6 minute read

Jim Janssen

Next Article
RTV Maastricht

RTV Maastricht

De meeste burgers krijgen weinig mee van het werk van wethouders en raadsleden. Daardoor ontstaat er vaak onbegrip ten opzichte van bepaalde beslissingen van de Gemeente. Dat is jammer want onze politici werken hard met de beste bedoelingen voor de stad. JIM JANSSEN, voormalig wethouder van Organisatie, Sociale Zaken, Ouderenbeleid en Cultuur geeft ons een inkijkje in de complexiteit van het besturen van Maastricht.

Muziek MEER IN DE POLITIEK

Advertisement

PASPOORT

Jim Janssen is vierenvijftig jaar jong, getrouwd en heeft twee zoons van twintig en drieëntwintig jaar. "Op die twie gaste bin iech hiel gruuts."

Zijn hobby’s zijn muziek maken, Jim blaast tuba in onder andere de zate hermenie. Hij houdt van de Italiaanse keuken en wijnen en van kunst en cultuur in brede zin. Tegenwoordig werkt hij als zelfstandig ondernemer onder andere op gebied van overheidsmediation.

POLITIEK IN MAASTRICHT

“Neem nu het wonen,” steekt Jim Janssen van wal. “Het is hard nodig om de woningmarkt toegankelijker te maken en te zorgen voor meer sociale huurwoningen. Mensen verwijten de lokale politiek dat er niets aan wordt gedaan. Maar dit is een landelijk probleem, ontstaan doordat de woningmarkt voor een groot deel vergeven is aan projectontwikkelaars. En de wooncorporaties hebben weinig investeringsruimte vanwege de verhuurdersheffing. De lokale politiek heeft daar relatief weinig invloed op. Waar wel invloed mogelijk is, worden soms andere keuzes gemaakt dan waar de burger op hoopt. Kijk naar het Landbouwbelang; daar is de keuze gemaakt door de Raad, op voorspraak van het college, om de waarde van dat gebied te verzilveren. Buiten het behoud van een sociale functie moet dit gebied vooral geld opbrengen. Willen we dit veranderen, zal een meerderheid van de Raad erachter moeten staan en er beleid op voeren.”

WE ZIEN DAT MENSEN STEEDS MEER OPKOMEN VOOR HUN LEEFOMGEVING EN DAAR MOET DE VERBINDING GEZOCHT WORDEN

Onder de burgers klinkt vaak: “Ik ga niet stemmen want er wordt toch niet naar ons geluisterd.” Hoe geef je de burger het gevoel van een luisterend oor? “Ook daar zijn landelijke ontwikkelingen mede debet aan,” legt Jim uit. “Er is veel gebeurd tijdens de vorige kabinetsperiode. Het kabinet ging demissionair verder en vervolgens staat er een nieuw kabinet met dezelfde partijen en dezelfde ‘spelers’ die ook een rol hadden in zaken die fout zijn gegaan, waaronder de Kindertoeslagen-affaire. Dat schept geen vertrouwen. Als je lokaal kijkt: op gebied van burgerparticipatie is veel meer mogelijk. Mensen komen steeds meer op voor hun leefomgeving en daar moet de verbinding gezocht worden. De overheid moet oog hebben voor de belangen van burgers. Als zaken die dichtbij de mensen liggen opgepakt worden, voelen ze zich meer gehoord. De afweging tussen wat het algemene belang doet met de belangen van individuen of andere partijen wordt onvoldoende gemaakt. De politiek beseft te weinig de impact op de burgers van bepaalde plannen binnen de leefomgeving. Die impact zien en daarover in gesprek gaan, is een belangrijke sleutel. Onderzoek heeft uitgewezen dat waar conflicten zijn tussen de overheid en derden, het niet gehoord worden de grootste klap is. De overheid is van ons allemaal, zo hebben wij onze maatschappij vorm gegeven. Daarmee heeft de overheid een bepaalde macht over ons. Op het moment dat ik mijn belang geschaad zie en daar melding van maak en de overheid zegt: ‘Ja maar de wet …’, dan voel ik me niet gehoord. Voelt iemand zich wel gehoord, dan wordt het bezwaar eerder ingetrokken. De overheid reageert te vaak vanuit een juridische context die door veel burgers niet begrepen wordt. Het loopt vaak mis op communicatie. Het is de taak van de politiek om op elk niveau te kunnen communiceren.”

