Fundamentenstudie

Page 1

Fundamentenstudie

Fundamentenstudie Pinkstergemeente Morgenstond Zoetermeer (2007)


Peter en Nienke Deege Hans Dercksen (Feedback) Bijgewerkt na overleg met de studieleiders

Fundamentenstudie Pinkstergemeente Morgenstond Zoetermeer (2007)


3 Inhoudsopgave Studie

Omschrijving

1

Inleiding en doel

2

De Bijbel

3

Wie is Jezus

4

Schepping van God

5

Zondeval

6

Bekering en wedergeboorte

7

Geloof in God

8

Doop in water

9

Doop in de Heilige Geest

10

Vrucht van de Geest

11

Gaven van de Geest

12

Handoplegging

13

Opstanding der doden en het eeuwig oordeel

14

De gemeente en zielszorg in de gemeente

15

Scheiding tussen licht en duisternis Vijand van God en de mensen Vangarmen van de duisternis

16

Engelen

17

Dienstbaarheid in de gemeente

17

Bijlage bij studie 17

Fundamentenstudie Pinkstergemeente Morgenstond Zoetermeer (2007)


4

Studie 1 1

Inleiding en doel

Inleiding .

De fundamentenstudie kan met elkaar in de kring worden gedaan, maar kan ook persoonlijk worden gedaan of twee aan twee. Onze voorkeur gaat uit om met elkaar Gods Woord te onderzoeken. Door Zijn Woord spreekt God tot ons persoonlijk. Vandaar uit is het kostbaar te merken hoe we elkaar in de studie kunnen aanvullen. Gods Woord bouwt ons op. Daarom is het nodig om regelmatig Gods Woord te overdenken. Wil deze fundamentenstudie tot zijn recht komen, dan zullen we thuis de behandelde lessen verder door moeten werken. Fundamentenstudie betekent: studeren in Gods Woord en principes leren toepassen. In de brief aan Hebreeën staat in hoofdstuk 6:1-3 het fundament genoemd: / / / / / /

Bekering van dode werken Geloof in God Leer van dopen Oplegging der handen Opstanding der doden Eeuwig oordeel

De schrijver zegt, dat hij op deze onderwerpen niet meer terugkomt. In deze studie doen wij dit wel. Deze en vele onderwerpen meer komen aan de orde. Ongetwijfeld zullen wij soms meer vertellen, dan in de studies staat aangegeven. Daarom is het goed om aantekeningen te maken en deze bij de studies te bewaren. U krijgt hiervoor een map, waarin u alle studies bij elkaar kunt bewaren. In de tijd die er ligt tussen de studieavonden, vragen wij u de studies en de teksten door te nemen, te overdenken en door te bidden met uw Hemelse Vader. 2

Doel van de fundamentenstudie

Paulus schrijft aan Timoteus in 2 Tim. 3:16-17 AElk van God ingegeven schriftwoord is nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren, en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust@ . De hele Bijbel is Gods geïnspireerde Woord. Het is betrouwbaar en bij het lezen moeten we ook wat we gelezen hebben in de praktijk brengen. Gods Woord geeft richtlijnen voor ons leven en het brengt ons dichter bij God. Door Zijn Woord maakt God ons klaar, opdat Hij ons voor alle goed werk kan gebruiken.

Fundamentenstudie Pinkstergemeente Morgenstond Zoetermeer (2007)


5 ---

Bij weerleggen, gaat om het bestrijden van de dwaalleer en valse voorstellingen (Joh 16:8; Efeze 5:11-13); Bij verbetering gaat het Grieks uit van het Aweer oprichten@ . In Hebr. 12:12 betekent dit Arechtmaken@ ; de juiste weg gaan. Het Griekse woord voor verbeteren heeft de ook de volgende betekenissen in zich: “oprichten en herstel”. Dat vinden we terug in Hebr.12:12. Door Gods Woord te lezen, te bestuderen zal de mens herstellen. Gods Woord geeft Leven. (Joh 6:51)

Ook het Oude Testament is in al zijn delen van God ingegeven, Gods adem is erin.(dit is de letterlijke vertaling). Paulus beroept zich dan ook heel vaak op de hele Schrift. (Let eens op 1Cor. 15:3-4; Rom. 15:4) Wij zullen, dat in de fundamenten studie ook doen. Het doel is om zo hersteld te zijn, dat we voor alle goed werk volkomen bruikbaar zullen zijn en de vrucht van de Geest (Galaten 5:22) zullen zien groeien in ons leven Bedenk daarbij, dat het ene werk niet belangrijker is dan het andere. Als Hij het te doen geeft, dan is dit tot op-(uit)bouw van Zijn gemeente. Vraag: 3

Lijkt u dit een realistisch doel?

Fundament

Fundament komt van funderen. Het woordenboek geeft hiervoor aan: -grondvesten, doen rusten, bouwen op. Ook in ons leven is het van belang hoe het fundament wordt gelegd en dan is de vraag: AWaar bouwen we op? Op welk fundament?@ Het fundament bepaalt hoe sterk het gebouw is. Waar bouw je op? Op je eigen successen, rijkdom, of bouw je je leven op Jezus Christus? Laat je dat patroon toe in je leven? In 1 Cor. 3:11 staat: Vragen:

AWant een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen@ .

Als er een gebouw gebouwd moet worden, dan is er een ontwerper (architect) en uitvoerder. A Wie is dit in uw leven? (Hebr. 11:10) B Wat wordt bedoeld met Mat. 7:24-27? C Ben je in de gemeente elkaars concurrenten? (1 Cor 3:8-9)

Fundamentenstudie Pinkstergemeente Morgenstond Zoetermeer (2007)


6 4

Bouw van een geestelijk huis

Gelovige mensen komen samen in een gemeente en dan gaat het er om hoe we op het fundament Jezus Christus bouwen. In de zuiverheid hebben we niet alleen een verantwoording voor ons zelf, maar ook voor hen die om ons heen zijn. Vraag: 5

Wat zegt Bijbel in 1 Petrus 2:5 Hierover?

Afsluitende tekst

Mat. 5:48 AGij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is@ . Als we deze tekst lezen, dan bekruipt ons het gevoel en de vraag: Ahoe is dit mogelijk?@ In dit leven zullen we niet perfect zijn en zullen fouten maken. We zullen ook zondigen. Indien we dit in ons leven constateren, dan gaat het erom dat we 1 Joh.1:7-10 in praktijk brengen. Met volmaakt wordt rijpheid en volwassenheid bedoeld. In de vertaling van Het Boek Ade Praktische lessen@ worden de volgende levensgebieden genoemd waaraan we mogen werken: a ons karakter b onze heiligheid c onze rijpheid We mogen ons naar die volmaaktheid uitstrekken en werken in bovengenoemde levensgebieden, omdat we alleen door het offer van Christus volmaakt kunnen zijn. Ons eigen vlees kan dat nooit. Alleen als we onze eigen-ik van de troon afhalen en Christus op de troon van ons leven laten plaatsnemen kan God in ons Zijn werk doen. De bron van onze volmaaktheid is Christus, omdat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest volmaakt zijn. Volmaakt betekent dus, dat we volkomen onder de leiding van de Heilige Geest staan en andere mensen liefhebben zoals God ons liefheeft. Dit is alleen mogelijk door God zelf (Rom 5:5).

Fundamentenstudie Pinkstergemeente Morgenstond Zoetermeer (2007)


Studie 2 1

De Bijbel

Algemeen

Het woord Bijbel is afgeleid van het Griekse woord biblia en dit betekent boeken. De Bijbel bestaat uit 66 boeken, die in verschillende tijden en op verschillende plaatsen onder leiding van de Heilige Geest bij elkaar zijn gekomen en gebleven. Gods Geest is de eigenlijke auteur. De boeken van de Bijbel die ook wel heilige Schrift worden genoemd is het door God geopenbaarde Woord aan de mens (Deut. 29:29). In dit tekstgedeelte zegt Gods Woord, dat we niet moeten zoeken naar de dingen die voor ons mensenkinderen verborgen zijn. Wat geopenbaard is, dat is wat in Gods Woord staat (2 Tim 3:16). Daar moeten we ons bijhouden. In de tijd dat Deuteronomium geschreven werd was de Here Jezus nog niet gestorven voor onze zonden. Vandaar de verwijzing naar de geschreven wet van God. Verder is de Bijbel onderverdeeld in het Oude- (39 boeken) en het Nieuwe Testament (27 boeken). Het Oude Testament handelt over de tijd voordat de Here Jezus geboren werd en het Nieuwe Testament vanaf de geboorte van de Here Jezus en het ontstaan van de eerste gemeenten van de Here Jezus. We noemen de 66 boeken ook wel de canonieke boeken. Canon betekent regel, meet-of richtsnoer. Daarnaast kennen we nog de apocriefe boeken. De aanduiding apocrief betekent: verborgen. Uit deze boeken komen de verhalen van de Maccabeeen en hieruit komen de verhalen van het vagevuur. Voor ons zijn dit niet betrouwbare boeken, omdat ze niet het gezaghebbende woord van God dragen. 2

Vertalingen

Het Oude Testament is grotendeels geschreven in het Hebreeuws en het Nieuwe Testament in het Grieks. We noemen de oorspronkelijke taal de grondtekst en dit waren in die tijd de wereld-talen. Nu zijn het dode talen. Deze talen moeten niet verward worden met het moderne Hebreeuws en Grieks. Dit zijn levende talen zijn en veranderen net als de Nederlandse taal. De dode talen veranderen niet meer en dat heeft als voordeel dat de oorspronkelijke tekst in de oorspronkelijke taal bewaard blijft. We kunnen de Bijbel niet letterlijk vertalen uit de grondtekst. Bij het vertalen moeten soms omschrijvingen worden gebruikt. Omdat elke tijd weer anders is, verschijnen er regelmatig nieuwere vertalingen. De woordkeus wordt dan vaak door de vertaler gemaakt. Denk maar eens aan de tijd waarin de Statenvertaling verscheen en onze NBG- vertaling. Vergelijk deze vertaling dan maar weer met Het Boek. Hoe ouderwets de Statenvertaling ook lijkt, het is wel de vertaling die dichter bij de grondtekst is gebleven dan latere vertalingen. Soms zijn de woorden tussen (........) gezet. Deze woorden zijn er tussen gezet om de tekst duidelijker te maken. Voorbeelden hiervan zijn: Marcus 4:10; Marcus 6:31, etc. Dan zijn er nog soms gedeelten tussen [.......] gezet. Deze tekst geeft aan, dat het niet in alle handschriften is teruggevonden. Voorbeelden: Marcus 16:9-20; 1 Joh 5:7-8. Dat deze gedeelten in het Woord van God terecht zijn gekomen, geeft aan dat we deze gedeelten ook als het geïnspireerde Woord van God beschouwen. De gedeelten tussen (….) en [….] is in de NGB51 vertaling zichtbaar.


De belangrijkste Nederlandse vertalingen in de 19e en 20e eeuw: 1830

J.H. v.d. Palm, Bijbel. Een tamelijk ingrijpende herziening van de Statenvertaling.

1868

Het Nieuwe Testament, in opdracht van de Algemene Synode der Nederlands Hervormde Kerk opnieuw uit de grondtekst vertaald.

1899-1901 Leidse vertaling, Oude Testament. Door een commissie van hoogleraren aan de Leidse Universiteit. 1912

Leidse vertaling, Nieuwe Testament. Deze was het werk van de Leidse hoogleraar Dr. H. 0ort.

1921

Vertaling Obbink-Brouwer. Verkorte uitgave van het Oude Testament, 0pnieuw uit de grondtekst vertaald door en onder leiding van Prof. Dr. H. Th. Obbink. Het Nieuwe Testament, vertaald door Prof. Dr. A. M. Brouwer.

1939

Canisiusvertaling. Een complete nieuwe vertaling uit de grondtekst, uitgegeven door de Apologetische Vereniging "Petrus Canisius".

1951

Bijbel vertaald uit de grondtekst in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap door een daartoe benoemde commissie. Het Nieuwe Testament kwam afzonderlijk reeds in 1939 van de pers.

1960

Nieuwe Testament uit de grondtekst vertaald in opdracht van de Katholieke Bijbelstichting.

1960-1973 Het Oude Testament, uitgave in 5 delen, in opdracht van de Katholieke Bijbelstichting uit de grondtaal vertaald. 1965

Het Nieuwe Testament, in de taal van onze tijd, door Anne de Vries. In samenwerking met drs. Henk de Vries en Prof. Dr. P.A. van Stempvoort.

1972

Het Nieuwe Testament in de omgangstaal: "Groot Nieuws voor U". Vertaling uit de grondtaal. Uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting gezamenlijk.


Recentere vertalingen Recentere vertalingen zijn die van het Groot Nieuws en Het Boek. Het Boek is een parafrase vertaling; d.w.z. dat bij het vertalen meer gelet is op de bedoeling van tekst. Deze vertaling is zeer aan te bevelen, doch voldoet niet als men uitvoerig bijbelstudie wil doen. Verder is aan te bevelen: AHet Leven/praktische lessen@ . Deze editie bevat het Oude- en het Nieuwe Testament. Het geeft inzicht in de achtergronden en toepassingen in het dagelijks leven. Als men groeien wil is het goed om dit boek aan te schaffen. De allernieuwste ontwikkeling is, dat het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting sinds 1993 bezig zijn geweest met de Nieuwe Vertaling. Deze vertaling is in 2004 gereed gekomen. In deze bijbelvertaling zijn ook weer dingen zichtbaar die in de Statenvertaling ook zichtbaar zijn. Kijk eens naar Psalm 111 in de Statenvertaling en in de Nieuwe Bijbel Vertaling. Daar treffen we de letters van het Hebreeuwse alfabet aan. Dat maakt ons duidelijk, dat de regels van deze Psalm in de grondtekst steeds beginnen met de eerstvolgende letter van het Hebreeuwse alfabet. Nog een onderscheidt t.o.v. NBG51. In de Nieuwe Bijbel Vertaling is door de indeling poëzie duidelijk te ontdekken. Zie b.v. Joel 2:21-23 of proza (zie dan vers 25). Dat maakt het begrijpen en het lezen van Gods Woord ook levendiger. Kijk ook eens naar de Psalmen en Spreuken. In heel de Nieuwe Bijbel Vertaling ontdekken we deze indeling. Welke vertaling gebruiken wij: Wij raden voor het dagelijkse gebruik en op grond van de betrouwbaarheid de volgende vertalingen aan: De Statenvertaling, De NBG uit 1951, Het Boek en de vertaling van Prof Brouwer (eventueel de Petrus Canisiusvertaling), Het Boek of de Nieuwe Bijbel Vertaling aan. Voor de Bijbelstudies willen wij de Statenvertaling en of de NBG51 vertaling aanbevelen. Deze vertalingen staan dichter bij de grondtekst. Aanbeveling bij het dagelijks Bijbellezen Welke vertaling we gebruiken is niet zo heel belangrijk. Het verrijkt als we verschillende vertalingen naast elkaar leggen. Voor het dagelijkse Bijbellezen bevelen wij één vaste vertaling aan. Als we elke dag de ene vertaling en de andere dag de andere vertaling gebruiken, dan wordt de Bijbel niet ons eigen meer en raken we in de Bijbel ook niet thuis. De toekomst Tegenwoordig wordt meer aan vertalen gedaan dan ooit tevoren. Buiten het wereldwijde programma van de Wycliff Bijbelvertalers en de Verenigde Bijbelgenootschappen zijn er nog verscheiden andere zendingsbureaus aan het werk. Wycliff begon in de veertiende eeuw met een vertaling in het Engels. Sindsdien is de complete Bijbel in 371 talen gereed gekomen, terwijl het N.T. in 960 talen en delen van de Bijbel in 902 talen is vertaald. Wereldwijd worden 6700 talen gesproken en zijn er nog ongeveer 2000 vertalingen nodig. Dan heeft iedere taalgroep de Bijbel in de eigen taal.


Hier en daar maken individuele personen en groepen hun eigen vertalingen. Duizenden zijn bezig om de Bijbel aan te bieden in een woordkeus die de gewone man kan begrijpen. Er zijn nog altijd honderden stammen, meestal kleine, met een taal waarin nog geen vertaling bestaat. Bovendien veranderen de talen. De geleerden van de Verenigde Bijbelgenootschappen rekenen, dat, om deze veranderingen bij te houden, in elke taal iedere dertig jaar een nieuwe vertaling nodig is.

3

Het Woord van God. Hoe gaan we ermee om?

2 Tim. 3:16-17 AElk van God ingegeven schriftwoord is nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren, en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust@ . In de Statenvertaling staat: AAl de Schrift is door God ingegeven.....@ Het woord ingegeven komt uit het Grieks, wat letterlijk betekent A geblazen@ . We kunnen dus zeggen, dat de Adem van God in de hele Schrift aanwezig is.


2 Petrus 1:21 AWant nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken@ . Τ Τ

Hieruit blijkt, dat God zelf Zijn Woord op een organische wijze heeft gegeven aan de mens. Mensen, zoals de profeten, hebben Gods boodschappen opgeschreven, alsmede de lessen uit het leven met God. Soms ook op een mechanische wijze, waarbij de persoonlijkheid van de schrijver werd uitgeschakeld. Denk aan de Openbaring van Johannes.

Een teken aan de wand is de uitspraak: AGods Woord is in de Bijbel@ . Hieruit zou volgen , dat de Bijbel niet in alles Gods Woord is. Wij geloven, dat de hele Bijbel Het Woord van God is ( 2 Tim 3:16). In de hele Bijbel gaat het om Gods redding. Gebeurtenissen die in de Bijbel worden verteld zijn er om uit te leren. Bijvoorbeeld: 1 Cor.10:6-11. (Lees de hele perikoop) Vaak staan er ook gebeurtenissen in de Bijbel waarbij we door het culturele jasje moeten heenkijken om de les eruit te kunnen trekken. Een paar voorbeelden: a

1 Cor 8

Wat Paulus over het eten van het offervlees vertelt, kennen wij niet zo in onze westerse wereld. Wat doe je er dan mee? We moeten de kern eruit proberen te halen en toepassen in ons leven. Eerst kijken wat het toen betekende in die situatie. Welke les trekken wij uit dit stukje?

b

Joh 13 1:20

De voetwassing werd vroeger gedaan door de laagste knecht. Voor deze was dit karweitje en nu doet de Here Jezus dit. Gehoorzaamheid aan het Woord betekent niet: kopiëren, maar de principes eruit halen en toepassen. De principes bij de voetwassing is: elkaar dienen.

c

1 Cor. 11 vers 2-16

In die tijd droeg de vrouw in Griekenland een sluier. Dit drukte de rangschikking tussen mannen en vrouwen uit .Ook in die tijd was er een feministische beweging. Paulus wilde niet, dat de christenvrouw zich daarmee inhield. Volg het principe na. De expressie van het christenzijn, zal duidelijk anders zijn dan de vrouw of man die in de wereld leeft.

Bij het bestuderen van de Bijbel moeten we oppassen, dat we geen vers op zichzelf gaan bestuderen, maar de hele perikoop. Voorbeeld: Galaten 3:28 is door bepaalde theologie uit het verband gerukt door te zeggen dat er geen verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. In deze pericoop gaat het om de relatie met Christus. Als je dat vasthoudt, overdenkt en toepast dan krijgt het stukje voor vrouwen en mannen meer diepgang. De Bijbel bewijst altijd zichzelf. Ga daarom nooit op één tekst af, maar zoek ook andere teksten op om een compleet beeld te krijgen van hetzelfde onderwerp. Bijvoorbeeld: Joh. 14:13-14 zegt dat we mogen vragen in Zijn naam en dat Jezus dit ook geeft; 1 Joh .5:14 zegt dat we moeten leren bidden naar Zijn wil. De Bijbel is nooit onduidelijk of spreekt zichzelf tegen. Verschillende gebeurtenissen vullen elkaar aan. Daarom is het kostbaar, dat de vier evangelisten dezelfde gebeurtenissen vertellen. Zo komen wij meer over de Here Jezus in een bepaalde situatie te weten. Een ander mooi


voorbeeld is Genesis 1. Dit hoofdstuk geeft de grote lijn, die in hoofdstuk 2 nader wordt uitgewerkt. Bij het lezen van de Bijbel moeten we niet meer in de tekst lezen dan er staat. Ook moeten we niet op een onverantwoordelijke wijze gedeelten vergeestelijken. 4

Het Woord van God is de toetssteen

Het Woord van God is de toetssteen in ons leven. We kunnen in ons leven niet zonder Gods Woord, omdat: Τ Τ Τ Τ Τ

Geloof in God zonder de Bijbel niet voldoende is; Zonder de Bijbel kunnen we God niet echt leren kennen; Zonder de Bijbel kunnen we ook niet weten wie we zelf zijn; Zonder de Bijbel kunnen we nooit de zin van het leven ontdekken; Zonder de Bijbel weten we ook niet hoe we leven moeten en is er geen norm, geen moraal.

5

De volgorde van de Bijbelboeken:

In de meeste Bijbels staat achterin de volgorde van de Bijbelboeken aangegeven. De oudtestamentische boeken zijn gelijk aan de Griekse vertaling (Septuaginta) van de Hebreeuwse Bijbel. De rangschikking is logisch uit het oogpunt van historie, poëzie, profetie. De Hebreeuwse Bijbel sluit meer aan bij de groei van de boeken. Het oude testament heet bij de Joden TeNaCh. (kleine letters houden verband met het feit, dat oorspronkelijke Hebreeuws geen medeklinkers kent). De T staat voor De N staat voor

Torah (= de Wet. De eerste vijf boeken.) Nebiim (profeten. Deze zijn onderverdeeld in de vroege en de late profeten) De CH staat voor Chetoebim (Geschriften) , waaronder onder andere de Megillot = feestrollen die bestaan uit Ruth, Hooglied, Prediker, Klaagliederen, Ester) . In ons bijbellezen zullen we aandacht moeten besteden aan het Oude Testament. Zonder dat is geen goed begrijpen van het Nieuwe Testament mogelijk. Afsluitende vragen Het verstaan van de waarheid Joh. 8:31-32 Wat zegt de Here Jezus hierover? Wat kun je hier in eigen leven mee? Rom. 10:17

Welke waarheid ligt hier voor u in? Lees en overdenk Joh. 10:15 en Joh.14:21


Jes. 50:4

Dit is een profetie aangaande de Here Jezus. In vers 4 wordt gezegd, dat God degene is die Hem geleerd heeft. In de NGB51 vertaling wordt een woord gebruikt dat ook in Jesaja 54:13 voorkomt. Welk woord is dat? Wat vertelt dat aan ons? Hoe moeten wij zijn en spreken?

Het is belangrijk dat Gods Woord heel diep doordringt in onze menselijke persoonlijkheid, zoals verstand, gevoel en wil. Lees eens Jesaja 55 en let vooral op vers 10-12.


Studie 3 1

Wie is Jezus?

Inleiding

In de Bijbel staat uitputtend beschreven wie de Here Jezus is. Daarom beperken we ons in deze les tot een samenvatting. Onderstaande lijst is niet volledig. Kijk of u er zelf meer kunt vinden. Daarbij is het van belang wie de Here Jezus voor jou is. Aan het eind van de les staan daarom een paar persoonlijke vragen. 2

Jezus Christus

> Jezus= is de persoonsnaam, gegeven aan de Zoon van God die mens werd; hij betekent > Zaligmaker= .In Mattheus 1:21 staat: A.......en gij zult Hem de naam Jezus geven.@ Deze naam komt van Joshua en betekent: God is heil of zaligheid. De betekenis van de naam Jezus is dus: Zaligmaker of Redder. Door zijn naam te noemen, belijden we dat Hij onze persoonlijke redder is. Het woord Christus is het Griekse woord voor Messias (Hebreeuwse woord) de beloofde bevrijder waarop de Joden lang gewacht hadden. Het is meer een titel, dan een bijnaam. Daarnaast zijn er andere titels die gebruikt worden om van Hem te getuigen. Christus betekent gezalfde. Hij is de Enige die de mens kan verlossen van de zonde en van de eeuwige dood. Mattheus 16:16 Jezus, de Knecht des Heren Mattheus geeft Jezus deze naam die voorkomt in de profetieën van Jesaja. De aard van de nederige, zachtmoedige knecht van God kwam volmaakt tot leven in de persoon van Jezus. Toen Jezus zei dat Hij > was gekomen om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen= bracht Hij in praktijk het werk van de Knecht van God, die lijdt om de zonde van de mensheid te dragen, zoals Jesaja van Hem gezegd had. Mattheus. 12:15-21; Jesaja 42:1-4; 52:13-15; Marcus 10:45 Jezus, de > Zoon van David= De engel die zijn geboorte heeft aangekondigd zei tegen de moeder van Jezus dat God haar een zoon zou geven, een koning > als zijn vader David= was. Door zijn geboorte uit de maagd Maria werd Jezus een nakomeling van koning David. Deze titel wijst op Jezus als de vervulling van de hoop van het Joodse volk. Hij wordt gebezigd bij de beschrijving van Jezus in de eerste zin van Mattheus, het meest Joodse van alle evangeliën. Het was de naam, die de Joden gebruikten als zij Jezus erkenden als de Messias. > Hosanna, de Zoon van David. Gezegend zij Hij, die komt in de naam des Heren. Hosanna.= Lucas 1:32; Joh. 7:42; Matth. 1:1 21:9

Jezus, de > Zoon des mensen= Dit is de naam die Jezus zelf het meest heeft gebruikt; hij zegt ons veel over Hem. De Heer nam de uitdrukking over uit het visioen van Daniël van > iemand gelijk een mensenzoon= die toch Gods eeuwige heerschappij had. > Zijn koninkrijk= , zegt Daniël. zal > nooit eindigen= . De Bijbel leert duidelijk dat Jezus een echt mens was. Hij maakte zich volkomen één met de


mensheid. Als de > Zoon des mensen= is Hij gekomen om te dienen en zijn leven te geven tot redding der mensen. > De Zoon des mensen moet lijden... Hij zal ter dood gebracht worden! maar na drie dagen weer opstaan.= Als de > Zoon des mensen= heeft Jezus zonde en dood overwonnen. Daniël 7:13,14; Marcus 10:45; en Lucas 9:21-22 Jezus, de Zoon van God Bij de doop van Jezus in de Jordaan zei een stem uit de hemel: > Deze is mijn geliefde Zoon= in wie Ik mijn welbehagen heb.= Op de berg, toen Jezus= heerlijkheid werd gezien, kwam de stem weer: > Deze is mijn Zoon, de uitverkorene (-) hoort naar Hem.= Het Evangelie naar Johannes geeft een verklaring hiervan. Jezus is Gods enige Zoon. Zijn hele leven en het doel daarvan is het werk van zijn Vader te doen. > De Vader en Ik zijn één= , zei Jezus. Hij was bij de Vader voor de wereld was. Zij zijn tot in eeuwigheid één. Omdat Jezus de goddelijke natuur heeft en zonder zonde is, kon Hij volkomen betalen voor de zonde van de hele wereld in alle tijden. En nu: > wij hebben een voorspraak bij de Vader die voor ons pleit (-) Jezus Christus, de rechtvaardige.= Maar ook, dat de Heilige Geest ons bij het bidden te hulp komt (Rom. 8:26). Marcus 1:11; Lucas 9:35; Joh. 1:14; Joh.10:30; Joh. 17:1-4; Romeinen 1:3-4 Hebreeën; 1:1-4; 1Joh. 1-2:2 Jezus, de > Heer= In de evangeliën wordt Jezus vaak > Heer= genoemd in de alledaagse zin van > meester= . Maar na de opstanding kreeg dit woord een nieuwe betekenis. Het woord Heer of Here betekent De Meester en dat wil zeggen, dat Hij het voor het zeggen heeft. In Romeinen 10:9 kunnen we lezen hoe belangrijk deze naam is. Jezus is als Meester boven iedereen gesteld, dus ook boven alle aardse meesters (werkgevers, e.d.). Iedereen zal verantwoording aan Hem moeten afleggen.(1 Tim. 6:15; Efeze 6:9; Op. 17:14; Op. 19:16. > Mijn Heer en mijn God= , riep Thomas uit toen hij de opgestane Jezus met eigen ogen zag. Zo noemden de Joden God vaak, en de eerste christenen beleden openlijk hun geloof met de woorden: > Jezus Christus is Heer.= Paulus ziet, in zijn brief aan de Filippenzen, uit naar de tijd waarin Jezus als Heer zal terugkeren, als > alle knie zich zal buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zal belijden dat Jezus Christus Heer is, tot eer van God, de Vader= . Lucas 5:8; Joh. 20:28; 1Cor. 12:3; Filippenzen 2:5-11 Ik ben de goede Herder De goede Herder zet zijn leven in voor zijn schapen. Hij beschermt ze en zorgt voor alles wat ze nodig hebben. Hij geeft zekerheid aan de schapen. Joh. 10:14 Ik ben het Licht der wereld Niemand hoeft in de duisternis te wandelen. Daarvoor is wel nodig Jezus te volgen in ons leven Joh. 8:12 Ik ben het Brood des Levens


Brood dat we eten komt in alle delen van ons lichaam terecht. Zo wil de Here Jezus ook deel uitmaken van ons leven. Joh. 6:35 Ik ben de ware Wijnstok De ranken (takken) kunnen alleen leven als zij verbonden zijn met de wijnstok. De ranken zijn in absolute zin afhankelijk van de wijnstok. Zo kunnen wij zonder de Here Jezus niets doen en niet leven. Joh. 15:5 Ik ben de Deur der schapen De deur naar de schaapskooi leidt naar veiligheid en geborgenheid. Onze enige zekerheid en behoud is om door Jezus binnen te gaan in het Koninkrijk Gods. Joh. 10:7-10 Ik ben de opstanding en het Leven Hoewel we op aarde een lichamelijke dood sterven zal er geestelijk eeuwig leven zijn. Joh. 11:25; 2Cor. 4:16-5:10 Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven De enige waarheid is, dat Jezus de mens tot God kan brengen. Onszelf redden kunnen wij niet. Redding is geen verdienste maar een genade, doordat Christus aan het kruishout is gestorven om verzoening te doen over onze zonden. Joh.14:6 Jezus is de Middelaar Door de zonde zijn de mensen gescheiden van God. Er is maar één persoon die ons met God kan verenigen en dat is Jezus. Het offer van Jezus heeft nieuw leven gebracht. Iedereen mag dat offer van Jezus aannemen. 1 Tim 2:5 Jezus is de redder Lucas 19:10; 1 Cor 1:21 Jezus is de doper met de Heilige Geest Lucas 3:16 Jezus is het hoofd van de gemeente Efeze 1:22 Jezus als hoofd van alle overheid en macht Col. 2:10 Jezus is onze Hoge Priester Hebreeën 7:17 en Psalm 110:4; Hebreeën 8.


3

Afsluitende vragen:

Mattheus. 16:13-15 Wie zeg jij dat Ik ben? Hoe maak je Joh 8:31-32 praktisch in je leven? Lucas 23:33-34 Hoe reageerde Jezus op Zijn vijanden? Hoe reageert u? Hoe kunnen we reageren en waarom? Lees Joh. 13:1-17 Welke les kunnen we hieruit leren?


Studie 4 1

De Schepping

Algemeen

Genesis heet in de Hebreeuwse Bijbel A beresjiet= = in den beginne. Genesis begint ook met AIn den beginne@ . Dit geeft aan, dat we voorzichtig moeten zijn om een tijdstip van de schepping van de aarde te willen bepalen. In 2 Petrus 3:8 lezen we ADoch het mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag@ (zie ook Psalm 90:4). Kunnen we onze tijds berekening wel leggen naast die van God? Op grond van eerder genoemde tekst denken we van niet. Wat het eerste vers in Genesis duidelijk maakt is, dat God er altijd is geweest (zie ook Joh. 1) en er altijd zal zijn. Vanuit de Hebreeuwse Bijbel komen we voor vers 2 tot de vertaling ADe aarde nu was wirwar en wanorde@ . God schept geen wirwar en wanorde. In Jesaja 45:18 lezen we AHij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd.@ Tussen Genesis 1:1 en Genesis 1:2 moet een periode gelegen hebben. (Alleen God weet hoeveel tijd. Daarom hoeven ouderdomsgetallen voor ons niet verwarrend te zijn). In die periode moet de val van de duivel hebben plaatsgevonden. In Lucas 10:18 lezen we dat de Here Jezus daar zelf getuige van was. Lees ook Jesaja 14:12. De aarde moet dus na Genesis 1:1 woest en ledig zijn geworden. In Genesis 1:28 geeft God aan Adam (= Hebreeuws voor mens) de opdracht om de aarde te onderwerpen. Wanneer je iets moet onderwerpen dan betekent dit dat je op vijandig gebied zit; anders hoef je het niet te onderwerpen. Uit de Bijbel leren we, dat Lucifer door zijn hoogmoed aan God gelijk wilde zijn (Jesaja 14:-12-14). Ook een aantal van de engelen volgden hem daarin. Dat was de reden waarom Lucifer zijn hemelse woonplaats moest verlaten. Daardoor veranderde zijn wezen als Lucifer in satan. Hij kwam buiten God te staan. Als we de ontmoeting in het paradijs lezen, dan zien we dat satan er al was. Dat was de reden, waarom de mens de aarde moest onderwerpen. In studie 15 zullen we dit verder uitwerken en uitleggen. Tegelijkertijd geeft God, met het onderwerpen, de mens het beheer van de aarde in handen. Kinderen van God moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid. God geeft zijn schepping in handen van de mens. Dat is wat! We zien in dit gedeelte van Gods Woord, dat de schepping perfect en volmaakt was. Helaas is het anders gelopen. Door de zondeval heeft satan nu nog macht over de aarde en dat laat hij blijken ook. Maar op het kruis van Golgatha is satan onttroond (Col. 2:15). Meer daar over in een volgende les.


Enkele teksten: Psalm 33:6

Door het Woord des Heren zijn de hemelen gemaakt, door de adem van zijn mond al hun heer.

Hand 14:15

Ook wij zijn maar zwakke mensen zoals gij en verkondigen u, dat gij u moet bekeren tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en al wat erin is gemaakt heeft.

Hebr. 11:3

Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.

2

De mens

Als we Genesis 1 aandachtig verder lezen dan valt ons heel wat op. In de verzen 11-25 lezen we, dat God alles schiep naar hun aard. Alles kreeg zijn eigen aard. Als we vers 26 en 27 lezen, dan zien we dat God de mens schiep naar Zijn Beeld. De mens werd dus geschapen naar het karakter van God. Als we dit in hoofdstuk 2 vervolgen, dan zien we dat God nog meer doet. In vers 7 zien we, dat God Zijn levensadem in de neus van mens heeft geblazen. Het is goed, dit in gebed indringend tot ons te laten doordringen. Als we op zoek zijn naar onze identiteit, dan vinden we die in Genesis 1 en 2. Verder is op niet mis te verstane wijze duidelijk, dat het mannelijk- en vrouwelijk-zijn van de mens van het begin af aan in de schepping door God is opgenomen. God schiep alle levende wezens in twee geslachten; vrouwelijk en mannelijk. In de huidige seculiere maatschappij wordt hier heel anders over gedacht. Maar Gods Woord is duidelijk. 3

Geschapen naar Gods beeld

God schiep de mens naar Zijn beeld om met de mens te kunnen communiceren. Het op gelijk niveau kunnen spreken met de mens lag er op dat moment. In Gen 1:26 lezen we, dat de mens over de schepping zou heersen. God echter had wel een aantal dingen bepaald; de mens kreeg het zaaddragende gewas en al het geboomte waaraan zaaddragende vruchten zijn tot voedsel. De dieren kregen het groene kruid tot spijze. (Gen 1:29-30). Hierbij moeten we bedenken, dat voor de zondeval geen bloed werd vergoten en dat de mens alleen van vegetarisch voedsel leefde. Dat werd dus later anders. In Genesis 9:3 waar God het verbond met Noach sloot lezen we: AAlles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid@ . In de volgende verzen lezen we, dar God verbiedt om vlees met bloed te eten.


En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld. In het Hebreeuws staat hier voor het woord God: Elohim, dat is een meervoudsvorm van God. Hier is al sprake van de drie-eenheid (Het woord zelf komt in de Bijbel echter niet voor). 4

De zin van het bestaan (opgenomen in de oude fundamentenstudie van Morgenstondstudies)

De diepste zin van het bestaan van de mens is gelegen in de relatie met God. Zowel het Oude als het Nieuwe Testament drukken dit op verschillende manieren uit: - Amos 5:4: Zoekt Mij en leeft. - Hosea 6:3: Wij willen de HERE kennen, er naar jagen Hem te kennen - Fil. 3:8: Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dit alles te boven gaat. - Rom: 11:36: Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.. De opdracht Nadat de Here God de mens geschapen had, kreeg de mens een opdracht (Gen. 2:16-17). Laten we ons bedenken, dat de mens op dat moment nog alleen was. God zag, dat het niet goed was, dat de mens alleen was. In de opdracht die God aan de mens had gegeven moest er iemand zijn met wie hij kan communiceren. Zo kreeg Adam (betekenis: mens) Eva aan zijn zijde, nadat God haar geformeerd had. Het was Adam zijn taak geweest Eva te bekend te maken van wat God hem had medegedeeld.

Geest, ziel en lichaam De mens bestaat uit: geest, ziel en lichaam. God schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis (Gen. 1:26). De gelijkenis is misschien nog opmerkelijker als we ook letten op de drie-eenheid. Ook de mens kent, in zekere zin, een drieeenheid. Zie 1 Thess. 5:23: "en geheel uw ziel, geest en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in alle delen onberispelijk bewaard te zijn". Deze tekst is trouwens de enige in de Bijbel waarin geest, ziel en lichaam in één adem worden genoemd. Het lichaam is ons stoffelijk omhulsel en stelt ons in verbinding met de zintuiglijk waarneembare wereld. Ziel en geest zijn echter moeilijker te omschrijven, nog afgezien van het onderscheid tussen beiden.

1.

De geest van de mens.

De geest van de mens is dat deel van zijn wezen, dat zich kan oriënteren op de geestelijke wereld. Bij de wedergeboorte wordt de geest levend gemaakt in die zin, dat er nu gemeenschap met God mogelijk is. Aan de geest worden in het algemeen drie functies toegekend:


a. Het geweten. Ons geweten geeft aan wat goed en kwaad is en is niet gebaseerd op kennis of wetenschap. Zie Rom. 2: 14 en 15, Rom. 13:5, 2 Cor. 5: 11. Waaruit blijkt dat het geweten een functie van de geest is? We geven hieronder een paar teksten: Ps. 51: 12. Schep in mij een rein hart, o, God en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest. (David had gezondigd, hij had weer een scherp onderscheid nodig tussen goed en kwaad). Hand. 17:16. En terwijl Paulus hen in Athene opwachtte, werd zijn geest in hem geprikkeld, toen hij zag dat de stad zo vol afgodsbeelden was. b. De intuïtie. We weten iets zonder de hulp van het verstand, wil of de emoties. Ons verstand kan ons alleen maar achteraf helpen om het te begrijpen. God leidt de gelovige in het algemeen intuïtief. We "voelen aan" wat God wil of bedoelt. Het geweten veroordeelt elk gedrag dat de aanwijzing van die intuïtie niet opvolgt. Enkele teksten m.b.t. de intuïtie zijn: Hand. 20:22 . c. Het Godsverlangen. (Deze functie geldt alleen na de wedergeboorte). Zie Luc. 1:47, Joh. 4:23


2.

De ziel van de mens.

De ziel van de mens is de zetel van zijn persoonlijkheid en vormt "het verbindingsstuk" tussen geest en lichaam. Aan de ziel kunnen we ook drie functies toekennen: a. Het verstand. Denken, inbeelden, begrijpen, herinneren, fantaseren. Enkele teksten: Spr. 19:2, Kl. 3:20, Ps. 139:14. b. De wil. Een door God geschapen aanleg om te kunnen willen. Hierdoor heeft de mens een speelruimte om te kunnen kiezen. Die vrijheid kan gebruikt en misbruikt worden. Het verstand staat in verbinding met de wil. “Wij willen iets in overeenstemming met onze gedachten; wij denken (en onze gedachten) zijn in overeenstemming met onze wil”. Dat kunnen we persoonlijk toetsen n.a.v. de keuzes die wij maken. Zijn die keuzes in overeenstemming met onze wil en sluiten die aan bij de wil van God? Enkele teksten: Job 6:7; Mattheüs 26:42; Phil. 2: 13; Openb. 22:17 c. De gevoelens. Een andere functie van ziel zijn de gevoelens. Je kunt warme gevoelens hebben voor iemand. Soms moet je je wil inwerking stellen om niet nare gevoelens over iemand te hebben. Maar je kunt ook iemand gevoelens kwetsen. Het zit diep van binnen. Gevoelens moeten we niet verwarren met “het voelen”. Dit is de tastzin en heeft niets met gevoelens te maken. Enkele teksten: Luc. 1:46, 1 Sam. 18: 1, Ps 42:3; .

3.

Het lichaam van de mens

De bijbel kent aan het lichaam van de mens een grote waarde toe, evenals aan lichamelijke aspecten. Op vele plaatsen spreekt de bijbel er over hoe God zorgt voor ons in lichamelijk opzicht in voedsel, kleding en onderdak. Ook het seksuele levensterrein is een belangrijk aspect van het mens-zijn. Het boek Hooglied spreekt daarin duidelijke taal. Rom. 12: 1 roept ons op om onze lichamen te stellen tot een Gode welgevallig offer. Het lichamelijke aspect van ons leven, wat ook nauw samenhangt met onze zintuigen en onze behoeften, behoort beheerst te worden door onze wil en verstand.

Afsluitende vragen: 1

Wat vertelt Psalm 8 ons?


2

Wie heeft gewild dat wij er zouden zijn. Zie Psalm 139

3

Wat is het doel van ons zijn hier op aarde? Zie Matt. 28:19 e.v.; 1 Petrus 2:9

4

Weet u hoe God ons ziet?


Studie 5 De zondeval 1

De schepping was zeer goed

In Genesis 1:31 lezen we, dat de schepping van God zeer goed was. Er mankeerde niets aan. De hof van Eden was een paradijs op aarde. De mens mocht daar wonen om die te bewerken en te bewaren. De mens mocht heersen over de schepping. 2

De zonde

In Genesis 2:15-17 lezen we: "En de Here God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren. En de Here God legde de mens het gebod op: Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven". En dan kwam satan in de gedaante van een slang naar de vrouw. De duivel is de leider van de gevallen engelen, die tegen God in opstand kwamen. (Judas 5,6; Jes 14:14. Later daarover meer in studie 14) De satan begint een gesprek met de vrouw en let dan eens op hoe de satan de woorden van de Here God verdraait. Genesis 3:1 en 2: "De slang nu was het listigste van alle dieren des velds, die de Here God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom (= geen enkele boom) in de hof?" Dit had God niet gezegd. Vergelijk Genesis 3:1-2 met Genesis 2:17. Hier zien we een enorme overdrijving van de duivel en dat God gezegd had, dat ze van geen enkele boom mochten eten. Het doel van satan is om de mens aan het twijfelen te brengen. Daarin slaagt hij. Dan zegt de vrouw in Genesis 3:2: Amaar van de vrucht die van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven@ . Vergelijk Genesis 3:1-2 met Genesis 2:17. God had niet gezegd, dat de boom niet aangeraakt mocht worden. Hier stelt de vrouw Gods wet strenger voor dan zij is. Als we verder lezen vinden we de volgende leugen van satan. "Je zult niet sterven." We kunnen gewoon zeggen, dat de duivel God tot leugenaar maakt. Wanneer ze tenslotte eten van de boom der kennis van goed en kwaad kwamen ze achter de waarheid. We kunnen dat lezen in Romeinen 6:23: A Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood.@ Lessen die we kunnen leren


De duivel wilde zelf niet afhankelijk zijn van God en deze begeerte wekt hij bij de mens op. De mens zou zelfstandig, zonder God, zijn eigen weg kunnen gaan. In het paradijs leefde mens in afhankelijkheid en volkomen gemeenschap met God. Door de ongehoorzaamheid kwam daar verandering in. Er werd scheiding gemaakt tussen de mens en God. De duivel vuurt nog steeds dezelfde listen op de mens af. Zo zien we, dat satan door een subtiele verdraaiing van de waarheid met een leugenachtig beeld, de leugen tot de werkelijkheid probeert te maken. Dit is de strijd om het gedachteleven van de mens. De duivel infiltreert zich in de gedachten van de mens. Als we Gods Woord kennen, bewaren en doen, dan zullen de leugen ook kunnen ontmaskeren. Een tweetal andere lessen die we uit deze gebeurtenis mogen leren is, dat: --het gevaarlijk is om met de duivel (boze geesten) in gesprek te gaan; --de strijd wordt gestreden om het denken. Dit is de eerste fase. Fase 2 van de duivelse beïnvloeding Hierna zien we, dat de duivel de tweede fase inzet. 1 2

de emotie wordt beïnvloed. De vrouw zag met haar zintuigen (begeerlijk); de geest wordt beïnvloed. Hier had de vrouw de man (Adam) nodig. Hij was er wel, maar nam zijn positie niet in. Belangrijk is, dat een ieder zijn positie inneemt.

De vrouw keek naar de boom. Ze keek naar de materiele vervulling en haar begeerte werd opgewekt. Bij de begeerte kwam een honger naar geestelijke verrijking. Deze oorlog woedt ook nu nog (1 Joh. 2:16). De vrouw keek naar de boom en niet naar God.

Waarschuwing: Als we niet tijdig de listen van de duivel onderkennen, dan zullen wij Gods waarheid verdraaien. Dan zullen we andere normen en waarden in ons leven aannemen. Dan moeten wij ons van het verkeerde bekeren. 3

De gevolgen

In hoofdstuk 3 en 4 kunnen we de gevolgen nog diepere sporen zien trekken. De relatie tussen mensen is, als gevolg van de zondeval onder druk komen te staan. We kunnen de volgende elementen noemen: elkaar de schuld geven, schaamte, afgunst, moord, over elkaar heersen, etc. Uiteindelijk werd hun geestelijke naaktheid zichtbaar in hun lichamelijke naaktheid. (Genesis 3:7). Ze waren de heerlijkheid van God die hun bekleedde kwijt geraakt. Ze waren geschapen naar Gods beeld, maar die beeltenis (Gods heiligheid) was hun afgenomen. Ze verliezen de onschuld en de heiligheid. Ook verloren ze de opdracht die Adam kreeg om te heersen over de aarde vanuit het paradijs. Vanaf die tijd overheerste de aarde het paradijs. Dit alles is niet uit God, maar uit satan die vat op de mens heeft gekregen.


Uiteindelijk krijgt God de schuld: A De vrouw die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten@ . (Genesis 3:12) Vraag: Wat is er tegenwoordig anders als toen? 4

De dood

Door de ongehoorzaamheid van Adam en Eva (Gen. 3:6) is de zonde in de wereld gekomen (Rom. 5:12). De mens heeft nu van nature geen relatie meer met God en staat, door zijn persoonlijke zonden, schuldig tegenover God. Zijn lichaam, is door de zonde, aan de vergankelijkheid onderhevig (Rom. 8:10) en zijn geest is "dood" in die zin dat deze zich niet meer op God kan richten. Bij de wedergeboorte wordt deze geest weer levendgemaakt (Rom. 8:10). 5

De oplossing

God in Zijn onmetelijke liefde heeft de mens niet losgelaten. Hij is op zoek gegaan naar de mens. Adam waar ben je? Mens waar ben je? In het offer van Christus is er vergeving. Door de vergeving is er verzoening mogelijk geworden en dat leidt tot herstel van relatie. 6

Overwinning

De overwinning is door Christus behaald. Geen mens hoeft het meer zonder die genade te stellen. Betekent dat ook, dat er geen ziekte meer zal zijn, geen moeite en geen verdriet? Nee, dat betekent het volgens ons niet. De wereld (de aarde) ligt onder het oordeel van God en is een speelbal van satan en zijn trawanten en vijandig tegenover Gods kinderen. Maar wij zullen, wanneer wij Christus hebben aangenomen geen speelbal van satan zijn. Wij behoren Christus toe. Doch wij hebben te maken met de smetten van deze wereld. Die strijd hoeven wij niet alleen aan te gaan. Christus staat aan het roer van ons levensscheepje. God heeft ons in Christus geen gemakkelijke reis beloofd, maar wel een behouden aankomst. Als we aan het eind zijn van ons aards bestaan, dan zullen we het hemels paradijs binnentrekken. Daar zullen de tranen van onze ogen afgewist worden. 7

Zonden nader bekeken

Vanuit Genesis hebben we het verloop van zonden aan ons voorbij zien trekken. Op veel andere plaatsen zegt de Bijbel er verschillende dingen over. Zo openbaren zich de zonden in: Gedachten: Daden: Woorden: Houding:

Efeze 2:3 Galaten 5:13-21 Handelingen 5:3 en 8; Jacobus 3:1-12 Lucas 18:9-14

Wanneer we berouw hebben over onze zonden en die belijden tegenover God en zo nodig tegenover elkaar dan geeft Gods Woord rijke beloften:


God delgt de zonden uit: Hij vaagt ze weg: Hij doet ze weg, zover het oosten is van het westen: (Je kunt het westen en het oosten op de wereldbol niet onderscheiden. De Noord-en Zuidpool wel). Hij denkt er niet meer aan: Door Christus is het bewijs stuk uitgewist:

Jesaja 43:25 Jesaja 44:22 Psalm 103:12 Hebreeën 10:17 Kolossenzen: 2:13-14

Nog steeds is de duivel onze aanklager. Dit wordt heel duidelijk beschreven in Openbaring 12:10


8

Afsluitende vragen

1

Wie hebben er niet gezondigd (Romeinen 3:23)?

2

Wat doe je als je gezondigd hebt? (1 Joh 1:1-9)? Is dit goedkoop? Wat zegt dit Johannes hier?

3

Wat moet je niet doen?

4

Ken je voorbeelden uit je eigen leven, waarin je de verdraaiingen van de duivel hebt leren kennen?

5

Wat zegt Gods Woord dat we moeten doen in Jacobus 1:13-15? Hoe doen we dit dan? Wat gebeurt er dan volgens Jacobus 4:7? Wat merken we daarvan?


Studie 6 Bekering en Wedergeboorte A

Bekering

1

Algemeen

Het Oude Testament staat vol met de oproep: ABekeert u@ . Ook het Nieuwe Testament laat die roep heel specifiek klinken door de woorden van de Here Jezus. Maar wat is nu precies bekering? In het Grieks komen we het werkwoord Ametanoein@ tegen, dat betekent het Averanderen van iemands denken@ . We komen een vervoeging van dit woord tegen in Romeinen 12:2 AEn wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene@ . Bekering is dus een daad. Het zich omkeren naar God toe. Dit kan met emotie gepaard gaan, maar hoeft ook niet. Als iemand emotie vertoont, dan kan dat zijn omdat hij/zij blij is zijn/haar Heer en Heiland gevonden te hebben. Het kan tegelijkertijd ook zijn, dat een bewustzijn doorbreekt van zonden. Omdat bekering een daad is, mag je niet zeggen dat iemand die daarbij emoties vertoont een diepere bekering doormaakt dan iemand die geen emoties vertoont. Judas vertoonde na de verloochening van de Here Jezus veel emotie, maar hij bekeerde zich niet. Bij hem brak het niet door, dat de Here Jezus zijn enige redding was. Echte bekering is een vastberaden, innerlijke beslissing, een verandering van denken. Bekering is een eerste fase in de wedergeboorte. Door bekering wordt iemand een kind van God. Maar als we daar blijven steken, dan is de wedergeboorte niet helemaal gebeurd. Daarover straks meer. 2

De verloren zoon.

Misschien zouden we boven deze gelijkenis uit Lucas 15:11-32 ook kunnen zetten De afgedwaalde zoon. Aan de hand van dit bijbelgedeelte kunnen we bekering goed uitleggen. A

Begeerte en verkwisting

Bij de jongste zoon had de begeerte vlam gevat. Hij kon niet wachten op de erfenis, totdat de vader zou zijn overleden. We zien hier een hele wijze vader. De vader verdeelde zijn bezit onder zijn kinderen. De jongste zoon zette alles om in geld en trok de wereld in. Hij kon slechts kortstondig genieten van de rijkdom. In de wereld heb je altijd te kort. Tot overmaat van ramp kwam er ook nog eens hongersnood over dat land. B

Vernedering

Als de jongste zoon bij zijn vader was gebleven dan had hij tot zijn ouderdom kunnen genieten van alles wat er was. Nu moest hij in een vreemd land gaan bedelen. Hij wendde (letterlijk


kleefde zich vast) zich tot één van de burgers en die zond hem naar het land om voor de varkens te zorgen. Dan lezen we dat de jongste zoon zo= n honger had, dat hij er heel erg naar verlangde om de schillen te eten die aan de varkens werden gegeven. Zo diep was de jongste zoon gezonken, door zijn eigen schuld. Hij was zijn eigen weg gegaan en zat nu tussen de varkens. Hij was volkomen vastgelopen in zijn leven. C

Tot zichzelf komen en een verandering van denken

in vers 17 staat, dat hij tot zichzelf kwam. De ellendige omstandigheden brachten hem tot inkeer. Geldgebrek, honger en eenzaamheid maakte dat hij ging nadenken. Hij kwam tot de ontdekking dat hij zijn omstandigheden helemaal aan zich zelf te danken had. Dit is vaak het keerpunt. Het was ook het keerpunt in het leven van de jongste zoon. Hij nam zich voor om zijn schuld te bekennen en te belijden. Hij dacht er over na, hoe de werknemers het van zijn vader hadden. Zij hadden het beter als de zoon. Dan komt er een verandering van zijn denken (vers 18 en 19): AIk zal opstaan en naar mijn vader gaan en tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten; stel mij gelijk met een uwer dagloners.@ Wat een ommekeer. Maar hij kende zijn vader en wist dat hij het als knecht beter zou hebben in zijn leven dan nu tussen de varkens. D

Opstaan en omkeren.

Dan gaat de jongste zoon handelen. Hij staat op, lezen we in vers 20, en gaat terug naar zijn vader. Hij verlangde naar het echte leven. Dit geldt voor iedereen. Iedereen leeft, door de zondeval, gescheiden van de Hemelse Vader. Iedereen zal moeten opstaan en tot Jezus moeten gaan;.naar het heil. Ook al doen we in het natuurlijke leven nog zo ons best, het natuurlijke zal de hemel niet binnengaan. Opstaan en tot Jezus gaan is de enige weg om met God verzoend te raken. E

De ontvangst

Al vanuit de verte ziet de vader zijn zoon komen. Hij heeft al die tijd op de uitkijk gestaan en gewacht totdat de jongen weer thuis zou komen Als de jongste zoon het huis van zijn vader nadert, dan spreekt hij ook uit (vers 21): Aik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten@ . Als de zoon thuis komt dan is hij innerlijk een heel andere persoon als degene die vol bravoure weg ging. En wat doet de vader? Hij laat het beste kleed brengen (lees ook Jesaja 61:10), doet een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten. De ring symboliseert vertrouwen (zie Genesis 41:42). Je herkent de vieze verschijning niet meer van de zoon die het huis binnen is gekomen. Zo doet ook de Hemelse Vader bij iedere zondaar die bij Hem thuis komt. Door Jezus Christus wordt iemand schoongewassen en bekleed met het geweldige kleed van gerechtigheid, dat door de overwinning van Jezus Christus op het kruis van Golgotha is verkregen. Wanneer een zondaar zich bekeert tot Jezus, dan wordt de weg vrijgemaakt tot de Vader. Aan zo iemand zie je en bemerk je het verschil na de bekering.


Daarna wordt er feest gevierd. Lucas 15:7 AIk zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben@ . De Vader wil iedereen laten delen in die vreugde en roept op om feest te vieren. Teksten om nog eens na te lezen (lees dit steeds in het verband met het hele stuk, waarin de teksten staan): Jona 3:8 Jesaja 31:6 Hand 3:19 2 Petrus 3:9 B

Bekeren van de boze weg; van de weg zonder God Bekeren tot Hem van wie mensen zijn afgevallen Oproep tot bekering en berouw over zonden God wil dat iedereen tot bekering komt

Wedergeboorte

Bekend gedeelte dat gaat over wedergeboorte is Johannes 3, waar de Here Jezus in gesprek is met Nikodemus. De Here Jezus zegt tegen Nikodemus in vers 3 AVoorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien@ . In vers 5 en 6 geeft de Here Jezus uitleg met AVoorwaar, voorwaar, Ik zeg U, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. Wat uit vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.@ Het Griekse woord waaruit Awederom geboren@ is vertaald betekent opnieuw of van boven. Dit is geen natuurlijke geboorte maar een geestelijke geboorte. Daarvoor is nodig water en Geest. Johannes doopte met water (Johannes 1:19-34), maar de Here Jezus zou hen een nieuw hart geven en een nieuwe geest. We kunnen dus zeggen, dat door water en Geest een nieuw volk zou ontstaan. In die zin was de doop van Johannes had een beperkte betekenis. Het was beslist niet de Messiaanse doop (zie Joh.1:26). Wanneer mensen tot geloof zouden komen, dan zouden zij er naar verlangen gedoopt te worden in de naam van de Here Jezus en dat zij ook gedoopt zouden worden met de Heilige Geest. De Here Jezus spreekt met Nicodemus over de toekomst. Nu zien we dit steeds weer gebeuren. Nu is het werkelijkheid. In Ezechiel 36 lezen we in vers 24 dat God de Joden weer bij elkaar zou brengen, dat rein water over hen zou worden uitgesprengd en zij rein zouden worden (vers 25), zij een rein hart zouden krijgen (vers 26) en dat Gods Geest over hen zou worden uitgestort. Door de Geest van God profeteerde Ezechiel wat er zou gaan gebeuren in de eindtijd. Uit bovenstaande kunnen we nu halen wat wedergeboorte eigenlijk is. Wedergeboorte is een geboorteproces van onderdelen, die bij elkaar horen: 1 Bekering 2 Geloof in God 3 Waterdoop 4 Doop in de H.G.

(het ontvangen van een nieuw hart. Het harde en koude hart wordt door God vervangen door een hart van vlees) Het vertrouwen op God stellen en niet op je eigen kunnen. Het afleggen van het getuigenis van een bede van goed geweten (1 Petrus 3:21 en 22) Het ontvangen van de gave van de Geest en daarbij de gaven die de Geest zelf geeft.


A Bekering is ónze verantwoordelijkheid, maar de wedergeboorte is een werk van God, dat we door geloof ontvangen@ . En verder: A Bekering alleen zal ons leven niet vernieuwen. Pas als we door de Heilige Geest tot leven zijn gekomen, beginnen we te leven als opnieuw geboren mensen. Dan zullen we ontdekken wat het werkelijk betekent om levend te zijn in lichaam, ziel en geest (Gal. 5:16-23; Rom. 8:9-14; Joh. 3:3-8). Met het bovenstaande hebben we het verschil tussen bekering en wedergeboorte uitgelegd. Bekering is dus niet gelijk aan wedergeboorte, maar een stap in het proces dat wedergeboorte heet. Blijf niet steken bij bekering alleen! 2 Cor 5:17

AZo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.@

Afsluitende vragen: 1 Kunt u vertellen wat voor u het moment is geweest om bewust naar de Vader terug te keren? 2 Wat zijn dode werken? (Hebr. 6:1) 3 Waaruit kun je in Handelingen 2:5-21, 38 opmaken dat iedereen zich moet bekeren? 4 Hoe worden onbekeerde mensen genoemd (1 Petrus 2:25)? Leg dat eens uit. Geldt dit voor alle mensen of is er een groep voor wie dit niet geldt (Jesaja 53:6)? 5 Wat wil God graag ( 2 Petrus 3:9)? 6 Wat moeten we uit Mattheus 3:8 opmaken?


Studie 7 1

Geloof in God

Algemeen

Geloof is vertaald vanuit het Griekse woord Apistis@ . Dit woord kan vertaald worden met: a trouw, betrouwbaarheid b vertrouwen, geloof De betekenis trouw en betrouwbaarheid zijn wat meer afgestemd op het Hebreeuws. We vinden dit terug in Deut. 32:20 of in Neh. 9:33. In het Nieuwe Testament zien we deze betekenis in veel teksten terug. We noemen er enkele: 1 Tim. 6:11 zie het woordje geloof Galaten 5:22 zie het woordje trouw Mattheus 23:23 zie het woordje trouw Bij de betekenis vertrouwen en geloof gaat het in het Nieuwe Testament telkens om geloof in God en in Jezus Christus (Hand 3:16; Romeinen 3:26). De Bijbel roept ons op verschillende plekken op om te vertrouwen op Gods almacht. Dat vertrouwen richt zich ook op hoop. Die hoop wordt gegeven door onze Hoop, Jezus Christus, zodat “uw geloof tevens hoop is op God”. (1 Petrus 1:21). Geloof in of vertrouwen op God of Jezus, in het verlengde van het Oude testament, is nauw verbonden met gehoorzaamheid. (Romeinen 1:5; 16:26) Hiernaast komen we nog een paar bijzondere vormen van geloof tegen: --

geloof, dat bergen verzet

--

geloof, in de betekenis van (gewetens)overtuiging

zie Matt. 17:20; 1 Corr.13:2; Marc 4:40; Luc. 17:6; 1 Corr. 12:9 Rom. 14:22-23

Bij het lezen van de Bijbel zullen we onder leiding van de Heilige Geest moeten leren over de inhoud van Ageloof@ . 2

Het overpeinzen van Gods Woord

Misschien zegt u wel: AOm Gods Woord te verstaan en daardoor God, Jezus Christus en de Heilige Geest beter te leren, kun je niet te snel lezen@ . Dat is juist. In onze maatschappij moet alles snel en daardoor oppervlakkig met alle gevolgen van dien. De Joden kunnen het Oude testament niet te snel lezen, omdat het oude Hebreeuws geen klinkers kent. Ze moeten wel nadenken wat ze lezen en als er meerdere woorden zijn met dezelfde medeklinkers moeten ze op het zinsverband letten om te begrijpen wat ze lezen. Zeker, de Massoreten hebben tekens aan het Hebreeuws toegevoegd waardoor het makkelijker te lezen is. Dan nog moeten de Joden aandachtig lezen vanwege meerdere betekenissen die een woord kan hebben. In de Bijbel wordt meerdere malen opgeroepen om Gods Woord te overpeinzen. Dit kan op verschillende manieren tot uiting komen. We geven een aantal tekstplaatsen met het Hebreeuwse woord en de betekenis.


Psalm 1:2

Amaar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, En diens wet overpeinst bij dag en nacht@ . Overpeinzen = Hebreeuws HAGAH = genoeglijk tot jezelf mompelen

Ps 119:99

AIk ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking@ Overdenking = Hebreeuws SIYGAH = Overdenking met diepe toewijding Bedachtzaam uitspreken

Ps 19:15

AMogen de woorden van mijn mond En de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn O HERE, mijn rots en mijn verlosser@ . Overleggingen = Hebreeuws HIGGAYOUIN = op muziekale toon uitspreken

1 Tim. 4:15

ABehartig deze dingen, leef erin, opdat aan allen blijke, dat gij vooruit gaat@ . Behartig = Grieks MELETAO = zorgvuldig in je gedachten overpeinzen.

Het gaat er niet zo zeer om, dat u nu Hebreeuws of Grieks moet kennen. Nee, natuurlijk niet. Het gaat er om, dat we niet oppervlakkig met Gods Woord omgaan. Zo kan de ene dag iets heel anders uit een tekst ons aanspreken en op een andere dag weer iets anders uit dezelfde tekst. Het overpeinzen draagt bij in het geloof in God en dus in de groei van uw persoonlijk leven met Christus.


3

Aspecten van geloof

Verschillende bijbeluitleggers, waaronder David Pawson, gaan uit van de volgende aspecten: A B C D

historisch geloof persoonlijk geloof belijdend geloof werkend geloof

Omdat deze aspecten in de Bijbel zijn terug te vinden lopen we ze in het kort even langs. A Historisch geloof Ons geloof is gebaseerd op feiten die daadwerkelijk zijn gebeurd. Ons geloof moet de tussenkomst aanvaarden van Christus. 1 Tim 2:5 A Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen:@ De kern is de kruisdood, begrafenis en opstanding van Jezus. Paulus begon in zijn rede tot heidenen met historische feiten en werkte naar de christocentrische rede toe. Christus in het middelpunt en van daaruit naar het prsoonlijke geloof. Hierbij moeten we wel bedenken, dat dit niet leidt tot behoudenis van de mens. B

Persoonlijk geloof

We kunnen geloven, dat Jezus de redder van de wereld is. Dat is iets anders als geloven dat Hij mijn redder is. Het geloof is gericht op Jezus Christus en niet vanuit leerstellingen. We vertrouwen Christus. Dit vertrouwen brengt met zich mee, dat we gaan handelen in gehoorzaamheid. Johannes 2:5 AWat Hij u ook zegt, doe dat@ . In tegenstelling tot het historisch geloof leidt persoonlijk geloof wel tot behoudenis, indien wij ons bekeren tot Jezus Christus. C

Belijdend geloof

Tegenwoordig is er een gedachte, dat door iets uit te spreken je het ook krijgt. AName it, claim it@ Dit is gebaseerd op psychologisch denken van oorzaak en gevolg. Belijdend geloof is gericht op Jezus Christus. een duidelijk voorbeeld hiervan is het aanroepen van de naam van Jezus tot redding. Joel 2:32 A En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden,@ .

De tekst over belijdend geloof vinden we in Romeinen 10:8-9 ANabij u is het woord in uw mond en in uw hart*, namelijk het woord des geloofs, dat wij prediken. Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis.@


*Zie ook Deuteronomium 30:11-14 (vooral vers 14; maar lees ook wat er aan vooraf gaat, anders begrijpt u niet waarom het gaat. In het Oude testament gaat het om de gerechtigheid door de Wet, maar in Romeinen gaat het om gerechtigheid door Jezus Christus). Wij hebben Torah vertaald met Awet@ . Eigenlijk betekent dit woord A onderwijzen@ . Het was nooit Gods bedoeling, dat het volk Israël het eeuwige leven zouden krijgen, door zich aan Torah voor de volle 100% te houden. Dat kan niemand. De bedoeling van God was wel om bescherming en Gods nabijheid te bieden. God wilde door de Torah het volk onderwijzen. Ook voor ons is er veel te leren uit de eerste vijf Bijbelboeken. Belijdend geloof is, dat we in alle dingen die we doen, daarvoor de kracht en de macht van Jezus nodig hebben. (Joh. 15:5; Matt. 9:28) D

Werkend geloof

Geloven is een werkwoord. De Bijbel spreekt over behouden worden door geloof. Maar in Jacobus 2:17 staat ook: AZo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood@ . Hier was sprake van geloof zonder handelen. Zeggen dat je gelooft en er niets mee doen, maakt dat geloof op zichzelf dood is. Pas in het handelen wordt geloof zichtbaar. In Jacobus 2:21-23 komt Jacobus terug op het leven van Abraham. Zie ook Genesis 15:6 en 2 Kronieken 20:7. Voor ons is het moeilijk te begrijpen, dat we ook door werken gerechtvaardigd kunnen worden. Let wel de Here Jezus heeft nooit gezegd, dat we werken moeten loslaten. Maar we kunnen ook niet alleen gerechtigheid ontvangen door onze werken. Neen. Ons behoud is alleen door Jezus Christus. In Efeze 2: 8-10 staat: AWant door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen, om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen@ . In Hebreeën 11:13 lezen we dat de mensen, die in dit hoofdstuk worden genoemd, geloofden dat God Zijn belofte zou waarmaken, ook al zouden zij dat in het aardse leven niet meer meemaken. In vers 13 lezen we: AIn (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de belofte verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde@ . Geloof is iets heel persoonlijks. Je kunt het elkaar niet opleggen. Door te werken en te vertrouwen op Christus gaat het geloof groeien. Als ons geloof gaat groeien en mensen zien dat, dan merken we in deze tegenwoordige tijd dat mensen soms op een voetstuk worden gezet. Het wordt mensenwerk in plaats van Gods werk. Het is de bedoeling, dat door onze groei we anderen kunnen dienen zodat die ook gaan groeien in geloof. Op deze wijze komen ook genezingen tot stand. Zo gaan wij groeien in Awonder werkend@ geloof, wat we bij de gaven van de Heilige Geest ook zullen tegenkomen (kijk even terug op blz 29). Ook zullen we daar tegenkomen, dat iedereen gaven krijgt, maar niet iedereen dezelfde. Jezelf opblazen heeft geen zin, want een opgeblazen geloof werkt niet. Door doen ga je groeien en daardoor ga je meer doen en weer meer groeien. Je let er niet op, maar het gebeurt.


In dit alles hoort ook het gebed en overdenken van Gods Woord. Overdenken en goed tot je door laten dringen. Een andere tekst die te maken heeft met geloven en doen en het ontvangen van gerechtigheid is: Hebreeën 10: 36 AWant gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is@ . Als we terug lezen in hoofdstuk 10 en daarbij ook letten op vers 35, dan is het voor de schrijver duidelijk dat vrijmoedigheid en geloof is verslapt. Volharding wordt niet alleen zichtbaar in het doen van de wil van God, maar ook de weg gaan in mogelijke verdrukking. Pas wanneer we volhard hebben, zullen we de belofte ontvangen. Lees in verband met het ontvangen van de toekomstige beloning ook: 2 Cor. 5:10 en vergelijk dit met Prediker 12:14 AWant wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad@ . Onder werkend geloof verstaan we ons eigen handelen in het leven door geloof in Jezus Christus. Dit gaat verder dan voor ons eigen onderhoud en onderkomen zorgen. Het is in eerste instantie niet om grote wonderen te doen, dit gebeurt door groei in geloof in Jezus Christus en indien we op de plek zijn waar Jezus ons wil hebben. Handelen in een werkend geloof is uitreiken naar je naasten en doen wat Jezus deed. Hiervoor moeten we dagelijks de Bijbel lezen (Matt. 25:40; Matt. 7:12; Joh 13:15; Jac.4:17). We sluiten deze studie af met:


4

Lucas 7:1-10 (Lees dit stukje eerst aandachtig door)

a

Wie is die hoofdman?

Het Griekse woord voor hoofdman is Ahekatontarchos@ en betekent Aoverste over honderd@ . De hoofdman is een officier van het plaatselijke garnizoen. Waarschijnlijk was hij een Syriër en woonde hij in Kapfarnaum. Uit de verzen 5 en 9 blijkt in ieder geval dat deze man geen Jood was. Verder lezen we in vers 5 dat hij het Joodse volk zeer lief had en zelfs de Synagoge heeft gebouwd. Wellicht dat bedoeld wordt, dat de hoofdman zijn kapitaal hierin heeft gestoken. Dit alles zou er op kunnen wijzen, dat hij een godvrezend man was, evenals Cornelius (zie Hand 10:20). Dan zou je zeggen, dat hij een persoonlijk geloof in God had. b

Het geloof van die hoofdman

In vers 9 zegt de Here Jezus, dat de hoofdman een zeer groot geloof had. Zo= n groot geloof was de Here Jezus in heel Israël niet tegen gekomen. De hoofdman vergelijkt de Here Jezus met zichzelf. Hij heeft honderd soldaten onder zich en de bevelen worden opgevolgd omdat de hoofdman gezag had. Zo gelooft de hoofdman, dat ziektemachten aan het gezag van de Here Jezus zijn onderworpen. Hij vertrouwde op het gezag van de Here Jezus. Het bevel van de Here Jezus zou worden opgevolgd. Vandaar dat hij geloofde, dat de Here Jezus niet eens zijn huis hoefde binnen te komen. Dat het geloof komt door het horen wordt duidelijk uit vers 3. Het sterke punt van de hoofdman is, dat hij duidelijk maakt dat hij ook een ondergeschikte is die bevelen opvolgt. Dat is een volgende les voor ons. Wij kunnen groeien als we beseffen en ernaar handelen, dat we ondergeschikt zijn aan Christus en geleid worden door de Heilige Geest. Zodra we zelfstandig (onafhankelijk) willen worden komen we in de invloedssfeer van de boze die gelijk wilde zijn aan God en onafhankelijk van God. Als we afhankelijk willen zijn van onze Heer en Heiland, dan zullen we groeien in geloof en zal ons veel worden toevertrouwd. Hier zou je kunnen zeggen, dat hij een belijdend geloof in werking stelde en daardoor handelde (werkend geloof) door de oudsten naar Jezus te sturen met het verzoek om te komen. c

Het eeuwig oordeel

In het evangelie naar Mattheus komen we in hoofdstuk 8 vers 5-13 dezelfde gebeurtenis tegen en gaan heel kort in op datgene wat de Here Jezus zegt. We lezen, dat de Here Jezus in gaat op de degene die Hem afwijzen. Er staat in vers 11 en 12: AIk zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen; maar de kinderen van het Koninkrijk zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tanden geknars.@ (zie ook Matt. 22:13; 25:30; Lucas 13 vanaf vers 22) In studie 12 komen we hier nog op terug. Maar de Bijbel maakt ons op diverse plaatsen duidelijk, dat mensen die Hem tot op het laatste van hun leven afwijzen zullen in de buitenste duisternis geworpen worden. (zie ook Judas 13 en 2 Petr. 2:17)


Alles wat buiten het Koninkrijk is, is donker. God is licht. Dit moet ons ertoe bewegen, om te bidden voor de mensen, die de Here Jezus nog niet kennen. 5

Afsluitende vragen

A

Hoe komt de hoofdman aan het geloof in Christus? (Romeinen 10:17)

B

Wat had de hoofdman toen al ingezien? (Het antwoord ontdekken in Matt. 27:17)

C

De hoofdman had meer inzicht in de wetten van het Koninkrijk dan velen nu. Daarop grondde hij zijn geloof. Is er een belofte van God voor U, die U moet gaan leren geloven? Welke?

D

Waar heeft u moeite mee? Is er iemand die u hiermee kan helpen?


Studie 8 1

Doop in water

Algemeen

In de voorgaande studies hebben we de eerste twee fundamenten uit Hebreeën 6: 1 en 2 gehad. De schrijver van de brief is niet bekend. De brief werd allereerst geschreven voor de joodse christenen. Maar iedereen die Gods Woord leest kan er veel uit leren. Zie ook nog eens: 2 Tim. 3:16-17. Overigens betekent het woord Hebreeër Aiemand die is overgestoken@ . Als we het Bijbelboek doorlezen, dan merken we dat de brief geschreven is voor hen die traditioneel zijn opgevoed. Het Bijbeldoek legt een verband van het leven zonder Christus en met Christus. In die betekenis betekent Hebreeër, “iemand die is overgestoken van het leven in de duisternis zonder Christus naar het leven met Christus”. God noemt Abraham een Hebreeër (Genesis 14:13 toen nog Abram) omdat hij vanuit de streek waar hij vroeger woonde, is overgestoken naar het land Kanaän. In deze betekenis betekent het letterlijk “iemand van de overkant van de rivier”. In de Bijbel wil God ons dus leren dat iemand van zijn Avroegere wandel@ (Efeze 4:22) is overgestoken naar het nieuwe leven waartoe God hem/haar geroepen heeft door Jezus Christus. Dus de brief aan de Hebreeën is speciaal voor de mensen, die zijn overgestoken. Het volgende fundament is een leer van dopen. Voordat wij de doop in water (ook wel christelijke doop genoemd) bespreken zullen we de verschillende dopen langs lopen. Hier is het woord dopen (Hebreeën 6:1-2) een zelfstandig naamwoord en duidt een meervoud aan. We kennen de volgende dopen: a b c d e

De doodsdoop Doop met vuur De doop van Johannes Waterdoop Doop met de heilige Geest en met vuur

Marcus 10:38-40 Matt. 3:11 Hand 19:4/Matt 3:1-12 Matt. 28:16-19 Matt. 3:11

N.B.: De doop met de Heilige Geest komt wordt apart besproken in het volgend hoofdstuk. 2

De verschillende dopen

a

De doodsdoop (Marcus 10:38)

Als we dit stukje lezen, dan gaat het over het lijden en sterven van de Here Jezus. Met de Adoop gedoopt worden@ betekent letterlijk overspoeld worden door het lijden. De Here Jezus maakt duidelijk dat Hij vreselijke beproevingen moet doorstaan. In het volgende vers zegt de Here Jezus, dat ook Zijn discipelen beproevingen in hun leven zullen tegenkomen. Een bijkomend detail is, dat de Here Jezus hun verzoek afwees om aan zijn rechter- of linkerzijde te zitten. Hieruit blijkt, dat wij alles mogen vragen, maar dat het niet altijd wijs is wat we vragen. Daarom gaat Christus niet altijd in op onze vragen.


b

Doop met vuur (Matt. 3:11)

We zullen in de volgende studie zien, dat de Here Jezus doopt met de heilige Geest en vuur. Vuur is tevens het symbool hoe de Heilige Geest het oordeel van God brengt over al de mensen die zich niet willen bekeren. c

De doop van Johannes (Hand 19:4/Matt. 3:1-12)

Als we Mattheus 3:1-12 doorlezen, dan roept Johannes de mensen op tot bekering. Eigenlijk wel eigenaardig als we beseffen, dat Johannes tot de Joden predikte. Zij waren al gelovig zou je zeggen. Johannes riep de mensen op om niet alleen uiterlijk God te gehoorzamen, maar ook innerlijk, met het hart, Hem te gehoorzamen. Hij riep de mensen op zich om te keren. God wilde duidelijk maken, dat Hij het volk terugriep naar Zijn Vaderhart. De doop van Johannes was een uiterlijk teken, het afwassen van de zonden en zag vooruit naar diegene die werkelijk de zonden zou vergeven; Jezus Christus. Johannes was een heraut die de komst van de Messias aankondigde. Johannes de Doper sloot zich aan bij de wassingen en reinigingen van de Joden, en speciaal bij de onderdompeling die proselieten (zij die jood werden) ondergaan moesten. Met verwijzing naar profetieën als Zacharia 13:1 en Ezechiël 36:24 maakte hij de eenmalige onderdompeling in stromend water tot beeld van reiniging van zonden en van het begin van een nieuw leven, dat de Messias ging geven. Vanuit de joodse wetgeving waren allerlei reinigingswetten van kracht waarbij de mensen zich moesten onderdompelen om rein te worden. Hier verwijst Petrus naar in 1 Petrus 3 vers 21 “Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus”. De doop van de Here Jezus (Matt. 3:13-17) De doop van Johannes was voor iedereen die vergeving van zonden nodig had. Het is dus niet zo verwonderlijk, dat Johannes in eerste instantie weigerde Jezus te dopen. In Johannes 1:33 lezen we, dat Johannes Jezus nog niet kende. Ook had Jezus nog geen wonderen en tekenen gedaan. Toch herkende Johannes door een openbaring van God de Messias en Johannes wist dat hij minder was dan Jezus. Jezus liet zich dopen door Johannes, omdat deze doop voor iedereen gold en Hij gelijk wilde zijn aan Zijn broeders, ondanks het feit dat Jezus zonder zonden was. Het was ook een heen-wijzing naar Zijn verzoenend lijdend en sterven. Tevens lezen we, dat Jezus de Heilige Geest ontving als toerusting voor zijn bediening. Hoe indrukwekkend moet dit voor iedereen zijn geweest die dit meemaakte. In vers 6 lezen we dat de Joden zich lieten dopen, onder belijdenis van hun zonden. Bekering en het belijden van zonden gingen aan de doop van Johannes vooraf. Bij de doop na hemelvaart is dit ook het uitgangspunt gebleven. Even een uitstapje. Johannes predikte in de woestijn. Jezus werd naar de woestijn geleid. Ook wij zeggen wel eens, dat we een woestijnperiode mee maken in ons leven. We ervaren dit als minder prettig. Maar misschien moeten we onze mening daarop


herzien. In de woestijn zijn we aangewezen op God zelf en heel afhankelijk van Hem. Zo wil Hij dat we met Hem leven, ook in betere tijden. Natuurlijk kan een woestijnperiode ook een onvruchtbare periode zijn in iemands leven. Maar volgens ons zijn er dan andere dingen aan de hand; b.v. hardnekkige zonden die tussen God en ons in staan. Toen de Sadduceeën en Farizeeën naar hem toekwamen, weigerde Johannes hen te dopen en eiste om eerst met daden te laten zien, dat er iets veranderd was in hun leven (zie vers 8 A Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt@ ). De doop van Johannes is vóór het lijden en sterven van Jezus en is dus niet de doop zoals wij die ondergaan. De opdracht van Jezus kwam later. Zie Mattheus 28:16 en verder. Johannes was geroepen om de komst van Jezus voor te bereiden (zie ook Jesaja 40:3). In Johannes 4:1-2 lezen we, dat de discipelen verder gingen met dopen in de nabijheid van de Here Jezus AToen nu de Here vernam, dat de Farizeeën gehoord hadden, dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes, - ofschoon Jezus niet zelf doopte, maar zijn discipelen - verliet Hij Judea en vertrok weder naar Galilea@ . Mattheus 28:16 en verder en Johannes 4:2 laten onder andere de verbinding zien tussen de doop van Johannes en de christelijke doop. d

De waterdoop of beter de doop door onderdompeling

Als we nog eens teruggaan naar Hebreeën 6:2 dan zien we, dat bekering en geloof in God aan de doop vooraf gaan.


1

De betekenis van het woord A dopen@

In onze vertaling komt minder goed uit wat het woord dopen eigenlijk wil uitdrukken. In het Grieks wordt Abaptizo@ gebruikt. Dit woord betekent eigenlijk Adopen in; onderdompelen@ . Als je een mens wil onderdompelen dan heb je veel water nodig. (zie Mattheus 3:16 Asteeg Hij op uit het water@ ; Handelingen 8:39 AEn toen zij uit het water gekomen waren@ ; bij vers 38 staat Azij daalden af in het water@ ). Deze betekenis geldt in feite overal waar in onze vertaling dopen wordt gebruikt. Ook als er staat Adopen met de heilige Geest@ , dan betekent dit onderdompelen. Maar ook lezen we zo in Marcus 10:39, dat de Here Jezus ondergedompeld zal worden in het lijden voor ons. 2

De betekenis van de doop aan de hand van Romeinen 6:1-14

Bij de doop van Johannes was bekering het enige criterium, terwijl bij de christelijke doop naast bekering ook het geloof in Jezus Christus centraal staat (Handelingen 19:4-5). Hoewel Johannes ook wees op de Here Jezus, was het werk op aarde van de Here Jezus nog niet afgerond en dus konden de mensen nog niet gewezen worden op verzoeningswerk van Christus aan het kruis. We zullen dit verder uitwerken aan de hand van Romeinen 6. Paulus sluit bij Romeinen 6:1 aan bij hoofdstuk 5:20b. Hij volgt verder een waarheid die bekend moest zijn. Door de christelijke doop is er de verbondenheid tussen de mensen die geloven en de Here Jezus. In die verbondenheid met Christus is ons oude leven begraven in de dood en is ons nieuwe leven geboren door de opstanding met Christus. Het nieuwe leven berust op een opstanding tot een nieuw leven. Hiermee zijn wij verbonden met Christus en delen wij in Zijn kruisdood. Het lichaam is niet langer het eigendom van de zondemacht (de oude mens), maar van Christus (de nieuwe mens) Kan de mens zich dood houden voor de zonden? Dit is zeker wel mogelijk voor de kinderen Gods. We moeten niet verwaarlozen, dat mensen doorgaan met de zonden die ze een half uur daarvoor hebben beleden. Dat betekent ook, dat de mens van zijn oude natuur moet willen afkomen. Pastorale hulp is zeker nodig. Maar binnen de pastorale zorg dient te worden opgeroepen om Gods Woord te gehoorzamen. Gewoon doen wat Gods Woord zegt. Dan kunnen we ook zorg verlenen, ook daar waar zonden voortkomen uit verslavende oorzaken. Romeinen 8:10 Aindien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.@


3

De christelijke doop meer dan een beeld.

In de doop laten we dus zien, dat het bewijsstuk van schuld is uitgewist. We vinden dit in Kolossenzen 2:11-15 AIn Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt. Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen: Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd@ . Twee dingen vallen ons heel duidelijk op: S Dit tekstgedeelte bevestigt wat we al gezegd hebben. Sterker nog wordt hier gezegd, dat Christus het bewijsstuk, waarop onze overtredingen stond, heeft uitgewist. Dat moeten we goed tot ons door laten dringen. Hoe meer we hier van doordrongen raken hoe minder we de lust hebben te zondigen; In ons heeft God een werk verricht, dat geen besnijdenis is van mensen handen. Deze besnijdenis heeft plaats in de onzichtbare wereld. In de zichtbare wereld werden jongetjes van acht dagen oud besneden door een stukje van de voorhuid weg te nemen. Op deze wijze hoorden ze bij het volk van God door het verbond, dat God met hen sloot (Genesis 17:10-12). In Romeinen 2:29 lezen we Amaar hij is een Jood, die het in het verborgen is, en de ware besnijdenis is die van het hart, naar de Geest, niet naar de letter. Dan komt zijn lof niet van mensen, maar van God@ . Hier sluit Paulus aan bij Deuteronomium 30:6 AEn de HERE uw God, zal uw hart en het hart van uw nakroost besnijden, zodat gij de HERE, uw God, liefhebt met geheel uw hart en met geheel uw ziel, opdat gij leeft@ . Niet alleen met het verstand zullen we de Here liefhebben. Ons hart gevuld met de liefde van Christus en de volheid van de Heilige Geest geeft de lofprijs. N.B.: Paulus wil niet zeggen, dat wij nu in de plaats zijn gekomen van de Joden. Paulus gaat wel in tegen het verheerlijken van de heidenen, die Jood zijn geworden. Deze mensen werden besneden en ontvingen ook de doop: de zgn proselietendoop, als teken dat zo iemand het heidendom achter zich had gelaten. In het Hebreeuws wordt het woord > lof@ tevens Ahet jood@ genoemd. Paulus heeft niet de bedoeling om het natuurlijke Ajood zijn@ te onderschatten. Hij maakt alleen duidelijk waar het op aankomt. De uiterlijke besnijdenis brengt geen redding. God verandert het hart en het denken. S

De doop is dus meer dan een beeld. In de onzichtbare, geestelijke wereld is het een daad. De uitwerking daar is groter dan wij beseffen. Kolossenzen 3:1-3 ( Het Boek): ANu u met Christus bent opgestaan uit de dood, moet u zich bezighouden met de hemelse zaken. Want Christus zit daar nu op de allerhoogste plaats aan de rechter hand van God. Richt daarom uw gedachten op de dingen van de hemel en niet op die


van de aarde. U bent immers al gestorven en uw leven is nu, samen met Christus, verborgen in God@ . Romeinen 6:6-8

Adit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam van de zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven, daar wij weten dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem@ .

Vóór onze bekering waren wij slaven van onze zondige natuur, maar ná onze bekering kunnen we kiezen om voor Christus te leven. 4

De keuze tot dopen

We lezen eerst Handelingen 8:26-39 De keuze tot dopen is een zeer persoonlijke keuze. Bekering en geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is die voor onze zonden gestorven is, gaan daaraan vooraf. (zie vers 37) Wanneer iemand zich laat dopen, dan laat hij/zij aan iedereen zien Aik volg Jezus Christus en ben Hem gehoorzaam@ . Ook in de hemelse gewesten kijken satan en zijn demonen mee. Omdat iemand in het openbaar zijn geloof belijdt mag een ander hem/haar ook houden aan aan die belijdenis. Na onze bekering kunnen we eigenlijk niet meer terug, maar door de doop bevestigen wij de keuze voor Christus en dat wij dood zijn voor de zonden.

5

Hoe zit het met de kinderdoop?

In het bovenstaande hebben we gezien, dat bekering en geloof in God aan de doop vooraf gaan. Een klein kind kan zich niet bekeren, kan niet geloven en kan pas later in de juiste bijbelse zin een discipel worden. Vaak wordt voor de onderbouwing van de kinderdoop verwezen naar een paar tekstplaatsen. We zullen deze kort bespreken. Handelingen 10

In vers 2 lezen we, dat Cornelius een godvruchtig man was en een vereerder van God met zijn hele huis. Wanneer we in vers 48 lezen dat iedereen die tot dat huis behoorde gedoopt werd, dan moeten we ons afvragen of daar ook de kinderen bij waren. In vers 33-44 lezen we dat iedereen daar aanwezig was om te horen wat Petrus te zeggen had. Deze mensen die konden luisteren, konden ook geloven dat Petrus de waarheid sprak en zij werden gedoopt in de heilige Geest en kregen dus de gave van de Heilige Geest, maar ook de gave van het spreken in tongen. In vers 48: AEn hij beval hen (die gedoopt waren in de Heilige Geest) te dopen in de naam van Jezus Christus@ .


Lees nu ook het verslag in Handelingen 11 waar Petrus nogmaals de nadruk legt op het horen en ontvangen. Handelingen 16

3 A B C D E

In vers 30-33 lezen we over het grote schuldbesef van de gevangenbewaarder. Dan komt de vraag: AHeren wat moet ik doen om behouden te worden?@ Het antwoord was AStel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis@ . Iedereen hoorde de boodschap. Want staat er in vers 34 Aen hij verheugde zich, dat hij met zijn hele huis tot het geloof was gekomen in God@ . Dit waren de mensen die gedoopt waren. Ook hier moeten we er van uitgaan, dat kleine kinderen niet tot geloof komen. Dat doen ze, zodra ze kunnen nadenken en weten wat ze doen.

Afsluitende vragen Handelingen 2:14-40 Τ Waren deze mensen besneden? (Leviticus 12:1-3) Τ Moesten deze mensen zich toch laten dopen? Wanneer wordt een mens begraven? (Lees Romeinen 6:4) Wanneer heeft de Abesnijdenis@ bij u plaats gevonden? (Col 2:11-12) Wanneer bent u bijbels gedoopt? Wat zegt 1 Petrus 3:21?


Studie 9 1

De doop in de Heilige Geest

Inleiding Voordat we de doop in de heilige Geest behandelen, zullen we in het kort een paar onderwerpen behandelen met de betrekking tot de Heilige Geest, opdat de doop in de heilige Geest duidelijk wordt. A. God is één B. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest C. De Heilige Geest

A

God is één

De Bijbel laat ons duidelijk zien dat er één God is. We lezen hierover o.a. in: Jesaja 45:18b Psalm 18:32 Jacobus 2:19

Ik ben de HERE (JHWH) en er is geen ander Want wie is God behalve de HERE, wie is een rots buiten onze God? Gij gelooft, dat God één is? Daaraan doet gij wel, (maar) dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen

Deze teksten zijn afkomstig uit Deut. 6:4

B

AHoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één!@

De Vader, de Zoon en de Heilige Geest

De Bijbel laat ons duidelijk zien, dat God ook uit drie personen bestaat: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en die drie zijn één God. Zij hebben ook volkomen het zelfde karakter, maar zijn verschillend in hun taak en werk. Dat zij alle drie God zijn blijkt uit de Bijbel: Vader

Johannes 6:27 AWerkt niet om de spijs die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt@ . Lees ook: Mattheus 6:8-9

Zoon

Jesaja 9:5

AWant een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst

Lees ook:

Hebr 1:8-9; Marcus 1:1-3

Heilige Geest Hand 5:3-4

AMaar Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om de Heilige Geest te bedriegen en iets achter te houden van de opbrengst van het stuk land? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en was, na de verkoop,


de opbrengst niet te uwer beschikking? Hoe kondt gij aan deze daad in uw hart plaats geven? Gij hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God@ . Ook hier blijkt, dat God en de Heilige Geest één zijn. Τ

Dat zij ieder een eigen taak hebben blijkt uit de volgende teksten:

a

De Vader zond de Here Jezus naar de aarde om de mens te verlossen uit de macht van de duivel Johannes 6:39 AGod wil niet dat Ik één van deze mensen, die Hij aan Mij gegeven heeft, verlies, maar dat Ik ze op de laatste dag uit de dood terughaal. Mijn Vader wil dat ieder die inziet wie Zijn Zoon is en op Hem vertrouwt, eeuwig leven heeft. Ik zal hen op de laatste dag uit de dood terughalen.@ (Het Boek) Lees ook: Joh. 3:16; Matt. 26:39-44; Hebr. 10:7

b

De Here Jezus leidt de mensen tot de Vader en openbaart de Vader Johannes 14:6-7 (Lees ook verder) AJezus zeide tot hen: Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door mij. Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien@ .

c

De Heilige Geest brengt mensen tot geloof in Jezus Johannes 16:7-11 ADoch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is@ .


C

De Heilige Geest

Dat de Heilige Geest een persoon is blijkt uit de volgende teksten. Tijdens de studie-avonden zullen we geen gelegenheid hebben om deze teksten allemaal te behandelen. Daarom schrijven wij ze uit, met de bedoeling dat uzelf thuis deze teksten nagaat en u laat bemoedigen door Gods Woord. Geweldig dat de Bijbel spreekt van de Trooster. Laten we deze gedeelten uit Gods Woord goed tot ons door laten dringen. Johannes 14:16

En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn

Johannes 14:26

Maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd hebt

Johannes 16:8

En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonden en van gerechtigheid en van oordeel

Johannes 16:13

Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen

Romeinen 8:26

En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen

Handelingen 16:6

En zij gingen door het Frygisch-Galatische land, maar werden door de Heilige Geest verhinderd het woord in Asia te spreken

Ook in het Oude Testament zien we, dat de Heilige Geest werkte. Al eeuwen, voordat de Here Jezus geboren werd. Een paar teksten: Richteren 6:34

Toen vervulde de Geest des HEREN Gideon: hij blies op de hoorn en de Abiezrieten werden opgeroepen om hem te volgen.

2 Kronieken 24:20

Toen vervulde de Geest Gods Zekarja, de zoon van de priester Jojada, en hij ging tegenover het volk staan en zeide tot hen: Zo zegt God: waarom overtreedt gij de geboden des HEREN en wilt gij niet voorspoedig zijn? Omdat gij de HERE verlaten hebt, heeft hij u verlaten.

2

De doop in de heilige Geest

A

Profetieën rondom de doop in de heilige Geest


In het Oude Testament profeteerde de profeet Joel over het machtige werk van de Geest van God: Joel 2:28

Daarna zal het geschieden, dat ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen: uw jongelingen zullen gezichten zien. (Lees ook de volgende verzen)

Profeteren komt hier van een Hebreeuws woord, dat meer betekent AGeestvervoering@ of Aonder invloed van Gods Geest.@ Petrus haalt deze tekst ook aan in zijn redevoering voor het Joodse volk, na de hemelvaart van de Here Jezus. (Handelingen 2:17-21) In het Nieuwe Testament profeteerde Johannes ook over de doop in de heilige Geest. Mattheus 3:11

B

Ik doop u met water tot bekering, maar Hij die na mij komt, is sterker dan ik: Ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.

De belofte van de Vader

Het is de Here Jezus zelf, die de doop in de heilige Geest de belofte van de Vader noemt. Handelingen 1:4

En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij (zeide Hij) van Mij gehoord hebt.

Lucas 24:49

En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit de hoge.

Lees ook de teksten: Johannes 15:26, 27; Johannes 16: 5-15; Johannes 14:15-17


C

Het doel van de doop in de heilige Geest

Het doel van de doop in de heilige Geest vinden we in Handelingen 1:8 Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria tot het uiterste der aarde. We zullen kracht ontvangen en getuigen zijn van de Here Jezus. / Kracht betekent, dat we krachtige daden zullen doen in de naam van de Here Jezus. Niet door menselijke kracht zullen dingen gebeuren, maar door de Geest van God. (Zacharia 4:6). Dus een krachtige werking van de Heilige Geest. In het Grieks staat er voor kracht Adunamis@ (hiervan is ons woord dynamiet vanaf geleid) /

Nadat de Heilige Geest over de discipelen is gekomen zullen ze van de opstanding getuigen door de Heilige Geest. Hoe zwak de mens ook zelf is; de Heilige Geest zelf zal woorden omzetten in geloof in de harten van de mensen die het getuigenis willen aannemen. In de eerste plaats wordt getuigd voor het eigen Joodse volk, dan volgt het gebied van de half-joodse, half-heidense Samaritanen en tot aan het uiterste der aarde.

D

Voor wie is de doop in de heilige Geest?

In Handelingen 2: 38 staat: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heilige Geestes ontvangen. Petrus noemt hier bekering (= innerlijke verandering van het hart en houding ten opzichte van God) en dopen (= uiterlijke daad, waarmee de mens getuigd van de innerlijke verandering). Let op: in dit vers staat, dat we de gave (= gift van God) van de Heilige Geest ontvangen. Gaven krijgen we ook, maar daar komen we in een volgende studie op terug. Een andere belangrijke Avoorwaarde@ voor het ontvangen van de doop in de heilige Geest staat in Johannes 7:37-38 Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke. Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.


Johannes haalt hier een stukje uit de profetieën van Jesaja aan. Jesaja 55:1 en 58:11 Een belangrijke voorwaarde voor het ontvangen van de volheid van de Heilige Geest is: dorstig zijn. Indien christenen er niet naar verlangen, dan zullen ze nooit de volheid en de zegeningen daarvan ervaren. Als we tevreden zijn, dan zal God zich daar niet mee bemoeien. Een belangrijke waarschuwing tegen een onjuist verlangen naar de Heilige Geest en de gaven daarvan lezen we in: Handelingen 8: 13-24. We lezen hier, dat Simon tot geloof kwam en gedoopt werd (vers 13) en dat hij zeer onder de indruk was van de werking van de Heilige Geest (vers 13). Simon dacht iets te herkennen van de toverkracht die hij vroeger bezat en voor geld liet werken. Hij dacht, dat dit ook te koop was. We zien bij Simon een verkeerd verlangen naar de volheid van de Heilige Geest. E

Hoe ontvangen we de doop in de heilige Geest (de volheid van de Heilige Geest)

Eerst lezen we wat de Here Jezus hier zelf over zegt. Lucas 11:13 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen die daarom bidden? De Here Jezus geeft eigenlijk een opdracht aan Gods kinderen om erom te vragen. Dan ontvangen we de doop in de heilige Geest en mogen we doen wat we eerder gelezen hebben in Johannes 7:37 en dat is: drinken. De doop in de heilige Geest (het ontvangen van de gave van de Heilige Geest) is eenmalig, maar we mogen en moeten elke dag weer drinken om de volheid te blijven behouden. Hierin moeten we niet verslappen. De wijze waarop we de doop in de heilige Geest ontvangen is door te bidden. De Bijbel laat zien dat dit vaak gebeurt door handoplegging: °

Handelingen 8:17

Toen legden zij (Petrus en Johannes; zie vers 14) hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest

°

Handelingen 19:5-6

En toen lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.

We zien hier de volgorde die we besproken hebben. Maar indien mensen de Geest tegenwerken, kan de volgorde ook veranderd worden. We bespreken een voorbeeld uit de Bijbel. Vooraf dient de waarschuwing, dat deze gedeelten niet dienen om iedereen individueel laten bepalen hoe hij/zij de doop in de heilige Geest wel dient te ontvangen. Lees hier voor deze les weer opnieuw.


In Handelingen 10 (lees ook hoofdstuk 11 door) vinden we een bijzondere geschiedenis. Petrus krijgt op een wel bijzondere wijze de opdracht van God om naar Cornelis te gaan. Maar al was Cornelius dan geen afgodendienaar, - hij was een godvruchtig man (vers 2) - hij was toch volgens de Joden een heiden. Een heiden was iemand waarvan de voorhuid van de mannen niet besneden was. Ook hadden zij een ander eetpatroon dan die de Joden hadden volgens de spijswetten. De Joden mochten niet eens de huizen van de heidenen binnengaan, laat staan met ze eten. God wilde door Petrus duidelijk maken, dat met de kruisiging van Christus een eind gekomen was aan het onderscheid en dat het ontvangen van Gods gerechtigheid alleen kan door het geloof in Jezus Christus. Petrus zou desondanks in grote moeilijkheden komen, als hij zou voorstellen om Cornelius en zijn familie te dopen. En terwijl Petrus aan het onderwijzen was over Jezus Christus en de Heilige Geest, kreeg hij niet eens de kans om de prediking af te maken. In vers 44 lezen we, dat de Heilige Geest op allen viel en dat de gelovigen, die besneden waren, verbaasd waren dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort. Wanneer Petrus ziet wat God doet, kan hij vrijmoedig deze mensen dopen in de naam van Jezus Christus. In hoofdstuk 11 moet Petrus alle zeilen bijzetten, om uit te leggen wat er gebeurd is. Het is Gods Geest die hen dan overtuigt en dan staat er in 11:18 A En toen zij dit gehoord hadden, kwamen zij tot rust en verheerlijkten God zeggende: Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken@ . Is dit niet een heerlijke constatering? We zien uit bovenstaande, dat God de dingen ook kan omdraaien. Maar laat dit door God gebeuren. Indien niet anders dan volgen we de volgorde die Gods Woord aangeeft. Uitleg over Romeinen 8: 9 Rom. 8:9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.

Volgens David Pawson wordt deze tekst meestal verkeerd uitgelegd. Men gebruikt deze dan als ‘bewijstekst’ dat elke christen de Heilige Geest heeft. Immers als hij de Heilige Geest niet zou hebben dan zou hij, volgens de tekst Christus niet toebehoren. Vooraf moet worden opgemerkt dat Pawson ( in zijn boek “de normale christelijke geboorte”) een complete wedergeboorte opvat als een proces waarbij vier stadia doorlopen zijn: bekering, geloof, doop in water en doop in de Heilige Geest. Het ontvangen van de Heilige Geest is een eenmalige gebeurtenis en het sluitstuk van de wedergeboorte. Veel christenen hebben echter een onvolledige wedergeboorte doorlopen. Zo is het volgens hem mogelijk om bekeerd te zijn zonder de Heilige Geest te hebben ontvangen. Dit zou in strijd zijn met de traditionele uitleg van Rom. 8:9, maar deze tekst moet volgens Pawson anders uitgelegd worden. Volgens hem is een vrij letterlijke vertaling van deze tekst vanuit de grondtekst: ‘Maar jullie zijn niet in het vlees maar in Geest, indien Geest van God doorgaat in u te wonen. Maar als iemand niet doorgaat Geest van Christus te hebben, is hij niet van hem’. Pawson merkt nu een paar zaken op. In Rom. 8 gaat het niet over het al of niet toebehoren aan Christus maar over het leven in de Geest. Of je leeft volgens het vlees of je leeft naar de Geest.


Verder ontbreekt het bepaald lidwoord bij Geest. Dit wijst erop dat de nadruk ligt op de kracht en niet op de persoon van de Heilige Geest. Vers 9b betekent nu: ‘Áls iemand niet doorgaat naar de Geest te leven dan behoort hij de Heilige Geest niet meer toe (hij is niet van hem d.w.z. hij is niet (meer) van de Heilige Geest). Rom. 8:9 is dus een aansporing om te blijven leven in de invloedssfeer van de Heilige Geest en het niet zover te laten komen dat de Heilige Geest niet meer in je woont, Nogmaals: Wat in vers 9b van Romeinen 8 bedoelt wordt is dat wij moeten leven in de invloedssfeer en onder leiding van de Heilige Geest. De Geest van God moet ons inspireren en ons leiden in onze levenswandel. Pawson ziet ook het ontvangen van de Heilige Geest als een eenmalige gebeurtenis en als het sluitstuk van de wedergeboorte, hoewel er in het leven meerdere vervullingen daarna mogelijk zijn. Door de doop in de Heilige Geest krijg je ook de gaven van de Heilige Geest. Zie 1 Corr 12 en Romeinen 12. Met Pawson geloven wij dat de wedergeboorte pas totaal is, als iemand tot bekering is gekomen, gelooft dat Jezus Christus zijn redder en verlosser is, gedoopt is in water en gedoopt is in de Heilige Geest. Dan pas is de wedergeboorte compleet.


Een paar opvattingen (mede onttstaan door het verkeerd uitleggen van Rom. 8:9) zijn: 1. Het ontvangen van de Heilige Geest is een eenmalige gebeurtenis en vindt “ automatisch “ plaats bij de bekering en het geloven in de Heer Jezus 2. De Heilige Geest komt in de gelovige wonen na de bekering en het gaan geloven in de Here Jezus, daarna is er nog een tweede zegen: de doop in de Heilige Geest. 3. De wedergeboorte is een aparte stap. 4. Als je Geest van Christus niet hebt, dan behoor je Christus niet toe. B

In deze studie en als u de Bijbelverzen bestudeert, dan kan het niet anders of u moet gezien hebben, dat de ene keer gesproken wordt over de heilige Geest en de ander keer over de Heilige Geest. Bij heilige Geest gaat om een bijvoeglijk naamwoord (in het Grieks: hagios), dat de Geest heilig noemt ter onderscheiding van ander geesten n.l. demonen. Bij de Heilige Geest gaat het om de persoon zelf. Dus we worden gedoopt in de heilige Geest en ontvangen gaven van de Heilige Geest (van de persoon zelf). Het Griekse woord voor geest is pneuma en dit betekent waaien, luchtstroom, levensadem, levensgeest, geestelijk wezen en Geest.

3 a b c d

e

Afsluitende vragen Hebt u de doop in de heilige Geest ervaren? Wat is hierbij de taak van uw studiepartner? Welke redenen zouden er voor u zijn om de doop in de heilige Geest niet te ontvangen? In de volgende hoofdstukken zullen we vrucht van de Heilige Geest en de gaven van de Heilige Geest bespreken. We willen nu reeds bekend maken, dat er slechts één gave is die persoonlijk is n.l. het spreken in A tongen@ . Alle andere gaven worden door de Heilige Geest gegeven om te DIENEN. Wilt u dat? Paulus neemt de eenheid van het huwelijk als voorbeeld voor de eenheid van de Heilige Geest met onze geest. Hoe noemt hij dit in 1 Cor.6:17?


Studie 10 0

De vrucht van de Geest

Algemeen

De uitgangstekst voor deze studie is afkomstig uit Galaten 5:22 AMaar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing@ . Als we oplettend lezen dan zien we, dat er negen eigenschappen worden genoemd terwijl in de tekst wordt gesproken over de vrucht en niet over de vruchten. De hele vrucht van de Geest bestaat uit negen delen en horen bij elkaar, zoals de delen van een sinaasappel tot één sinasappel horen. Alle delen moeten in ons leven groeien. Natuurlijk kan één van de delen harder groeien, dan het andere. Maar ze zullen allemaal groeien, zodat de hele vrucht groter wordt. Vergelijk dit weer met de sinaasappel. Als we de Heilige Geest de kans geven om de vrucht in ons leven te laten groeien, dan zal dat ook van invloed zijn op ons karakter. Tegenover de werken van ons vlees (zie Galaten 5:16-22) staat de vrucht van de Geest. In deze studie zullen we alle delen van de vrucht van de Geest bespreken. 1

Liefde

Hier staat in de Griekse grondtekst Aagape@ . In de Bijbel kennen we 7 verschillende woorden voor liefde, die ieder een eigen betekenis en inhoud hebben. De Bijbel maakt onderscheid in b.v. lichamelijke liefde, broederliefde, etc. In het Nederlands kennen we dit niet zo, maar het is zeer belangrijk de verschillen goed in ons op te nemen. Vanuit Joh 21:15-17 kunnen we het verschil duidelijk maken tussen agape: de volmaakte liefde/alles opofferende liefde en philio: gehecht zijn/of broederliefde AToen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: ASimon (dit was zijn geboortenaam) zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief (agape), meer dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja Here Gij weet, dat ik u liefheb (philio). Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren. Hij zeide ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij waarlijk lief (agape)? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet, dat ik u liefheb (philio). Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen. Hij zeide ten derden male tot hem: Simon, Zoon van Johannes, hebt gij mij lief (philio)? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem zeide: Hebt gij mij lief? En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik u liefheb (philio). Jezus zeide tot hem weid mijn schapen@ . In de derde vraag zien we, dat de Here Jezus afgedaald is op het niveau van Petrus. Wat een geweldige Heiland!


In het Oude Testament kennen we de natuurlijke liefde van een jongen voor een meisje (en omgekeerd) b.v. in Genesis 34:3. De natuurlijke liefde van de bruidegom en de bruid (Hooglied 2:4) en de erotische liefde (afkomstig van eros) in Hooglied 1:2. Vooral met deze liefde wordt door de wereld geknoeid. Liefde betekent: Kiezen voor het goede (vraagt om actie) Opofferingsgezindheid Openheid om onze gedachten en gevoelens zonder terughoudendheid te delen Toewijding Vertrouwen Gehoorzaamheid aan God Verder wil we vragen om over het volgende na te denken: a

Ik respecteer je, zoals je bent. Ik aanvaard je zoals je bent en ik zal je niet gebruiken voor mijn eigen voordeel. Ik zal proberen mijn respect voor je te versterken.

b

Ik geef zo veel om je, dat het mij aan het hart gaat, wat er met je gebeurt. Het is mijn verlangen je te helpen, zelfs als het een offer van mijn kant betekent.

c

Ik voel mij verantwoordelijk voor je, niet uit een gevoel van plicht waar ik niet onderuit kan, maar vrijwillig. Ik zal geen vreugde beleven aan je zwakheden of falen en zal daar ook geen lijst van bijhouden.

2

Blijdschap

Dit is de uitwerking van de innerlijke vreugde. Deze blijdschap is onafhankelijk van de uiterlijke wereldse vreugde. Het is een blijdschap, die nooit afgenomen kan worden. Joh 16:22

Ook gij hebt dan nu wel droefheid, maar Ik zal u wederzien en uw hart zal zich verblijden en niemand ontneemt u uw blijdschap

1 Thess. 1:6

En gij zijt navolgers geworden van ons en van de Here en gij hebt het woord onder zware verdrukking met blijdschap des heilige Geestes aangenomen.


3

Vrede

Vaak denken wij bij vrede aan de afwezigheid van oorlog of tweedracht. Dat is ook de grondbetekenis van het Griekse woord. In het N.T. Wordt het een paar keer in deze betekenis gebruikt (b.v. Lucas 14:32; Jac. 3:18). Meestal komt het echter voor in een zin die nauw aansluit bij het Hebreeuwse woord sjalom, dat in de eerste plaats een “volledige of gave toestand”aangeeft en pas in de tweede en afgeleide instantie “vrede tegenover oorlog aangeeft. Met het deel van de vrucht van de Heilige Geest dat vrede heet, wordt de innerlijke rust bedoeld, die God wil geven aan ieder mens te midden van alle wereldlijke en geestelijke strijd, evenals te midden van zorg en moeite die op ons af kunnen komen. Een ieder, die de Here Jezus vindt en volgt, krijgt deel aan die vrede. Maar het hangt ook van de mens af hoe die met de dingen omgaat. Ten aanzien van eigen onverantwoordelijk handelen, kan men die vrede verliezen. Deze vrede ziet op de heelheid en de ongebrokenheid van de relatie tussen God en ons als ook tussen de broeders en zusters onderling. Filippenzen 4:7

AEn de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus@ .

1 Petrus 5:14

AVrede zij u allen, die in Christus Jezus zijn@

4

Lankmoedigheid

Hieronder moet worden verstaan: Ade tot het uiterste gaande verdraagzaamheid ten opzichte van anderen@ . Hier letten we eerst op het belang van de ander, voordat we naar onszelf kijken.(Filippenzen 2: 2 tot 5). Lankmoedig zijn is geduld oefenen en wordt gebruikt voor de eigenschap van het geduldig zijn, een toestand van innerlijke rust, waarbij er, terwijl men geconfronteerd wordt met tegenstand of ongeluk, toch geen sprake is van klacht of irritatie. Als we naar God kijken, dan is dit het geduld waarmee God de zonden van de mensen verdraagt (b.v. Romeinen 9:22) en waarmee de kinderen van God volharden onder allerlei lijden en tegenstand (b.v. Jac.5:10). Andere tekstplaatsen in dit verband zijn: Efeze 4:1-2

AAls gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmee gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elk ander in liefde te verdragen.@


Dit komt ook tot uitdrukking in Kolossenzen 3:13 AVerdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo@ . 5

Vriendelijkheid

Dit woord betekent vanuit de grondtekst vriendelijk en goedheid. Vriendelijk zijn tegen alle mensen, ook degene die ons niet zo goed liggen. Vriendelijkheid en goedheid brengen mensen tot elkaar. Het geeft een innerlijke gesteldheid aan en de daden en woorden die daaruit voortkomen. Titus 3:2 Efeze 4:32 1 Tim 3:3

Fil. 4:5

6

AVriendelijk zijn en alle zachtmoedigheid bewijzen aan alle mensen@ . “Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.” “Een opziener dan moet zijn onbesproken, de man van een vrouw, nuchter, bezadigd, beschaafd, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, maar vriendelijk, niet strijdlustig of geldzuchtig,” “Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.”

Goedheid

Kolossenzen 3:12

ADoet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld@ .

In dit vers vraagt Paulus actie van ons. Vanaf vers 5 spreekt Paulus over het afleggen van het oude leven, terwijl in vers 10 wordt gezegd, dat geleefd moet worden naar bijbelse maatstaven. Dit kunnen we alleen door de kracht van de Heilige Geest en door actief met de dingen van God bezig te zijn. Zie ook: Rom 15:14 7

“Dat gij zelf reeds vol van goedheid zijt,”

Trouw

Het woord uit de grondtekst “pistis” heeft de volgende betekenissen: 1 Trouw, betrouwbaarheid, 2 (het) vertrouwen en geloof.


Bij betekenis 1 gaat het om trouw als eigenschap van iemand zoals in Deut. 32:20 waar het gaat om de trouw van de kinderen aan hun ouders of in Neh. 9:38 de betrouwbaarheid van een verbond. Bij betekenis 2 gaat het om geloof of vertrouwen zoals we dat b.v. in Hebr.11 tegenkomen. Trouw duidt op volkomen toewijding aan de Here Jezus. Dit komt tot uitdrukking in onze daden. We moeten niet alleen over trouw spreken, maar het ook in de praktijk brengen. Spreuken 12:22

ALeugenlippen zijn de HERE een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig@ .

Trouw is één van de steunpilaren van het geloofsleven: in gebed, bijbellezen, bezoeken van de samenkomsten, e.d., maar vooral aan God. Lees ook Handelingen 11: 22-24 8

Zachtmoedigheid

In dit woord zit zacht en moedig. Dit is een houding tegenover een ander vol geduld, begrip en liefde. Zachtmoedigheid wil zeggen: Aniet oordelen maar helpen@ . Andere betekenissen van zachtmoedigheid is ook mildheid. 1 Petrus 3:4

AMaar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God@ .

Titus 3:1-2

AHerinner hen eraan, dat zij zich aan de overheid en gezag onderwerpen, gehoorzaam, tot alle goed werk bereid zijn, geen lastertaal uiten, niet twisten, vriendelijk zijn en alle zachtmoedigheid bewijzen aan alle mensen@ .

Wat betekent Galaten 6:1?


9

Zelfbeheersing

Naast zelfbeheersing betekent dit ook discipline. Een andere betekenis van de grondtekst is nog ingetogenheid. Dit gaat over onze houding op alle terreinen van het leven. In Genesis 1:26 geeft God aan de mens de opdracht om over de schepping te heersen. Maar vaak heerst de verkeerde schepping (zondige invloeden) over ons leven. God wil, dat de vrucht van de Heilige Geest functioneert in ons leven. Alleen dan kunnen we vruchten voortbrengen die God welgevallig zijn. Gebrek aan zelfbeheersing brengt christenen in gevaar. 1 Cor. 7:5

AOnthoudt dat (seksuele relatie/zie vers 4) elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet satan u verzoeke wegens [uw] gemis aan zelfbeheersing@ .

Hand. 25:25

“Maar toen hij sprak over rechtvaardigheid en ingetogenheid en het toekomstig oordeel, werd Felix bevreesd en antwoordde: Ga voor heden heen; wanneer ik nog eens gelegenheid heb, zal ik u wel weder ontbieden;” “door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht,”

2 Petrus 1:6


Afsluitende vragen a

Lees ook Romeinen 14:17 ARechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest@ Hoe kunnen we dit in ons leven tot uitdrukking brengen?

b

Sportmensen trainen elke dag heel hard om het doel te bereiken. Wat schrijft Paulus aan de gemeente in Corinthe. Zie 1 Cor. 9:25-27 Hoe kunnen we dit praktisch laten zijn in ons leven?

c

Kunnen we alles wat we besproken hebben zelf bereiken? Zo ja, hoe? Zo neen, hoe dan wel? (zie ook Filippenzen 4:19)

d

Vaak is het zo, dat we ons schuldig voelen als we falen! Welke gevaar schuilt hierin? Wat is het verschil tussen schuld en schuldgevoel? Wie heeft de schuld gedragen? Hoe moeten we dan reageren als we merken, dat we keer op keer falen?

e

Wat zegt de Bijbel in 1 Tess 4:3 en Hebr 12:14? Wat is heiliging? (heiligen betekent: zij die apart zijn gezet. De Bijbel noemt u op verschillende plaatsen heiligen. Door Jezus Christus. 1 Petr.1:2; Fil. 1:1; Efeze 1:1; 2 Cor. 1:1; e.a.)


Studie 11 1

De gaven van de Heilige Geest

Algemeen

De gaven van de Heilige Geest kunnen goed functioneren door de liefde (In Cor. 13:1 legt Paulus uit wat er gebeurt als de gaven functioneren zonder de liefde). We lezen in Romeinen 5:5 dat Gods liefde in onze harten is uitgestort. Dit is Gods eigen liefde waar we deel aan hebben en heeft niets met de menselijke liefde te maken. Aen de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de heilige Geest, die ons gegeven is,.....@ (Romeinen 5:5) De genadegaven van de Heilige Geest worden niet voor onszelf gegeven, maar tot welzijn van allen (zie 1 Cor. 12:7). Dit moeten we goed onderscheiden. Bij de bespreking van de verschillende gaven zullen we zien dat er slechts één gave is voor jezelf. Alle andere gaven worden gegeven om te dienen. Hier moeten we wel bij stil staan als we om het functioneren van de gaven bidden. In 1 Cor 12:1-11 lezen we dat we ook niet allemaal dezelfde gaven zullen ontvangen. Er staat duidelijk dat aan de één gegeven wordt door de Geest met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis, etc. God wilde dat de gemeente van Jezus Christus als één lichaam zou functioneren (lees 1 Cor 12:12-31). Ook in Romeinen 12:3-8 staan gaven die door de Heilige Geest worden gegeven. Om te kunnen functioneren in/met de gaven van Geest moeten de motieven wel zuiver zijn, maar niemand hoeft perfect te zijn. Een voorbeeld van onzuivere motieven vinden we Handelingen 8 vanaf vers 4. Simon de tovenaar wilde de gaven ontvangen om er geld aan te verdienen. Het is belangrijk om met de gaven te functioneren in een gemeente waar liefde en eenheid is. Lees vooral 1 Cor. 13. 2

Indeling van de gaven en bespreking daarvan

Verschillende bijbeluitleggers hebben een indeling gemaakt van de verschillende gaven. We zullen deze indeling volgen zonder daar op in te gaan.


A

De openbaringsgaven Het woord van wijsheid Dit is een gave die men van de Heer ontvangt om te weten wat te zeggen in een bepaalde situatie. Het is een bovennatuurlijke openbaring die men van God ontvangt voor een specifieke situatie. Zie hiervoor ook Handelingen 27:21-25. Paulus had niet geleerd voor zeeman, maar wist wat er moest gebeuren om het schip behouden aan te laten komen. Lees het hele hoofdstuk eens. Een ander voorbeeld vinden we in Johannes 8:7. Het woord van kennis Hier gaat het niet om kennis van het verstand, maar om kennis, die men van de Heer krijgt in een bepaalde situatie en kan door anderen geverifieerd worden omdat het concreet is . Deze gave kan betrekking hebben op geestelijke- en/of op materiele zaken (Handelingen 5:3-9 en Handelingen 16:9/Paulus kreeg door God kennis van de nood om naar Macedonië te gaan). Het onderscheid van geesten We zullen in één van de laatste lessen de geestelijke wereld vanuit de Bijbel nader bestuderen. Maar uit de les over de zondeval hebben we gezien, dat satan en zijn demonen reëel bestaan. In het leven doet satan zich voor als de engel van het licht. Het is erg belangrijk in het gemeenteleven en dus voor de gelovigen persoonlijk te kunnen ontdekken wie in een bepaalde situatie regeert. Let er wel op, dat we allemaal misleid kunnen worden. Deze gave is belangrijk als we met elkaar de wil van de Heer zoeken. In dit laatste kan de gelovige ook wel eens geleid worden door een vrome geest en die is niet uit God. Deze gave is: de aanwezigheid van kwade geesten vaststellen. (Lucas 13:11; Handelingen 16:16-18; Efeze 6:12)


B

De kracht- of wel wondergaven Gave van geloof Geloof tot redding hebben we al ontvangen bij onze bekering. Als we dit geloof niet hadden ontvangen, zouden we ons niet hebben bekeerd. We konden dat, omdat we ons openstelden voor het Woord van God. Gave van geloof is een onwrikbaar vertrouwen op God in bepaalde situaties. Hierbij moeten we ons zelf onderzoeken, dat indien we menen deze gave te bezitten er geen andere emotionele elementen van de ziel meespelen. (Mattheus 17:20; Marcus 11:22; 1 Cor 13:2 en denk ook aan het leven van Abraham (Genesis). Gaven van genezingen (1 Cor. 12:9) Dit is een gave waardoor anderen gezond worden door de kracht van God. Het zal niet verwonderlijk zijn, dat hier ook vaak de gave van onderscheiding van geesten functioneert. Voorbeelden: 1 Soms kan het zijn dat iemand ziek is en dat gebondenheid daaraan ten grondslag ligt; 2 Spreuken 14:30 Jaloezie is vertering voor de beenderen; Spreuken 13:12 Een langgerekt hopen maakt het hart ziek Maar ook staat er in Spreuken 17:22 Een vrolijk hart bevordert de genezing De bediening kan gebeuren door handoplegging; maar ook door de zieke te zalven met olie. Marcus 6:13; Marcus 16:18; Jacobus 5:14-15. Gave van wonderwerken Dit is een gave om een concrete verandering te weeg te brengen, zoals het stilleggen van een storm; wonderbare spijziging, etc. Exodus 4:2-5; Handelingen 2:22; Handelingen 4:16 en Handelingen 5 (hoewel bij dit laatste meer de gave van onderscheiding van werkte, omdat hier de leugen in het geding was).


C

De inspiratiegaven Gave van profetie Het woord profeet betekent: SPREKER of VERKONDIGER. Er wordt dan namens een ander gesproken. Geestelijk gezien wordt er namens God gesproken. Het woord profeet betekent dus ook: De mond van God zijn. In de samenkomst kan iemand door de Geest van God worden geleid om woorden uit te spreken. Hierbij moeten we in acht nemen wat Paulus tegen de gemeente zegt: 1 Cor. 13:9 AWant onvolkomen is ons kennen en onvolkomen is ons profeteren@ . Maar ook 1 Thess 5:20-21

Averacht de de profetieën niet, maar toets alles en behoudt het goede@ .

Dus als een profetie onvolkomen is, hoeft nog niet alles waardeloos te zijn. Verder moeten we weten, dat iemand die een profetie uitspreekt nog geen profeet is. Profeet is een bediening (Efeze 4:11). Een profetie is een gave, die op een bepaald moment functioneert. Door de bediening van profeet worden continu de gedachten van God bekend gemaakt. Een profetie kan door iedereen worden uitgesproken, maar slechts enkelen worden tot profeet geroepen (denk aan Jesaja Jeremia, Maleachi, Handelingen 11:27-28; Handelingen 21:11; etc. Iemand die een profetie krijgt hoeft die niet uit te spreken, maar kan die ook inhouden als de orde van de samenkomst daarmee gediend is (1 Cor. 14:30-33). In 1 Cor. 14:3 lezen we: AMaar wie profeteert, spreekt voor mensen stichtend, vermanend en bemoedigend@ . Hier zien we dat een profetie: 1. Stichtend is; d.w.z. het bouwt de kinderen Gods op 2. Vermanend; d.w.z. waarschuwend en aansporend tot het goede 3. Bemoedigen; d.w.z moed geven


Lees de volgende teksten eens door: 1 Cor. 14:4 1 Cor. 14:5

Wie profeteert sticht de gemeente Profetie staat in het openbaar hoger dan de tongentaal zonder vertolking Tongentaal met vertolking heeft evenveel waarde voor de gemeente als profetie 1 Cor. 14:29 Twee of drie mogen profeteren; dus niet te veel Profetie moet worden beoordeeld, omdat de gave van profetie onvolkomen is (er kunnen menselijke gedachten en overwegingen insluipen). Zie 1 Cor. 13:9 Allerlei tongen a

Spreken in tongen Het spreken in tongen is de enige gave, die geen nut heeft in de samenkomst, want niemand begrijpt wat er gezegd wordt en dan heeft het geen nut in de samenkomst; tenzij het vertaald wordt en dan spreken we over vertolking van tongen. In 1 Corr. 14 kunnen precies lezen wat het spreken in tongen wel en niet is. Wat is spreken in tongen niet en hoe moet men handelen? Bekijk 1 Cor 14 ------

is niet het spreken tot mensen (vers 2) is niet te verstaan door mensen (vers 2 en 16) is niet een verstandswerking (vers 14) zonder vertolking niet voor de gemeente (vers 9 + 23) zonder vertolking moet men zwijgen en zacht tot God en zichzelf spreken (vers 27+28), d.w.z. in dat geval mag men wel zacht in tongen bidden; doch niet zo hard dat anderen niet meer kunnen bidden

Wat is spreken in tongen wel? Bekijk 1 Cor 14 --

spreken tot God (vers 2)

---

Bidden tot God, bidden met je geest (vers 14 en 15) lofprijzing met mijn geest

----

het kan dankzegging zijn (vers 16) geloofsopbouw van jezelf (vers 4) teken voor de ongelovige (vers 22)

Tongentaal is dus een vorm van gebed (buiten het verstand om). De uiting kan voor anderen een verstaanbare taal zijn, terwijl degene die het uitspreekt in tongen spreekt en er zelf niets van begrijpt (zie Hand 2). Dit geheel is een uitspreken van gebeden onder leiding van Gods Geest, in een taal die je niet kent. Ervaringen over het spreken in tongen:


Hand 2:2-4

vers 4: en zij werden allen vervuld (=vol) met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken zoals de Geest het hun aangaf

In dit gedeelte lezen we dat de discipelen dingen zeiden buiten hun verstand om. Als we verder lezen zien we in Handelingen 2 vers 8 en verder dat iedereen in zijn eigen taal werd aangesproken. Wat voor de discipelen tongentaal was, was voor de ander een verstaanbare taal. Dit kan en daar zijn ook nu voorbeelden van. Maar meestal zijn het geheimenissen tot God. Hand 10:44-46

vers 46

Want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken Hier lezen we dat iedereen in tongen aan het loven en prijzen was. We moeten goed onthouden, dat het spreken in tongen een spreken is tot God en niet tot mensen. Het spreken in tongen is de enige gave, die voor gelovige zelf is. Alle andere gaven zijn er om te dienen. Hand 19:6

b

En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden

Vertolking van tongen Het kan zijn dat iemand hardop in tongen spreekt en dat iemand in de gemeente de gave krijgt om in verstaanbare taal uit te spreken wat de ander in tongen spreekt. Dit is niet hetzelfde als profetie.

Let op:

Soms hoor je iemand in tongen spreken, die daarna een profetie gaat uitspreken. Dit laatste is niet een vertolking van tongen, maar door eerst te spreken in tongen stemt de broeder of zuster zich op de golflengte af van God. Dit kan, maar is ook niet strikt noodzakelijk. Iemand die in de nabijheid van God leeft kan direct een profetie uitspreken als de Heilige Geest dat te kennen geeft.

Onderwijs Met deze gave kan onderwijs worden gegeven vanuit Gods Woord. Dit zal vooral herkenbaar zijn bij de bediening van leraar. Vermanen Uit het Grieks vinden we de betekenis van aanmanend bemoedigen. Deze gave zien we functioneren bij Barnabas = zoon der vertroosting in Handelingen 11:22-23. Bemoedigers zijn harder nodig dan mensen die vertellen hoe het niet moet. Mededelen


Dit kan geven zijn in materiele zin. Mensen die iets weggeven van hun inkomen aan anderen. Maar ook het eigen leven meedelen. Zie 1 Thess. 2:8. Dit is er voor kiezen om een open boek te zijn, zodat de ander er door opgebouwd wordt. Leiding geven Een noodzakelijk gave voor alle onderdelen in de gemeente waar leiding wordt gegeven. Barmhartigheid bewijzen Dit is een gave die we zien functioneren bij mensen die andere op een goede wijze worden geholpen. Daarbij moeten de motieven wel zuiver zijn.


Afsluitende vragen 1

Heeft u de doop in de heilige Geest ontvangen?

2

Verlang je er naar?

3

Wat moet je dan doen?

4

Waartoe roept Paulus ons op in 1 Corr.14:1?

5

Welke gaven zie je in de gemeente functioneren?

6

Welke gaven zie je bij je zelf functoneren? Hier kan alleen antwoord op gegeven worden als je gedoopt bent in de heilige Geest.


Studie 12 0

Handoplegging

Inleiding

In Hebreeën 6:1-3 staat het volgende fundament genoemd. In het kort zullen we de handoplegging bespreken. We zien in de Bijbel, dat door handoplegging: a een zegen of gezag kan worden overgedragen b gezag kan worden bevestigd, of een speciale bediening of taak in het openbaar bevestigen c een zegen kan worden bevestigd d het meedelen van een speciale genade van God: genezing en doop in de heilige Geest. Belangrijk is wel in Gods Woord te zien, dat gezag alleen kan worden overgedragen door iemand die ook het gezag van God heeft. Handoplegging is een daad van geloof, een daad in de geestelijke wereld. We verwachten dat Gods Geest, die in ons woont, de ander door ons geloof aanraakt, naar diens behoefte. We zullen alle vier categorieën bespreken en doorlopen. a

Een zegen of gezag kan worden overgedragen

Genesis 48:14 A Toen strekte Israël (dat is Jacob) zijn rechter hand uit en legde die op het hoofd van Efraim, hoewel hij de jongste was, en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse; hij legde zijn handen kruiselings, ofschoon Manasse de eerstgeborene was.@ Boven zien we het overdragen van de zegen. Jacob zegent als vader zijn zonen. Mozes naderde het eind van zijn leven. Er moest een nieuwe leider worden aangesteld. We volgen in het kort deze gebeurtenis. Leest u voor uw zelf de hoofdstukken aandachtig door. Numeri 27:18-20

AToen zeide de HERE tot Mozes: Neem u Jozua, de zoon van Nun, een man van geest vervuld, en leg hem uw hand op, en stel hem voor de priester Eleazar en voor de gehele vergadering, en geef hem in hun tegenwoordigheid uw bevelen en leg op hem van uw heerlijkheid, opdat de gehele vergadering der Israëlieten het hore.@

Numeri 27:22-23

AEn Mozes deed zoals de HERE hem geboden had en hij nam Jozua en stelde hem voor de priester Eleazar en voor de gehele vergadering; hij legde hem zijn handen op en gaf hem bevelen, zoals de HERE door de dienst van Mozes gesproken had.@

Deuteronomium 34:9

AJozua nu, de zoon van Nun, was vol van de geest der wijsheid, want Mozes had zijn handen op hem gelegd. Daarom luisterden de


Israëlieten naar hem en deden zoals de Here Mozes geboden had.@ b

Gezag kan worden bevestigd (Een speciale bediening of taak in het openbaar bevestigen)

1

Handelingen 13:2-3

AEn terwijl zij vastten bij de dienst des Heren zeide de Heilige Geest: Zondert mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan.@

We zien, dat de Heilige Geest door iemand sprak tot de hele gemeente. Tevens leren we, dat Barnabas en Saulus al persoonlijk door de Here geroepen was, want er staat: Awaartoe Ik hen geroepen heb@ . Het Woord van God, dat door de Here gesproken werd was aan de ene kant een openbaring en aan de andere kant een bevestiging naar Barnabas en Saulus toe. 2

Handelingen 14:21-23:

AEn toen zij (Paulus en Barnabas) aan die stad het evangelie verkondigd en er verscheidene discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystra, Iconium en Antiochie, om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan. En nadat zij voor hen in elke gemeente oudsten hadden aangewezen, droegen zij hen onder bidden en vasten de Here op, in wie zij geloofd hadden.@

Wanneer u dit leest, dan mist u nadrukkelijk de handoplegging. Hoewel het hier niet wordt vermeld, geloven wij dat dit een normale gang van zaken was. 3

Handelingen 6 (zie vooral vers 3-6). Hier worden diakenen bevestigd door handoplegging.

4

1 Timotheus 4: 14

AVeronachtzaam de gave in u niet, die krachtens een profeten woord geschonken is onder handoplegging van de gezamenlijke oudsten.


c

Een zegen kan worden bevestigd

1

Hierbij kunnen we denken aan het inzegenen van een huwelijk (Het meedelen van de zegen des Heren over het echtpaar, zodat Prediker 4:7-12 in vervulling gaat)

2

Bij het opdragen van kleine kinderen (Mattheus 19:13-15; Marcus 10:13-16; Lucas 18:15-17)

3

Bij het afscheid nemen (Lucas 24:51)

d

het meedelen van een speciale genade van God: genezing en doop in de heilige Geest

d.1

Genezing

Marcus 6:13

AEn zij dreven vele boze geesten uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen@ .

Marcus 16:18

Aop zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden@ .

Jacobus 5:14-15

AIs er iemand bij u ziek? Laat hij de oudsten van de gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovig gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten.@ (Lees ook vers 16 voor u zelf. Dit is heel belangrijk).

Als we Marcus 16 vanaf vers 17 lezen, dan lezen we dat de Here Jezus hier het opleggen van handen zelf instelt en dat Hij een rijke belofte geeft. In Jacobus 5 wordt gezegd, dat de zieke zelf de oudsten moet roepen. Het is belangrijk dit te doen. Steeds minder wedergeboren christenen geven gehoor aan deze oproep en wenden zich rechtstreeks tot een arts. Hiermee sluiten zij God buiten hun leven. Natuurlijk verbiedt de Bijbel niet om een arts te hulp te roepen en om medicijnen te nemen; maar laten we daarbij allereerst de hulp van de Heer inroepen. Belangrijk om te weten is, dat de brief geschreven is aan christenen. Daarom is het zo belangrijk, dat christenen zich bij een gemeente aansluiten. Het zalven met olie is een daad van geloof waardoor de overbrenging van goddelijk leven en gezondheid wordt uitgeroepen voor het lichaam van een zieke christen. Belangrijk in het ontvangen van genezing is het aanhoudend gebed. Daarnaast moeten we weten, dat artsen, vaak zonder het te weten, strijden tegen de gevolgen van de zonden en dat is: Ziekte. Negeer ook hun aanwijzing niet.


Algemene regel voor gezondheid is: leef in de gemeenschap met de Heer, verzorg het lichaam goed door goed voedsel en voldoende rust. Geestelijke gezondheid werkt in op lichamelijke gezondheid. Tot slot herhalen wij wat we al eerder hebben geschreven: a b

Soms kan het zijn dat iemand ziek is en dat gebondenheid daaraan ten grondslag ligt; Spreuken 14:30 Jaloezie is vertering voor de beenderen; Spreuken 13:12 Een langgerekt hopen maakt het hart ziek Maar ook staat er in Spreuken 17:22 Een vrolijk hart bevordert de genezing

d.2

Doop in de heilige Geest

Een ander belangrijk feit bij het opleggen van handen is het (helpen van) bidden met de mensen die de doop in heilige Geest verlangen. Handelingen 8:18

AEn toen Simon (de tovenaar) zag, dat door handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven............@

Handelingen 9:17

AEn Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem (Saulus) de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de Heilige Geest vervuld zoudt worden.@

Handelingen 19:6

AEn toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.@

Wat moeten we aan met de tekst 1 Timotheus 5:22 A Leg niemand overijld de handen op, heb ook geen deel aan de zonden van anderen, houd u rein.@ Er zijn bijbeluitleggers die er van uitgaan, dat bij handoplegging een contact ontstaat tussen twee geesten. Als de geest van de ene gelovige niet geheel zuiver is - op de een of andere manier bezoedeld wordt door onbeleden zonde, of door slechte relaties - dan bestaat de mogelijkheid dat de geest van de andere gelovige door dit besmettelijk contact wordt beïnvloed. Anderzijds kan de ander deel krijgen aan de zonden van de Azielszorger@ , indien deze niet gereinigd leeft. Hoe u hier ook over denkt, het heeft te maken met een verantwoordelijkheid naar elkaar toe. Het bovenstaande geeft ook waarschuwing om maar niet bij de eerste de beste persoon die zich voor evangelist uitgeeft voor zich te laten bidden. Advies: Zoek de gaven van God in de eigen gemeente en laat voor je bidden door predikers die in de eigen gemeente worden uitgenodigd. Dit geeft geestelijke veiligheid.


Om duidelijkheid te verkrijgen moeten we de hele brief lezen. Aan de ene kant slaat deze tekst op het inzegenen van oudsten (en diakenen). Bij niet snel de handen opleggen bedoelt Paulus om na te gaan of de oudsten wel aan de voorwaarden voldoen. (Lees hier voor 1 Timotheus 3:1-7). Verder legt 1 Tim 5: 22 een verband met vers 24 en 25. Van sommigen mensen worden de zonden pas na enige tijd openbaar; daarom moet Timotheus niet snel iemand de handen opleggen. Het bovenstaande maakt heel duidelijk dat het opleggen van handen niet lichtvaardig of nonchalant mag worden opgevat. Ook hier is de gave van onderscheid van geesten onmisbaar. Let op: In alles wat we tegenkomen met betrekking tot zonden, e.d. moeten we aan de ene kant beseffen, dat God de zondaar liefheeft maar hem/haar wel rekenschap vraagt over zijn/haar daden. Daar zijn we zelf verantwoordelijk voor en kunnen deze verantwoordelijkheid niet afschuiven op boze geesten of demonen. Aan de andere kant maakt de Bijbel ook duidelijk: AWant wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.@ (Efeze 6:12). In een latere studie komen we hier uitvoerig op terug.


Afsluitende vragen 1

Lucas 4:40-41 Wanneer praktiseerde de Here Jezus handoplegging?

2

Welke leefregels moeten we toepassen 1 Joh. 1:7 ............................................................................................................ 1 Joh. 1:9 ............................................................................................................

3

Mattheus 19:13

Wat gaat samen met handoplegging?

N.B.: Indien u kinderen hebt, leg hen dan > s avonds de handen op en zegen hen.


Studie 13 0

Opstanding der doden en het eeuwig oordeel

Inleiding

De laatste twee fundamenten van Hebreeën 6:2 zijn de Aopstanding der doden@ en het Aeeuwig oordeel@ . Omdat deze beide fundamenten nauw met elkaar samenhangen, bespreken we ze in één studie. De fundamenten die we reeds besproken hebben, zoals bekering, geloof, leer van dopen en opleggen van handen, hangen nauw samen met de wereld waarin wij leven. Opstanding der doden en het eeuwig oordeel daarentegen, zijn nauw verbonden met leven na dit leven. Voor deze studie volg ik Derek Prince. 1

Wat God over zichzelf zegt

Met betrekking tot de eeuwigheid van God vinden we in de Bijbel diverse teksten terug. We zien hierin hoe God zichzelf openbaart. Jesaja 57: 15

AWant zo zegt de Hoge en de Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In den hoge en in het heilige woon Ik....@

Exodus 3:14 NB:

Toen zeide God tot Mozes: IK BEN DIE IK BEN. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij tot u gezonden.@ Ik heb hier hoofdletters gebruikt om te wijzen op de eigen naam van God.

Openbaring 1:8

AIk ben de alpha en de omega,@ zegt de Here God, Adie is en die was en die komt, de Almachtige.@

Genesis 17:1

AToen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de HERE aan Abram en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige (El Shaddai = God die bekwaam, die voldoende is); wandel voor mijn aangezicht en wees onberispelijk.@

Romeinen 11:36

AWant uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen....@

Het is belangrijk in ons hart op te nemen hoe God zich door Zijn Woord aan ons openbaart.


NB:

Nog even een aantekening met betrekking tot Gods eigen naam: YHWH. Door de Masoreten zijn de tekens voor de klinkers toegevoegd. Toen is dit geworden JEHOVAH. Vanuit een bepaalde invulling is dit ook wel vertaald in: AYAHWEH@ . Dit betekent echter HIJ IS, of HIJ ZAL ZIJN. Dit tot in tegenstelling wat God zelf zegt: IK BEN DIE IK BEN. De Joden spraken (spreken) die naam niet uit. Als zij de eigen naam van God tegenkomen dan noemen zij dit ADONAI, wat betekent: Mijn Here.

2

De bestemming van de mens

In studie 4 hebben we gezien, dat de mens bestaat uit geest, ziel en lichaam. Bij leven is dit een drie-eenheid. Na de dood wordt het niet-stoffelijke deel: geest en ziel los gemaakt van het stoffelijke; het lichaam. Het lichaam vertrouwen we aan de aarde toe en zal naar zijn oorspronkelijke bestemming terug keren. In Prediker 12:7 lezen we: AHet stof keert weder tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest keert weder tot God, die hem geschonken heeft.@ Lucas 16:19-31 Als we deze geschiedenis lezen, dan vallen ons een paar dingen op. A er is een plaats waar mensen zijn, die vanwege hun manier van leven de bestemming niet halen B er is een plaats waar mensen, die vanwege hun manier van leven hun bestemming wel halen C er is herkenning We zien dus, dat de geest naar een nieuwe bestemming verhuist. Ook bij de Here Jezus zien we dat. In Lucas 23:46 staat:

AVader in uw handen beveel Ik mijn geest@ .

De Here Jezus laat de bestemming van Zijn geest over aan de Vader. Daarvoor had de Here Jezus gezegd in Lucas 23:43 tot de misdadiger die tot berouw kwam: AHeden zult gij met Mij in het Paradijs (=tuin) zijn.@ 1 Petrus 3:18-20 AWant ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest, in welke Hij ook is heengegaan en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach....@ We kunnen dus zeggen, dat de geest van Here Jezus neerdaalde in dodenrijk. Hij ging eerst naar de plaats van het Paradijs of Abrahams schoot.


Vanuit het Paradijs ging Christus toen verder naar het gebied van het dodenrijk, dat gereserveerd was voor de geesten van de goddelozen. Hij heeft Zijn overwinning overal geproclameerd. Hierna steeg de geest van Christus weer op naar deze huidige en tijdelijke wereld en werd Zijn geest en lichaam opnieuw tot een compleet geheel. 1 Corr 15:20-22

AMaar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn. Want dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.@

We kunnen ontdekken, dat alle mensen de weg van Christus gaan. Dat wil zeggen, de geest en de ziel van de mens zal bij de wederopstanding opnieuw verenigd worden met het lichaam. De complete persoonlijkheid met de drie elementen geest, ziel en lichaam zullen worden hersteld. In ons beperkt menselijk denken ligt hier wel een probleem. Hoe moet dit nu met al die mensen die al duizenden jaren geleden zijn overleden. Of hoe moet het met al die mensen die in de concentratiekampen zijn verbrand? Wij zijn te beperkt in ons denken. Als we zien wat in Psalm 139:13-16 wordt gezegd, dan lezen we dat God Davids lichaam (het stoffelijk deel) precies al in gedachten had. De afmetingen, etc. In Mattheus 10:30 staat: ADe haren van uw hoofd zijn ook alle geteld.@ Het kleinste detail is bekend. Hierdoor geloof ik, dat God in staat is het hele proces opnieuw in werking te stellen en het lichaam uit de dood op te wekken. We zeggen wel eens dat ons DNA in de hemel bekend is. Let op: De aardse onvolkomenheden zullen er dan niet meer in voorkomen! Een andere tekst in dit verband is: Lucas 21:16-18 AEn gij zult overgeleverd worden zelfs door ouders en broeders en verwanten en vrienden, en zij zullen sommigen van u doden, en gij zult door allen gehaat worden om mijns naam wil. Doch geen haar van uw hoofd zal teloor gaan.@ Hoewel christenen soms op een geweldadige wijze ter dood gebracht kunnen worden is hier de belofte dat ieder haar bewaard zal blijven. Dit heeft geen betrekking op het huidige leven, maar op de wederopstanding van het lichaam vanuit de dood. Ook Jozef was er al van overtuigd dat zijn beenderen later een rol zouden spelen. Daarom wilde hij, dat zijn beenderen later meegenomen werden naar het Beloofde Land. Dit is het beeld dat de Bijbel geeft van de wederopstanding van het lichaam van de mens: wonderbaarlijk in zijn openbaring van Gods onbeperkte wijsheid, kennis en kracht; en toch volkomen in overeenstemming met de logica en met de principes van de Bijbel.

N.B.: Het bovenstaande is de reden, waarom wij in de gemeente niet achter crematie staan. Wij geloven, dat een kind van God Christus moet volgen het graf in. Daarom vragen wij iedereen om na zijn/haar bekering de begrafenispolis te bekijken en zo nodig te


herzien. Voordat we naar het eeuwig oordeel gaan een paar teksten als toegift: 1 Corr. 15:4

AHij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften...@

We hebben in eerdere studies al gezien, dat het Oude Testament de enige erkende en bestaande deel van Gods Woord was toen Paulus leefde. Daniël 12:1-3

ATe dien tijde zal Michael opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden. Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos.@

1 Corr 15:42-44

AZo is het ook met de opstanding der doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht. Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam en er is een geestelijk lichaam.@ (SV)

Uit de voorgaande tekst kunnen we lezen, dat: 1

de onvergankelijkheid ligt besloten in het feit dat het nieuwe lichaam eeuwig leven heeft; het vergaat niet meer. 2 het nieuwe lichaam zal niet meer afgemat worden, maar het zal een uitstraling hebben van een heerlijkheid, die gelijk is aan de heerlijkheid van de Here Jezus (Filippenzen 3:21; Col. 3:4; 1 Joh.3 :2) 3 het toekomstige lichaam dankt zijn bestaan geheel en al aan de Heilige Geest 4 Rom. 8:11. In dit vers staat Asterfelijke lichamen@ en niet Agestorven lichamen@ . De betekenis kan dus ook zijn: ADe Heilige Geest vernieuwt (dagelijks) onze lichamelijke krachten om de Heer te dienen; Lees ook eens 1 Petrus 3:18 Jesaja 26:19 AHerleven zullen uw doden - ook mijn lijk -, opstaan zullen zij. Ontwaakt en jubelt, gij die woont in het stof....@ Efeze 2:4-6

AGod...heeft ons...mede levend gemaakt met Christus ...en heeft ons mede opgewekt (betekent: uit de doden) en heeft ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten in Christus Jezus...@ Het tekstgedeelte uit Efeze gaat over de opwekking uit de geestelijke dood.


Johannes 5:28-29

3

A... de ure komt, dat allen die in de graven zijn, naar Zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan; wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben tot de opstanding ten oordeel.@

Het eeuwig oordeel

Onverbrekelijk verbonden aan de opstanding is het oordeel van Jezus Christus. Johannes 12:47-48

AIndien iemand naar mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongste dage.@

We zien dus, dat het Woord zegt dat één van de belangrijkste taken van de Here Jezus zal zijn als Hij terugkomt om de mensen te oordelen naar de wijze waarop ze op aarde geleefd hebben. De mensen die Jezus hebben afgewezen en naar eigen inzicht leefden, zullen de eeuwige straf ontvangen. Aan wiens kant staan wij? Een midden weg is er niet. 1 Petrus 4:17-18

AWant het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam blijven aan het evangelie Gods? En indien de rechtvaardige ternauwernood behouden wordt, waar zal dan de goddeloze en zondaar verschijnen?

Hier wordt niet laatste oordeel bedoeld, maar dat God zuivert door de tucht. Want ook gelovigen kunnen zondigen. Als gelovigen maar nauwelijks gered worden uit genade, welke kans hebben dan diegene die Jezus Christus verwerpen. Beloning In de volgende teksten komt duidelijk naar voren, dat christenen wel beoordeeld maar dan alleen om de beloning te ontvangen. 2 Cor. 5:10

AWant wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.@

Het eeuwige leven ontvangen we op grond van Gods genade (Efeze 2:8-9). Maar we worden beoordeeld om ons te kunnen belonen op de manier waarop we geleefd hebben. Alle christenen moeten zich verantwoorden voor de manier waarop ze geleefd hebben. (Mattheus 16:27; Romeinen 14:10-12; 1 Corr. 3:10-15)


Let ook op: 1 Petrus 4:16en 17

“Indien hij echter als Christen lijdt, dan schame hij zich niet, maar verheerlijke God onder die naam. Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam blijven aan het evangelie Gods?”

Het gaat ons om vers 17. Met een uitleg zonder de voorafgaande teksten erbij te nemen, zullen we tot verkeerde conclusies komen. Ook vers 18 hoort erbij. Het wil zeggen dat de kinderen Gods in een tijd leven die beslissend is en steeds weer om de goede keuze vraagt. (1 Petrus 5: 6; Handelingen 24:25). We worden getest door alles heen. Uit de volgende teksten blijkt, dat er geen veroordeling is voor christenen: Johannes 3:18

AWie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet geloofd, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.@

Johannes 5:24

AVoorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.@

Romeinen 8:1

AZo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.@

Lees ook Jesaja 44:22 Er zijn een aantal gelijkenissen waarin de Here Jezus duidelijk maakt, dat Hij ons rekenschap zal vragen wat we met onze talenten gedaan hebben en ons daar ook voor belonen. Lees Mattheus 25:14-30 en Lucas 19:11-27 Een ander voorbeeld waarnaar we beoordeeld worden is wanneer wij iets nalaten: Jacobus 4:17

AAls iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde.@

In dit geval zullen we het volgens 1 Joh. 1:1-9 moeten belijden.

Er zou nog veel meer te leren zijn, doch dit valt buiten het kader van de fundamentenstudie. Een laatste tekst nog ter bemoediging.


1 Corr. 3:11-15

AWant een andere fundering dan Jezus Christus mag niemand leggen. U kunt op die ene fundering met allerlei materialen bouwen; met goud, met zilver en edelstenen, of met hout, hooi en stro. Het zal vanzelf blijken wat u hebt gedaan, want de grote dag van de Here komt met vuur. In het vuur blijft alleen over wat waardevol is; de rest wordt verbrand. Als u met vuurvast meteriaal op de fundering hebt gebouwd, krijgt u loon. Als uw werk verbrandt, zult u verlies lijden. U zult zelf gered worden, maar dan wel door vuur heen.@ (Het Boek)


4

Afsluitende vragen

1

Hoe noemt Paulus in Efeze 2:1-2 een mens die niet in Christus gelooft?

2

Bij het lichamelijk sterven blijft de Ainnerlijke@ mens leven bij Christus. Hoe noemt de Bijbel dit in 2 Corr. 5:8?

3

Oordeel wordt in het Nederlands ook wel vertaald met Agescheiden@ Wat wordt er in Mattheus 25:32-46 geoordeeld of gescheiden?

4

Twee beloften: 1 Corr. 15:57 Rom. 16:20

................................................................................................... ...................................................................................................


Studie 14 0

De gemeente en zielszorg in de gemeente

Inleiding

Rondom de gemeente zullen we bekijken wat de Bijbel over de gemeente zegt. In de bijlage zullen we weergegeven wat we in de encyclopedie daarover hebben gevonden. Deze wetenswaardigheden zijn goed om thuis door te lezen. 1

Het ontstaan van de gemeente

Na de Hemelvaart en de uitstorting van de Heilige Geest zien we, dat de apostelen het Goede Nieuws bekend gingen maken. Mensen kwamen tor geloof en vormden gemeenschappen. In Handelingen lezen we het ontstaan van de verschillende gemeenten. De nieuwtestamentische gemeente zal op de aarde blijven werken tot de wederkomst van de Here Jezus. Tot dát tijdstip zal de strijd in de hemelse gewesten door de gemeenten van de Here Jezus gestreden moeten worden (Efeze 6:10-12; Efeze 3:10), in de kracht van de Heilige Geest. 2

Organisatie van de gemeente

We zien, dat de organisatie van de gemeente op verschillende wijze vorm wordt gegeven. We kunnen hierover veel in de Bijbel leren. A

Het hoofd van de gemeente

Efeze 5:23

AChristus is het hoofd van Zijn gemeente.@

De gemeente dankt haar bestaansrecht aan het verlossingswerk van Christus. Daarom is de gemeente gehoorzaamheid verschuldigd aan Christus. Efeze 2:19-23 AZo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.@ We zien in bovengenoemde tekst, dat alleen in Christus de gemeente verder kan groeien naar het doel van God. Ook wordt aangegeven, dat de kinderen Gods de rijen goed gesloten moeten houden. Als dit niet gebeurt, dan wordt de groei in de diepte en de breedte afgeremd. Meningsverschillen mogen niet uitgroeien tot onderlinge veten. Meningsverschillen moeten er toe leiden, dat in gebed de Heer gebeden wordt voor goede oplossingen en inzichten. In de volgende tekst wordt duidelijk, dat de Liefde van Christus dient te prevaleren in de gemeente en dat het noodzakelijk is dat ieder lid bijdraagt tot een positieve inbreng.


Efeze 4:15-16 AMaar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.@ Welsluitend geheel:

B

Zoals de planken van de tabernakel naadloos in elkaar sloten, zo strak moeten de gelovigen in de gemeente ook naast elkaar staan. Dan houdt de ene plank de ander vast.

De leden

De leden van de gemeente bestaan uit mensen die zich bekeerd hebben tot Christus en wederom geboren zijn. Zij hebben een gemeenschappelijk doel: het toezien op en de zorg voor elkaar en het verkondigen van de blijde boodschap, zodat meer mensen behouden zullen worden (Mattheus 28:19 en 20). In de Bijbel worden de leden levende stenen genoemd (1 Petrus 2:5). Een steen wordt door God zelf in het gebouw ingevoegd. Dit wil zeggen, dat God elk lid een eigen plaats geeft. Elke plaats is nodig. Wie of wat je ook bent óf welk werk je ook verricht. (1 Petrus 4:10) In de vorige studie hebben we met elkaar gezien, dat van iedereen rekenschap wordt gevraagd op welke wijze iemand gebouwd heeft op het fundament Jezus Christus (1 Corr. 3:12-15). Dit betekent, dat we niet vrijblijvend lid van de gemeente kunnen zijn. C

Leiding in de gemeente

In de Bijbel komen twee ambten voor: Oudsten en Diakenen. We zullen ze beiden bestuderen uit de Bijbel. a

oudsten

In het Oude Testament komt dit voor in de betekenis als een oudere persoon en in de betekenis als iemand die gezag heeft. Over het algemeen waren de gezagsdragers ook oudere mensen. We richten ons op de nieuwtestamentische betekenis. In Titus 1:6-9 schrijft Paulus, dat de opdracht aan Titus was om oudsten aan te stellen. Ook in 1 Timotheus 3 lezen we hierover. Hier echter komen we ook het woord Aopziener@ tegen. Het woord oudste komt van het Griekse woord APresbuteros@ en betekent: ouder, eerbiedwaardige, voorouder, voorvader, oudste. Jacobus 5:14

ALaat hij dan de oudsten tot zich roepen@

In Titus1: 6-9 lezen we duidelijk, dat oudsten leiding en het voorbeeld geven in de gemeente. Hoe zit het nu met het woord opzieners in 1 Timotheus 3?


Het woord opziener komt van het Griekse woord episkopos in de betekenis toezichthouder en opziener. Je vindt dit terug in de volgende teksten: Titus 1:7

Aeen opziener moet onberispelijk zijn als een beheerder van het huis Gods@

Opziener is geen extra ambt. De taak van oudsten in de gemeente is het omzien naar de kudde. Handelingen 20:28

AZiet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft om de gemeente Gods te weiden, die Hij zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft.@

1 Petrus 5:2”

“hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid,”

b

Diakenen

Een ander ambt in de leiding is die van diaken. Dit komt van het Griekse woord diakonos en betekent dienaar. Zoals ook in Filippenzen 1:1 naar voren komt duidt dit aan dat iemand in de gemeente met een taak onderscheiden is van anderen. In Handelingen 6 zien we dat er diakenen aangesteld werden en wel voor de zorg van de Grieks sprekende weduwen. Diakenen zijn veelal verworden tot een manusje van alles. Dit is beslist niet de bedoeling. Taken zouden zijn: 1 2 3 4 5

de zorg voor weduwen en wezen (Handelingen 6:1 en 1 Tim 5:1-16 de zorg voor hen, die beneden het bestaansminimum leven de zorg voor materiele zaken, zoals brood en wijn voor H.Avondmaal, gezamenlijke maaltijden zorg voor zendingsprojecten zorg voor zieken

N.B.: Het is voor ieder kind van God de taak om te voldoen aan de oproep van Jezus Christus om te dienen. Wie worden oudsten en diakenen? In onze gemeente zegenen we meestal echtparen of een alleenstaande broeder in als oudsten. We zien dan de combinatie van man en vrouw zoals de Bijbel die ziet in Efeze 5:22-33. Diakenen daarentegen worden aangesteld op grond van hun praktische gaven. Dit kan een broeder zijn, het kan een echtpaar zijn, of het kan een zuster zijn (Romeinen 16:1). Kwalificatie van oudsten en diakenen


Als je de kwalificaties in 1 Timotheus 3 en Titus 1:5-10 nog eens doorleest, dan zou je je af kunnen vragen: A Wie kan er nu oudste of diaken worden?@ De bedoeling van deze criteria zijn om aan te geven, dat het belangrijk is dat het Woord van God in iemands leven weerspiegeld wordt en dat zo= n iemand daar uit kan onderwijzen en een opwekkend voorbeeld is voor anderen. Hoe zit het nu met voorgangers? In de Bijbel komen we alleen in Hebreeën 13 het woord voorgangers tegen. Hier wordt niet bedoeld een man die de eindverantwoording heeft, maar iemand die leiding geeft en het Woord van God predikt. Zij hebben in het onderwijs het laatste woord. Hierdoor krijgen dwaalleraren geen kans. Hebreeën 13:7, 17, 24. c

Bedieningen

We hebben gezien, dat oudsten en diakenen de dagelijkse leiding hebben over de gemeente. God heeft door de Heilige Geest gaven aan iedereen persoonlijk gegeven, maar God heeft ook gaven aan de gemeente gegeven. Deze gaven vinden we terug in Efeze 4:11 AEn Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars.@


In vers 12-15 lezen we waarom Hij deze gaven heeft gegeven. “Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.”

We zullen deze gaven (bedieningen genoemd) bespreken. Apostel

De betekenis van apostel is: afgezant, bode, vertegenwoordiger. In de Bijbel zien we, dat ze gemeenten stichtten en oudsten aanstelden of lieten aanstellen (Titus 1:5). Ook onderhielden ze contacten met de gemeenten. Deze bediening is thans helaas verwaterd. Een apostel een afgezant van Jezus Christus. Omdat een apostel vaak nog niet bijgestaan wordt door oudsten en diakenen zal meestal ook de andere bedieningen in deze persoon zichtbaar zijn.

Profeet

Het woord profeet betekent namens een ander spreken. Zij spreken namens God. Dit woord komt van het Griekse woord, dat een betekenis heeft van Ate voren spreken@ . Een profeet ontvouwt zaken die door natuurlijke zintuigen nog niet kunnen worden waargenomen. Van Filippus wordt gezegd, dat hij vier ongehuwde dochters had die profetessen waren (Handelingen 21:8-9) Het gezag, dat de nieuwtestamentische profeten hebben is anders. Zij hebben niet het onaantastbare gezag (1 Corr.14:29-33), dat de oudtestamentische profeten hadden zoals Jeremia, Jesaja, etc.

Evangelist

Dit betekent Abrenger van een goed bericht@ . Natuurlijk kan iedereen een brenger van een goed bericht zijn en in dit geval van de blijde boodschap. Specifiek voor deze bediening is, dat zij de blijde boodschap verkondigen waardoor mensen tot bekering komen en dan weer verder trekken. Zij laten de rest over aan de gemeentebouwers. (Hand. 8. Let op 4-13 en op vers 14; Handelingen 21:2-8 (let op vers 8); 2 Tim. 4:5).

Herders

Dit zijn mensen die een leidende taak hebben en met daarin specifiek een verzorgende en onderwijzende taak. Natuurlijk is de Here Jezus de goede Herder (Johannes 10. Lees ook Ezechiel 34). De herder kent de sterke en zwakke kanten van de schapen en weet wat zij nodig hebben. Specifiek zal deze bediening in het pastoraat naar voren komen.


Leraar

Dit is een persoon die een bijzondere gave ontvangt van God om het Woord van God uit te leggen, zodat de gemeente leert het Woord van God toe te passen in de verschillende facetten van het leven. Col. 1:28 “Hem verkondigen wij, wanneer wij ieder mens terechtwijzen en ieder mens onderrichten in alle wijsheid, om ieder mens in Christus volmaakt te doen zijn.” Voor iedere gelovige staat de Heilige Geest ons nabij om het Woord van God uit te leggen. Bekijk de lessen nog eens over de Heilige Geest.

N.B.: De tekst uit Jacobus 3:1, Alaat niet zovelen uwer leraars zijn@ , moeten we niet verkeerd begrijpen. In die tijd was het de gewoonte dat iedereen die zich daartoe geroepen voelde in de gemeente een inbreng mocht hebben. Misbruik lag daarbij op de loer door allerlei verkeerde motieven. Tegen deze aantasting van leraar gaat Paulus in. Leraren stonden in die tijd hoog aangeschreven. Paulus wijst daarbij op de verantwoordelijkheid, dat degene die anderen wilt leren, aan een des te strenger oordeel zal worden onderworpen. 3

Tot slot

Een gemeente wordt het huis van God of de woonstede van God genoemd (1 Tim. 3:15; Efeze 2:22). De gemeente wordt niet door mensen gemaakt zoals de tabernakel en later de tempel, maar wordt door mensen die door Jezus Christus gevormd worden. Laat u daarom als levende stenen voegen in dit huis, waar God door openbaring mensen heeft gegeven om de gemeente te leiden. We zien de gemeente als een theocratisch geleide gemeente. Dit huis kan niet zonder inkomsten. We komen daar later op terug. Nu reeds het volgende. In het Oude Testament laat God zien, dat ook materieel gezien iedereen betrokken was bij de bouw van de tabernakel. We zien dit in: Exodus 25:2 Wiens hart hem dringt Exodus 35:5 Ieder zal dit gewillig van hart opbrengen Exodus 36:5,6,7 Het volk brengt meer op dan nodig is. De tegen hangende tekst in het Nieuwe Testament is 2 Corr. 8:1-7: AZij vroegen om mee te mogen en gaven zich geheel@ .

Ook op andere plekken in de brieven wordt opgeroepen tot offervaardigheid om enerzijds behoeftigen elders te ondersteunen, anderzijds om de plaatselijke gemeente te bouwen. Daar waar de bijbel zo duidelijk oproept tot eerder genoemde punten geloven wij dat wij niet vrijblijvend lid van een plaatselijke gemeente kunnen zijn. 4

Zielszorg


Uit het bovenstaande is al veel duidelijk geworden. Zielszorg of pastoraat beweegt zich op de volgende terreinen: Efeze 5:22-33; 1 Petrus 3:1-7 Efeze 6:1-4 Efeze 6:5-9 1 Johannes 1:6-9 1 Petrus 3:8-12 2 Thess. 3:14-15 Jacobus 5:14-16

Huwelijk Opvoeding Gehoorzamen Zonden belijden; het met elkaar omgaan Liefde en vrede Met liefde iemand terechtwijzen Zalven met olie

Al deze zaken horen bij het hoeden van de kudde Gods (1 Petrus 5:1-3). Veel van deze zorg gebeurt tijdens onderlinge contacten (Romeinen 15:14 of Titus 1:9). Terechtwijzen mag ook vertaald worden met Aelkaar waarschuwen@ . 5

Afsluitende vragen

a

De gaven van de Heilige Geest dienen tot opbouw van de gemeente. Welk geweldige voorbeeld wordt daarvoor in 1 Corr. 12:12 en 13 gebruikt?

b

Hoe wordt iemand oudste of diaken? (Hand. 14:23; Titus 1:5-6)

c

Aan wie moeten oudsten verantwoording afleggen? Hebreeën 13:7 en vers 17. Wat is het appel aan gemeenteleden? Lijkt u/jou dit realistisch?

d

Wie mag geen oudste worden? (1 Tim.3:6)

e

Heeft de gemeente iets te maken met uw/jouw gezondheid? ( 1 Corr.12:26)

f

Wat is het gevolg van een onjuiste houding t.o.v. een gemeentelid? (1 Corr. 11:29-30)


Bijlage over de gemeente Kerk De kerk is de gemeenschap van hen, die in Jezus geloven. In het Nieuwe Testament slaat dit woord altijd op mensen, nooit, zoals tegenwoordig vaak, op een gebouw. Generaties lang hadden de christenen geen voor een bepaald doel gebouwde ontmoetingsplaatsen. In het Oude Testament had God de Israëlieten uitverkoren om zijn volk te zijn. Het Nieuwe Testament vermeldt dat allen die in Jezus geloven (-) van welk volk of natie ook (-) nu Gods uitverkoren volk zijn, zijn > kerk= . Zij worden toebereid voor de dag van zijn wederkomst (-) het grote > bruiloftsfeest= van Jezus en zijn volk. In het Nieuwe Testament geldt het woord kerk zowel voor een plaatselijke groep christenen als voor alle christenen over de hele wereld. Paulus leert dat Jezus Christus het hoofd der kerk is, en dat een christen niet alleen staat, maar deel van het geheel is. > Hoewel wij velen zijn, zijn wij één lichaam in Christus, en wij zijn allen elkaars leden als leden van één lichaam.= De plaatselijke kerk Volgens Paulus heeft God zich voorgenomen, > ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder één hoofd, dat is Christus, samen te vatten= (Efeze 1:10). Het Griekse woord oikonomia (economie), dat met > voorbereiding= is vertaald, betekent ook > bediening= ,> bedeling= (Statenvert.). De hele geschapen orde wordt gezien als een huis (oikos) waarover de hoogste macht bij God berust. God is bezig om door Jezus in dat huis alles op zijn juiste plaats te brengen. Dat is in feite de bijbelse voorstelling van het Koninkrijk van God. Een centraal thema van de brief aan de Efeziërs is, dat de kerk in deze > economie= van God een sleutelrol vervult. Onder de huidige > bedeling= is de kerk Gods= oikos in bijzondere zin. Van dit huis Gods is Jezus Christus de oikonomos, de bewaarder, de > rentmeester= . Als zijn lichaam is de christelijke gemeente één met Hem en werkt zij met Hem samen om Gods economie tot vervulling te brengen. Als beheerder van het huis is Hij ook de > bedienaar= van de volheid der tijden, d.w.z. tot de maat van de tijd vol is. De kerk vormt reeds nu één organisme met haar Heer, want God heeft > Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is= . Zij die van Jezus Christus zijn, zijn als leden van hetzelfde organisme allereerst van Hem, maar ook van elkaar afhankelijk: wanneer één lid lijdt, lijden alle leden. In het Nieuwe Testament wordt onder groei of > wasdom= van christenen niet in de eerste plaats het verzorgen van de eigen ziel verstaan, maar het gezonder en volwassener worden van het hele lichaam. Van volgroeidheid is sprake, wanneer de christelijke gemeenschap de > volheid= van Christus bereikt. Evenzo passen de gewone bijbelse beelden van de kerk, als boom of wijnstok, als kudde, als bruid van Christus, in de gedachte van het ene organisme. Deze benadering geeft steun aan de gedachte, dat de kerk een gemeenschap en een volk is. Eredienst Het eerste doel van de kerk is God verheerlijken. Wanneer zij zich aan de bijbel houdt, eert de christelijke gemeente God in al haar levensaspecten. Maar God prijzen wordt haar bijzondere


en hoogste doel, wanneer zij zichtbaar samenkomt om als gemeenschap God eer te bewijzen. In de meeste christelijke tradities en in het grootste deel van de kerkgeschiedenis stelde men in de eredienst het lezen en verkondigen van Gods Woord en het vieren van het Heilig Avondmaal centraal. Eredienst bestaat uit twee dingen: viering en onderricht. Door liturgie, muziek en op andere wijzen viert de kerk al wat God is en heeft gedaan. En door het Woord te lezen, te onderrichten, uit te beelden of hoe dan ook, hoort de kerk hoe God tot haar spreekt. In de eredienst werkt de viering samen met het onderricht, de Geest met het Woord. Gemeenschap Vanuit de bijbel gezien is het oefenen van gemeenschap voor de kerk van bijna even groot belang als het eren van God. Evenmin als een huishouden echt een gezin vormt wanneer men nooit bij elkaar komt en samen tijd doorbrengt, zullen gelovige mensen de kerk echt ervaren, wanneer zij de christelijke gemeenschap niet in praktijk brengen. Evenmin als het menselijk lichaam kan functioneren zonder zijn vitale organen, kan de kerk niet gedijen zonder gemeenschapsleven. Volgens de bijbel houdt gemeenschap in, dat wij op grond van ons nieuwe mens-zijn in Jezus Christus ons leven samen delen. Wedergeboren zijn is geboren zijn tot Gods gezin, Gods gemeenschap. De vormen en stijlen van deze gemeenschapsbeoefening lopen sterk uiteen. Maar een groep gelovigen die er niet in slaagt tot vertrouwelijk samenzijn te komen, schiet te kort in het ervaren van de kerk als levend lichaam van Christus. Dat de gelovigen elkaars leden zijn en verantwoording dragen voor het welzijn van hun broeders en zusters in het geloof en voor hun sociale, materiële en geestelijke behoeften, moeten wij heel ernstig nemen. Twee hoofdelementen van het kerkelijk gemeenschapsleven zijn: Tucht. De kerk is geen toevallige verzameling mensen, maar een gemeenschap van gelovigen die geroepen en vergaderd zijn door de genade van God (-) een verbondsvolk. Daarom aanvaarden zij, die in Christus geloven, verantwoordelijkheid voor elkaar en bewilligen zij in het uitoefenen van die tucht, die noodzakelijk is om aan Gods verbond trouw te blijven. De kerk neemt serieus,, dat de bijbel ons heel vaak gebiedt elkaar te waarschuwen, te berispen, te vermanen, te bemoedigen, om zo elkaar in liefde op te bouwen.


De gaven van de Geest. Eén manier om elkaar op te bouwen is deze gaven in de praktijk sterk te beklemtonen. Geestelijke gaven worden van groot praktisch belang, wanneer men ze zich bewust maakt, ze erkent en ze gebruikt in een levende christelijke gemeente. Tucht en de gaven van de Geest zijn van elkaar afhankelijk, zoals ook de vruchten en de gaven van de Geest met elkaar samenhangen. Getuigenis Het getuigen van de kerk vloeit voort uit het eren van God en het gemeenschapsleven die haar kenmerken. Een kerk die te kort schiet in aanbidding, heeft weinig neiging om te getuigen, en heeft ook weinig om van te getuigen. Op dezelfde manier heeft een kerk met een zwak gemeenschapsleven weinig te getuigen, doordat zij die geloven niet tot geestelijke rijpheid komen en niet leren als gezonde discipelen te functioneren. In een gezonde christelijke gemeente vloeit het getuigen niet alleen voort uit Jezus, speciale opdracht, maar ook uit de kracht van de Heilige Geest en de gedrevenheid van het christelijk gemeenschapsleven. Dat zijn de allereerste bronnen van de drang die de kerk voelt om in de wereld te getuigen. Een levende christelijke gemeente heeft zowel de aandacht als de kracht om te getuigen. Zij geeft zowel uiting aan haar bekommernis om menselijke behoeften en noden als om het komende Rijk van God. Getuigen is niet het eerste doel van de kerk, maar de onvermijdelijke en noodzakelijke vrucht van een aanbiddende, opbouwende gemeenschap en een hoge prioriteit van het leven van de kerk in de wereld. Het getuigen van de kerk omvat evangelieprediking en dienst. Beide zijn hoofdvormen van christelijk getuigen en in combinatie versterken en stimuleren zij elkaar. Uit de kerkgeschiedenis blijkt, dat de kerk het vaak moeilijk heeft gevonden ze bijeen te houden. Maar waar haar evangelisch getuigen werd gedragen door liefdevol dienen in de geest van Jezus, en waar haar dienen samenging met evangelieverkondiging, daar was de kerk op haar best en heeft zij ruim baan gemaakt voor het Koninkrijk. Men kan het zo zien, dat verkondiging en dienst het getuigen van de kerk in woord en daad vertegenwoordigen. Dit is een natuurlijke onderscheiding die men zo nu en dan in het Nieuwe Testament aantreft. In het getuigen gaan woord en daad samen, niet alleen bij individuele gelovigen, maar ook waar de christelijke gemeente functioneert als lichaam. Het combineren van deze verschillende aspecten van het leven van de geloofsgemeenschap levert een meer volledig model op voor de kerk. De verschillende aspecten van het leven der kerk zijn van elkaar afhankelijk en Gods heerlijkheid vormt er het brandpunt van. Dit model maakt het ook mogelijk een onevenwichtigheid in of kwalen van het kerkelijk leven aan te wijzen en de kerkelijke structuur kritisch te bezien. Al kunnen kerkelijke structuren door culturele en andere omstandigheden sterk uiteenlopen, iedere levende kerk moet over werkbare structuren beschikken om het mogelijk te maken God te eren, een gemeenschap te vormen en te getuigen van Gods rijke genade.


Studie 15

Scheiding tussen licht en duisternis

1

De vijand van God en de mensen

1.1.

De val van satan en een deel van de engelen

Hierover kunnen we op veel plaatsen in de Bijbel dingen leren. A

Jesaja 14:12-14 AHoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.@

Uitleg: In deze verzen spreekt Jesaja over de koning van Babel, die tot zo= n grote verblindende machtspositie was opgeklommen, dat hij vergeleken wordt met de morgenster, de zoon van de dageraad, die in het oude Oosten als een god werd vereerd. Babels koning straalde als een god. Hij wilde als het ware zetelen op de berg van de samenkomst, ver in het Noorden, boven de wolken, om daar de Allerhoogste te evenaren. Overheden mogen in hun hoogmoed vergeten waarom ze er zijn. God vergeet dit niet en Hem gaat de onderdrukten ter harte. Jezus Christus zag af van Zijn hemelse heerlijkheid. Hij werd mens zoals wij. Hij heeft zichzelf vernederd tot in de dood aan het kruis. Maar Hij is opgestaan en heeft de vijand verslagen. Maar pas op: de vijand van God en van de mensen (de duivel) gaat nog steeds rond als een brullende leeuw zoekende wie hij zal verslinden. (1 Petrus 5:8) Hoewel het hier in Jesaja 14:12-14 over de koning van Babel gaat, mogen we hier toch het beeld van satan in zien. De hoogmoed werd in de hemel geboren, doordat de geschapen engel Lucifer zich aan God gelijk wilde stellen. Op dat moment werd voor Lucifer de hemel gesloten en moest hij zijn woning verlaten. Op dat moment werd Lucifer dus de duivel. B

Judas vers 6 A en dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder donkerheid heeft bewaard gehouden.@


Uitleg Judas beschrijft hier de val van de engelen die, hoewel ze eens zuiver en heilig waren en in Gods nabijheid leefden, hoogmoedig werden en in opstand kwamen tegen God. 2 Petrus 2: 4 AWant indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren;@ Uitleg God heeft deze engelen niet ontzien. Hij heeft een oordeel over hen laten komen door hen in de afgrond te storten (letterlijk: duistere holen). Deze engelen liggen er aan A banden@ ; banden van de plaats van de duisternis. God heeft hen zo al aan het oordeel overgeleverd, maar het is nog maar een voorlopige bestraffing. Zij worden er in bewaring gehouden tot het uiteindelijke gericht. C

Openbaring 12:4 AEn zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde.@

Uitleg De rode draak - satan- heeft zeven koppen, tien horens en zeven kronen. Deze stellen zijn macht voor en de koninkrijken van de wereld die hij regeert. Van de sterren die hij in zijn val uit de hemel naar de aarde slingerde, wordt aangenomen dat dit engelen zijn. Deze geschapen engelen werden door hun val demonen. D

Openbaring 12:7-12 En er kwam oorlog in de hemel; Michael en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog, maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd (op de aarde) geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de hele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem. En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen. En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood. Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende dat hij weinig tijd heeft.

Uitleg Michael is een engel met een hoge positie.


De duivel, satan, is niet zo maar een symbool. Hij bestaat echt. Satan en zijn demonen zijn oorspronkelijk geschapen engelen door God. Maar door de hoogmoed van satan werd hij corrupt. Hij is er op uit om Gods werk te belemmeren, mensen tegen elkaar op te zetten. Toch is zijn kracht beperkt door de kracht van God. De duivel kan alleen doen wat hem wordt toegestaan (Job 1:6; Job 2:6). Hij is actief op zoek naar mensen die hij kan aanvallen (1 Petrus 5:8 en 9). Hij zoekt het liefst kinderen van God uit met een kwetsbaar geloofsleven. Dat zijn mensen die geestelijk nog niet zo sterk zijn. Jezus versloeg satan toen Hij stierf voor onze zonden. Eens zal alle macht van satan worden ontnomen. In vers Openbaring 12:10 lezen we, dat er een dag komt dat satan de mensen niet langer kan aanklagen bij God. De overwinning is door Christus behaald. We hoeven ook niet bang te zijn voor de strijd met satan en zijn trawanten, als we maar trouw zijn aan Christus en Hem dienen. Hij alleen geeft de overwinning (zie Rom. 8:34-39). In deze strijd zal de tegenstelling groter worden tussen de kinderen van God en hen die alleen doen alsof. Satan weet, dat hij nog maar weinig tijd heeft 1.2

Namen van satan

Als we de namen van satan in de Bijbel nagaan, dan zien we direct wat hij doet en kunnen we met Paulus in wijsheid zeggen: AWant zijn gedachten zijn ons niet onbekend@ . (2 Corr. 2:10-11). A

Één van de namen is Aduivel@ . Deze naam komt van het Griekse woord Adiabolos@ en betekent: Aals gewoonte hebben om mensen in diskrediet te brengen of verdacht te maken, kwaadsprekend.@ Verder betekent de naam aanklager. (o.a: Matt. 4:1; 13:39; 1 Joh 3:8; Hebr. 2:14; etc)

B

Een andere naam is Asatan@ en betekent tegenstander.

C

Beëlzebul is een nadere naam die we in de Bijbel tegenkomen (Matt. 10:25; 12:24; Lucas 11:15; e.a.) Beëlzebul is mogelijk een verbastering van ABaal-Zebub@ en was de god van de Filistijnse stad Ekron ( 2 Kon.1:2-3). Dit was een afgod die bescherming bood tegen vliegen. De Farizeeën noemen Beëlzebul de overste van de boze geesten.

D

De duivel heeft de leugen uitgevonden en wordt daarom de Avader van de leugen@ genoemd. (Joh 8:44). Satan gebruikt nog steeds mensen in zijn poging het werk van God te vernietigen. Laten we nog even naar Joh 14:6 gaan. Daar staat: A Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door mij, zegt de Here Jezus.@


E

In Joh 8:44 komen we nog een andere naam tegen en dat is mensenmoorder van den beginne.

F

In Joh 10:10a en Lucas 8:12 noemt de Here Jezus de duivel een dief, die komt om te roven en te stelen.

G

In Johannes 12:31 heeft de Here Jezus het over Ade overste der wereld@ .

H

Paulus schrijft over de duivel als Ade god van deze eeuw@ (2 Corr 4:3-4)

I

Satan doet zich voor als een Aengel des lichts@ (2 Corr 11:14) Helaas worden mensen misbruikt door de boze. Om te weten of ze uit God spreken moet je de geesten beproeven (1 Joh. 4:1-6). De Bijbel spreekt heel vaak over dwaalleraren. We zien vaak de buitenkant. Het helpt je als jezelf de volgende vragen stelt: 1. Komt hun spreken overeen met de Bijbel; 2. Wordt bevestigd, dat de Here Jezus God is die in de wereld kwam Om de mensen te redden van hun zonden? 3. Klopt de levensstijl met de bijbelse moraal? (Matt. 12:30-37) Satan weet heel slim door mensen die in zonden leven de verbreiding van het evangelie tegen te gaan of dwaalleringen te verkondigen (2 Corr. 11:14-15; 1 Tim. 4:1; 2 Tim 2:25-26) Op onbewaakte momenten weet hij ook de gedachten van gelovigen te beïnvloeden. (Marcus 8:33; Hand. 5:3; Jac. 3:15). J

We komen ook de naam tegen van Aoude slang@ (Openb. 12:9; Gen 3:1)

K

Een andere naam is die van Averzoeker@ . Satan is steeds bezig om mensen tot zonden te brengen. (zie 1 Thess. 3:5; Matt. 4:3)

DE DUIVEL VERZOEKT

GOD BEPROEFT

Jacobus 1:2

Jacobus 1:1-4


1.3

Het werk van satan

Hij treed op als vijand en aanklager van de mensen. (1 Kron. 21:1; Zach. 3:1). Hij heeft een bepaalde macht om de mensen te kwellen (Lucas 13:16) en te doden (Hebr 2:14) Zijn negatieve werk kan plaatsvinden onder een bepaalde toelating van God ( 2 Corr. 12:7-9). Bijvoorbeeld: De duivel verzoekt de Here Jezus aan het begin van zijn bediening. Maar Jezus heeft de autoriteit om tegen satan op te treden. Deze autoriteit krijgen ook de discipelen van de Here Jezus; maar dit vraagt wel een heilige levenswijze. Indien iemand in zichzelf verdeeld is (dit betekent niet dat iemand DIS heeft; maar wel dat iemand van twee kanten wil profiteren) , hoe kan hij dan satan tegemoet treden? (In plaats over DIS spraken we vroeger over MPS = meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Dit treedt op bij op mensen die in zeer ernstige mate geestelijk, ritueel, en of seksueel misbruikt zijn) Satan en zijn demonen verbergen zich achter de heidense afgodendienst (1 Corr 10:20; Openb 2: 13 en 24) en achter alle vormen van occultisme en waarzeggerij (Hand 16:16-18). De macht en de inspiratie is dikwijls merkbaar in het gedrag van mensen (Joh 8:44; 13:27; Hand 13:10; Efeze 2:2-3); 1 Joh 3:10; Openb. 2:9). In het vorige paragraafje zagen we al het voorbeeld van dwaalleraren. 2

Vangarmen van de duisternis

2.1

Algemeen

In de verschillende lessen hebben we gezien, dat de Heilige Geest in ons wil wonen en ons geheel wil reinigen. De kracht van de Heilige Geest stelt ons in staat om Aneen@ te zeggen tegen de zonde. Als we Efeze 6:10-18 lezen, dan leren we, dat er een strijd heerst om ons levenshuis en ons gedachtenleven. Paulus leert ons, dat we niet te strijden hebben tegen het zichtbare (vlees en bloed), maar tegen het onzichtbare. In vers 12 noemt hij dit: overheden, machten, wereldbeheersers dezer duisternis, boze geesten in de hemelse gewesten. 2.2

De strijd die om ons levenshuis heerst

De strijd speelt zich af op een drietal terreinen, n.l.: Geest, ziel en lichaam. We zullen de strijd op deze terreinen met elkaar bespreken.


A

Via onze geest, waarmee we God aanbidden

In de volgende gedeelten spreekt Paulus door de Heilige Geest duidelijke taal. 1 Corr. 10:14

ADaarom dan, mijn geliefden, ontvlucht de afgoderij.@

In de tijd van Paulus waren afgoden b.v. beelden waarop de mensen vertrouwden. Op zich zijn beelden niet verkeerd, maar het werd verkeerd door de verkeerde manier van omgaan. We zouden in onze tijd kunnen zeggen, dat afgoden b.v geld of plasticgeld is, waarop de mens zijn vertrouwen stelt. 1 Corr. 10:19-22

AWat wil ik hiermee zeggen? Dat een afgodenoffer iets is, of dat een afgod iets is? Integendeel, dat hun offeren een offeren is aan boze geesten en niet aan God en ik wil niet, dat gij in gemeenschap komt met de boze geesten. Gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben en aan de tafel der boze geesten. Of willen wij de Here tot naijver wekken? Zijn wij soms sterker dan Hij?@

Je kunt niet één zijn met de Here God en tegelijkertijd één zijn met de boze geesten, door de dingen te doen die niet van en uit God zijn. Je volgt in dat geval een dubbel leven. Let op:

Dit heeft niet maken met de het eten van offervlees en het geweten (zie 1 Corr. 10:23-33), maar wel als jezelf willens en wetens in contact komt met boze geesten door ze te verheerlijken. In Corinthe gebeurde dit door dat de mensen aan hen gingen offeren.

Lees ook de ernstige waarschuwing in Deuteronomium 7:25-26! In Deuteronomium 18:9-14 geeft de Here God een hele reeks van occulte zaken die we na moeten laten. Als we dit lezen, dan zien we direct dat de duivel de gaven van de Heilige Geest imiteert: AWanneer gij gekomen zijt in het land dat de HERE, uw God, u geven zal, dan zult gij niet leren doen naar de gruwelen van die volken. Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die doden raadpleegt. Want een ieder die deze dingen doet, is de HERE een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de HERE, uw God, hen voor u weg. Gij zult onberispelijk staan tegenover de HERE, uw God; want deze volken, die gij verdrijven zult, luisteren naar wichelaars en waarzeggers, maar u heeft de HERE, uw God, dit niet toegelaten.@ Vergelijk dit met Leviticus 19:31 Opmerking


Nog steeds zijn er mensen gefascineerd door horoscopen, waarzeggerij, tovenarij. Vanuit deze hoek zoeken zij aansluiting bij Christian Science Church, Children of God, Antroposofie, Jehovah= s getuigen, etc. Met betrekking tot waarzeggerij, etc moet worden bedacht, dat de informatie die satan aanbiedt helemaal fout of vertekend is. Deze vijand van God kan de toekomst niet weten. Zeker niet de toekomst van God= s kinderen, anders dan dat zij gered zijn door Jezus Christus en dat de duivel de strijd heeft verloren. Dit geldt ook voor allerlei andere zaken. Als het gaat om genezing dan komen een aantal zaken uit het rijk der duisternis zoals: Hypnose, magnetisme, reiki, etc. Wie meer informatie wil over deze onderwerpen kunnen we het boekje aanraden van Els Nannen Avan occultisme tot bevrijding@ . Bij de Goede Herder in Zoetermeer kunnen ze dit boekje nog bestellen. Omdat Gods Woord hier tegen waarschuwt kunnen we de oproep doen: Ahoudt u verre van dit soort zaken en houdt u/jij uw/jouw geest gezond.@ De Bijbel noemt in 1 Timotheus 4:1 dit leringen van dwaalgeesten en leringen van boze geesten. B

Via het zielenleven, waarin ons eigen ik ligt; dus: gevoel, verstand, wil, karakter

Efeze 4:17-18

ADit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart.@

Hier schrijft Paulus, dat de mensen een verschil moeten kunnen ontdekken in hun wijze van leven tussen christenen en niet-christenen. Ons verstand moet gezuiverd worden. Dit gebeurt, als we willen gehoorzamen aan Gods Woord door de Heilige Geest. Als we ons inlaten met verkeerde dingen, de dingen uit het rijk van satan, dan laat dit ons zielenleven niet onberoerd. We zien daarover de gevolgen in Jesaja 8:19-22 (Het Boek): ADus waarom probeert u de toekomst te leren kennen door spiritisme en waarzeggerij? Luister niet naar dat geklets en gemompel. Kunnen de levenden van de doden iets over de toekomst leren? Waarom vraagt u het uw God niet? Vergelijk de woorden van deze waarzeggers met het woord van God!@ zegt Hij. AAls hun boodschappen van de Mijne verschillen, komt dat doordat Ik hen niet heb gestuurd; want er is geen licht of waarheid in hun binnenste. Gevolgen: Mijn volk zal zonder uitzicht ronddolen, struikelen, terneergeslagen en hongerig. En omdat zij honger hebben, zullen zij in woede uitbarsten, hun gebalde vuisten naar de hemel heffen en hun koning en hun God vervloeken. Waar zij ook kijken, overal zullen zij moeilijkheden, dreiging en een beangstigende duisternis zien. En zij zullen in de duisternis worden verstoten.@ C

Via ons lichaam, met ziekten, zonden en verslavingen


Handelingen 10:37-38

AGij weet van de dingen, die geschied zijn door het gehele Joodse land, te beginnen in Galilea, na de doop, die Johannes verkondigde, van Jezus van Nazareth, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem.@

Uit dit gedeelte leren we, dat de duivel ziek maakt en dat Jezus geneest. Johannes 8:34

AJezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde.@

Zonde werkt verslavend en wil ons beheersen en domineren. Het lijkt erop, dat we onze eigen beslissingen kunnen nemen. De duivel strooit ons zand in de ogen, als we hierbij blijven. Jezus heeft de macht van de zonde verbroken op het kruis op Golgotha en wil dit ook totaal in ons leven laten doordringen. Galaten 5:19-21 geeft een hele rij

AHet is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.@

Paulus maakt ons duidelijk, dat we onze zonden moeten aanpakken. Doen we dat niet, dan vertroebelt dat ons zicht op de Heilige Geest die onze gids wil zijn. Door die vertroebeling kunnen we die gids ook niet meer volgen. Lees ook 1 Corr. 6:9-11 2.3

Afsluiting

We hebben in deze les heel wat geleerd. Deze dingen zijn niet voor een moment, maar heel ons leven zullen we hiermee bezig moeten zijn. De Bijbel roept op tot een heilig leven. Heiliging is een groei. Onze aandacht hierop zal niet mogen verslappen, willen we effectief zijn en blijven in Gods Koninkrijk. Efeze 2:4-6 AGod echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, - door genade zijt gij behouden-, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten.@ Zoals Christus door God is opgewekt uit de doden en Hem heeft geplaatst in de hemelse gewesten, boven alle overheden en machten van de duisternis, zo hebben ook de kinderen van God in de hemelse gewesten hun plaats. In Christus zijn zij ook boven de overheden en machten geplaatst. Lees ook Efeze 6:10-12.


Bijbeluitleggers verklaren de hemelse gewesten als volgt: Hierbij moeten we denken aan een gelaagde hemel (zie ook 2 Corr. 12:2). In de bovenste hemel zijn God, Jezus Christus en de Heilige Geest. Vanuit de lagere hemelse gewesten oefenen de boze machten hun invloed uit op de aarde. Omdat we onze positie in Christus kennen, hebben we macht over de boze machten. Lees tenslotte Efeze 1:15-23, maar in het bijzonder vers 20 en 21. Christus, die zit aan rechterhand van de Vader, is superieur aan de overheden en andere machthebbers in de hemelse gewesten. In Christus bezitten we deze heerschappij ook, indien we een heilig leven willen leiden. Bij deze strijd moeten we ons bedenken, dat we in de strijd maar één kant kunnen kiezen. Of we leven in gemeenschap met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, of we leven in het kamp van de vijand. Een waarschuwing is nog op zijn plaats. We hebben gezien, wat onze geest, ons lichaam en ziel beïnvloedt. Maar niet overal hebben we zelf de hand in. Denk maar eens aan mensen, die geen liefde in hun leven hebben gekend en verworpen zijn. Mensen, die incest hebben gekend. Let er op hoe je met deze dingen omgaat en betrek het vooral op je eigen leven en niet in de eerste plaats op het leven van anderen.


Afsluitende vragen 1

Wat wordt in Mattheus 25:32-46 geoordeeld?

2

Ons leven wordt in Johannes 14:23 en Openbaringen 3:20 vergeleken met een huis. Voor wie is dit huis?

3

Wat kunnen we leren uit Lucas 11:14-28?

4

Welke beloften zien we in de strijd? 1 Corr. 15:57 ...................................................................................................... Romeinen 16:20 ......................................................................................................


Studie 16 1

Engelen

Engelen (Algemeen)

1.1.1 Inleiding Er is een wereld die we niet kunnen zien met onze aardse ogen. Met onze geestelijke ogen kunnen we dit wel. De Bijbel is het onfeilbare Woord van God en leert ons veel over die wereld. Een wereld van Gods engelen en een wereld van satan met zijn mede gevallen engelen (demonen), die veruit in de minderheid zijn bij Gods Engelen. In dit deel gaan we vanuit de bijbel bezien: welke Engelen van God er zijn

De Bijbel spreekt over Engelen, Cherubs, Serafs, Aartsengel.

hoe ze eruit zien welke functie ze vervullen.

1.1.2 Engelen door God geschapen Het Hebreeuwse woord voor engel betekent: bode. Engelen zijn geestelijke wezens. Ze zijn door God geschapen. En helpen Hem Zijn werk op aarde uit te voeren. Het is heel belangrijk te beseffen, dat engelen geschapen zijn en niet door voortplanting zich vermeerderd hebben. Nehemia zegt het zo in hoofdstuk 9 vers 6: Gij toch zijt alleen de HERE, Gij hebt de hemel, de hemel der hemelen en al zijn heer gemaakt, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en wat daarin is; Ja, Gij geeft hun allen het leven, en het heer (heir = leger) des hemels buigt zich voor U neder. In Hebreeën 12 wordt een vergelijking gemaakt tussen de aardse vaders en God als Hemelse Vader. Vers 9 wordt vaak aangehaald om te zien, dat engelen door God geschapen zijn. A Voorts, de tuchtiging van onze vaders naar het vlees hebben wij ondergaan en wij zagen tegen hen op; zullen wij ons dan niet nog meer onderwerpen aan de Vader der geesten, en leven?@


In de grondtekst wordt voor geesten het woord pneumaton gebruikt. Dit woord is afkomstig van het zelfstandig naamwoord pneuma en kan betekenen: a (het) waaien, (het) blazen, luchtstroom, wind b (het) ademen, ademtocht c levensadem, levensgeest d geest e geest, geestelijk wezen f (Heilige) Geest Zo zien we, dat het woord betrekking kan hebben op een onzichtbaar wezen, een geestelijk wezen, dat zich onderscheidt van het zichtbare, het aardse, het menselijke. Zo wordt van God zelf gezegd, dat Hij geest is. Dit wil zeggen, dat Hij deel uitmaakt van een andere geestelijke werkelijkheid. Als we de tekst van Hebr.12:9 bekijken, dan zien we heel doeltreffend het allesomvattende van Gods wezen Namelijk “de Vader der geesten en leven.” Hij heeft alles geschapen. De mens is geschapen om zich voort te planten. De engelen zijn ook geschapen, doch planten zich niet voort. De Bijbel spreekt wel over voortplanting van mensen, maar niet over voortplanting van engelen. In Kolossenzen 1:15 en 16 staat: Hij (Christus) is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping. Want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. We lezen hier, dat Christus de bestaansgrond is voor alle wezens. Dit geldt voor aardse en bovenaardse wezens. Niet engelen beheersen deze wereld, maar Christus. 1.1.3 Gods legerschare is ontelbaar Job 25:3a Daniël 7:10

Zijn Zijn legerscharen te tellen? duizend maal duizenden dienden hem en tienduizend maal tien duizenden stonden voor Hem. Psalm 68:18 Gods wagens zijn tweemaal tienduizend, duizenden bij duizenden; Op. 5:11 En ik zag en hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal (het getal van de engelen) was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen. Dit zijn slechts een paar teksten uit Gods Woord. Daar spreekt duidelijk uit een ontelbare menigte aan engelen. Uit die menigte engelen spreekt ook Gods macht uit. Dit is de legerschare die er over is, nadat satan uit de hemel is verbannen met zijn slechte engelen. We zullen zien, dat in alle situaties Gods legerschare de overmacht heeft en behoudt.


1.1.4 Gods legerschare bestaat uit krachtige helden Psalm 103:20 Looft de HERE, gij zijn engelen, gij krachtige helden die zijn woord volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord. De engelen gehoorzamen God. Zijn bevel wordt gehoorzaam uitgevoerd. Joel 3:11b Doe, o HERE, uw helden daarheen afdalen. Dit alles speelt zich om ons heen in de onzichtbare wereld af. Hoe goed is het ons dit alles te realiseren en daarbij stil te staan. Niet zo maar een keer. Nee, dagelijks! De geestelijke wereld is door God geschapen. Christus heerst in hemel en op aarde. Hij heeft geen gelijke en heeft geen concurrent. 1.1.4 Engelen hebben verstand en wil Dat engelen een verstand en wil hebben zien we het duidelijkst in 1 Koningen 22:19-23. Voordat we dit gedeelte zullen lezen moet opgemerkt worden, dat engelen hun wil ondergeschikt hebben gemaakt aan de hemelse Schepper. 1.1.5 Functies In de Bijbel komen we toch wel veel over het functioneren van de engelen tegen. We noemen er een aantal, zonder dat we kunnen zeggen dat we volledig zijn. Naast de functies zullen we Bijbelteksten noemen. Niet alles kan uitgeschreven worden. Wel raden we iedereen aan om de teksten in de stille tijd door te nemen en er stil bij te staan.


Functie

Bijbelplaatsen

-

1 Kon. 22:19 Psalm 103:21 Psalm 103:20

Zij staan om Gods troon, gereed om Hem te dienen Loven en prijzen God Zij voeren Zijn bevelen uit Zij brengen Gods boodschappen over aan de mensen: 2 roeping van Mozes 2 roeping van Gideon 2 de geboorte van Simson 2 bij zonden van het volk 2 belofte van een zoon aan Abraham 2 Verwoesting van Sodom. Verschijning aan Lot 2 uitvoeren van Gods oordelen 2 2 2

-

Ex. 3:2 Richt. 6:11 Richt. 13:3-9 Richt. 2:1 Gen. 18:2 Gen 19:1 1 Kron. 21 15 2 Kron. 32:21 Daniël 10 Matth. 1:20

de strijd van Daniël een engel verscheen in een droom aan Jozef aankondiging van de geboorte van Johannes een engel verscheen aan Zacharias Lucas 1:11 2 een engel verscheen aan Maria bij de aankondiging van de geboorte van de Here Jezus Lucas 1: 26 bij de opstanding van de Here Jezus Matth. 28:3 2 Openbaring aan Johannes Openbaring Zij begeleiden de aartsvaders op hun zwerftocht Gen 24:7; 48:16; etc Zij legeren zich rondom hen die de Here zijn toegewijd Ps 34:8; Zach 3:1 ev Engelen zijn dienende geesten Hebr. 1:14 2 een engel leidde de apostelen uit de gevangenis Hand. 5:17 e.v. 2 de bevrijding van Petrus Hand 12:7 Opdracht van God via een engel Hand 10:26 e.v. Beschermer van kinderen Matth.18:10

Vul deze lijst zelf nu maar aan met behulp van een encyclopedie. Samenvattend hebben we gezien, dat de taak van de engelen is te benoemen in die van beschermer, van het dienen en het uitvoeren van Gods oordelen. Ook kunnen engelen als mensengedaanten zich aan mensen tonen en een boodschap van God overbrengen. Hebreeën 13:2 AVergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd.@


1.1.6 Woonplaats van de engelen Naast de wereld die we kunnen zien, is er ook een wereld die we alleen kunnen zien met geestelijke ogen. In dat deel is de woonstede Gods. Daar zijn ook de engelen. Zij dienen God. De geestelijke wereld is ook rondom ons, daar is de vijand van God actief. En daar waar de vijand van God actief is, legert zich Gods engelenmacht. We zullen daar later meer van onderzoeken. 1.2

Soorten engelen

1.2.0 Inleiding In dit hoofdstuk zullen we de verschillende engelen bespreken. Opnieuw komen we onder de indruk van Gods grootheid. De Bijbel spreekt over: -aartsengel -cherubs -serafs -engelen Tevens is dit de rangorde onder de engelen. 1.2.1 Aartsengel Aartsengel betekent Ahoofdengel@ . De Bijbel spreekt van Michael als aartsengel. In verschillende verklaringen kunnen we tegenkomen, dat er meerdere aartsengelen zijn. Deze verklaringen gaan uit van Daniël 10: 13 waar over Michael wordt gesproken: Aéén van de eerste vorsten@ . Omdat het Hebreeuws geen lidwoorden kent wordt gesproken over Aeen@ als er meerdere zijn (dus onbepaald) en Ade@ als er één bepaalde aartsengel is. Hiertoe moeten we weten, dat er in het late jodendom (we lezen daarover in de apocriefe boeken) over zeven hoogste engelen wordt geschreven die voor Gods troon staan. Genoemd worden: Uriel, Raphael (= God geneest), Michael, Raguel, Saraqiel, Gabriël, Jeremiel. Een andere verklaring, dat er meerdere aartsengelen zijn, is de vertaling in 1 Thes. 4: 16: een aartsengel. Andere vertalingen geven hier: de aartsengel. Aangezien in het OT en het NT alleen Michael wordt genoemd, moeten we daar ook vanuit gaan. Later zal geopenbaard worden hoe het werkelijk zit. De naam Michael betekent: AWie is gelijk aan God?@ . Hij staat op de bres voor het Israëlitisch volk en is een bestrijder van de duivel. Nog even blijven we stilstaan bij Gabriël. Sommige Bijbeluitleggers beschouwen hem als aartsengel, anderen weer niet. Gabriël betekent Aman Gods@ . Hoe het ook zij, naast Michael, is hij de enige die met name wordt genoemd. Hij wordt door God vaak voor zeer belangrijke boodschappen naar de aarde gestuurd. (zie ook bij 1.2.5)


Onderzoek de Bijbelgedeelten:

Daniël 10: 13; 12:1; Judas 9; Openbaring 12:7 Daniël 8.16 e.v.; Daniël 9; Lucas 1;

1.2.2 Cherubs De naam Cherub betekent: zegen of sterk Cherubs zijn de troondragers van God (Ezechiel 10:1) en zijn steeds dicht in Zijn nabijheid. Lees in dit verband eens: Ps 80:2; Ps 99:1; Jesaja 37:16. We vinden de afschaduwing hiervan op het verzoendeksel van de ark. (Exodus 25:22 AEn Ik zal daar met u samenkomen en van het verzoendeksel af, tussen de beide cherubs op de ark der getuigenis, over alles met u spreken wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal.@ ) Lees ook Exodus 37:6-9. Vers 9 AEn de cherubs hielden twee vleugels uitgespreid naar boven, met hun vleugels het verzoendeksel bedekkende en hun aangezicht naar elkander gericht; naar het verzoendeksel waren de aangezichten van de cherubs gericht.@ In Genesis 3:24 lezen we dat de cherubs een muur vormen tussen God en de zondaar. Verschijning van de cherubs In Ezechiel staat hier best wel veel over. Bestudeer zelf Ezechiel hoofdstuk 1 AHet roepingsvisioen van Ezechiel@ . In hoofdstuk 1 zien we een globale beschrijving, die in hoofdstuk 10 wordt uitgewerkt. Als we deze goed lezen, dan zien we hoe Ezechiel onder de indruk was van die verschijning. Cherubs hebben een wonderlijke verschijningsvorm. Als we hoofdstuk 10 (zie ook hoofdstuk 1 vers 10 en 11) volgen dan hebben ze: vier vleugels; ze keerden zich niet om en konden naar alle vier zijden gaan; rondom waren ogen; ze hadden ieder vier aangezichten (vers 14), nl.: van een 1. van een cherub, 2. van een mens, 3. van een leeuw en 4. van een arend. Zij hadden de gedaante van een mens. Mensen handen waren onder hun vleugels aan vier zijden. Hun vleugels waren met elkaar verbonden en naar boven uitgespreid. Ieder had er twee, die met elkaar verbonden waren, en twee die hun lichaam bedekten. Lees ook vanaf vers 21. Noot: in hoofdstuk 1 lezen we over 1 van een mens, 2 van een leeuw 3 van een rund, 4 van een arend. De bijbeluitleggers verschillen van mening hierover. Voor ons is het van belang dat cherubs dienaren zijn bij de troon van God.


Korte verklaring uit Ezechiël 1: 1 2 3 4 5

6

7

De ogen van de cherubs zijn het symbool van Gods alwetendheid. Het getal vier houdt verband met de vier windstreken en drukt uit, dat Gods macht zich uitstrekt over de hele aarde. Ezechiel moest leren, dat Gods macht zich verder uitstrekte dan Jeruzalem alleen. De benen waren recht en de voetzolen waren als die van een kalf... (Ezechiel. 1:7). Deze bouw van benen en voeten van de wezens stelt hen in staat om steeds recht vooruit te gaan zonder dat zij zich hoeven om te wenden. Zij hadden vier handen, elk beneden een der vleugels geplaatst. Dit is het symbool van hun dienende activiteiten. Één paar vleugels voor de bedekking van het lichaam en de beide anderen waren zo uitgespreid, dat de rechtervleugel van de ene cherub de linker van de andere cherub raakte. Op deze wijze vormden zij een vierkant waarop de troon van God rustte. (Zie ook Exodus 25:22). De bedekking van het lichaam met de vleugels is een teken van eerbied voor de heiligheid van God. Met hun vier gezichten vertegenwoordigen zij alle wezens op aarde: -mens met verstand en wil -de arend die op de voorgrond treedt -het rund (ander woord kan ook zijn stier) om de kracht. -de leeuw die beroemd is om zijn moed. De cherubs volgen niet hun eigen willekeur in het komen en gaan, maar worden gedreven door een kracht die van God uitgaat en de leiding van God, die zij welbewust en gehoorzaam volgen.

1.2.3 Serafs De naam Seraf komt van een Hebreeuws werkwoord dat Abranden@ betekent. De naam betekent dan ook Averbranden@ . We lezen in Jesaja 6, dat de serafs zes vleugels hadden en boven de troon van God stonden. Zij hebben de gestalte van een mens. Één van de serafs vloog naar Jesaja (hoofdstuk 6) met een gloeiende kool en raakte daarmee de lippen van Jesaja aan. De serafs proclameren de heiligheid van JHWH en branden de onheiligheid van de profeet weg. Ik geloof, dat veel predikers van Gods woord deze zelfde ervaring hebben gehad.

Korte uitleg In tegenstelling tot de heilige lippen van de serafs zijn de lippen van Jesaja en van zijn volk onrein. Jesaja kan dus niet zondermeer Gods lof uitroepen. Lippen zijn een werktuig van het spreken van het hart. Tegenover de heilige God weet Jesaja dat hij als zondig mens een verlorene is (lees ook Lucas 5:8).


Wij mogen weten, dat God de Vader Zijn Zoon stuurde om ons in het Bloed van het Lam rein en heilig te verklaren. Indien de zonde vat op ons krijgt dan krijgen wij door het belijden van zonden en het nalaten nieuwe vrede met God. 1.2.4 Engelen Naast de aartsengel, cherubs en serafs die specifiek worden genoemd, lezen we ook nog over engelen. We hebben al gezien dat engel bode betekent (zie verder hoofdstuk 1) Engelen kunnen er zeer imponerend uit zien. Lees Matt. 28:3. We moeten geen engelen vereren, hoewel ze een zeer belangrijke functie voor de kinderen van God hebben (Hebr 1:14). Engelen wijzen zelf alle aanbidding strikt af (Openbaring 22:9). 1.2.5 Gabriël Één van de weinige engelen die in de Bijbel met name wordt genoemd is Gabriël. Zijn naam betekent Aman Gods@ . Hij staat voor het aangezicht van God en wordt door God gebruikt om bijzondere boodschappen door te geven. Lees de volgende gedeelten: Daniël 8:16 en 9:21 en verder Lucas 1:19 en verder Een hele bijzondere tekst vinden we in Matt. 18:10 AKijk niet op deze kleine kinderen neer. Onthoud dit: Hun engelen zijn voortdurend bij mijn Vader in de hemel@ . God heeft een zorg voor kinderen. Onze houding ten opzichte van de kinderen moet overeenkomen met de zorg die God heeft. Engelen hebben een directe toegang tot God. Zij zijn voortdurend met de kinderen bezig voor de troon van God. Dit vraagt in de praktijk heel wat van ons. Voorbeelden: hoe gaan wij met de ongeboren vrucht om; brengen we kinderen in gemeenschap met de Here Jezus of brengen we hen de streep over in satans wereld door de kinderen naar bepaalde programma= s/video= s te laten kijken of laten we hen naar feestjes gaan waar de tegenstander zijn klauwen uitstrekt naar de kinderen. Hoe is uw/onze/mijn houding.

1.3

Jezus als mens tijdelijk beneden de engelen gesteld.

Hebreeën 2:7 Naar Christus luisteren, betekent niet alleen horen maar ook doen; doen wat Gods Woord ons zegt. De Here Jezus Christus is oneindig veel groter dan alle andere dingen. Hij is groter dan de engelen. Juist omdat Christus ver boven de engelen verheven is, moet aan het woord dat God door Hem heeft gesproken (vers 1) veel meer en de grootste aandacht worden geschonken, dan aan de woorden die Hij door middel van engelen heeft geopenbaard. De schrijver doelt in vers 2 op de wetten van Mozes.


Als wij de gaven van de Heilige Geest ontvangen, moeten wij Hem ervoor danken (vers 4). Alle gelovigen mogen de Heilige Geest ontvangen, maar de gaven van de Geest worden aan een ieder toebedeeld naar AZijn wil@ (zie ook Rom 12:6-8 en 1 Cor. 12:4-11). De plaats van Christus is boven iedere vorm van heerschappij, zoals engelen en boze geesten. Op diverse andere plaatsen in de Bijbel wordt daarvan getuigd: Efeze 1:21; Filippenzen 2:9; 1 Petrus 3:22). De liefde van God voor ons bracht de Here Jezus tot de dood. De Here Jezus kwam niet naar de aarde om zich een status aan te meten. Neen, Hij kwam om ons te verzoenen met de Vader. Jezus moest mens worden om te kunnen sterven en dezelfde beproevingen te ondergaan die wij tegenkomen. Daardoor werd Hij de middellaar tussen God en de mensen. Hij heeft zich met ons geïdentificeerd, opdat wij ons met God kunnen identificeren. 1 Petrus 1:12 De predikers van het NT brachten, evenals de profeten, hun boodschap in de Geest. Dit betekent: in de kracht of volmacht van de Heilige Geest, die van de Hemel is gezonden (Hand. 2:2; Lucas 3:21-22) In Gods heilsplan spelen engelen een belangrijke rol. Ze zijn er op beslissende momenten. Ze hebben een andere positie dan mensen. Het zijn dienende geesten en staan onder Christus (1 Petrus 3:22) en dienen ook de christenen. De kennis van de engelen is beperkt. Zij begeren een blik te slaan in wat God bezig is te doen. Er is een reikhalzend verlangen (Rom 8:19) van de schepping, hieronder moeten we ook de engelen verstaan, naar de volle openbaring. Petrus gebruikt een woord, dat Avooroverbuigen@ betekent, zoals mensen dat doen in een stadion om goed te kunnen zien wat er gebeurt.


Studie 17 1

Dienstbaarheid

Algemeen

Deze laatste studie gaat over het dienen in de gemeente. Het werkwoord dienen komt van het Griekse werkwoord di-akoneo, wat betekent: dienaar zijn, dienen. In Romeinen 12:7 hebben we gezien, dat dienen een gave is van de Heilige Geest. Dienen doen we met de gave, die we hebben gekregen en daarvoor ook tijd en geld ten dienste van de Heer te stellen. Als we dat niet doen, dan zijn we onbruikbaar in Koninkrijk van God; dat kan gebeuren, als we achter alle dingen van de wereld aan blijven jagen. Dienen in het Koninkrijk betekent afstand nemen van de wereld. Wanneer we dat doen, dan zullen we ervaren dat God Zijn kinderen in alles zegent. Het zal aan niets ontbreken. Dit in tegenstelling, wanneer je achter de zogenaamde mooie dingen van de wereld aanloopt, bemerk je, dat je nooit genoeg hebt. In 2 Cor. 5:15b zegt Paulus dat wij niet meer voor onszelf zouden leven: AHij is gestorven, opdat allen die van Hem eeuwig leven kregen, niet langer voor zichzelf zullen leven, maar voor Christus@ . (Het Boek) Dit betekent een leven waarin je jezelf voor Christus wegcijfert, in plaats van een zelfhandhaving. 2

Rentmeesterschap

1 Petrus 4:10 AIeder heeft gaven gekregen. Gebruik die om elkaar te dienen, want zo geeft u de rijkdom van Gods genade aan elkaar door.@ (Het Boek) Ieder in de gemeente heeft van God een genadegave, een onverdiende gave van de Heilige Geest ontvangen, want er is velerlei genade van God. God is rijk in Zijn genadewerkingen. Ieder moet een goede rentmeester, een goed econoom zijn in het beheer en gebruik van Gods gaven. Dus als ieder kind van God gaven heeft gekregen van de Allerhoogste, dan mogen we die niet ongebruikt laten liggen. 3

Dienen.

Maar dienen gaat verder dan alleen de gaven gebruiken. Zoals we boven hebben gezien, is het dienen van Christus jezelf op de achtergrond stellen. Pas op, dat we niet mensen dienen. Dit gebeurt, als we Christus dienen. Dat is de goede volgorde. Het gaat fout, als we de volgorde denken te kunnen omdraaien. We kunnen niet op de eerste plaats mensen dienen en dan denken dat we Christus dienen. Hebben we over kunnen brengen wat op de eerste plaats komt?


De volgende tekst is daarover duidelijk: Galaten 1:10 AProbeer ik bij mensen in de gunst te komen? Praat ik iedereen naar de mond? Nee, ik probeer Gods wil te doen. Als ik mensen naar de mond zou praten, zou ik geen dienaar van Christus zijn@ . (Het Boek) 4

Dienen op tal van terreinen

We kunnen dienen op vele terreinen, naast de terreinen waarop we specifieke gaven hebben gekregen. We noemen: a

Samenkomsten

Hebr. 10:25

AWij moeten onze eigen samenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen@ .

Wij komen bij elkaar om ons geloof met elkaar te delen en elkaar op te bouwen in het geloof. Door het niet-bezoeken van de samenkomsten laat je dit liggen en ontzeg je jezelf de bemoediging van andere christenen. Zelf kan je dan ook geen bemoediging voor anderen zijn. Te veel in deze tijd richten mensen zich op zichzelf door alleen te willen ontvangen; in plaats van te geven. Vormen van samenkomsten zijn: de eredienst op zondag, de kringavonden, bijbelstudieavonden, etc. Deze samenkomsten staan ook open voor mensen die minder weten. Anderen kunnen dan dienen, door apart nog eens uit te leggen wat het besprokene nu betekent. b

Gebed

Dienen doen we ook door gebed. In de eerste plaats zullen we onze relatie met de Heer moeten onderhouden en verdiepen. Daarnaast zullen we dienstbaar moeten zijn in het gebed voor onze naasten en voor de gemeente. Dienen in gebed is niet aan leeftijd gebonden. Lucas 2:36-37

AOok was daar Hanna, een profetes, een dochter van Fanuel, uit de stam Aser. Zij was op hoge leeftijd gekomen, nadat zij met haar man na haar huwelijksdag zeven jaren had geleefd, en nu was zij weduwe, ongeveer vierentachtig jaar oud, en zij diende God onafgebroken in de tempel, met vasten en bidden, nacht en dag@ .

Dat zij profetes was, zegt iets over haar leven. Zij leefde dicht bij God. Profeten waren er niet in eerste plaats om de toekomst bekend te maken, maar om Zijn waarheid te verkondigen. Wij hebben al eerder gezien, dat zij namens God spreken. Colossenzen 4:2 AVolhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt en bidt tevens voor ons, dat God een deur voor ons woord openen, om te


spreken van het geheimenis van Christus, ter wille waarvan ik ook gevangen zit@ . Door voorbede voor anderen komt God tot zijn doel. Soms vult God onze gebeden anders in, dan dat wij denken dat Hij zou moeten doen. Als we vooraf de verhoring invullen, dan zien we niet altijd de verhoring. Laat God Zijn eigen gang gaan, dan zien we veel meer hoe de gebeden verhoord worden. Ook kan God wel eens zeggen Anog niet@ . Hij zorgt voor Zijn kinderen. Als we voorbeden doen in bekeringen van anderen, dan zullen we ons moeten bedenken, dat die ander zelf een keus moet maken. In dit geval mogen we ook bidden om satanische verhinderingen uit de weg te ruimen. Maar volhardt in gebed. Tenslotte een vers die we al vaker hebben besproken: Efeze 6:12

AWant wij vechten niet tegen mensen, maar tegen onzichtbare wezens: De duivelse heersers en machten, die deze donkere wereld tiranniseren, een heel leger van boosaardige geesten in de onzichtbare wereld om ons heen@ . (Het Boek)

Dit gevecht doe je in de kracht van de Heilige Geest. c

Werken

Er zijn verschillende werken. Vaak willen mensen wel op het podium staan of één andere zichtbare taak verrichten, maar voor minder zichtbare werken zijn weinig mensen in. Als dit waar is, dan hebben de mensen maar weinig begrepen van de dienende taak van Christus. In Johannes 13 lezen we dat de Here Jezus de voeten van de discipelen waste. Normaal liepen mensen op sandalen in het droge land. De voeten werden dan stoffig. Wanneer zij dan ergens binnenkwamen, dan deed de huisslaaf de doek voor en waste de voeten het bezoek. Dan konden zij fris aanliggen aan tafel. Nu vervulde de Here Jezus deze taak. Waarom? Opdat wij zijn voorbeeld zouden volgen om te dienen. Ook in de minste karweitjes. De Here Jezus laat zien, dat er geen mindere kwarweitjes zijn, maar dat alle dingen die gedaan moeten worden belangrijk zijn in het Koninkrijk van God. Wanneer iemand een leider wil zijn, dan zal in de eerste plaats er een diep geworteld verlangen moeten zijn van dienen. De Here Jezus is ons hierin op alle manieren voorgegaan.


2 Corr. 9:8

AEn God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten ten allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn@ .

Aan de ene kant is dit vers nauw verbonden met vers 7 en andere kant leert het ons daardoor om uit de genade te leven. Dan zullen ons alle dingen geschonken worden om overvloedig te zijn in goed werk. Dan wordt ook koffiezetten een goed werk, omdat daarbij gesprekken tot standkomen. Ook het schoonmaken van de vloeren, omdat wordt voorkomen dat er ziekten worden opgelopen, etc. Al deze dingen zijn van nut in Gods Koninkrijk. d

Het geven van geld

In studie 14 hebben we gezien, dat de gemeente Gods gezin is. En uit ervaring van ons eigen gezin weten we, dat een gezin niet kan zonder gezinsinkomen. Hoe komt een gezin van God nu aan geld? Ja, van de gemeenteleden. Wat zegt de Bijbel daarover? Genesis 14:18-20

AEn Melchizedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij nu was een priester van God, de Allerhoogste. En hij zegende hem en zeide: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde en geprezen zij God, de Allerhoogste, die uw vijanden in uw macht heeft overgeleverd. En hij gaf hem van alles de tienden@ .

De naam Melchizedek betekent: Koning van de gerechtigheid. Koning van Salem betekent: Koning van de vrede. Volgens Hebreeën 7:1-2 was hij een priester van de Allerhoogste God. Uit respect gaf Abram een tiende deel van de buit, terwijl Abram zelf een deel van de buit afwees, die de koning van Sodom hem aanbood. Abram wilde, dat de mensen zouden zeggen dat God hem rijk had gemaakt (zie Genesis 14:21 en verder). Genesis 28:22

AEn deze steen, die ik tot een opgerichte steen heb gesteld, zal een huis Gods wezen, en van alles wat Gij mij schenken zult, zal ik u stipt de tienden geven@ .

Jacob doet de Here een gelofte om tienden te geven, wanneer hij veilig terugkomt. Zowel Abram als Jacob leefde voordat de wet aan het volk Israël werd gegeven. Zij deden vrijwillig, wat God later als norm heeft gesteld. Leviticus 27:30

AOok is alle tienden van het land, van het zaad des lands, van de vrucht van het geboomte, van de HERE; het is de HERE heilig@ .

Lees ook Deuteronomium 14:22-29 Ook in het Nieuwe Testament wordt over offeren gesproken: 1 Corr. 16:1-9; Romeinen 15:24-28; De vraag is: Wat geldt nu voor de Nieuwtestamentische christen? Wat is norm?


Het antwoord, dat op deze vraag gegeven zou moeten worden is: Kunnen wij ons onttrekken aan Gods Norm? Daar waar Abram en Jacob voor de instelling van de wet vrijwillig tienden gaven, kunnen wij die na de wet onder de genade van Christus leven ook niet vrijwillig tienden afstaan? Toch kun je hier niet wettisch mee om gaan. In de bijlage gaan we daarom wat dieper er op in. In Leviticus 25:23 legt de HERE een belangrijk gegeven neer: AWant het land is van Mij, en gij zijt vreemdelingen en bijwoners bij Mij@ . Het belangrijkste uitgangspunt is, dat alles van de HERE is. Hij laat ons 90% houden. In het Hebreeuws bestaat geen werkwoord Ahebben of bezitten@ . In plaats daarvan wordt gebruikt AJeesj li@ wat betekent: Aer is voor mij aanwezig@ . In Marcus 12:41-44 is de Here Jezus bewogen onder het penningske van de weduwe. Want zij heeft haar hele levensonderhoud in de offerkist gedaan, terwijl anderen gaven van hun overvloed. Wat een liefde en een vertrouwen voor God spreekt er uit de houding van de weduwe. Wanneer wij geven in het huisgezin van God, dan zullen alle kosten betaald kunnen worden die nodig zijn, maar er zal ook uitgedeeld kunnen aan hen, die gebrek hebben in de gemeente en op het zendingsveld. In de Pinkstergemeente Morgenstond Zoetermeer kan iedereen zijn gave kwijt op giro 619493 t.n.v. PG Morgenstond te Zoetermeer. 5

Afsluitende vragen

a

Op tal van terreinen kunt u in de dienst staan van Jezus Christus. Heeft u al besloten om geen toeschouwer te zijn, maar u in te zetten in het Koninkrijk van God?

b

In Maleachi 3 wordt over tienden gesproken. Hoe komt dit op u over? In dit hoofdstuk vers 10 wordt over een belofte gesproken. Hoe ervaart u dit of komt dit op u over?

c

Op welk punt ervaart u de verleiding om meer geld voor u zelf uit te geven dan nodig is? Hoe maakt u keuzes bij het kopen van dingen voor uzelf, buiten onderhoud en onderdak om?

2 Corr. 9:6-11 (Het is een noodzaak om deze kennis tot je te nemen om krachtig te staan). A(Bedenkt) dit: wie karig zaait, zal karig oosten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten. Een ieder doe, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief. En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam


voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn, gelijk geschreven staat: Hij heeft uitgedeeld, aan de armen gegeven, zijn gerechtigheid blijft in eeuwigheid. Hij nu, die zaad verschaft aan de zaaier en brood tot spijze, zal u uw zaaisel verschaffen en vermeerderen, en het gewas uwer gerechtigheid doen opschieten, terwijl gij in alles verrijkt wordt tot alle onbekrompenheid, welke door onze bemiddeling dankzegging aan God bewerkt.”

Als bijlage treft u een korte studie aan over Rentmeesterschap. U kunt deze studie zelf uitwerken. Naschrift cursus We zijn aan het einde gekomen van deze fundamenten studie. We hopen, dat niet alles in het verstand zal blijven zitten, maar dat Gods Woord een zaak van uw hart zal zijn. Natuurlijk is er nog veel meer te leren uit Gods Woord. We hopen, dat u dit op de bijbelstudie-avonden en op de kring-avonden zult doen. In diverse lessen is een keuze gevraagd. Nogmaals de keuzes: 1

Heeft u het besluit genomen om u te bekeren en Jezus te volgen?

2

Bent u op bijbelse wijze gedoopt in water of heeft u een besluit genomen om dit doen?

3

Bent u gedoopt in de Heilige Geest? Indien niet zo is, gaat u dan naar een van de oudsten toe?

4

Op welke manieren gaat u God dienen in de gemeente?


Bedenk bij dit alles, dat u bij uw bekering wel opgenomen wordt in de universele gemeente van Jezus Christus, maar indien u lid wilt worden van een plaatselijke gemeente dan moet u zich aanmelden. Zo ook bij de Pinkstergemeente Morgenstond. U wordt niet automatisch lid door samenkomsten te bezoeken.

Wij hopen, dat u nog veel plezier zult beleven aan deze cursus in uw leven.


Bijlage bij studie 17 Rentmeester. Rentmeester = Beheren van geld en/of goederen “Rentmeester zijn” houdt heel veel in. Als wij rentmeesters zijn, wat is dan van onszelf. Als we ervan uit gaan dat de aarde en al wat er in is van God is, dan is alles van God. Ook wij zelf. Lucas 8:3

er was een vrouw, die Jezus volgde: Johanna, de vrouw van Chuzas, hij was de rentmeester van Herodes

De woorden, die hiermee ook verband hebben: Rente, Woekerwinst, ) Woekeraar ) oneerlijk Rekenschap afleggen Zorgen Zorg dragen De eerste rentmeesters waren Adam en Eva. In het paradijs kregen ze de opdracht van God: Gen.: 1: 28: vervult de aarde en onderwerp haar. Het woord Arekenschap vragen@ komen we dit al tegen in Deut. 18:19 Dit gaat over een man, die als profeet de woorden van God moet doorgeven. Deze man zal rekenschap moeten afleggen over zijn daden. We gaan uit van 1 Petrus 4: 1-13 Petrus 4: 10-13 Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede rentmeesters over de velerlei genade Gods. Sommige mensen zijn overtuigd van hun talenten en gebruiken zoals zij ze zelf willen. Anderen denken dat ze helemaal geen talenten hebben. Uit deze tekst blijkt dat iedereen talenten heeft gekregen. Als je niet weet welke je hebt, probeer ze te ontdekken. Gebruik je talent alleen voor anderen, niet om er zelf alleen van te genieten. We kunnen God verheerlijken met onze woorden en daden. Als we andere mensen helpen met onze gaven (of dit nu geld is of talent), dan kunnen andere mensen Jezus herkennen. (denk aan Jezus= woorden: Als zij dan de goede dingen zien die u doet, zullen zij uw Hemelse Vader eren (Matth. 5:16)


Bij rentmeester hoort ook zorgen In dit verband lees men de teksten: 1 Tim. 3:5 (oudsten in gemeente) Titus 3:8 vooraan staan in goede werken Spreuken 27 : 18: wie voor zijn heer zorgt, wordt geëerd In O.T. kunnen we al lezen, dat God vraagt om verantwoording te hebben voor anderen. Speciaal voor arme mensen. Geef ze de kans om aren te lezen. Dit is een vorm van zorg dragen. Verder zie je in Lev. 25, dat hier wordt beschreven dat men eerlijk handel moet drijven. In verhouding van de opbrengst moet men de koopsom niet te hoog maken. Ook in deze tijd moet men eerlijk zijn.. Denk aan de belastingopgave. Verder bepaalde regels i.v.m. inkomsten. God zal ons hierop wijzen, als we niet handelen zoals God ons vraagt. De gelijkenis van de rentmeester: Lucas 12 40-48 ( bij de terugkeer van Jezus) Zie: Matth. 24: 45-51 1 Cor. 4:2 (betrouwbaar) 1 Petr. 5:4 (wees een voorbeeld, dan zal de Heer u delen in Zijn eer) Jac. 4:17 De gelijkenis in Luc. 16: 1-13 de onrechtvaardige rentmeester Een aantal verklaringen voor dit moeilijke gedeelte: a Verspil de middelen die je hebt niet, want ze zijn van God en niet van jezelf b Geld kan gebruikt worden voor goede en slechte dingen. Dus doe alleen het goede c Geld is machtig, gebruikt het bedachtzaam d We moeten onze materiele middelen zo gebruiken dat het waarde heeft voor het eeuwige leven (Rom. 14:12= Wij zullen ons persoonlijk voor God moeten verantwoorden). We moeten zorg dragen, net als Adam, voor de schepping. Geen misbruik maken van alles wat we van God hebben ontvangen. Een belangrijk punt in de bijbel is ook de zorg voor de medegelovigen. Handelingen 4: 37 Dit kan zijn in eigen gemeente. Jac. 2:15-16 Probeer elkaar te helpen met hulp in vorm van geld, maar ook om daadwerkelijk je krachten geven voor de ander. Bij verhuizen. Bij ziekte. Maar ook in de vorm van elkaar bemoedigen, onderwijzen., Elkaar wijzen op misschien wat moeilijke punten, maar dit moet bovenal in liefde geschieden. Voor mede gelovigen in andere landen, die het moeilijk hebben wegens honger, armoe, vervolging. Het zijn onze broers en zussen. Maar ook voor mensen die op het zendingsveld zijn. Fill. 4: 16. Dat dit werk doorgang kan blijven vinden.


Dit is onze verantwoordelijkheid. Er is zoveel nood, verlangen naar God= s Woord. Laten we dit niet tegen werken. Een klein stukje over rentmeester over je geld: 1 Tim. 6:17-19 Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld, moet gij bevelen niet hooghartig te zijn en hun hoop gevestigd te houden niet op onzekere rijkdom, maar op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft, om wel te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam, waardoor zij zich een vaste grondslag voor de toekomst verzekeren om het ware leven te grijpen. Andere teksten: Mal. 3:1-20 over de tienden Spreuken: 3: 9-10 Vereer de Here met uw rijkdom en met eerstelingen van uw inkomsten We zien, dat Abraham al tienden gaf. We moeten bedenken, dat Abraham leefde uit geloof vóórdat de wet werd gegeven. Wij leven uit genade na het het lijden, de dood, de opstanding en Zijn hemelvaart door Jezus Christus. Hoe zit het dan met tienden? A Als iemand 10% geeft van 600,-- euro en ander geeft 10% van 2000 euro; wie heeft verhoudingsgewijs meer gegeven? B Gods wordt zegt iets over de blijmoedige gever ( 2 Cor. 9:7) en geven naar vermogen geven ( 1 Cor 16:2) Lucas 6: 38 Geeft en u zal gegeven worden een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten woorden. Hoe geeft men: Tiende naar de plaatselijke gemeente (zij hebben zorg voor de gemeente en gemeenteleden en zending) Verder kunt u zelf voor evangelisatie en zending geven. 1 Cor.16:2 Geef met zuivere motieven. Een onzuiver motief is, dat je door het geven materiële rijkdom van God krijgt.

Geraadpleegde literatuur en naslagwerken Bijbel Genesis (Hebreeuwse tekst en Ned. Vertaling) Het leven/Praktische lessen Studiebijbel Algemene bijbelstudie Morgenstond Fundamentenstudies Studies Bijbelschool Concordantie Bijbelse encyclopedie

Diverse vertalingen Ne. Bijbelgenootschap Het Boek Studiecentrum Peter Rothuizen Hans Dercksen/Jo van Dorp v.h. In de Ruimte Kok Kok


Persoonlijke bijbelstudie Pijlers van het christelijke geloof De normale geestelijk geboorte De Tora

Hans Koch Dereck Prince David Pawson Ariel en D= vorah Berkowitz


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.