Hét magazine voor duurzaam bouwen
Bouwgroen
Bouwgroenassortiment in Bouwcenter
R-ladder
Het belang van de R-ladder
M st duurzame huis van Nederland
Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels
Biobased isolatie
Omnicol
Naar nul C0₂-uitstoot
“We slaan nieuwe, groene wegen in”
Met de natuurlijke bouwmaterialen van Ekoplus slaat Bouwcenter groene wegen in. Niet voor niets gaat het nieuwe ecologische assortiment binnen Bouwcenter verder onder de naam ‘Bouwgroen’. We nemen een voorschot op de toekomst. Groene klanten kunnen ons nu veel beter benaderen, want de lijnen zijn korter.
Tot de overname van Ekoplus moeten we toegeven dat wij, Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels, weinig kennis in huis hadden van ecologische bouwmaterialen. De laatste maanden is dat behoorlijk veranderd. We sloegen de handen ineen om klanten vanuit het nieuwe Bouwcenter in Eindhoven beter te bedienen. Nu dus ook met ecologische bouwmaterialen.
Daar leren we iedere dag meer over. Zo krijgen we ondersteuning van onder meer Ronald Hulleman, de duurzaamheidsadviseur voor Bouwgroen. In enkele sessies spijkerde hij onze kennis al flink bij. Ook hebben we veel aan de informatie vanuit Joris van Os, expert op het vlak van luchtdicht en dampopen bouwen. Zijn adviezen over onder andere folie en kit toepassen zijn onmisbaar.
Duurzaamheid is een groeiende markt en het is voor ons een mooie opstap. De vraag is nog niet zo groot. De prijs blijft belangrijk en de consument heeft het laatste woord. In onze regio bevinden er zich nog niet veel ecologische bouwers. Dit zal de komende tijd sterk toenemen, let maar op. Daarom is het extra belangrijk om goed naar klanten te luisteren. Zij weten overigens af en toe meer dan onze medewerkers. Dat is iets dat we niet gewend waren.
We willen dezelfde waarde voor ecologische materialen als fossiele bouwmaterialen aan zowel onze oude als nieuwe klanten leveren. Bouwcenter Van Hoppe toont veel enthousiasme voor het nieuwe assortiment en ook Bouwcenter Swinkels ziet er toekomst in. En dat heeft natuurlijk ook een positieve wisselwerking op onze medewerkers.
Nu is de eco-markt nog een niche, maar door mondtot-mond reclame verwachten we dat onze klanten, net als wij, meer dan tevreden over ‘Bouwgroen’ worden. Van veel producten hebben we brochures en monsters, onder meer van een leverancier van cellulose uit België. In Duitsland zijn bouwmaterialen als leemstuc al normaal. Toepassingen van leemstuc, hout en stro zijn daar nooit opgehouden; zie hun ‘fachwerkhäuser’ in dorpen en steden, met name op het platteland. Ook in Nederland zie je de interesse voor natuurlijke materialen toenemen. Als klanten die eenmaal zien, ruiken en voelen, dan wordt de stap al snel gemaakt.
Thom Centen
Teamleider verkoop
Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels
Natuurlijk moeten we nog meer partijen overtuigen van de waarde van duurzaamheid. We merken nu al dat ecobouwers enthousiast zijn over natuurlijke materialen, maar bij traditionele partijen verloopt dit proces langzamer. Eerst richten we ons op de leveranciers; dat netwerk breidt zich nu uit. Daarna gaan we oogsten.
Het was fijn dat Eigenheym, uitvoerder van ons eerste eco-project, veel uitleg gaf. Wij wisten weinig en zij wisten veel meer. Daar hebben we van geleerd. Als we hen aan het werk zien, is dat best wel spannend. Zo ontdekten we dat de juiste afdichting met folies voor dampopen bouwen cruciaal is. Leem, stro en vlas nemen vocht op en staan het daarna weer af. Dit verbetert het leefklimaat aanzienlijk.
Ecologische materialen maken echt een positief verschil. Dat brengen we graag in deze editie van Cirkel onder de aandacht.
Thomas Swinkels
Bedrijfsleider
Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels
inhoud
Bouwgroen
Een Bouwgroenassortiment in iedere Bouwcenter
Cirkel nieuws
Nieuwe producten uit de markt
Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels
Biobased isolatie
Algemeen nieuws
Ontwikkelingen in de markt
Bouwbesluit
Maakt plaats voor Bbl
R-ladder
Het belang van de R-ladder
Verduurzaaming
Sociale huurwoningen
Omnicol
Naar nul C0₂-uitstoot
De Landtong Amstelveen
Oplevering duurzaam scholencomplex
Verbouwingsproject Boerderij
15.000 Oude Stenen Gevoegd
Utiliteitsbouw na 2030
Geen label A, wél ‘zero emission’
Laatste nieuws
Ontwikkelingen in de markt
COLOFON
Zomer 2024– nr. 14
© Bouwcenter, Gorinchem
In samenwerking met de Bouwcentervestigingen en Duurzaam Gebouwd. Deze Cirkel is met zorg samengesteld. Voorbehouden zijn zet- en drukfouten. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming worden gedupliceerd.
Redactie: Marvin van Kempen en Marketing team Bouwcenter
Teksten: Tim van Dorsten, Bart van Ratingen en Tseard Zoethout
Vormgeving en ontwerp cover: Marketing team Bouwcenter
Een Bouwgroenassortiment in iedere Bouwcenter
Alle Bouwcenter-vestigingen zijn afgelopen lente geïnformeerd over de komst van een groter assortiment ecologische bouwmaterialen, die ze onder de naam Bouwgroen gaan verkopen. Dit is te danken aan het samengaan met Ekoplus Bouwsto en BV. “We willen ervoor zorgen dat de keuze voor ecologische bouwmaterialen het nieuwe normaal wordt”, zegt Ronald Hulleman.
Het idee om een duurzame bouwmaterialenhandel op te richten is ontstaan in 2022. In eerste instantie besloten de 21 Nederlandse aandeelhoudende Bouwcenter-bedrijven – met in totaal 75 Bouwcenter-vestigingen – dat Bouwgroen vraag en aanbod van ecologische bouwmaterialen op één plek bij elkaar moest brengen. Dit in de vorm van een aparte Bouwcenter-vestiging op een centrale locatie. Tijdens een rondgang langs de vestigingen in 2023 ontdekte Bas van Zijl, directeur Bouwcenter formule, echter dat de vestigingen deze bouwmaterialen liever zelf wilden gaan verkopen.
“Veris is een serviceorganisatie voor haar aandeelhouders in de handel van hout en bouwmaterialen”, vertelt duurzaamheidsmanager Bouwgroen Ronald Hulleman. “In plaats van dat Veris bepaalt wat de vestigingen doen, bepalen de Bouwcenter-aandeelhouders vanuit de vestigingen wat er gebeurt. Tijdens die rondgang ondervond Bas dan ook dat het opzetten van een nieuwe Bouwcenter-vestiging de transitie naar de verkoop van ecologische bouwmaterialen zou vertragen. Daarnaast was het uiteindelijk gewenster om de kennis en kunde te verspreiden over de Bouwcenter-vestigingen, in plaats van te centraliseren.” Destijds werkte Ronald nog als adviseur bij een ingenieursbureau. “Ik richtte me daar met name op de circulariteit en hielp onder meer woningcorporaties bij aanbestedingen met dit vraagstuk. Zo heb ik meegeholpen bij de duurzame aanbesteding van 195 huurwoningen in Enschede. Daarbij merkte ik dat er veel kan met ecologische bouwmaterialen en er veel vraag naar is, maar dat de handel niet meekwam, omdat ze niet over deze bouwmaterialen beschikte. Toen ik de vraag kreeg van Bas om met Bouwgroen juist hiermee aan de slag te gaan, heb ik de kans direct aangegrepen.”
“We willen eraan bijdragen dat de keuze voor ecologische bouwmaterialen het nieuwe normaal wordt.”
In de lente van 2023 was Bouwcenter Nederland ook al in gesprek met Emmanuel Laugs, oprichter en eigenaar van Ekoplus Bouwstoffen. “Ik ben van huis uit architect”, vertelt hij. “Met name vanuit het oogpunt van een gezonde leefomgeving schreef ik de toepassing van ecologische bouwmaterialen in gebouwen voor. Begin deze eeuw merkte ik dat die materialen moeilijk verkrijgbaar waren. Daarom ben ik in 2006 met Ekoplus begonnen om ecologische bouwstoffen te gaan leveren.” Uit de gesprekken met Bouwcenter werd hem duidelijk dat de groep het plan had om een kopie van Ekoplus op te zetten in Utrecht. “Juist door de keuze om Bouwgroen op alle vestigingen uit te rollen en de daarmee gepaardgaande kracht van Bouwcenter, besloot ik om te gaan samenwerken. Bouwcenter-vestigingen kenmerken zich door een goede logistiek, een breed verkoopnetwerk, goede contacten met hun klanten en een sterke regionale functie. Als er bij deze vestigingen ook ecologische bouwmaterialen beschikbaar zijn, dan kunnen aannemers eenvoudiger overstappen naar deze materialen. Zo kunnen we meer impact maken en de transitie naar de toepassing van ecologische bouwmaterialen versnellen.”
100% WATER- EN LUCHTDICHT MET GRIFFON HBS-200®
Universele, duurzame, water- en luchtafdichtende en beschermende coating.
HBS-200® Liquid Rubber is een 100% water- en luchtdichte, universele vloeibare coating voor het blijvend elastisch afdichten en beschermen van vrijwel alle ondergronden. Het feit dat de coating minstens 20 jaar meegaat, op waterbasis is gemaakt én vrij is van oplosmiddel of VOC, maakt het een uiterst duurzaam product. De coating is buiten (en binnen) toepasbaar en zowel met een kwast als met een airless spuitinstallatie snel en gemakkelijk te verwerken. Het Griffon HBS-200® assortiment bestaat uit duurzame kwaliteitsproducten die eenvoudig te verwerken zijn.
Groene vragen in de praktijk
Er is zoveel te zeggen over duurzaamheid dat het lastig is om er overzicht in te houden, maar nog lastiger is de vraag: Wat moet ik er nou mee in de praktijk? Een project daadwerkelijk eens wat groener aanpakken, klinkt simpeler dan het misschien nu voelt. Hieronder vragen die je jezelf kunt stellen bij ieder bouwproject waar je bij betrokken bent.
Kan ik minder exclusieve grondsto en gebruiken?
Sommige grondstoffen komen uit bronnen die uitgeput kunnen worden. Een product dat gemaakt wordt van een groeiend materiaal, zoals hout of gras, is dan de duurzame keuze.
De blijvend elastische producten zijn onder andere geschikt voor het afdichten van douchegoten, (buis) doorvoeren, kimnaden, dilatatievoegen, dakgoten, maaivelddetails en kozijnaansluitingen. Ze hechten op vele ondergronden, zoals beton, steen, hout, metaal, zink, bitumen, PVC, PP en PE. Dus ongeacht welke ondergrond je water- of luchtdicht wilt maken, met HBS-200® heb je altijd de juiste oplossing in handen.
Kan ik minder vervuilende bouwproducten gebruiken?
Producten die gemaakt worden van groeiende grondstoffen kunnen geproduceerd worden met lagere temperaturen en kosten dus minder energie tijdens de productie dan reguliere/chemische producten. Producten die gemaakt worden van groeiende grondstoffen zijn minder vervuilend voor het milieu als ze ooit weer in de afvalcirkel terecht komen.
Kan ik bouwen op een manier dat reparatie mogelijk is?
Als iets makkelijker te repareren is kan het in zijn totaliteit langer mee gaan. Bedenk vooraf of constructieonderdelen (deels) vervangbaar zijn of te repareren.
Kan ik zo bouwen dat het losmaakbaar is?
Door iets te bouwen wat makkelijker weer te demonteren is, krijgt de volgende generatie te maken met zuivere afvalstromen. Een enorm voordeel om de oorspronkelijke grondstoffen makkelijker en beter te recyclen.
Nog simpeler gezegd: Niet lijmen, maar schroeven! & Gebruik biobased materialen.
Training
In 2024 vond de verhuizing plaats van alle ecologische bouwmaterialen vanuit het magazijn van Ekoplus in het Zuid-Limburgse Gronsveld naar een van de twee centrale magazijnen van Bouwcenter. Het gaat om duizenden andere bouwmaterialen van tientallen nieuwe leveranciers (zie kader). “In eerste instantie gaan we de kennis van de medewerkers van de vestigingen uitbouwen door trainingen te geven”, vertelt Emmanuel. “Zo willen we dat de Bouwcentermedewerkers per product de details kennen. Het is een gemiste kans als een klant interesse heeft in een van deze bouwmaterialen, maar de medewerkers van een vestiging hem hierover bijvoorbeeld geen aanvullende informatie over de verwerking kunnen geven.” Die trainingen zijn onder meer van belang omdat ecologische bouwmaterialen niet in iedere situatie kunnen worden toegepast, geeft Ronald aan. “Bij het werken met ecologische bouwmaterialen is het van belang om voor de juiste combinatie met andere bouwmaterialen te zorgen, om de maximale voordelen te benutten”, legt hij uit. “Vanwege het aanwezige vocht heeft het bijvoorbeeld geen zin met schapenwol een spouwmuur te isoleren. Voor isoleren met schapenwol is een andere woningbouwconstructie nodig. We willen dat alle Bouwcenter-medewerkers dit soort zaken weten.”
Daarnaast verwacht hij dat de medewerkers van de Bouwcenter-vestigingen aan een ander aspect moeten gaan wennen. “Tot op heden zijn hun werkzaamheden vooral erg reactief geweest: een klant kwam met een vraag en de medewerkers zochten daarbij de juiste bouwmaterialen”, legt Ronald uit. “Nu komen we met een groot aantal andere bouwmaterialen, waarvan we graag hebben dat ze die onder de aandacht brengen. Het voordeel van die nieuwe ecologische bouwmaterialen is wel dat ze op voorraad zijn. Dat biedt voor hen de mogelijkheid om bij een vraag van een klant een ecologisch alternatief naar voren te schuiven.”
Handel als schakel
Niet alleen de Bouwcenter-medewerkers gaan training krijgen, maar ook voor de klanten van Bouwcenter – de bouwbedrijven dus – volgt deze mogelijkheid. Dit gebeurt naar verwachting na de bouwvak, vertelt Ronald. “We geven Bouwcenter-vestigingen geen opdrachten mee over de presentatie van de ecologische bouwmaterialen, maar hopen wel dat ze langzaam maar zeker de overstap gaan maken. Als bouwbedrijven deze bouwmaterialen steeds vaker te zien krijgen, hopen we dat ze deze vaker aan hun opdrachtgevers aan gaan bieden. Met onze trainingen willen we bouwbedrijven hierbij helpen. We merken dat de toepassing van deze bouwmaterialen ook steeds meer bij particulieren speelt. Als bouwbedrijven en opdrachtgevers steeds vaker om de toepassing van ecologische bouwmaterialen vragen, zorgt dit hopelijk ook voor een verandering bij architecten. We beschouwen de bouwmaterialenhandel hierbij als een belangrijke schakel.” Emmanuel voegt toe: “Door bouwbedrijven trainingen aan te bieden, willen we ze klaarmaken voor het moment dat ze de opdracht krijgen om zoveel mogelijk met ecologische bouwmaterialen aan te slag te gaan. Zodat ze goed zijn voorbereid op wat, zo verwachten wij, zeker gaat komen.”
Nieuwe merknamen bij Bouwcenter
De Bouwgroen-materialen zijn NU verkrijgbaar via het centrale magazijn. Ter introductie volgt hieronder een greep uit de nieuwe merken, met daarbij een omschrijving om wat voor soort bouwmateriaal het gaat:
- ClayTec: leem bouwmaterialen
- Daemwool: schapenwolisolatie
- Farnovo: ecologische verf
- Galtane: oliën en waxen
- Gräfix: kalkbouwmaterialen
De trainingen zijn in mei 2024 van start gegaan en diverse Bouwcenter-vestigingen hebben de ecologische bouwmaterialen direct op een prominente plek in hun vestiging gezet. “De voorlopers onder de Bouwcenter-vestigingen hebben hun serieuze interesse in de verkoop van deze bouwmaterialen laten zien”, vertelt Emmanuel. “Ik verwacht dat dit als gevolg heeft dat leveranciers van reguliere bouwmaterialen ook steeds meer de ecologische keuzes gaan onderzoeken. Ik zie dit overigens nu al gebeuren.” Ronald vult aan: “We willen eraan gaan bijdragen dat de keuze voor ecologische bouwmaterialen het nieuwe normaal wordt. Het voordeel is dat woningeigenaren nu ISDE-subsidie krijgen voor het gebruik van biobased bouwmaterialen als ze gericht zijn op energiebesparing. Gezien de doelen die de Rijksoverheid heeft gesteld op het gebied van klimaat en circulaire economie verwacht ik dat het gebruik van deze bouwmaterialen een steeds belangrijkere rol gaan spelen.
- Gutex: houtvezelisolatie
- IsoHemp: kalkhennepisolatie
- Lemix: leembouwplaten
- Otterbein: kalkbouwmaterialen
- Pro Clima: luchtdichting
- Schleusner: leembouwplaten
- Waka: klimaatpanelen
Emmanuel Laugs Bouwgroen
"We gaan de kennis van de medewerkers van de vestigingen uitbouwen door trainingen te geven.”
NIEUWS
Duurzaam werken. We helpen je er graag bij. Speciaal voor Cirkel selecteren wij de meest duurzame alternatieven en noviteiten uit ons brede assortiment. Zo zorgen wij ervoor dat jij je klus klaart.
ROCKWOOL
Met de nieuwe Rockvent Extra New voegen we een extra stevige, waterafstotende en lichte isolatieplaat toe aan ons Rockvent assortiment. Alle productvoordelen op een rij:
• Hoge thermische prestaties met λD 0,032 W/m.K
• Toegelaten open tijd op gevels tot 100 meter hoog is 3 maanden.
• Euro-brandklasse A1
• 25 jaar garantie
Ontdek SCHÖNOX Q20
HYBRID tegellijm
Snelheid en duurzaamheid verenigd voor grootformaat tegels. Deze buitengewone lijm, met zijn vernieuwde formule, biedt niet alleen een ongeëvenaarde prestatie, maar draagt ook bij aan een groenere wereld. Met een 45% lagere CO2-voetafdruk en stofarme formule. Het gebruik van 50% pre-consumer recycling-materiaal beschermt de natuurlijke hulpbronnen.
ROCKPANEL
De platen van Rockpanel UNI zijn gemaakt van geperst steenwol en basalt, het vulkanische gesteente dat veel voorkomt in de natuur, met een kleine hoeveelheid organisch bindmiddel. Het basalt vormt de basis van Rockpanel-gevelbekleding en is een duurzame grondstof. De beschikbaarheid van basalt is namelijk praktisch onuitputtelijk, omdat de aarde er veel meer van produceert dan we op kunnen maken. Dit unieke materiaal heeft veel waardevolle eigenschappen: het is brandbestendig, vormstabiel, vochtbestendig en heeft een lange levensduur.
De Rockpanel UNI is vanaf nu beschikbaar in maar liefst vier nieuwe kleuren: RAL5011, RAL6009, RAL 037 en RAL9905.
IKO powergum 4 AW/F Atelia Powergum 4 AW/F is een witte dakbaan die uit minstens 30% gerecyclede materialen bestaat en is geschikt voor diverse (circulaire) daksystemen. De witte toplaag vermindert de oppervlaktetemperatuur, verbetert de prestaties van zonnepanelen en airconditioning, en zorgt voor een koeler binnenklimaat in de zomer. IKO blijft continu werken aan verhoging van de hoeveelheid secundaire grondsto en.
Naturheld
Houtvezel isolatieplaten zijn een natuurlijke en duurzame isolatieoptie, ideaal voor HSB (Hout Skelet Bouw) constructies en het na-isoleren van vloeren, gevels, plafonds en daken. Deze platen bieden uitstekende geluidsisolatie, wat bijdraagt aan een rustige en comfortabele leefomgeving. Dankzij hun thermische eigenschappen zorgen houtvezel isolatieplaten ervoor dat het binnen warm blijft in de winter en koel in de zomer, waardoor een aangenaam binnenklimaat wordt gecreëerd het hele jaar door.
Biobased isolatie voor dak en zolder van woning
Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels heeft de eerste eco-klant inmiddels binnen: de broers Witte van ecologisch isolatiebedrijf Eigenheym uit Eindhoven. Samen met Bouwteam Meierij uit Boxtel isoleerden ze het dak en de zolder van een woonhuis met IQ3 cellulose van Isoproc. “Biobased materialen leggen niet alleen CO2 vast, ze zijn ook veel beter voor de gezondheid”, zegt Ido Pijnenburg van Bouwteam Meierij.
Tijdens de opening van Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels in Eindhoven raakte Bas Witte van Eigenheym aan de praat met Thomas Swinkels, bedrijfsleider bij Bouwcenter. Samen met zijn broer Mark is Bas al ruim tien jaar gespecialiseerd in biobased bouwen. Eerst deden ze dat met leemstuc en kalkstuc, de enige goede afwerkmaterialen voor dampopen, luchtdicht bouwen. Nu steeds meer bedrijven zich met natuurlijke afwerkingen bezighouden en de concurrentie op dit terrein is toegenomen, werken de broers vrijwel uitsluitend met inblaasisolatie op basis van cellulose, houtvezel en stro.
“Thomas vroeg mij wat de hardlopers in natuurlijke bouwmaterialen zijn”, zegt Bas Witte. “Zij hebben nog weinig ervaring en wilden daarvoor een voorraad aanleggen. Daarop bestelden ze IQ3 cellulose van Isoproc, een Vlaamse pionier op dit gebied. IQ3 cellulose vlokken bestaan uit geselecteerde reststromen krantenpapier die net zo goed óf beter isoleren dan glaswol. Zowel thermisch als akoestisch. Het natuurlijke bouwmateriaal kan tijdelijk vocht bufferen, wat bij glaswol echt niet het geval is. Bij brand gedraagt ingeblazen cellulose zich hetzelfde als massief hout en haalt brandklasse B.”
Goed opletten
Thomas Swinkels is blij met Eigenheym en verwacht dat zij, en in het zog andere eco-bouwers, ook later bij Bouwcenter Van Hoppe & Swinkels aankloppen. “Ons assortiment ‘Bouwgroen’ biedt een totaaloplossing voor eco-bouwers in de regio, van cellulose en kalkhennep tot biobased bouwplaten, plantaardige verven en leemstuc die je in diverse kleuren kan afwerken. Als je dampopen bouwt, moet je wel goed opletten dat de gebouwschil luchtdicht en lekvrij wordt uitgevoerd. Daarvoor voeren wij onder meer de producten van Pro Clima die voor de beste bescherming tegen vocht, weersinvloeden en schimmel zorgen”, zegt hij.
Via sociale media kwam Eigenheym in contact met Ido Pijnenburg van Bouwteam Meierij uit Boxtel, een allround bouwbedrijf dat timmerwerken, renovatieprojecten, dakconstructies en stelwerk uitvoert. Pijnenburg wilde de zolder verbouwen en een dakvenster op een woonhuis plaatsen. “Na de nodige voorbereiding en het aanleggen van dampfolie zijn we van start gegaan”, zegt Bas. “Wij zijn gecertificeerde celluloseblazers met eigen apparatuur. De klant was er zelf bij en hielp ook een handje mee toen we de cellulosevlokken inbliezen.”
Vertrouwen krijgen
De klus werd door Eigenheym in zes uur geklaard. “Je moet dan wel het vertrouwen van de opdrachtgever krijgen. Vooraf hebben we berekend hoeveel volume ervoor nodig was’, zo licht hij toe. “Je wilt niet te veel inblazen – dat verhoogt immers de kostprijs - maar ook niet te weinig, omdat het isolatiemateriaal dan kan verzakken. De densiteit wordt onder meer bepaald door de helling, de dikte, hoogte en de inblaasmethode. Wij doen dat met een machine die bestaat uit een schoepenwiel, ventilatoren en een slang. Onder hoge druk worden de vlokken naar binnen geblazen, eerst glad, vervolgens grof en losgeslagen. Op die manier zorg je ervoor dat de vlokken goed op elkaar aansluiten, zodat er geen kieren en gaten ontstaan die tot een vervelend koudebrug – en dus tot energieverlies - kunnen leiden.”
Duurder?
Bas: “Klanten denken dat biobased isolatie duurder is dan regulier, maar dat is zeker niet altijd het geval. Door het efficiënte inblaasproces kunnen wij vooral bij grotere projecten vaak goedkoper werken dan wanneer de aannemer zelf met isolatiedekens of -platen aan de gang gaat.” Sinds begin dit jaar krijgen particulieren, mits ze twee maatregelen door een bedrijf voor tien tot twintig vierkante meters laten uitvoeren, ISDE- subsidie op biobased materialen. “Daarmee wordt de meerprijs van circa twintig procent ten opzichte van minerale of fossiele isolatiematerialen – bijvoorbeeld glaswol of purschuim –bijna gecompenseerd. Er is dus maar weinig reden om niet van de betere eigenschappen van natuurlijke materialen gebruik te maken. Biobased materialen hebben ook een veel langere faseverschuiving dan bijvoorbeeld glaswol, waardoor de woning langer koel blijft”, aldus Bas.
“Voor particuliere opdrachtgevers is geld, in combinatie met zekerheid van het product, vaak een beslissende factor voor een materiaalkeuze”, zegt Ido Pijnenburg op de valreep. “Door goed overleg met Bas was ik ervan overtuigd dat de klant weliswaar iets meer materiaalkosten had, maar dat dit in de isolatietijd terugverdiend werd. En dat er een beter eindproduct over bleef. Daarnaast is het ook fijn dat we niet meer met conventionele isolatie hoeven te werken.”
Algemeen nieuws
Oproep tegen ‘materiaalobesitas’
De bouwsector gebruikt veel materialen, grondstoffen en energie. Onnodig veel, vinden sommige partijen.
Zo wil VBI af van ‘materiaalobesitas’, om slimmer te bouwen met minder materiaal. De leverancier van kanaalplaatvloeren noemt dat er nog te vaak onnodig veel grondstoffen en energie worden verbruikt. Zelf wil het bedrijf het goede voorbeeld geven door haar vloer te maken met een holle structuur waardoor het zo’n 40 procent beton en 50 procent wapeningsstaal bespaart.
Dat betekent volgens VBI een CO2-reductie.
Op de website Samentegenmateriaalobesitas.nl roept VBI de bouwsector op met zich aan te sluiten bij haar strijd en slimmer te bouwen met minder materialen, grondstoffen en energie.
Wijziging TOjuli-eis
De TOjuli-eis bevat per 1 juli 2024 aanvullende voorwaarden om aan te tonen dat het risico op oververhitting in een nieuwbouwwoning voldoende wordt beperkt. De aanscherping van de TOjuli-eis vindt plaats om met actieve koeling invulling te geven aan het beperken van risico’s op oververhitting. Die aanvullende voorwaarden leiden ertoe dat de geïnstalleerde koelcapaciteit beter aansluit bij de benodigde koelcapaciteit. Dit komt naar voren in de aanpassing van de Nederlands technische afspraak (NTA) 8800:2024.
De meest eenvoudige optie is om (te veel) zontoetreding te voorkomen en hiermee bij het ontwerpen van woningen rekening te houden. Dit kan bijvoorbeeld met zonwering, overstekken of zonwerende beglazing. Sinds de introductie in 2021 heeft de TOjuli-eis het doel gehad om het groeiende probleem van oververhitting in de zomer in (nieuwbouw) woningen op te lossen. Aanvankelijk was het hebben van actieve koeling in een nieuwbouwwoning voldoende om vrijstelling te krijgen voor de TOjuli-eis aan oververhitting, maar per 1 juli 2024 verandert dit dus.
177 miljoen euro subsidie voor 28.828 nieuwe woningen
48 woningbouwprojecten uit 39 gemeenten en twee regio’s krijgen een bijdrage van 177 miljoen euro van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de versnelde realisatie van 28.828 woningen. Hiervan valt 72 procent in de categorie ‘betaalbaar’.
Dit bedrag is afkomstig uit de zesde ronde van de Woningbouwimpuls (Wbi), een manier van de Rijksoverheid om gemeenten te ondersteunen bij het bouwen van meer betaalbare nieuwbouwwoningen. Dit zijn woningen in de sociale huursector en betaalbare koopwoningen voor starters en mensen met lage- en middeninkomens. Dit was de laatste ronde van de Wbi, maar tot eind mei konden gemeenten hun afgewezen aanvraag aanpassen en opnieuw indienen. Vóór de zomer wordt bekend welke herkansers alsnog een bijdrage krijgen. Hiervoor is een budget van 123 miljoen euro beschikbaar.
Dankzij de Wbi kunnen sinds 2020 tot nu toe ruim 213.000 nieuwe woningen versneld worden gebouwd. Met deze impuls draagt het ministerie bij aan projecten die anders moeilijk of traag tot stand komen vanwege een financieel tekort. Het geld wordt gebruikt voor de sanering van vervuilde grond, het uitplaatsen van bedrijven en het aanpassen van toegangswegen.
VERLAAG ENERGIEKOSTEN EN VERHOOG COMFORT
MET RENOVATIEVLOEREN
Veel huizen met houten begane grondvloeren missen goede isolatie, wat resulteert in ongemakken zoals tocht, vochtproblemen en houtrot. Gelukkig bieden de renovatievloeren van De Hoop Pekso, zoals de Reno Acero® en Reno Concreto®, een doeltre ende oplossing. Met deze renovatievloeren kunnen huiseigenaren niet alleen fors besparen op energiekosten, maar ook genieten van een aanzienlijk verbeterd comfort. Bovendien dragen ze bij aan de transitie naar aardgasvrije woningen. Het vervangen van een houten vloer is verrassend eenvoudig en met de renovatievloeren van De Hoop Pekso kan dit zelfs binnen één dag worden gerealiseerd.
De Reno Acero® biedt een lichtgewicht en droog systeem, ideaal voor minder draagkrachtige funderingen, terwijl de Reno Concreto® een robuustere variant is, geschikt voor uitbouwen en afgewerkt met beton. Beide vloeren zijn verkrijgbaar in verschillende isolatiewaarden, waardoor ze aan diverse behoeften kunnen voldoen. Kortom, met de renovatievloeren van De Hoop Pekso kunnen huiseigenaren niet alleen duurzaam renoveren, maar ook genieten van verhoogd comfort en lagere energiekosten, zonder veel overlast te ervaren.
SlimFix RenoTwin
Voordelig renoveren én CO 2 reduceren
Bij het na-isoleren van hellende daken kun je met de juiste productkeuze tijdwinst behalen én de CO2-emissies extra reduceren. De vrijdragende SlimFix RenoTwin elementen van IsoBouw zijn leverbaar met diverse maatwerkopties, zoals een kopgeveloverstekvoorziening en geïntegreerde nestkasten. Dit vereenvoudigt en versnelt de montage.
Onderzoek toont daarnaast aan dat de SlimFix Reno platen in vergelijking met alternatieven de beste milieuprestaties behalen. Opdrachtgevers vinden dit steeds belangrijker en vragen daarbij om bewezen prestaties. Met opname van de milieudata in de nationale milieudatabase (NMD) kan IsoBouw dit bewijs leveren.
Afbeelding
SVEDEX SUPERLAK® DUURZAME KEUZE
De binnendeuren van Svedex staan bekend om hun hoge afwerkingsniveau en mooie designs, geschikt voor elke woonstijl. De deuren zijn bovendien bijzonder duurzaam. Dit duurzame karakter zit hem met name in de toepassing van Superlak®, maar ook in de grondsto en die Svedex kiest en in het emissiearme productieproces.
Superlak® heeft een uniek lakprocedé. Binnen een seconde wordt de speciale lak in één keer uitgehard doordat kleine moleculen in de lak zich aaneenrijgen tot één geheel. Het resultaat is Svedex Superlak®, een slijt- en in hoge mate krasvaste lak op alle Svedex Superlak® deuren. Een bijkomend maar zeer belangrijk voordeel is dat bij deze lak geen uitstoot van CO2 en oplosmiddelen vrijkomt, dus ook nog eens zeer milieuvriendelijk. En de deuren van Svedex worden gemaakt van duurzaam hout met een FSC®- of PEFC-certificeringen en dragen dus bij aan wereldwijde bosbescherming.
Dankzij de unieke eigenschappen van deze lak blijven binnendeuren van Svedex er zelfs na jaren intensief gebruik als nieuw uitzien. De lak is bijzonder sterk en slijt- en krasvast. Bovendien is Superlak® ongevoelig voor uv-licht, waardoor de deuren niet verkleuren.
Vlekken, vingerafdrukken en huidzuren krijgen geen vat op de lak en de deuren zijn gemakkelijk schoon te maken. Als vakman kun je hiermee onderscheidende kwaliteit en zekerheid bieden aan je klant. Superlak® is wat ons betreft de basis tot meer, dus van standaard vlakke deur tot mooie stijldeur”.
De voordelen van Superlak® op een rij:
• Ongevoelig voor uv-licht
• Zeer duurzaam
• Uitermate slijt- en krasvast
• Emissiearm geproduceerd
• Verkrijgbaar in verschillende kleuren
• 10 jaar garantie
Bouwbesluit maakt plaats
voor Bbl
Hier moet je op letten
Met de invoering van de Omgevingswet is het Bouwbesluit vervallen. De technische bouwvoorschriften van dit besluit zijn opgenomen in het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Daarnaast betekent de inwerkingtreding van de Omgevingswet de stapsgewijze invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Wat houden deze veranderingen in en waar moet je op letten?
Het heeft even geduurd, maar na enkele jaren uitstel is de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking getreden. Deze wet regelt alles voor de ruimte waarin we wonen, werken en ontspannen. Door wetten samen te voegen heeft de wet als doel de regels te vereenvoudigen. Zo vermindert de Omgevingswet het aantal algemene maatregelen van bestuur (AMvB) van zestig naar vier. Een van die AMvB’s is de Bbl.
Hierin staan regels voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu waaraan een bouwwerk altijd moet voldoen om de benodigde kwaliteit en veiligheid te garanderen. Een bouwwerk mag namelijk geen gevaar opleveren voor gebruikers en omgeving. Daarnaast omvat het Bbl regels over de staat en het gebruik van een bouwwerk én over het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden.
Versneld vergunningstraject
Een van de veranderingen is dat het eenvoudiger en sneller wordt om vergunningen voor bouwprojecten aan te vragen, omdat 26 losse wetten zijn gecombineerd tot één wet. Daarnaast is er meer uniformiteit in de bouwregels. Op het gebied van landelijke eisen voor energie- en milieuprestaties bij nieuwbouw vervalt de mogelijkheid voor gemeenten om hogere eisen te stellen aan de energie- en milieuprestatie bij nieuwbouw.
Deze wijziging moet leiden tot een versnelling van de woningbouw. Landelijke eisen, die voor alle partijen het minimumniveau vormen, moeten grootschalig industrieel bouwen mogelijk maken. Dit minimumniveau zijn de Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG)-eisen, die er op Europees niveau voor zorgen dat nieuwe gebouwen bijna energieneutraal zijn.
Waar moet je verder op letten? Voor bouw- en sloopwerkzaamheden dien je een veiligheidsplan op te stellen en een veiligheidscoördinator aan te stellen, als er risico’s zijn voor de veiligheid in de omgeving van deze werkzaamheden. Door het invullen van een zogeheten risicomatrix wordt duidelijk of er veiligheidsrisico’s zijn.
Verantwoordelijkheid nemen
Daarnaast is de kwaliteit van werken belangrijker. Zo staat in de nieuwe Wet kwaliteitsborging (Wkb), die ook begin dit jaar in werking is getreden, dat de aannemer van een project aansprakelijk blijft voor verborgen gebreken, ook na de oplevering. Ook is het verplicht om een onafhankelijke controleur de kwaliteit van een project te laten checken. Deze controleur brengt extra kosten met zich mee, maar levert een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van werkzaamheden aan een bouwproject.
De invoering van de Wkb vindt gefaseerd plaats. Sinds dit jaar geldt deze wet voor bouwwerken met beperkte gevolgen als er iets misgaat, zoals woningen. En binnen drie jaar vindt een evaluatie plaats. De overheid besluit nog over een verdere invoering, voor bouwwerken met grotere gevolgen als er iets misgaat, zoals onderwijsgebouwen en ziekenhuizen.
Meer weten over de actuele bouwregels? Vraag bij jouw vestiging het Wkb-boekje aan.
Het belang van de R-ladder
De bouwsector neemt naar schatting zo’n 50 procent van het grondstoffengebruik in Nederland voor zijn rekening. Vanwege internationale spanningen en toenemende grondstoffenschaarste in de wereld lijkt het belang voor de Nederlandse bouwsector steeds groter te worden om zo hoog mogelijk op de R-ladder te komen. Maar wat is de R-ladder en wat zijn de voordelen voor bouwers?
Nederland wil in 2050 volledig circulair zijn. In een circulaire economie staat het behouden van en het slim omgaan met grondstoffen, materialen en producten centraal. Dit geldt uiteraard ook voor de bouwsector, want naar schatting neemt die sector de helft van het grondstoffengebruik in Nederland voor zijn rekening. In 2020 kwam dit volgens het CBS neer op zo’n 180 miljard kilo grondstoffen, exclusief de hoeveelheid gerecycled afval. Door de internationale spanningen en de toenemende grondstoffenschaarste in de wereld is het de afgelopen jaren steeds lastiger om aan de gewenste bouwmaterialen voor woningen en utiliteitsgebouwen te komen. Daarbij heeft het tekort aan grondstoffen voor een flinke prijsstijging van bouwmaterialen gezorgd. Als gevolg hiervan is de aandacht voor circulair bouwen de afgelopen jaren in Nederland flink toegenomen.
Zo hebben begin dit jaar in Noord-Holland 37 partijen, waaronder de provincie Noord-Holland en de gemeenten Medemblik, Hoorn, Enkhuizen en Opmeer, afgesproken om gebouwen circulair te slopen en de vrijgekomen materialen in andere gebouwen te gebruiken. In diezelfde periode hebben de West-Brabantse woningcorporaties Alwel, Laurentius, Woonkwartier en Stadlander gezamenlijk de afspraak gemaakt om meer biobased isolatiematerialen bij nieuwbouw- en renovatieprojecten tegebruiken. Terwijl de partijen in Noord-Holland de aarde niet verder willen uitputten en een groter aanbod van circulaire materialen wensen, willen de Brabantse corporaties met onder meer vlas en hennep de impact van de bouwmaterialen op het milieu flink gaan verlagen. Beide samenwerking verbanden beschouwen de Nederlandse overheid als een stap in de transitie naar een circulaire economie. Die bestaat dan ook uit verschillende circulaire strategieën, die worden samengevat. in de R-ladder (zie kader).
R-ladder
Consultant Jip van Grinsven van vastgoedadviesbureau Alba Concepts heeft gemerkt dat onder meer woningcorporaties de afgelopen jaren stappen op de R-ladder hebben gezet. “Woningcorporaties maken steeds vaker gebruik van vrijkomende bouwmaterialen en onderdelen, zoals wc’s en wastafels, maar ook onder andere isolatie en beglazing, in circulaire sloopprojecten. Dit gebeurt echter nog veel op projectniveau, terwijl corporaties – gezien hun enorme woningportefeuille – onderdelen ook kunnen opslaan om in een ander project te gebruiken. Het lastige is echter wel dat bewoners vaak een negatieve perceptie hebben over de woorden ‘hergebruikt’ en ‘tweedehands’. Daarnaast is het van belang dat een opdrachtgever tijdens een circulair sloopproject aan de betreffende bouwvakkers uitlegt waarom ze alle onderdelen van een gebouw zo voorzichtig mogelijk uit elkaar moeten halen.”
Als kleine bouwbedrijven of zzp’ers willen beginnen om stappen op de R-ladder te zetten, adviseert ze om in eerste instantie naar de hoogste R-niveaus te kijken. “Geen nieuwe grondstoffen, materialen of producten gebruiken kan wellicht moeilijk klinken, maar dat is het zeker niet”, legt Jip uit. “Zo is het mogelijk het karakter van een houten woning te accentueren door binnenmuren juist niet te stucen of te verven. Daarnaast is het goed als bouwers rekening houden met de losmaakbaarheid van een gebouw, door minder of helemaal niet meer te kitten, te lijmen of te purren. Door een gebouw losmaakbaar te maken, kunnen bouwmaterialen en -producten eenvoudiger worden hergebruikt. Om voor die losmaakbaarheid te zorgen kunnen de bouwers ervoor kiezen om bouwmaterialen met een losmaakbare verbinding, bijvoorbeeld met schroeven, vast te zetten.”
Jipvan Grinsven van
Hoe ziet de R-ladder eruit?
Het R-laddermodel geeft circulaire strategieën weer en kan als leidraad worden gebruikt. Het model is wel praktisch bruikbaar, maar niet meetbaar. Het geeft verschillende stappen of niveaus van circulariteit aan, met behulp van Engelse werkwoorden of zelfstandige naamwoorden, die allemaal beginnen met de letter ‘R’.
Het gaat om:
- R1 (hoogste niveau): Refuse: gebruik geen nieuwe grondstoffen
- R2: Reduce: maak minder gebruik van nieuwe grondstoffen
- R3: Redesign: herontwerp een project met het oog op circulariteit
- R4: Re-use: hergebruik van producten
- R5: Repair: onderhoud en reparatie
- R6: Refurbish: projecten of producten opknappen
- R7: Remanufacture: een nieuw product maken van een tweedehands product
- R8: Repurpose: een product hergebruiken maar met een andere functie
- R9: Recycle: materiaalstromen met de hoogst mogelijke waarde redden
- R10 (laagste niveau): Recover: afvalverbranding met energieterugwinning
Alle R-modellen gaan van bovenstaande niveaus uit, maar sommige modellen voegen wel enkele niveaus samen. Dit kan gelden voor de stappen Repair, Refurbish, Remanufacture en Repurpose (R5 tot en met R8).
Een mogelijke aanvulling op dit model is Replace: het vervangen van primaire grondstoffen door hernieuwbare grondstoffen.
(Bronnen: Dutch Green Building Council en RVO)
Toekomstblik
Jip verwacht namelijk dat de losmaakbaarheid van gebouwen de komende jaren een vlucht gaat nemen in de bouwsector. “Door onderdelen van een gebouw losmaakbaar te maken, zijn er in toekomstige nieuwbouw- en renovatieprojecten minder primaire bouwmaterialen nodig. Verder verwacht ik dat bouwbedrijven meer gaan inzetten op industrieel bouwen. Dit gaat ook gevolgen hebben voor de werkzaamheden van bouwers, want hierdoor kunnen in een fabriek werkzaamheden worden uitgevoerd die vaak lichamelijk minder zwaar dan op de bouwplaats.”
Ook de toename van de toepassing van biobased bouwmaterialen gaat hun werkzaamheden op een positieve manier veranderen, denkt ze. “Hennep en vlas vergen wel een andere manier van verwerken, maar het is gezonder om met deze grondstoffen te werken in vergelijking met bijvoorbeeld glaswol. Verder verwacht ik een opkomst van bouwen met hout. Het is wel goed als kleinere bouwbedrijven en zzp’ers de komende jaren hierin ervaring gaan opdoen. Zo verzekeren ze zich van bouwopdrachten in de toekomst.”
Tips om met circulair bouwen te beginnen
Om kleine bouwbedrijven en zzp’ers te helpen om met circulair bouwen te beginnen, heeft Jip van Grinsven van Alba Concepts drie belangrijke tips:
- Zoek naar opdrachtgevers die circulair bouwen belangrijk vinden, om daar te starten en ervaring op te doen.
- Kijk kritisch naar het materiaalgebruik in bouwprojecten en hergebruik waar mogelijk.
- Kijk naar en oefen met de toepassing van biobased bouwmaterialen en losmaakbaar bouwen.
ENDLESS MATERIALS
Bieden een circulaire toekomst
-advertorial-
Wij gaan steeds meer van een lineaire naar een circulaire economie. In de lineaire economie werden alle grondsto en voor de productie van producten uit de natuur gehaald en na gebruik als afval gestort. In verband met de hierdoor ontstane milieuvervuiling en uitputting van (zeldzame) grondsto en willen we dit niet meer. Daarom is afval de grondstof geworden voor nieuwe toepassingen.
Sinds december 2023 is kalkzandsteenpuin o cieel door de FUMO erkend als grondstof. Dit betekent dat de productie en het gebruik van circulaire kalkzandsteenproducten kan toenemen. Bij Caldubo Elementen is een deel van het grove toeslagmateriaal vervangen voor gerecyclede (beton)puingranulaten.
Kalkzandsteen is daarmee een Endless Material, want je kunt het eindeloos recyclen!
ISOLEREN MET ISOVER DAT VOELT GOED!
In 2050 moeten alle woningen in Nederland energieneutraal zijn. Een flinke klus die we samen gaan klaren. Gemakkelijk warmteverlies via (schuine) daken en wanden voorkomen? Met het renovatie assortiment van Isover hebben we de juiste producten voor jouw isolatieklus.
Isover Comfortpanel, Renopan en Isocomfort zijn vernieuwd. Deze producten voor de renovatiemarkt behoren vanaf nu tot het Isover Friendly glass wool assortiment. Ze zijn vervaardigd uit gerecycled materiaal en met een natuurlijke binder.
creëer je met Mapei
Deze duurzame producten voelen zachter aan wat voor extra verwerkingscomfort zorgt. Een mooie eigenschap is dat ze steviger zijn en toch flexibel. Zo gaat het aanbrengen van het isolatiemateriaal nog makkelijker. En dat voelt goed!
Meer weten? Neem dan contact op met jouw Bouwcenter vestiging.
Een groene badkamer
Bij duurzaam bouwen wordt er vaak gedacht aan het toepassen van materialen met een lange levensduur, zo ook bij een badkamer. Denk aan een waterbesparende kraan, meubels van gerecyclede materialen en duurzame tegels. Maar hoe breng je die tegels aan?
Hoe maak je de ruimte waterdicht? Daarvoor heeft Mapei de oplossing. Van een handige set voor waterdichting tot tegellijm en voegmortel uit de zero-lijn. De zero-lijn bestaat uit hoogwaardige producten waarvan de CO2-uitstoot gedurende de hele levenscyclus wordt geme-
ten met behulp van de Life Cycle Assessment (LCA-)methode. De uitstoot van de producten wordt vervolgens voor 100% gecompenseerd door te investeren in gecertificeerde projecten voor herbebossing en bescherming biodiversiteit. Meer weten? Neem een kijkje op www.mapei.nl
DUURZAAM TEGELS VERWERKEN
MET DE TEGELSNIJDERS VAN RUBI
Duurzaamheid begint met de keuze voor kwaliteitsgereedschap. Hoe langer je met een product doet, hoe minder grondsto en er gebruikt hoeven te worden.
De tegelsnijders van RUBI zijn gemaakt van hoogwaardige materialen en zijn compleet mechanisch, waardoor de levensduur van een tegelsnijder bij - goed onderhoud - zeker 10 jaar is. We hebben zelfs voorbeelden van tegelzetters die al meer dan 40 jaar dezelfde snijder hebben!
Ook heb je voor het snijden van tegels geen extra grondsto en zoals elektriciteit en water nodig. De TX-1020 MAX met een maximale snijlengte van 102 cm is een hele veelzijdige keuze. Het breekvermogen is 1200 kg en is daarmee één van de krachtigste tegelsnijders uit het RUBIassortiment. Hiermee kun je de meeste dikke en harde tegels op de markt moeiteloos breken.
SKANTRAE NEXT
Dé nieuwe generatie buitendeuren
De samengestelde plaatconstructie van onze NEXT modellen, is opgebouwd uit een isolerende kern met aluminium platen aan weerszijden. De kern bestaat uit een XPS hardschuim plaat die drukvast, vochtbestendig, licht van gewicht is en een verhoogde isolatiewaarde heeft. Dit betekent een lager energieverbruik, dus maximaal wooncomfort!
De aluminium platen dragen bij aan een hoge vormstabiliteit van de buitendeur waardoor eventueel krimpen zwelgedrag sterk wordt verminderd. En door het gebruik van lichtgewicht materialen is een NEXT buitendeur zeer gemakkelijk te verwerken in tegenstelling tot zware massief hardhouten deuren. De oppervlakte platen zijn 100% FSC® meranti multiplex.
- Isolatie: XPS schuimvulling met een dichtheid van 30 kg/m3
- Stabilisatie: 2 aluminium tussenlagen; dikte dekplaat: 8,5 mm
- Grondlak: 120 mμ grijs voorbehandeld
ALLE VOORDELEN OP EEN RIJTJE:
•Zeer vormstabiel
• Licht van gewicht
• Geen stijl- en dorpelverbindingen
• Minder onderhoud
• 35 mm rondom inkortbaar
skantrae.com/next
Verduurzaming sociale huurwoningen in Krommenie
Woningcorporatie Parteon is bezig om haar sociale huurwoningen te verduurzamen. In dat kader moeten eind dit jaar 48 gebouwen in het Noord-Hollandse Krommenie zijn verduurzaamd. In fases, steeds wanneer een huurtermijn van huurders is afgelopen en ze naar een andere woning verhuizen. Een onderdeel van de verduurzamingsslag is de vervanging van een oude, niet geïsoleerde vloer, naar een toekomstbestendige standaard.
Bouwbedrijf Jan Vet uit het nabijgelegen Wormerveer voert de verduurzaming en renovatie van deze woningen uit. “Jan Vet is al jarenlang een grote klant van Bouwcenter Floris”, vertelt Dennis van Dijen, technisch adviseur bij Duofor in de regio’s midden en noord. “Ook wij hebben een jarenlange vaste relatie met Bouwcenter Floris. We zijn vaste leverancier van onze eigen herbruikbare vloersystemen. Voor een eerder renovatieproject in Amsterdam heeft Bouwcenter Floris ons gekoppeld met Bouwbedrijf Jan Vet.”
Vanwege het succes in het Amsterdamse renovatieproject besloot het Noord-Hollandse bouwbedrijf om, wederom via Bouwcenter Floris, aan Duofor te vragen of de vloersystemenfabrikant en -leverancier kon helpen om in de te renoveren huurwoningen voor een betere isolatiewaarde en een gezond binnenklimaat te zorgen. Dennis ging naar Krommenie om een goede indruk te krijgen van de mogelijkheden om een goed beeld te krijgen van het renovatieproject. Daar ontdekte hij dat het belangrijk was om verhoogde muurprofielen toe te passen: “Samen met uitvoerder Paul van Dongen van Bouwbedrijf Jan Vet zag ik dat standaard muurprofielen geen optie waren. Uitgerekend op de hoogte waarop we deze profielen aan de muur wilden bevestigen, zaten de restanten van de verouderde vloer. In overleg met Bouwcenter Floris, Bouwbedrijf Jan Vet en woningcorporatie Parteon zorgden we voor de benodigde berekeningen. Dankzij de verhoogde muurprofielen kunnen we de vloer toch aan de fundering monteren.”
Duurzaamheidsambities woningcorporatie Parteon Woningcorporatie Parteon beschouwt duurzaamheid als een belangrijk onderwerp, maar vindt ook dat duurzaamheidsoplossingen haar huurders geld moeten besparen en bijdragen aan het comfort van haar huurders. Daarom test ze oplossingen eerst op kleine schaal. In 2023 isoleerde Parteon onder meer 578 woningen opnieuw: in de vloer, het dak of in de spouwmuren. Om de woningen op die manier deels of volledig gereed te maken voor de energietransitie om van het gas af te gaan. Al deze ingrepen hadden als doel om de energievraag te beperken en het wooncomfort te verbeteren. Daarnaast heeft Parteon in haar verduurzamingsprogramma ‘Opgewekt Wonen’ het afgelopen jaar 200 woningen verduurzaamd door de woningen af te koppelen van de gasaansluiting en te voorzien van een warmtepomp.
Verhoogde muurprofielen
Standaard stalen muurprofielen, met een hoogte van 21 cm, worden met pluggen in de muur vastgezet, maar dat ging in Krommenie dus niet. Daarom maakte Duofor verhoogde stalen muurprofielen met een hoogte van 34 centimeter. Onderin in de profielen zitten de gaten om de profielen aan de fundering te bevestigen. “Dit is een uitbreiding op onze bestaande verhoogde muurprofielen”, geeft Dennis aan. “Daarom duurde het zo’n drie dagen om voor de juiste berekeningen te zorgen. In dit project lieten we zien dat we graag meedenken met de aannemer, onder meer door in oplossingen te denken.”
Verduurzaming
Tot aan begin mei leverde Duofor voor in totaal 24 huurwoningen het vloersysteem Combifor FIX. Geïsoleerd met EPS-vulelementen, waardoor de vloer voor een Rc-waarde van 4,8 m2K/W zorgt. Dit is flink beter dan de minimale Rc-waarde in het bouwbesluit, die voor nieuwbouwprojecten op 3,7 m2K/W ligt en voor renovatieprojecten 2,6 m2K/W is. “We hebben gezorgd voor de droge uitvoering, zodat de bewoners zo snel mogelijk in de huurwoning kunnen trekken”, legt Dennis uit. “Inclusief afwerking hebben we maximaal twee werkdagen per woning nodig om de vloer erin te leggen. Als we hadden gekozen voor een natte uitvoering, met bijvoorbeeld een smeervloeren laag erop, dan duurt het een week om een laag van een centimeter bouwvocht te laten drogen. In die periode kan Parteon de woning niet verhuren.”
Daarnaast staat, ook voor woningcorporaties, circulariteit en herbruikbaarheid steeds meer centraal in de bouw en verbouw. Het hergebruiken van materialen en het inzetten van secundaire grondstoffen is een belangrijk streven. “Daar zetten we ook op in”, gaat Dennis verder. “We zorgen ervoor dat alle onderdelen van Combifor FIX volledig met schroeven worden gemonteerd. Duofor voert de montage niet zelf uit. In Krommenie zorgt Bouwbedrijf Jan Vet hier dus voor. Tijdens de eerste montage van het vloersysteem waren we zelf aanwezig. Om ervoor te zorgen dat alles op de juiste manier verloopt, voerden we de montage zelf uit en gaven we enkele tips. Dankzij de CE-markering op onze producten geven we vijftig jaar garantie op onze vloersystemen. Mocht er iets aan de hand zijn, dan zorgen we zelf voor de juiste oplossing.”
Identieke woningen
Hoewel de montage van het vloersysteem nog in 24 huurwoningen moet plaatsvinden, heeft Duofor de meeste werkzaamheden inmiddels afgerond. “Alle woningen zijn identiek, dus we hoeven niets meer in te meten. We passen op de bouwtekening enkel het adres aan. Daarnaast hebben we alle benodigdheden voor dit project op voorraad liggen. Zodra het bouwbedrijf ze nodig heeft, regelen we enkel transport.”
DE POWERDAY LIGHT CRADLE
De Powerdaylight Cradle met vlakke glasplaat maakt deel uit van onze nieuwe generatie daglichtbuizen. Het design en de esthetiek van een vast glazen daklicht, gecombineerd met de geavanceerde technieken van een daglichtbuis.
Voordelen tijdens de snelle en eenvoudige installatie:
• Handmatig tillen nog gewoon toegestaan en mogelijk wegens gering gewicht;
• Weinig tot geen constructieve aanpassingen aan de dakconstructie;
• Compleet systeem, vanaf de opstand tot aan de binnenafwerking;
• Ronde sparingen eenvoudig te maken in bestaande constructie zoals o.a. beton;
• Binnenafwerking zorgt gelijk voor een complete afwerking, zonder aftimmering of schilderwerk.
Mogelijkheden:
Hybride bouwen is het slim combineren van verschillende bouwmaterialen en -technieken met als doel de duurzame voordelen van elk materiaal optimaal te benutten. Voor VBI ligt de focus op het bereiken van een hogere bouwkwaliteit door het gebruik van zowel minder als duurzame materialen.
VBI maakt innovatieve, prefab kanaalplaatvloeren die ideaal te combineren zijn met betonnen casco’s, kalkzandsteen, CLT en houtskeletbouw. Binnen al deze concepten creëren wij een duurzame vloeroplossing die gemakkelijk te monteren is.
•Beschikbaar in de diameters Ø 35 cm en Ø 53 cm;
• Ronde of vierkante binnenafwerking;
• Standaard of ECO variant voor nog betere thermische prestaties;
• Standaard, overloopbare of zelfs overrijdbare glasplaat.
Hergebruik materiaal (Cradle to Cradle)
Bij de Powerdaylight Cradle houden we ons bewust bezig met het potentieel van het hergebruik van materialen. De materialen die gebruikt worden, zoals glas, zijn 100% recyclebaar en duurzaam.
HYBRIDE BOUWEN BIEDT VRIJHEID VOOR AANNEMERS ARCHITECTEN
Hybride bouwen geeft aannemers, architecten en opdrachtgevers veel vrijheid. De combinatie van verschillende duurzame materialen biedt vele mogelijkheden voor innovatieve, flexibele en visueel aantrekkelijke gebouwen. Wat uiteindelijk de functionaliteit en duurzaamheid van een gebouw bevordert.
Meer weten over hybride bouwen met kanaalplaatvloeren?
Bezoek onze website www.vbi.nl
“We gaan naar nul CO₂-uitstoot”
Zo zet ook Omnicol, een Brabants-Vlaams bedrijf dat bouwlijmen produceert en verkoopt, zijn beste beentje voor. De ecologische voetafdruk van deze organisatie wordt voor het overgrote deel door transportbewegingen bepaald. Samen met logistiek partner E. van Wijk heeft het zijn CO2-uitstoot bijna gedecimeerd. “We zijn al twintig jaar bezig om zo weinig mogelijk milieueffecten te veroorzaken. Het laatste jaar richten we ons nóg meer op de Sustainable Development Goals (SDG) van de VN” zegt algemeen directeur Gerrit Jonker.
Gerrit is al 24 jaar in dienst bij Omnicol, eerst in de sales en marketing, sinds 2015 als algemeen directeur (naast CEO Felix de Bever). Omnicol is een oud familiebedrijf dat zijn oorsprong in Groningen heeft, waar enkele boeren na de Tweede Wereldoorlog ontdekten dat je uit aardappelzetmeel een goede bouwlijm maakt. De productnaam: Omnicol, een lijm die ‘alles’ lijmen kan. In 1976 wordt Omnicol verkocht aan Cor de Bever. Vanuit Vught werken hij en zijn zonen met lijmen, cellenbeton en gipsplaten. Destijds een noviteit in de branche. Nu ontwikkelt het familiebedrijf alle producten vanuit hun R&D-locatie in Weelde (Vlaanderen).
Impact van transport
De lee aarheid van de aarde staat op het spel. Om binnen anderhalve graad Celsius opwarming te blijven, is er werk aan de winkel. Bedrijven zetten alles op alles om de uitstoot van CO2 te verminderen tijdens onder andere productieprocessen en transportbewegingen. -uitstoot van
“De productie van cementgebonden bouwlijmen, van primers tot coatings, doen we voor 98% zelf”, zegt Gerrit. “Dat proces is nu bijna emissieloos. Zand en cement halen we ook dicht bij huis. Het grootste deel van onze CO2-uitstoot gaat in het transport zitten. De vrachtwagens van logistiek partner E. van Wijk rijden sinds januari 2024 op HVO-diesel. HVO is een nieuw type dieselbrandstof en staat voor ‘Hydrotreated Vegetable Oil’ dat uit afgewerkte plantaardige oliën en restafval bestaat. Daarmee besparen we 89% op de CO2-uitstoot van transport. Omdat de vrachtwagens de motor moeten laten draaien tijdens laden en lossen, investeren we nu in een volautomatisch laad- en lossysteem. Op die manier wordt dat proces volledig emissieloos.”
HVO-diesel is wel een stuk duurder dan gewone diesel, weet Gerrit. “Maar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) zit al twintig jaar in onze vezels. Wij willen zo weinig mogelijk negatieve milieueffecten veroorzaken. Met kleine stapjes maken we impact. Zo brengen we bij onze partners onder de aandacht dat hun bestelgedrag en een betere belading wel degelijk wat uitmaakt.”
Roy van Gorkom, marketing manager bij Omnicol, vult aan. “Het laatste deel van het bouwproces is het moeilijkst. Op de bouwplaats is men niet gewend om vooruit te denken. Als je bestellingen kan clusteren, dan wordt de CO2-uitstoot van transport over de resterende 11% met 30% verminderd. Ook chauffeurs moeten meer nadenken welke slimme combinaties mogelijk zijn. Vorig jaar hebben we het VCDO (Voka Charter Duurzaam Ondernemen) ondertekend. Dit is precies de objectieve kapstok die we zochten. Het verbindt onze aanpak met de SDG’s. Sinds dit jaar behoren we ook tot de top 25 van duurzame ondernemingen volgens EcoVadis, een onafhankelijke partij die inkoop, productie en afval maar ook bedrijfsethiek beoordeelt. Hoe je met medewerkers en je partners omgaat is cruciaal. Die informeren we onder meer via nieuwsbrieven.”
Gerrit beaamt dat. “Bewustwording is cruciaal”, zegt hij. “Duurzaamheid moet je integraal bekijken. Van productie tot afzet. Qua productie zijn we bijna emissieloos, maar uiteindelijk draait het om mensen. We hechten veel belang aan goede arbeidsomstandigheden voor onze medewerkers en partners. verbindt integraal
Circulaire aanpak
Plastics om bouwverpakkingen is een punt van zorg. Omnicol heeft zich daarom bij de CPA (Circulair Plastics Alliance) aangesloten. “We gebruiken alleen PCR’s (post consumer plastics)”, licht Gerrit toe. “Door succesvolle inzamelingacties is de beschikbaarheid de laatste jaren sterk gestegen. Mondiaal ligt de prijs bijna gelijk. De markt wordt de laatste tijd echter overspoeld door goedkope nieuwe plastics uit Azië. Producenten van PCR’s kunnen amper het hoofd boven water houden. Als de EU niets doet, kan dat tot een stop op PCR’s leiden.”
Daarnaast bemoeilijkt de huidige wet- en regelgeving soms de reductie van plastics. Bouwproducten zonder wikkelfolies zijn namelijk niet toegestaan. Gerrit besluit: “We hebben wikkelfolies om bouwverpakkingen in eigen beheer met ruim een kwart verminderd. Zulke folies zijn noodzakelijk voor stabiliteit op de vrachtwagens. We kijken constant hoe we dat volume nog verder kunnen reduceren, binnen de grenzen van wat kan en wat mag.”
GROEN BEZIG
verkrijgbaar in SILO!
Weber Beamix Beton 75 eco nu ook
Weber Beamix zet grote stappen om in 2050 CO2 neutraal te zijn. Zo kijken we naar de samenstelling van producten. Met Weber Beamix Beton 75 eco is een grote stap gezet richting de genoemde klimaat ambitie en nu is dit product ook beschikbaar in silo!
Weber Beamix Beton 75 eco is een beton die door zijn bijzondere samenstelling een CO2 reductie van 50% realiseert, terwijl de sterke eigenschappen intact blijven. Beton 75 eco voldoet aan de norm EN 206, heeft de sterkteklasse C20/25 en is KOMO en BSB gecertifieerd.
www.nl.weber
VERKRIJGBAAR IN SILO
Voor werken vanaf 7,5 m3 (15 ton) is het mogelijk om Beton 75 eco in een silo te bestellen. Ervaar nu alle gemakken die een silo met zich meebrengt. De hoeveelheid mortel die je op dat moment nodig hebt, wordt aangemaakt. Geen wachttijden en geen toeslagen voor kleine leveringen. Met een uitlevering van ca. 12 liter per minuut is een kruiwagen binnen 5 minuten gevuld.
ENERGETISCH EEN BADKAMER
RENOVEREN, DAT DOE JE MET WEDI OPLOSSINGEN
We willen het graag warm in de badkamer. Begrijpelijk, want je gaat toch ook niet met je kleren onder de douche?
Als het er dan ook nog eens gezellig is, dan is het plaatje compleet. Maar warm en gezellig betekent ook vaak een hoger energieverbruik. Zeker in bestaande woningen, waar badkamers vaak het minst goed geïsoleerd zijn, verliest men warmte via wanden, ramen, deuren, via de vloer of via het dak.
wedi bouwplaat als isolator
De bouwplaat van wedi is een thermisch isolerende plaat met XPS-kern, waardoor je vlot de woning van binnenuit kan isoleren. Het feit dat de wedi bouwplaat dan nog eens waterdicht is en ideaal is als ondergrond voor tegels en andere vloer-, wand- en plafondbekledingen, maakt dat ze slechts met een dikte van 20 mm dik de helft van het warmteverlies terugdringt.
Preline, geprefabriceerde vloerverwarming
Daarbovenop bedacht wedi om de wedi bouwplaten te combineren met de geprefabriceerde vloerverwarming
- wedi PreLine genaamd. Wedi PreLine is een paneel dat in de fabriek voorgevormde uitsparingen heeft voor watervoerende leidingen. De warmte reflecteert terug in de ruimte en zorgt voor een snelle aangename warmte-ervaring.
Wedi PreLine heeft enkele mooie voordelen:
• Wedi PreLine vereist geen extra afdichtingsmaatregelen
• Wedi PreLine kan direct betegeld worden. Er is dus geen dekvloer nodig. De klus is dus snel geklaard.
Circulair scholencomplex in Amstelveen
Het nieuwe scholencomplex aan De Landtong in Amstelveen wordt in de zomer van 2024 opgeleverd. Naast duurzame energie zet de gemeente sterk in op circulair bouwen. “De gevelstenen van Clickbrick Pure zijn daarop ook ontworpen: het is een remontabel en droog gestapeld systeem”, zegt Dick Braas, projectleider bij Aannemer J.M. Putter uit Uitgeest.
Putter is al sinds 1966 actief in Noord-Holland. De aannemer heeft zich gespecialiseerd in scholenbouw, zowel in nieuwbouw als in de verbouw. “Aannemer J.M. Putter neemt alle facetten vanaf de uitvraag tot nazorg voor zijn rekening. Daarin zijn we redelijk uniek”, stelt Dick.
Circulair
Het oude scholencomplex uit de jaren 70 voldeed niet meer aan de huidige normen. Daarom schreef de gemeente een uitvraag voor een nieuwe school uit. Het nieuwe complex bestaat uit de basisscholen ‘De Akker’ en ‘De Horizon’, kinderdagverblijf ‘KinderRijk’ en een gymzaal op de 1ste verdieping in beheer bij Amstelveensport. Circulariteit was een belangrijke voorwaarde bij de aanbesteding. Het winnende Zeeuwse architectenbureau RoosRos vulde dat op diverse manieren in.
“De stalen trap komt uit een andere school”, zegt Dick. “Betontredes uit de gesloopte school keren als detail in de vloeren terug. De vloer in de gymzaal is van Herculan. Die heeft de oude vloer in de gymzaal vermalen en als grondstof voor de nieuwe vloer gebruikt. De houten gevelbekleding uit het raadhuis van Amstelveen is verwerkt in de gevels en het interieur. Die zijn opnieuw geschaafd, geschuurd en behandeld. De bomen die eerst op het terrein stonden, hebben een nieuwe bestemming gekregen als garderobekasten en wandafwerkingen.”
Droogstapelsysteem
Ook de toegepaste baksteen van het scholencomplex is circulair, terwijl het traditionele gevelbeeld blijft gehandhaafd. Waar de meeste bakstenen bij afbraak als granulaat in de wegenbouw of voor de betonproductie worden gebruikt, is het Clickbricksysteem remontabel en droog gestapeld.
“Clickbrick is minder gevoelig voor weersinvloeden dan reguliere baksteen”, aldus Dick. “Bij regen kan je gewoon doorwerken. De voeg zit al in de steen. Iedereen kan het in de basis verwerken. Het verdient echter de voorkeur om dit door professionals te laten uitvoeren. De productie is arbeidsintensiever dan reguliere stenen. Voor de werkzaamheden maken we uitsluitend gebruik van gecertificeerde werknemers die daarvoor een cursus van een dag bij Wienerberger volgden. De leverancier heeft dat op locatie toegelicht.”
Verbouwingsproject boerderij; 15.000 oude stenen gevoegd
Het a ikken van 15.000 oude stenen duurde aanzienlijk langer dan het vermetselen en afvoegen voor de verbouwing van een Drentse boerderij. De eigenaren, samen met hun vrienden en schooljongens, waren er meer dan twee maanden mee bezig.
Oosting Bouwservice klaarde het metselwerk in vijf weken met speciale mortel. “We hebben daarvoor een oude receptuur gebruikt”, zegt Jan Bouwe Reinholtd van Remix Droge Mortel. De opdrachtgevers hebben de verbouwing van hun boerderij rigoureus aangepakt. Het gebouw bleek namelijk te slecht om het kleinschalig te verbouwen. “Vanaf april 2023 sloopten we de boerderij, behielden we drie delen van het gebinte en hebben we de oude stenen afgebikt en apart gezet.”
“Daar waren we meer dan twee maanden mee bezig, met hulp van onze vrienden en schooljongens uit de streek. Omdat de stenen waren vermetseld met oude kalkmortel, bleek het relatief gemakkelijk ze af te bikken. Daarna hebben we een nieuwe vloer zonder kruipruimte laten storten en de boerderij weer opgebouwd. Ditmaal niet steens, maar halfsteens en in kruisverband uitgevoerd. Voor muren en gevels gebruikten we speciale mortels die ook halverwege de 19e eeuw werden toegepast.”
Soorten mortel
Volgens Jan Bouwe Reinholtd verliep de samenwerking tussen opdrachtgever, aannemer en leverancier uitstekend. “Bouwcenter Concordia uit Hoogeveen gaf ons goed advies over welke soorten mortel we voor dergelijke stenen het beste konden hanteren”, zegt hij. “Vorig jaar controleerden we de bakstenen daarom eerst op hun eigenschappen. Zat er bijvoorbeeld muurzout in, een witachtig poederig stof dat regelmatig in landbouwgebieden voorkomt. Muurzouten wijzen op opstijgend vocht uit grondwater dat zich via de steen door de muren in de woning verspreidt. Gelukkig bleek dat niet het geval te zijn en waren de bakstenen in goede conditie. Daarna hebben we een oude receptuur voor kalkcementmetsel en snijvoegmortel ontwikkeld.”
Op de bouwplaats in Drenthe kwam begin dit jaar daarom een silo van Remix Droge Mortel te staan. De hoofdbestanddelen van hun mortels bestaan uit zand en kalk, met maar een klein deel cement (zo’n tien procent). Jan Bouwe Reinholtd verduidelijkt. “Deze kalkmortels hebben we gemaakt aan de hand van een historisch recept en zijn zeer geschikt voor het vermetselen/doorstrijken van de meest gangbare steensoorten, zelfs sterk zuigende steen, waarbij een uitstekende hechtsterkte wordt behaald.”
Johan Oosting zoomt in op de verbouwing. “De oude voorgevel van het voorhuis is na de sloop blijven staan en hersteld”, zegt hij. “De overige muren hebben we opnieuw opgemetseld. De binnenmuren zijn opgebouwd uit 44 cm. dikke Isotex blokken, gemaakt uit gerecyclede houten pellets waarin PS isolatie is verwerkt. De blokken hebben een negatieve CO2-uitstoot. Vervolgens zijn die op de bouwplaats met beton volgestort. Ze bieden goede bescherming tegen de zomerse hitte en zijn goed geschikt voor dampopen constructies. Met zulke blokken waren we niet bekend; dat bleek nog wel even een uitdaging. De totale muurdikte van 58 cm. – 44 cm. Isotex, 4 cm. spouw plus 10 cm. buitengevel - geeft niet alleen een goede isolatie, maar heeft ook enorm geluiddempend effect. Daarna hebben we de binnenkant met gipsstuc afgewerkt.”
Bijna klaar
Inmiddels is de verbouwde boerderij bijna klaar. Het woonhuis meet acht tot negen meter hoog en 26 meter lang, het voorhuis is negen meter breed en, het achterhuis is met twaalf meter iets breder. In de vloer is vloerverwarming geplaatst, aangestuurd door een warmtepomp, 30 PV-panelen en heatpipes die op het dak liggen. Op advies van Pieter Brink, een DuBo architect uit Meppel, heeft de aannemer nieuwe keramische dakpannen gelegd. De klassieke, blauw gesmoorde pannen passen visueel prima bij de uitstraling van de nieuwe boerderij. De oude kozijnen zijn vervangen door Finti hout en het oude gebinte is opnieuw gebruikt.
Opdrachtgever Frans licht de keuze hiervoor toe. “Omdat we driedubbel glas hebben toegepast, zochten we naar een betere houtsoort dan het gebruikelijke mahonie en meranti’, zegt hij. “Finti hout komt uit Finse productiebossen, is 50% vormstabieler en 30% meer isolerend dan hardhoutsoorten uit Afrika en Azië, terwijl de prijs bijna gelijk is. Het gaat net zo lang mee, dus een veel duurzamere keus.”
“Het gebinte uit de oude boerderij hebben we laten terugkeren als niet-constructief onderdeel in de woning zelf. De hergebruikte binten leveren een esthetisch aantrekkelijk effect op, verwijzend naar het verleden van de boerderij”, besluit Frans. “Nu ook de kapconstructie, geïsoleerd met Isovlas, klaar is, de dakpannen erop liggen en de woonboerderij wind- en waterdicht is gemaakt, hoeven de eigenaren en de aannemer enkel de puntjes op de i te zetten qua inregeling van de installaties, afwerking en inrichting. Al met al heeft de verbouwing ruim anderhalf jaar geduurd.”
Utiliteitsbouw
na 2030: geen label A, wél ‘zero emission’
Er verschenen recentelijk berichten waarin sprake is van een label A-verplichting voor utiliteitsbouw vanaf 2030. Die berichten kloppen niet. Wat moet er in 2030 wel gerealiseerd zijn en hoe draagt de Renovatiestandaard bij aan toekomstbestendige ontwikkelingen?
In Brussel zijn ze er maar druk mee: de nieuwe ‘Energy Performance of Buildings Directive’, kortweg EPBD IV. In deze energierichtlijn voor utiliteitsgebouwen wordt de duurzaamheidslat opnieuw hoger gelegd voor kantoren, winkels, recreatie- en sportgebouwen, horecagelegenheden en zorg- en onderwijsinstellingen. Om de bouwsector de helpende hand te bieden, publiceerde de overheid de Renovatiestandaard. Door bij bouw of renovatie nu al rekening te houden met deze standaard, voldoet een gebouw al grotendeels aan de toekomstige eisen.
De Europese wetgever legt op dit moment de laatste hand aan de EPBD IV. Ergens in de loop van 2025/2026 zal deze dan vertaald worden in Nederlandse wetgeving. De bouw- en renovatiesector krijgt dan te maken met een nieuwe regeling waarin het begrip ‘energiezuinig gebouw’ in feite wordt afgeschaft.
In plaats daarvan wordt een nieuw begrip geïntroduceerd: nieuwe gebouwen moeten vanaf 2030 zogeheten ‘zero emission buildings’ zijn, kortweg ZEB (of in goed Nederlands: emissievrije gebouwen). Dat is niet alleen strenger dan het huidige begrip BENG (Bijna Energieneutrale Gebouwen), het definieert ook preciezer waar het om te doen is: gebouwen mogen helemaal geen energie meer gebruiken die tot CO2-emissie leidt, in welke vorm dan ook. En hoewel de termijn wat ruimer is, geldt de nieuwe regeling ook voor bestaande utiliteitsgebouwen. Die moeten namelijk in 2050 qua energieprestaties op nieuwbouwniveau komen, ofwel ZEB worden.
Nu is het weliswaar nog geen 2030 en al helemaal geen 2050, maar toch: hoe bereid je je als bouw- en renovatiesector nu al voor op een regeling die pas in 2025/2026 van kracht wordt? Een terechte vraag vond ook het ministerie van BZK. Als antwoord is daarom nu al de Renovatiestandaard gepubliceerd. Die is bedoeld om de sector nu al houvast te geven, voordat de eindnormen uit de EPBD IV na 2030 verplicht worden. Kort samengevat: een nieuw of gerenoveerd gebouw dat aan de Renovatiestandaard voldoet, is energiezuinig genoeg tot 2050.
De Renovatiestandaard: de nieuwe norm
De Renovatiestandaard staat sinds kort ook vermeld op het Energielabel van utiliteitsgebouwen. Daarmee wil de overheid een duidelijk signaal afgeven dat het gebruik ervan wordt aangemoedigd. Dat blijkt ook uit andere signalen. Zo kunnen eigenaren van maatschappelijk vastgoed meer DUMAVA-subsidie (Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed) aanvragen als ze de Renovatiestandaard hanteren, is er sprake van een hogere Energie Investeringsaftrek en kan er gemakkelijker financiering worden gevonden in het kader van de Regeling groenprojecten. Last but not least voldoen eigenaren die renoveren op basis van de Renovatiestandaard automatisch aan de Informatieplicht energiebesparing met betrekking tot het gebouwdeel.
Dringend advies
De Renovatiestandaard gebruiken is geen verplichting. Het is wél het meest kosten-optimale niveau om te verduurzamen en een dringend advies om desinvesteringen te voorkomen. Als je er bij een renovatie gebruik van maakt ben je als (opdrachtnemer van een) gebouweigenaar optimaal voorbereid op de ZEB-norm voor de bestaande bouw uit de EPBD IV. Renoveren op basis van de Renovatiestandaard levert namelijk een gebouw op dat al behoorlijk dicht bij de ZEB-norm in de buurt komt. Wellicht zijn er nog wat kleine aanpassingen nodig, maar nog een keer ingrijpend verduurzamen zal niet aan de orde zijn.
Er is dus sprake van een tweetrapsraket: tot 2030 kunnen gebouweigenaren nog vrijwillig verduurzamen en als een gebouw na verbouwing aan de Renovatiestandaard voldoet, voldoet het ook (grotendeels) aan de eisen van de nieuwe EPBD IV. Als die eenmaal van kracht is, gaat na 2030 de tweede fase in en wordt ‘zero emission’ de nieuwe verplichte eindnorm waaraan in 2050 alle utiliteitsgebouwen moeten voldoen.
Van het gas af Renoveren volgens de Renovatiestandaard staat nu nog een beperkt gebruik van aardgas toe. Dat is echter iets dat op termijn ook gaat verdwijnen. Straks moet alle energie (gebouwgebonden én in het productieproces) fossielvrij zijn als een gebouw in een aardgasvrije wijk staat. Dat ‘straks’ is overigens aan de gemeenten als de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie wordt aangenomen. Zij bepalen dan namelijk op welk moment wijken, kantoorparken en bedrijfsterreinen aardgasvrij gemaakt gaan worden. Het is dus slim om opdrachtgevers nu al te adviseren om bij het plannen van renovatiewerkzaamheden niet alleen de Renovatiestandaard mee te nemen, maar ook het aardgasvrij maken van het gebouw. Dat kan op natuurlijke vervangingsmomenten gebeuren en het voorkomt dat er na 2030 opnieuw gerenoveerd moet worden om aan de ZEB-eis te voldoen.
Energielabels
Met de komst van EPBD IV gaat er ook nog iets anders wijzigen, namelijk de energielabel-systematiek. Die blijft grotendeels behouden, inclusief de huidige indeling naar gebruiksfunctie(s), maar de Nederlandse systematiek zal wel aangepast gaan worden om in lijn te komen met het Europese systeem. Er liggen plannen om de ‘plusjes’ af te schaffen en een energielabel A0 te introduceren in 2026. Dat komt dan overeen met het ZEB-niveau. Mogelijk zal label A0 in de toekomst ook gebruikt worden voor de Renovatiestandaard. Meer duidelijkheid kan de overheid hierover op het moment van schrijven nog niet geven. Wel is duidelijk dat het hanteren van het huidige A(+)-label bij renovaties op zichzelf niet onverstandig is, maar op termijn zeker niet genoeg. Beter is dan ook om er bewust voor te kiezen direct naar de Renovatiestandaard te gaan, en dus naar het toekomstige ZEB-niveau.
De Renovatiestandaard: de nieuwe norm
De Renovatiestandaard staat sinds kort ook vermeld op het Energielabel van utiliteitsgebouwen. Daarmee wil de overheid een duidelijk signaal afgeven dat het gebruik ervan wordt aangemoedigd. Dat blijkt ook uit andere signalen. Zo kunnen eigenaren van maatschappelijk vastgoed meer DUMAVA-subsidie (Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed) aanvragen als ze de Renovatiestandaard hanteren, is er sprake van een hogere Energie Investeringsaftrek en kan er gemakkelijker financiering worden gevonden in het kader van de Regeling groenprojecten. Last but not least voldoen eigenaren die renoveren op basis van de Renovatiestandaard automatisch aan de Informatieplicht energiebesparing met betrekking tot het gebouwdeel.
DE NIEUWE GEVELBAKSTEEN VOOR DUURZAAM ÉN
BETAALBAAR BOUWEN
EcoBrick ColourCrafted
Duurzaam en betaalbaar bouwen doe je met de nieuwe EcoBrick ColourCrafted gevelbaksteen vanaf nu Wienerberger. De EcoBrick heeft 35% minder volume en gewicht, wat veel minder energie en grondsto en vraagt voor de productie. De energie-e ciënte vervaardiging van de EcoBrick ColourCrafted gebeurt in de vernieuwde en gerobotiseerde productielocatie in Azewijn.
De fabricage gebeurt met een nieuwe, innovatieve techniek: digitaal engoberen. Enkele kleisoorten en engobes vormen de basis voor een breed scala aan sorteringen. Een afwerklaag met natuurlijke pigmenten zorgt voor verschillende kleurcombinaties. Tijdens het bakken smelt de basisgrondstof klei met de engobes en pigmenten samen tot een krachtige keramische gevelsteen met een nieuwe esthetiek.
KLOK DAKKAPELLEN
Prefab Maatwerk in één dag geplaatst!
Door grote volumes stenen op een constante temperatuur af te bakken, kan er energie-e ciënt en met minder CO2-uitstoot worden geproduceerd. En dat zie je ook terug in de prijs. Door het lagere gewicht kun je rekenen op een lichtere verwerking. Met EcoBrick bouw je écht mooie gebouwen; innovatief, duurzaam én betaalbaar. De nieuwe standaard in metselwerk.
Economisch. Ecologisch. EcoBrick.
Meer informatie: www.wienerberger.nl/ecobrick
Met de prefab dakkapel van Klok Dakkapellen is het mogelijk om in één dag een dakkapel te plaatsen of vervangen. De timmerfabriek van Klok is duurzaam ingericht, zonnepanelen zorgen voor de energie in de werkplaats en de adviseurs onderweg, terwijl een goed voorraadbeheer in combinatie met computergestuurde zaagmachines zorgen voor een efficiënt materiaalgebruik.
De dakkapellen worden voornamelijk gemaakt van duurzame en onderhoudsvriendelijke materialen, zoals de kunststof Keralitof Trespa buitenbekleding. Waarbij de hoge isolatiewaarden van de dakkapel in combinatie met de geïsoleerde kozijnen en hoogrendementsglas de energieprestatie van de woning verbeteren. Daarmee wordt het wooncomfort op zolder verhoogd: de isolatie dempt geluiden van buiten, houdt de meeste zomerse hitte buiten en beperkt het warmteverlies in de winter.
Bij Klok Dakkapellen is het mogelijk om een enkele dakkapel te bestellen, maar ook grotere (renovatie) projecten zijn mogelijk. Prefab maatwerk zorgt voor een snelle en efficiënte werkwijze, waarbij voorbereidende werkzaamheden voor een verdere afbouw gedaan kunnen worden. Aan het einde van de werkdag staat de dakkapel wind- en waterdicht op het dak; voorzien van dakbedekking, onderhoudsvriendelijke buitenbekleding, (kunststof) kozijnen, constructieve aanpassing van het dak en een casco binnenafwerking.
Vleermuisdetectie kan isolatietempo redden
Met gevalideerde opsporingsmethoden voor vleermuizen kunnen isolatiebedrijven bijna 70 procent meer spouwmuren van woningen isoleren tot aan 2030.
Nadat de Raad van State bepaalde dat een isolatiebedrijf met haar werk de zorgplicht in de Wet natuurbescherming overtrad, leidde dit tot een krimpende vraag naar spouwmuurisolatie. Dit heeft te maken met te veel onduidelijkheden over de wijze waarop geïsoleerd moet worden, maar ook doordat isolatiebedrijven nu niet voldoende werkvoorraad opbouwen om in de zomer- en winterperiode door te isoleren. Uit onderzoek van adviesbureau W/E adviseurs blijkt echter dat met gevalideerde opsporingsmethoden voor vleermuizen isolatiebedrijven bijna 70 procent meer spouwmuren van woningen kunnen isoleren, tot aan 2030.
Daarom roepen Bouwend Nederland, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) en de Vereniging van Erkende Na-isolatiebedrijven in Nederland (Venin) op tot een versnelde ontwikkeling en validatie van opsporingsmethoden voor vleermuizen. NVDE-voorzitter Olof van der Gaag: “Het is hard nodig dat die opsporingsmethoden, in aanvulling op de tijdelijke werkwijze, snel kunnen worden ingezet. Anders valt een groot deel van de arbeidscapaciteit in de isolatiesector blijvend weg. Dan moeten te veel bewoners te lang wachten op een geïsoleerd huis.”
Bij innovatieve opsporingsmethoden, zoals eDNA, worden sporen van vleermuizen en andere dieren in de spouwmuur opgespoord. Dankzij deze methoden kunnen isolatiebedrijven hun personeel continu inzetten. Dat komt omdat er geen werkzaamheden voor het natuurvrij maken van de woningen nodig zijn, als er geen sporen zijn aangetroffen. Pas wanneer er sporen zijn aangetroffen, schakelt een isolatiebedrijf over op de tijdelijke werkwijze natuurvriendelijk isoleren.
Laatste nieuws
Publieke toezichthouder moet kwaliteit energielabel woningen verbeteren
Een publieke toezichthouder gaat controleren of alle betrokken partijen zich houden aan de geldende voorschriften bij het opnemen, registreren en controleren van energielabels van woningen. Dit moet de kwaliteit van de energielabels verbeteren. Demissionair minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke ontwikkeling heeft deze toezichthouder geïntroduceerd en naar verwachting voert de Toelatingscommissie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) deze taken vanaf 2025 of 2026 uit. De betrouwbaarheid van het energielabel is belangrijk, omdat het label een steeds belangrijkere rol heeft bij de verkoop, verhuur en oplevering van woningen en gebouwen. Zo zijn de huidige leennormen verruimd voor woningen met ‘groene’ energielabels. Minister De Jonge: “Iedereen moet kunnen vertrouwen op de kwaliteit van het label. De waarde van het energielabel is groot en de kwaliteit moet daarom goed gewaarborgd worden. Daarom stellen we een publieke toezichthouder in.”
Naast het instellen van de toezichthouder worden ook nieuwe technologieën verkend, die kunnen bijdragen aan een betrouwbaar en nauwkeurig energielabel. Het gaat hierbij met name om technologieën voor zowel de opname van het label zelf als de verificatie van de opname. Dat betreft onder meer om meettechnieken, zoals 3D-scans van gebouwen en infraroodcamera’s.
Madaster nieuwe rekeninstrumenthouder NMD
De Nationale Milieudatabase (NMD) valideerde Madaster als gecertificeerd rekeninstrument voor berekeningen van de Milieuprestatie Gebouwen (MPG).
Madaster is het platform voor het registreren en documenteren van materialen in de gebouwde omgeving en zorgt voor een officieel erkend hulpmiddel. Het geeft realtime inzicht in de milieuprestatie van een gebouw op materiaalniveau. Managing director Madaster Netherlands Jeroen Boersma: “De validatie als gecertificeerd rekeninstrument markeert een belangrijke stap in onze missie om de sector te ondersteunen bij het realiseren van duurzame en circulaire gebouwen en infra-objecten. De registratie van vastgoed- en infra-objecten in Madaster opent nieuwe deuren voor professionals in de bouw- en vastgoedsector. Dankzij betrouwbare MPG-berekeningen krijgen zij inzicht in de milieuprestaties op materiaalniveau van een object. Daarbij maakt de brede beschikbaarheid van databases in Madaster, zoals de NMD-database, het mogelijk om heel gericht te sturen op een positieve footprint.”