4 minute read

dossier jongens versus meisjes, welke stereotypen leven nog?

Leven er nogstereotypen

tussenjongens en meisjes binnen de Chirowerking?

Advertisement

Dubbelpunt lanceerde een vragenlijst en verzamelde antwoorden van leiding in gemengde Chirogroepen (52,2%) en aparte Chirogroepen (47,8%). De antwoorden waren verrassend, of juist niet. We geven jullie graag een inkijk in de stereotypen die nog leven tussen jongens en meisjes in de Chiro.

Door Kato en Rani

VERRASSENDE PERCENTAGES

Een eerste kleine verrassing die we tegenkwamen, is dat drie vierde zelden of nooit knutselt, terwijl hetzelfde aantal regelmatig of soms ruige spelen doet. De kans dat de hoofdoorzaak genderstereotypen zijn, schatten we eerder klein in. Een derde zit in een meisjesgroep. Een groot deel daarvan zegt zelden of nooit te knutselen. Hoewel het hier misschien niet de hoofdoorzaak is, schuiven we het niet meteen weg. Een man uit een jongensgroep vertelt dat ze amper knutselen omdat het vaak als vrouwelijk wordt beschouwd. Hijzelf vindt dat ook jammer: “Knutselen kan de leden en leiding stimuleren om creatief te zijn en outside the box te denken. Zeker bij de jongere afdelingen.”

De grote meerderheid vindt dat zij kunnen doen wat ze willen, ongeacht hun gender. Bij 20 procent is dat echter niet altijd het geval. Dat geldt voor alle genders, ook bij cismannen. Zo vindt een man dat dansen als iets raars wordt gezien en iemand anders dat het niet volledig geaccepteerd wordt om een ‘typische vrouwenwerking’ te geven als er veel jongens bij zijn. In de antwoorden van de vrouwen valt op dat ze op meerdere manieren wegens hun gender niet serieus worden genomen:“Bij sommige onderwerpen tijdens de leidingskring – denk aan infrastructuur – wordt er minder naar mij geluisterd dan naar mannen, terwijl ik vaak meer kennis heb over dat vakgebied dan anderen.”

“Voor de zware taken, zoals zware zaken opheffen of de zogezegd mannelijke zaken, wordt er niet aan de vrouwen gevraagd of ze willen meehelpen. Ze gaan er direct van uit dat we het niet kunnen.”

Twintig procent is geen klein aandeel. We zijn uiteraard blij dat het grootste deel die beperking niet ervaart. Als we erop doorvragen, lijkt de aard van de groep (gemengd of niet gemengd) een

jan van bostraeten

grote rol te spelen, al is het resultaat wel hetzelfde. Personen in gemengde groepen vinden dat ze volledig geaccepteerd worden, net omdat ze alles samen doen. Personen in aparte groepen ervaren hetzelfde, maar dan net omdat ze apart zijn. Zo gaf iemand aan dat de meisjes in haar groep meer zichzelf kunnen zijn en minder het gevoel hebben zich te moeten bewijzen.

Dat vraagt wat dieper onderzoek.

GEMENGDE GROEPEN

75% van de gemengde Chirogroepen spelen alle spelletjes samen. Een kwart splitst zich dus af en toe op. De vaakst gehoorde antwoorden hebben te maken met meisjes die rustiger activiteiten willen doen en de jongens die ruigere spelletjes doen.

Niet alleen leiding maakt een onderscheid, ook leden zelf. Bij de helft van de bevraagde Chirogroepen maken leden tijdens een spel een verschil tussen jongens en meisjes. Hoe gaat leiding daarmee om? Twee derde probeert bewust de genders te mengenzodat het verschil minder groot wordt. 27% ziet het anders: zij zeggen dat er vaak weinig te doen is aan dat verschil tussen jongens en meisjes en dat het op die leeftijd normaal is om er onderscheid tussen te maken.

Wanneer die gemengde Chirogroepen een activiteit organiseren, zegt iets meer dan de helft dat er geen verschil is in welke taken jongens en meisjes doen. 37% zegt dat de jongens de fysiek zware taken op zich nemen en bij een kleiner deel doen de meisjes in grote mate de organisatorische taken. Bijna 80% is tevreden met die taakverdeling, maar dat betekent dat iets meer dat 20% de verdeling toch liever anderszou zien.

GESCHEIDEN GROEPEN

Maar liefst 85 % van de bevraagde gescheiden groepen gaf aan dat ze tevreden zijn om op basis van geslacht gescheiden te zijn. Zoals vermeld, speelt onder andere het argument mee dat ze apart meer zichzelf kunnen zijn. Daarnaast zijn er volgens een aantal groepen te veel verschillen in de werking, waardoor er frustraties ontstaan. Andere groepen hebben simpelweg te veel leden om één groep te vormen.

In de antwoorden vonden we een interessante tendens. Als een Chirogroep vanaf het begin gemengd is, is de kloof tussen jongens en meisjes duidelijk minder groot. Gescheiden Chirogroepen die samen spelen, merken dat ze zeer verschillend zijn. Hun aanpak, regels, werking en instelling zijn anders en daardoor kan het botsen tussen jongens en meisjes. Een kleiner deel van de antwoorden vertelt ons dat anderen liever in een gemengde Chirogroep hadden gezeten. Zo kan het leerrijk zijn om met mensen van ‘het andere geslacht’ samen te werken, hadden anderen liever ruigere spelen gespeeld en ziet leiding dat jongens en meisjes een positieve invloed hebben op elkaar. Zo trekken ze elkaar mee in spelletjes en uit de comfortzone. Verrassend: meer dan 50% deelt een heem met ‘het andere geslacht’ en maar liefst 41% organiseert al hun activiteiten samen. Gescheiden groepen zijn dus niet altijd zo gescheiden!

This article is from: