AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X I TWEEMAANDELIJKS I VERSCHIJNT NIET IN AUGUSTUS
VAKBLAD VOOR RETAILMANAGERS • 14e JAARGANG • NR 2 MAART-APRIL 2016 • WWW.RETAILUPDATE.BE
SIER S O D KELN I W ED O G T VAS
DE GESLAAGDE VERJONGINGSKUUR VAN SKM 10 Retailmarkt zoekt
naar zijn toekomst
Actieplannen voor
18 de binnenstad
Provinciegrenzen
29 bestaan voor de consument niet
RETAIL REAL ESTATE INVESTMENT MANAGEMENT Waterloo: re-opening 2019
Hasselt: re-opening April 2016
Drogenbos, Shopping Cascade
Mechelen-Zemst: re-opening April 2017
Tournai: re-opening Autumn 2016
Sint-Pieters-Leeuw, Shopping Pajot
REAL ESTATE WITH A HEART FOR RETAIL Redevco is an independent, pan-European real estate investment management company specialised in retail. We create value by offering the best properties in the most attractive retail locations. Our combined portfolio comprises about 400 assets at top locations across Europe. In Belgium we manage 150 retail sites, including 25% inner-city properties and 75% out-of-town retail parks and supermarkets. We strive to be the retail real estate partner of choice. A clear focus on retail and local knowledge of real estate enables us to create value for both retailers and investors. Our highly-experienced professionals purchase, develop, let and manage properties, ensuring that the portfolios optimally reflect the needs of our clients. We believe in long term investments where quality and sustainability are key.
BUSINESS IN BALANCE
Redevco Belgium, Zaterdagplein 1 Place du Samedi, B-1000 Brussel / Bruxelles | T +32 2 645 37 00 @Redevco E info.be@redevco.com | www.redevco.com |
EDITO
INHOUD MAART - APRIL 2016
ROESELARE TOONT DE WEG Steden en gemeenten staan voor enorme uitdagingen. Stadscentra krijgen concurrentie van shoppingcenters en baanwinkels, lokale middenstanders gaan met pensioen en weinig opvolgers dienen zich aan, makelaars vinden de oppervlaktes te klein of hanteren te hoge huurprijzen en ecommerce rolt als een pletwals over het winkellandschap. Ook Roeselare ziet de leegstand met lede ogen aan. Maar het stadsbestuur neemt de handschoen op. Er werd begin dit jaar een batterij steunmaatregelen in stelling gebracht, waarmee men de leegstand in de stad te lijf gaat. Er zijn subsidies voor het verbouwen van een winkel en voor handelaars die hun zaak naar het centrum verhuizen. Startende handelaars krijgen hun onroerende voorheffing terugbetaald en eigenaars die hun pand ter beschikking stellen als pop-up locatie hoeven geen leegstandbelasting te betalen. De ‘Roeselare b(l)oeit’-actie werpt duidelijk vruchten af. Sinds begin dit jaar zijn er twaalf winkels en één pop-up store bijgekomen. Men mag niet op zijn lauweren rusten, maar de resultaten zijn reëel. Roeselare bewijst dat wanneer stadsbestuur, winkeliers en eigenaars de handen in mekaar slaan “dromen kunnen uitkomen” zoals een winkelier het verwoordt.
Bart Van Langenhove Hoofdredacteur bart@retailupdate.be be.linkedin.com/in/bartvl1 Twitter: @RetailUpdate_BE
INTERVIEW 10 Jo Vanmeirhaeghe, Retail Forum Belgium Retailmarkt zoekt naar zijn toekomst
10
DOSSIER WINKELVASTGOED 18 Vier Vlaamse steden over hun centrummanagement Actieplannen voor de binnenstad
18
29 Winkels in de stadscentra en de periferie
Provinciegrenzen bestaan voor de consument niet
29 Verantwoordelijke uitgever: Piet Salens Gravendreef 9 bus 8 – 9120 Beveren Retail Update Magazine is een uitgave van EMG NV Tel.: 03 750 90 20 Fax 03 750 90 29 E-mail: info@retailupdate.be Web: www.retailupdate.be Twitter: @RetailUpdate_BE Hoofdredacteur: Bart Van Langenhove E-mail: bart@retailupdate.be Tel.: 03 750 90 24
MANAGEMENT 31 Elektronisch betalen Retail boort potentieel verder aan
Customer Relationship Manager: Kjell Bries E-mail: kjell@retailupdate.be Tel.: 03 750 90 26
31
Customer Relationship Assistant: Ina Veeckman E-mail: ina@retailupdate.be Tel.: 03 750 90 25 Vormgeving en productie: Just 1 Click 0475 400 800 Druk: www.daddykate.be
Redactiemedewerkers: An De Maere, René De Witte, Geert Degrande, Sandra Gyles, Michaël Vandamme, Erik Verdonck, Edith Vervliet.
Eindredactie: Frederika Hostens
SPOTLIGHT: OOSTENDE 35 Stad wil shoppingcenter in openlucht worden
Abonnementen: Nadine Pharasyn E-mail: info@retailupdate.be Retail Update Magazine wordt gedrukt op een milieuvriendelijk, houtvrij papier “Core silk”. Het wordt verstuurd onder recycleerbare LDPE-folie. © Editing Media Group. EMG NV heeft de grootste zorg besteed aan het natrekken van de informatie en kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele vergissingen of verkeerde gegevens
35 RETAILUPDATE I
3
UPDATE MAYERLINE OP ZOEK NAAR JONGERE DOELGROEP
DILLE & KAMILLE BINNENKORT OP WAALSE BODEM
Met een nieuw submerk en een eigen webshop trekt het Belgische modemerk Mayerline voluit de kaart van vernieuwing. Mayerline bestaat bijna 60 jaar en werd in 2013 overgenomen door Claes Retail Group, waardoor het een zusterbedrijf werd van JBC. Sindsdien is hard gewerkt en kwam er ook een eerste winkel in Luxemburg bij. In de volgende jaren openen er nog nieuwe winkels maar ook in België moeten er nog witte vlekken ingevuld worden. En nu pakt Mayerline dus uit met submerk Améline, dat mikt op jongere vrouwen. Ceo Patrik Geurts verklaarde in De Tijd dat “de doelgroep breder moet, want de marktomstandigheden blijven uitdagend.” Omdat de jongere doelgroep ook veel online te vinden is, zal Mayerline in augustus ook met een eigen webwinkel uitpakken. De huidige klanten van Mayerline zijn volgens de topman nog geen echte webshoppers, maar de jongere generatie winkelt wel online. Mayerline kan dus niet langer achterblijven. Voor de webwinkel kan de keten voortbouwen op de ervaring en de kennis die JBC de voorbije jaren heeft opgedaan.
Winkelketen Dille & Kamille is geen snelgroeier en gaat voor geleidelijke expansie. Maar elk jaar komen er wel een aantal nieuwe winkels bij. Vorig jaar openden er vestigingen in Leuven, Groningen en Maastricht. En voor 2016 staan er twee openingen gepland: één in Brussel (onze hoofdstad heeft al een winkel maar er komt er dus nog eentje bij) en één in Luik. Deze laatste – nummer 28 voor de keten – is een primeur, want Dille & Kamille heeft tot nog toe geen vestigingen in Wallonië. Bovendien kijkt de keten verder dan de Waalse taalgrens want ook Rijsel, Straatsburg, Luxemburg en Duitsland worden onder de loep genomen. Algemeen directeur Hans Geels zegt in Trends: “Snel groeien is geen prioriteit voor Dille & Kamille. We hebben geen haast. Ons concept goed definiëren is belangrijker. We investeren graag zonder veel te lenen. We mikken op twee tot drie nieuwe winkels per jaar en we verbouwen er ook. Zo willen we in 2017 de vernieuwde Antwerpse winkel klaar hebben.” Bij Dille & Kamille vind je kook- en bakspullen, speelgoed, zepen en tuingereedschap, allemaal in natuurlijke materialen. Bovendien zal de keukenbalie het hart van de nieuwe winkels vormen. Daarmee legt de keten de basis voor de uitbouw van horeca-activiteiten. Mensen samenbrengen is een van de pijlers van Dille & Kamille, en een eigen eetgelegenheid met eenvoudige bio- en streekproducten in de winkel is volgens de topman een troef in tijden van e-commerce.
“INVESTERINGSBUDGET VOOR WINKELINTERIEUR ONDER DRUK” “De consument mag dan wel ‘connected’ zijn, fysieke winkels zijn dat evenwel nog niet allemaal”. Dat zegt Idriss Kandil, general manager van PLAN ID. “Toch merken we dat – onder invloed van de nog steeds groeiende digitalisering – het aandeel technologie in winkels gestaag toeneemt. Gaande van slimme klantentellers, narrowcasting, iPads en touchscreens tot en met monitoringsystemen om het energieverbruik van op afstand te controleren. Ook ledverlichting is intussen de norm geworden. Sommige van deze technologieën hebben uiteraard hun prijskaartje. Gevolg is dat het totale investeringsbudget voor een gemiddeld winkelinterieur nog meer onder druk komt te staan. Retailers moeten meer dan ooit keuzes maken. Waar vroeger bij de overname van een pand soms geopteerd werd om bepaalde zaken zoals het verwarmingssysteem mee over te nemen, is het lijstje met ‘recup’ items anno 2016 een stuk langer geworden. De bestaande vloer, vitrine, verlichtingsarmaturen … In een niet zo ver verleden belandden deze zaken zonder pardon op de afvalcontainer wegens niet in lijn met het concept. Nu stellen retailers ons steeds vaker de vraag of en hoe ze bepaalde elementen zouden kunnen recupereren.” Iets waar PLAN ID uiteraard probeert op in te spelen, verzekert Idriss Kandil. “Soms vergt dit de nodige inventivi-
4
I RETAILUPDATE
teit. Soms volstaat gewoon een likje verf … Kortom, hoe kostenbeheersing soms een beetje de bovenhand lijkt te krijgen op het winkelconcept. Of dit in alle gevallen een goede trend is, laat ik even buiten beschouwing, maar het geeft alleszins aan dat retailers vandaag de dag – terecht – een pak bewuster omspringen met hun winkelinrichting(sbudgetten).”
UPDATE IMPERMO, MOOI VOORBEELD VAN EEN ON- EN OFFLINE-VERHAAL Impermo, specialist in tegels, natuursteen en parket, opende zopas zijn vierde toonzaal. Deze keer heeft het familiebedrijf uit Sint-Truiden de stad Oostende uitgekozen om Vlaanderen verder te veroveren. Met een vierde vestiging in vier jaar tijd gaat het de laatste jaren snel voor Impermo. Het bedrijf groeit dan ook uit tot een belangrijke speler in de Belgische tegelwereld. Bij de inrichting van de toonzalen wordt de voorkeur gegeven aan grote sfeerboxen waarin klanten een duidelijk beeld kunnen krijgen van hoe een tegel kan zijn op een groter oppervlak. Door beleving centraal te stellen, wordt deze vaak toch moeilijke keuze voor de klant alvast heel wat makkelijker gemaakt. Plaats hierbij nog het deskundig advies van de toonzaaladviseurs en het plaatje is volledig. Ook op de Impermo-website kunnen bouwers of verbouwers heel wat ideeën opdoen. Wie meer technische informatie wil, kan ook in het ‘product’-deel van de site terecht. Nakijken of de bestelling volledig is of een transport inplannen … ook daar kan de website voor gebruikt worden. Een mooi voorbeeld van hoe Impermo on- en offline-verhaal voor zijn klant combineert.
6 TRENDS IN SECURITY & VIDEO SURVEILLANCE Ook anno 2016 blijven geconnecteerde systemen de lijst van opkomende trends aanvoeren. Edwin Roobol, regional director Middle Europe bij Axis Communications, blikt vooruit op de trends in security en video surveillance:
1
IoT: van ‘coole’ snufjes tot nuttige oplossingen. Onder andere door de komst van het ‘Internet of Things’ raken de traditionele opdelingen binnen de security-sector steeds meer vervaagd. Met IoT kunnen we gecombineerde systemen en sensoren integreren die vroeger altijd afzonderlijk werkten, zoals bewakingscamera’s, rookdetectoren, panelen voor toegangscontrole en luidsprekers. Zij kunnen worden beheerd vanuit een omvattende management console die een geïntegreerd overzicht biedt van alle gebouwen en locaties tegelijkertijd. Dit leidt tot een enorme opportuniteit voor securityoplossingen die specifiek worden gebouwd om nuttige gegevens te delen met andere geconnecteerde sensoren, waarbij alle apparatuur van op afstand kan worden gemonitord. Door het koppelen van al deze sensorinformatie krijgen gebruikers een beter overzicht van de situatie over verschillende locaties heen en kunnen oplossingen gevonden worden voor problemen die voorheen niet mogelijk waren. Security as a service: doorbraak van de cloud. Cloud-based computing heeft een impact gehad op zowat elke sector, en ook de security- en bewakingssector blijft hierdoor veranderen. Security kan nu worden aangeboden als een dienst die van op afstand wordt beheerd, waardoor mankracht en kapitaal vrijkomt dat anders zou moeten worden besteed aan monitoring ter plaatse op elke locatie. Steeds vaker zullen security-systemen worden gebruikt in combinatie met de cloud waarmee via een beveiligde toegang, beelden centraal en veilig opgeslagen worden en gebruiksgemak vergroot wordt. Meer camera’s leiden tot Big Data. Marktonderzoek wijst uit dat video het snelst groeiende type gegevens ter wereld is. Een groot deel daarvan wordt gegenereerd door beveiligings- en bewakingssystemen. Deze enorme hoeveelheid videogegevens wordt uiteraard voor security-doeleinden gebruikt, maar wint door de jaren heen ook steeds meer waarde als bronmateriaal voor business intelligence. Al blijft het een grote uitdaging om doeltreffend de eindeloze hoeveelheid videogegevens, de zogenoemde big data, te beheren en gebruiken. We verwachten grote investeringen in software en andere middelen om de big data te doorzoeken die door security-systemen worden gegenereerd, en er bruikbare inzichten uit te halen. Weg met de kabels. Draadloze technologie heeft ons leven in vele opzichten veranderd. Ook videobewakingssystemen met maximaal een tiental netwerkcamera’s kunnen volledig met smartphones en tablets worden beheerd, zodat u geen desktop pc meer nodig hebt om videomanagementsoftware te draaien. Vooral voor het midden en kleinbedrijf verlaagt dit de toegangsdrempel: gebruikers zijn meer geneigd om een smartphone app te gebruiken dan om een omvattend en gedetailleerd video management softwaresysteem op een desktop PC. Bovendien verlaagt zo ook de algemene systeem- en onderhoudskost. De eindeloze zoektocht naar nog hogere beeldkwaliteit. Iedereen weet dat de veiligheidssector een onstilbare honger heeft naar een betere helderheid en detail van videobewakingsbeelden. Maar nu ook de adoptie van intelligente video analytics toeneemt, is beeldkwaliteit belangrijker dan ooit tevoren geworden. De voortdurende verbetering van megapixel technologie is een zekerheid in 2016, maar bovendien zien we ook steeds betere technieken op de markt die de meest uitdagende lichtomstandigheden aankunnen. Op die manier wordt het nut van camera’s ook groter en worden ze bruikbaar voor verschillende nieuwe toepassingen en cases. Analytics vormen het brein van slimmere systemen. Als IoT devices de ogen en oren zijn van de geïntegreerde systemen, dan is de analytics technologie toch wel het brein. We verwachten een blijvende groei en acceptatie van video en audio analytics in 2016, waarmee beveiligingssystemen veranderen van een passief monitoringssysteem naar een intelligent en adaptief systeem dat zich bewust is van zijn hele omgeving.
2 3 OOK LOKALE RETAILERS KUNNEN CREATIEF ZIJN Lingerie Fragile, dat in 2004 werd opgericht door Laurent Maes en Elisabeth Staelens in Destelbergen, opende in september 2013 een tweede verkooppunt in het centrum van Gent. Sindsdien kwamen er ook verkooppunten bij in Lokeren, Lochristi en De Pinte. Met andere woorden: de zaken floreren. “De combinatie van een sterk merkenaanbod en een persoonlijke service blijft in de retail dé manier om een groot en trouw klantenbestand uit te bouwen”, zegt Laurent Maes. De eigenaars kiezen bewust om te groeien binnen Oost-Vlaanderen. “Dat houdt de logistiek, communicatie en marketing beheersbaar”, zegt Laurent Maes. Lingerie Fragile heeft alle topmerken in portefeuille zoals Marie-Jo, Marie-Jo L’Aventure, PrimaDonna, Twist, Chantelle, Aubade, Lise Charmel, Twin-Set, Huit, Cyell en Pluto. Opvallend is dat Lingerie Fragile ook veel investeert in beleving. Niet alleen in de winkels zelf, maar ook via de organisatie van modeshows en events. Het paradepaardje daarbij is ongetwijfeld Destelbergen Exclusief. Dit hippe mode- en lifestylefeestje vond zaterdag 19 maart plaats in de Gentse Eskimofabriek en groeide uit tot een bijzonder geslaagde fashionavond. Ook het afterfeestje was een voltreffer. Lingerie Fragile toont op die manier aan dat ook zelfstandige retailers troeven in handen hebben om te netwerken, contacten te leggen met klanten die hun ambassadeurs kunnen worden en om weerstand te bieden aan het onlinegeweld.
4 5 6
RETAILUPDATE I
5
SHOPPING
Vandaag biedt SKM alle voordelen van een shoppingcentrum aan. Dat totaalplaatje wordt gecombineerd met een persoonlijke en warme aanpak.
SKM speelt de M van Mode meer dan ooit uit
“Met deze verjongingskuur is de Multimerkenmodezaak SKM in Aartselaar wordt sinds 2012 geleid door Steven De Hertogh. Vorig jaar haalde hij ook zijn vrouw Dominique Somers aan boord. Samen werken ze aan duurzame groei op lange termijn met een onderbouwde strategie waarin de klant centraal staat.
Familiebedrijf SKM is al tientallen jaren de grootste merkenmodezaak in ons land. Maar waar de winkel vroeger vooral gekend was om zijn klassieke mode, komen vandaag ook de fashionista’s uitgebreid aan bod. “We zijn ondertussen veel meer de fashion tour opgegaan”, begint Dominique Somers. “In 2013 werden de eerste stappen richting modernisatie gezet met de introductie van casual chic merken zoals Hampton Bays, CKS en Tommy Hilfiger. Vorig jaar hebben we in onze winkel een volwaardige lingerieboetiek geopend op een kleine 200 vierkante meter. En dat was meteen een schot in de roos. De nieuwe klanten die we met deze boetiek aantrokken, zochten echter ook andere kledingmerken dan diegenen die we op dat moment in huis hadden. Om aan hun verwachtingen te voldoen, hebben we een aantal young fashion labels binnengehaald. Voor de dames zijn dat onder meer Liu Jo, Maison Scotch, Guess, Twin-Set en SuperTrash. Onze heren kregen er de collecties van Van Gils, Scotch & Soda, Lagerfeld en Floris Van Bommel bij.” SOMETHING OLD, SOMETHING NEW “Bij het aanboren van het nieuwe, jongere cliënteel hebben we er echter wel voor gezorgd dat onze trouwe klanten hier ook nog altijd hun ding kunnen vinden”, gaat Steven De Hertogh verder. “We hebben de modernisering geleidelijk aan doorgevoerd, zonder te bruuskeren. Bovendien zijn er wel een aantal nieuwe, jonge merken bijgekomen, maar er werden zo goed als geen labels geschrapt. Dankzij die aanpak hebben we onze omzet per vierkante meter ook stevig kunnen opkrikken.
6
I RETAILUPDATE
Met de introductie van die hippe merken is de cirkel van de vernieuwing nu zo goed als rond. Maar we zullen uiteraard altijd verder blijven werken aan het aanbod. In onze sector moet je constant mee evolueren met de klant, hem verrassen en versteld doen staan. Stilstaan is immers meer dan ooit achteruitgaan.” NIEUWE MISSIE “Los van die nieuwe merken, hebben we onze volledige langetermijnvisie onder de loep genomen. We zijn daarvoor in zee gegaan met een nieuw marketingagentschap, Boondoggle genaamd. Samen hebben we onze strategische aanpak volledig herdacht”, verduidelijkt Dominique. “Zo zijn we ook tot onze nieuwe missie gekomen: ‘Je nieuwe lievelingskleren vind je bij SKM’. De klant staat vandaag nog meer centraal en we doen er echt alles aan om ervoor te zorgen dat hij zijn lievelingsstukken uit zijn garderobe hier kan vinden. Dat doen we uiteraard met een compleet assortiment, maar ook met een eigen naaiatelier en vakkundig opgeleide shopassistenten die eerlijk hun mening geven.” PLAATJE COMPLEET MAKEN “Om het plaatje compleet te maken, bieden we sinds een jaar ook originele leesboeken en toffe kinderboeken aan”, neemt Steven over. “En we zijn nog op zoek naar een ietwat apart cosmeticamerk met een verhaal achter, dat voor toegevoegde waarde in de winkel kan zorgen. Bovendien zijn we ook van start gegaan met een pop-up meubel. Daarin kunnen jonge Belgische
B-TO-B KANAAL UITWERKEN “Een belangrijke groeipijler voor SKM is het business-to-businessverhaal. Meer en meer kloppen bedrijven bij ons aan om een volledige look uit te werken voor hun medewerkers die bijvoorbeeld op beurzen staan. Wij zorgen voor een fraai kostuum, bijpassende kousen, een riem, een das… Bovendien hebben we ook heel grote maten in ons assortiment: bij de dames bieden we maat 34 tot 56 aan, voor de heren gaat het van maat 44 tot 72. Een sterke troef die we zeker willen behouden. Zo kunnen we immers iedereen van kop tot teen kleden”, benadrukt Dominique. “Om dat b-to-b-kanaal wat extra kracht bij te zetten, hebben we sinds 1 maart van dit jaar ook een aparte rubriek voor bedrijven op onze compleet vernieuwde website. Zo vinden ze nog makkelijker de weg naar SKM.” SHOPPINGCENTRUM MET PERSOONLIJKE AANPAK “Vandaag biedt SKM alle voordelen van een shoppingcentrum aan: een uitgebreid assortiment met alle grote modemerken, accessoires, schoenen, handtassen en lingerie, een goede bereikbaarheid, een ruime parking en een trendy bistro. Tegelijkertijd combineren we dit met een persoonlijke en warme aanpak. Zo geven onze 30 shopassistenten advies op maat van de klant. Zij zijn echte stijladviseurs en kennen onze collecties door en door waardoor ze feilloos alle merken met elkaar kunnen combineren. Ook dat is een grote troef. We vinden het echt belangrijk dat onze klanten hier naar buiten stappen met kleding die echt bij hen past. Onze shopassistenten geven dan ook steeds eerlijk hun mening, en dat wordt geapprecieerd. Dat is trouwens een van de redenen waarom we nog altijd geen webshop hebben. Ooit zal die er waarschijnlijk wel komen, maar vandaag vinden we dat persoonlijke advies zo belangrijk dat we het online winkelen nog even weren”, legt Steven uit.
cirkel rond” ondernemers tweemaal per jaar hun eigen ding doen. De eerste helft van dit jaar hebben we gekozen voor Coolwood, van oorsprong een webshop die duurzaam design betaalbaar wil maken voor iedereen. Een mooi initiatief van creatieve ondernemers, ontstaan uit een passie voor design, natuur en vakmanschap. En dat verdient een plaatsje in onze winkel. Het aanbod van Coolwood gaat van houten brillen over verlichting tot decoratie, maar in onze winkel zijn het vooral de houten brillen die stevig in de kijker worden gezet. Kortom, shoppers vinden bij SKM echt alles onder één dak.”
EERLIJKHEID & VERWENNERIJ “Eerlijk zijn met onze klanten vinden we erg belangrijk”, gaat Dominique verder. “En dat niet alleen op het vlak van kledingadvies maar bijvoorbeeld ook in onze marketing. We zijn actief op sociale media zoals Instagram en Facebook, werken met fashionbloggers, versturen maandelijks een digitale nieuwsbrief, komen in beeld op ATV, pakken uit met nationale radiocampagnes met een knipoog… In al deze kanalen dragen we eerlijkheid hoog in het vaandel. Bovendien leggen we onze klanten ook graag in de watten. Wie een klantenkaart heeft, geniet altijd van tien procent korting op zijn volgende aankoop. Tijdens speciale koopdagen verwennen we de klanten met een hapje en een drankje… Het gaat immers niet altijd over het winkelen an sich, het zijn vaak de extra’s die het hem doen.” SERVICE IS KEY “Een prima service blijft onontbeerlijk voor het succes van een multimerkenwinkel”, vervolgt Steven. “We hebben van Redy Meyers geleerd dat je moet
“Service is echt key voor SKM en ook in de toekomst zullen we daar hard aan blijven werken”, benadrukken Dominique en Steven. RETAILUPDATE I
7
HET VERHAAL VAN STEVEN EN DOMINIQUE
Vorig jaar lanceerde SKM een volwaardige lingerieboetiek en die was meteen een schot in de roos.
uitgaan van je eigen krachten, zonder al te veel te kijken naar wat anderen doen. Een van onze sterke troeven is de verregaande service, daarin zijn we echt wel een beetje pionier. Zo hebben we een eigen atelier waar we snel de nodige aanpassingen kunnen doen. Is de broek van een klant te lang? Op minder dan één uurtje tijd leggen we de zoom om en kan hij ze mee naar huis nemen. We blijven ook investeren in onze eigen mensen, die bijvoorbeeld op regelmatige basis opleidingen volgen. En binnenkort nemen we de openingsuren van onze winkel onder de loep. Ook dat maakt immers deel uit van een goede service. We organiseren nu regelmatig koopavonden waarvoor klanten zich moeten inschrijven. In een mum van tijd zijn die avonden helemaal volgeboekt. Klanten appreciëren dergelijke initiatieven en willen niet zo maar ‘winkelen’. Funshoppen is meer dan ooit aan de orde en ruime openingsuren horen daar zeker bij, als ze passen in de rentabiliteit van het bedrijf natuurlijk.”
Als prille twintiger zei mode Steven niet zo veel. Na zijn studies economie aan het Vlehko viel zijn oog echter op een vacature bij SKM. “Ik had een paar interessante gesprekken, nam de job aan en rolde zo de modewereld binnen. Jarenlang werkte ik intensief samen met Redy Meyers. De man straalde echt passie uit, en die liefde voor het vak heeft zich ook op mij overgezet. In 2005 overleed Redy en zijn dochter Romy nam de zaak over. Ik maakte ondertussen een tussenstop bij Makro, maar het lot bracht ons opnieuw samen. Even later ging ik samen met Romy in zee, waarbij ik het dagelijkse beleid van SKM voor mijn rekening nam. Mijn vrouw Dominique, die tot voor kort nog een mooie functie bij Unilever had, dacht al die jaren achter de schermen met me mee. Maar begin 2015 vervoegde ze ook officieel het SKM-team. Dominique neemt nu de volledige marketing voor haar rekening. Ik mag wel zeggen dat we samen een sterke combinatie vormen en dat we elkaar perfect aanvullen. Het leuke is bovendien dat we nu samen als koppel iets kunnen opbouwen, en dat met sterke ondersteuning van de familie Meyers. We zijn ondertussen ook allebei gebeten door de fashionmicrobe, al hebben we zelf veel te weinig tijd om te winkelen in onze eigen zaak”, lacht Steven.
SHOPPING BUTLER “Een ander initiatief dat we in mei lanceren is de shopping butler. Via deze service kan de klant ons een mailtje sturen waarin hij aangeeft naar wat hij precies op zoek is. We spreken vervolgens een datum af waarop hij of zij naar de winkel kan komen. Onze shoppingassistenten maken tegen dan een eerste preselectie. Handig, want zo krijgt de klant meteen een persoonlijke greep uit het gigantische aanbod dat zich uitstrekt over 5.000 vierkante meter. En uiteraard is de shopping butler ook enorm tijdsbesparend. Zeker voor de mannen geloven we heel sterk in dit concept. Kortom, service is echt key voor SKM en ook in de toekomst zullen we daar hard aan blijven werken. Hier willen we first in class zijn én blijven!”, beklemtoont Dominique. DUURZAME GROEI “De toekomst zien we rooskleurig in. We zijn een vrij unieke winkel in België. Boetieks zijn dan wel onze grootste concurrenten, ze bieden nooit zoveel vierkante meter winkeloppervlakte aan. Bovendien pakken we uit met een verregaande service en een persoonlijke aanpak. Ook onze baanwinkel-
SKM IN CIJFERS Vloeroppervlakte: Aantal merken: Aantal parkeerplaatsen: Aantal medewerkers: Bruto-omzet:
8
I RETAILUPDATE
5.000 m² 134, verdeeld over 9 afdelingen 300 45 11,5 miljoen euro (2015)
SKM speelt de M van Mode meer dan ooit uit met fashion voor jong en oud.
locatie is trouwens een troef. Consumenten ontvluchten meer en meer de stad en kiezen voor winkels die makkelijk bereikbaar zijn en parking voor de deur aanbieden. Daarnaast zijn we jong en ambitieus en zien we enorm veel potentieel in SKM. De kledingsector is uiteraard geen makkelijke wereld; op dat vlak zijn we zeker realistisch. Maar we zijn een nieuwe, weliswaar lange en dure weg ingeslagen en volgens ons is dat de enige juiste weg naar een duurzaam resultaat. Mooi bewijs daarvan is alvast de gestage groei die we de laatste jaren hebben ingezet”, aldus nog Steven en Dominique. An De Maere >> www.skm.be
GFK BAROMETER
Belgische fashionmarkt februari 2015 t.e.m. januari 2016
Bestedingen en aantal gekochte stuks gedaald In België zijn de totale bestedingen aan kleding (het totaal van dames-, heren-, baby-, kinderkleding en bodyfashion) in het jaar februari 2015 t.e.m. januari 2016 gedaald ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder (-4%). Het aantal gekochte stuks is ook gedaald (-2%), het gemiddeld besteed bedrag is gedaald (-2%).
Chain Stores blijft het belangrijkste aankoopkanaal voor kleding in bestedingen en stuks. Het aantal gekochte stuks is stabiel gebleven. De bestedingen zijn wel gedaald (-2%) en het gemiddeld besteed bedrag (-2%) is ook gedaald. Boutique Chains blijft het tweede belangrijkste aankoopkanaal voor kleding in bestedingen. Echter het aantal gekochte stuks (-2%) en de bestedingen (-6%) zijn gedaald. Het gemiddeld besteed bedrag daalde fors (-12%). De Independents lijken te stabiliseren in termen van bestedingen (-1%), ondanks een dalend gemiddeld besteed bedrag per kledingstuk (-4%). Het aantal gekochte stuks (+3%) is fors gestegen.
INDEX UNITS TOTAL MARKET Boutique Chains
Bij de Hyper-/Supermarkets zijn de bestedingen wederom gedaald (-12%). Dit wordt veroorzaakt door een daling van het aantal gekochte stuks (-11%) en het gemiddeld besteed bedrag (-1%).
103 100
Chain Stores
98
Independents
102
101
Discount Chain Stores Department/Variety Stores
99
89
Hyper-/Supermarkets
108
104
101
103
97
109 107
Sport Shops Market Stalls
79
85
Others 70
87
89
80
90
100
110
120
130
120
130
Index dec 2013 - nov 2014 t.o.v. dec 2014 - nov 2015 Index feb 2014 – jan 2015 t.o.v. feb 2015 – jan 2016
INDEX VALUE TOTAL MARKET
96
Boutique Chains Chain Stores
94
Independents
98 100
98 98
101 99
Homeshopping/Internet Only
100
Discount Chain Stores Department/Variety Stores Hyper-/Supermarkets
83
86
92 88
99
110 103
111
Sport Shops Market Stalls
Evolutie in bestedingen en stuks, februari 2015 tot en met januari 2016
107
103
Homeshopping/Internet Only
Het kanaal Homeshopping/Internet Only blijft stabiel in bestedingen, verkochte stuks en gemiddelde prijs per stuk. Dit na de groei van de pure players afgelopen tijd. De Department Stores zijn in het aantal verkochte stuks licht gestegen (+1%). Het gemiddeld besteed bedrag (-1%) is ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar stabiel gebleven, in bestedingen is het segment Department Stores licht gedaald (-1%).
102
98
82
Others 70
80
108 88 87 87
90
100
110
Index dec 2013 - nov 2014 t.o.v. dec 2014 - nov 2015 Index feb 2014 – jan 2015 t.o.v. feb 2015 – jan 2016
Value Units TOTAL MARKET 96 98 Chain Stores 98 100 Boutique Chains 94 98 Independents 99 103 Homeshopping/Internet Only 100 101 Department/Variety Stores 99 101 Hyper-/Supermarkets 88 89 Sport Shops 83 97 Discount Chain Stores 108 107 Market Stalls 88 85 Others 87 87
De Sport Shops verliezen fors in bestedingen (-17%) door een forse daling van het gemiddeld besteed bedrag per stuk (-15%). Het gekochte aantal stuks (-3%) is ten opzichte van vorig jaar gedaald. De Discount Chain Stores zijn op basis van bestedingen (+8%) gestegen. Qua aantal verkochte stuks stijgen de Discount Chain Stores ook (+7%). Het gemiddeld besteed bedrag (+1%) blijft stabiel binnen dit segment. Op de Markt zijn de bestedingen wederom fors gedaald (-12%). Dit wordt veroorzaakt door een daling van het aantal gekochte stuks (-15%). Het gemiddeld besteed bedrag per stuk is wel gestegen (+3%).
© GfK Panel Services Benelux
9
I RETAILUPDATE
INTERVIEW
Jo Vanmeirhaeghe, Retail Forum Belgium
“Retailmarkt zoekt naar zijn toekomst” De retailsector is de laatste jaren fundamenteel veranderd. Jo Vanmeirhaeghe, algemeen secretaris van het Retail Forum Belgium (RFB) werpt er zijn licht op. “Wat mij vorig jaar het meest opviel, is dat we voor het eerst heel duidelijk voelden dat retail niet ongeschonden uit de moeilijke economische situatie komt. En ook voor dit jaar – en de komende jaren – verwacht ik een moeilijke en zoekende markt”, steekt hij van wal.
Jo Vanmeirhaeghe, algemeen secretaris van het Retail Forum Belgium: “Online handel knaagt aan de fundamenten van de retailbasis.”
10
I RETAILUPDATE
RetailUpdate: Hoe hebt u het retailjaar 2015 beleefd? Jo Vanmeirhaeghe: “Onze sector heeft al heel wat moeilijke jaren achter de rug, maar dat is lang verborgen gebleven. Het is pas in 2015 dat we echt met onze neus op de feiten werden gedrukt. Er zijn mijns inziens twee bedreigingen die we echt – en voor het eerst – beginnen voelen zijn in 2015. Eerst en vooral zag onze traditionele handel een flink stuk van de koek verloren gaan aan e-commerce én buitenlandse internethandel. Online handel zorgt voor een nieuw retaillandschap en de veranderingen gaan bijzonder snel waardoor de klassieke retail zich niet tijdig heeft kunnen aanpassen. E-commerce gaat daardoor echt aan de fundamenten van de retailbasis knagen. Daarnaast valt de economische groei ook wat stil in ons land en zitten we in een periode van stagnatie. Het bevolkingscijfer stijgt wel, maar de groei van de handel loopt daar niet mee gelijk. Bovendien hebben heel wat bedrijven het moeilijk om nog positieve cashflow te genereren. De voorbije maanden is er dan ook heel wat handel afgevloeid en kregen we te maken met tal van faillissementen.”
OVERGANGSJAREN Welke verwachtingen hebt u voor 2016? “Voor dit jaar – en ook de komende jaren – verwacht ik een moeilijke en zoekende retailmarkt. Ik denk dat we sinds 2008 in een decennium terechtgekomen zijn waarin de volledige sector op zoek gaat naar een tweede adem. Heel wat retailers proberen een evenwichtig omnichannelmodel te ontwikkelen, maar tijdens die zoektocht zullen er ook velen sneuvelen. Het zijn met andere woorden echte overgangsjaren, die ook gekenmerkt worden door een steeds toenemende globalisatie waarbij kleine handelaars en kleine ketens het steeds moeilijker krijgen om overeind te blijven. Enkel de sterksten met meer middelen zullen overleven en een steeds groter aandeel verwerven. En dat zorgt niet alleen voor een verdere verschraling van het aanbod en een verdere uniformisering. We zien ook bitter weinig nieuwe initiatieven. Steeds minder jonge ondernemers willen of kunnen nog een nieuw concept op poten zetten.” Ziet u nog andere tendensen? “Ja hoor, ik zie bijvoorbeeld dat retail meer en meer ten prooi valt aan financiële groepen. Bedrijven worden tegen vaak lage prijzen opgekocht door private equity fondsen, die ze opkalfateren en vervolgens duur in de markt zetten. Maar volgens mij is dat een businessmodel dat op middellange termijn niet leefbaar is. Meer nog, het vormt een bedreiging voor de continuïteit van de retail en voor de arbeidsplaatsen in ons land. Want als grote groepen tientallen winkels moeten laten afvloeien, dan heeft dit uiteraard banenverlies tot gevolg, maar het leidt ook tot grote algemene onzekerheid.”
De overheid heeft het moeilijk om gepast te reageren op veranderingen INNOVATIE OMARMEN Kan de overheid soelaas bieden? “Ik heb de indruk dat onze overheid het moeilijk heeft om gepast om te gaan met alle veranderingen in de retailsector. Winkelsluitingen, kleinere steden die het moeilijk hebben om een leefbaar handelsapparaat in stand te houden, tewerkstellingsproblemen, de verschuiving van Belgische e-commerce naar Nederland … De overheid reageert vaak niet of ongepast. Neem nu de soap rond Uplace … Los van het feit of men nu voor of tegen het project is, we kunnen wel concluderen dat wanneer men elke kans op innovatie in de kiem dreigt te smoren, we meteen ook alle armen afsnijden van een toekomstig vernieuwende sector. Als we een behoudsgezinde reflex aannemen, wordt België binnen de kortste keren een uitvergroting van Bokrijk. Overal ter wereld wordt detailhandel veel liberaler bekeken en omarmt men innovatie. Doen wij dat niet, dan riskeren we op lange termijn een gebrek te hebben aan groei, vernieuwing en creativiteit.”
OVER HET RFB Retail Forum Belgium werd in 1999 opgericht door en voor retailers. Als vzw wil de vereniging de netwerking onder haar leden bevorderen en een spreekbuis zijn voor de belangen van de retailsector. De aandacht voor winkelvastgoed en alle aanverwante thema’s staat daarbij voorop. De vereniging telt vandaag ongeveer 75 leden die samen zowat 120 retailenseignes exploiteren in België-Luxemburg via meer dan 10.000 verkooppunten. >> www.rfb-frw.be Hoe gaan steden en gemeenten om met retail? “Wat steden en gemeenten betreft, zij hebben retail lange tijd buiten de centra gejaagd door een gebrek aan goede mobiliteitsplannen, door de auto uit de kern te bannen, door te weinig aandacht te besteden aan leefbaarheid, door de basistaken van onderhoud te verwaarlozen … Bijgevolg verhuisde de retail naar de periferie, in navolging van de klant die de voorkeur gaf aan goed bereikbare winkels. Vandaag willen steden en gemeenten de klant opnieuw naar de kern halen. Op zich is daar natuurlijk niks op tegen, maar retail is ondertussen wel fundamenteel veranderd. Zo moet er op grote schaal gewerkt worden en is de gemiddelde winkeloppervlakte in de voorbije decennia enorm toegenomen. Binnensteden hebben echter een groot tekort aan panden met een gepaste winkeloppervlakte. Daarnaast blijven faciliteiten zoals parkeervoorzieningen en vlotte bereikbaarheid een must. Helaas hebben de harten van onze steden en gemeenten op dat vlak vaak te weinig te bieden.”
Er is nood aan een brede ronde tafel om alle problemen aan te kaarten SURREALISTISCH BEELD De afbakening van kernwinkelgebieden dringt zich op? “De laatste jaren zijn gemeentelijke overheden de handel gaan zien als het middel bij uitstek om de leefbaarheid van hun kernen te verhogen. In dat licht past hun actuele oefening om het kernwinkelgebied te beschrijven en af te bakenen. Mijn vuistregel daarbij is steeds dezelfde: krimp die gebieden echt in want de veranderende retail zal in de toekomst hoe dan ook nog minder oppervlakte nodig hebben in de kernen dan vandaag het geval is. Maak van leeggelopen winkelstraten weer aangename woonstraten, dat is op termijn heilzamer dan met overheidsgeld koste wat kost winkels te willen invullen. Initiatieven met popup winkels en gemeentelijke subsidies om handel aan te trekken, zoals bijvoorbeeld gevelrenovatiepremies, zullen hoe dan ook maar een beperkt effect hebben. Bovendien trekken retailers vaak grote ogen als ze zien hoe gemeenten in zee gaan met ontwikkelaars zonder vooraf naar de behoeften te peilen.” Wat is er nu echt nodig om het tij te doen keren? “Ik stel jammer genoeg vast dat Brussel en Wallonië de retailsector ook ontdekt hebben als melkkoe. Om de kas te spijzen, worden meer en meer taksen opgelegd aan de handelszaken in de periferie. Ik denk onder meer aan het recente voorbeeld van de astronomisch hoge taksen die op parkeerplaatsen worden geheven. Er ontstaat dus echt een surrealistisch beeld: de overheid heeft de auto gebannen uit de kernen, geëist dat retailers zelf voldoende parkeerplaatsen voorzien bij hun handelszaken, en als die er eenmaal zijn, ontdekt men plots een nieuwe bron van inkomsten. Kortom, er zijn tal van ongerijmdheden maar aan de echte uitdagingen en verzuchtingen van de retail wordt te weinig aandacht besteed. Er is vandaag echt nood aan een brede ronde tafel om alle problematieken aan te kaarten. En daarbij zullen we verder moeten kijken dan de eerstvolgende verkiezingen.” An De Maere RETAILUPDATE I
11
INTERVIEW
Gerard Zandbergen, Locatus
“Welke keuzes maakt de overheid?” Naar aanleiding van de recentste cijfers van Locatus over de almaar sterker toenemende winkelleegstand in België sprak RetailUpdate met directeur-eigenaar Gerard Zandbergen. “De retailkoek blijft even groot, maar steeds meer spelers willen er mee van eten. Het is dan ook logisch dat de retailers in zwaar weer zitten.” Volgens de jongste cijfer van Locatus is de winkelleegstand in 2015 nog maar eens gestegen. “Het is niet bepaald een ontwikkeling om vrolijk van te worden”, zegt Gerard Zandbergen. “Toen we met onze metingen gestart zijn in 2008 stond 5% van de winkelpanden in België leeg. Zeven jaar later is dat percentage opgelopen tot 9,4%. Dat is een recordcijfer. Het totaal aantal leegstaande panden is toegenomen van iets minder dan 19.000 panden eind 2014, naar bijna 20.000 panden eind 2015. Het aantal leegstaande winkels is daarmee bijna even groot als de gezamenlijke voorraad van bestaande winkels in Antwerpen, Gent en Luik. Dat zijn toch cijfers die tot nadenken moeten stemmen. Temeer omdat ik geen tekenen zie die erop wijzen dat er in die ontwikkeling een ommekeer kan komen. Ik denk dat we ook de komende maanden steeds meer panden leeg zullen zien staan.” TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN Gerard Zandbergen verwijst vooral naar de technologische ontwikkelingen die in een aantal sectoren fysieke winkelpunten overbodig maken. “Er zijn in België nog 4.000 tot 5.000 bankkantoren”, zegt hij, “maar als je logisch nadenkt, hebben die echt geen toekomst meer. Dat worden dus ook panden die leeg zullen komen te staan. Zoals platenwinkels verdwenen zijn door de opkomst van de streamingtechnologie voor muziek, zullen ook in andere sectoren nog winkels verdwijnen als gevolg van technologische ontwikkelingen. Technologie maakt het consumenten op bepaalde vlakken nu eenmaal gemakkelijker en het is bekend dat consumenten altijd voor het grootste gemak kiezen. Vandaar dat ik ook geen mirakels verwacht van de afhaalpun-
Gerard Zandbergen: “In de middelgrote steden zullen de problemen rond leegstand het hardst toeslaan.”
12
I RETAILUPDATE
ten voor producten die klanten online bestellen. Volgens sommigen zou het inzetten op die afhaalpunten deels de problematiek van de leegstand kunnen oplossen, maar ik geloof daar niet zo in. In Nederland zie ik alleszins niet dat er grote belangstelling is van de consument om naar een afhaalpunt te gaan. Mensen kiezen er gewoon het liefst voor om de producten die ze online hebben besteld thuis te laten leveren.” E-COMMERCE DE BOOSDOENER? Niemand kan naast de impact kijken die ecommerce heeft op de retail en die het er voor de traditionele detailhandel niet gemakkelijker op maakt het zaakje draaiende te houden. Maar toch wijst Gerard Zandbergen erop dat het wat kort door de bocht is om voor de problematiek van de winkelleegstand de onlinehandel met alle zonden van Israël te overladen. In een interview met het Nederlandse dagblad Trouw liet hij eind vorig jaar optekenen dat er nog altijd heel wat winkels en retailpunten zijn die helemaal niet internetgevoelig zijn. “Je haar kan je niet online laten knippen en benzine zal ook nog niet zo snel thuis worden bezorgd”, zegde hij daarin. En hotelovernachtingen mogen dan wel via internet worden geboekt, ze doen de hotels niet verdwijnen. “Vergeet ook niet dat we toch ook
De overheid moet duidelijkere keuzes durven maken
heel veel over de vergrijzing van onze samenleving spreken. En heel wat mensen die al wat ouder waren toen de digitalisering echt begon door te breken, kopen gewoon niet online. Zij willen op de traditionele manier blijven winkelen. Al is het anderzijds natuurlijk ook zo dat zij, ook al beschikken ze over het nodige geld, niet altijd nog veel besteden.” ANGST EN ONZEKERHEID Er spelen dus zeker ook andere factoren mee in de toenemende winkelleegstand. Eén ervan is het feit dat de consument gewoon heel erg onzeker blijft. Allerlei macro-economische rapporten met cijfers die aangeven dat het weer beter gaat met de economie kunnen immers niet verbloemen dat de consument angst heeft en twijfelt. Hoe zal Europa evolueren als Groot-Brittannië uit de Europese Unie stapt? Hoe zit het met de problemen in Griekenland?
VOLLEDIGE PLAATJE Het informatiebedrijf Locatus verzamelt, verpakt en verkoopt locatie-informatie over retail en houdt continu een vinger aan de pols van de ontwikkelingen in het retaillandschap. Locatus is in 2006 ook in België actief geworden en heeft dan in 27 maanden tijd alle Belgische winkels in kaart gebracht. De data erover worden minutieus gecheckt. Locatus was daarmee de eerste die dat in België deed. De FOD Economie had wel een lijstje met supermarkten, en makelaars hadden plattegronden, maar niemand had het volledige plaatje. Volgens Locatus zijn er momenteel in België 212.000 winkels, maar daar rekent het bedrijf ook banken, uitzendbureaus en benzinestations bij. Winkels zijn voor Locatus immers alle gebouwen waar producten of diensten aan de consument worden aangeboden. In totaal heeft Locatus 250 verschillende branches gedefinieerd. De informatie in de databank van Locatus wordt up-to-date gehouden door met mensen in het veld de winkelpunten te controleren. >> www.locatus.com
Welke gevolgen hebben de vluchtelingencrisis en de terreurdreiging en -aanslagen echt? En bedreigen de doorbraak van 3D-printing, de zelfrijdende auto en Internet of Things echt onze jobs? Het zijn stuk voor stuk vragen die er heel vaak voor zorgen dat de consument de vinger op de knip houdt en dat de winkelier zijn kassa dus niet hoort rinkelen. De Europese Centrale Bank pompt maandelijks 60 miljard euro in de economie, de grondstoffen zijn spotgoedkoop, de rente is ondertussen negatief, maar het lijkt allemaal geen zoden aan de dijk te brengen om de economische motor weer te doen aanslaan. “De economische ontwikkelingen zijn inderdaad ook niet van aard om rond de winkelleegstand snel het tij te keren”, bevestigt Gerard Zandbergen. “En het ziet er ook op dat vlak niet naar uit dat we snelle veranderingen mogen verwachten.” GEBREK AAN VISIE Wat moet dan wel gebeuren om ervoor te zorgen dat de winkelleegstand niet meer toeneemt? “Je ziet natuurlijk wel dat sommige retailers een concept hebben gevonden dat consumenten aanspreekt en dat ze bijkomende winkelpunten openen”, geeft Gerard Zandbergen aan. “Ik denk aan de kledingwinkels van Okaïdi die in februari drie
nieuwe vestigingen hebben geopend in OostVlaanderen en aan Cook & Serve dat naast de vestigingen in Oostende, Brugge, Mechelen en Hasselt in mei een vijfde winkel opent in Aalst. Maar dat zijn in mijn ogen druppels op een hete plaat. Want nieuwe winkelmogelijkheden voor de consument gaan altijd ten koste van andere. De retailkoek wordt niet groter en er zijn steeds meer spelers die er een stuk van willen. De toenemende winkelleegstand betekent niet dat nieuwe shoppingcentra zoals Driespoort in Deinze en Dok Noord in Gent en de winkels die er zich vestigen geen kansen hebben, maar als ze succes boeken, gaat dat ten koste van andere winkels. Ik pleit dan ook voor een veel restrictiever en beter doordacht vergunningsbeleid van de overheid.” Toch betekent dit niet dat Zandbergen zich onmiddellijk zou aansluiten bij het verzet tegen een vergunning voor Uplace. “Zo kort door de bocht wil ik niet gaan. Een dergelijk project kan zijn plaats hebben, als het onderdeel is van een doordacht beleid met visie. De overheid moet gewoon duidelijkere keuzes durven maken.” NIET OVERAL EVEN DRAMATISCH Overigens heeft Locatus ook vastgesteld dat de situatie rond de winkelleegstand niet overal even dramatisch is. In de centra van de middelgrote steden bedraagt de leegstand 15,8% en in de centra van de dertien grootste steden is dat 10,9%. “Op de toplocaties in de kern van de grote steden zijn er zelfs bijna geen problemen”, zegt Gerard Zandbergen. “Op de A1-locaties van de grootste steden, zoals de Brusselse Nieuwstraat en de Antwerpse Meir bedraagt de leegstand slechts 3,7%. Dat geeft volgens mij ook aan dat vastgoedinvesteringen in handelspanden op de toplocaties nog altijd een vrij aardig rendement kunnen opleveren.” Gerard Zandbergen trekt uit de recentste cijfers die Locatus heeft verzameld de conclusie dat vooral retailers in de kleinere steden in de nabije toekomst moeten vrezen dat ze harde noten zullen moeten kraken. “Consumenten gebruiken het internet om zich vooraf te oriënteren op hun aankoop. Dat gebeurt steeds minder in de winkelstraat zelf. Vandaar dat ze, als ze echt willen winkelen en een dagje plezier willen beleven aan hun shopping, ze liever dertig kilometer meer rijden om naar een grote stad te gaan, waar ze alle retailmerken die ze tijdens het surfen op internet hebben gezien naast elkaar vinden. De middelgrote steden gaan volgens mij steeds meer winkelpubliek verliezen. Daar zullen de problemen rond leegstand het hardst toeslaan. En het betekent meteen ook dat vastgoed in de topwinkelstraten nog aantrekkelijker en dus duurder zal worden.”
RETAILUPDATE I
13
© www.DeGenscheGazette.be - MC. 2016
INTERVIEW
Carine Van Heuverzwyn (Tavola Rønda Gent): “Mijn grootste troef is dat ik kan luisteren naar wat consumenten precies zoeken en dan een antwoord op maat kan bieden.”
WINKELS BLIJVEN TOEKOMST HEBBEN Dat Gerard Zandbergen niet bepaald optimistisch is over de te verwachten ontwikkelingen rond de winkelleegstand, betekent overigens niet dat er dan maar een kruis moet worden gemaakt over de retail. In grote én in kleine steden proberen nog altijd ondernemende
consumenten precies door het overaanbod van informatie en door alles wat ze op internet kunnen vinden, door de bomen het bos niet meer zien. Ik bied een overzichtelijke collectie aan, maar mijn grootste troef is dat ik kan luisteren naar wat consumenten precies zoeken en dan een antwoord op maat kan bieden. De
Door de passie van retailers groeien kleinschalige initiatieven uit tot een succes
handelaars met eigen troeven mensen te bereiken en groeien vaak kleinschalige initiatieven door de passie van de retailers uit tot een succes. In de buurt van het Gentse SintPietersstation – nochtans ook geen A-locatie voor winkels – bijvoorbeeld opende onderneemster Carine Van Heuverzwyn vorige zomer de deuren van Tavola Rønda, een frisse interieurshop met stoelen, tafels, kasten, bijzetmeubelen, meubelen voor de nachtzone en geschenkartikelen. “Het is mijn ervaring dat
14
I RETAILUPDATE
koffie staat in mijn winkel altijd klaar en samen met de klanten bekijk ik alle mogelijkheden tot ze precies vinden wat ze zochten.” Het is maar één voorbeeld van een concept dat blijkt aan te slaan. “De winkel is ook op zondag open”, zegt de onderneemster. “En dan willen mensen wel eens rustig hun verhaal komen vertellen. Ik neem de tijd om daar geboeid naar te luisteren. Ik zet mensen graag aan het denken om vooral geen miskoop te doen. Ik ben niet opdringerig omdat ik tot elke prijs wil
verkopen, want het belangrijkste is voor mij dat klanten hier met een goed gevoel buiten gaan, of ze nu iets gekocht hebben of niet. Dan ontstaat er vertrouwen en dan komen klanten vanzelf terug voor een tapijt, een kantoorstoel, een barstoel, een vaas, een geurkaars, een schaal of een dienblad. Ik geef ze in mijn winkel een ervaring die ze op internet niet kunnen beleven.” ALGEMENE TREND HOUDT AAN “Natuurlijk”, reageert Gerard Zandbergen, “blijven retailers kansen hebben. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Maar dat doet niets af van mijn verwachting dat de algemene trend van toenemende winkelleegstand zal blijven aanhouden, tenzij de overheid eindelijk de stap kan zetten naar een restrictief beleid dat gebaseerd is op een duidelijke visie. In 2015 is er in België opnieuw 150.000 vierkante meter winkeloppervlakte bijgekomen. Je moet toch niet doorgeleerd hebben om te beseffen dat dit onvermijdelijk druk blijft zetten op bestaande handelsruimte. Samen met de technologische ontwikkelingen en de gevolgen van de crisis die voor veel angst en onzekerheid blijft zorgen bij de consument, betekent dit dat de winkelleegstand de komende tijd zeker niet zal dalen.” Geert Degrande
DOSSIER WINKELVASTGOED
Het retaillandschap anno 2016
Verandering van tijdperk De oplopende winkelleegstand en de recente moeilijkheden van diverse retailketens wakkeren de discussies over de overlevingskansen van de fysieke winkels weer aan. Worden ze echt genekt door de niet te stuiten opmars van e-commerce? Of zullen ze uiteindelijk het pleit in hun voordeel beslechten omdat ze als geen ander uitstekend geplaatst zijn om in te spelen op de hang naar gezelligheid, warmte en menselijk contact? RetailUpdate verzamelde reacties op enkele prangende vragen.
“De noodzaak om budgetten te spreiden, kan niet anders dan tot meer voorzichtigheid leiden”
JEAN-PAUL SOLS, VASTNED RETAIL
Politiek, maatschappelijk en economisch leven we in een tijd van spraakmakende veranderingen die gepaard gaat met enorme onzekerheid. Van de 500 bedrijven die zestig jaar geleden deel uitmaakten van de Fortune 500 staan er nu nog slechts 57 in de lijst. Ook bedrijven zijn dus eindig. Sterker nog, hun levenscyclus lijkt alsmaar korter te worden. De voorbeelden van bedrijven die zich onaantastbaar waanden, maar die snel van de kaart zijn geveegd, zijn legio. Wie had in 2012 durven voorspellen dat Nokia een jaar later tegen zijn ondergang zou moeten vechten? Er zijn echt geen zekerheden meer. Alleen al in 2015 zijn in de Verenigde Staten meer dan 80 start-ups toegetreden tot de club van de zogenaamde ‘unicorns’, bedrijven met een marktwaarde van meer dan één miljard dollar. En dat terwijl ook in steden als Tel Aviv, Berlijn, Amsterdam en Sevilla de eerste de beste jongen met een hoodie of het eerste het beste meisje op sneakers een app kan ontwikkelen die in een oogwenk een hele sector op zijn grondvesten kan doen daveren. De jonge Amerikaanse onderneemster Grace Choi ont-
“Wij blijven sterk in ons concept geloven”
CHRIS VANDERROOST, BRICO
“Ik zie een toekomst voor aanloopstraten en parallelstraten in grootsteden”
FRANKY VANHEE, GROEP VANHEE
wikkelde met Mink een 3D-printer om cosmetica te printen. Haar bedrijf kan volgens het zakenmagazine Forbes in één klap de hele beautysector onderuithalen. Dichter bij huis is eind vorig jaar de Additive Design Challenge, een initiatief van de vzw Plan C, het Vlaamse transitienetwerk voor duurzaam materialenbeheer, toegekend aan een 3D-geprinte schoen van Kristel Peters van Cojak Shoes. Dat speelt zich nog een beetje af in de marge, maar de gevolgen voor de schoenindustrie en voor de retail in de schoenenbranche kunnen gigantisch zijn. Kortom, we leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk.
ningen te zijn en diverse vastgoedontwikkelaars spelen daarop in. Al deze ontwikkelingen bieden de retailsector kansen, maar ze houden vanzelfsprekend ook bedreigingen in. Zo koopt het oudere deel van de bevolking minder producten, maar gaat het wel op zoek naar specifieke producten, zoals relaxzetels en naar specifieke mogelijkheden om die producten aan te
ANDERE DEMOGRAFIE Daarnaast zijn ook verschillende demografische ontwikkelingen van belang voor de retailsector. De bevolkingsgroei neemt af, het aandeel van de ouderen en allochtonen neemt toe, en er zijn steeds meer eenpersoonsgezinnen. Mensen gaan ook op zoek naar woongelegenheid in de steden, om zo dicht bij alle voorzie-
b Chris Vanderroost directeur Immobiliën en Expansie bij Brico >> www.brico.be
ONZE GESPREKSPARTNERS b Jean-Paul Sols CEO Vastned Retail >> www.vastnedretailbelgium.be
b Franky Vanhee CEO van Groep Vanhee >> www.groepvanhee.be
RETAILUPDATE I
15
kopen. Eenpersoonshuishoudens zijn relatief meer geld kwijt aan wonen en voeding en hebben dus relatief minder over om te besteden aan andere zaken, zoals mode en schoenen. Anderzijds hebben deze eenpersoonshuishoudens ook minder tijd en zoeken zij naar producten en diensten die voor tijdsbesparingen zorgen. ANDER CONSUMENTENGEDRAG Naast de demografische ontwikkelingen spelen ook veranderingen in het consumentengedrag een grote rol voor de transformatie die het retaillandschap aan het ondergaan is. Computers, laptops en smartphones zijn niet meer weg te denken uit het leven van de consumenten en worden meer en meer gebruikt om goederen en diensten te kopen. En dan hebben we het nog niet gehad over de steeds duidelijker wordende gevolgen van de doorbraak van de deeleconomie. De zogenaamde ‘nowners’, de mensen die geen eigendom nastreven, maar die zo veel mogelijk hun leven willen inrichten op ruilen, lenen en gebruiken wat al bestaat, zullen ook wel stokken in de wielen van de traditionele retail kunnen steken. Jamie Gutfreund, de CMO van het creatieve toekomstbureau www.thisisnoise. com wijst erop dat dit nieuwe consumentensegment zijn aanhangers heel snel ziet toenemen. “Steeds meer mensen”, aldus Gutfreund, “zijn ervan overtuigd dat ze er niet naar moeten streven om zo veel mogelijk te bezitten, maar dat het leven veel gemakkelijker is als ze gewoon
16
I RETAILUPDATE
toegang hebben tot wat ze nodig hebben op het ogenblik dat ze dat nodig hebben. Als ze steeds meer auto’s of boormachines gaan delen, waarom zouden ze dan ook geen meubels en kleren delen of daar een permanent ruilsysteem voor opzetten.” Wat betekenen al die ontwikkelingen nu voor de retail en voor het retailvastgoed? Zorgen ze ervoor dat retailers voorzichtigere expansiekeuzes maken? Klopt het dat in de stadscentra steeds meer sprake is van twee snelheden met onbetaalbare topwinkelstraten en leegstand in de aanloopstraten? Kan het kernversterkend beleid dat de overheid meer en meer probeert te voeren het succes van de winkels in de periferie nog afstoppen? En welke impact hebben mobiliteit en e-commerce nu echt op het winkelgedrag en op het winkelvastgoed? VOORZICHTIGER MET EXPANSIE? Het woord crisis wordt gemakkelijk in de mond genomen. Sommige bedrijfsleiders pleiten er zelfs voor om het uit onze woordenschat te bannen, omdat ondernemingen nu eenmaal permanent met veranderingen en uitdagingen te maken krijgen. Ook Franky Vanhee (Groep Vanhee) vindt dat er niet echt sprake is van crisis. “Er zijn toch signalen van beterschap. De lage energieprijs, de lage koers van de euro, de bijzonder lage rente en het feit dat er heel wat geld beschikbaar is, zouden toch de economische activiteit een duwtje in de rug moeten geven. Bovendien zijn er retailers die het goed doen, deze die altijd
een voorzichtig en verstandig expansiebeleid hebben gevoerd, inspelend op de noden van de markt.” Volgens Jean-Paul Sols (Vastned Retail) is het vooral belangrijk een onderscheid te maken tussen bestaande en nieuwe locaties. “Met expansie op bestaande locaties, gaat men volgens mij redelijk comfortabel om”, geeft hij aan. “Voor uitbreiding naar nieuwe locaties, merk ik inderdaad een wat grotere voorzichtigheid, maar die is eigenlijk niet onlogisch. De doorbraak van e-commerce zorgt ervoor dat retailers een énén-verhaal moeten volgen. Dat vergt ook investeringen in onder meer logistiek. Expansie wordt niet langer alleen uitgedrukt in toename van vierkante meters. De noodzaak om budgetten te spreiden, kan niet anders dan tot meer voorzichtigheid leiden.” Chris Vanderroost (Brico) wijst niet alleen op de invloed van de doorbraak van e-commerce maar ook op de impact van wat we gezien hebben na de fusie tussen Ahold en Delhaize, die ertoe leidde dat bepaalde winkels dicht moesten. “Op die manier wordt dus eigenlijk ook een rem op de expansie gezet”, legt hij uit. “Daarnaast mag ook de enorm administratieve molen van het vergunningsproces niet worden onderschat. Tussen de plannen om uit te breiden en verkrijgen van de nodige vergunningen verlopen al snel drie jaar. Het heeft ons niet belet om in 2015 zeven nieuwe vestigingen van Brico City te openen. Dat geeft alvast aan dat wij sterk in ons concept blijven geloven.”
NAAR EEN RETAIL MET TWEE SNELHEDEN? Uit recente verhalen van beginnende retailers hoorden we dat ze door de enorm hoge huurprijzen in een centrumstad als Gent eigenlijk niet anders kunnen dan uitwijken naar de omliggende gemeenten of naar buitenwijken van de stad. “Het klopt onmiskenbaar”, zegt Jean-Paul Sols, “dat we in de steden inderdaad een dubbel beeld krijgen. De zeer grote vraag naar toplocaties, waar nu eenmaal een enorme stroom van consumenten passeert, zorgt er voor heel hoge prijzen. Dat leidt enerzijds tot verhuizingen naar locaties buiten het stadscentrum en anderzijds soms tot winkelleegstand in de aanloopstraten. Het is aan de retailers om goed om te gaan met die nieuwe situatie. Sommigen slagen daar goed in, anderen wat minder.” Ook Franky Vanhee wijst op de kansen die deze situatie met zich brengt. “Dat de kernwinkelstraten in de steden duurder zijn, is altijd zo geweest. Toch denk ik dat er ook een toekomst is voor de aanloopstraten in grootsteden en winkelstraten in kleinere provinciesteden. De voorwaarde is natuurlijk dat de overheid zorgt voor een goede verkeerontwikkeling en nodige parkeerplaatsen, liefst gratis. Als dan ook enkele creatieve ondernemers in die straten een speciaalzaak beginnen met pakweg goede kaas, of “de beste vis” van de stad en enkele horecaondernemers daar een slim concept neerzetten, dan zal dat volk blijven aantrekken. Brugge is daarvan toch al jaren een mooi voorbeeld. De Steenstraat is er voor de meeste zelfstandige retailers onbetaalbaar geworden, maar de Smedenstraat is dat wel nog. Die is supergezellig, er zijn tal van speciaalzaken en gezellige tearooms en eetgelegenheden. En er is voldoende parkeergelegenheid op de parking van het Zand. Dat bewijst dat parallelstraten en aanloopstraten zeker niet dood moeten bloeden.” Chris Vanderroost is voor Brico minder geconfronteerd met de twee snelheden waartegen de retail zich in de stadscentra ontwikkelt, omdat zijn keten de topwinkelstraten niet viseert. “Ik merk wel dat grote steden daar toch beter mee kunnen omgaan dan kleinere provinciesteden. Ook in de aanloopstraten van de grote steden zijn er nog mogelijkheden voor retailers die mikken op een specifiek publiek en die dat uit de globale “volkstoeloop” kunnen halen.”
anderzijds wil hij dat op de manier doen die hem het beste uitkomt. Het is net als met offline en online. Hij wil kunnen profiteren van de voordelen die thuislevering hem bij e-commerce biedt, maar hij wil net zo goed ook nog naar de winkel kunnen gaan. Op dezelfde manier wil hij zowel in het stadscentrum als in de periferie zijn gading kunnen vinden.” Ook Franky Vanhee vindt dat de retail alleen maar baat kan hebben bij een goede samenwerking tussen alle actoren. “In alle economische sectoren zijn co-creatie en nieuwe vormen van samenwerken het nieuwe ordewoord”, legt hij uit. “Ik zie niet in waarom dat dan in de retail anders zou zijn. Als er goede afspraken komen tussen beleidsmensen, centrummanagers, UNIZO en alle andere spelers, dan hoeft de discussie over de bedreiging van het stadscentrum door de periferie niet langer. Ik pleit ervoor om gewoon aan hetzelfde zeel te trekken om de consument zo veel mogelijk op zijn wenken te bedienen, zodat hij kan shoppen zoals hij wil en dus ook zijn centen kan uitgeven zoals hij wil, zowel in winkels in het stadscentrum, als in winkels in retailparken en shoppingcentra als in de zogenaamde baanwinkels.” IMPACT MOBILITEIT EN E-COMMERCE? Hoe dan ook zijn e-commerce en mobiliteit volgens onze gesprekspartners belangrijke gegevens. “Als ik zie hoeveel kleren mijn kinderen al online kopen, dan is toch duidelijk dat de impact van e-commerce enorm belangrijk is”, zegt Jean-Paul Sols. “Voor de toekomst stel ik me
toch de vraag of de onlinespelers die bijzonder snelle gratis leveringen en het effect dat de retours op hun balans moeten hebben, financieel gezien zullen kunnen blijven volhouden. Voor de fysieke winkelpunten blijven er zeker mogelijkheden, onder meer ook als afhaalpunt.” De gangbare mening bij de meeste retailspecialisten is dat consumenten die producten vanuit hun luie zetel kunnen bestellen via hun smartphone, toch de moeite zullen blijven nemen om af en toe naar een fysieke winkel te gaan, als dagje uit of om een snelle aankoop te doen. “En uiteraard is mobiliteit daarbij van belang”, geeft Franky Vanhee aan. “Niet alleen voor de periferie maar ook voor de binnenstad. En op dat vlak maken de stadsbesturen het de consument toch allesbehalve gemakkelijk: wie vijf minuten te laat bij zijn auto aankomt, kan makkelijk een boete krijgen van 25 of zelfs 50 euro. Dat stemt toch tot nadenken.” Ook Chris Vanderroost wijst op het belang van de bereikbaarheid en de verantwoordelijkheid die de overheid daarin draagt. “Winkels moeten niet alleen in de week, maar ook in het weekend goed bereikbaar zijn en omgekeerd”, zegt hij. “Parkeergelegenheid is van cruciaal belang en daar zal in de toekomst door alle stakeholders goed moeten worden over nagedacht. Maar ik ben ervan overtuigd dat retailers creatief genoeg zijn om, zoals ze al altijd hebben gedaan, ook met de huidige uitdagingen goed om te gaan.” Geert Degrande
PERIFERIE TEGEN BINNENSTAD? Volgens Jean-Paul Sols wordt in de gesprekken over retail in de periferie en in de binnenstad nog altijd veel te veel gedaan of dat elkaars grootste vijanden zijn. “In sommige gevallen kan retail in de periferie, om een groot woord te gebruiken, misschien een bedreiging vormen voor retail in de binnenstad, maar met een verstandige aanpak kunnen ze elkaar juist ook heel goed versterken. Het is natuurlijk zo dat een consument zijn euro maar één keer kan uitgeven, maar
RETAILUPDATE I
17
DOSSIER WINKELVASTGOED
Vier Vlaamse steden over hun centrummanagement
“Actieplannen voor de binnenstad” De fysieke winkelstraten hebben het vandaag vaak hard te verduren. De onophoudende opmars van e-commerce laat zijn sporen na. Bovendien kiest de consument meer en meer voor grote steden en winkels in de periferie. Het resultaat? Oplopende leegstand en dalende passage. Om die malaise tegen te gaan en hun stadshart bruisend te maken, hebben Genk, Deinze, Mechelen en Ieper stevige actieplannen ontwikkeld. En die werpen ondertussen hun eerste vruchten af...
Iedereen Donderdagt, een goed gesmaakt centrumevenement in Genk.
ZO DOET GENK HET SAMEN MET DE ONDERNEMERS “Onze winkelstraten staan voor heel wat nieuwe uitdagingen”, begint Lotte Trippaers, schepen van Economie van de stad Genk. “Toch ben ik ervan overtuigd dat het potentieel van die straten altijd zal blijven bestaan. Het belang van online neemt wel toe, maar ik ben er zeker van dat de klant naar de fysieke winkel zal blijven gaan. Het is echter wel belangrijk dat we als stad samen met de ondernemers de uitdagingen als opportuniteiten benaderen en er actief op inspelen. Dat doen we enerzijds via ons kernversterkend beleid. Om het stadscentrum van Genk aantrekkelijk te houden, trachten we via socio-economische vergunningen, stedenbouwkundige verordeningen… ervoor te zorgen dat er geen kernverstorende ontwikkelingen plaatsvinden. Anderzijds werken we ook aan een goed evenwicht en complementariteit in aanbod tussen de handel in het kernwinkelgebied en die op perifere locaties.” SMART RETAIL CITY “Voor Genk is het erg belangrijk om als stad samen met de ondernemers te werken aan de handelskern van de toekomst. Zowel het handelsgebied als de individuele handelszaak spelen hier immers een belangrijke rol in. Inzetten op het nieuwe winkelen – waarvan e-commerce een belangrijk element vormt – is voor ons cruciaal. Om de lokale handelaars te confronteren én te inspireren, organiseerden we vorig jaar een inspiratiemoment rond dat thema. Een vervolg hierop is Smart Retail City, een project dat financiële ondersteuning krijgt van EFRO, Vlaanderen en de provincie Limburg.” IDENTITEITSONTWIKKELING “Met Smart Retail City zetten we in op diverse pijlers. Ik denk bijvoorbeeld aan een onderscheidende identiteitsontwikkeling, een element dat we al succesvol hebben toegepast in de bovenlokale handelsstraat, de Vennestraat. Deze straat werd omgevormd als ‘Straat van de Zintuigen’
18
I RETAILUPDATE
met quasi geen leegstand tot gevolg: het aantal leegstaande panden daalde er van 26 naar 3. De Stalenstraat is nu aan de beurt, en Shopping 2 in het centrum krijgt binnenkort een ruimtelijk-economische studie met bijzondere aandacht voor realiseerbaarheid.” HET NIEUWE WINKELEN Andere pijler in het Smart Retail City-programma van Genk is het nieuwe winkelen. “Als vervolg op het inspiratiemoment van vorig jaar voorzien we nu een masterclass waarin ondernemers zich nog meer in de materie kunnen verdiepen. En dit toegepast op hun eigen zaak en de stadsomgeving. Daarnaast werken we een producten- en dienstenaanbod uit dat we aan de Genkse handelaars zullen aanbieden. Zo kunnen ook kleinere handelaars perfect op beleving en het nieuwe winkelen inspelen. Tot slot zullen we de Genkse handelsstraten digitaliseren via een digitaal platform.” ONTWIKKELEN & AANTREKKEN “Met Smart Retail City willen we ook nieuwe vormen van stadskerneconomie ontwikkelen en nieuwe retailformules aantrekken. Daarvoor zetten we actief in op het aantrekken van ambachtelijke ateliers met een verkoop- of horecafunctie. We willen ook een stadsfabriekje uitbouwen, waar designers samen met werkmeesters en jongeren kunnen werken aan projecten en opdrachten die relevant zijn voor de stadsomgeving. Ze zullen met andere woorden zelf ingrepen in de publieke ruimte van de stad realiseren. Zo streven we verder naar een onderscheidende stadsomgeving. Uiteraard zijn er nog tal van initiatieven die we nemen om de Genkse handelsomgeving te ondersteunen, gaande van subsidies voor renovatiewerken over pop-up projecten tot een actief winkelstraatmanagement. We zijn er dan ook van overtuigd dat al onze inspanningen een positieve impact hebben op het centrum en de andere handelsstraten in Genk”, aldus nog Lotte Trippaers. >> www.genk.be
DRIE BELANGRIJKE PIJLERS “Het centrummanagement van Deinze steunt op drie belangrijke pijlers. Ten eerste is er de professionele ondersteuning en versterking van marketing en promotie. Denk maar aan acties ter ondersteuning van belangrijke koopperiodes zoals het eindejaar, Valentijn, Moederdag, Pasen, de koopjesperiodes… en campagnes via media, straatanimatie… Ten tweede willen we Deinze ook als merknaam profileren voor het winkelgebeuren via een eigen huisstijl, evenementen, een kwaliteitsvolle website… En tot slot focussen we op het aantrekken van nieuwe winkels en het ondersteunen van de bestaande.”
Een winkel met thee, kledij én allerlei leuks voor het interieur in de Tolpoortstraat.
ZO PAKT DEINZE HET AAN DEINZE, WINKELSTAD AAN DE LEIE VZW “De dag van vandaag volstaat het niet meer om simpelweg goederen in te kopen en je winkel ‘open’ te zetten van 10 tot 18u. Je moet als winkelier echt inspelen op de veranderende omgeving”, steekt Herman Janssens van wal. “In Deinze is er daarom een vzw opgericht die het aantrekkelijk maken en houden van het winkelcentrum als doel heeft. In die vzw Deinze, winkelstad aan de Leie zitten per hoofdwinkelstraat een onderneemster/er, een vertegenwoordiger van Unizo, de verantwoordelijke ambtenaar van het stadsbestuur, de verantwoordelijke schepen en de burgemeester. Ikzelf ben sinds 1 februari van dit jaar op freelance basis in parttime dienst van de vzw. Als centrummanager fungeer ik als vertrouwenspersoon voor alle betrokken partijen. Samen trekken we aan één en hetzelfde zeel ten gunste van de binnenstedelijke kern en maken we werk van de profilering en verfraaiing van Deinze als winkelstad, het aantrekken van nieuwe bezoekers en het in de watten leggen van bestaande klanten.”
AANPAK DIE VRUCHTEN AFWERPT “Wat de derde pijler betreft, willen we met de vzw in de eerste plaats nieuwe zaken aantrekken naar de Tolpoortstraat (en bij uitbreiding de Markt) zodat dit winkelgebied – dat trouwens langer is dan de Meir – verdicht. Vanuit het centrummanagement steunen we starters met onze kennis en ervaring in retail, met een peterschapsproject en met bijstand tijdens de onderhandelingen met immo-eigenaars. En vanuit de stad zal er ook een subsidie komen voor wie in de Tolpoortstraat wil starten. Leuke plus is dat net op dit moment verschillende jonge mensen beslist hebben om met een winkel van start te gaan. Na amper één maand hadden we al twee starters: twee onderneemsters die voorheen exclusief online werkten vestigen zich nu ook offline in Deinze. Uiteraard zijn dit niet ‘onze’ starters. Het zijn de dames zelf die alle aandacht verdienen voor hun ondernemerschap.” GOUDMIJN AAN MOGELIJKE ACTIES “Onze winkelstraten evolueren voortdurend. We krijgen dus ook in Deinze een stukje een ander retailbeeld te zien. Zo ontstaan er bijvoorbeeld steeds meer gemengde formules waarbij winkeliers één bepaalde doelgroep met verschillende producten willen aanspreken. Onder meer in de Tolpoortstraat is er een winkel waar een bepaald type damesklant thee kan kopen, maar ook kledij én allerlei leuks voor haar interieur. Kortom, differentiatie is de boodschap. Het commercieel-strategisch plan dat studiebureaus WES en MOB hebben opgemaakt voor Deinze bevat volgens mij een goudmijn aan mogelijke acties om dynamiek te creëren op korte en middellange termijn. Ik geloof rotsvast dat winkels en horecazaken met passie voor hun product en voor menselijk contact een toekomst hebben. En als ze dan nog het internet omarmen in plaats van het als de vijand te zien, zou dat helemaal super zijn. Zo zit er zeker nog een schat aan potentieel bij elk van de Deinse handelszaken”, besluit Herman Janssens. >> www.deinze.be
Mechelen werd door The Financial Times uitgeroepen als een van de kleinere Europese steden van de toekomst.
DIT DOET MECHELEN UITGAAN VAN EIGEN TROEVEN “Om als winkelstad aantrekkelijk te blijven, zetten wij in op ‘belevingswinkelen’ en gaan we uit van onze eigen troeven. Mechelen is een compacte, veelzijdige winkelstad waar de totaalbeleving goed zit. Een bruisende stad ook, en daar kan geen webshop, shoppingcomplex of baanwinkel tegen op”, stelt Thomas Rottiers, centrummanager van de Stad Mechelen. “We zijn ervan overtuigd dat e-commerce de fysieke winkels niet uit de markt gaat spelen. Maar handelaars moeten wel openstaan voor de evolutie van e-commerce en zorgen dat ze de trein niet missen. We zullen onze handelaars dan ook ondersteunen om te investeren in een multichannel aanpak.” “Daarnaast heeft de stad de laatste jaren heel wat inspanningen gedaan om de retail te versterken. Om deze inspanningen door te trekken, zal Mechelen zich de komende maanden aan retailers blijven voorstellen. Zo zal de stad eind mei met een eigen stand aanwezig zijn op de Realty-beurs in Brussel, en op 27 oktober wordt de retailsector uitgenodigd voor een Mechelse retailtour. Tijdens dit evenement zullen we onze retailvisie toelichten en tijdens een wandeling zullen we de economische opportuniteiten van de stad presenteren”, stelt Katleen Den Roover, schepen economie van de Stad Mechelen.
GECONCENTREERD AANBOD “Shoppen groeit meer en meer uit tot een vorm van ontspanning. Bijgevolg denken bezoekers meer na over wat een stad allemaal te bieden heeft. Het is dus belangrijk dat het winkelaanbod geconcentreerd blijft en niet verder versnippert. Vanuit de stad moeten er dan ook juiste keuzes gemaakt worden zodat ze zich kan aanpassen aan de dynamische retailwereld. Om deze reRETAILUPDATE I
19
den zijn we in Mechelen afgestapt van het idee om de winkelas van de Bruul te verlengen met de Consciencestraat. We willen vandaag 200 procent inzetten op onze bestaande kernwinkeldriehoek. Daarnaast blijft het een uitdaging om ook bezoekers voor een snel bezoek aan te trekken. Hiervoor zijn we gestart met het invoeren van kortparkeerplaatsen en zetten we ook verder in op de ECOkoeriers. Dankzij die ECOkoeriers kan je je aankopen in de winkel gewoon achterlaten zodat je handenvrij verder van de stad kan genieten. Later die dag brengt een fietskoerier jouw aankopen dan gebundeld bij je thuis.” AANGENAME WINKELOMGEVING “Fraaie straten en pleinen zorgen voor een aangename winkelomgeving en sporen ook de handelaars aan om werk te maken van mooie winkels. Investeren in het openbaar domein is dus een must. Het zal niemand ontgaan zijn dat de Botermarkt, Bruul en Vijfhoek werden aangelegd en dat een groot deel van de binnenstad autoluw is. Tussen de winkels voorzien we voldoende rustpunten, zoals de nieuwe Vijfhoek en de nieuwe Sinte-Mettetuin. Deze groene parel in het hart van de winkeldriehoek opent deze lente en is ideaal om tussen het winkelen door even te verpozen. Om Mechelen als Winkelstad aantrekkelijker te maken, investeren we ook in allerhande evenementen en in de bereikbaarheid van de stad. Zo creëren we de komende jaren 3.000 nieuwe parkeerplaatsen en in het voorjaar van 2017 opent de nieuwe Bruul-parking met een capaciteit van 350 plaatsen. En laten we ook zeker de gratis shopping shuttles niet vergeten, pendelbusjes die elke zaterdag en koopzondag shoppers gratis overen-weer vervoeren tussen de gratis randparking en het winkelcentrum. Tot slot blijven we actief nieuwe winkels en ketens aantrekken. Met het project MEST werken we de leegstand weg en geven we jonge starters de kans om hun ondernemersidee te testen in de vorm van pop-up stores.” EUROPESE STAD VAN DE TOEKOMST Al deze inspanningen werpen ondertussen hun vruchten af. “We zien een duidelijke stijging in het aantal passanten. In januari 2016 werden er bijvoorbeeld 527.708 passanten in de Mechelse Bruul geregistreerd. Dat is zowat 40 procent meer dan in dezelfde maand vorig jaar. De mensen weten de vernieuwing en het diverse winkelaanbod dus duidelijk te appreciëren. In de Bruul zijn er ook vier nieuwe kledingszaken bijgekomen in panden die begin dit jaar nog leegstonden. En last but not least werd Mechelen onlangs door The Financial Times uitgeroepen als één van de kleinere Europese steden van de toekomst. Deze titel is een erkenning voor het gevoerde beleid van de voorbije jaren. En uiteraard staat onze stad nu nog nadrukkelijker te knipperen op de internationale radar als ideale locatie voor investeerders”, aldus nog Thomas Rottiers. >> www.mechelen.be
20
I RETAILUPDATE
ZO WERKT IEPER GEZONDE MIX Ieper beschikt over een compacte winkelkern met een 300-tal handels- en horecazaken. “Het gaat om een goede en gezonde mix van ketenwinkels, lokale zelfstandigen en speciaalzaken waardoor het eigen karakter van de stad behouden blijft”, beklemtoont Jan Guillemont, deskundige lokale economie van de stad Ieper. “De meeste panden zijn echter klein, het resultaat van de historische wederopbouw van de stad na de Eerste Wereldoorlog. In het verleden werden aan de stadsrand dan ook twee zones voorzien voor baanwinkels. Die zones zijn momenteel volzet, maar het stadsbestuur kiest bewust niet voor een derde locatie in de periferie.”
In het centrum van Ieper is de leegstand momenteel beperkt.
BEPERKTE LEEGSTAND “Overal in Vlaanderen stellen we vast dat het aantal winkels daalt en dat de winkelstraten inkrimpen. Intussen zien we ook in ons afgebakend kernwinkelgebied de eerste winkeliers op pensioenleeftijd die hun zaak stopzetten en hun winkelpand omvormen tot een woning. Gelukkig valt de leegstand in het centrum van Ieper met ongeveer vijf procent nog heel goed mee. De leegstand is voorlopig niet storend, en biedt toch genoeg ruimte voor starters. We hebben trouwens al een paar projecten rond leegstand georganiseerd, waarbij bepaalde panden in de kijker werden gezet. Het is onze bedoeling om hier verder in te gaan en actief te prospecteren.” IEPERSE KADOCHEQUES “Enkele jaren geleden introduceerde het Centrummanagement de Ieperse Kadocheques, waar elke handelaar uit groot-Ieper aan kan deelnemen. Jaarlijks merken we dat het aantal participerende winkels stijgt en dat de verkoop van de cheques blijft groeien, uiteraard met een piek in de eindejaarsperiode. Verder wordt er ook werk gemaakt van de versterking en modernisering van enkele commerciële evenementen om nog meer bezoekers naar Ieper te lokken. En met de ondersteuning van Hogeschool Vives werken we aan een update van de detailhandelsstudie van enkele jaren geleden.” TIENPUNTENPLAN “Recent organiseerde de vzw Centrummanagement Ieper sessies per winkelstraat om te luisteren naar de aandachtspunten van de winkeliers. Op basis daarvan is een tienpuntenplan opgemaakt dat zal worden voorgesteld op de algemene vergadering. Het plan wordt momenteel afgetoetst op haalbaarheid met de stad. Heel wat zaken zullen immers samen met de stad moeten worden uitgevoerd. We willen de primeur voor het tienpuntenplan voorbehouden voor onze leden van de vzw, maar het spreekt voor zich dat een deel van de Ieperse aandachtspunten zich – net als in andere steden – situeren op het vlak van een aantrekkelijke herinrichting van het openbaar domein, het aanpakken van de leegstand en mobiliteit”, rondt Jan Guillemont af. >> www.ieper.be An De Maere
DOSSIER WINKELVASTGOED
Vier vastgoedspecialisten over winkelleegstand
“Verschuivingen in de markt” Als je de winkelleegstandscijfers bekijkt, word je er even stil van. Er staan heel wat winkelpanden leeg. Sommige liggen er troosteloos verlaten bij. RetailUpdate polste bij enkele specialisten in commercieel vastgoed hoe zij de markt ervaren. Uit die rondvraag blijkt dat de cijfers en oorzaken enige nuancering vragen.
ONZE GESPREKSPARTNERS b Axel Ceusters commercieel manager Group Hugo Ceusters-SCMS >> www.ceusters.be b André Mailleux head of retail Group Hugo Ceusters-SCMS >> www.ceusters.be b Eric Van Dyck Chief Investment Officer Redevco (retail vastgoedeigenaar) >> www.redevco.com b Evelien Van Hoecke Partner Cushman & Wakefield (Head of Retail Vlaanderen) >> www.cushmanwakefield.be RetailUpdate: Hoe moeten we de winkelleegstand interpreteren? Axel Ceusters: “Op die winkelleegstandcijfers moet een correctie toegepast worden. Wat verstaat men precies onder een ‘winkel’? In die cijfers zijn nog heel wat oude panden opgenomen die zich vandaag eigenlijk niet meer lenen tot winkelruimte.” Evelien Van Hoecke: “Lange tijd is de schaalvergroting in de detailhandel de motor geweest in retail. De leegstand situeert zich voornamelijk bij panden met een geringe oppervlakte. Je merkt ook regionale verschillen: het toenemend onderscheid tussen grote steden versus middelgrote/kleine steden waar meer leegstand is. De minst kwalitatieve panden blijven langer in de markt. Je mag ook niet vergeten dat de afgelopen jaren het aantal m2 winkeloppervlakte aanzienlijk is toegenomen vooral door nieuwe perifere ontwikkelingen.” André Mailleux: “Leegstand is er altijd geweest. Maar ik zou de situatie niet alarmerend noemen. Er zijn wel verschuivingen in de markt. Secundaire of tertiaire winkelstraten werden
slechts gedeeltelijk in gebruik genomen door winkels. Daar is nu een hoge graad van leegstand. Maar als je in belangrijke winkelstraten rondloopt, kun je niet stellen dat daar 10% leegstand is. Maximum één procent. Veralgemenen kun je gewoon niet.” Eric Van Dyck: “In België is er in totaal 18 miljoen vierkante meter retail. Slechts 4 miljoen daarvan komt in aanmerking voor de professionele investeerders en winkelketens. Die zijn verdeeld over hoofdwinkelstraten, retailparken (baanwinkels) en shopping centers. In retailparken is vandaag zo goed als geen leegstand omdat daar de ratio huur/omzet de laagste is en de stijging de laatste decennia ook meer geleidelijk aan gebeurd is. In de hoofdwinkelstraten van de top tien-steden is de leegstand ook redelijk beperkt. Het zijn de middelgrote en kleine steden die het vandaag lastig hebben en waar zich op de secundaire en tertiaire locaties de grootste leegstand bevindt. Algemeen genomen kan men stellen dat er vandaag voldoende winkeloppervlakte in de markt is. Elke nieuwe locatie doet ergens anders pijn. Het is dus eerder een
kwestie van het bestaande te verbeteren en te optimaliseren en niet van ongebreideld nieuwe locaties te blijven toevoegen.” Heeft het traditionele winkelpand afgedaan? Axel Ceusters: “Als de consument winkelen gaat, verwacht hij een hoog gehalte belevenis en verkiest hij de grote winkelcentra waar hij een uitgebreid aanbod vindt. Daarvoor is hij best bereid wat afstand af te leggen.” André Mailleux: “Tijd is schaars. Om die reden wil de klant zijn tijd op een zo kwalitatief mogelijke manier spenderen. Shoppen wordt niet langer louter functioneel bekeken; het is een vrijetijdsbesteding. Op zaterdag ga je overdag winkelen, daarna iets eten en ’s avonds naar de film of het theater. Kleinere steden kunnen minder goed op die verwachtingen inspelen.” Evelien Van Hoecke: “Daar ben ik het mee eens. De consument shopt waar hij het volledig aanbod aan merken en branches heeft. Dat verklaart meteen waarom grote steden zoals Antwerpen, Brussel, Gent, Brugge, Hasselt en Luik nog steeds groeisteden zijn waar nieuwe RETAILUPDATE I
21
“In minder goede liggingen zie je de opkomst van tweedehandswinkels en repair shops”
“De consument shopt waar hij het volledig aanbod aan merken en branches heeft”
AXEL CEUSTERS, GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS
EVELIEN VAN HOECKE, CUSHMAN & WAKEFIELD
winkelformules openen. Denk maar aan Primark in Gent, Marks & Spencer in Brussel en H&M Home in Antwerpen. Kleinere winkelgebieden hebben het moeilijk om een recreatief winkelpubliek aan te trekken. Voor de shoppingcentra is het een uitdaging om blijvend het verschil te maken met grote metropolen door hun winkelcentra up-to-date te houden, door een uniek winkelkader te creëren met de laatste technologische uitrustingen zoals wifi, internetcommunicatie en daarnaast een steeds variërend winkelaanbod.” Eric Van Dyck: “Het traditionele winkelpand heeft absoluut niet afgedaan. Maar zoals ik al zei, zijn het de grote steden die de mix van functies (winkelen-wonen-werken-cultuur-architectuur) kunnen aanbieden en als winnaar uit de bus zullen komen. Daarom geloof ik nog het meest in de binnenstad op de lange termijn. Voor het functionele winkelen of convenience shopping zijn de retailparken het best geplaatst, het liefst met de aanwezigheid van een food retailer.”
meer versnipperd ondanks het verminderd aanbod van winkels. Vaak is er een spanningsveld tussen de verwachtingen van verhuurders en huurders, waardoor onderhandelingen meer tijd in beslag nemen en het pand intussen leeg komt te staan als de vorige huurder heeft opgezegd. Een leegstaand pand kan impact hebben op het straatbeeld. Leegstand is besmettelijk.” Eric Van Dyck: “Net zoals de groei van een bepaald gebied niet op één-twee-drie gebeurt zal het wegwerken van leegstand helaas ook enige tijd in beslag nemen. Het is hier al gezegd, sommige eigenaars zijn hardleers en beseffen niet of te traag dat de prijs op hun locatie gezakt is en passen zich niet snel genoeg aan. Ook het bijbouwen van grote nieuwe projecten zoals Uplace en Neo in een zo goed als verzadigde markt zal niet onopgemerkt voorbij gaan en elders leegstand creëren.”
Zien jullie nog andere oorzaken voor de leegstand? André Mailleux: “De eigenaars van winkelpanden op grote winkelassen willen allemaal de hoogste prijs. Met als gevolg dat die straten op een bepaald moment met alleen maar modemerken zijn gevuld. Die kunnen de hoge prijzen nog aan, maar voor jonge starters is dat niet mogelijk. En dan krijg je eentonigheid in de winkelstraten. Een systeem waar slechts weinig vernieuwing inzit. Diversiteit is absoluut noodzakelijk. Waar het volk komt, komen dan ook de grote winkelketens. Zo ontstaan om de zoveel tijd nieuwe wijken die qua retail interessant worden en vindt een markt zijn evenwicht zelf terug.” Kijk naar Namen, de omgeving van la Rue des Brasseurs. 30 jaar geleden was dat een verloederde buurt en nu herleeft die helemaal. Of in Antwerpen, de as Korte Gasthuisstraat – Schrijnwerkersstraat met heel wat niet-textiel zaken getrokken door bakkerij Goossens, viswinkel Van Bladel en tearoom-take out Désiré de Lille.” Evelien Van Hoecke: “Algemeen kan men stellen dat de omzetten van de winkeliers onder druk staan. De consument kan immers 24/7 winkelen waar hij maar wil. De bestedingen zijn
22
I RETAILUPDATE
Evelien Van Hoecke: “Ik vind dat men met het fenomeen van pop-up stores voorzichtig moet omspringen. Pop-up stores brengen niets structureel bij en kunnen zelfs schadelijk zijn voor de huurders die op lange termijn investeren in hun winkelpand en hiervoor de volle huurprijs betalen. De pop-up stores mogen niet te veel in het vaarwater komen van de ‘vaste’ winkeliers en moeten zich onderscheiden door een uniek aanbod.” Eric Van Dyck: “Pop-up stores zou ik niet direct op een structurele manier in verband brengen met de oplossing voor leegstand. Hoewel ze hier en daar een tijdelijke oplossing kunnen bieden. Ik vind het wel een leuke formule om jonge creatieve mensen de kans te geven hun ding te doen en nieuwe formats uit te testen. In de UK heb je zelfs mini shopping centertjes die alleen uit pop-up stores bestaan (Box Park in Shoreditch, London) en zo een impuls aan een nieuwe wijk geven. De winkelruimte daar kun je per maand huren.”
Zijn pop-up stores remediërende oplossingen? Axel Ceusters: “Pop-ups kunnen jonge ondernemers zuurstof geven. Ondersteuning in het winkelaanbod moet aangemoedigd worden. Kortrijk en Mechelen hebben op dat vlak lovenswaardige initiatieven genomen. De tijdelijke winkel kan een testcase zijn om huur te bestendigen.”
Hoe zien jullie het winkelaanbod evolueren? Axel Ceusters: “In tertiaire steden en gemeenten zal de retail op termijn evolueren naar wat je buurtwinkels zou kunnen noemen, zoals een bakker, een slager en een lokale supermarkt. In minder goede liggingen zie je de opkomst van tweedehandswinkels, repair shops zoals een fietsenmaker en een schoenmaker, tuincentra, enz. Shoppingcentra kunnen een gevarieerd winkelaanbod brengen. Een shoppingcentrumeigenaar heeft een langetermijnvisie. Hij weet dat hij geen 100% textielinvulling moet geven. Het horeca-aanbod wordt alsmaar belangrijker, hoewel horeca-uitbaters maar een fractie van de huurprijzen kunnen betalen. Vroeger nam de horeca 7%, misschien 10%, soms 12% van de totale beschikbare ruimte in. Nu gaan we naar 16%.” Evelien Van Hoecke: “Het kaf zal van het koren worden gescheiden. Men zal er moeten rekening mee houden dat bepaalde winkelstraten, aanloopstraten in kleinere steden bv, in het meest extreme geval zullen verdwijnen en men over een herbestemming zal moeten nadenken. Niet-kwalitatieve panden, zowel perifeer
“Diversiteit is absoluut noodzakelijk”
“Elke nieuwe locatie doet ergens anders pijn”
ANDRÉ MAILLEUX, GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS
ERIC VAN DYCK, REDEVCO
DOSSIER WINKELVASTGOED manier zijn om meer mensen naar de winkels te brengen.” Eric Van Dyck: “Als eigenaar ervaren wij dit niet als nefast, maar het heeft wel een invloed op de locaties waar wij naar kijken om aan te kopen. Het heeft eveneens een invloed op de keuze van huurders waar we mee willen werken. Een huurder zonder internetstrategie is op termijn ten dode opgeschreven. Het wordt niet of/of maar en/ en.”
In shoppingcentra wordt het horeca-aanbod alsmaar belangrijker.
als binnenstedelijk, zullen langer leeg blijven staan. Vandaar het belang van een actief beheer van de verhuurder om hierop te anticiperen! Hij moet de noden van de huurder opvolgen of beter nog erop anticiperen om zo te streven naar een win-win situatie voor beide partijen. Ketenbedrijven willen niet noodzakelijk overal winkels openen, maar in hoofdzaak nog op de absolute toplocaties in de grootste steden en winkelcentra. Deze verminderde vraag naar bepaalde locaties heeft een impact op het aanbod.” Eric Van Dyck: “Uiteindelijk heeft de markt altijd gelijk. Als een locatie niet meer relevant is, is ze gedoemd te verdwijnen. Dat gaat niet snel, maar het gebeurt wel. Het maakt niet uit of dat nu binnenstedelijk, perifeer of een shopping center is. Dat is nu eenmaal het marktmechanisme. De slinger van de verhuurmarkt gaat al heel lang op en neer, maar nu heb je een bijkomende factor: e-commerce. En die zal ook een deel van de koek opeisen, hoewel ik ervan overtuigd ben dat dit fenomeen de koek ook heeft doen groeien.”
Ervaren jullie de toenemende bestedingen via internet als nefast voor de verhuur? Evelien Van Hoecke: “De impact van het internetwinkelen op het aantal winkel m² is tot op heden niet zo groot als men denkt. De toenemende online verkoop heeft wel de rol van de winkel veranderd. De fysieke winkel dient meer en meer als het tastbaar contactpunt, de showroom, tussen het merk en de consument. Daarom worden winkels met een bijzondere uitstraling ter ondersteuning en uitstraling van het merk alsmaar belangrijker. Winkeliers worden dan ook kieskeuriger als ze naar winkelpanden kijken.” André Mailleux: “Kopen op internet doet bijna twee derde van de Belgen. Maar het volume blijft beperkt, en stijgt niet (bron: Comeos 2014, red.). Er zijn voordelen gebonden aan een fysieke winkel, die men niet vindt op internet: vooral de mogelijkheid om de producten te zien, aan te raken, eventueel te testen, onmiddellijk mee te nemen. Clicks en bricks moeten en kunnen complementair zijn. Internet is een uitdaging voor eigenaars en handelaars, maar kan ook een
Is er een rol voor de overheid weggelegd om leegstand tegen te gaan? André Mailleux: “Zeer zeker. Een stad moet duidelijk zijn in zijn kernwinkelbeleid: aangeven waar het kloppend hart van de stad is om een wildgroei aan winkels te voorkomen. Je kiest beter voor een compact, goedgevuld en beloopbaar gebied dat zijn aantrekkelijkheid kan behouden. Zo vermijd je dat er zeven winkelstraten zijn die je uiteindelijk toch niet gevuld krijgt. Een uitgesproken visie is nog belangrijker in B-steden dan in A-steden. Het kernwinkelgebied moet bereikbaar zijn met de fiets, de bus of de tram. Maar waarom de auto bannen als we over een aantal jaren toch elektrisch rijden? Laat ons ondergrondse parkeergarages bouwen met een goed parkeersysteem.” Evelien Van Hoecke: “Inderdaad. Mensen gaan niet op een buitenparking parkeren om dan met de fiets of tram naar het centrum te gaan. De consument is een ‘comfortbeestje’. Een aantal basisvoorwaarden voor het winkelen moeten voor de consument vervuld zijn: gevarieerd aanbod, vlot parkeren, goede mobiliteit, profilering, netheid en veiligheid. En dat geldt voor elk type winkelgebied. Of het nu in de periferie, in shoppingcentra of in stadskernen is. Er is veel te doen geweest om de leegstandstaksen, maar die zullen de verhuurbaarheid van een pand niet verhogen. Steden en gemeenten voeren nog te veel een solistisch beleid. Het is ‘ieder voor zich, de markt voor ons allen’. Vaak ontbreekt het aan regionale afstemming en algemeen belang. Ik geloof ook niet in opstartpremies en dergelijke. Men zou die middelen beter aanwenden om aan de basisvoorwaarden voor een gezond kernwinkelgebied te bouwen. Dat beantwoordt aan het breder belang. Citymarketing om een stad in de kijker te zetten heeft geen zin als er fundamenteel geen aantrekkingspunten zijn. De consument laat zich maar één keer vangen.” Eric Van Dyck: “Absoluut! Steden en gemeenten moeten ervoor zorgen dat hun handelskernen vlot bereikbaar zijn. Dit kan op verschillende manieren, en ja, ook met de wagen. Winkelwandelgebieden zijn prima voor zover je tot dichtbij op een vlotte manier met de auto kunt komen én parkeren. In Lier is men volledig verkeerd omgesprongen met parkeren wat een enorme leegstand tot gevolg heeft. Ook Kortrijk heeft daar jaren last van gehad. Gent moet daarmee oppassen. Constant wordt de verkeersituatie gewijzigd, voortdurend liggen er straten open en er is te weinig parkeergelegenheid in het centrum. Eens een consument een andere bestemming heeft gekozen is het moeilijk om hem weer terug te halen.” Edith Vervliet RETAILUPDATE I
23
DOSSIER WINKELVASTGOED
Realty 2016 vindt plaats op de site van Tour & Taxis in Brussel op dinsdag 24 mei, woensdag 25 mei en donderdag 26 mei. Tickets voor de drie beursdagen kosten online vanaf 275 euro en op de site zelf 450 euro. Meer informatie via de website >> www.realty-brussels.com
Gregory Olszewski, head of event Realty
“Retailer bepalend voor vastgoedevoluties” Tour & Taxis vormt van 24 tot en met 26 mei voor de achtste keer het epicentrum van Realty. De toonaangevende professionele vastgoedbeurs maakt zich op om straks opnieuw circa 6500 bezoekers te ontvangen, die vol interesse hun licht zullen opsteken bij 120 standhouders. Medeoprichter Gregory Olszewski (Easyfairs) is opnieuw van de partij. “Een thematische aanpak per dag maakt het mogelijk om nog specifieker te werken.”
Ook thematisch kiest u dit jaar voor een andere beurslay-out?
U bent al sinds de opstart nauw betrokken bij Realty. Welke evolutie hebt u dit evenement zien doormaken?
“Eerst en vooral, is Tour & Taxis een site waar heel wat vastgoedontwikkelingen gebeuren, zowel qua reconversie van bestaande gebouwen als qua nieuwe realisaties. Op die manier geeft het de markt een perfect beeld van wat op vastgoedgebied zoal mogelijk is. Secundo, is het een relatief vlot bereikbare locatie, waar we bovendien met ons evenement de hele site kunnen inpalmen. Binnen een groter beurscomplex zouden we misschien maar één van de vele events zijn, terwijl we hier onze identiteit voluit kunnen bekrachtigen, wat voor extra weerklank zorgt.”
Gregory Olszewski: “Toen wij er in 2009 mee begonnen zijn, gebeurde dat in moeilijke omstandigheden. Door de financieel-economische crisis stond ook de vastgoedmarkt onder druk. Bovendien stond de markt vrij sceptisch tegenover dit nieuwe initiatief, herhaaldelijk werden we geconfronteerd met de vraag of ons evenement wel nodig was. Toch zijn we erin geslaagd om onze aanvankelijk vrij kleinschalige organisatie te laten uitgroeien tot een evenement dat vandaag het predikaat ‘incontournable’ verdient: niemand twijfelt vandaag nog aan de relevantie van onze beurs, we hebben onze plaats in de vastgoedsector echt wel veroverd.”
Aan welk thema hecht u dit jaar veel belang?
“We zetten voor het eerst sterk in op ‘smart cities’. Daarom hebben we heel wat gemeenten en steden uitgenodigd om gezamenlijk het debat te voeren over toekomstige ontwikkelingen. Dat is essentieel in een tijdperk waarin het zwaartepunt van de beslissingen over nieuwe vastgoedprojecten steeds meer bij de lokale overheden ligt. Zij krijgen bij ons een geschikt forum om te praten met ontwikkelaars, investeerders, enzovoort. Akkoord, het heeft wel enige tijd geduurd voor wij de interesse vanuit die markt konden opwekken, maar vandaag beschouwen veel mensen onze organisatie als de ideale plek om in een ongedwongen sfeer nieuwe initiatieven te laten ontkiemen. Soms worden op Realty de eerste contacten gelegd, in bepaalde gevallen fungeren wij ook als het platform waarop projecten worden afgerond.”
Welke praktische veranderingen ondergaat de beurs dit jaar?
“Bezoekers zullen ons evenement comfortabeler kunnen bijwonen: dit jaar beschikken we namelijk over drie hallen, terwijl we er vroeger maar twee hadden. Op die manier kunnen we de standhouders meer ruimte bieden, maar kunnen we ook ruimere wandelgangen voorzien, waardoor de doorstroming vlotter zal verlopen en we bepaalde knelpunten beter kunnen ontlasten.”
24
I RETAILUPDATE
“We opteren dit jaar inderdaad voor het eerst om iedere dag een specifiek thema te belichten. Op dag één staat alles in het teken van ‘smart cities’. 25 mei is gewijd aan buitenlandse investeerders. Op de slotdag krijgt retail dan weer alle aandacht. Deze aanpak laat onze bezoekers toe om de meest geschikte dag voor hun bezoek vooraf te bepalen. Ook voor onze exposanten is dit interessant: zij kennen de voornaamste prioriteiten van het publiek per dag, waardoor zij hun specifieke specialisten op de stands kunnen posteren.”
Tour & Taxis is altijd de vaste locatie voor Realty geweest. Vanwaar deze keuze?
Welke zijn de belangrijkste doelgroepen die naar deze vastgoedbeurs afzakken?
“Ten eerste zijn dat de investeerders, beleggers en beleggingsmanagers. In tweede instantie heb je de eindgebruikers, zoals retailers en logistieke bedrijven. Daarnaast zien we steeds meer stakeholders van lokale overheden. Uiteindelijk richten we ons eigenlijk op iedereen die van dichtbij of veraf met vastgoed te maken heeft, en zijn kennis over deze markt wil upgraden.”
Hoe essentieel is Realty voor retailers?
“Voor hen is dit evenement vrij belangrijk, want uiteindelijk zijn het vaak retailers die in nieuwe vastgoedrealisaties hun intrek nemen. Het is de groep die vaak het voortouw neemt bij nieuwe, grote ontwikkelingen. Bovendien verandert het winkellandschap pijlsnel: zo zorgt de opmars van e-commerce voor nieuwe winkelvormen, wat ook implicaties heeft voor de vastgoedmarkt. Sowieso merken we dat veel retailers op Realty hun veranderende vastgoednoden aan de markt kunnen communiceren. Sommige grootwarenhuizen nemen zelfs een stand om de markt te verduidelijken hoe zij potentiële vormen van samenwerking zien.”
WHERE REAL ESTATE STORIES ARE TOLD
REGISTER NOW ONLINE AND SAVE €175 ON THE FULL PRICE!
24, 25 & 26 MAY 2016 | TOUR&TAXIS BRUSSELS MEET ALL PROVIDERS OF OFFICE, RETAIL & LOGISTIC REAL ESTATE IN ONE PLACE www.realty-brussels.com
@realtybrussels
Realty Brussels
Retailprojecten op de agenda
Nieuwe shoppingcentra goed voor meer dan 250 winkels Tijdens het derde weekend van maart werd op Dok Noord in Gent het gelijknamige complex met achttien winkels feestelijk geopend. In Mons was men ondertussen bezig met het verder uitbreiden van Les Grands Prés tot het grootste shoppingcenter van Wallonië. In oktober gaat Docks Bruxsel in Brussel open. Volgend jaar is het de beurt aan Rive Gauche in Charleroi en The Mint in Brussel. In totaal zullen er ruim 250 nieuwe winkels zijn geopend. René De Witte DOK NOORD (GENT) Dat het ontwikkelen van projecten niet altijd van een leien dakje loopt, is iets waar de Gentse projectontwikkelaar Hans De Neef kan over meespreken. De man die in de voormalige textielfabriek van UCO in Gent een winkel- en loftcomplex ontwikkelde, wou met Vastgoed Noord hetzelfde herhalen in het imposante gebouw aan Dok Noord In Gent waar ACEC ooit televisietoestellen fabriceerde. Hier zou een complex komen van kantoren, appartementen, lofts, ontspanningsmogelijkheden en achttien winkels. Voor kleinhandel was er geen plaats. Men zocht naar grotere huurders voor de 16.000 vierkante netto verkoopoppervlakte. Er waren 800 ondergrondse parkeerplaatsen. Dok Noord, zoals het project werd gedoopt, moest klaar zijn in september 2014. Het werd uiteindelijk maart 2016. Het is niet het enige complex dat vertraging opliep, zo blijkt uit een aantal andere projecten die op stapel staan.
>> www.lesgrandspres.be
>> www.doknoord.be
LES GRANDS PRÉS (MONS) Het winkelcentrum Les Grands Prés in Mons kwam in februari nog eens in het nieuws met de opening vlakbij van een vestiging van Ikea die ongeveer gelijktijdig gebeurde met de uitbreiding van het centrum met 10 nieuwe winkels. In de tweede helft van augustus komen er nog eens 18 bij waarmee Les Grands Prés het grootste commercieel centrum van Wallonië wordt. Verwacht wordt dat de aanwezigheid van Ikea het bezoekersaantal in het shoppingcenter zal opkrikken van zes naar acht miljoen bezoekers per jaar. Les Grands Prés is eigendom van de gelijknamige naamloze vennootschap die dan weer eigendom is van Union Investment Real Estate. De extensie wordt gebouwd door City Mall. Het beheer van de bestaande mall gebeurt door SCMS Ceusters. Daar worden we te woord gestaan door Frederik Mortelmans. “Naast de uitbreiding van de shopping mall, zal Ikea eveneens half augustus een retailpark openen van 12.000 m² bruto met zeven units van 400 à 500 tot 2.500 m²”, zegt hij. “Die wordt bijvoorbeeld opgevuld met Krefel die in Les Grands Prés ondertussen te klein is gehuisvest. De ruimte die vrijkomt, wordt opgedeeld in drie eenheden.” Omdat het stadscentrum te kampen heeft met leegstand, werd afgedwongen dat de expansie in Les Grands Prés geen bijkomende concurrentie mag betekenen. Mortelmans: “Eigenlijk is er een convenant getekend dat handelaars die zich in het centrum bevinden niet zullen worden weggekaapt worden door de mall. Een tweede vestiging mag wel. Denk aan een McDonald’s die naast de stad ook in het shoppingcenter aanwezig wil zijn.”
26
I RETAILUPDATE
DOSSIER WINKELVASTGOED DOCKS BRUXSEL (BRUSSEL) Met zes maanden vertraging op het oorspronkelijke schema opent op 21 oktober aan het kanaal in Brussel het complex Docks Bruxsel, een project van de vastgoedontwikkelaar Equilis. Het gaat om een wijk van in totaal 56.000 vierkante meter waarvan 41.000 m² voorbehouden is aan winkel- en horecaruimtes. Op de website vindt men de namen van de 79 enseignes die er present zullen zijn. De horecazaken zullen ’s avonds open blijven want er zijn ook ontspanningsactiviteiten voorzien: acht cinemazalen, het amusementspark Koezie dat zich voor het eerst in ons land vestigt en op het dak een zaal van 2.000 vierkante meter zal uitbaten. Boven is er een kantoorafdeling van 7.000 vierkante meter. Buiten is er een avenue en een publieke binnenplaats waar evenementen georganiseerd kunnen worden. Docks Bruxsel wil onder meer inspelen op het groot gebrek aan handelsaanbod in het noorden van Brussel. In RetailUpdate liet algemeen directeur Olivier Beguin van Equilis zich eerder al zeer zeker uit over het succes van het nieuwe shoppingcenter. Dat het aantal klanten bij de vijftien grootste centers in het land in dalende lijn ging, schrok hem niet af. “Heel wat van die centers zijn ouder dan dertig jaar, hebben zich niet kunnen vernieuwen en hebben ook de nieuwste enseignes niet kunnen aantrekken. Onze retailruimte is van de nieu-
>> www.docksbruxsel.be
we generatie en dus hebben wij nieuwe, dynamische ketens kunnen aantrekken. Naast retail zal er ook veel te beleven zijn.” In de retail streeft het center naar een mix van familiale en premium enseignes. Ook in de horeca wordt naar een mix gezocht. Er komt een McDonald’s, maar ook zelfstandige speciaalzaken.
UW PARTNER IN COMMERCIEEL VASTGOED REAL ESTATE CONSULTANCY & PROPERTY MANAGEMENT GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS N.V.
Antwerpen : +32 3 231 88 76 / Brussel : +32 2 511 05 60 / Gent : +32 9 233 36 45 info@ceusters.be info@scms-ceusters.be www.ceusters.be @CeustersSCMS www.scms-ceusters.be
RETAILUPDATE I
27
>> www.charleroirivegauche.be
RIVE GAUCHE (CHARLEROI) Na een lange strijd met twee andere kapers op de kust, heeft de groep Saint-Lambert Promotion het uiteindelijk gehaald om in het centrum van Charleroi het winkelcomplex Rive Gauche te realiseren. De projectontwikkelaars zijn Imet en de Antwerpenaar Engelstein. Cushman & Wakefield zal zorgen voor de verhuur van de winkels. De opening was voorzien voor november dit jaar. “Het wordt februari 2017. Het was een zeer belangrijk werk dat wat meer tijd in beslag nam dan voorzien”, aldus Nicolas Beaussillon die bij Cushman & Wakefield verantwoordelijk is voor de leasing van shoppingcentra in België. Aanvankelijk ging het om een project van 76 winkels en 12 horecazaken, verspreid over 27.690 vierkante meter en vier verdiepingen. Beaussillon: “Dat is 38.000 m² geworden met 90 winkels en 12 horecazaken. Van de winkels is de helft verhuurd, voor 20 procent worden binnenkort overeenkomsten gesloten. Voor 25 tot 30 winkels hebben we nog bijna een jaar tijd. Dat is dus zeker haalbaar.” Het center omvat vier verdiepingen. Bovenop komt er een hotel met 112 kamers en een aantal residentiële appartementen. En aan de zijkant wordt de beschermde galerij Passage de la Bourse geïntegreerd. De ligging is in elk geval ideaal. Het center ligt in het centrum, maar is gemakkelijk bereikbaar vanuit de ring. Er zijn ook nog eens drie metrostations binnen een straal van 250 meter.
QUARTIER BLEU (HASSELT) Het heeft door allerhande procedures langer geduurd dan oorspronkelijk gepland, maar eind vorig jaar kon in Hasselt dan toch gestart worden met de bouw van het woon- en winkelcomplex Quartier Bleu door de projectontwikkelaars Matexi en Chateaux Real Estate van de familiale groep Justin Onclin. Aan het kanaal, vlak bij het centrum van de stad, verrijst straks een wijk met blokken van in totaal 400 appartementen, 2.500 parkeerplaatsen, 20.000 m² winkelruimte en 3.000 m² horeca. Tom Van Becelaere is de persoon die bij Matexi het project superviseert. “Eind 2013 hebben we onder meer met Unizo een convenant getekend dat er geen zaken uit het centrum zouden aangetrokken worden, al kan een winkel in
THE MINT (BRUSSEL) In het hartje Brussel is men vandaag tussen het Muntplein en de Anspachlaan volop aan het werk aan het winkelcomplex Muntcentrum dat straks zal verrijzen onder de naam The Mint. De sokkel waar de winkels zich bevonden, zal er helemaal anders uitzien. Zo zullen de gangen binnenin verdwijnen. De promotor is AG Real Estate. Daar is Alexis Spaas verantwoordelijk voor het project. Aanvankelijk was de opening gepland voor de lente van 2017. Is dat nog zo? “De timing is een beetje aangepast en dus wordt het eerder het derde of vierde kwartaal. Het gaat om een groot project en dus nam het vergunningstraject enige tijd in beslag”, zegt Spaas. “Hoeveel winkels er komen, staat nog niet vast, maar het worden er een twintigtal. We zijn gestart met de commercialisering van de grotere units en hebben vergevorderde besprekingen met meerdere partijen. Namen kan ik dus nog niet kwijt. Die grotere units kunnen een oppervlakte hebben van 3.500 m². Eens we klaar zijn met die winkels, wordt gestart met de kleinere units die een oppervlakte kunnen hebben van bijvoorbeeld 40 of 50 m². Het is in elk geval de bedoeling een grote diversiteit te hebben.” De ingang van de metro verhuist naar de hoek van het Muntplein en de Bisschopstraat. Alexis Spaas: “Aan de ingang van de metro komt er op de minéén een kleinere retailgalerij van circa 3.500 m². Ook die moet in het najaar 2017 opengaan. Het is overigens het drukste metrostation van Brussel en dat zal tegen 2017 ook helemaal vernieuwd zijn.” In een persbericht zei de promotor vooral grote buitenlandse merken aan te trekken.
>> www.pro-realestate.be
de stad in Quartier Bleu wel een tweede vestiging openen”, zegt hij. “Er zijn afspraken gemaakt om een goede balans te vinden met het centrum. Wat modezaken betreft, willen we complementair zijn. Hoeveel winkels er exact komen, staat nog niet vast, maar het zullen er 30 tot 35 zijn met een oppervlakte van 1.000 tot 2.500 m². Misschien komen er een paar kleinere panden bij. Er komt zeker een supermarkt. Er zijn met een aantal enseignes al vergevorderde gesprekken.” Aanvankelijk moest de nieuwe wijk in april 2018 een feit zijn. “Dat was iets te ambitieus. Het zal het voorjaar 2019 worden. Tegen dan zouden alle appartementen winddicht moeten zijn en zouden de eerste al zijn bewoond.”
>> www.quartierbleu.be
28
I RETAILUPDATE
DOSSIER WINKELVASTGOED
De snelle retailontwikkeling aan de steenwegen heeft ook impact op ruimtelijke ordening en mobiliteit.
Winkels in de stadscentra en periferie
Belangrijk om het hele plaatje te zien Met het project “Baanwinkels en gemeenten op één lijn”, proberen de provinciale overheden een visie te ontwikkelen die de stadskernen moet behoeden voor nog meer winkelleegstand. Of dat veel zoden aan de dijk kan brengen is echter nog maar de vraag, want de ontwikkelingen in de retail gaan snel en omvatten veel meer aspecten dan de tegenstelling tussen de stadscentra en de periferie. Dat de retailers die ook in hun fysieke winkels nog volk over de vloer willen krijgen het de jongste tijd steeds vaker en in alle mogelijke contexten over beleving hebben, betekent niet dat het aloude mantra mantra “locatie, locatie, locatie” niet meer belangrijk zou zijn. Het blijft een van de basisregels om zo veel mogelijk volk over de vloer te krijgen. En retailers blijven onophoudelijk zoeken naar de beste locaties daarvoor. Steeds meer retailers kiezen voor een mix tussen stadscentra en periferie
en verschuiven nu eens in de ene richting en dan weer in de andere, daarbij zoekend naar het beste evenwicht en proberend om zo goed mogelijk in te spelen op de veranderende vraag van de consument. OP ZOEK NAAR EVENWICHT De overheid ziet ondertussen de toenemende winkelleegstand in diverse stadscentra en de soms verstrekkende gevolgen ervan met lede ogen aan. De provincies Antwerpen, Oost-
Vlaanderen en Vlaams Brabant zijn uitgegaan van de vaststelling dat de grote en snelle toename van detailhandelszaken aan de Vlaamse steenwegen vandaag vaak nadelig is voor kernwinkelgebieden in de gemeenten. Daarom zijn ze gestart met het project “‘Baanwinkels en gemeenten op één lijn”, dat een evenwicht zoekt tussen de grootschalige baanwinkels en detailhandel in de kernen. De baanlinten N70 (Gent-Antwerpen Linkeroever) en de N10 (Aarschot-Lier) zijn gekozen als testcases. Op
RETAILUPDATE I
29
23 februari zaten de afgevaardigden van de betrokken provincies en gemeenten in Beveren voor het eerst samen voor de aanpak rond de N70.
INTERPROVINCIALE STUDIE Tussen 2012 en 2015 werd een uitvoerige interprovinciale studie detailhandel in de vijf Vlaamse provincies uitgevoerd. Uit die analyse kwamen een aantal pijnpunten die de provincies en gemeenten nu willen aanpakken. De provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen
samen het initiatief om in te zetten op kernversterking, zowel economisch als ruimtelijk. Het baanwinkelproject stimuleert het onderling overleg tussen de gemeenten en wil verhinderen dat gemeenten elkaar onderling beconcurreren. Het doel is om een evenwicht te krijgen tussen de baanwinkels en de winkels in de kernen.”
KANNIBALISME IN DE STADSCENTRA Dominiek Willemse, verantwoordelijke expansie bij JBC vindt het een beetje eigenaardig dat de provincies nu met dit samenwerkingsinitiatief uit-
Provinciegrenzen bestaan voor de consument niet Geert Versnick, gedeputeerde provincie Oost-Vlaanderen
focussen zich op de bovenmatige ontwikkeling van detailhandel in de rand. Deze tendens heeft volgens de studie immers duidelijk een negatief effect op de kernwinkelgebieden in de gemeenten. Zo bleek bijvoorbeeld dat in de periode 20082014 in winkelgebieden met grote baanconcentraties en shoppingcenters het aantal vierkante meters winkelvloeroppervlakte steeg met 170% in Vlaanderen, terwijl de leegstand in de kernen met 69,5% toenam. De overheid wil niet gezegd hebben dat grootschalige projecten de enige oorzaak zijn van de leegstand in de gemeentekernen, maar het is er volgens haar toch één met zware gevolgen. De snelle retailontwikkeling aan de steenwegen heeft niet alleen economische gevolgen, maar heeft ook impact op ruimtelijke ordening en mobiliteit. Daarom is het belangrijk dat provincies, gemeenten en Vlaamse overheid samenwerken rond al deze verschillende thema’s. De krachten van de drie provincies en betrokken gemeenten worden gebundeld in het project ‘Baanwinkels en gemeenten op één lijn’, mede gefinancierd door Europa (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), Vlaanderen en de provincies.
GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE EN ACTIEPLAN “Als de gemeenschappelijke visie klaar is, stellen we een actieplan op met een verbetertraject en brengen we mogelijkheden voor herstructurering in kaart”, zegt de Oost-Vlaamse gedeputeerde Geert Versnick, bevoegd voor economie en ruimtelijke planning. “De intergemeentelijke samenwerking op verschillende beleidsdomeinen is van cruciaal belang. Deze geïntegreerde aanpak dient nadien als voorbeeld voor andere gemeenten en provincies. De kernen staan overal onder druk en provinciegrenzen bestaan voor de consument niet. Daarom nemen de provincies
30
I RETAILUPDATE
to’s, artificiële intelligentie, 3D-printing en robots zijn job niet op de helling zetten? En wat met de gevolgen van de vluchtelingencrisis en de vraagtekens rond het garanderen van de veiligheid? In die omstandigheden gaat hij natuurlijk graag in op mogelijkheden om kleding tegen een prikje op de kop te tikken en ontstaat zelfs een groeiende beweging van “nowners”, mensen die niet langer uit zijn op bezit, maar zo veel mogelijk willen delen. Het is geen toeval dat de Nederlandse spullenuitleendienst Peerby met een crowdfundingcampagne die op 18 maart 2016 werd opgestart in drie dagen 2 miljoen euro ophaalde. Ook dat algemene klimaat heeft belangrijke gevolgen voor het shoppen in het algemeen en wordt bij een project rond samenwerking tussen baanwinkels en gemeenten over het hoofd gezien. FUNSHOPPING EN RUNSHOPPING
pakken. “Je zal me niet horen zeggen dat er geen nood is aan een ruimtelijk beleid met visie”, geeft hij meteen aan, “en het is dan ook niet slecht dat de gemeenten willen kijken naar mogelijke maatregelen om een kernbeleid te ontwikkelen, want juist het gebrek daaraan of het gebrek aan visie errond vormt ook een deel van de verklaring voor de leegstand in de kernen maar het lijkt me een nogal enge benadering om enkel te focussen op baanwinkels en gemeenten. Er zijn meer dan twee kanten aan de medaille en de retail is ondertussen ook sterk geëvolueerd.” Hij staaft door te verwijzen naar het feit dat de
Indertijd was er voor de stadscentra en de periferie ook sprake van een onderscheid tussen de koopmomenten. Iedereen was het erover eens dat de baanwinkels er waren voor runshopping, de stadscentra voor funshopping. “Maar dat onderscheid is allemaal vervaagd”, zegt Dominiek Willemse. “Zoals het omnichannelverhaal een verhaal van én-én is met onlineverkoop en verkoop in fysieke winkels, heb je nu eigenlijk ook een én-én verhaal voor locaties. Vergeet ook niet dat je de perfierie niet mag verengen tot de baanwinkels. Retailparken en shoppingcentra bevinden zich ook niet in het stadscentrum en zijn eigenlijk mogelijkheden die gecreëerd zijn om het funshoppen naar de periferie te halen.
Door de komst van grote internationale ketens is er ook intern kannibalisme Dominiek Willemse, JBC
discussie over de leegstand al veel langer dan vandaag woedt. “20 jaar geleden heette het ook al dat de periferie de stadskernen leegzoog. Toen was ik het daar zeker niet mee eens. Want er was door de komst van grote internationale ketens in de stadskern ook intern kannibalisme en hetzelfde zie je nu opnieuw gebeuren. Dat is ook iets waar rekening mee moet worden gehouden en dat de overheden blijkbaar over het hoofd zien.”
ALGEMENE ECONOMISCHE TOESTAND Primark is vandaag onder meer zo’n grote internationale keten die zich nestelt in de stadskern. Wie Primark zegt en verwijst naar de grote aantrekkingskracht die de Ierse winkelketen uitoefent, zegt eigenlijk ook iets over het algemene economische klimaat. De consument is vandaag de dag angstig en onzeker. Zullen zelfrijdende au-
Het blijft de opdracht van de retailers om in te spelen op de wensen van de consument. En qua locatie gaat dat steeds meer via een mix tussen de periferie en het stadscentrum. Binnen die periferie is dan volgens mij ook nog een duidelijke verschuiving merkbaar van de baanwinkels naar de retailparken.” De tijden veranderen nu eenmaal en voor retailers is het meer dan ooit belangrijk om snel en flexibel op de veranderingen in te spelen. Een project als “Baanwinkels en gemeenten op één lijn” is lovenswaardig omdat het tot nadenken aanzet, maar het is wellicht, zoals Dominiek Willemse terecht opmerkt, te beperkt om problemen van de retail in de stadskernen op te lossen, ook al omdat het onvoldoende oog heeft voor het volledige plaatje van alle retailaspecten. Geert Degrande
MANAGEMENT ONZE GESPREKSPARTNERS b Kris De Ryck CEO Bancontact >> bancontact.com b Pieter Geeraerts Sales Director Benelux bij Worldline >> be.worldline.com b Filip Van Damme Managing Director van SUMMIT >> summitretail.be b Peter van der Hart Country Manager / Head of Operations SEQR Northern Europe >> seqr.com b Stéphane Vandervelde President & CEO van Keyware >> keyware.be De schroom om ook kleinere bedragen elektronisch te betalen, neemt af.
(Elektronisch) betalen
Retail boort potentieel verder aan Elektronisch betalen mag dan al sinds vele jaren sterk ingeburgerd zijn in de retail, tegelijkertijd lijkt de betaalwijze permanent in beweging te blijven. Verschillende technologische ontwikkelingen – niet in het minst de opmars van de smartphone – zijn hierbij relevante factoren. Waar staan we en waar gaan we heen? Een stand van zaken. Brengen we officiële cijfers en de ervaringen van het terrein samen, dan levert dit een beweging in een duidelijke richting op. “Elektronisch
betalen is niet weg te denken, maar vergeet niet dat de helft nog altijd in cash gebeurt”, legt Stéphane Vandervelde (Keyware) uit. “Splitsen
SCHROOM VOOR KLEINE BEDRAGEN Waar elektronisch betalen voor sommige aankopen tot een evidentie zijn uitgegroeid, blijven ze op andere vlakken een zeldzaamheid. Men botst op verschillende barrières, en een eerste is zonder meer het bedrag waarover het gaat. De schroom die bestaat, leeft trouwens aan beide kanten. Die overwinnen is meestal pas na vele inspanningen mogelijk – sommigen nemen het woord pedagogie in de mond. “Het klassieke argument voor het plaatsen van een bepaald bedrag als ondergrens is de kostprijs die aan de transactie verbonden is”, legt Pieter Geeraerts uit. “Toch moet door de realiteit van vandaag erkend worden dat hier niet veel van overeind blijft. Met de commerciële voorstellen die we hebben – een soort pack, vergelijkbaar met wat gangbaar is in de telecomsector – kan dat euvel verholpen worden. De retailer betaalt een forfaitair bedrag voor een hele bundel aan transacties, niet meer per stuk.” Steeds meer wordt de mogelijkheid geboden te betalen zonder dat een pincode moet worden ingevoerd; parkeermeters zijn hier het typevoorbeeld van. Stellen dat dit Proton 2.0 betreft is misschien wat overroepen, maar in belangrijke mate is het een betaalmethode die aansluit bij het vroegere Proton. Snelheid is het grote voordeel van deze manier van elektronisch betalen; veiligheid de keerzijde van de medaille, ook al moet die vrees enigszins genuanceerd worden. Om misbruiken te voorkomen, worden immers verschillende veiligheidsmechanismen ingebouwd. “In regel is de omvang van de transactie beperkt tot maximum 25 euro, dat is een eerste waarborg”, legt Stéphane Vandervelde uit. “Ook zal men vanaf drie verrichtingen wél een pincode moeten invoeren, ook al gaat het om een betaling die keurig onder het plafond van 25 euro blijft.” “Er kan ook een limiet op het totaal betaald bedrag worden ingesteld”, vult Pieter Geeraerts aan. “Pakweg 250 à 300 euro, waarna een pincode moet worden ingevoerd. Eens dit gebeurd is, komt de teller als het ware terug op 0 te staan.”
we dit elektronisch betalen op, dan wordt in 80% van de gevallen de gewone bankkaart gebruikt, terwijl in 20% van de gevallen de kredietkaart aangewend wordt. Op het einde van de maand neemt het aandeel van de kredietkaart wat toe. De verhouding is al een tijdje stabiel. Je merkt ook dat mensen hun kaart ook steeds meer boven halen voor betalingen van minder dan 10 euro. Reden hiervoor is dat de transactiekosten voor de handelaars fors gedaald zijn.” “Op basis van hetgeen we van onze klanten opvangen, komen we aan een 55/45 verhouding”, vult Filip Van Damme (SUMMIT) aan. “In het Zuidelijke landsgedeelte is dat eerder 35/65, maar dit varieert nog eens per klant en regio.” “Het elektronisch betalen in de fysieke winkel blijft groeien met zo’n 6% per jaar”, stelt Pieter Geeraerts (Worldline). “En dat is een trend die je in vrijwel alle sectoren ontwaart. Maar je ziet ook dat de groei van e-commerce nog beduidend groter is. Opmerkelijk is, zoals reeds gezegd, dat het aantal betalingen onder de 10 euro gestaag blijft groeien: vorig jaar liep hun aandeel op tot bijna 1 betaling op 4.” SMARTPHONE TIJDPERK Steeds meer mensen hebben een smartphone, en met het toestel wordt ook steeds meer gedaan. Wat kunnen deze toestellen betekenen op het vlak van betalingen? “Sta me toch eerst toe een kanttekening te maken: het zou verkeerd zijn RETAILUPDATE I
31
te denken dat vandaag iedereen een smartphone bezit”, zegt Filip Van Damme. “Ook al moet het gezegd dat we heel snel in deze richting evolueren. Kern van het probleem is dat er niet één uniform betaalplatform bestaat. En zolang je daar niet over beschikt, neemt de consument een afwachtende houding aan. Dit doet geen afbreuk aan het feit dat het technisch potentieel wel degelijk een realiteit is.” En die mogelijkheden blijken vrij divers te zijn. “De smartphone maakt het mogelijk de betaalkaart op een gevirtualiseerde manier op te slaan en nadien te gebruiken bij een contactloze betaling”, legt Stéphane Vandervelde uit. “Dit vergt natuurlijk wel een kaart die zelf geschikt is voor contactloze betalingen, waarna de smartphone die magneetfunctie overneemt. Op die manier moet je niet langer je portefeuille maar je telefoon tegen de betaalterminal houden.” “En nu we het toch over smartphones hebben: vergeet niet dat naarmate die toestellen sneller en performanter worden, de mogelijkheden om ze in te schakelen in het betalingsverkeer groeien”, voegt Peter van der Hart (SEQR) toe. Ook Pieter Geeraerts valt de diversiteit aan technologieën op. “Technische mogelijkheden zijn er zonder meer, en elk merk heeft zo zijn eigen ding”, stelt hij. “Zo heb je ook banken die zogenaamde wallets in hun apps stoppen. Zoals aangehaald is dit de digitalisatie van de betaalkaart. In de praktijk heb je varianten. Zo werken we aan een pilootproject waarbij je een QR-code op het scherm van een betaalterminal scant, waarna je de betaling doet via een koppeling naar de app van je bank. Dit kan dus ook met een smartphone die geen ondersteuning biedt aan near field communication. Nog zo’n nieu-
ELEKTRONISCH BETALEN IN EEN NOTENDOP...
1
Elektronisch betalen zit duidelijk in de lift, voor alle sectoren, maar ook voor kleinere bedragen van minder dan tien euro. Dit heeft voor gevolg dat het gemiddeld bedrag per transactie blijft dalen, ongeacht het type kaart dat gebruikt wordt.
Zoals de smartphone een instrument is dat in steeds meer geledingen van het maatschappelijk leven gebruikt wordt, groeit ook zijn belang als onderdeel van het (elektronisch) betaalproces.
3
2
Voorspellen hoe de toekomst van het elektronisch betalen eruit zal zien, is een hachelijke zaak. Niemand waagt zich aan langetermijnvoorspellingen. Het technologisch potentieel is een cruciale factor, maar ook het regelgevend kader. Er bestaat altijd enige spanning tussen de technologische oplossing als dusdanig en de inburgering ervan.
wigheid is het contactloos betalen. Niet langer stop je een kaart in de terminal, maar volstaat een snelle aanraking.” “Wanneer we het over nieuwe technologieën hebben, moet ook de nodige aandacht gaan naar de implementatie ervan”, vervolgt Pieter Geeraerts. “Mensen zijn soms bang van dergelijke nieuwigheden, terwijl daar objectief gezien geen grond voor is. Zo’n inburgering vergt sowieso tijd, want niet enkel de klant moet mee zijn, ook het aanbod aan terminals moet er zijn. Bij de kleinere handelaar zal dit wellicht wat langer duren.”
“In mei 2014 werd de Bancontact-app gelanceerd”, legt Kris De Ryck uit. “De werkwijze werd al aangehaald: scannen van QR-code, intikken van je pincode en klaar. Belangrijk hierbij is de ondersteuning die dergelijke oplossingen genieten. De Bancontact-app wordt ondersteund door 20 banken, waardoor ze beschikbaar is voor quasi alle 15 miljoen Bancontactkaarthouders. Belangrijk ook is de acceptatie in de retail. Op steeds meer plaatsen kan je betalen met de Bancontact-app, wat onontbeerlijk is voor het succes van deze oplossing.”
Naarmate smartphones performanter worden, nemen de mogelijkheden om ze in te schakelen in het betalingsverkeer toe.
32
I RETAILUPDATE
Partnerreportage
Cash beheren met Gunnebo?
Veilig , efficiënt en gebruiksvriendelijk! Aan het beheer van cash geld zijn heel wat verborgen kosten verbonden. De cash management oplossingen van Gunnebo helpen retailers om hun processen te stroomlijnen, met een snelle return on investment. Deze oplossingen garanderen een adequaat én zeker beheer van baar geld, in elk winkeltype en aan elke kassa.
‘Closed cash handling’ oplossingen van Gunnebo garanderen een veilig en efficiënt geldbeheer.
Cash is nog steeds king. Volgens de Europese Centrale Bank vertegenwoordigde cash geld in 2014 nog 59% van de financiële verrichtingen. In zowat 80% van de gevallen gaat het om kleinere denominaties, zoals munten en briefjes van 5 of 10 euro. Voor retailers betekent het beheer van cash een belangrijke kost, die vaak onvoldoende gekend is. “Het beheer van cash geld kost retailers gemiddeld één uur per kassa per dag. Denk aan het maken van de startkassa, de eindkassa, de procedures bij ploegwissels, het bestellen van wisselgeld… Als je dat als retailer kunt optimaliseren, haal je een snelle return on investment,” weet Patrick Beke, sales director van Gunnebo, de specialist in cash management.
Voordelen van automatisch cashbeheer De gesloten systemen van Gunnebo verhogen de veiligheid en de efficiëntie van het geldbeheer voor winkeliers. Verschillende argumenten pleiten in het voordeel van ‘closed cash handling’ of automatisch cashbeheer. • Veiligheid, uiteraard. Steeds meer kleinere shops worden het slachtoffer van overvallen, door criminelen die uit zijn op cash. • Kassaverschillen als gevolg van bewuste en onbewuste menselijke fouten worden uitgesloten. • De systemen detecteren automatisch valse munten en biljetten • Zelf je cash naar de bank brengen houdt risico’s in, kost tijd en brengt fouten met zich mee. • Dank zij automatisch cashbeheer aan de check-out, kan de kassierster een andere invulling geven aan haar rol, met meer aandacht voor de klantbeleving. Het stressniveau daalt, want de kassa klopt sowieso en de veiligheid is verzekerd. • Dank zij de rapportering krijgen zaakvoerders een beter overzicht over hun cashprocessen. Ze kunnen hun bestellingen van cash beter afstemmen op de noden, zodat ze minder ‘slapend geld’ hebben.
Intelligent cash-handling solutions for all types of needs
www.gunnebo.be Amadeus Square - W.A. Mozartlaan 6 - BE 1620 Drogenbos - +32 2 464 19 11 - info.be@Gunnebo.com
In samenwerking met Gunnebo.
Geld sneller op de rekening De interesse van retailers voor gesloten cashbeheersystemen stijgt nu zienderogen.Zowel petrol shops als horecazaken, grote winkelketens en leisure bedrijven (casino’s, pretparken…) raken in hoge mate gewonnen voor gesloten cashbeheer. Dat is een gevolg van twee factoren. Ten eerste is er de naadloze integratie met het beveiligd geldtransport. Ten tweede is er de mogelijkheid dat banken ‘early credit’ toekennen voor geld dat via ‘closed cash handling’ wordt aangevoerd. Doorgaans wordt dat geld pas 2 dagen na het afhalen door de geldtransporteur, op de rekening van de retailer gestort. In Nederland, Duitsland en de Scandinavische landen bestaat vandaag al de mogelijkheid om het geld dezelfde dag te ontvangen. Ook in ons land groeit de interesse voor ‘early credit’. “Er is nu een momentum waarbij de verschillende betrokken partijen elkaar vinden: retailers, banken, CIT en fabrikanten van geautomatiseerde cashoplossingen. Banken zien early credit als een interessant nieuw product. Aangezien de oplossingen van Gunnebo een sluitend proces kunnen garanderen, wordt het verzekeringstechnisch mogelijk voor banken om de toestellen te valideren,” verklaart Patrick Beke. Dat opent nieuwe perspectieven voor de retailers. Meer informatie? Gunnebo Belgium Amadeus Square - W.A. Mozartlaan 6 1620 Drogenbos Tel : +32 2 464 19 11 www.gunnebo.be - info.be@gunnebo.com
RETAILUPDATE I
33
De onderlinge (Europese) verschillen inzake elektronisch betalen zijn aanzienlijk.
TOEKOMSTMUZIEK Zeker als men de afgelegde weg van het elektronisch betalen bekijkt, is het intrigerend te zoeken naar het antwoord waar we over afzienbare tijd staan. Tien jaar gooien we de specialisten voor de voeten, maar prognoses over zo’n periode blijken van iets te veel ambitie te getuigen. “Tien jaar is een eeuwigheid in onze sector”, stelt Pieter Geeraerts. “Om te beginnen weet je niet hoe de technologie zal evolueren. Jarenlang hadden we de klassieke betaalterminal, maar het potentieel van onder andere de smartphones maakt het erg moeilijk te voorspellen wat er allemaal op ons zal afkomen. Een onbekende is ook hoe het wettelijk kader eruit zal zien. Er is een duidelijke Europese belangstelling, dat weten we. Maar welke precieze repercussies die zal teweegbrengen, is koffiedik kijken.” “Tien jaar is veel te ver weg”, beklemtoont ook Peter van der Hart. “Wij kijken maximaal een half jaar vooruit. Het moet allemaal sneller en goedkoper, maar vergeet niet dat het in fine de consument is die bepaalt waar hij graag mee wil betalen en waarom. Essentieel is dat je blijft vernieuwen.” Toch blijken er in de onzekerheid van de voorspellingen... enkele relatieve zekerheden te bestaan. “Dat we er technologisch verder op vooruit zullen gaan, daar ben ik rotsvast van overtuigd”, meent Stéphane Vandervelde. “Een nog grotere transactiesnelheid wordt de norm. En doordat de betaalsystemen uiterst betrouwbaar zijn, zal het aandeel van elektronisch betalen blijven toenemen. Niet alleen het gebruiksgemak van de consument speelt hier, ook de wens van de handelaar om minder cash geld in omloop te zien. Steeds meer wordt elektronisch betalen gewoon dé standaard.” Dat smartphones, tablets en aanverwanten een
34
I RETAILUPDATE
EUROPEES PERSPECTIEF Men zou het als iets verleidelijks kunnen zien het groeiend aandeel van elektronisch betalen te bestempelen als een Europese trend. De praktijk leert echter dat hierbij de nodige voorzichtigheid aan de dag moet worden gelegd. “De situatie is erg afhankelijk van land tot land”, benadrukt Pieter Geeraerts. “In de Scandinavische landen is het elektronisch betalen erg ingeburgerd. In Helsinki, om maar een voorbeeld te noemen, betalen mensen hun koffie met de kaart. Ook in Nederland is die inburgering erg groot. België bevindt zich ergens in het midden van dit verhaal.” Ergens verrassend is de plaats die Duitsland in deze context bekleedt. Uit een wereldwijd onderzoek uitgevoerd tijdens de periode 2009-2012 bleek dat 80% van alle betalingen er cash gebeurden. In de VS zat dit aandeel onder de 50%. Een nog scherper beeld verkrijgen we wanneer de focus wordt gelegd op de waarde van de verrichtingen. Voor Duitsland zit dit aan 50%, gevoelig meer dan in pakweg Frankrijk waar de waarde van cashbetalingen met de kaap van de 10% flirt. Trachten de oorzaken van deze aparte Duitse situatie in kaart te brengen, is misschien nog het meest intrigerende van het verhaal. Eén afdoende verklaring is er niet, wel enkele relevante factoren. Zo is er de vaststelling dat kaartgebruik er minder gepromoot wordt dan in andere landen, maar belanden we hiermee niet in het midden van de vraag van kip en ei? Dat het plafond voor cashgebruik in Duitsland hoger ligt dan elders zal ook wel spelen. En toch. Exhaustieve verklaringen blijven uit...
steeds bredere inburgering in de markt hebben gekregen, heeft een directe weerslag op het elektronisch betalen. En dat is een trend die zich steeds scherper zal stellen, meent Kris De Ryck. “Voor het eerst gebeurt ongeveer één vierde van de online aankopen in België op mobiele toestellen, zo blijkt uit de Mobile Payment Index van het betaalplatform Adyen”, stelt hij. “Waar tablets vroeger de favoriet waren voor de online aankopen, staan vandaag smartphones op kop. Reden hiervoor zou kunnen zijn dat smartphones steeds beter worden, steeds grotere schermen krijgen en daarom ook steeds geschikter worden voor online shopping. Dit is een belangrijk gegeven voor de toekomst. Wij volgen de markt en stemmen onze producten daarop af. Het komt erop aan dat retailers met een aanbod voor de dag kunnen komen dat op elke type klant afgestemd is. Van de meer ‘klassiek’ consument, tot de meest ‘innovatieve’ onder hen.” “Speculeren is altijd gevaarlijk, maar de opmars van mobility lijkt onstuitbaar”, beaamt ook Filip Van Damme. Ook hij benadrukt het groeiend belang van het technologisch potentieel, alleen moeten we er ons rekenschap van geven op dit vlak aan een kruispunt te zijn gekomen. “Technologisch gesproken is de huidige toestand onhoudbaar voor de betrokkenen. Er zal ergens een keuze moeten worden gemaakt, net zoals dat destijds met de video gebeurde en VHS de bovenhand kreeg over V2000 en Betamax. Toch moet ook gewaarschuwd worden voor het enthousiasme bij sommigen om cash volledig te bannen. De algemene verwachting is dat bij bijvoorbeeld de volgende beurscrash of bankencrisis cash een prominente rol zal blijven spelen.” Michaël Vandamme
© Els Verhaeghe
SPOTLIGHT
“Een toffe winkelstad met een leuk hoekje af”
Oostende wil openluchtshoppingcenter worden In Oostende staat veel te gebeuren. De diensten economie en toerisme en de handelaars hebben de neuzen in dezelfde richting gekregen om het commerciële hart de komende maanden en jaren sneller te doen kloppen. “Maar ons DNA zullen we niet verloochenen. Oostende is een toffe winkelstad met een leuk hoekje af en dat moet zo blijven”, zegt Koen Lenoir, handelaar en een van de gangmakers van de geplande metamorfose. Oostende, dat betekent voor sommigen een bezoek aan de Amandine, ooit een IJslandvaarder die de grillen van de zee trotseerde om IJslandse kabeljauw en schelvissen, Schotse schol en grote pladijzen in de netten te slaan. Het schip rust nu aan de Visserskaai en is weinig meer dan een herinnering aan de gloriedagen van de visserij die het later zeer hard te verduren had van de Nederlandse industriële schepen die erop los visten. “De Oostendse
SWOT-ANALYSE OOSTENDE STERKTES Ruim en divers winkelaanbod en horeca Nette winkelstraten Leuk te combineren met dagje aan zee Periferie is vol/geen nieuwe bedreigingen ZWAKTES Uitgangsbuurt Langestraat is verschrompeld OPPORTUNITEITEN Tal van plannen om een openlucht shoppingcenter te creëren Heel wat nieuwe appartementen en dus nieuwe klanten op komst Nauwe samenwerking handel, toerisme, cultuur, openbare werken
vloot is er deels nog, maar is verouderd. Ze varen niet langer in volle zee. Ze vertrekken om 17 uur en ’s ochtends zijn ze om 5 uur terug. Op de Vistrap vindt u nog verse vis. Dat is het zowat”, zucht Jackie, een geboren en getogen gepensioneerde Oostendenaar met wie we aan de praat zijn geraakt op het verwarmde terras van een kroeg in de Langestraat. LITTEKENS Hij nipt van zijn biertje en maakt ons attent op de tentoonstelling die loopt over Regie Maritiem Transport (RMT) die met zijn overzetboten ooit ontelbaar veel mensen naar Dover bracht, en terug. “Ik denk dat er hier op het hoogtepunt wel 2.000 mensen werkten. De veerdienst heeft de opening van de Kanaaltunnel niet overleefd en zo werd de RMT na 150 jaar bestaan in 1997 opgedoekt. De stad is, denk ik, het sociaal bloedbad nooit echt te boven gekomen”, zegt hij. “En wat met deze Langestraat gebeurde, is ook niet om vrolijk van te worden. Er blijft nauwelijks iets over van het bruisende nachtleven van toen.” Hij bevestigt wat we eerder op de Oostendse pagina’s van de Krant van West-Vlaanderen hebben gelezen.
Er komen nieuwe shoppers bij met een hoog profiel
BEDREIGINGEN E-commerce RETAILUPDATE I
35
Het wordt die vrijdagnamiddag almaar drukker in het centrum. Dat Oostende een paar honderd winkels telt, is geen toeval. De stad telt 70.000 inwoners, er zijn zowat 8.500 appartementen die dienen als tweede verblijf en in de zomer is het met 200 tot 250.000 vakantiegangers op de koppen lopen. De bewoning zal overigens nog toenemen want er zijn nogal wat vastgoedbewegingen bezig: meer dan 2.000 nieuwe appartementen rond de marina op de Oosteroever en 400 appartementen in het centrum naast het station en de aanlegplaats van de Mercatorboot die even weg is voor restauratie. Er komen nog eens 500 appartementen op wat nu nog de hogeschool Vives is tussen de stad en Mariakerke waar ook nog eens 800 appartementen komen. Kortom: Oostende moet niet vrezen dat shoppers wegblijven. Er zijn nieuwe op komst.
Wie in Oostende wil gaan winkelen, kan zich vooraf uitgebreid laten informeren op www.visitoostende.be.
Het gaat om een interview met vader en zoon Vanhoucke, diep ontgoochelde mensen die net hun laatste horecazaken en variététheater in de omgeving hebben gesloten om de gebouwen te verkopen. De panden wacht nu de sloophamer. “Tot begin de jaren negentig kon je de Langestraat vergelijken met de Overpoort in het Gent. Het was de Meir van de nacht. Er liepen hier elke nacht duizenden mensen rond. Er waren meer dan veertig uitgangszaken, cafés, discotheken. Het draaide allemaal”, vertellen ze. “De nightlife van de stad Oostende, dat zijn nu die drie cafés aan het begin van de straat.” Zoveel is duidelijk: de koningin der badsteden torst zware littekens. De art deco- en Belle Epoque-gevels in de stad ogen fraai, maar vele huizen en straten bieden een eerder troosteloze aanblik. De zeedijk is netjes. In de zomer spreekt hier trouwens een beach team de mensen aan op zwerfvuil. Maar de dijk is nog steeds onderwerp van controverse rond Rock Strangers, een kunstwerk dat bestaat uit elf monumentale metalen oranje rotsblokken die tot elf meter hoog zijn. Onder meer het feit dat de stad liefst 400.000 euro besteedde aan het werk zit een aantal Oostendenaars nog altijd hoog. MOOIE MIX We wandelen naar het winkelcentrum dat bestaat uit de Kapellestraat – de meest bekende – en de Christina-, Adolf Buyl- en Wittenonnenstraat en de Van Iseghemlaan. Eigenlijk moeten we ook het Wapenplein met zijn shoppingcenter met zeventien winkels vernoemen. De talrijke vuilnisbakken dragen er toe bij dat er weinig zwerfvuil en sigarettenpeuken zijn te bespeuren. Het winkelaanbod is ruim. Veel leegstand is er niet. Er is een mooie mix tussen enseignes en zelfstandige zaken. Mooi voorbeeld vindt men in de boekhandel. Er is een Standaard Boekhandel in de Kapellestraat en in de Vlaanderenstraat. In de Wittenonnenstraat is er ook nog de zelfstandige boekhandel Corman. “We zijn een uitstervend ras. Ik denk dat er in Vlaanderen nog hooguit een twintigtal autonome boekhandels zijn”, zegt de goedlachse uitbater Michel Kemp. “Wat ons bijzonder maakt? We hebben een aanbod van zowat 20.000 unieke titels, de meeste in het Nederlands, maar we hebben ook een Frans en Engels aanbod en ook een plankje Spaanse en Duitse uitgaven”, leidt hij ons rond in de winkel. En ja, dankzij de collectie, de persoonlijke service en een vast cliënteel valt er wel te overleven tegen de webshops of een keten als Standaard Boekhandel. We snuisteren eventjes in de rekken en laten een roman van Philippe Claudel inpakken. Hier komen we terug.
36
I RETAILUPDATE
OUTDOOR SHOPPINGCENTER We maken een afspraak met de centrummanager van het Economisch Huis Oostende, maar die wordt op vraag van burgemeester Johan Vande Lanotte daags voordien voor enkele maanden uitgesteld. Hij wil eerst dat meer punten van het beleidsplan voor het handelscentrum zijn gerealiseerd. Het belet niet dat directeur Gunther Vanpraet van het Economisch Huis in de nieuwsbrief van RetailUpdate toch al een en ander uit de doeken deed. Het gaat erom dat Oostende zich wil profileren als outdoor shoppingcenter waar de sfeer van primordiaal belang is. Niet dat het slecht ging met Oostende als winkelstad, zo zei hij. “Integendeel. Na Brugge is Oostende een favoriet terrein voor investeerders in winkelvastgoed. De huurprijzen zijn hoog, maar we willen vooral klaar zijn met een nog beter concept tegen dat de impact van onder meer online verkoop hard toeslaat”, aldus Vanpraet. “Shoppen en het winkelgebeuren nemen een steeds duidelijkere en prominente rol in. Voor het toerisme zijn het shoppen, de verkeersvrije winkelstraten en de zondagsopeningen belangrijke aantrekkingspolen. We zijn ons centrum aan het hervormen tot een shoppingcenter in open lucht. We plannen overkragingen, zodat mensen in openlucht regenvrij kunnen shoppen. Het komt erop aan dezelfde kwaliteit aan te bieden als indoor.”
Een beeld-kwaliteitsplan bepaalt hoe de stad er moet uitzien Het stadscentrum kan zich gelukkig prijzen dat de periferie zo goed als volgebouwd is en niet echt meer zal uitbreiden. Zo kan volledig op de winkelstraten ingezet worden. Een recente actie was ‘Start to Success’ waarmee men voor leegstaande panden zoekt naar creatieve starters en naar eigenaars die het eerste jaar willen verhuren aan een verlaagd tarief. Naar popups is de Economische Dienst niet op zoek, want in Oostende wordt ook in de winter gewinkeld tijdens de weekends. Winterleegstand is uit den boze. Op het programma staan ook nog het voorzien van meer en goedkopere parkeerplaatsen en het zoeken naar een betere mix tussen ketens en ‘lo-
“Autonome boekhandels zijn een uitstervend ras”
MICHEL KEMP, BOEKHANDEL CORMAN
VASTGOED
“Alles is gericht op de combinatie kwaliteitsvol shoppen en een dagje genieten aan zee”
KOEN LENOIR, CENTRUMMANAGEMENT OOSTENDE
cal heroes’. Het houdt niet op met de plannen: een betere bewegwijzering in de autovrije winkelstraten, free wifi, digitale apps, veiligheid, beleving en vooral veel sfeer. KORTER OP DE BAL Niet dat Koen Lenoir wil verdoezelen dat Oostende aan een remonte toe is na de tegenslagen uit het verleden, zoals de sluiting van RMT, de teloorgang van de Langestraat of de afwachtende houding van een deel van de handelaars. Maar kommer en kwel is het dan ook weer niet. Hij is eigenaar van Deweert Sport in de Hendrik Serruyslaan, ongetwijfeld een van de grootste sportartikelenzaken van het land. De winkel is liefst 4.000 m2 groot en biedt alles aan wat men zich kan bedenken op het vlak van sport, fun, fashion en avontuur. Hij heeft zowat twintig mensen voltijds in dienst. Lenoir was tot voor kort voorzitter van de Verenigde Handelsbonden van Oostende (VHBO). “De VHBO overkoepelde tal van handelsbonden die elk hun eigen bestuur hadden, hun eigen braderij. Iedereen werkte op zijn eigen eilandje. Er was onvoldoende samenwerking”, vertelt Lenoir die ook nog voorzitter was van de Handelaarsbond Shoppingcenter Adolf Buyl. “We hadden te weinig impact op de stad, tot we zijn gaan samenzitten met de stad, het Economisch Huis en de dienst toerisme. En zo zijn we tot een andere structuur gekomen om korter op de bal te spelen. Zes centrumbonden zijn nu ondergebracht onder de vzw Centrummanagement Oostende (CMO) waarvan ik nu voorzitter ben. Die structuur groepeert een 250-tal winkels. Er is ook de kleinere cluster Belle Epoque die drie vroegere bonden heeft samengevoegd. De bond Handelaars Vuurtoren aan de rand van de stad, gaat alleen door.” “De VHBO is ontbonden, net als alle centrumbonden. De nieuwe structuur werkt veel beter, concreter en kostenbesparend en heeft de ondersteuning van een centrummanager”, vertelt Lenoir die nauw betrokken was bij de hervormingen. “We willen de nadruk leggen op de kwaliteit van het winkelaanbod. Daarom lieten we Idea Consult de binnenstad analyseren. Er moet meer service komen door onder meer lockers te plaatsen waar mensen iets kunnen achterlaten om naar het strand te gaan. Er moeten meer openbare toiletten komen, meer infopunten, gemakkelijke looproutes, een aangepast parkeerbeleid en meer ‘local heroes’. Alles is gericht op de combinatie kwaliteitsvol shoppen en een dagje genieten aan zee.”
HOGERE VERSNELLING Plannen zijn er genoeg. “Een aantal ideeën bestaan al langer en zijn sinds kort gerealiseerd, maar nu gaat alles in een hogere versnelling”, aldus Koen Lenoir. “Er is een nieuwe en intensieve interactie met de dienst toerisme die voortaan de braderijen en shoppingdagen organiseert. Ook het invoeren van Late Nights met muzikale acts, rode lopers, goochelaars en animatie blijkt een meerwaarde. Ons doel is een activiteit per maand te hebben. Er is bovendien gewerkt aan een beeld-kwaliteitsplan dat zal bepalen hoe de stad er moet uitzien. Een van de eerste beslissingen was het verwijderen van allerhande promorekken. Shoppers zitten daar echt niet op te wachten. Er is een petitie geweest tegen deze beslissing, maar ondertussen beseffen die winkeliers dat het een goede zaak is voor het algemeen zicht van hun straat. Volgend jaar staat er nog heel wat te gebeuren met de vernieuwing van de winkelstraten, de algemene inrichting en het meubilair van het centrum. In dit verband wordt er ook onderzocht of een paar straten kunnen overkapt worden.” Was er geen perceptie gecreëerd dat Oostende het niet zo goed deed en het handelscentrum een beetje in slaap was gevallen? Lenoir: “Oostende heeft altijd een goed draaiend handelsapparaat gehad. Bij sommige investeerders merkte je wel een afwachtende houding omdat een globale visie ontbrak. Nu dat wel het geval is, zijn er al een aantal trendy winkels en bekende enseignes bijgekomen. We wachten nog op wat high-end modewinkels en een top-visrestaurant! Er is dus al heel wat gebeurd maar CMO en Toerisme Oostende plannen nog veel meer. Om van de stad een echt handelsmerk te maken willen we het zeegevoel naar de stad brengen met bijvoorbeeld helmgras, mooie infobakens, een aangepaste signalisatie enz.” “Cultuur, toerisme, openbare werken, de handel… de neuzen staan nu allemaal in dezelfde richting. Die stakeholders willen het beeld helemaal veranderen. We willen echt innovatief zijn en dat ook uitstralen. De sfeer had hier altijd een prikkelend kantje. Ook het creatieve element van Theater Aan Zee en het nieuwe cultuurcentrum De Grote Post is hier aanwezig. Denk ook aan onze bekende stadsgenoten als Ensor, Arno, Kamagurka, Herr Seele en andere. Dat unieke DNA willen we hier zeker behouden!“, aldus Lenoir. René De Witte
RETAILUPDATE I
37
ETALAGE
AXIS71 LANCEERT DESIGNLAMP VITAL
RETAILDESIGN MET HI-MACS Het Solid Surface materiaal HI-MACS biedt ongekende ontwerpmogelijkheden door zijn unieke samenstelling en producteigenschappen. Het is een materiaal dat via een modern fabricageproces uit 75% natuurlijk mineraal en zuiver acryl wordt samengesteld. Het materiaal is homogeen van opbouw, niet poreus en is bestand tegen vlekken en chemische stoffen. Door de gesloten poriën is het materiaal zeer goed reinigbaar en daardoor zeer hygiënisch. Maar door de speciale samenstelling is het een materiaal dat een grenzeloos design mogelijk maakt en dat qua vormgeving en duurzaamheid aan alle wensen voldoet. HIMACS is namelijk thermisch vervormbaar en nagenoeg naadloos te verlijmen, hierdoor zijn prachtige driedimensionale en organische vormen mogelijk. Zo kunnen zelfs de meest spectaculaire ideeën snel een concrete vorm aannemen. Alle bochten, vormen, hoeken zijn mogelijk.
Axis71, couturier in verlichting en objecten, verbreedde vorig jaar zijn horizon en ging een unieke samenwerking aan met het Chinese Bright, eveneens een specialist in verlichting. Designer Stéphane Lebrun tekende een bijzondere reeks lampen voor Axis71, zoals onder meer de Vital. Deze lamp is verstelbaar, wat hem uniek maakt in zijn soort. Inspiratie haalde de Belgische ontwerper bij een wijnvat. Een roestvrijstalen omhulsel verbergt een draaibare as waardoor je het armatuur van de lamp kan aanpassen. De lichtbundel is verticaal richtbaar tot 90 graden en je kan de lichtbundel tot 360 graden draaien rond de as van de spot. Dankzij deze regelbare verlichting kan je zowel een subtiele als een felle verlichting creëren. De Vital is verkrijgbaar in twee formaten, in het mat wit en brons.
ONTWERP BEVEILIGINGSOPLOSSING MET WEBAPP AXIS
LUMIANCE SUNDIM GEEFT HALOGEEN-DIMERVARING
Axis biedt een intuïtieve nieuwe webapplicatie aan die de tijd en moeite om een complete beveiligingsoplossing te ontwerpen significant vermindert. AXIS Site Designer geeft zowel online als offline advies bij de keuze van camera’s en opname-oplossingen voor kleine en middelgrote systemen. De tool bevat eenvoudige templates voor een verscheidenheid aan beveiligingssituaties en geeft bovendien interactieve begeleiding bij de selectie van de nodige camera’s, opnameproducten en accessoires voor een complete beveiligingsoplossing.
Lumiance voegt de Instar Eco Kit en Stello Comfort met SunDimtechnologie toe aan zijn portfolio led-inbouwspots. De SunDimtechnologie integreert de allernieuwste kleurchiptechnologie, waardoor de Instar Eco Kit en Stello Comfort dimbaar zijn naar een warmere en sfeervolle kleurtemperatuur, net als de geleidelijke verandering in lichtkleur bij het dimmen van een halogeenlamp. Door toevoeging van de SunDim-technologie aan de led-reeksen Instar Eco Kit LED en Stello Comfort, kan Lumiance een van de meest cruciale kenmerken van halogeenverlichting aanbieden aan onze klanten, namelijk dimmen naar een warmere lichtkleur, maar met alle voordelen van de energiezuinige led-technologie. De nieuwe Instar Eco Kit en Stello Comfort SunDim behouden hun uitstekende kleurweergave bij het dimmen, en dit zonder nood aan extra schakelaars of lichtregeling.
38
I RETAILUPDATE
15.000 m2 winkelruimte in Turnova Turnova is een multifunctioneel stadsontwikkelingsproject in hartje Turnhout. Het project bevat 15.000 m2 winkelruimte, een ondergrondse rotatieparking en 250 appartementen. De nieuwe Stedelijke Academie, een viersterrenhotel en verschillende restaurants en cafés maken van Turnova een aangename buurt waar altijd wat te beleven valt. De eerste uitbaters van dit volledig nieuwe stadsdeel pal naast de Grote Markt hebben hun contract al getekend. Albert Heijn opent een unieke stedelijke super-versmarkt van 2000 m2. De kernwoorden van hun concept zijn vers, bewust, lokaal en persoonlijk. Corsendonk Hotel Groep komt met een viersterren hotel naar Turnova. Dankzij een goed uitgerust wegennet en de ligging langs twee snelwegen is Turnova eenvoudig en vlot bereikbaar voor de 517.000 inwoners uit het verzorgingsgebied van Turn-
WWW.TURNOVA.BE
Geïnteresseerd?
hout. Twee invalswegen naar de stad leiden bezoekers zelfs rechtstreeks naar de ondergrondse parking van Turnova.
Paragon Retail Consultancy – Peggy Van der Jeugt – info@paragonretailconsultancy.com – tel +32 471 35 44 55 Group Hugo Ceusters-SCMS – Jeroen Hafkamp – info@scms-ceusters.be – tel +32 3 231 88 76
RETAILUPDATE I
39
SHELF SERVICE
From Shoppers to Buyers
76
%
Verhoog uw verkopen in het winkelpunt en activeer uw merk met de marketingoplossingen van HighCo Shelf Service. Voor, tijdens en na de aankoop.
van de aankopen worden beslist in het winkelpunt !*
100 * POPAI 2015 Studie
%
kans dat de consumenten uw merk aankopen !
Boost uw verkopen met onze tools Activeer uw verkopen INSTORE PROMOTION Communiceer in de winkel INSTORE MEDIA
info@highco.be • +32 (0) 2 467 33 33 www.highcoshelf.be
Animeren van het rayon FIELD MARKETING Waarde creëren INNOVATION