6.# ! Die!ochtend!kon!Babs!amper!uit!bed!komen.!Het!leek!of!haar!ogen!door!een!overijverige! Klaas!Vaak!met!superlijm!waren!dichtgeplakt.!Haar!neusholten!zaten!verstopt.!Ze! betastte!voorzichtig!haar!voorhoofd!dat!elk!moment!uit!elkaar!zou!kunnen!barsten.!Al! haar!spieren,!zelfs!die!waarvan!ze!nooit!wist!dat!ze!er!zaten,!deden!zeer.! Eerst!wiebelde!ze!met!haar!tenen.!Gelukkig,!die!deden!het!nog.!Ze!was!dus!niet!dood.! Welke!dag!was!het!vandaag?!Dinsdag,!oh!nee!maandag.!Of!toch!dinsdag?!Maakte!niet!uit.! Als!het!haar!vrije!dag!was!zou!ze!het!heus!wel!weten.!Hoopte!ze.! Heel!langzaam!liet!ze!haar!ene!been!naar!de!kant!van!het!bed!glijden.!Oef,!dat!deed!zeer.! Haar!hoofd!bonsde!en!even!sloot!ze!haar!ogen.!Met!haar!vingertoppen!masseerde!ze! haar!slapen.! Nu!moest!haar!andere!been!er!bij.!Hoe!moest!ze!dat!in!vredesnaam!voor!elkaar!krijgen.! Een!takel!zou!nu!zeer!welkom!zijn.! Kreunend!duwde!ze!zich!op!haar!ellebogen!overeind.!Dat!was!gelukt.!Vol!verlangen!keek! ze!naar!haar!ochtendjas.!Als!ze!die!kon!bereiken,!kwam!alles!goed!sprak!ze!zichzelf! moed!in.! Met!een!overtuiging!die!ze!zelf!niet!voelde!zette!ze!een!hand!op!de!matras!neer!en!kwam! omhoog.!Haar!hoofd!begon!te!tollen.!Haar!keel!voelde!aan!alsof!er!duizenden!naalden!in! prikten.! Tot!overmaat!van!ramp!liep!het!snot,!geholpen!door!de!zwaartekracht!nu!ze!overeind! kwam,!in!een!grote!bel!uit!haar!neus.!Met!halfdichte!ogen!speurde!ze!rond!op!zoek!naar! een!zakdoek.!Natuurlijk!lagen!die!gewoon!in!de!la!bij!haar!ondergoed.!Welk!mens!had! nou!een!zakdoek!binnen!handbereik!klaarliggen,!nét!wanneer!je!er!één!nodig!had.! Zonder!al!te!veel!moeite!te!doen!veegde!ze!met!de!punt!van!haar!dekbed!langs!haar! neus.! Het!was!lang!geleden!dat!ze!zo!beroerd!was!geweest.!Blijkbaar!was!er!meer!aan!de!hand! dan!alleen!spierpijn!van!het!hardlopen.! De!tranen!sprongen!haar!in!de!ogen!toen!ze!probeerde!te!slikken.!Zonder!nog!een!poging! te!wagen!viel!ze!terug!op!haar!bed.!Ze!had!een!ordinaire!griep.!Het!enige!dat!ze!wilde! was!de!hele!dag!in!bed!blijven!K!en!een!kopje!thee!en!beschuitje!met!aardbeien!en!een! lieve!man!die!haar!vertroetelde!en!allemaal!lieve!woordjes!tegen!haar!zei!K.!Ze!had!zwaar! medelijden!met!zichzelf.!
Oh!nee,!de!winkel,!wat!een!ramp.!Dit!was!voor!het!eerst!dat!ze!ziek!was!sinds!de!winkel! haar!deuren!opende.!Hoe!moest!ze!dat!oplossen?!Tot!nu!toe!deed!ze!alles!alleen.!Ties! beschikte!over!een!sleutel!en!zou!er!die!ochtend!gelijk!om!negen!uur!zijn.!Ze!kon!hem! moeilijk!de!klanten!pikant!ondergoed!laten!verkopen.!Even!nadenken.!Het!kostte!haar! moeite!haar!gedachten!helder!te!houden.!Oh,!ze!wilde!slapen.! Zoë.!Dat!was!de!beste!oplossing.!Althans,!de!enige!oplossing.!Die!had!momenteel!toch! geen!werk.!Gelukkig!stond!de!telefoon!vlak!naast!haar!op!het!nachtkastje.!Voor!het!geval! er!’s!nachts!iemand!zou!bellen!voor!een!noodgeval,!al!wist!ze!niet!wie!haar!nou!zou! kunnen!bellen.! Het!duurde!even!voor!er!opgenomen!werd.!Babs!hoorde!hoe!de!telefoon!aan!de!andere! kant!op!de!grond!viel,!gevolgd!door!een!flinke!vloek.! ‘Ja,’!klonk!het!eindelijk!slaperig.! ‘Zoë,!met!Babs.!Ik!heb!je!nodig.!Mijn!hoofd!zit!vol!snot!en!mijn!keel!staat!in!de!brand!en! als!ik!mijn!rechter!arm!optil!doet!mijn!linker!bil!rare!dingen.’! ‘Wil!je!dat!ik!het!alarmnummer!voor!je!bel?’!vroeg!Zoë!behulpzaam.! Dit!was!een!slecht!idee.!Het!ging!nooit!werken.!Babs!haalde!diep!adem,!telde!tot!tien,!en! ademde!nog!een!keer!heel!diep!in.!‘Zou!jij!voor!mij!de!winkel!kunnen!runnen!vandaag?! Het!is!maar!voor!een!dagje,!morgen!voel!ik!me!vast!een!stuk!beter.’! Het!was!lange!tijd!stil!aan!de!andere!kant!van!de!lijn.!Te!lang.!‘Zoë?!Ben!je!daar!nog?’! ‘Sorry,!ik!moest!even!de!nagels!van!mijn!tenen!knippen.!Wat!vroeg!je!ook!al!weer?!Oh!ja,! of!ik!de!winkel!wil!doen.!Natuurlijk,!niks!aan!de!hand.!Is!het!goed!dat!ik!mijn!nieuwe! gezichtsmasker!meeneem?!Het!zal!vast!hartstikke!rustig!zijn.’! Als!haar!keel!fluweelzacht!aanvoelde!had!ze!nu!haar!twijfels!ingeslikt.!Misschien!kon!ze! beter!zelf!gaan.!Haar!hoofd!bonsde!echter!zo!hard!dat!ze!die!hoop!al!snel!liet!varen.! ‘Ties!heeft!de!sleutel.!Hij!blijft!maar!kort!vandaag.!Als!er!problemen!zijn,!bel!je!mij!maar.’! Zoë!legde!de!telefoon!neer.! ‘Wie!was!dat?’!Tim!gespte!zijn!riem!vast!en!gaf!haar!een!afscheidszoen.! ‘Eh,!Trudy.!Of!ik!vandaag!op!tijd!kon!komen,’!loog!Zoë.! ‘Slimme!vrouw,’!merkte!Tim!op.!‘Ik!ben!vanavond!laat,!ik!heb!Lars!beloofd!bij!zijn! nieuwe!huis!langs!te!gaan.!Hij!heeft!me!gevraagd!of!ik!er!het!een!en!ander!aan!wil! verbouwen!voor!hij!er!gaat!wonen.!Het!schijnt!nogal!klein!en!slecht!onderhouden!te! zijn.’! Hij!gaf!haar!een!speelse!tik!op!haar!achterste.!
! Anderhalf!uur!later!stond!Ties!ongeduldig!te!wachten!toen!Zoë!eindelijk!arriveerde.!Hij! moest!naar!een!andere!opdrachtgever!en!was!nu!al!te!laat!voor!die!afspraak.!Hij!liet!haar! zien!waar!alles!stond!en!verdween!voor!ze!wat!kon!vragen.! Zoë!keek!de!winkel!rond.!De!lingerie!was!per!kleur!gerangschikt!bij!elkaar!gehangen.! Rechts!hingen!de!nachtgewaden!naast!de!hemdjes,!achter!in!de!winkel!stond!een!schap! met!eenvoudige!onderkleding,!zwart!en!wit!keurig!gescheiden.! Doelgericht!liep!ze!op!een!rek!af!met!gewaagde!zwarte!kanten!beha’s.!Precies!haar! smaak.!Argeloos!keek!ze!over!haar!schouder.!Geen!klant!te!bekennen.!Ze!riste!de!juiste! maat!van!het!rek!en!verdween!in!het!pashokje.! Kirrend!draaide!ze!voor!de!passpiegel!heen!en!weer.!Het!stond!haar!geweldig,!al!zei!ze! het!zelf.!Haar!borsten!kwamen!mooi!uit!door!de!ronde!pasvorm.!Babs!zou!het!vast!goed! vinden!als!ze!deze!meenam.!Ze!wist!niet!dat!werken!zo!leuk!kon!zijn.! De!winkelbel!verstoorde!haar!pret.!Ze!kon!moeilijk!half!naakt!de!winkel!binnen!stappen.! Het!zou!wel!goede!reclame!zijn,!dacht!ze!grinnikend,!om!de!koopwaar!te!showen.! Ze!trok!haar!zwarte!shirt!over!haar!hoofd.!Het!kaartje!van!de!beha!stopte!ze!tussen!het! bandje!voordat!ze!het!gordijn!van!de!paskamer!opende!en!nonchalant!de!winkel! instapte.! Bij!de!kassa!stond!een!man!met!zijn!rug!naar!haar!toe.!Ze!liep!om!de!rekken!heen!en! wilde!vragen!of!ze!hem!ergens!mee!kon!helpen.! Ontstelt!keek!ze!naar!de!man.!Die!brede!rug,!dat!korte!haar,!de!broek!vol!verfvlekken,! dat!kon!niet.!Haar!ogen!vlogen!rond!op!zoek!naar!een!plek!om!zich!te!verstoppen.!Te! laat,!de!man!hoorde!gerommel!achter!hem!en!draaide!om.!Verstijfd!van!schrik!bleef!ze! wachten!tot!Tim,!want!die!was!het,!zou!ontdekken!dat!niet!Babs!maar!zij!het!was.! Zijn!eerste!gedachte!was!dat!hij!zich!in!de!dag!vergiste!en!het!haar!vrije!dag!was,!maar! toen!kwam!het!telefoongesprek!van!die!ochtend!naar!boven.!De!uitdrukking!op!zijn! gezicht!veranderde!van!verrassing!naar!onzekerheid.!Waarom!was!Zoë!hier,!in!plaats! van!de!kapsels!van!klanten!te!bederven?! ‘Hoi,’!was!het!enige!dat!Zoë!kon!bedenken.! Ze!beet!op!haar!onderlip.!Dit!was!haar!kans!het!hem!te!zeggen,!ze!moest!het!eens! vertellen.!Alleen!zou!hij!het!niet!leuk!vinden!als!hij!de!waarheid!hoorde.! ‘Wat!doe!jij!hier?!Waar!is!Babs?’!
Waar!kon!ze!het!beste!beginnen.!Ze!zou!natuurlijk!haar!truitje!uit!kunnen!doen!en!de! delicate!kanten!beha!in!de!strijd!kunnen!gooien.!Iets!vertelde!haar!dat!ze!dat!beter!even! kon!uitstellen.! ‘Wat!kom!jij!hier!eigenlijk!doen?’!vroeg!Zoë!om!tijd!te!winnen.! ‘Ik!wilde!als!verrassing!iets!moois!voor!je!kopen!omdat!we!vandaag!precies!vier!weken! samenwonen.!Geef!antwoord!op!mijn!vraag.’! Nou!zeg,!ze!was!geen!klein!kind!meer.! ‘Babs!is!ziek!en!ik!vervang!haar.’! Wellicht!nam!hij!genoegen!met!deze!korte!uitleg.!Ze!had!beter!kunnen!weten.!Tim!trok! slechts!vragend!zijn!wenkbrauw!op.! ‘En?’! ‘En,’!ze!haalde!diep!adem,!‘aangezien!ik!toch!geen!baan!heb!dacht!ik!dat!ik!haar!best!een! dagje!kon!helpen.’!Als!ze!het!snel!genoeg!zei!zou!hij!het!niet!eens!in!de!gaten!hebben.! ‘Hoe!bedoel!je,!nu!je!geen!baan!hebt?!Ik!dacht!dat!je!Trudy!vanochtend!aan!de!lijn!had.! Zoë,!wat!is!er!aan!de!hand.’!Zijn!gezichtsuitdrukking!veranderde!in!ergernis.! ‘Oké,!als!je!het!dan!persé!wil!weten.!Trudy!heeft!me!ontslagen!en!nu!zit!ik!al!een!week! zonder!werk,’!zei!Zoë,!boos!dat!hij!zo!aandrong.! Tim!verzette!zijn!gewicht!op!zijn!andere!been.!‘Je!baan!kwijt?!Hoe!kan!dat!nou.!Dus!als!ik! het!goed!begrijp!heb!je!al!die!tijd!tegen!me!gelogen.’! Toen!Zoë!niet!antwoordde!ging!hij!verder.!‘Hoe!kun!je!dat!doen.!Ik!dacht!dat!we!altijd! eerlijk!tegen!elkaar!zouden!zijn.!Ik,’!hij!haalde!zijn!hand!door!zijn!haar,!‘ik!denk!dat!het! beter!is!als!we!elkaar!voorlopig!niet!zien.’! Zoë!keek!wanhopig!toe!hoe!hij!met!grote!passen!weg!beende.!Dit!liep!helemaal!verkeerd.! Ze!rende!achter!hem!aan!naar!buiten!en!wilde!hem!vastpakken!voor!hij!in!zijn!auto!kon! stappen!en!wegrijden.!Het!alarmsysteem!begonnen!doordringend!te!piepen!toen!de! kanten!beha!de!diefstalpoortjes!passeerde.! ‘Tim,!wacht.’!Ze!kwam!nauwelijks!boven!de!herrie!uit.! Tim!reed!met!piepende!banden!weg.! ‘Oh,!hou!je!kop,’!schreeuwde!ze!tegen!de!poortjes.! ! Lars!gebruikte!de!reservesleutel!die!ze!voor!noodgevallen!hadden!en!opende!zacht!de! deur,!er!voor!zorgend!dat!hij!Babs!niet!zou!wekken!als!ze!net!lag!te!pitten.!
Babs!zat!echter!rechtop!in!bed!tegen!haar!hoofdkussen!aangeleund.!Ze!had!net!een!paar! uur!geslapen.!Uit!verveling!keek!ze!nu!naar!een!oude!tvKserie!die!voor!de!zoveelste!keer! herhaald!werd.! ‘Hallo!schoonheid.!Hoe!voel!je!je?’!begroette!hij!haar.! Help,!ze!dag!er!vreselijk!uit.!Ze!trok!het!dekbed!op!tot!aan!haar!kin!en!probeerde! tevergeefs!met!een!beetje!spuug!haar!piekende!haren!in!bedwang!te!krijgen.!Had!ze!er! nou!maar!aan!gedacht!het!raam!op!een!kier!te!zetten!zodat!er!in!ieder!geval!wat!frisse! lucht!de!kamer!in!was!gekomen.!Het!stonk!in!de!kamer!waarschijnlijk!alsof!er!in!geen! weken!gelucht!was.! ‘Ik!voel!me!alsof!ik!gisteren!de!hele!avond!heb!gedronken!en!er!nu!achter!kom!dat!ik! daar!niet!tegen!kan.!En!ik!heb!er!niet!eens!van!kunnen!genieten.!Mijn!maag!lijkt!wel!een! vulkaan!die!op!uitbarsten!staat!en!mijn!neus!zit!vol!met!watten.’! Lars!kwam!op!het!puntje!van!haar!bed!zitten.!Babs!zakte!nog!wat!verder!onder!het! dekbed.!Hij!keek!haar!onderzoekend!aan!en!ze!draaide!haar!ogen!verlegen!weg.! ‘Zal!ik!wat!sinaasappels!voor!je!uitpersen?!Je!kunt!wel!wat!vitamines!gebruiken.’! De!hele!ochtend!moest!ze!zelf!voor!alles!zorgen.!Nu!Lars!er!was!kon!ze!eindelijk! instorten.!Behalve!dat!dat!niet!cool!zou!zijn!natuurlijk.!Alsof!ze!zo!cool!was!met!haar! vuurrode!wangen,!haar!gesnotter!en!zonder!makeKup.! Ze!hoorde!Lars!in!de!keuken!rommelen.!Ze!moffelde!een!vieze!zakdoek!onder!haar! kussen!weg!en!spoot!het!eerste!wat!ze!voorhanden!had,!haar!deodorant,!in!de!lucht.! Even!later!hoorde!ze!het!geronk!van!de!elektrische!pers.! Haar!hoofd!bonkte!als!een!gek.!Als!ze!nou!even!ging!liggen,!heel!even!maar.!Het!geronk! was!opgehouden.!Op!de!achtergrond!rende!over!het!beeldscherm!een!butler! schreeuwend!achter!de!kinderjuf!aan.!Haar!oogleden!vielen!als!vanzelf!dicht.! Lars!wist!de!weg!in!de!keuken!en!pakte!een!dienblad,!een!hoog!glas!en!smeerde!een! beschuitje!met!kaas.! ‘Alsjeblieft.!Ik!heb!gelijk!wat!te!lezen!meegenomen.!Babs?’! Lars!boog!over!haar!heen.!De!deken!was!tot!haar!middel!afgegleden!en!hij!trok!hem! omhoog.! ‘Je!bent!een!schat,’!mompelde!ze!in!haar!slaap.! Hij!voelde!aan!haar!voorhoofd!of!ze!koorts!had.!Het!glas!sap!en!de!beschuit!zette!hij!op! het!nachtkastje!naast!haar,!voor!als!ze!straks!wakker!werd,!en!legde!de!krant!ernaast.!Hij! zette!de!televisie!uit!en!verliet!ongemerkt!de!woning.!
!