4 minute read

‘Ik krijg nu colleges van topwetenschappers’

TEKST: KIRSTEN OTTEN, FOTO: REYER BOXEM

Hoewel ze heel blij is hier te zijn, waren de eerste weken in Nederland pittig. Ekram Shoa Jemal (27) liet eind augustus Ethiopië – een land in oorlog –achter zich met een hoofd vol zorgen, onder andere over bevriende artsen die in het oorlogsgebied werkzaam zijn.

Toen ze aankwam op Schiphol bleek het NS-personeel te staken en stond ze voor de eerste hindernis: hoe kwam ze in Groningen? Gelukkig kon ze bij een Ethiopische kennis in Amsterdam terecht. Eenmaal in Groningen bleek het lastig een kamer te vinden, maar ook toen schoot de Ethiopische gemeenschap te hulp: ‘Ik kon een tijdje bij iemand logeren, en inmiddels heb ik mijn eigen kamer. Ik red me hier steeds beter, helemaal nu ik heb leren fietsen!’

Ekram begon in september met de research master Clinical and Psychosocial Epidemiology, met een beurs van het Eric Bleumink Fonds. Deze beurs kreeg ze dankzij haar uitmuntende resultaten tijdens de studie geneeskunde aan de Addis Ababa University. Maar ook dankzij haar indrukwekkende staat van dienst ná haar afstuderen. Ruim twee jaar lang werkte Ekram bij een health center, als eerste en enige arts op de werkvloer. Omdat ze jong is én vrouw, was het een grote uitdaging het vertrouwen van patiënten en verpleegkundigen te winnen, helemaal wanneer blijkt dat ze het lang niet altijd eens is met de aanpak: ‘De werkwijze in het health center is voornamelijk gebaseerd op ervaringen van het personeel, niet op wetenschappelijke kennis. Veel ziektes worden hierdoor in het beginstadium over het hoofd gezien. Tegen de tijd dat patiënten in een ziekenhuis belanden en wél een arts zien, is het vaak te laat. Mede daarom ben ik begonnen mensen op te leiden volgens de Ethiopian Primary Health Care Guideline, een nieuwe richtlijn voor goede eerstelijnszorg.’ Met de komst van corona kreeg Ekram ook nog de rol van teamleider van het Covid19-managementteam en coördineerde ze het vaccinatieprogramma.

‘Het is zo belangrijk dat de openbare gezondheidszorg in Ethiopië wordt verbeterd, in het bijzonder op het gebied van chronische niet-overdraagbare ziekten, zoals diabetes, hart- en vaatziekten, maar ook depressie.’ Om daar een betekenisvolle rol in te kunnen spelen kiest Ekram voor de research master in Groningen: ‘Mijn vader studeerde in Den Haag en vertelde altijd over het geweldige Nederland. Hij is erg trots dat ik nu in zijn voetsporen treed.’ Niet iedereen was zo enthousiast. ‘Mijn oma zei: “waarom moet je nog meer leren, je weet al zoveel. Ga toch trouwen!”’ Zelf was ik bang voor racisme, maar daar heb ik nog niets van gemerkt. De mensen hier zijn superaardig en ook heel geduldig als ik iets niet begrijp: de OV-chipkaart, zelfscankassa’s – voor mij is het allemaal nieuw.’

Ook voor haar opleiding heeft Ekram niets dan lof: ‘Onderwijs in Ethiopië is een haast militair systeem: docenten vertellen je wat je moet doen, en dat voer je zo exact mogelijk uit. Studenten zijn vaak bang voor de docenten. In Nederland is dat compleet anders. Er is hier zo weinig hiërarchie en zoveel ruimte voor vragen, voor het delen van ervaringen en voor discussie. Ik krijg nu colleges van topwetenschappers, ik voel me bevoorrecht dat ik van hen mag leren!’ Na de tweejarige opleiding hoopt Ekram promotieonderzoek te kunnen doen in Groningen. Tegelijkertijd kan ze niet wachten terug te gaan, de mensen die ze achterliet weer te zien in een dan hopelijk vredig land. Ze wil de handen uit de mouwen steken en haar steentje bijdragen aan een betere gezondheidszorg voor Ethiopië.

Eric Bleumink Fellowship

Scan de code om te doneren

Ook talentvolle studenten uit ontwikkelingslanden steunen? Gebruik dan deze QR-code of doneer via NL 80 ABNA 056 3098 961, t.n.v. Stichting Ubbo Emmius Fonds, inzake EBF www.uef.nl/projecten/ebf

This article is from: