel[1]heid mortel die je op dat moment nodig hebt, wordt aangemaakt. Geen wachttijden en geen toeslagen voor kleine leveringen. Met een uitlevering van ca. 12 liter per minuut is een kruiwagen binnen 5 minuten gevuld. De silo met menger zorgt voor een goede voortgang van het werk. En wanneer het storten klaar is, laat de speciale rubberen mengbuis zich eenvoudig schoonmaken. Ook ideaal voor renovatiewerkzaam[1]heden, zoals het renoveren van betonnen vloeren en/of funderingen of het aanhelen van funderingen. Meer informatie en de specificaties van Beton 75 eco kun je vinden op www.weberbeamix.nl
22 ) Cirkel 12 | zomer 2023 -advertorial-
Tips voor bouwbedrijven bij transitie naar aardgasvrije wijken
Met het Programma Aardgasvrije Wijken wil de overheid leren hoe woningen en andere gebouwen in 2050 van het aardgas af kunnen. In plaats van op gebouwniveau is ervoor gekozen om dit op gebiedsniveau te onderzoeken. Wat kunnen (kleinere) bouwbedrijven leren van de inmiddels opgedane lessen?
De CO2-uitstoot moet in 2050 met 95 procent zijn gereduceerd ten opzichte van 1990. De bouwsector draagt aan deze reductie bij door onder meer ruim 7,5 miljoen bestaande woningen te verduurzamen en het realiseren van energiezuinige en aardgasvrije nieuwbouw. Een gebiedsgerichte aanpak draagt bij om tempo te maken, geeft branchevereniging Bouwend Nederland aan. Per gebied, wijk of buurt wordt gekeken welke warmteoplossing het best past en waar voorkeuren liggen. Dit gebeurt onder meer in het Programma Aardgasvrije Wijken, waarin gemeenten en betrokken belanghebbenden kennis en ervaring opdoen.
In dit programma, dat in 2018 van start is gegaan, doen ruim zestig gemeenten mee met gezamenlijk in totaal 66 zogeheten proeftuinen. In deze proeftuinen maken de deelnemende gemeenten woningen en andere gebouwen aardgasvrij of klaar om later snel aardgasvrij te worden. Zo doen ze ervaring op met de verschillende technieken en werkwijzen die ingezet kunnen worden en leren ze hoe ze wijken het best aardgasvrij kunnen maken.
Lessen voor bouwbedrijven
Aangezien het programma inmiddels zo’n vijf jaar loopt, is er steeds meer informatie over de transitie naar een aardgasvrij gebouwde omgeving beschikbaar. Zo zijn de eerste proeftuinen zo ver gevorderd dat de uitvoeringsfase (bijna) is afgerond. Afgelopen februari publiceerde onderzoeksorganisatie TNO een rapport over de ervaringen van bewoners die hun woningen aardgasvrij hebben laten maken. Dit rapport ‘De klantreis compleet’ biedt ook interessante lessen voor bouwbedrijven. Zo komt hierin naar voren dat een goede communicatie, netjes werken en het nakomen van afspraken door bewoners erg wordt gewaardeerd, terwijl het gebrek hieraan juist leidt tot een negatiever oordeel over de uitvoering. Het inrichten van een goed proces met bewoners tijdens de uitvoeringsfase vraagt onder meer tijd, sociale vaardigheden en inleveringsvermogen in de situatie van bewoners.
Daarom beveelt TNO aan om te zorgen voor een schakel tussen de bewoner en de uitvoerder. Dit gebeurt onder meer ook bij het verduurzamen van huurwoningen, waar vaak een bewonersconsulent en/of wijkbegeleider deze taak op zich neemt. Bewoners hebben zelf ook vaak de behoefte aan één aanspreekpunt waar ze terecht kunnen. Daarnaast kunnen bouwbedrijven bewoners ondersteunen bij het uitvoeren van aardgasvrije maatregelen, bijvoorbeeld door te adviseren over geschikte maatregelen en te helpen bij de coördinatie zodat de werkzaamheden beter op elkaar worden afgestemd.
Tips
Ondanks dat het aardgasvrij maken van woningen nog niet zo eenvoudig is, kunnen bouwbedrijven zelf ervoor zorgen dat bewoners de werkzaamheden niet als onplezierig ervaren. Dit kunnen ze doen door:
- Goede communicatie
- Netjes te werken
- Afspraken na te komen
- Te adviseren over geschikte maatregelen
- Hulp bij de coördinatie van bouwwerkzaamheden
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 23
Gipskartonplaten voor kwalitatief en duurzaam bouwen
Gipskartonplaten zijn ideaal voor iedereen die duurzaam wil bouwen: ze zijn 100% recyclebaar. Ze zijn dus een milieuvriendelijke keuze voor bouw- en constructiedoeleinden en vermindert de behoefte aan mijnbouw van gips en bijbehorende milieueffecten. Door het recyclen van gipskartonplaten te bevorderen, kunnen we de afvalstroom verminderen en de natuurlijke hulpbronnen sparen. Maar heeft recyclen geen negatieve invloed op de kwaliteit?
De inzet op duurzame oplossingen die herbruikbaar zijn is een no-brainer, met het oog op de ambities voor circulair bouwen. In 2030 willen we de helft minder primaire grondstoffen gebruiken en dat betekent dat herbruikbare producten meer aandacht krijgen. Bedrijven richten zich dan ook steeds meer op het ontwikkelen en leveren van oplossingen met een zo laag mogelijke milieu-impact, waaronder leveranciers van gipskartonplaten.
Een van de bedrijven die hiermee bezig is, is Knauf. Ze zijn als familiebedrijf marktleider in gipspleisters en we spreken Bauke Geuzebroek, die sinds april 2023 directeur sustainability & public affairs is: “Wij hebben de circulaire ambitie zo’n vijf jaar geleden geformuleerd met de introductie van ons Hybride Circulaire wandsysteem. Het mooie van gipskartonplaten is inderdaad dat deze voor honderd procent recyclebaar zijn. Dat 'hybride' slaat op het gegeven dat in onze wandsystemen gipskarton verwerkt wordt dat afkomstig is uit gebouwen die worden gestript of gesloopt. Hiervoor werken we samen met diverse partners.”
In goede staat verkerende gipskartonplaten kunnen, na een eventuele bewerking en kwaliteitscontrole, opnieuw worden geleverd aan afnemers. Het overige gipskarton verwerkt Knauf dan tot grondstof. “Ook betrekken we gips dat uit andere industriële processen overblijft als restproduct (RO-gips). Door deze aanpak kunnen wij garanderen dat we met een circulaire grondstof werken”, aldus Geuzebroek.
Milieuscore
Iedereen die verantwoord wil bouwen met duurzame gipsplaten moet met enkele aspecten rekening houden. Kies bijvoorbeeld voor gisplaten met goede thermische eigenschappen om energieverlies te verminderen.
Gipsplaten met een hoge isolatiewaarde helpen de energie-efficiëntie van een gebouw of woning te verbeteren en kunnen de behoefte aan extra isolatiematerialen verminderen. Daarbij is het de uitdaging om een warme jas te creëren, maar dat wel te doen met herbruikbare materialen met een lage milieu-impact.
Om de bewijslast over de toegepaste producten te creëren is er bijvoorbeeld Cradle to Cradle of DUBOkeur®. Geuzebroek over deze certificeringen: “Ons Hybride Circulaire wandsysteem heeft het DUBOkeur. Dit laat zien dat het tot de meest milieuvriendelijke producten voor deze toepassing behoort. Op het moment dat gipskartonplaat niet hoeft te worden geproduceerd, speelt alleen de factor transport en de verwijdering uit het gebouw dat wordt gestript of gesloopt. Dat is uiteraard gunstiger dan nieuwe fabricage, ook al gebeurt die fabricage deels met uit recycling teruggewonnen materialen. Het effect van de keuze voor een wandsysteem zie je bijvoorbeeld terug in BREEAM-scores. Dit beoordelingssysteem laat door middel van sterren heel makkelijk zien hoe duurzaam gebouwd wordt. Bijkomend voordeel is dat het gebruik van ‘tweedehands’ platen geen afbreuk doet aan de prestaties van de wanden. Dit is grondig getest. Ook in opdracht van ons. Onze 100 en 125 mm dikke enkelskeletwanden en de 155 mm dikke dubbelskeletwanden leveren respectievelijk DnT,A,k 43, 44 en 52 dB. De kwaliteit blijft dus.”
24 ) Cirkel 12 | zomer 2023
Toonaangevend project
Het nieuwe hoofdkantoor van Triodos Bank in Zeist - dat het BREEAM Outstanding duurzaamheidscertificaat heeft - is een van de projecten waar het Hybride Circulaire Wandsysteem is toegepast. Het is een zeer duurzaam gebouw met veel biobased materialen, dat ook nog eens volledig demontabel is. Dat maakt dat veel van de materialen opnieuw beschikbaar komen voor hergebruik als men besluit om het af te breken of te verplaatsen. Voor dit project werd Knauf om advies gevraagd voor onder andere de scheidingswanden. De beplating bestond hier voor de helft uit gipsplaten die al eerder in andere gebouwen zijn gebruikt. Via het Urban Mining collectief, waar Knauf deel van uitmaakt, zijn de 12,5 mm dikke standaardplaten uit die wanden ‘geoogst’. In het nieuwe gebouw van Triodos Bank zijn ze gebruikt voor de eerste plaatlaag. Voor de tweede plaatlaag zijn nieuwe standaard A-platen gebruikt. Om een juiste verwerking bij het Triodos-project te ondersteunen is gewerkt met BIM-voorbereiding; een projectboek met alle details en met bouwplaatsbegeleiding. Zo konden mogelijke uitdagingen voortijdig opgelost worden bij het werken met de twee innovatieve droge afbouwsystemen.
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 25
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 25
Maximaal wooncomfort bij minimaal energieverbruik
Wanneer men tegenwoordig spreekt over energiebesparend bouwen, heeft men het vooral over zuinige warmteopwekking en isolatie van de gebouwschil. Daarbij laten velen de factor warmteafgifte ten onrechte buiten beschouwing. Behalve het gebruik van duurzame energiebronnen en moderne isolatiesystemen, is een effectieve warmteafgifte en -verspreiding over een groot oppervlak een belangrijke factor bij energiezuinig bouwen geworden. Met het dunlagige Schlüter-BEKOTEC-THERMsysteem kan van de vloer een zeer effectief verwarmingselement worden gemaakt. Schlüter-BEKOTEC-THERM combineert ecologisch warmtecomfort met hygiëne en behaaglijkheid. De gepatenteerde vloerconstructie- met een lage opbouwhoogte en innovatieve verwarmings- en regeltechniekmaakt van het systeem een energiezuinige en kostenbesparende, snel reagerende ¨vloerverwarming¨ met een zeer lage aanvoertemperatuur. Maar dat is nog niet alles, al bij de plaatsing biedt de klimaatregelende tegelvloer door zijn snelle en ongecompliceerde verwerking veel pluspunten.
Verwarmt in koude en koelt in warme tijden Schlüter-BEKOTEC-THERM is een dunlagig systeem. Omdat er slechts een dunne dekvloerlaag moet worden opgewarmd, heeft het systeem een lage aanvoertemperatuur nodig. Het systeem is daarom bijzonder geschikt in combinatie met regenererende energiebronnen, zoals bijvoorbeeld warmptepompen. Dit bespaart grondstoffen, het mileu- en uiteindelijk ook uw portemonee. U heeft een warmtepomp?
Met Schlüter-BEKOTEC-THERM kunt u uw huis dankzij een aangepaste aanvoertemperatuur efficiënt passief laten koelen- zonder een dure airconditioning of aanvullende techniek. Uw huis blijft daardoor aangenaam koel, ook bij hoge buitentemperaturen.
Tot 9,5% minder energie
Een wetenschappelijke praktijktest van het Institut für Technische Gebäuderüstung uit Dresden heeft aangetoond: Met SchlüterBEKOTEC-THERM kunt u tot 9,5% energie besparen in vergelijking met klassieke vloerverwarmingssystemen.
-advertorial-
Kennis opdoen
Voor een optimaal resultaat moeten marktpartijen goed op de hoogte zijn van hoe met de producten gewerkt moet worden. Hierin spelen fabrikanten een belangrijke rol. Zeker als het gaat om het informeren over en het toepassen van duurzame producten. “Hiervoor hebben wij de Knauf Akademie in het leven geroepen. Dit is ons trainingscentrum, waar professionals en handelsbedrijven kennis op kunnen doen over de samenstelling. Ook laten we zien hoe je met onze systemen werkt en welke materialen er nodig zijn.” Daarbij realiseert Geuzebroek zich dat er best nog meer aan de weg getimmerd mag worden om duurzame wandsystemen onder de aandacht te brengen. “Dat gebeurde tot nu nog bescheiden, maar we gaan er meer aan doen. Juist door kennis over te dragen, zorgen we ervoor dat een optimaal en duurzaam eindresultaat kan worden bereikt op de bouwplaats.”
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 27
Eco50 Klikvloerplaat
Opdrachtgevers, voorschrijvers en verwerkers zijn steeds meer op zoek naar producten met een goede milieuscore. Gezien de uitstekende milieuprestaties zijn EPS-isolatiesystemen daarbij een goede keuze. Maar volgens IsoBouw kan het altijd nog beter! Dit bewijst de isolatiefabrikant met de introductie van een nieuwe EPSvloerisolatie: de Eco50 Klik-vloerplaat.
Na de eerdere introductie van de Eco30vloerplaat is de Eco50 Klik-vloerplaat het tweede product in het Eco-Line assortiment van IsoBouw. De Eco50 Klik-vloerplaat bestaat voor minimaal 50% uit gerecyclede EPS. De toch al lage MKI-score en lage CO2-uitstoot van de reguliere EPS-vloerisolatie wordt met de Eco50 Klik-vloerplaat met nog eens ca. 50% verlaagd. Deze absoluut beste milieuscore vereenvoudigt het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen, zoals een lage MPG, en de realisatie van een circulair/duurzaam bouwproject (goede BREEAM-score, Paris Proof).
De Eco50 Klik-vloerplaat is kwalitatief gelijk aan de reguliere Klik-vloerplaat van IsoBouw, met dezelfde waarden voor het isolerend vermogen en druksterkte. Ook bij de Eco50 Klik-vloerplaat zorgt de unieke klik-verbinding voor een snelle verwerkbaarheid en een naadloze verbinding zonder koudebruggen.
De Eco50 Klik-vloerplaat is 100% herbruiken recyclebaar. IsoBouw beschikt over een losmaakbaarheidsindex en een Use4ReUse terugnameservice voor de retourname van restmaterialen.
-advertorial-
Tips om met biobased bouwmaterialen te starten
Minister Hugo de Jonge wil dat de bouwsector meer zogeheten biobased grondstoffen, zoals hout, hennep, olifantsgras en vlas, gaat gebruiken bij nieuwbouw- en renovatieprojecten. Maar wat is de beste manier om met deze grondstoffen te starten in bouwprojecten?
Biobased bouwmaterialen vinden hun oorsprong in de natuur. Het zijn materialen die zijn gemaakt van hernieuwbare grondstoffen, zoals hout, vlas en stro. Ze groeien op korte termijn terug en zijn opnieuw te gebruiken in hun oorspronkelijke vorm. Daarnaast slaan deze bouwmaterialen CO2 op, waardoor hun toepassing volgens TNO en Rijksoverheid eraan kan bijdragen om de klimaatdoestellingen voor een duurzaam gebouwde omgeving te halen.
Het bekendste voorbeeld van een biobased bouwmateriaal is hout, waarvan de populariteit volgens Rabobank in korte tijd snel is gegroeid. Inmiddels geldt hout als een volwaardig bouwmateriaal, onder meer dankzij houtskeletbouw. Dit bestaat uit een betonnen vloer met vurenhouten dak-, vloer- en gevelelementen opgevuld met isolatiemateriaal. Daarnaast bestaan inmiddels ook ‘glued laminated timber’ (glulam), ‘laminated veneer lumber’ (LVL) en ‘cross laminated timber’ (CLT).
Het zogeheten ‘openlucht laboratorium’ The Green Village op de campus van TU Delft en platform voor de circulaire bouwsector iCircl vinden echter dat deze hernieuwbare materialen te weinig in bouw- en renovatieprojecten worden toegepast. Met dank aan 1,5 miljoen euro aan subsidie van de provincie Zuid-Holland gaan ze een zogeheten ‘Learning Community’ opzetten, om het gebruik naar biobased bouwmaterialen op te schalen van proeftuinen naar schaalbare bouwproducten. In The Green Village kunnen kennis- en onderwijsinstellingen, bedrijven en burgers hun duurzame innovaties onderzoeken, experimenteren en demonstreren.
Starten met biobased bouwmaterialen?
Bouwbedrijven die nog onbekend zijn met het gebruik van biobased bouwmaterialen en hier toch mee willen beginnen, kunnen ervaring opdoen in onder meer renovatieprojecten. Bouwcenter adviseert bijvoorbeeld om te starten met isolatiemateriaal. Deze soort biobased materialen is relatief ver ontwikkeld en de verwerking ervan komt grotendeels overeen met de traditionele manier van bouwen. Naast constructie en isolatie zijn biobased materialen verkrijgbaar voor toepassingen als gevelbekleding en afwerking. Denk bij dit laatste onder meer aan stuc, beits, verf en vlonderplanken.
Tips
Wil je aan de slag om met biobaed bouwmaterialen aan de slag te gaan?
- Start met isolatiewerkzaamheden. Dit kan onder meer hennep, vlas, houtvezels en schapenwol
- Koop het juiste gereedschap om het materiaal te verwerken
- Lees je goed in over het gekozen biobased bouwmateriaal
- Ken de voor- en nadelen
Cirkel | voorjaar 2019 ( 29
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 29
Eerste duurzame bouwmaterialenhandel op komst
Een vervroegde aanscherping van de milieuprestatie-eis voor gebouwen moet ervoor zorgen dat duurzaam bouwen sneller van de grond komt. Dit leidt naar verwachting tot meer vraag naar biobased en circulaire bouwmaterialen. Een nieuw bedrijf Bouwgroen, een initiatief van Bouwcenter dat uiterlijk eind dit jaar wordt geopend, gaat zich op deze materialen richten.
Duurzaam bouwen moet sneller de norm worden. In maart 2021 maakte toenmalig demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bekend de milieuprestatie-eis voor gebouwen (MPG) per 1 juli 2021 aan te scherpen van 1,0 naar 0,8. Daarbij liet ze ook weten dat het streven was om de MPG-norm uiterlijk in 2030 te halveren. Haar opvolger, minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, wil dat duurzaam bouwen eerder de werkelijkheid wordt. Daarom is hij eind vorig jaar gestart met een onderzoek naar de mogelijkheid om de milieuprestatie-eis voor gebouwen al in 2025 naar 0,5 te brengen.
De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast en kan worden verbeterd door hernieuwbare materialen te gebruiken, bouwmaterialen te recyclen of te hergebruiken en de milieubelasting te verminderen bij de productie van de bouwmaterialen. Een strengere MPG-eis zal de verduurzaming van de bouwsector dan ook een flinke impuls geven, verwacht manager strategie en businessanalyse Robert Landsman van Veris Bouwmaterialengroep, de serviceorganisatie achter Bouwcenter. “In het kader van de Klimaatdoelstellingen willen we daar heel graag progressie in maken. De huidige norm ligt te laag. Met vier of zes zonnepanelen kun je die norm al halen, terwijl je eigenlijk een heel dak vol zou moeten leggen om er maximaal rendement uit te halen. Meestal wordt er net voldoende gedaan om aan de minimale MPG-norm te voldoen. De aanscherping zal de vraag naar duurzame bouwmaterialen op een hoger plan brengen.” Diezelfde inschatting komt van zijn collega, hoofd inkoop Frenk Lamers, die hierbij wel voor een kanttekening zorgt. “Onze handel is vooralsnog erg reactief; we leveren wat de klant vraagt. Het is echter de vraag of er voldoende duurzame bouwmaterialen beschikbaar zijn om zo’n aanscherping van de MPG mogelijk te maken. Eén woning bouwen van duurzame bouwmaterialen lukt wel, maar is een flinke opschaling ook mogelijk? Daarbij gaat het berekenen van een strengere MPG voor meer werkzaamheden zorgen: deze berekening wordt niet alleen belangrijker, maar de berekening zelf vergt ook meer tijd.”
Duurzaam
Daarnaast speelt volgens Landsman nog een andere vraag een rol: wat is duurzaam? “Het antwoord op deze vraag voor bouwmaterialen zou moeten komen uit de Nationale Milieudatabase. Deze database vergelijkt materialen en producten met elkaar op basis van levenscyclusanalyses, waaruit het meest duurzame alternatief van het traditionele materiaal of product moet blijken. In de huidige markt heeft de bouwsector nog te weinig aan deze vergelijkingen, omdat de database nog over te weinig data beschikt.”
Een ander nadeel van deze wijze van vergelijken is dat de methodiek rond deze levenscyclusanalyse (LCA) nog volop in beweging is. “Zo is schapenwol een goed materiaal met fantastisch isolerende eigenschappen. Aanvankelijk werd dit wol gezien als een reststroom van een schaap, met een positieve LCA. Maar om op grotere schaal voldoende schapenwol te kunnen produceren om als isolatiemateriaal te gebruiken, moet ook de CO2-uitstoot van een schaap worden meegenomen. En dan scoort de LCA van schapenwol ineens enorm slecht.”
Vooralsnog vragen weinig klanten naar de milieudata van de producten, geeft hij aan. “Dat komt omdat de huidige MPG-eis eenvoudig te halen is. Het zou mooi zijn als een aanscherping van de MPG-eis er niet alleen voor gaat zorgen dat klanten om die data vragen, maar ook dat fabrikanten en leveranciers meer productdata gaan indienen, zodat de duurzaamheid van een product beter in beeld komt.”
FrenkLamers
30 ) Cirkel | voorjaar 2019 ) Cirkel 12 | zomer 2023
Circulair bouwen
Voor de Bouwcenter-vestigingen begint het gedachtengoed van circulair bouwen inmiddels steeds meer een rol te spelen. Zo hebben enkele Bouwcenter-vestigingen op eigen initiatief hun eerste stappen op het duurzame pad gezet, vertelt Landsman. “Ze zoeken onder meer de samenwerking met sloopbedrijven en woningcorporaties, zodat gebruikte bouwmaterialen uit de gesloopte woningen een nieuwe bestemming krijgen in de vorm van hergebruik.”
Daarnaast hebben de 21 Bouwcenter-bedrijven in Nederland vorig jaar gezamenlijk besloten om de eerste duurzame bouwmaterialenhandel van Nederland op te richten: Bouwgroen. “Met deze vestiging willen we gaan experimenteren met het duurzame businessmodel. Wij gaan zorgen voor een totaalpakket voor de aannemer, met daarin de duurzaamste alternatieven die op de markt beschikbaar zijn”, legt Landsman uit. “Dit kunnen daadwerkelijk duurzame, alternatieve bouwmaterialen van traditionele fabrikanten zijn, maar ook biobased bouwmaterialen of circulaire bouwmaterialen.”
Bouwgroen moet vraag en aanbod van duurzame bouwmaterialen op één plek bij elkaar brengen. “We merken dat de vraag naar duurzame bouwmaterialen aan het groeien is, maar dat het aanbod slecht georganiseerd is. Dat zijn vaak nichepartijen, zoals ecologische bouwmaterialen, die vaak geen compleet assortiment hebben en niet beschikken over voldoende voorraad”, zegt Landsman. Lamers voegt toe: “Door ons met Bouwgroen te richten op de duurzaamste, biobased en circulaire alternatieven stellen we ons in staat om op deze gebieden kennis op te bouwen. De bestaande Bouwcenter-vestigingen kunnen vervolgens leren van de opgedane kennis en de positieve ervaringen.” Die kennis en ervaringen liggen niet alleen op het gebied van materialen, verwacht Landsman. “We gaan ondervinden hoe we kunnen handelen in bijvoorbeeld circulaire materialen. Gaan we ze zelf oogsten of gaan we samenwerken met een sloopbedrijf? Welk logistiek model past daarbij? En komt daar een businessmodel uit, waaraan we geld kunnen overhouden? Die ruimte om te experimenteren is het voordeel van een formule als Bouwcenter met 21 bedrijven.” Bouwgroen moet uiterlijk eind dit jaar zijn deuren openen, op een locatie in het midden van Nederland.
Keuze voor leveranciers
Veris Bouwmaterialengroep beschikt over een kleine 400 contractleveranciers en meestal leveren drie of vier leveranciers voor een bepaald productsegment aan de Bouwcenter-vestigingen. “Sinds vorig jaar kijken we niet alleen naar de duurzaamheid van de producten, maar ook naar de wijze waarop de leveranciers duurzaam ondernemen en hun productieproces vormgeven”, vertelt Frenk Lamers. “Dat kan bijvoorbeeld het gebruik van groene energie en de toepassing van gerecyclede grondstoffen zijn. Daarnaast is de verwachting dat de komst van Bouwgroen voor ons ook leidt tot de komst van nieuwe leveranciers. Met name biobased en circulaire bouwmaterialen zijn voor ons nog relatief onbekend.” In het verlengde daarvan kijkt de bouwmaterialengroep ook naar haar eigen bedrijfsprocessen. “Een duurzame bouwmaterialenhandel is alleen geloofwaardig als we ook naar onszelf kijken”, zegt Robert Landsman. “Mede daarom hebben we afgelopen jaar niveau 3 van de CO2-prestatieladder behaald.”
Cirkel | voorjaar 2019 ( 31 Cirkel 12 | zomer 2023 ( 31
BOUWGROEN
Cirkel | voorjaar 2019 bouw beslag -advertorial-
Kennis opdoen
Minister Hugo de Jonge (VRO) informeert uiterlijk begin juli over de strengere MPG-eis. “Daarbij houdt de minister niet alleen rekening met het materiaalgebruik om een woning te bouwen, maar ook met scherpere Beng-eisen en het effect op de hoeveelheid te bouwen woningen”, zegt beleidsadviseur Jos Verlinden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Het onderzoek omvat een analyse van het gebruik van verschillende soorten materialen, zoals hout of beton, om verschillende soorten woningen te bouwen. De strengere MPG-eis mag niet ten koste gaan van de bouwopgave van 900.000 nieuwbouwwoningen tot en met 2030.”
Bij dit onderzoek is onder meer de stichting Nationale Milieudatabase (NMD) betrokken, vertelt NMD-directeur Jan Willem Groot. “Wij zijn betrokken in de klankbordgroep om tot een scherpere MPG-eis te komen.” Ook aan de bouwsector biedt NMD hulp, onder meer in de vorm van informatie en uitleg over de ‘Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken’. “Dat doen we met informatie op onze site, met voorlichting op bijeenkomsten en de beantwoording van vragen via de helpdesk. Ook zijn we in gesprek met diverse brancheverenigingen”, aldus De Groot.
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 33
Robert Landsman
Skantrae NEXT; dé nieuwe generatie buitendeuren
De samengestelde plaatconstructie van de nieuwe NEXT voordeuren, is opgebouwd uit een isolerende kern met aluminium platen aan weerszijden. Deze plaat is niet nieuw, maar wel voor gebruik in paneel voordeuren!
De kern bestaat uit een XPS hardschuim plaat die drukvast, vochtbestendig, licht van gewicht is en een verhoogde isolatiewaarde heeft. Dit betekent een hoge isolatiewaarde, dus maximaal wooncomfort!
De aluminium platen dragen bij aan een hoge vormstabiliteit van de voordeur waardoor eventueel krimp- en zwelgedrag sterk wordt verminderd. En door het gebruik van lichtgewicht materialen is een Skantrae NEXT voordeur zeer gemakkelijk te verwerken in tegenstelling tot zware massief hardhouten voordeuren. Voor de NEXT voordeuren kiest Skantrae voor dekplaten van 100% FSC® meranti multiplex, waardoor er minder tropische hardhoutsoorten, die steeds moeilijker te verkrijgen zijn, gebruikt hoeven te worden.
Isolatie: XPS schuimvulling met een dichtheid van 30 kg/m3
Stabilisatie: 2 aluminium tussenlagen; dikte dekplaat: 8,5 mm
Grondlak: 120 mμ grijs voorbehandeld
Alle voordelen op een rijtje:
• Hoge isolatiewaarde
• Zeer vormstabiel
• Licht van gewicht
• Geen stijl- en dorpelverbindingen
• Minder onderhoud
• 35 mm rondom Inkortbaar
Met NEXT kiest je voor een duurzame voordeur van de toekomst. Kijk voor meer info op skantrae.com/next.
34 ) Cirkel | voorjaar 2019 -advertorial-
Laatste nieuws
Noord-Holland wil verspilling grondstoffen in de bouw aanpakken
De provincie Noord-Holland wil de verspilling van kostbare grondstoffen in de bouwsector aanpakken. Ze richt zich op deze sector, vanwege de grote impact die daar gemaakt kan worden.
De bouwsector zorgt voor ruim 10 procent van de nationale CO2-uitstoot en er worden nog veel grondstoffen verspild. Wat afval voor het ene bedrijf is, kan een grondstof zijn voor een ander. In een circulaire economie zijn dit soort ketens van grondstoffen van groot belang. Eind vorig jaar heeft de provincie Noord-Holland Fanauw Hoppe aangesteld als ketenaanjager, om in 2023 bedrijven in de bouw te ondersteunen om samen te werken. Hoppe heeft als opdracht meegekregen om de mogelijkheden voor het circulair gebruik van bouwgrondstoffen in Noord-Holland in kaart te brengen en om bedrijven met elkaar te verbinden en zo grondstofketens te sluiten. Daarnaast maakt hij kansen en belemmeringen voor samenwerking in de keten inzichtelijk. Hoppe is ruim zeventien jaar werkzaam als strategisch adviseur in de bouwsector.
Kabinet wil woningen bouwen op rijksgronden Minister Hugo de Jonge wil Rijksvastgoedbedrijf meer inzetten voor grote maatschappelijke opgaven, zoals woningbouw en het opwekken van duurzame energie. Voor de bouw van woningen kunnen ook rijksgronden worden ingezet.
Namens de Rijksoverheid beheert het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ruim 82.000 hectare grond en 11,7 miljoen vierkante meter gebouwen. Door die grote hoeveelheid vastgoed vindt het kabinet dat het RVB een belangrijke bijdrage kan leveren aan de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Voor de bouw van woningen kunnen bijvoorbeeld gronden voor Rijkshuisvesting worden ingezet. Zo verrijst op het voormalige Marinevliegkamp Valkenburg in Katwijk de nieuwe woonwijk Valkenhorst met 5.600 woningen. Daarnaast komen er in de nieuwe stadsdelen Pampus en Oosterwold van Almere respectievelijk 25.000 tot 35.000 woningen en 15.000 tot 20.000 woningen. In gebouwen die niet meer nodig zijn voor Rijkshuisvesting, zoals voormalige gevangenissen, komen woningen. Daarnaast kan de toename van het hybride werken ertoe leiden dat de behoefte aan Rijkskantoren daalt. Hierdoor kan de transformatie van deze kantoren naar appartementen in beeld komen.
Hoe te bouwen binnen CO2-budget?
In 2030 moeten er 900.000 nieuwe woningen zijn bijgebouwd. In datzelfde jaar moet ook de CO2-uitstoot met 55 procent zijn gereduceerd. Hoe kunnen deze doelen samengaan? De CO2-barometer biedt hulp.
Om te monitoren hoeveel CO2-uitstoot nieuw gebouwde woningen jaarlijks veroorzaken, heeft W/E adviseurs in opdracht van het Lente-Akkoord de CO2-barometer voor de woningbouw ontwikkeld. Deze barometer geeft de mogelijkheid om inzicht te krijgen of nieuwbouwprojecten in de lijn met de klimaatdoelen blijven. Zo blijkt volgens het adviesbureau dat de woningen die in 2021 zijn gebouwd, gemiddeld zo’n 5 CO2 per vierkante meter uitstoten door gebouwgebonden gebruik. De productie van materialen en bouw van deze woningen leidde echter tot een CO2-uitstoot van zo’n 340 kilo per vierkante meter. Het zijn dus vooral de materialen en de bouw van nieuwbouwwoningen die veel CO2-uitstoot veroorzaken.
De CO2-barometer maakt deels gebruik van data die per nieuwbouwwoning zijn afgeleid in plaats van rechtstreeks berekend. De voorgestelde doorontwikkeling van de barometer gaat onder meer over het eenvoudiger in de goede vorm beschikbaar maken van de data en over data van alle woningen in plaats van 85 procent van de woningen. Daarnaast moeten data gaan komen van direct beschikbare MPG-woningdata in plaats van via referentietypen.
Daarnaast zet het RVB zich in voor de verduurzaming van Nederland, onder meer door circulair en biobased te bouwen en het Rijksvastgoed te verduurzamen. Om te voldoen aan deze opdracht van het kabinet richt het RVB een nieuwe directie op: ‘Gebieds- en Vastgoedontwikkeling’. Samen met medeoverheden gaat het RVB werken aan de transformatie van gebouwen en gebieden.
Cirkel | voorjaar 2019 ( 35
Cirkel 12 | zomer 2023 ( 35
BOUWCENTER wenst je een zonnige zomer