ALS JE IN GESPREK MET MENSEN GAAT, ZE HET VERTROUWEN SCHENKT DOOR TE LUISTEREN, DAN KRIJG JE EEN EFFECTIEVERE AANPAK DIE OOK NOG GOEDKOPER KAN ZIJN OMDAT JE MAATWERK LEVERT

De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter, daar is iedereen zich van bewust. In de ogen van de burgers gebeurt daar niets mee. “De burger ziet het niet maar er wordt heel hard aan gewerkt. Kijk naar het Aanvalsplan Armoede. Maar de beweegruimte voor de lokale overheid is zowel qua beleid als financieel beperkt. De inkomenspolitiek bijvoorbeeld is voorbehouden aan het Rijk, daar mag en kan de lokale overheid niks aan doen. Veel van het te besteden budget ter voorkoming van armoede ligt vast, er is weinig om gericht te besteden. Beleidsmatig zouden we het liefst één oplossing hebben die voor iedereen geschikt is. Maar elk gezin heeft een andere problematiek, dus zou er op basis van uniciteit gewerkt moeten worden. Dat is een moeilijke en kostbare zaak waar dat beperkte budget ontoereikend voor is. Het zou anders

Muziek

zijn als je het totale budget zou kunnen inzetten, maar dan moet er strikte controle op worden gevoerd. Als je Muziek in gesprek met mensen gaat, ze het vertrouwen schenkt door te luisteren, dan krijg je een effectievere aanpak die ook nog goedkoper kan zijn omdat je maatwerk levert. Controle is dan minder nodig. Een eenduidige maatregel past nooit bij iedereen. Zoek naar wat iemand echt nodig heeft. Bijvoorbeeld iemands huis aanpassen is vele malen goedkoper dan die persoon in een verzorgingshuis plaatsen,” aldus Jim. DE VERRUWING DIE JE IN DE MAATSCHAPPIJ ZIET, IS OOK IN DE RAAD MERKBAAR Jim is lang actief geweest in de Maastrichtse politiek. Hoe kijkt hij er nu tegenaan? “De Raad wil steeds meer en steeds meer op inhoudelijk niveau. Dat is echter zoveel omvattend dat er behoorlijk wat druk op de ambtenarij wordt gezet. Het college werkt hard om de Raad zo zorgvuldig mogelijk te informeren en dat kost veel tijd en werk. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen in de Raad er met de beste bedoelingen zit maar helaas constateer ik dat de verruwing die je in de maatschappij ziet, ook in de Raad merkbaar is. De mores is veranderd, tegenstellingen verharden. Er wordt een spel gespeeld binnen bepaalde regels maar die regels moeten gehandhaafd worden volgens een reglement van orde. Dat vereist van de Raad dat ze zich eraan houdt en van de voorzitter dat hij erop handhaaft. Die discipline en respect ontbreken tegenwoordig vaak. Als de sfeer om te snijden is, kun je geen goed debat voeren. Dan heb je geen positieve houding en ben je niet bereid naar de ander te luisteren. Politici moeten beseffen dat ze een bepaalde rol hebben, zowel Raad versus College als oppositie versus coalitie. Dat geeft mogelijkheden maar ook beperkingen. De oppositie heeft bijvoorbeeld uitgesproken dat ze zich niet herkent in het coalitieakkoord. Als oppositie moet je echter beseffen dat je oppositie bent, anders ontstaat er een patstelling. Maar de coalitie moet ook beseffen dat ze oor moet hebben voor de oppositie. Weer die communicatie dus.”

IEDEREEN MAG ZIJN OF HAAR EIGEN INSTRUMENT BESPELEN, MAAR WEL MET DEZELFDE BLADMUZIEK

Wat hoopt Jim voor de stad en voor haar bestuurders? “Ik zou meer muziek in de politiek willen zien en horen. Iedereen mag zijn of haar eigen instrument bespelen, maar wel met dezelfde bladmuziek. De uitvoering ervan staat of valt met de dirigent. Verder hoop ik dat Maastricht zich economisch blijft ontwikkelen. We hebben veel te bieden en dat moeten we uitdragen. Mijn wens is ook dat Maastricht zich sociaal blijft ontwikkelen en er meer tegen armoede gedaan kan worden. En dat Maastricht op cultureel vlak blijft wat het is, namelijk één van de topsteden van Nederland. Ik ben trots op wat onze stad aan cultuur te bieden heeft. Maar Maastricht is sowieso heel ‘sjiek’ met z’n geschiedenis, volkscultuur en dialect, en met dat wat Maastricht uniek maakt: De Mestreechteneer.

This article is from: