Koppelkansen Klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving | rapportage

Page 1

Ontwerpend Onderzoek

Koppelkansen klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving Report 06 | 11 | 2019


2

Inhoudsopgave Samenvatting 3 1 Veel opgaven in de gebouwde omgeving

4

2 Meekoppelen biedt voordelen

8

3 De wijk: interessant schaalniveau

10

4 Zes wijktypen

14

5 Bouwstenen voor kansrijke koppelingen

28

6 Definitie van een sterke koppelkans

33

7 Tien kansrijke koppelingen

34

8 Koppelingen in de wijktypen

40

9 Aan de slag!

48


3

Samenvatting Koppelkansen klimaatadaptatie Klimaatverandering leidt tot een toename van extreme buien, droogte en hittegolven. Om de gevolgen hiervan te beperken, zijn aanpassingen in de leefomgeving nodig. Het aanpassen van bestaande, gebouwde omgeving is meestal complex, tijdrovend en kostbaar. Tegelijkertijd zijn er in deze gebouwde omgeving andere grote opgaven, zoals de energietransitie en veranderingen in de mobiliteit, woonvoorkeuren en zorg. Is het mogelijk om de verschillende opgaven in samenhang aan te pakken? En wat leveren die combinaties op? Daarover gaat het ontwerpend onderzoek ‘Koppeling klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving’. Uit het onderzoek blijkt dat het koppelen van opgaven veel voordelen oplevert. Het bespaart tijd, geld en menselijke capaciteit. En: slim koppelen leidt tot minder overlast. Daardoor ontstaat een groter draagvlak bij bewoners, ondernemers en eigenaren van gebouwen.

Een sterke koppelkans: – levert een bijdrage aan klimaatadaptatie – levert een bijdrage aan een van de andere grote maatschappelijke opgaven – verbetert de kwaliteit van de leefomgeving Onderstaande koppelingen zijn kansrijk in meerdere wijktypen: 1. Waterkracht 2. Slimme straat 3. Parkeren Plus 4. Gezamenlijk gebouw 5. Klimaatgevel 6. Collectieve achtertuin 7. Groen in beeld 8. Op en top verdichten 9. Gezond verbond 10. Het dak op


4

1 Veel opgaven in de gebouwde omgeving Klimaatverandering leidt tot een toename van extreme buien, droogte en hittegolven. Om de gevolgen hiervan te beperken, zijn aanpassingen in de leef­omgeving nodig. Het aanpassen van bestaande, gebouwde omgeving is meestal complex, tijdrovend en kostbaar. Tegelijkertijd spelen er andere opgaven in de gebouwde omgeving, zoals de energietransitie en veranderingen in de mobiliteit, woonvoorkeuren en zorg.

Klimaatadaptatie Dat het klimaat verandert, is duidelijk merkbaar in de gebouwde omgeving. Straten staan vaker onder water door extreme buien; tijdens lange periodes van droogte klinkt de bodem in en verzakken de huizen; extreme hitte zorgt voor hittestress bij mensen en dieren. Klimaatadaptatie betekent: aanpassen aan klimaatverandering. In de gebouwde omgeving gebeurt dit op allerlei manieren, zoals het opvangen van water in ondergrondse buffers, het aanleggen van groen of het verhogen van drempels.

CO2-neutrale gebouwde omgeving In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving in 2050 vrijwel CO2-neutraal is. Hierdoor gaat veel veranderen. Woningen, kantoren en publieke gebouwen worden verduurzaamd, zodat zo min mogelijk energie nodig is voor verwarming en koeling. Veel straten zullen worden opengebroken voor de aanleg van warmtenetten, het verzwaren van elektriciteitsnetten en mogelijk ook het verwijderen van de gasinfrastructuur. Bovengronds zal het duurzame energiesysteem veel meer zichtbaar worden: transformatoren, warmte-overdrachtsstations, energieopslagruimtes en pompstations zullen toenemen in aantal en in formaat.


Klimaattrends, klimaateffecten en gevolgen voor sectoren | NAS | 2018

5

Eerste oefening met NAS bollenschema om de gevolgen voor de keten Gebouwde omgeving in beeld te brengen. De ‘weggedrukte’ bol­len hebben hoegenaamd geen ruimtelijke implicaties. Status: concept.


6

Stedelijke mobiliteit verandert Ook de transitie van stedelijke mobiliteit heeft veel invloed op de gebouwde omgeving. Het mobiliteitspark wordt gevarieerder. De laatste tien jaar verschenen nieuwe vervoermiddelen in het straatbeeld, zoals de elektrische step, de speed-pedelec, de elektrische bezorgfiets, elektrische bezorgauto’s en vrachttreintjes. Het faciliteren van deze nieuwe vormen van mobiliteit vereist een aanpassing van de openbare ruimte. Bijkomend punt is dat veel van deze nieuwe vervoersvormen elektrisch zijn; daardoor ontstaat een groeiende behoefte aan laadinfrastructuur in de openbare ruimte. Ook de rol van mobiliteit verandert, met name de stedelijke omgeving. De nadruk van goede bereikbaarheid met de auto is verschoven naar een combinatie van openbaar vervoer, fietsen en lopen.

Grote impact De gebouwde omgeving moet ook steeds meer voldoen aan opgaven op het gebied van circulaire economie, veranderende woonvoorkeuren, gezondheid, biodiversiteit en de inclusieve samenleving. Alle opgaven tezamen hebben een grote impact op de gebouwde omgeving. Ze zijn niet los van elkaar te zien.


Sint Philipsland | foto: ANP

7


8

2 Meekoppelen biedt voordelen Ruimte is schaars, zeker in de gebouwde omgeving. Alle opgaven leggen een claim op die ruimte, zowel bovengronds als ondergronds. Daarom is het goed om de opgaven in samenhang te bekijken. Het combineren van oplossingen voor verschillende opgaven kan een meerwaarde opleveren. Kan wellicht met een klimaatadaptatiemaatregel ook een bijdrage worden geleverd aan de energie­transitie? En is er – naast een technische oplossing – ook een verbete­ ring van de ruimtelijke kwaliteit mogelijk?

Tijd, geld en arbeid Niet alleen de schaarse ruimte is een reden voor meekoppelen, ook de beperkte tijd is een factor van betekenis. Vóór 2050 moeten alle zesduizend wijken van het aardgas afgekoppeld zijn. En in 2050 moet Nederland zodanig zijn ingericht, dat het land is voorbereid op klimaatverandering. Daarnaast speelt geld een rol, evenals de beschikbaarheid van arbeid. De financiële mogelijkheden voor klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving en de verduurzaming ervan, zijn niet onbegrensd. En voor alle fasen van verduurzaming (ontwerp, planning, vergunningen, participatie, uitvoering, onderhoud, enzovoort) is op dit moment te weinig capaciteit beschikbaar.

Draagvlak Misschien wel de belangrijkste motivatie voor het koppelen van de verschillende opgaven is het draagvlak bij bewoners, gebouweigenaren en ondernemers in de desbetreffende wijk. Als voor iedere opgave opnieuw de straat wordt open­ gebroken – met alle overlast van dien – leidt dat tot vermindering van acceptatie en draagvlak.


De onderwereld van Eindhoven  | Studio 1:1, 2018

9


10

3 De wijk: interessant schaalniveau De wijk is de omgeving waarin mensen wonen, hun auto parkeren, boodschap­ ­pen doen, naar school gaan, de huisarts bezoeken, spelen en de hond uitlaten. Op een hoger schaalniveau maken overheden, organisaties en instanties systeemkeuzen; bijvoorbeeld voor infrastructuur, energievoorzieningen en herontwikkeling. Deze systeemkeuzen moeten passen bij het functioneren van huishoudens, bedrijven en voorzieningen. Of dat zo is, kan het beste worden beschouwd op het schaalniveau van de wijk. Op basis van bepaalde karakteristieken, zoals bouwperiode en dichtheid, zijn wijktypen te onderscheiden. Architectuur en buitenruimte zijn in ieder wijktype anders. Ook de impact van transitie­ opgaven verschilt per wijk, evenals de te nemen maatregelen. De ervaringen met een bloemkoolwijk uit Arnhem kunnen daarom relevant zijn voor eenzelfde wijktype in bijvoorbeeld Bergen op Zoom. Dit ontwerpend onderzoek gaat uit van de dertien wijktypen die de Hogeschool van Amsterdam (HvA) heeft ontwikkeld voor het onderzoek Het klimaat past ook in uw straatje. Dit onderzoek richt zich specifiek op de maatregelen voor klimaat­ adaptatie, in relatie tot de wijktypen. Dit wijkt af van veel andere onderzoeken met wijktypen; die richten zich vooral op het verduurzamen van vastgoed. Het onderzoek van de HvA is heel geschikt

als basis voor een ontwerpend onderzoek naar de koppelkansen van klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving. Voor een verdere uitwerking is gebruik gemaakt van een selectie van deze dertien wijktypen. Zie hoofdstuk 4.

Aansluiting bij lopende trajecten De met dit onderzoek opgedane inzichten kunnen worden gebruikt bij andere trajecten die zich bezighouden met transitieopgaven op wijkniveau. Te denken valt aan de Wijkgerichte aanpak van het Klimaatakkoord, dat erop gericht is vrijwel alle wijken in Nederland voor 2050 aardgasvrij te maken.


Aanleg warmtenet Delistraat Leeuwarden | foto: Hoge Noorden / Jaco van Essen, Leeuwarder Courant 17-2-2018

Smart Geothermal Grid Zuid-Holland | beeld: Studio Marco Vermeulen

11


12

Dominante wijktype bouwperiode / dichtheid Historische binnenstad

Stedelijk bouwblok

Vooroorlogs bouwblok

Tuindorp

dichtheid & kwetsbaarheid wateroverlast

Volkswijk

Tuinstad laagbouw

Tuinstad hoogbouw

Naoorlogse woonwijk

Hoogbouw

Bloemkoolwijk

Sub-urbane uitbreiding/VINEX

Villa

Bedrijven

<1900

1900

1910

1920

1930

1940

1950

1960

1970

1980

1990

2000

2010

nu

De categorisering van veel voorkomende Nederlandse wijktypen, gerangschikt naar bouwperiode en dichtheid.

Het Klimaat past ook in Uw Straatje | HVA 2018

Vernieuwd


Wadi bij Regentuin in centrum Rotterdam | foto: Sybren Vlasblom

13

Bouwsteen of koppelkans: Wadi bij Regentuin in centrum Rotterdam


14

4 Zes wijktypen Dit ontwerpend onderzoek richt zich op zes wijktypen. Vijf daarvan zijn afkomstig uit het onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam, te weten: Stedelijk Bouwblok, Tuindorp, Tuinstad, Bloemkoolwijk en Bedrijventerrein. Er is een zesde type aan toegevoegd, namelijk het Stedelijke Knooppunt. In de gekozen wijktypen spelen nu – of in de zeer nabije toekomst – urgentie transitie-opgaven. Zo staan de bloemkoolwijken aan de vooravond van de eerste grote renovatie of herontwikkeling. In de wijken met stedelijke bouwblokken dwingt het gebrek aan beschikbare openbare ruimte tot het maken van keuzes; de stedelijke knopen zijn de grote verdichtingslocaties van dit moment. Van iedere wijk worden de kenmerken beschreven, evenals de specifieke opgave voor klimaatadaptatie. In infographics worden per wijktype verschillende aspecten verbeeld, zoals morfologie, de verhouding tussen privé- en openbaar bezit van gebouwen en groenvoorziening, het type gebouwen, de verhouding tussen de verschillende soorten grondgebruik en welke partijen een rol spelen bij klimaatadaptatie.

Van alle wijktypen is een principeprofiel getekend: een doorsnede van ongeveer tweehonderd meter door de wijk. Het principeprofiel geeft inzicht in de belangrijkste ruimtelijke componenten van de wijk: de dominante wijktypologie, de openbare ruimte, de private buitenruimte en de verhouding tussen alle elementen.


15 STEDELIJK BOUWBLOK STEDELIJK BOUWBLOK voor 1940

5

0

5

10

5

0

5

10

5

0

5

10

5

0

5

10

5

0

5

10

5

0

5

10

TUINDORP TUINDORP 1910-1940

TUINSTAD TUINSTAD 1945-1970

BLOEMKOOLWIJK BLOEMKOOLWIJK 1970-1990

BEDRIJVENTERREIN

BEDRIJF en INDUSTRIETERREIN van alle tijden

STEDELIJK KNOOPPUNT KNOOPPUNT 1900 - toekomst


16

STEDELIJK BOUWBLOK voor 1940

STEDELIJK BOUWBLOK Kenmerken en typologie Het stedelijk bouwblok kenmerkt zich door gesloten bouwblokken met een hoge dichtheid en veel verharding. Vaak zijn deze wijken als eenheid ontworpen. De opbouw en hiërarchie van straten zijn duidelijk zichtbaar. De wijken zijn gebouwd in een periode waarin er (vrijwel) geen auto’s waren; de straten zijn dan ook ontworpen voor voetgangers, fietsers en voertuigen als paard-en-wagen. Nu zijn auto’s dominant in de wijk en daardoor is er weinig ruimte beschikbaar voor openbaar groen. Binnentuinen van he bouwblok bieden wel ruimte voor groen; vaak staan er volwassen bomen. Doordat het bouwblok gesloten is, blijft het regenwater in de tuinen staan. Hierdoor ontstaat een overschot aan water, dat niet kan infiltreren door veelal overmatige bestrating van de tuinen. Veel woningen in dit wijktype zijn het eigendom van particulieren. Het initiatief voor het doorvoeren van veranderingen aan woningen en tuinen komt vooral van de bewoners. De scheiding tussen openbaar gebied - de straten - en particulier eigendom - de woningen met binnentuinen - is scherp. De binnentuinen horen vaak bij de woning op de begane

Amsterdam | foto: https://www.vbo.nl

grond. In een enkel geval wordt de binnentuin gedeeld met meerdere bewoners.

Klimaatadaptatie Veel huizen hebben souterrains. Als het water niet wordt opgevangen, geïnfiltreerd of weggevoerd, kan het makkelijk naar binnenstromen. Daardoor ontstaat schade. Niveauverschillen in het wegprofiel van winkelstraten zijn in dit wijktype grotendeels verdwenen. Dat heeft vaak te maken met toegankelijkheid en uitstraling. Het ontbreken van niveauverschillen heeft gevolgen voor de hoeveelheid regenwater die kan afstromen, en voor de ruimte die beschikbaar is voor de opvang van water in de openbare ruimte. Door het grote aandeel verharding en de beperkte aanwezigheid van groen kan de temperatuur in de straten flink oplopen. Dit kan leiden tot hittestress bij mensen en dieren. De druk op de openbare ruimte is in dit wijktype groot; daardoor is het moeilijk om maatregelen te realiseren die beslag leggen op die ruimte.


0

5

Luchtfoto Plan Zuid, Amsterdam | foto: www.architectureguide.nl

5

10

MORFOLOGIE

PRIVE

OPENBAAR

PRIVE

OPENBAAR GROEN water groen

verharding en bebouwing

WONINGTYPE

GRONDGEBRUIK

ACTOREN

Blok kern Bellamystraat, Amsterdam | foto: www.yourhome.nl


18

ORP

40

TUINDORP Kenmerken en typologie Zoals de naam al suggereert, is een tuindorp ruim opgezet, met veel openbaar en particulier groen. Er staan vooral eengezinswoningen met twee tot drie verdiepingen. Vroeger waren het arbeiderswoningen, nu is het overgrote deel in het bezit van woningcorporaties. De laatste jaren verkopen de corporaties deze woningen steeds vaker aan particulieren.

tuinen verschilt sterk. De ene bewoner leeft zich uit met planten, de andere legt de tuin vol met tegels.

De straten in dit wijktype zijn gemiddeld vijftien tot twintig meter breed. Een van de kenmerken van het straatprofiel is dat de woningen aan beide zijden van de straat een voortuin hebben die grenst aan het trottoir. Parkeren gebeurt aan de randen van de straat. De bewoners hechten vaak grote waarde aan ‘een parkeerplek voor de deur’. Dit kan een belemmering vormen voor het plaatsen van bomen of het introduceren van een groene infrastructuur.

Klimaatadaptatie Een tuindorp heeft veel klimaatadaptieve kwaliteiten, met name door de aanwezigheid van veel mee-ontworpen groen. Er is veel ruimte voor waterberging en -infiltratie. De vele bomen zorgen voor verkoeling en voorkomen daarmee hittestress. Het grootste risico in dit wijktype is dat bewoners hun voor- en achtertuin voor het gemak volledig bestraten. Dit kan worden vermeden door de bewoners bewust te maken van de rol die hun tuin speelt in het microklimaat in en rond de woning. Campagnes als Operatie Steenbreek of het inruilen van tuintegels voor planten kunnen bij deze bewustwording een grote rol spelen.

Bij het ontwerpen van de wijk was openbaar groen een duidelijk onderdeel. Het groen in de wijk is zichtbaar in parkjes, op pleintjes, langs de straten (groenstroken) en tussen clusters van woningen. De woningen liggen rug-aan-rug en hebben vaak diepe achtertuinen; soms tot wel 25 meter. De tuinen worden door een brandgang gescheiden van de tuinen van de achterburen. De invulling van de

Typerende architectuur, Tuindorp Oostzaan | foto: www.wikipedia.org

Bij dit wijktype is een duidelijke scheiding tussen openbare ruimte en particulier eigendom. De straten en pleintjes behoren tot de openbare ruimte, de woningen, achter- en voortuinen zijn in particulier bezit.


0

5

Overzicht tuindorp, Tuindorp Oostzaan | foto: www.arcam.nl/tuindorp-oostzaan/

5

10

MORFOLOGIE

PRIVE

OPENBAAR

PRIVE

water

OPENBAAR GROEN

groen

verharding en bebouwing

GRONDGEBRUIK

WONINGTYPE

ACTOREN

Tuinen, Tuindorp Utrecht


20

UINSTAD

945-1970

TUINSTAD Kenmerken en typologie Een tuinstad is ontworpen volgens de modernistische principes van licht, lucht en ruimte. Dit is terug te zien in de ruime opzet van de (groene) openbare ruimte waarin de gebouwen geplaatst zijn. Een tuinstad is rationeel opgebouwd door een repetitie van één of meerdere stempels. Een stempel wordt gevormd door een ensemble van schijven met verschillende woningtypen. Per stempel zijn de ontsluiting, het parkeren en het groen vormgegeven. In een tuinstad komen de diverse woningtypen voor: de galerijflat, de portieketageflat en de rijtjeswoning. De hoogbouw staat in openbaar groen, dat vooral ‘kijkgroen’ is. Vanwege bezuinigingen wordt dit groen minimaal onderhouden en er wordt zeker niet geïnvesteerd in de meerwaarde ervan. De rijtjeswoningen hebben eigen tuinen die grenzen aan het openbare groen.

Opgeknapte woningen, Kanalen eiland | foto: http://www.ponecdewinter.nl/

Klimaatadaptatie Ondanks het vele groen in de wijk zullen de straten bij hevige regenval onderlopen. Het groen in de wijk is namelijk niet geschikt voor het infiltreren, bergen en afvoeren van regenwater. De schade zal meevallen, omdat de woningen boven het maaiveld staan. In een tuinstad zal hittestress niet zo snel optreden. Dit heeft te maken met aanwezige groen en de goede ventilatie in het gebied. De hoogbouw en de ruimte om de gebouwen heen zorgen ervoor dat de wind in sommige delen van de wijk wordt afgebogen. Bij grote parkeerplaatsen kan de temperatuur wel hoog oplopen. In de woningen kan het in de zomer heet worden en. Dit is makkelijk te voorkomen door zonwering aan te brengen. Daken worden minder heet als er groen op is aangebracht (sedum) of als er reflecterend materiaal op wordt aangebracht. Gevelbegroeiing heeft eveneens een goede invloed op het binnen­ klimaat van de woning.


0

5

Vogelvlucht, Kanaleneiland | foto: www.indebuurt.nl

5

10

MORFOLOGIE

PRIVE

OPENBAAR

PRIVE

OPENBAAR GROEN

groen water verharding en bebouwing

WONINGTYPE

GRONDGEBRUIK

ACTOREN

Professor Telderslaan, Delft | foto: Google street view


22

LOEMKOOLWIJK

1970-1990

BLOEMKOOLWIJK Kenmerken en typologie Een bloemkoolwijk heeft een karakteristieke structuur. De wijk bestaat uit woonerven, met elkaar verbonden door een hoofdweg die de wijk ontsluit. Van bovenaf gezien lijkt het patroon op een bloemkool – vandaar de naam. De structuur is gebaseerd op de toen geldende opvattingen over sociale cohesie op buurtniveau. De groepering van de woningen rond woonerven zou het contact tussen bewoners stimuleren. De erven zijn autoluw; er kan veilig op straat worden gefietst en gespeeld. De auto is te gast en mag slechts stapvoets rijden. Bloemkoolwijken liggen meestal op fietsafstand van de binnenstad. Zij zijn vaak goed ontsloten door de directe aansluiting van de wijk op de hoofd­ verkeers­structuur. Openbaar vervoer is laagfrequent en vanwege de structuur relatief langzaam. Door de goede autobereikbaarheid en het beperkte openbaar vervoer is het autobezit en -gebruik in een bloemkoolwijk hoog; hoger dan waarvoor ze oorspronkelijk zijn ontworpen. De woonerven staan vaak vol met auto’s. Een bloemkoolwijk wordt doorgaans omringd door parkachtig groen, waar de langzaam­verkeers­routes doorheen lopen. Het groen is de achterkant van de woonerven geworden en er wordt bezuinigd op

Parkeren, Assen  | foto: www.google.nl/map

groenonderhoud. Dit doet de sociale veiligheid en het gebruik van het groen geen goed.

Klimaatadaptatie De wijk biedt voldoende ruimte om water te bergen en eventueel vast te houden (infiltreren). Toch kunnen de al aanwezige waterbergingsmogelijkheden beter worden gebruikt. De afvoer van overtollig regen­ water naar de groenblauwe structuur kan verbeteren door het groen in de profielen lager te leggen dan de verharding van straten, erven en tuinen. Het bergen van water is alleen mogelijk als er ruimte is in de watergang, of als het water wordt afgevoerd naar een locatie waar het niet tot overlast leidt – zoals een groenvoorziening. Een bloemkoolwijk is relatief gezien goed bestand tegen hittestress. Dit komt doordat dit wijktype meestal aan de rand van de stad ligt en beschikt over groen en oppervlaktewater. Wel kan het groen beter toegankelijk gemaakt worden voor de bewoners; de waardering voor het groen zal daardoor toenemen. Wanneer de woonerven sterk verhard zijn en over weinig groen beschikken, kan toch hittestress optreden. Dit kan worden voorkomen door meer groen aan te leggen en het te koppelen aan water­ berging of infiltratie. Groen vult ook het grondwater aan, vermindert droogtestress en heeft een positief effect op het binnenklimaat van de woningen.


0

5

Overzicht Doorslag, Nieuwegein | foto: www.google.nl/map

5

10

MORFOLOGIE

PRIVE

OPENBAAR

PRIVE

OPENBAAR GROEN

groen water verharding en bebouwing

WONINGTYPE

GRONDGEBRUIK

ACTOREN

Hofje, Monnickendam | foto: www.google.nl/map


24

EDRIJF en INDUSTRIETERREIN

van alle tijden

BEDRIJVENTERREIN Kenmerken en typologie Een bedrijventerrein ligt vaak aan de rand van de stad. Dit wijktype is ontworpen vanuit functioneel en economisch oogpunt. Maximale uitgeefbaarheid van kavels en toegankelijkheid voor (vracht)auto’s spelen een belangrijke rol. Verblijfskwaliteit en ruimte voor fietsers en voetgangers zijn van ondergeschikt belang. De wegenstructuur is – om praktische redenen – orthogonaal (rechthoekig) van opzet. De kavels zijn bijna altijd volledig verhard. Ongeveer de helft van een kavel is bebouwd, de andere helft is bestemd voor buitenopslag en parkeren. Bedrijfsgebouwen hebben meestal één bouwlaag zonder al te veel inval van daglicht; de bijbehorende kantoorfuncties kunnen gestapeld zijn. Door de functionele inrichting van het bedrijven­ terrein is er weinig groen aanwezig. Het beperkt zich meestal tot een enkele boom of groenstrook die verschillende wegen van elkaar scheidt. Het groen wordt kort gehouden vanwege de (sociale) veiligheid. Naast een bedrijventerrein liggen vaak wel groene gebieden, die bestaan uit restgroen, landbouwgroen of recreatiegroen. Soms ligt een bedrijventerrein aan een kanaal, vanwege de vroegere bevoorrading van grondstoffen en materialen.

Bedrijventerrein, Stolwijk | foto: http://www.rtvkrimpenerwaard.com

Klimaatadaptatie Door de vele verharding in dit wijktype kan overtollig regenwater leiden tot wateroverlast, met name als de afvoer naar de naastgelegen gebieden niet goed geregeld is. Het water kan niet infiltreren in de ondergrond; er ontstaan grote plassen en het water kan de gebouwen binnendringen. Een bedrijventerrein is gevoelig voor hittestress, omdat het zo is verhard en er weinig schaduwplekken zijn. Als de zon lang op het terrein schijnt, kan de temperatuur hoog oplopen. Het aanleggen van meer groen en het planten van bomen heeft meerdere voordelen: regenwater kan beter worden opgevangen en hittestress neemt af. Ook op het particuliere terrein zijn maatregelen mogelijk, zoals het aanleggen van groene- of groenblauwe daken en groene gevels. Parkeerplaatsen kunnen worden geverfd in een lichtere kleur of worden voorzien van een reflecterende coating.


0

5

Bedrijventerrein ZKD, Den Haag | foto: ZKD

5

10

MORFOLOGIE

PRIVE

OPENBAAR

PRIVE

OPENBAAR GROEN

water groen verharding en bebouwing

WONINGTYPE

GRONDGEBRUIK

ACTOREN

Industrieterrein de Liede, Haarlem | foto: google/maps.nl


26

UNT

mst

STEDELIJK KNOOPPUNT Kenmerken en typologie Het stedelijk knooppunt is een dynamische omgeving. Hier komen diverse vormen van openbaar vervoer samen met grote stromen voetgangers, fietsers en auto’s. Daarnaast vormt het knooppunt de verbinding tussen verschillende wijken. Het treinstation is het hart van het knooppunt. Daaromheen liggen verharde verkeersruimtes voor het busstation, parkeerplekken voor kiss & ride, taxistandplaatsen en fietsenstallingen. Op loop­ afstand van het station bevinden zich vaak kantoren (hoogbouw) of grootstedelijke woonmilieus. In dit wijktype is weinig groen aanwezig. De straten en pleinen zijn verhard en door de ruimteclaim van de diverse functies heeft groen weinig prioriteit.

Klimaatadaptatie De grote hoeveelheid verharding kan wateroverlast en hittestress veroorzaken. Dit is te voorkomen door de daken en gevels van de gebouwen te benutten voor waterberging.

Busstation, Eindhoven | foto: ed.nl


0

5

Stationsgebied, Eindhoven | fFoto: www.nederland-in-beeld.nl

5

10

MORFOLOGIE

PRIVE

OPENBAAR

PRIVE

OPENBAAR GROEN

water groen verharding en bebouwing

WONINGTYPE

GRONDGEBRUIK

ACTOREN

Stationsgebied, Hilversum | foto: www.nhnieuws.nl


28

5 Bouwstenen voor kansrijke koppelingen In hoofdstuk 1 is beschreven dat iedere transitie fysieke ingrepen met zich meebrengt. Klimaatadaptatie leidt bijvoorbeeld tot de aanleg van meer groen, wadi’s of waterdoorlatende bestrating. Vanwege de energietransitie komen er voor­­zie­ ningen in de wijk voor het opwekken, opslaan en distribueren van energie; zoals zonnepanelen, buurtbatterijen en warmteoverdrachtstations. Door duurzame mobiliteit neemt het aantal laadpunten toe en een circulaire stedelijke ontwikkeling vereist opslagmogelijkheden voor materialen die geschikt zijn voor hergebruik. Deze fysieke, nuttige ingrepen kunnen dienen als bouwstenen voor kansrijke koppelingen. Op de volgende pagina’s staat een overzicht van waar­ schijn­lijke bouwstenen.


29 KLIMAATADAPTATIE: OMGAAN MET EXTREME NEERSLAG (OPENBARE) BUITENRUIMTE

Verdiepte straat

Afstroom van straat

Infilratiegoot

Groen in de straat

Groen in devan straat Afstroom straat

Verdiepte straat

Infilratiegoot

Groen in de straat Wadi

Waterdoorlatende verharding

Grindgoot/koffer

Waterdoorlatende verharding

Tijdelijk groen Grindgoot/koffer

Wadi Groen in de straat

Tijdelijk groen

Zakput

Infiltratiekratten

Smart Wateropslag

GEBOUW

Zakput

Tijdelijk groen

Infiltratiekratten

Smart Wateropslag

Tijdelijk groen Wateropslag op dak

Groen dak

Wateropslag op dak

Groen dak

Groenblauwe gevel

Groen dak Groen dak

Groene gevel Groenblauwe gevel

Groene gevel Groene gevel

Groenblauwe gevel

Groenblauw dak

Groenblauw dak Groenblauwe gevel

Groen

Groenblauw dak


+

+ ºC

-

30 Isolatie buitenzijde

Isolatie binenzijde TEO

ENERGIETRANSITIE: VERWARMING IN DE STAD

ºC

Warmtevat (buurt) Isolatie in de TEA schil

ºC

+

-

ºC

+

over

ºC

+

-

-

-

ºC

Isolatie buitenzijde

Isolatie TEO binenzijde

ºC

Isolatie Warmtevat (buurt) TEA in de schil

ºCºC

ºC

+

+ -

+ -

ºC

-

Buurt Restwarmte LT batterij

Warmte TED station Restwarmte HT overdracht

Warmtevat (buurt) TEA

TEO

Re

Restwarmte HT Warmte TED overdracht station

ºC ºC ºC

ºC

Buurt Restwarmte LT batterij

Warmte HT Restwarmte overdracht station

Warmtevat (buurt)

ºC

Collective warmtepomp

Geothermie

ENERGIETRANSITIE: OPWEKKEN EN TRANSPORT VAN WARMTE ºC

ºC

ºC

ºC

ºC

Collective warmtepomp

Restwarmte LT

Restwarmte HT Geothermie

WKO doublet

WKO doublet Geothermie

Hoge temperatuur warmtenet

WKO doublet

LT Warmtenet

Hoge temperatuur warmtenet

Gasnetwerk (biogas/waterstof) Gasnetwerk (biogas/waterstof)

Hoge temperatuur warmtenet

Gasnetwerk (biogas/waterstof) LT Warmtenet

LT Warmtenet


31 Zonneveld

Windturbines

ENERGIETRANSITIE: OPWEKKEN VAN ELEKTRICITEIT (OPENBARE) BUITENRUIMTE

Zonneveld

Windturbines

GEBOUW

PV op dak

PV in gevel

Powernest Hoogspanningsleiding

(Verzwaard) elektriciteitsnet

Transf

ENERGIETRANSITIE: OPSLAG EN TRANSPORT VAN ELEKTRICITEIT (OPENBARE) BUITENRUIMTE

HoogspanningsPV op dak leiding Hoogspanningsleiding

Hoogspanningsleiding

Buurt batterij

Buurt batterij (Verzwaard) elektriciteitsnet

Buurt batterij (Verzwaard) PV in gevel elektriciteitsnet

(Verzwaard) elektriciteitsnet

Thuisbatterij Laadpalen Laadpalen

Transformatorhuis

Thuisbatterij Laadpalen Transformatorhuis Thuisbatterij

Dakkas Dakkas

GEBOUW

Buurt batterij

Thuisbatterij Transformatorhuis Powernest

Dakkas

Da


32 CIRCULAIR EN BIO-BASED BOUWEN

Biobased bouwmateriaal

Circulair ontworpen gebouwen

Biobased isolatiemateriaal

CO2 absorberend materiaal in het straatoppervlak

CO2 absorberend materiaal in de gevel

Materialendepot


33

6 Definitie van een sterke koppelkans Een sterke koppelkans voldoet aan drie eisen: – Een van de bouwstenen levert een bijdrage aan klimaatadaptatie – De tweede bouwsteen levert een bijdrage aan een andere grote maatschappelijke transitie – De uitvoering van de twee bouwstenen verbetert de kwaliteit van de leefomgeving Het samenvoegen van twee bouwstenen is een technische uitvoering met pluspunten. Toch is dit alleen een sterke koppelkans als ook de kwaliteit van de leefomgeving verbetert. Bijvoorbeeld doordat het comfort toeneemt, de verkeersveiligheid verbetert of de omgeving kindvriendelijker wordt. Hieronder is de definitie uitgewerkt in een schema:

BOUWSTEEN KLIMAATADAPTATIE

BOUWSTEEN ANDERE TRANSITIE

BETERE LEEFOMGEVING

TECHNISCHE WERKING BUSINESS CASE + DRAAGVLAK

KOPPELKANS


34

7 Tien kansrijke koppelingen De in hoofdstuk 6 beschreven definitie is hieronder uitgewerkt in tien kansrijke koppelingen.

KOPPELKANSEN SLIMME COMBINATIES

WIJKTYPE

STEDELIJK BOUWBLOK

1

WATERKRACHT

2

SLIMME STRAAT

3

PARKEREN PLUS

4

GEZAMENLIJK GEBOUW

5

KLIMAATGEVEL

6

COLLECTIEVE ACHTER­T UIN

7

GROEN IN BEELD

8

OP EN TOP VERDICHTEN

9

GEZOND VERBOND

10 HET DAK OP

TUINDORP

TUINSTAD

BLOEMKOOL­ WIJK

BEDRIJVEN­ TERREIN

STEDELIJK KNOOPPUNT


35 1 WATERKRACHT

WATERBERGING

THERMISCHE ENERGIE

ZWEMWATER

WATERKRACHT

VERBLIJFS­ RUIMTE

SLIMME STRAAT

Ithaka, Almere | VMX Architects

Oppervlaktewater draagt bij aan de waterberging in de wijk en er kan warmte aan worden onttrokken. Het water kan ook gebruikt worden voor recreatie.

2 SLIMME STRAAT ENERGIEINFRASTRUCTUUR

Vrijwel iedere straat in Nederland moet de komende jaren op de schop, onder meer vervanging van het riool, de aanleg van een warmtenet of het trekken van een glasvezelkabel. Deze werkzaamheden kunnen uitstekend worden gekoppeld. Door in

samenhang en tegelijkertijd de inrichting van de straat aan te pakken, ontstaat meer ruimte voor groen, spelende kinderen, fietsers en voetgangers.

Climat Tile | Tredje Nature

WATERBERGING


36 3 PARKEREN PLUS WATER­ INFILTRATIE

OPWEKKEN ZONNE-ENERGIE

Onder bestaande parkeerplekken kan een waterbuffer worden aangelegd. De auto’s staan onder een overkapping, die is bedekt met zonnepanelen. Er

OVERDEKT PARKEREN

PARKEREN PLUS

zijn voorzieningen voor het opladen van elektrische auto’s.

4 GEZAMENLIJK GEBOUW

WATERBERGING

OPSLAG DUURZAME ENERGIE

SPEELPLEIN

GEZAMENLIJK GEBOUW

Plug ’n Play | JAJA architects

Een gebouw voor publieke voorzieningen kan meerdere doelen dienen: ondergrondse waterberging en energieopslag in combinatie met een collectieve speelplek op het dak.


37 5 KLIMAATGEVEL VERTICALE BEPLANTING

ISOLATIE

In de gebouwde omgeving is meer verticale dan horizontale oppervlakte. Toch worden de gevels weinig gebruikt. Bij een grootschalige renovatie kunnen maatregelen gecombineerd worden.

HOOGWAARDIG STRAATBEELD

KLIMAATGEVEL

Een gevel kan bijdragen aan het koelen van de gebouwde omgeving, energie opwerken of opslaan en tegelijkertijd het straatbeeld verfraaien.

6 COLLECTIEVE ACHTERTUIN OPSLAG VAN ENERGIE

Er is veel winst te behalen als wijkbewoners hun achtertuinen collectief zouden inzetten voor een combinatie van waterberging en collectieve opslag van energie. Andere pluspunten zijn een verbetering van de kwaliteit in de vaak rommelige binnen­ gebieden van bouwblokken en een versterking van

WATERPARTIJ

COLLECTIEVE ACHTERTUIN

de sociale cohesie. Bij grootschalige herstructurering kan gekeken worden naar een heroriëntatie van de woningen en de achtertuinen, gericht op de maximale opbrengst van zonne-energie (warmte en stroom). De traditionele rug-aan-rug-tuinen zouden kunnen transformeren naar kop-staart-woningen en tuinen.

Sargfabrik, Wenen |  BKK3

WATERBUFFER


38 7 GROEN IN BEELD

WATERBERGING

KOELING

In veel wijken is de groenstructuur met aandacht mee­­-­ontworpen. In het dagelijks gebruik blijkt het groen toch meer te functioneren als de achterkant van de wijk. Door teruglopende onderhoudsbudgetten neemt de beleving van het groen af en ligt sociale on­­veilig­heid op de loer. Dit is te doorbreken door het groen zichtbaar productief te maken. De afvoer van water van de stenige oppervlakte naar het groen wordt zichtbaar vormgegeven in de

SPORT­ MOGELIJK­ HEDEN

GROEN IN BEELD

openbare ruimte. Hiervoor wordt het groen lager aangelegd. Ook zuivering van afvalwater kan plaatsvinden in de groenstructuur. Het snoeiafval van het groen kan worden gebruikt voor de productie van bio-based materialen. Groen in de wijk heeft een bewezen positief effect op de gezondheid van de bewoners. Door voorzieningen voor sport en spel kan het groen intensiever worden gebruikt.

8 OP EN TOP VERDICHTEN

GROEN DAK

DUURZAME WONING

Een flink aantal wijken moet worden verdicht om aan de vraag naar woningen binnen de bestaande stad te voldoen. Veel woningtypen lenen zich voor ‘optopping’ door middel van lichte houtbouw. Het

TYPOLOGISCHE DIVERSITEIT

OP EN TOP VERDICHTEN

hout zorgt voor de opslag van CO2 in de wijk Een groen dak zorgt voor de opvang van regenwater en het verkoelen van de woning. Door de verdichting kan een rijkere diversiteit aan woningtypen ontstaan.


39 9 GEZOND VERBOND

WATERBERGING

SPORT­ VOORZIENING

GEZOND VERBOND

Een concrete combinatie van maatregelen is de aanleg van een sportveld met een ondergrondse waterbuffer. Ook kan groen in de wijk zodanig worden ontworpen dat het uitnodigt tot beweging.

Cruyff Court

Fysieke en mentale gezondheid zijn steeds belangrijker bij het inrichten van de leefomgeving. Een investering in het voorkomen van ziekten levert direct resultaat op voor de gemeentelijke begroting.

UITNODIGEN TOT BEWEGING

10 HET DAK OP

WATERBERGING

ENERGIEINFRASTRUCTUUR

Platte daken in de stad dragen voor een groot deel bij aan hittestress. In de gebouwen zelf wordt het ook erg warm; koeling is een van de uitdagingen op hete dagen. Een oplossing is het vervangen van de zwarte bitumen daken voor groene, blauwe, gele of rode daken. Groen staat voor beplanting, die zorgt

VERBLIJFS­ RUIMTE

HET DAK OP

voor waterberging, verdamping en koeling. Blauw staat voor de buffering van water op het dak, waardoor de druk op de openbare ruimte afneemt. Geel staat voor het opwekken van energie (elektriciteit of warmte) en rood is het bieden van verblijfsruimte.


40

8 Koppelingen in de wijktypen Alle kansrijke koppelingen zijn uitgewerkt in de zes wijktypen uit hoofdstuk 3. Per wijktype zijn meerdere koppelingen mogelijk. De uitwerking van de koppe­ lingen is per wijktype verschillend.

1 WATERKRACHT 2

S LIMME STRAAT

3

PARKEREN PLUS

4

GEZAMENLIJK GEBOUW

5 KLIMAATGEVEL 6

COLLECTIEVE ACHTERTUIN

7

GROEN IN BEELD 5

8

OP EN TOP VERDICHTEN

9

GEZOND VERBOND

10

HET DAK OP

0

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID


41 STEDELIJK BOUWBLOK

STEDELIJK BOUWBLOK voor 1940

9

10

10

5

4

5

1 TUINDORP 1910-1940

3

2

6

2

6

5

0

5

10

PRIVAAT

PUBLIC

HYBRID

TUINDORP 8

7

9

2

6

8

3

1

5

0

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID

TUINSTAD 10

TUINSTAD

10

1945-1970

10

5

8

5 9.

8

7 4 TEO 5

1 2 BLOEMKOOLWIJK

2

1970-1990

0

6

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID

BLOEMKOOLWIJK 6

5

7

8

4

3 2

1 5

0

5

10

PRIVAAT

PUBLIC

HYBRID

BEDRIJVENTERREIN

BEDRIJF en INDUSTRIETERREIN van alle tijden

10

9

5

1

2

10

8

4

3

5

0

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID

PUBLIC

HYBRID

STEDELIJK KNOOPPUNT 5

5

10

STEDELIJKE KNOOP alle tijden

8

9 7

10

4 2 3

3

1

5

0

5

PRIVAAT

10


42 ENKELE KANSRIJKE KOPPELINGEN NADER UITGEWERKT

STEDELIJK BOUWBLOK Slimme straat 2 : de straat voert water af door middel van infiltratie, de nieuwe ondergrondse infrastructuur bestaat onder meer uit een warmtenet en de openbare ruimte is opnieuw ingericht.

Gezamenlijk gebouw 4 : parkeer­garage met gestapeld parkeren, een groene gevel en ruimte voor de opslag van water, elektriciteit en warmte; de warmte komt uit de singel en er is mogelijkheid voor spelen op hoogte.

STEDELIJK BOUWBLOK voor 1940

9 4

10 5

1 3

2

6

TUINDORP Slimme straat 2 : heroriëntatie van de woningen bij verbouwingen, een winterkamer dient als klimaatgevel voor kleinere woningen en er is een TUINDORP gemeenschappelijke klimaatvijver aangelegd. 1910-1940

Parkeren Plus 3 : onder de parkeerplaatsen is een waterbuffer, op het afdak liggen zonnepanelen voor het opwekken van duurzame energie en er staan laadpalen voor elektrische auto’s.

8

7

2


43

10 5

2

6

5

0

5

10

PRIVAAT

PUBLIC

HYBRID

Op en top verdichten 8 : er zijn nieuwe woningtypen, een wintertuin is toegevoegd aan de woning en er is een collectieve klimaatvijver aangelegd.

9

6

3

8

1

5

0

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID


44

TUINSTAD Waterkracht 1 : regenwater infiltreert in het wegoppervlak, oppervlaktewater levert thermische energie en in de kelder van flats wordt de energie opgeslagen.

10

TUINSTAD 1945-1970

10

8 7 4 TEO

1

2

BLOEMKOOLWIJK Groen in beeld 7 : oppervlaktewater levert thermische energie, er ontstaat een productieve openbare ruimte en woningen zijn gericht naar het groen.

BLOEMKOOLWIJK 1970-1990

5

6 4

8

7 1


45

10 5

5 8

9.

5

2

0

6

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID

3 2

5

0

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID


46

BEDRIJVENTERREIN Gezamenlijk gebouw 4 : gestapeld parkeren bespaart ruimte, er zijn voorzieningen op het dak, BEDRIJF INDUSTRIETERREIN er is een en ondergronds warmtevat en opslag van van alle tijden elektri­citeit.

Het dak op 10 : het dak is groenblauw, wekt energie op en overdekt parkeerplaatsen.

9 4

1

2

STEDELIJK KNOOPPUNT Klimaatgevel 5 : kantoorgebouwen hebben een energieopwekkende gevel, de parkeervoorziening heeft een groene gevel en op het dak is een sportvoorziening.

Het dak op 10 : het dak dient als extra openbare ruimte, is groen en dient als wateropvang.

5 STEDELIJKE KNOOP alle tijden

8

9 7

4 3


47

10 5

10

8

3

5

0

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID

5 10 10

2 3

1

5

0

5

PRIVAAT

10

PUBLIC

HYBRID


48

9 Aan de slag! Dit ontwerpend onderzoek is een eerste verkenning naar kansrijke koppelingen met klimaatadaptatie op wijkniveau. Er zijn diverse mogelijkheden voor acties en vervolgonderzoeken. Hieronder staan de aanbevelingen voor wie met kans­ rijke koppelingen aan de slag gaat.

Benoem de betrokken partijen De kansrijke koppelingen doen zich voor in drie verschillende ruimtelijke eenheden: – In de openbare ruimte – In en bij een gebouw (de gebouw-gebonden buitenruimte) – In een hybride ruimte van publiek en privaat bezit Afhankelijk van de ruimtelijke eenheid waarin de kansrijke koppeling plaatsvindt, moeten er andere partijen bij betrokken worden. In de openbare ruimte zijn het diverse gemeentelijke diensten. In en bij een gebouw gaat het om de eigenaren en gebruikers; in een hybride ruimte zijn het eveneens eigenaren, plus de bewoners. Leer van stadsvernieuwing Bij de stadsvernieuwing in de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden diverse opgaven integraal aangepakt: woningbouw, mobiliteit en sociaal-maatschappelijke opgaven. Grote delen van stads-

buurten die in slechte staat verkeerden, werden vernieuwd. Van deze aanpak is veel te leren. Kies diverse startpunten De kansrijke koppelingen kunnen ontstaan vanuit diverse startpunten. Meest voor de hand liggend startpunt is het openbreken van de straat voor het vervangen van een riolering. Alle werkzaamheden in de ondergrond en op het maaiveld kunnen worden meegekoppeld. Dit is gedaan in onder meer Leiden-Zuidwest en Diemen. Ook klimaatadaptatie zelf kan een startpunt zijn. Het aanleggen van een waterberging kan de aanleiding zijn voor het creëren van meer groen of meer speelruimte. Gebruik typologische innovaties Een aantal kansrijke koppelingen vereist een nieuwe ruimtelijke typologie. De uitwerking in de verschillende wijktypen toont hiervan een eerste schets. Het meest prominente voorbeeld is het collectieve voorzieningengebouw, dat nog niet bestaat. Zo’n gebouw zou als een soort buitenboordmotor aan een wijk worden toegevoegd, met voorzieningen


49

AANBEVELINGEN VOOR VERVOLG­ ONDERZOEK: op het gebied van onder meer duurzame energie, klimaatadaptatie, mobiliteit, circulariteit en gezondheid. Het ontwikkelen van dit type gebouw geeft inzicht in schaal, mogelijke businesscase en de technische mogelijkheden en onmogelijkheden. Het collectieve voorzieningengebouw kan een icoon worden van de toekomstbestendigheid van de wijk. De toevoeging van een nieuw type collectief gebouw kan op verschillende manieren tot stand komen. Is het een publiek gebouw, zoals vroeger de openbare badhuizen? Is het een voorziening die wordt ontwikkeld door een marktpartij, waarvan wijkbewoners diensten afnemen? Of is het juist de wijk zelf die de voorziening als coöperatie ontwikkelt? Experimenteer in de praktijk Het realiseren van koppelkansen staat nog in de kinderschoenen. Het is zaak om ze in de praktijk te brengen door middel van trial and error. De lessen uit de praktijk zijn zeer waardevol; ze maken duidelijk welke slimme pakketjes van maat­regelen voor welk type daadwerkelijk meerwaarde bieden. Verbind de zoektocht naar koppelkansen aan programma’s met een experimenteel karakter op het schaalniveau van de wijk. Bouw ook aan een actief netwerk van praktijkhouders vanuit gemeenten, waarop de nationale programma’s kunnen aanhaken. Voorbeelden zijn beleidsmedewerkers van diverse relevante ministeries of de Nationale klimaatadaptatiestrategie. Ook onafhankelijke kennisorganisaties kunnen hierin een rol spelen.

Verbreed naar meerdere wijktypen Voor dit onderzoek is een selectie gemaakt uit de dertien wijktypen die zijn benoemd door de Hogeschool van Amsterdam. In een vervolgonderzoek kunnen de overige wijktypen worden uitgewerkt, waardoor een complete set ontstaat. Dan wordt wellicht ook beter zichtbaar of de benoemde kansrijke koppelingen inderdaad de meest waardevolle zijn. Verdiep de wijktypen Ook een verdieping van de wijktypen is mogelijk. Deze verdieping kan zich richten op het beter benoemen van specifieke kenmerken van de wijktypen, zoals de grondwaterstand, het type ondergrond en de doorlaatbaarheid van de bodem. Deze gegevens dragen ook bij aan een verdere invulling van een GIS-kaart van de wijktypen op de schaal van heel Nederland. Ontwikkel strategische instrumenten Hoe zorg je ervoor dat er werk wordt gemaakt van koppelkansen? Hebben de overheid en andere betrokken partijen instrumenten tot hun beschikking om koppelkansen af te dwingen? Welke wetgeving is noodzakelijk, en op welk schaalniveau? Welke rol speelt de nieuwe Omgevingswet? Om antwoord te kunnen geven op dergelijke vragen, zouden expertmeetings georganiseerd kunnen worden, gekoppeld aan een praktijkvoorbeeld.


Opdrachtgevers

Opdrachtnemer

Ministerie van Binnenlandse Zaken en

BRIGHT - member of The Cloud Collective

Koninkrijksrelaties

team

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Thijs van Spaandonk

Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS)

Gerjan Streng Montserrat Pantoja Navarro

team

Lotte de Koning

Paul van Hemert Hans ten Hoeve

Tauw

Marleen de Ruiter

team

Garmt Arbouw

Jeroen Kluck Leon Valkenburg

eindredactie en vormgeving

Floris Boogaard

Helder en Duidelijk datum 06 november 2019


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.